xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik
ben een huis voor de vele boeken die ik las, al las ik er duizend en nog meer
te weinig. De woorden eruit vermengden zich, verstrengelden zich met mijn
bestaan, waren en zijn een belangrijk deel ervan en onvermijdelijk dringen ze mijn
geschriften binnen. Daarom niet onmiddellijk herkenbaar, maar gebruikt als springplank
naar een ander beeld, geplaatst in een andere context. Het is alsof al wat ooit
geschreven werd, al wat de mens ooit gepresteerd en gedacht heeft lijk
stuifmeel omheen mij drijft en mijn geest bevrucht.
Zo
heb ik wat poëzie bedreven op dagen die zonovergoten waren en ruim, al was het
winter, al lag het huis en tuin en woud en velden bedekt met sneeuw en het diep
aan het vriezen was.
Heb
ik nu dagen zich opvolgen en in niets op elkaar gelijken, het vroeger geschrevene
herdacht, herwerkt, herschikt.
Het
effect van Dantes Muze die ons bezoekt van tijd tot tijd. Of moeten we denken
aan de morfische resonantie van
Rupert Sheldrake die ons, lijk een onzichtbaar golvenveld omringt en
beïnvloedt.
In Memoriam.
Wij
die overbleven spraken maar.
De
blauwe avond over de sneeuw gegoten,
de
lijster uit de struiken opgevlogen, een schreeuw
gekomen, een
siddering.
De
tijdloosheid die ons gevangen hield een ogenblik.
We
spraken maar, in woordeloze woorden uitgekleed
de wereld
waar we gisteren nog dwaalden,
of het
bestaande dat het onbestaande werd
en zij die
gingen erin opgevangen
en zoals bij
Dante, rondgeleid in cirkelgangen.
We
spraken maar. De laatste beelden opgeroepen :
het
dromen van de ogen dichtgesnoerd,
de
lippen op elkaar geschroefd,
een vleug
geheugen, kringen van wat regen
op het
watervlak.
En
onvermijdelijk de vraag gekomen,
wat
hebben we aangekleefd.
En
het niet geweten, maar onredelijk elk dogma
dat uit de
rede komt, omdat te brak, te eng, te ongekleurd
te
a-dimensionaal, terwijl structuur van elektron en quark
subtiel en
zo hartstochtelijk verweven. Terwijl die geest
van ons
oneindig is, uit de tijd tot ons gekomen.
We
spraken maar, we dachten dat het anders kon
het
anders had kunnen zijn. Zo zijn naam vernoemd
heel even,
zijn glimlach opgezocht,
en zagen we
in ons verbeelden, zijn ziel, zijn eigenheid,
een symfonie
van lichtbazalt uit lotusbloemen opgestegen
lijk een
jonge eend naar de Oriongordel toe, waar hij
wonen zal
voortaan en wachten zal zoals zovelen.
Wat
is er van de onsterfelijkheid ?
|