xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een
vriend vroeg me wat ik had tegen vers 3, 19 van Genesis:Je bent uit stof en tot stof keer je terug.
Alles,
heb ik geantwoord, het schijnt me toe een te goedkope wijsheid te zijn opdat
het gezien zou worden als komende van God.
En
dan baseer ik me ook op de vertaling van Paul Nothomb in zijn L'Homme immortel van 1984, en ver voor
hem, van Fabre d'Olivet in zijn La Langue
hébraïque restituée van 1824, die een
totaal andere vertaling brengen. Beide schrijvers zijn van oordeel dat onze
oorsprong de geest is en niet de stof en dat we keren zullen naar die geest.
De
vertaling door de Zeventig van het
Hebreeuws naar het Grieks, drie eeuwen voor Christus, laat ons niet de minste
opening: we zijn van stof en we lopen hier rond als een stoffelijk iets, een
stoffelijke machine. Precies alsof die stof geen levend, bewegend, en
integrerend element zou zijn bestaande uit atomen en elektronen en andere subatomaire
deeltjes in een innige binding niet alleen met elkaar maar eveneens en niet in
het minst met het ganse Universum. Als er een soort bewustzijn aanwezig is in
het Universum, en dat geloof ik, dan is een deeltje van dat bewustzijn ook
aanwezig in de mens.
En
op deze basis waag ik te zeggen dat de hogergenoemde vertaling van de Zeventig,
een vertaling is die niet klopt en zeker de God van vandaag onwaardig is.
Misschien,
maar dit is dan ook maar een splintergedachte, komt die goddelijke revelatie in
diverse fases naar de mens toe. Waren de grottekeningen er een van, Stonehenge
en ander megalithische tempels er een van, was de Bijbel er een, de gotische
kathedraal, en komen we thans in een nieuwe fase, namelijk deze van de new physics, die als een revelatie
zonder woorden moet gezien worden.
Maar
dat ik enkel en alleen van stof zou zijn, geloof ik niet, en zal dit blijven
geloven. Het zal in dit geloof zijn dat ik vertrekken zal.
|