xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het schilderij dat ik
verkies boven alle schilderijen, en dat zeker een vergelijking met de Mona Lisa
in het Louvre, althans voor mij, kan doorstaan is het portret van Maria Moreel
ook genoemd Sibylla Sambetha van Hans Memling (1430(35?)-11 augustus 1494).
Ze was een van de elf dochters (er waren ook vijf zonen) van Willem Moreel,
afstammeling van de Morellis uit de Savoie, en sedert 1336 burger van de stad
Brugge, en van Barbara van Vlaenderberghe.
Het portret van Maria is even
enigmatisch als de glimlach van de Mona Lisa, maar haar dromerige blik is van
een grote innerlijke rust, is een aanvaarden en tezelfdertijd een verwachten
naar iets van wat ze weet dat niet komen zal, wat men dan lezen kan in een
verholen verbittering op de lippen.
Was er iets meer tussen
Hans Memling en Maria Moreel, wisten ze van elkaar dat er een grote liefde
brandde tussen hen, een liefde die niet geleefd kon worden. Tussen hij die haar schilderde en zij die geschilderd werd, zij
die bezeten werd door zijn blik en hij die zijn liefde verwoordde in de toets
van zijn penseel.
Ik heb het immer zo
gelezen, van het ogenblik dat ik voor het schilderij stond in het Museum van
het Sint-Janshospitaal in Brugge, wist ik, of voelde ik, dat er iets vreemd aan
de gang was, dat ik Hans Memling las in de ogen en de mond van Maria, dat dit
de essentie was van het schilderij, en dat het om deze reden was dat hij haar
uitverkoren had onder de elf dochters Moreels.
Memling schildert haar in een eerder
eenvoudig kleed omdat hij, volgens mij, meer de nadruk wilde leggen op de drie
alchemistische kleuren van haar kleed: zwart, rood, afgeboord met een
driehoekige witte kraag. En er wellicht
ook een betekenis moest worden toegekend aan haar prachtige halsketting met parels,
smaragden en robijnen en aan de zeven ringen aan haar handen op elkaar. Alsof
elk detail dat geschilderd werd een symbolische betekenis zou hebben.
Een symboliek die me maar
één persoon zou kunnen uitleggen, Marc Penninck de Landas, een Bruggeling die
me zijn broeder noemde en die ik totaal uit het oog verloren ben en eens moet
gaan opzoeken via internet.
Maar op Maria Moreel kom ik
terug.
|