xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een
mail: een lezer wil weten welke het oudste is, dat van Brussel of dat
van ons.
Welke
van beide het oudste is, heeft voor mij weinig belang, vraag me liever welke
het meest historische en het meest ludieke is en dan antwoord ik zonder de
minste twijfel, dat van u, mijn waarde vriend lezer uit een der destijds smalle steden van Vlaenderen. Een stad,
die in 1068 als allodium,
aangekocht van een zekere Geraard Heer van Hunneghem, door Boudewijn de VI de,
graaf
van Vlaanderen en Henegouwen, begiftigd werd met een keure.
Historisch
is de geschiedenis van het Manneken zeker, want een leeuw, het zinnebeeld van
Vlaanderen, wordt vervangen door een manneken. En ludiek is het eveneens,
want het getuigt van een kwajongensachtig antwoord op de plunderingen begaan
door Gentse soldeniers, een antwoord enkel
eigen aan een volk dat met zijn Krakelingen, zijn Tonnekesbrand, en vooral met
het drinken door de notabelen van een in wijn zwemmend visje, en dit alles
boven op de Ouden Berg, kleur en pittigheid geeft aan zijn rijk verleden.
We
weten nu dat die toch wel verrassende beslissing genomen werd op 11 juli 1452, bewijs
dat de Geraardsbergenaars, ondanks de zware tegenspoed waaruit ze stilaan de
kop opstaken, genoeg humor hadden overgehouden om op een meer dan passende
wijze, hun afkeer tegen de geweldenaars te onderlijnen door een leeuw te vervangen
door een manneken en dit ventje - na
drie jaren wachten op de afwerking ervan - op te stellen boven op de Brugstraat
en dit, met zijn veelbetekenende waterstraal in de richting van Gent.
Het
simpele beeldje, nu geplaatst tegen de gevel van het Stadhuis van die smalle stede van Vlaenderen is het
zinnebeeld en de bekrachtiging van een groot verleden, zo naar binnen als naar
buiten. En dit heeft een grotere waarde dan eventueel het oudste van het land
te zijn.
Negatief
voor mij was de 900ste verjaardag van de keure van de stad, in deze
zin dat er toen, in 1968, in zeer beperkte oplage, een prachtige zilveren gedenkpenning
geslagen werd; dat ik als lid van een Comité een gedenkpenning kreeg uitgeloot,
en dat deze penning, die ik open en bloot op mijn bureau had liggen, op 1
januari van 2009 gestolen werd, bij een inbraak, door een snoodaard die niet weet
wat dergelijke dingen kunnen betekenen. Ze zal voorzeker ondertussen al te gelde
zijn gemaakt en de opbrengst verbrast.
Maar dit ter zake. Zo, mijn vriend, liever de
vraag over de ouderdom niet meer te stellen, ze heeft geen zin, het uwe heeft
geschiedenis en betekenis, het getuigt van een lumineuze ingesteldheid, die
vandaag ontbreekt in dit land, Of dat van Brussel een even rijke geschiedenis
kent betwijfel ik.
Trouwens, om het over iets anders te hebben, omwille
van de geschiedenis van het Manneken alleen al, verdient de Ronde dat de Muur
behouden blijft.
Men zegge het voort.
|