xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik kan op 1
augustus niet anders dan schrijven over Grimentz, een
dorpje hoog in de Val dAnniviers. Bevlagd vandaag.
In gedachten ben ik
er. Jong, licht van hart, ondergedompeld in het grote licht als ik door de eeuwenoude straten loop van
het dorp. Een weelde van geraniums aan de balkons van de door de zon verbrande
chalets. De luchten open en helder, de witgekalkte muren van de kerk in het
midden van het dorp, symbool voor de diep christelijke traditie van een van oudsher
gelovig volk.
Ik ben deel van hen
ik kom er sedert vele jaren - heb mijn plaats onder hen. Het is goed er te
zijn, de verbondenheid te voelen, met de bossen en de bergen, met de chalets langs
de dorpsstraat. Deel van hun traditie. Een dorp van bezinning is het, een
sacrale ruimte.
Onwrikbaar ben ik
met dit dorp, met deze vallei verbonden, nu nog in het leven, straks in de dood
als er mijn naam zal herop geroepen worden.
Ik was er op
zondagen, na de mis, met de mensen om me heen op de plaats voor de kerk met de
fontein, waar de kinderen speelden toen ze nog kinderen waren. Dames in de
klederdracht van het dorp die rondgingen met oude tinnen kannen, gevuld met
oude wijnen, getapt uit oude donkere vaten, wijn van vader op zoon, geslachten
her, verdampt - la part des anges -
en gedronken, en elk jaar aangevuld met jonge wijn uit de wijngaarden van de Bourgeoisie, licht Madeira-achtig op de
tong, le vin de lamitié, le vin du
glacier.
Wijn die weemoed
is, die vreugde is, en woorden die samengaan met de bergen erover, de bossen,
de geuren van hars en humus en paddenstoelen en de poëtische volheid van de
luchten en van de gedachten, bezinning over wat het leven is.
*
Pijn om de namen
die je nog noemen kunt van zij die gingen en van de weinigen die bleven nog. Wie
waren we, toen we nog samen waren, het glas geheven, de flonkerwijn gedronken,
een lied gezongen op grote dagen, gedanst misschien, geleefd het grote leven.
Herinneringen aan
wat was en niet meer komen zal. Thuis in je hoek gezeten, een blank blad voor
jou en een pen in je hand die jaren oud is en plots te dik de inkt afgeeft.
Herinnering aan de
zondagsmis toen er nog een pastoor was in het dorp. Vandaag is er geen priester
meer op zondag, op woensdagavond soms. Is er ook geen receptie meer al is le vin du glacier gebleven. Het
aftakelingsproces is echter begonnen. Wat is er geworden van de dag die eens
des Heren was?
Eigenlijk wou ik
deze morgen schrijven over Edgar Allan Poe, toen het heimwee me overviel.
|