xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In een epílogo bij zijn verhaal schreef Borges:
La
escritura del dios werd genereus beoordeeld; de jaguar verplichtte me
kabbalistische of theologische argumenten in de mond van de magiër van de
piramide van Qaholon te leggen .
Nu Tzinacàn, de
magiër, erin geslaagd was de formule van de god te ontcijferen en hij nu
overtuigd was dat hij almachtig wordt als hij de woorden ervan luidop zal
uitspreken, hoe moet het nu verder met zijn verhaal, want Borges weet dat het
uitspreken van de formule zijn verhaal in de verkeerde richting zal sturen?
Wel,
Tzinacàn zal de veertig lettergrepen van de veertien woorden niet uitspreken
want, hij herinnert zich die Tzinacàn niet meer, hij is nu niets of niemand
meer, ese hombre ha sido él, hij is deze mens geweest:
Dat het mysterie
neergeschreven in de pels van de tijger, sterve met hij die niets of niemand
meer is, want wie het Universum heeft aanschouwdin zijn Al, wie de vurige
tekenen van het Universum heeft gezien, kan niet meer de mens zijn met zijn
triviaal geluk of ongeluk, zelfs al weze hij zelf die mens.
En
dan, welk belang heeft deze andere nog, welk belang heeft het volk van deze
andere als hij niemand is.
Het
is daarom dat ik die formule niet zal uitspreken. Que me olviden los
días acostado en la oscuridad, dat, gelegen in de duisternis, de dagen me vergeten.
Het is het einde dat binnen de grenzen van Borges
mogelijkheden lag, de Tzinacàn, de magiër, is niet meer, de
man in de kerker heeft vergeten wie hij was, is Tzinacàn niet meer, deze is
opgelost in de tijd, dus moet er niets meer gered of niets meer gewijzigd
worden en blijft alles zoals het was. De kerker, de man erin en de jaguar erin,
wachtende op niets, verdwenen voor altijd, overgroeid door bomen en planten,
vergeten.
Ikzelf heb het nog
niet voldoende begrepen als er tenminste iets te begrijpen zou zijn - maar
heb dan toch de gelegenheid gehad uit te zwermen en te vertellen over dat
ongelooflijke verhaal van Borges met zijn gegoochel over goden en eeuwigheid en
dingen die er zijn zonder er te zijn.
Maar van Borges
en van de Kabbala - heb ik onthouden dat God en Universum één woord zijn, al
zegt hij het zeer wijselijk en zonder er een vraag van te maken: no sé si estas palabras difieren. Ik
weet niet of deze woorden verschillen.
Ware er niet het
verhaal van Borges dat blijven zal, de eeuwigheid in.
la escritura del dios ha sido generosamente
juzgada; el jaguar me obligó a poner en boca de un mago de la piràmide de
Qaholon, argumentos de cabalista o de teólogo.
|