xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op 29 december van
het jaar 2001, verscheen, in zeer beperkte oplage, van mij een dichtbundel: De Zee bij Cabo de Huertasen deze
morgen vond ik, tussen een hoop geschriften, het laatste exemplaar ervan in
mijn bezit.
Ik heb de gedichten
van meer dan tien jaar geleden, herlezen en aarzelend, licht herwerkt. Nu ik vooropstel,
dat deze gedichten ook geen lang leven beschoren zijn, wat doe ik ermee: wil ik
dat ze herrijzen uit hun as, en laat ik ze opnieuw bundelen weet trouwens
niet meer waar mijn vorige bundels zijn terecht gekomen of laat ik ze vergaan
onder het stof van de tijd?
Moeilijk is het
beslissen als ik vaststel met welke overgave en in welke omstandigheden, deze
gedichten destijds geschreven werden.
Ik kan evenwel niet,
al wou ik wel, deze bundel met achttien gedichten, in zijn totaliteit overnemen
in mijn blog. Maar misschien is mijn idee ze te laten herrijzen en ze aldus mogelijks
te laten voortleven tot enkele tijd na mij met het hiernavolgend voorwoord, nog
niet zo een slecht idee.
Cabo de las Huertas (de
Kaap der Tuinen),
is een strook kust
gelegen tussen San Juan en Alicante. Niet zo heel veel, wat rotsen door zee en
wind getekend, begroeid met een variëteit van planten en bloemen die we nergens
anders hebben ontmoet en misschien nergens anders te vinden is.
De zee klotst er, zonder een
ogenblik respijt, tegen de rotsen, onstuimig soms, wild en ongenaakbaar en dan
op dagen van kalmte, een zilveren blad licht, gemengd met water, waar we gaan
neerzitten, roerloos, omdat we niet weten wat te begrijpen is van kosmos en van
eeuwigheid en van Hij die God wordt genoemd, omdat de traditie ons deze naam
gelaten heeft, maar die voor ons Onnoembaar is en blijft omdat het allemaal zo
vol is, zo sterk, zo ruim, zo alles opslorpend, alles overrompelend.
Omdat we er bewust van zijn dat
de zee en de ruimte erover, omdat het licht erover, deel is van dit Onnoembare,
en wij, ook deel ervan.
Omdat we geloven dat het in
deze ruimte is dat we zullen opgenomen worden als onze tijd gekomen is. Vergeef
het ons als we zo vrijmoedig hierover denken, maar we hebben geen andere uitweg
meer, en wensen er geen andere.
Het is bovenal ook de
plaats waar we wachten op het mirakel van het woord om te schrijven wat de geest ons
ingeeft te schrijven.
Hopende.
|