xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Onderschat vooral Luuk Gruwez niet, het is een man,
die verduiveld goed weet wat hij, als recensent schrijven moet over een
dichtbunde zoals nu, Kluwen van Eva Gerlach.
Velen, schrijft hij, vinden zo een winkeldochter als een dichtbundel hoofdzakelijk
vervelend of truttig - en dan zegt hij een waarheid zoals een koe misschien wel omdat zelfs de meest
gerenommeerde dichters haast collectief lijken te investeren in de spoedige
teloorgang van hun eigen genre.
En hij heeft andermaal gelijk als hij zegt dat gedichten
niet onmiddellijk, dus zonder de minste inspanning, moeten begrepen worden als ze
zich maar bevrijden van een wereldvreemdheid.
En, mijn waarde Luuk Gruwez, ik begrijp je maar al te
goed als je als verdwaalde
poëzierecensent je uiterste best doet om over een kluwen van poëzie iets
zinnigs te schrijven.
Nu dat doe je, en je doet het verduiveld goed, al weet
je, al vermoedt je, dat amper 0,5 % van de lezers misschien zijn er meer bij
de Standaard en de Morgen iets lezen dat over poëzie handelt, of in het beste
geval een dichtbundel lezen, of kopen om later te lezen, omdat poëzie voor verwarring geschapen lijkt.
Mijn blog loop hier niet over de dichtbundel zelf maar
wel over wat van Gruwez is, en dat is voor mij meer dan poëzie. Ik herken me in vele
zinnen ervan. Ik denk als hij schrijft het
is het schrijven zelf dat het denken genereert wat zeker toepasselijk is
op mij dit ook voor hem geldt.
Een tekst zoals de recensie van hem is in een ruk
geschreven, is zo uit de pen gevloeid of uit het klavier niet dat er niet
is over nagedacht, maar de bundel is blijven liggen na hem gelezen en herlezen
te hebben en de tekst heeft zichzelf geschreven in zijn onderbewustzijn
on-bewustzijn zou een psychologe me verbeteren hij moest daarna nog enkel op
papier (of op drager) gezet worden.
IK zeg dus en ik meen het, dat ik vreugde beleefd heb
aan wat Gruwez schrijft, wellicht meer vreugde dan indien ik gedichten zou gelezen
hebben het aanvangsgedicht dat overgenomen werd, daar kan ik nog inkomen
over pis en poep, waar ik geen poëzie kan aan vastknopen.
Maar ik hou van Gruwez als hij me leert wat ik
dagelijks ondervind, dat wat we hier dag
na dag realiseren en je dit voldoende
is om je leven zinvol te laten verlopen, je er in zekere zin erin slaagt te
overleven.
In elk geval, Eva Gerlach mag zich gelukkig achten als
iemand over haar bundel schrijft: wie in
deze tijd nog geduld voor poëzie wil opbrengen, een royale beloning wacht.
Eva mag je dankbaar zijn, mijn waarde Luuk Gruwez. Maar
wat ik ook leerde is, wat mij ook al is overkomen, dat je dunk over de poëzie
van vandaag eerder de lage kant op gaat.
Karel
|