xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Na de publicatie van
het verzameld dichtwerk van Paul Auster zijn nu ook, in Spaanse vertaling naast
de originele tekst, de verzamelde gedichten verschenen van Michel Houellebecq. En
ook de schrijver van La Carte et le Territoire beweert, zoals Auster, dat
zijn gedichten het beste zijn van wat hij ooit geschreven heeft. Maar Ik denk
niet dat ik me ditmaal ga laten verleiden om 22,90 uit te geven voor
Houellebecqs gedichten. Austers Poesía
completa is al een zorg.
En wel om twee
redenen, een eerste omwille van de moeilijkheidsgraad ervan, het is een poëzie
om te lezen en te herlezen om te ontcijferen om er iets van te begrijpen
misschien is er zelfs niets te begrijpen - en ten tweede, geraak ik overtuigd
dat ik met mijn opvatting over poëzie, op een verkeerd spoor ben terecht
gekomen en dat poëzie een spel is van woorden en niet van gedachten. Het woord
zelf is de poëzie en het is uit het woord dat de poëzie ontstaat. De vertaler
van Auster haalt in zijn voorwoord een idee aan van George Steiner: el contrato entre palabre y mundo se ha
rotto. Het woord is niet de wereld en de wereld niet meer het woord, de
band tussen beide is verbroken.
In de gedichten van
Auster is het woord de factor van de poëzie. Als ik Auster lees vrees ik dat
hij gelijk heeft, zijn poëzie is niet wat ik dacht dat poëzie was.
Als ik er het artikel
in El País (27.10) bijhaal
dan ben ik niet de enige die het moeilijk heeft met de poëzie van Auster en Houellebecq.
Vooral het mediatieke er omheen stoort Carlos Boyero. Ik zal maar niet hernemen
wat hij zegt over Houellebecq en zijn liefde voor de whisky, maar hij vindt dat
hij heel wat meer genoegens en emoties vindt in de poëzie van de grote dichters
als Fernando Pessoa (ken ik), Cesar Valejo (ken ik niet), Claudio Rodriguez
(ken ik evenmin), gente eternos
transmisores de emoción.
|