xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mijn,
kleindochter Gwendolyne belde me. Ze loopt school in Sierre, Valais. Ze vertelt
me over alles en nog wat, en dan:
Est-ce-que tu connais Héraclite? vraagt ze me.
Ken
ik Héraclitus. Kan ik antwoorden dat de naam me niet vreemd is maar dat ik er
niet veel meer over weet?
Ik
ken de naam antwoordde ik, maar veel meer schiet er me niet te binnen.
Maar
pappie zegt ze alle kleinkinderen noemen me pappie je was er vol van,
het is Heraclitus van Ephesus, de man van panta
rhei, van het zich voortdurend wijzigen van al wat is. Ik moet er een
dissertatie over maken.
En,
zegt ze, waar ik aan denk, weet je het nog, we liepen in de alpages boven Crans-Montana: Stéphane,
Anthony, Katiana en ik. Weet je nog. Je vertelde over wat er gebeurde in de
bergweide terwijl we daar zaten, dat alles bewoog om ons heen, niet alleen de
beweging die je zien kon, maar ook en vooral de beweging binnenin de grassen en
de bomen, binnenin de mensen zelf, zegde je.
Sprak
ik daarover? Vroeg ik.
Ja,
zegde ze, We begrepen er niets van. Hoe kon je weten wat er binnenin de bomen
gebeurde?.
Hij
herinnerde zich vooral dat ze die namiddag op de alp ruzie hadden gemaakt onder
elkaar, de meisjes tegen de jongens, of de twee van de ene moeder tegen de twee
van de andere moeder. Hij herinnerde zich ook dat ze daarna, eens de ruzie bijgelegd,
bij de terugkeer, in de straten van Crans-Montana, lachend liedjes schreeuwden, het
hoofd door het half geopende dak van de wagen.
Et, Gwen, est-ce-que tu sais maintenant que le dedans est
important?
Ik
weet het nu, maar ik vermoed niet dat Heraclitus wist dat het hoofdgebeuren
vooral plaats vond binnenin de dingen, in het leven van atomen en elektronen en
neutronen en protonen en cellen. En het is daarover dat ik iets ga schrijven.
Goed
meisje, goed, het is essentieel dat je dat weet. Cest le panta rhei du dedans qui régit le monde et les
hommes, de wereld weet het niet, vertel het maar.
Ce sera ma conclusion, il ny en pas dautre.
Ze is achttien.
Adieu pappie, zegt ze Adieu.
Hij
zat lang stil met de GSM in zijn handen. Hij keek naar de bomen, licht bewegend
tegen de grijze luchten, fezelend onder elkaar. De sappen die loskwamen wellicht, en op weg
waren naar de hoogste toppen. Hij voelde plots een droefheid die opsteeg in
hem, hij wist niet om welke reden. Op zijn ogen groeide een laag vocht.
*
Het
is geen telefoon van vandaag waarover ik het had, het is een gesprek van
enkele tijd terug die me deze morgen, als blog, te binnenviel. En in de late
avond, voor het inloggen van deze tekst lees ik bij Stefan Hertmans:
Deze heraclitische
eigenschap van de literatuur waardoor ze het panta rhei, het eeuwig stromende
leven tot haar belangrijkste thema maakt, moet haar in staat stellen zich te
handhaven in een wereld die voor haar geen wereldstichtende plek meer lijkt te
hebben. Ze stroomt zonder reden en zonder bedding en ze is niet te stoppen, ook
al blijkt ze haar centrale plek in het leven van veel hedendaagse mensen
verloren te hebben.
De
Synchroniciteit van Jung die me blijft achtervolgen, en Hertmans heraclitische
eigenschap van de literatuur die ik hoog in het vaandel draag.
Of
hoe een blog ontstaat en wat hij met zich brengt.
|