xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat over deze Ugo die zich al heel lang in mij
heeft genesteld en stilaan de bovenhand neemt over wat ik denk of schrijf of
denk te schrijven. Die me in de hoek duwt als het op schrijven aankomt, die me
achtervolgt en me, aanzet dingen te schrijven die me in de wolken duwen, de
wolken van de geest. Telkens ik neerzit voor mijn dagboek is hij daar en neemt
hij ongevraagd het commando over.
Hij overweldigt me. Hij loopt rond met de
dwingende gedachte een boek te schrijven, een uit de hand gelopen boek, gevuld
met mijmeringen van allerlei slag, terwijl niemand nog mijmeringen leest.
Ondertussen heeft hij vandaag paginas volgeschreven in mijn red diary, een soort van inleiding op
zijn boek: De Adem van de Dagen, wat een titel. Waarom niet Fragmenten uit
mijn Leven of simpelweg, Leven met zijn Herinneringen? En keer op keer als
ik, neerzit wil hij dat ik mijn blogs op zij schuif om verder te kunnen werken
aan dat fameuze boek van hem.
Een vreemde wereld. Uiteindelijk weet ik niet
meer wie er mijn Blogs aan het schrijven is, ben ik het of is het Ugo die zich
ook mengen gaat met wat ik vermelden
wil. Het kan dan ook, en ik verontschuldig me ervoor, dat de woorden van boek
en blog in en over elkaar lopen; dat zijn invloed zodanig is dat er een vermenging
van gedachten optreedt die ik niet wens, maar die me ontgaan is. In één woord, il me possède, hij dringt binnen tot in
mijn blogs en als ik iets schrijven wil over de realiteit van vandaag verzet
hij zich met man en macht.
Heeft hij gelijk of ongelijk, de
vraag stelt zich niet en hij zal wel gelijk hebben, de realiteit is maar voor
enkele dagen. Wat hij schrijft overbrugt de werkelijkheid, het zijn gedroogde
bloemen en planten, stukjes wortel en brokjes erts op een plaat gekleefd en
onder glas ingekaderd bewaard. Een stil leven dat leeft en voortdurend beweegt
in zijn atomen en elektronen en deeltjes Higgs, zoals in het cesium-atoom à
rato van negen miljard keer per seconde, het mag zelfs iets minder. En dit voor
de eeuwigheid of dan toch tot alles opgelost wordt door de tijd, als dit ooit
gebeuren zou.
En als jij, lezer, me de vraag stelt wie is het
die schrijft, Karel of Ugo. Denk ik dat het Ugo is maar heel zeker ben ik niet,
zelfs niet als ik voor de spiegel sta, maar misschien is Ugo de jeugd in mij
die overbleef en moet ik hem, en de Grote Geest in en van het Universum, heel
dankbaar zijn.
|