xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Qui rate les aubes rate sa vie,
Een boodschap die
Louis Pauwels de wereld in stuurde en die me jaren geleden bereikte om die niet
meer te vergeten. En hij heeft gelijk, er getuige van zijn hoe het morgenlicht
de duisternis van de nacht opslorpt, geluidloos, efficiënt, verbazend in
kleuren en in lichtkoralen - en zelfs, al heeft het niet meer de betekenis die
het had in de middeleeuwen elke morgen is een groot gebeuren dat we niet missen
mogen, willen we niet vergaan van onwetendheid.
Ik herinner me september-
en oktobermorgens uit mijn te verre jeugd, toen ik met vader door de weiden
liep op zoek naar paddenstoelen. Het was nacht nog toen we vertrokken en we bereikten
de eerste weiden in een begin van schemering, voldoende om in het gras, de
witte koppen van de paddenstoelen op te merken. We liepen naast elkaar, op en
neer, weide na weide af, sporen trekkend in het bedauwde gras, zwijgend en
geconcentreerd. Tot dan ineens, lijk een kreet over de velden, de eerste
stralen van de zon ons telkenmale verrasten en wij, met aureool van licht
omkleed, de nieuwe dag ingingen, de luchten van een schoonheid die een wonder
was.
La luz es Dios que desciende,
Schreef Frederico
García Lorca. Ik wist het toen nog niet. God was iemand die zich bezig hield
met de mensen, iemand die toekeek op wat we deden, die luisterde naar wat we
dachten en alles noteerde. Maar dat Hij ook het Licht was drong niet door tot
ons.
Heb er nu geen
problemen meer mee, als Hij er IS, dan kan Hij niet anders zijn dan het Licht,
dan zon en sterren en al wat er is van zon en sterren en van het leven
tussenin, al zien we het niet, we weten het.
Alsof Hij het niet
nodig heeft te tonen dat Hij er is, en wel omdat alles zo oneindig-oneindig is,
omdat, als we even maar erover nadenken wat het Universum is, hoe het is en wat
het ooit was, we overrompeld worden zodat we, meer dan we vermoeden, weten dat
Hij er is, en, als we voor Hem een naam zouden durven zoeken, er maar één naam
te noemen is.
Zoals we ook weten
dat het beter is geen naam te zoeken, dat onze ontstellende verwondering voor
wat het levend Universum is, meer dan voldoende is.
En dat hij die de
komst van het licht niet beleeft, het nimmer zien zal als een wonder en zijn
leven missen zal.
|