xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik wordt
belaagd - een iets te straf woord, ik beken het - door de boeken in de kamer, belaagd en achtervolgd, omdat ik nog enkel de
boeken lees die in mijn hoofd blijven hangen. Hoewel het ook nog gebeurt dat ik
er een opensla.
Zo zocht
ik, in verband met het zaadje van gisteren dat meegevoerd door de wind terecht
kwam op het blad van mijn dagboek, naar een haiku, die ik dacht gelezen te
hebben bij Roland Barthes, in zijn moeilijk te volgen boekje over Japan. Maar ik
vond het niet, noch bij hem, noch in andere haiku- boeken.
De haiku
ging over een dichter die met zijn boek in de hand en met het venster open in
slaap was gevallen en als hij wakker werd, je raadt het, hij bedekt was met
kersenbloesems.
Het kan
gebeuren, niets is onmogelijk wanneer de kerselaars in bloei staan herinner je
de kersenbloesems in de film The last
Samoerai is er iets poëtischer en is het geen eigenschap van de poëzie
alles te kunnen suggereren, ook het onrealistische?
Zo
gebeurde het ooit dat ik de wagen had geparkeerd onder de Japanse kerselaars in
bloei. Het was plots gaan regenen terwijl ik binnen was en toen ik terug naar
de wagen kwam, was deze niet meer wit maar roze bekleefd met kersenbloesems. Ik
reed weg met het venster open, als een gelukkig man, door de straten van de
stad. De mensen keken verrast en verbaasd en sommigen applaudisseerden zelf.
Het zijn
zaken die gebeuren kunnen als het lente is en het regent en je hebt een witte
Citroën die je parkeert onder Japanse kerselaars in bloei, en er een plotse
regenbui is met veel wind, en dit op een dag dat je pas een haiku hebt gelezen
over een dichter die in zijn slaap met bloesems wordt bedekt.
Kleine
dingen in het leven zijn ook belangrijk en mogen ook wel eens vermeld worden. Le curé de Crécy in le Journal dun Curé de Campagne van
Bernanos wist het ook: Les petites
choses nont lair de rien, mais elles donnent la paix.
Je
schrijft dit neer - denkend ook aan wat je gisteren schreef voor Lisa, Arnoud
en Margot om hen te wijzen op het belang van kleine dingen in het leven en ook
wat kleine dingen eigenlijk zijn je schreef dit in volle winter voor je blog
van 1 februari, en je weet dat al één twaalfde van je jaar voorbij is en je
ziet dat je al 16.883 woorden hebt geschreven, zijnde meer dan 50 paginas vol.
Het jaar zou dus 600 paginas kunnen bedragen, wat teveel is voor een boek
waarin niets gebeurt.
Maar zij
die me lezen zouden, krijgen er wel een jaar de tijd voor en één jaar is nu ook
niet nada. We hopen allen, en ik in
het bijzonder, er nog te zijn als de aarde haar jaar-baan zal hebben afgelegd.
Karel
|