xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Aldus is elk
ogenblik van zijn pen op het blad geweest, lijk het schuiven van de zwanen op
het water, telkens weer een nieuw verbazen over wat de dagen waren.
En als hij denkt
aan Jünger en aan Eliot en aan zovelen die hij schaamteloos overneemt, wat is er
eigenlijk dat uit hem zelf komt, of kan het dat zijn gedachten zijn wat ze zijn
en dat hij pas achteraf zich realiseert deze gedachten reeds bij anderen te
hebben ontmoet?
Maar niet immer is
er dit verbazen. Er zijn zovele dode momenten in ons handelen, lege woorden
waaruit we dan opnieuw ontwaken. Dit is de tweespalt van ons leven: het
verdwijnen in de leegte van de woestijn en de terugkeer in de ruisende rijkdom
van het leven.
Zo had hij de zee
gezien, de zee gehoord in de valavond. Ze was rust en beweging. Rust waar de
olijfgroene lijn van het water overvloeide in het grijze timbre van de luchten,
beweging waar de meeuwen roekeloos hangen bleven boven de golven die uitrolden
over het strand.
Zo nu ook in hem
rust en beweging, of zijn geest in vrede met het zijnde en zijn gedachten een
fresco van hoop op wat nog komen kon.
Hij heeft de haard
aangestoken en lang stilgelegen op de sofa in het schemerlicht. Het zuchten van
de wind om het huis en de boeken die wachtten op een teken van hem, op een
bewegen van hem. En starend in de vlammen de nacht die binnenkwam met een
gedicht dat hij eens onderaan een tekening had overgeschreven en dat hij
vertaalde voor haar, op een avond zoals deze, toen hij naast haar stond met de
schim van hun beider gelaat in het glas over de tekening. Wat hij zich nog
herinneren kan van het gedicht van Salvatore Quasimodo in het weinige Italiaans
dat hij kent:
Desiderio delle tue mani chiare
nella penombra della fiamma
sapevano di rovere e di rose,
di morte ...
of, het verlangen
van haar blanke handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar eikenhout en
naar rozen, ruikend naar de dood ...
Alsof in deze ene
avond, zijn ganse leven lag gestold: het voorbije vermengd met het heden en het
heden aanwezig in het komende en hij, zoals Quasimodo het verder zegt, fatto daria, van lucht gemaakt.
|