xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het
huis van een vriend
Een gedicht van vroeger dat ik terughaalde van
onder het stof van vele jaren; dat ik herdacht, herbeleefde en herwerkte, een
nacht in februari.
Velen onder mijn vrienden en kennissen kennen
het huis.
Atomen
van planten, van stenen, elektronen
die
geest kunnen zijn, zodat we ons vragen stellen
wat
de componenten zijn waaruit het huis
is
opgestaan. En met de vlucht van de seizoenen
bomen
eromheen gegroeid alsof geen huis er was.
Maar
park of huis, wat is van elk heeft geen belang, beide zijn
noodzakelijk in bestemming en samenhorigheid.
Beleef
met ons als je de drempel overschrijdt, het wonder
van
conceptie dat je wacht. Godin van ons hart,
je
had het nooit gedacht hoe vormen kunnen leven
en
hoe kleuren inviterend kunnen zijn. Zo zegen
ons
begrijpen want dit is Hiroshige en dit is Hokusai,
want
dit is Shiva en dit precolumbiaans, en van Hathsepsut
het
snoer, het zachtste blauw dat ogen zagen ooit.
Dit
kan een tempel zijn, consolidatie van regels en maximes
van
Euclides en van anderen, bij oordeel en bij inspiratie
her-ontsponnen
en getemperd door de stand van lentezon
en
in de winter door de plaats van Sirius en Orion.
Weet
je nog toen we er waren, de avond
hoe
die tussen bomen zeeg tot op ons handen
waar
hij kleven bleef, de merel toen die opvloog
uit
de vijver, de biezen en de waterlelies, de laatste
droppel
licht. Jij die er waart, we droomden, weet je nog?
Weet
je nog, gedachten zaaiend lijk mosterdzaden,
zo
spraken we, en tussendoor Chopins
Sonate
funèbre. De haard die maar niet doofde,
Een
flits maar van het zijn en het beleven
uitverkoren
ons bijgebleven, de geur van kaars
en
van oude wijn de smaak van een gedicht
gerijpt
op perkament.
Dit
alles opgetekend, de inkt ons onvermogen,
onze
tijd erover, bewogen toen we gingen:
het
huis van een vriend is meer een thuis dan een huis.
Karel
|