Ik herneem hier het gedicht dat ik schreef in 2005, na lezing van wat Slavoj Zizek had verklaard wat de Islam voor hem betekende en ik hem goed begrijpen kon, omdat wat hij schreef verheffend was en in de lijn lag van wat een gebed ook voor ons kan betekenen. Dit gedicht is een aanvulling van wat ik gisteren schreef. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
En van de filosoof Slavoj Zizek, heb ik gelezen
'a mí me interessa la religión musulmana',
en waarom zou hij niet, ik kan
hem goed hem begrijpen.
Ik droomde even,
de
ongelovige die ik was, verdwaald,
verward,
was het in Ibb, in Saana
was
het in Kawkaban, de binnenkoer
van
de moskee het was,
verder
mocht ik niet,
maar het beeld van grijze baarden-mannen
van nu mijn ouderdom, me bijgebleven
gebogen
over oude boeken,
in
tekens opgetekend,
geschreven
en herschreven
en
geen sukuun ervan gewijzigd,
geen shadda, identiek zoals wat eerst
werd
neergezet door handen
even
vast als hun geloof.
En ik
toekijkend, denkend dat ik beeld
toen
was zoals zij het waren, luisterend
naar
wat ze zeggen konden
over
een zin, een woord, over de stam ervan
en
hoe in hadiths, de Profeet
het
had bedoeld of niet bedoeld.
Een
ogenblik in hun bestaan,
een
ogenblik in dat van mij, om te begrijpen
de
donkerte en de klaarte van het woord,
zoals
het timshel-woord
in
Steinbecks East of Eden.
En
geknield
met
hen naar Mekka tot de grond gebogen
en
met hen gebeden : Allah akbar, Allah
akbar,
tot
Allah met de negenennegentig namen,
het
getal gemerkt in beide handen samen.
Hij, al rahmaan, al rahim, le Miséricordieux.
Ik
droomde maar.
Me
afgevraagd hoe ze baden, denkend
aan
de Kaaba, in een zwarte doek gekleed
bestikt
met gouden letters ,
de
bijna-kubus gebouwd door Abraham
en
Ishmaël met erin de zwarte steen
uit
de hand van Allah neergekomen,
zijn
teken zijnde, zijn zwijgend woord.
Alhoewel
zovele stenen neergekomen
boven
Gabaon als boven Misraïm
en
andere nog met vuur gemengd.
Ik
ongelovige,
respectvol
toegekeken en gedacht
aan al rahmaan, al rahim, de Medelijdende,
maar
niet wetende wie Hij is noch hoe Hij is,
maar
als Hij is, dat Hij op alle plaatsen is,
et que le poids dun
atome ne lui échappe,
ni sur la terre ni dans les cieux
En
nu, na de steen die heilig is
en
weggeborgen, in een afdruk
van the Wilkinson Map Anisotropy Probe
het
teken, open en bekrachtigd
van
wat eens het beginnend Universum was.
De
vele vragen er omheen,
de
voornaamste onbeantwoord nog gebleven.
|