Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
31-12-2022
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 16: 'Geen macht is groter dan de vrijheid om iemand an
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
16: 'Geen macht is groter dan de vrijheid om iemand anders het leven
te benemen'.
In
het vijftiende hoofdstuk van zijn boek berekent Adam Hochschild
hoeveel slachtoffers werden gemaakt in Leopolds Congo dat duurde van
1885 tot 1908. In 1924 werd de bevolking vastgesteld op tien
miljoen ( ). Dit zou volgens de schattingen betekenen dat gedurende
de periode-Leopold en in de directe nasleep ervan de bevolking van
het gebied met ongeveer tien miljoen mensen was gedaald. (1)
Die decimering is vooral te wijten aan de rubberhausse die ook nog
doorging nà Leopold maar er zijn vier grote oorzaken.
Vooreerst
is er de regelrechte moord waarover veel bericht wordt: Wanneer
een dorp of district er niet in slaagde zijn vereiste rubberquotum af
te leveren of terugvocht tegen het regime, doodden soldaten van de
Force Publique of 'schildwachten' van de rubbermaatschappijen vaak
iedereen die ze tegenkwamen. (2) Zo werden (volgens de
Kölnische Zeitung, 1896) op één enkele dag 1308 afgehakte
handen afgeleverd bij de beruchte districtscommissaris Léon Fiévez.
( ) (3) Missionaris Ellsworth Faris tekent in 1899 op:
Iedere keer dat de korporaal rubber gaat halen, krijgt hij
patronen uitgereikt. Hij moet alle ongebruikte mee terug nemen; en
voor iedere gebruikte moet hij een rechterhand terugbrengen! ( ) In
zes maanden werden aan de Momboyorivier zesduizend patronen gebruikt,
wat betekent dat zesduizend mensen werden gedood of verminkt. (...)
Dat betekent meer dan zesduizend ( ) want soldaten slaan ook
kinderen dood met hun geweerkolven. (4) Tijdens de
strafexpedities tegen de Budjarebellen werden meer dan dertienhonderd
Budja's gedood. (Er waren nog) tientallen andere opstanden
tegen het inzamelen van rubber. (Men moet in rekening brengen
dat) soldaten streng gestraft werden voor het 'verspillen' van
kogels op niet-menselijke doelwitten. (Volgens Morel) blijkt
dat in het jaar 1903, één van de vijfendertig rubberinzamelpunten
( ) een totaal van 159 vuurwapens en 40.355 kogels kreeg
aangeleverd. (5) Missionarissen hebben het over gebieden
bedekt met lijken met afgehakte rechterhanden. Veel officieren
van de Force Publique hielden verbazingwekkend openhartige dagboeken
bij over de dood en vernieling die ze achter zich lieten. (6)
Luitenant Knut Svensson noteert in Bikora 527 dood geschoten mensen
in vierenhalve maand tijd. Officier Charles Lemaire schrijft dat
Bokanga werd platgebrand, Bolébo platgebrand, Ikengo-dorpen
aangevallen, Loliva aangevallen, Nkolé platgebrand, Ipéko
platgebrand en de bananenbomen omgehakt, de Bomopodorpen aangevallen
door luitenant Sarrazijn. Daarbij werden telkenmale vele dorpelingen
gedood. En dat gaat zo maar door, dag na dag.
Honger,
uitputting en ontbering vormen een tweede doodsoorzaak, want als de
dorpelingen vernemen dat de Force Publique in aantocht is met de
rubber-terreur, slaan ze op de vlucht. Als represaille namen de
soldaten dikwijls hun dieren mee en verbrandden hun huizen en
gewassen, zodat ze zonder voedsel kwamen te zitten.
Dertigduizend mensen vluchtten rond 1900 naar Frans grondgebied. (7)
Missionaris William Sheppard tekent in 1899 op dat in een straal van
75 mijl van Luebo 40.000 mensen zonder onderdak in bossen slapen. Een
Brits ontdekkingsreiziger, E.S. Grogan schrijft: Ieder dorp is
platgebrand ( ) ik zag overal skeletten, skeletten; en die
houdingen - welke gruweldaden vertelden die niet. (8) Er trad
hongersnood op. Vele duizenden mensen, vrouwen, kinderen en
bejaarden, stierven als gijzelaars. Soldaten hielden hen gevangen in
stoffige kralen, dikwijls geketend, waar ze weinig of niets te eten
kregen totdat de mannen van het dorp de verlangde hoeveelheid rubber
brachten - wat soms weken kon duren. In één palissade bleken er in
1899 drie tot tien gevangenen per dag te overlijden. (9)
Een
derde doodsoorzaak was ziekte. Net als met de decimering van de
Amerikaanse Indianen kwamen meer Congolezen om het leven door ziekte
dan door kogels. Europeanen en Afro-Arabische slavenhandelaars
brachten veel (daar onbekende) ziekten naar ( ) de Congo.
(10) Pokken, slaapziekte, long- en darminfecties. Aan slaapziekte
stierven alleen al in 1901 een half miljoen Congolezen en de
verdedigers van Leopold geven dan ook alle schuld aan de slaapziekte.
Edoch, het verhaal is ingewikkelder, want de ziekte is niet de
enige factor. Epidemieën eisen bijna altijd een veel hoger aantal
slachtoffers en verlopen in een sneller tempo onder mensen die zijn
ondervoed en getraumatiseerd (...). (11) Van deze waarheid kan
de hele wereldbevolking trouwens heden ten dage getuige zijn in het
kader van het coronagebeuren: ook in eigen land vielen het grootste
aantal doden bij de bejaarden die in voornamelijk OCMW-rusthuizen
verbleven, waar men het voor de maaltijden immers moet zien te redden
met twee euro per dag. En ook hier wordt de schuld op de epidemie
geschoven en zwijgt men zedig over al de rest om aldus zijn
verantwoordelijkheid te proberen ontlopen.
Een
vierde en laatste oorzaak van de terugloop van de Congolese bevolking
is de daling van het geboortecijfer met zowat zestig percent in de
bewuste periode tussen 1896 en 1903: (...) gezinnen,
geterroriseerd en uit elkaar gerukt door de rubbercampagne , stopten
eenvoudigweg met het krijgen van kinderen. (12) Edoch, de
permanente commissie van het Nationale Koloniale Congres van België
begon zich pas zorgen te maken over de terugloop van de bevolking op
het ogenblik dat een tekort aan arbeiders dreigde...
Waarom
ging het moorden dan zolang door? Dezelfde irrationaliteit ligt ten
grondslag aan veel andere massamoorden. In de Sovjet-Unie
bijvoorbeeld ( ) zelfs toen er geen zichtbare tegenstanders (van
het regime) meer over waren, werden zeven miljoen mensen geëxecuteerd
en stierven nog eens vele miljoenen in de afgelegen kampen van de
goelag. ( ) Net zoals in Rusland had de massamoord in de Congo
zodra hij was begonnen geen impulsen meer nodig. Macht is
verleidelijk, en in zekere zin is geen macht groter dan de vrijheid
om iemand anders het leven te benemen. Eenmaal aan de gang is
massamoord moeilijk te stoppen; het wordt een soort sport, net als
jagen. (13) Die bezetenheid werd ook in de Vietnamoorlog
opgetekend: (...) als we die mensen niet kunnen neerknallen,
wat doen we godverdomme dan hier? (14) Cineast Francis Coppola
inspireerde zich voor zijn Apocalyps Now bij... Joseph Conrad.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
31 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 234.
(2)
O.c., p. 227.
(3)
Ib., p. 227.
(4)
Ib., p. 227.
(5)
Ib., p. 227-228. In alle aanleveringspunten samen zouden dat dan
jaarlijks 40.355x35 of 1,4 miljoen doden zijn.
(6)
Ib., p. 228.
(7)
Ib., pp. 229-230.
(8)
Ib., p. 230.
(9)
Ib., p. 231.
(10)
Ib., p. 231.
(11)
Ib., p. 232.
(12)
Ib., p. 233.
(13)
Ib., p. 234.
(14)
Ib., p. 235.
Theologische
beschouwingen leiden tot de opvatting dat de ziekte (en andere rampen
die de mens overkomen) een straf is van de goden... (Kris
Vansteenbrugge)
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 15: De bestemming van de Congo-buit
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
15: De bestemming van de Congo-buit
In
het veertiende hoofdstuk van zijn boek verklapt Adam Hochschild waar
het in de Congo buitgemaakte gigantische fortuin van de koning
naartoe ging. Maar eerst wijst de auteur op enkele tekortkomingen van
Morel, die de geschiedenis van de Congo weliswaar terecht aan de kaak
stelde maar die ook blind was voor het imperialisme van de Britten.
Hij (Morel) zag de wreedheden in de Congo niet als een
specifieke imperfectie die kon worden weggevaagd op dezelfde manier
waarop men kinderarbeid of de doodstraf kon afschaffen, door een wet
aan te nemen die het verbood, maar als onderdeel van een complex,
diep verankerd systeem, zoals hij het noemde - dwangarbeid plus de
grootschalige Europese overname van Afrikaans land. (1) En
zijn toon was die van een evangelische predikant. (2)
Leopold en de zijnen waren voor Morel de belichaming van de
duivel (3) en zijn edel doel was naar zijn eigen zeggen: 'de
moderne slavenhandel in de binnenlanden van de Congo uitroeien.'
(4) Bazuin zijn naam rond, zo dichtte Morel over
Leopold, en laat het daglicht schijnen op zijn daden.
(5) Morel was een vlotte spreker voor het groot publiek alsook een
verwoed briefschrijver en zo won hij ook vele hooggeplaatsten voor
zijn zaak en maakte hij talloze volgelingen.
Naarmate
de aanvallen op Leopold toenamen, onderwierp het regime Morels
bondgenoten in de Congo aan een steeds kritischer blik. (6)
Onder hen bevond zich ene Hezekiah Andrew Shanu, een Nigeriaanse
onderwijzer die zakenman werd en die eerst voor Leopolds regime
werkte en werd gerespecteerd als 'een treffend voorbeeld van de
vervolmaakbaarheid van het negerras'. (7) Totdat hij overliep
naar het kamp van Leopolds vijanden en hij aan de
mensenrechtenactivist Roger Casement informatie bezorgde over
mishandelingen van West-Afrikaanse arbeiders in de Congo, wat hem in
een lastig parket bracht. Om geen internationaal incident uit te
lokken werd Shanu niet gearresteerd maar in plaats daarvan maakte de
overheid hem het leven zuur, wat uiteindelijk resulteerde in zijn
bankroet en in juli 1905 pleegde hij zelfmoord.
Het
grootste deel van Leopolds fortuin ging naar landerijen en naar
bouwwerken. Een ander deel kreeg zijn bestemming toen de
vijfenzestigjarige koning in Parijs een zestienjarige callgirl tot
zijn nieuwe minnares nam. Hij werd nu een onweerstaanbaar
doelwit voor de wereldpers, opgejut door Morel. (8) De
echtgenote van de koning overleed. Leopold bracht zijn minnares onder
in een reusachtig landhuis, de villa Vanderborght, gelegen
tegenover de koninklijke gebouwen in Laken, en bouwde een
voetgangersbrug over de straat zodat hij op ieder willekeurig moment
kon oversteken om haar een bezoek te brengen. (9) Zijn
jonge minnares overlaadde hij met kastelen en landhuizen. (10)
Haar eerste zoon werd de hertog van Tervuren en zij de barones van
Vaughan. Haar tweede zoon had een misvormde hand en de roddelpers
maakte er een spotprent van waarop ook de afgehakte negerhanden waren
afgebeeld. Het onderschrift luidde: 'wraak uit hogere sferen'.
(11)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
30 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 214.
(2)
O.c., p. 215.
(3)
Ib., p. 215.
(4)
Ib., p. 215.
(5)
Ib., p. 216.
(6)
Ib., p. 219.
(7)
Ib., p. 219.
(8)
Ib., p. 223.
(9)
Ib., p. 223.
(10)
Ib., p. 224.
(11)
Ib., p. 225.
29-12-2022
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 14: Een gevecht tegen wreedaards
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
14: Een gevecht tegen wreedaards
Wat
volgt, doet onwillekeurig denken aan wat er zoal in de pers
verschijnt over de Russische machthebbers van dit ogenblik.
In
mei 1903 werd Morels protestresolutie tegen de Congo aangenomen en de
Britse consul in de Congo, de Ier Roger Casement, werd gevraagd
verslagen te sturen. Casement, die al twintig jaar in Afrika gewerkt
had, had er een week lang Stanley vergezeld. Toen hem opviel
dat Stanley's hond geen staart meer had, hoorde hij tot zijn
afgrijzen dat Stanley de staart had afgesneden en deze de hond had
laten opeten. (1) In 1887 ontmoette hij ook officier van de
Force Publique van Kerckhoven die hem vrolijk uitlegde hoe hij
zijn zwarte soldaten 'vijf koperen staafjes (2,5 pence) had betaald
voor ieder mensenhoofd dat ze hem brachten ( ). Hij zei dat dit was
om hun dapperheid in het oog van de vijand te stimuleren.' (2)
In 1890 ontmoette Casement ook de schrijver Joseph Conrad. (...)
Casement had een voorraad verhalen die Conrads visie op het
kolonialisme in Afrika verduisterden. (3) In 1892 werkzaam in
Nigeria protesteerde Casement in een brief tegen de ophanging
van zevenentwintig Afrikaanse rekruten en hun echtgenotes in de
Duitse kolonie Kameroen; de mannen hadden gemuit nadat hun vrouwen
waren gegeseld (4), waarna hij in 1900 werd overgeplaatst naar
de Congo. Onderweg in Brussel werd hij door Leopold uitgenodigd voor
de lunch. De koning gaf de excessen toe maar voerde aan dat 'het
onmogelijk was altijd de beste mannen in Afrika te hebben.'
(5) Casement was homoseksueel en leefde in een tijd waarin de
ontdekking hiervan schande zou betekenen, of erger. In 1895 werd
zijn landgenoot Oscar Wilde tot twee jaar dwangarbeid veroordeeld
vanwege 'het plegen van uitgesproken onbetamelijke daden met andere
mannelijke personen' (6) Er was ook de zaak van
generaal-majoor Hector Macdonald ( ). Toen diens homoseksualiteit
aan het licht was gekomen en hij voor de krijgsdraad moest
verschijnen, pleegde hij zelfmoord in een hotelkamer in Parijs. ( )
(7) Casement was op zijn hoede maar tekende niettemin zijn
afspraakjes op in zijn dagboek dat aldus een tijdbom was.
Casements
protestresolutie tegen de Congo werd unaniem aangenomen door het
Britse Lagerhuis. Bij een nieuw onderzoek tekende hij alles nauwgezet
op en protesteerde hij in brieven aan ambtenaren tegen de wreedheden
die, zo schreef hij, slechts konden leiden tot de universele
veroordeling door de beschaafde mensheid. (8) Casements
bevindingen kwamen overeen met die van Morel en zijn verontwaardiging
stak ook missionarissen aan die gingen protesteren. Uit zijn
dagboeken: 25 juli: Ik liep dorpen binnen ( ) maar
drieënnegentig mensen over van vele honderden./ 6 augustus: ( ) Ze
worden wreed gegeseld./ 13 augustus: A. kwam me vertellen dat vijf
mensen uit de omgeving van Bikoro met afgehakte handen helemaal naar
Myanga waren gekomen om het me te laten zien./ 22 augustus: Bolongo
vrijwel uitgestorven. ( ) Ik zou moeten zeggen ongelukkige mensen
die bitter klaagden over de rubberbelasting ( ) 6.30 passeerde ik
verlaten plaats Bokuta ( ) Mouzede zegt dat de mensen allemaal
onder dwang zijn meegenomen naar Mampoko. Arme ongelukkige zielen./
29 augustus: Bongandanga ( ) Rubber-'markt' gezien; niets dan
geweren - ongeveer twintig gewapende mannen ( ) De bevolk. 242
mannen met rubber allemaal bewaakt als gevangen. Dit 'handel' noemen
is het toppunt van leugenachtigheid./ 30 augustus: Zestien mannen,
vrouwen en kinderen vastgebonden uit een dorp Mboye dicht bij de
stad. Schandelijk. De mannen zijn in de gevangenis gegooid, de
kinderen vrijgelaten na mijn ingrijpen. Schandelijk. Schandelijk,
verfoeilijk systeem./ 31 augustus: 's Avonds dans georganiseerd ter
ere van mij. ( ) Het speet me, van al het gedwongen vermaak dat ik
heb gezien, slaat dit wel alles./ ( ) 9 september: 11.10 weer
Bolongo gepasseerd. De arme mensen stapten in kano's om mij om hulp
te smeken. (9)
In
1903 is het rapport van Casement klaar maar (...) Het
Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat zich al zorgen maakte, begon
dringende verzoeken om uitstel van publicatie te ontvangen van sir
Constantine Phipps, de Britse minister te Brussel en een
hartstochtelijk medestander van Leopold. (10) Zo legde hij uit
dat de 'schildwachten' (zoals hij de gewapende bewakers noemde)
dienden om de rubberwerkers te beschermen: 'Voorkom alstublieft
uitgave van rapport van Casement tot na de tiende dezer, de datum
waarop ik een vaste afspraak heb met de koning der Belgen',
telegrafeerde Phipps. 'De publicatie zal mij onvermijdelijk in een
lastig parket brengen aan het hof'. (11) Ook sir Alfred
Jones ( ) bracht tweemaal een bezoek aan het ministerie ( ) om te
proberen het rapport af te zwakken, of tenminste een voorpublicatie
voor de koning te bemachtigen. (12) Maar Casement zweeg niet
en gaf interviews aan de Londense pers, wat de verhindering van
publicatie bemoeilijkte. Toen het rapport in 1904 gepubliceerd werd,
was dat in telegramstijl met enkel de initialen van daders en in La
Tribune Congolaise legde zakenlui uit de Congo uit dat de
mensen met ontbrekende handen die Casement had gezien 'onfortuinlijke
individuen waren die leden aan handkanker, wier handen dus hadden
moeten worden geamputeerd door middel van een eenvoudige chirurgische
ingreep'. (13) Casement schreef een protestbrief. Hij
ontmoette Morel in wie hij iemand vond die zijn verontwaardiging
deelde en zij bespraken een actieplan om de Britse bevolking te
mobiliseren tegen de wandaden gepleegd op de zwarten in de Congo,
zoals ook honderd jaar eerder de abolitionisten deden voor de
afschaffing van de slavernij.
Morel
stichtte de Congo Reform Association en verwierf daarvoor steun bij
hooggeplaatsten. Op hun eerste bijeenkomst op 23 maart 1904 in
Liverpool waren meer dan duizend aanwezigen. Casement en Morel zouden
voor hun idealisme echter een hoge prijs betalen. ( ) Beiden
zouden als gevangene door de poort van de Londense
Pentonvillegevangenis worden binnengeleid. Een van hen zou er nooit
meer uit komen. (14)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
29 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 198.
(2)
O.c., p. 198.
(3)
Ib., p. 198.
(4)
Ib., p. 199.
(5)
Ib., p. 200.
(6)
Ib., p. 201.
(7)
Ib., p. 201.
(8)
Ib., p. 203.
(9)
Ib., p. 204.
(10)
Ib., p. 205.
(11)
Ib., p. 205.
(12)
Ib., p. 205.
(13)
Ib., p. 206.
(14)
Ib., p. 209.
27-12-2022
Casement, Roger
Casement,
Roger (1864-1916): Iers dichter, mensenrechtenactivist en Brits diplomaat. Casement stelde de
misbruiken aan de kaak in de Congo, meer bepaald door baron Jules
Jacques de Dixmude, commissaris van het district van het
rubberwingebied aan het Leopold-II-meer (het zg. Congo
Report) waarvoor hij in 1905
geridderd werd. In 1911 werd hij tevens geridderd voor zijn
regeringsrapport over de uitroeiing van de Amazone-indianen van
Putamayo in Peru. Hij richtte ook de Anti Slavery Society
op. Nadat hij na de aanvang van W.O.I in Duitsland steun had gezocht voor de
Paasopstand in Ierland in 1916, werd eerst karaktermoord op hem
gepleegd door hem te beschuldigen van (toen nog verboden)
homoseksualiteit en vervolgens werd hij, ondanks de inzet van G. B.
Shaw en van C. A. Doyle (auteur van The Crime of the Congo)
op beschuldiging van landverraad door de Engelsen opgeknoopt. De na
zijn dood ontdekte dagboeken waaruit zijn homoseksualiteit moest
blijken zijn volgens sommigen vervalsingen. Later kreeg hij een
staatsbegrafenis in Ierland. In 2010 verscheen van de Peruviaanse
schrijver Mario Vargas Llosa over hem de roman El sueño
del Celta (in het Nederlands
vertaald als De droom van de Ier).
26-12-2022
De geest van koning Leopold II (flap)
De geest van koning Leopold II (flap)
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 13: Over kindsoldaten, mensenrechten en de persvrijheid
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
13: Over kindsoldaten, mensenrechten en de persvrijheid
Over
wat er in de Congo allemaal gebeurde, oordeelde de massa op grond van
de leugenachtige geschriften en voordrachten van Stanley die samen
met Leopold II het hele uitbuitingsapparaat bleef voorstellen als het
meest edele beschavingswerk. Behalve de zwarte dominee G.W. Williams,
was E.D. Morel na zijn ontdekking als klerk bij Elder Dempster in de
Antwerpse haven zowat de enige die daaromtrent de waarheid kende.
Toen deze zijn baas, sir Alfred Jones (die in Liverpool ook
voorzitter was van de Kamer van Koophandel en honorair consul van de
Congostaat) daarover informeerde, probeerde die hem middels promotie
en overplaatsing het zwijgen op te leggen. Morel weigerde echter te
zwijgen maar werd plotseling overal genekt. In 1901 diende hij zijn
ontslag in en begon fulltime te schrijven. Eerst in een Britse krant
die hem echter censureerde, vervolgens in eigen beheer met zijn West
African Mail. Morel werd de grootste Britse
onderzoeksjournalist van zijn tijd. (1) Deze
mensenrechtenstrijder werd geflankeerd door sir Charles Dilke, door
het Genootschap tegen de Slavernij en door het Genootschap voor de
Bescherming van Inheemse Volken. Morel werd ook beïnvloed door de
bevriende schrijfster Mary Kingsley met haar Travels in West
Africa (1897) waarin zij Afrikanen nu eens niet neerzet als
wilden maar als mensen. Ook leerde Kingsley ons dat voor de komst
van Leopold, die alles inpalmde, de grond en de opbrengsten
gemeenschappelijk bezit waren van de dorpsgemeenschap. (2) Morel kon
niet naar Congo reizen omdat Leopold onwelgezinde journalisten
stelselmatig de toegang tot zijn bezit ontzegde. (3)
Terwijl
's konings opgepoetste versie van de Congo werd geëxposeerd op
wereldtentoonstellingen, in plantenkassen en musea, kwam er een
geheel andere Congo naar voren op de pagina's van de West African
Mail. (4) Zo waren er geheime instructies die onder
geen beding uit de archieven van de plaatselijke functionarissen
mocht worden verwijderd(5): deze instructies moesten mondeling
worden overgebracht om geen sporen na te laten inzake het systeem van
bonussen voor wie mannen inlijfde in de Force Publique: '90
frank voor iedere sterke en gezonde man ( ) wiens lichaamslengte
groter is dan 155 cm; 65 frank voor iedere jongeling wiens lengte
tenminste 135 cm bedraagt; 15 frank per mannelijk kind.' (6)
Morel kreeg zijn info over de misstanden van officieren uit de Force
Publique en van missionarissen. Het paleis reageerde met pogingen tot
omkoping van Morel middels zijn vroegere baas, Alfred Jones. (7) Er
kwam opstand maar onder de dekmantel van een rubberbedrijf ging een
contraguerilla, een strafexpeditie, onder Edgar Canisius terreur
zaaien: zwarten werden vermoord, hun dorpen platgebrand. Al werd de
koning zelf met rust gelaten, toch kon Morel rond 1903 de
wantoestanden op de politieke agenda plaatsen in het Britse
parlement dat een resolutie stemde waarin werd aangedrongen dat
in de Congo 'de inheemse bevolking menselijk dient te worden
geregeerd'. (8)
Edoch,
kennelijk heeft het werk van mensenrechtenactivisten zoals Morel
uiteindelijk niet opgebracht wat het beoogde: vandaag werd in het
Belgische parlement een Congocommissie geïnstalleerd die omtrent het
Congoverleden naar verluidt tot een eervol slotakkoord wil
komen, alsof het ging over een muziekstuk waarin de heldendaden van
de monarch worden bezongen. Honderd jaar geleden verhinderde de
Britse pers Morel om over de besproken wantoestanden te schrijven en
probeerde de koning hem via zijn gewezen werkgever door omkoping het
zwijgen op te leggen. Vandaag lijkt dat laaghartige gedrag gewoon
gecontinueerd te worden: de koning wil van geen excuses weten en in
de dagelijkse berichtgeving hier te lande valt geen woord van protest
te lezen tegen deze dan toch wel surrealistische gang van zaken. Een
democratie moet het van de meerderheid hebben, om niet te zeggen de
massa. Blijkbaar is de onwetendheid van de massa andermaal de
troefkaart die de dictatuur ook hier weer gretig uitspeelt. En op die
manier blijven ook de meest corrupte regimes in het zadel: tegen de
tijd dat de mensen weten hoe de vork aan de steel zit, zijn ze te oud
geworden om nog te reageren en hun kinderen hebben het niet
meegemaakt en laten zich inpakken door desinformatie en corruptie,
welke dan doorgaan voor 'onderwijs'.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
26 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), pp. 187-189.
(2)
O.c., pp. 189-190.
(3)
Ib., p. 191.
(4)
Ib., p. 191.
(5)
Ib., p. 192.
(6)
Ib., p. 192.
(7)
Ib., pp. 191-194.
(8)
Ib., pp. 195-196.
23-12-2022
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 12: âEen geheim genootschap van moordenaarsâ
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
12: Een geheim genootschap van moordenaars
Aldus
luidt de titel van het elfde hoofdstuk van het onderhavige boek van
Adam Hochschild over de Congo van Leopold II. Het hoofdstuk behandelt
meer bepaald de ontdekking van de bewuste moordenaarsbende door een
klerk die tewerkgesteld was in de Antwerpse haven in 1897-1898,
namelijk Edmund Dene Morel. Hochschild verwees reeds in zijn
inleiding naar de ontdekking die Morel deed (1) en bij het slot van
het eerste deel van zijn tweedelig boek vormt die ontdekking het
keerpunt van het hele verhaal. (2)
Toen
de wrede ontdekking gedaan werd, was Leopold zowat op het hoogtepunt
van zijn roem. Met de opbrengsten van ivoor en rubber had de koning
megalomane projecten opgestart. Een reeks monumenten ( )
werden overal in België gebouwd. In zijn lievelingsbadplaats
Oostende stak Leopold miljoenen franken in een promenade,
verscheidene parken en een tribune met een wirwar van torentjes (voor
de opening versierd met vijfentachtigduizend geraniums) voor de
racebaan die hij regelmatig bezocht. ( ) een golfbaan in het
nabijgelegen Klemskerke, een koninklijk chalet in Raversijde en
eindeloze renovaties en uitbreidingen van het kasteel van Laken.
(3), welke hij schonk aan zijn land dat dan het onderhoud ervan
betaalde terwijl hij er uiteraard bleef wonen. Hij investeerde ook in
een spoorlijn in China, kocht daar grond en ruilde Chinese arbeiders
voor de spoorlijn die hij bouwde in de Congo voor het snelle
transport van zijn jaarlijkse oogst van meer dan vijf miljoen
kilogram rubber (4) tegen Congolese soldaten voor China. Van
de Chinese arbeiders bezweken de meesten onder het werk. Een
aantal van hen werd later meer dan zevenhonderdvijftig kilometer ver
het binnenland in aangetroffen. Ze waren gewoon in de richting van de
opgaande zon gelopen in een poging de oostkust van Afrika te bereiken
om vandaar naar huis te reizen. (5) Ook uit de Caraïben te
werk gestelde arbeiders bezweken onder het werk. Wanneer 's
ochtends de jachthoorn klonk, legden meutes boze arbeiders de
lichamen van hun makkers die in de nacht waren gestorven aan de
voeten van Europese opzichters. (6) Er waren pogingen tot
opstanden en doodsverlangen klonk uit de liederen van de zwarte
slaven opgetekend door een Zweedse missionaris: We zijn het zat
te leven onder deze tirannie/(...)/we weten dat we zullen sterven,
maar we willen sterven/(...). (7) In 1895 kwam Leopold in
opspraak nadat de Ier Charles Stokes, concurrent-ivoorhandelaar van
Leopold, onder beschuldiging van wapenverkoop aan Afro-Arabieren door
de Force Publique van Leopold werd gezocht, aan de oostgrens van de
staat werd gevonden en ter plekke werd opgehangen. (7) Leopold
bekende de 'fout' en werd erom geprezen. Zijn roem nam nog toe. Op de
wereldtentoonstelling van 1897 in Brussel, waar meer dan een miljoen
bezoekers kwamen, werden naast Afrikaanse voorwerpen ook
tweehonderdzevenenzestig zwarte mannen, vrouwen en kinderen
tentoongesteld. Leopold, die nooit in de Congo was, ging zelf ook
kijken en toen hem werd verteld dat sommigen
spijsverteringsstoornissen hadden doordat het publiek hen snoep gaf,
liet hij een plakkaat ophangen met de tekst: DE ZWARTEN WORDEN
GEVOERD DOOR HET ORGANISATIECOMITE. (9)
Toen
was het dat Edmund Dene Morel zijn nare ontdekkingen deed als klerk
bij de Elder Dempster, de scheepvaartmaatschappij waarvan de
stoomboten afvoeren naar de westkust van Afrika. Vooreerst stelde hij
vast dat enorme ladingen wapens naar de Congo werden gevoerd waarbij
hij zich afvroeg waarvoor die dan mochten dienen. (10) Ten tweede
viel het hem op dat de hoeveelheid rubber en ivoor die in Antwerpen
binnenkwam (telkens ladingen ter waarde van tientallen miljoenen
guldens) een veelvoud was van de door de regering van de Congo op
papier aangegeven hoeveelheid, waarbij hij zich afvroeg wie dan die
hoge winsten opstreek. Tenslotte: '(...)
van alle importen die naar de Congo gingen bestond zo'n tachtig
procent uit artikelen die niets met handelsdoeleinden hadden uit te
staan. Niettemin exporteerde de Congo steeds grotere hoeveelheden
rubber en ivoor waarvoor de inheemse bevolking, uitgaande van de
importstatistieken, niets of vrijwel niets ontving. Hoe werd dit
rubber en ivoor dan verkregen? Zeker niet door middel van commerciële
handel. Er kwam niets binnen om te betalen voor wat eruit kwam.' ( )
Adam Hochschild: We
weten nu dat de waarde van het rubber, het ivoor en de andere
rijkdommen die ( ) naar Europa kwamen ( ) ongeveer vijf maal zo
groot was als van de goederen die ten behoeve van de Afrikanen naar
de Congo werden verscheept. ( ) Ze kregen duidelijk niets
betaald.
Morel concludeerde dat er slavernij in het spel moest zijn. 'Deze
getallen vertelden hun eigen verhaal ( ) Alleen dwangarbeid van een
afschuwelijke en voortdurende soort kon zulke ongehoorde winsten
verklaren. ( ) Ik werd geconfronteerd met een geheim genootschap
van moordenaars met een koning als deelgenoot.'
(11)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
23 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest
van koning Leopold II en de plundering van de Congo,
Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem
Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of
Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), pp. 7-8.
(2)
O.c., pp. 181-184.
(3)
Ib., p. 172.
(4)
Ib., p. 175.
(5)
Ib., p. 174.
(6)
Ib., p. 175.
(7)
Ib., p. 176.
(8)
Ib., pp. 177-178.
(9)
Ib., p. 180.
(10)
Ib., pp. 183-184.
(11)
Ib., p. 184.
22-12-2022
De waarheid over de derde wereldoorlog - Aflevering 4: Het voorwendsel en het doel
De
waarheid over de derde wereldoorlog
Aflevering
4: Het voorwendsel en het doel
De
in 1623 in Clermont-Ferrand geboren wis- en natuurkundige, filosoof
en theoloog Blaise Pascal was niet de eerste de beste. Iedereen kent
de natuurkundige Wet van Pascal die zegt dat een druk op een
vloeistof in een vat zich in alle richtingen voortplant (1) maar
Pascal was ook degene die samen met de met zijn stelling beroemd
geworden Pierre de Fermat de basis legde voor de
waarschijnlijkheidsrekening welke op zijn beurt het fundament is voor
de kwantummechanica en over Pascal zegde Fermat dat er geen wiskundig
probleem was dat deze man niet kon oplossen. Ook de integralen komen
van Pascal, de pascaline is de naar zijn uitvinder genoemde eerste
mechanische rekenmachine en de twintig jaar jongere Isaac Newton
zegde veel aan Pascal te danken te hebben.
In
zijn Kritik verwijst
Rudolf Boehm naar Pascal die de middeldoelomkering heeft besproken.
Pascal zegt dat de
mens zich gedraagt alsof hij niet moet sterven: hij vermaakt
zich (met onder meer de filosofie) alsof het leven een spel was en
zijn tijd onbeperkt. Door middel van dit vermaak ('divertissement')
vlucht hij in illusies en dit middel is zijn doel. (2) Ook Fichte
toont hoe in het tijdperk van het verderf de drift domineert en het
leven een spel wordt. De mensen achten zichzelf goden en willen alles
doch zij bereiken helemaal niets. Marx laat zien hoe de
behoeftebevrediging een voorwendsel wordt om ongeremd te kunnen
produceren, waarbij de zin uit de arbeid wegebt en de mens van
zichzelf vervreemdt. Parkinson beschrijft de vervreemding in de
bureaucratie als vorm van heerschappij: vergrijzende ambtenaren pogen
hun eindigheid te verdoezelen door zich vast te klampen aan eindeloze
en doelloze arbeid. En Boorstin legt uit hoe de massa haar
dominerende levensdoelen (de moderne cultuur) vervult door zich uit
te leven in een doelloze omgang met de middelen en dit onheil vloeit
voort uit extravagante verwachtingen: de mens doet alsof hij
onsterfelijk is en hij speelt zijn leven waardoor hij zijn
menselijkheid verspeelt. Terwijl hij gelooft het menselijke te
overstijgen, verliest hij het. Uitgerekend in de poging zelf om
godgelijkheid te realiseren, komt de verkeerdheid daarvan aan het
licht. (3)
In
zijn Kritik duidt Rudolf Boehm Pascal aan als de ontmaskeraar
van de middeldoelomkering, met name in zijn Pensées. Het is
de hoogmoed, het streven naar godgelijkheid, wat de mens doet vallen,
zegt Pascal: de goddelijkheid van de ellendige mens bestaat alleen in
zijn fantasie, in zijn gedachten. Tegen de ellende en de dood valt
niets anders te bedenken dan er niet aan te denken. Vandaar zoeken
mensen afleiding ('divertissement') om hun dodelijke
levenseinde niet te moeten zien: in de filosofie, in de oorlog,
in het spel, in de wetenschappelijke arbeid. (4)
Daarbij
is nu de middeldoelomkering bij uitstek zichtbaar in het spel:
we nemen aan dat de gokker speelt (middel) voor geldwinst
(doel) maar in feite is het omgekeerde waar: de geldwinst is slechts
een voorwendsel (dus geen doel doch een middel) om te kunnen spelen,
zodat het spel zelf het doel is. Het voorwendsel is onontbeerlijk
maar het doel is het spel, het 'divertissement', de afleiding die ons
ons trieste lot moet doen vergeten. Rudolf Boehm verwoordt de
essentie van de middeldoelomkering bij Pascal als volgt: De
haas die men achterna rent - men zou hem niet moeten hebben, indien
hij zo werd aangeboden ... Deze haas zou ons niet beschermen tegen de
aanblik van de dood en van de ellende die er ons nog van afhouden,
maar de jacht beschermt er ons tegen. De jacht schijnt een middel
tot het doel: de haas neerschieten. De haas blijkt een voorwendsel te
zijn, hoewel een onontbeerlijk voorwendsel. De jacht is geen louter
middel; in de jacht zelf ligt de belangstelling. Hij leidt af. (5)
Karl
Marx (1818-1883) bevestigt het vermoeden van Fichte: het tijdperk
van het kapitalisme wordt gekenmerkt door productie ter wille
van de productie. Men verkoopt niet (wat men kan missen) om te kopen
(wat men nodig heeft) maar men begint nu ook (ongeacht wat) te kopen
om het te verkopen (met winst), en dat is speculeren, dat is
kapitalisme: het eindeloze, rusteloze opkopen en slijten van om het
even wat met niet langer de behoeftebevrediging als doel maar wel de
eindeloze zucht naar steeds meer winst. De wens om de natuurlijke
behoeften te bevredigen is niet langer de motor van de arbeid maar
het winstbejag en voor wie zich vermaken met de jacht op winst,
speelt alleen de ruilwaarde van de waren nog een rol: hun
gebruikswaarde is van geen tel meer, het is nog louter een
voorwendsel. Hetzelfde geldt dan uiteraard ook voor de arbeid en voor
de arbeiders en de consumenten: wie jagen op winst, interesseren zich
niet langer aan mensen die het beste van zichzelf leggen in het
voortbrengen van nuttige zaken: alleen de arbeidskracht belangt hen
aan en arbeiders worden vervangbaar door nieuwe arbeidskrachten en
door machines; het nut van de producten is bijzaak, hoofdzaak is dat
zij kopers vinden want ook tot kopers worden de mensen in dit systeem
herleid en zij zijn pas winstgevend als men hun zaken kan verkopen
die hun geld niet waard zijn zodat bedrog de regel wordt. Nuttige en
onvervangbare waren zoals (levensnoodzakelijk) voedsel en
(eindige) grondstoffen worden vernietigd en mensen worden getaxeerd,
tot hun economisch nut herleid en vervangbaar geacht terwijl,
paradoxaal genoeg, aan het ruilmiddel geld een (bijna) intrinsieke
waarde wordt toegekend: voedsel wordt vernietigd, kostbare
grondstoffen weggegooid en mensen afgedankt om de koers van een munt
te sturen; (vooralsnog) 'gratis' gezonde lucht en water worden
evenmin gewaardeerd als gratuite arbeid en mensen zonder papieren
worden massaal en straffeloos ingezet als slaven: zij moeten
onderdoen voor rashonden die immers duur worden verkocht. Op die
manier gaat uiteindelijk al het intrinsiek waardevolle eraan: de
gezondheid wordt vernield van zodra zieken meer renderen en het
ongeluk tout-court wordt gecreëerd door wie winst slaan uit het
afkopen ervan. De handel in nutteloze en zelfs schadelijke zaken
neemt toe als zij maar een hogere ruilwaarde hebben, wat bijvoorbeeld
geldt voor drugs, die immers duurder zijn dan brood, ook al doden zij
in plaats van te voeden. Op die manier zal het kapitalisme
uiteindelijk alles vernietigen.(6)
De
huidige pandemie illustreert de genoemde wetten uitnemend.Van
mondmaskers zeggen specialisten dat zij niet werkzaam zijn als
zij niet voorradig zijn en komen zij eenmaal in productie, dan worden
zij door diezelfde specialisten aangeprezen en door politici
verplicht. Vaccins vermelden de bijwerking van hun onwerkzaamheid
voor 5 tot 40 percent van de ingeënten terwijl zij bedoeld zijn om
0,2 percent van de bevolking te redden, een segment dat zich
uiteraard situeert binnen de groep van de 5 tot 40 percent voor wie
de vaccins onwerkzaam zullen blijven maar deze volstrekt nutteloze en
zelfs schadelijk waren moeten en zullen worden verkocht omdat ermee
wordt gespeculeerd: de geldwinst staat voorop en dat succes
rechtvaardigt het moordende kwaad. Een toenemende door het
kapitalisme afgestompte massa acht zich in het bezit van 'gezond
verstand' waar zij oordeelt dat wie niet (langer) economisch nuttig
zijn, het recht verliezen om te leven. God schept het leven maar het
gouden kalf verspert de toegang ertoe en eist als tol het ware, het
goede en het schone op maar eenmaal de ziel verdwenen, geeft alras
ook het leven de geest. (7)
Al
het gezegde geldt nu ook voor de oorlog die immers het verlengstuk is
van de economie. Hij is een vermaak, precies zoals de jacht waarover
Pascal het heeft en het uiteindelijke doel ervan is het doden als
zodanig, wat 'triomferen' wordt genoemd. De moordlust is het doel van
de oorlog, het botvieren van de moordlust. Dat is eveneens het geval
met het fascisme, het totalitarisme, het nazisme: de bedrijvigheid
zelf van het doden, het massaal ombrengen van mensen, schenkt
voldoening aan het stelletje sadisten dat aldus uit de bol gaat ten
koste van straks de hele goddelijke schepping. Als men de kopstukken
van ook deze oorlog goed bekijkt en beluistert, weerspiegelen ze
alleen maar dezelfde mentaliteit, drift of beter 'duivelse ziekte'
die ook Leopold II in de greep had. Met het fortuin buitgemaakt met
de handel in ivoor en rubber ten koste van tien miljoen mensenlevens,
bouwde de megalomane vorst de Brusselse triomfbogen, waarover Emile
Vandervelde zegde dat men die weldra 'de Bogen van de Afgehakte
Handen' (8) zou gaan noemen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
22 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
De Wet van Pascal luidt: Een druk die wordt uitgeoefend op een
vloeistof die zich in een geheel gevuld en gesloten vat bevindt, zal
zich onverminderd in alle richtingen voortplanten.
(2)
Boehm,
Rudolf. (1977). Kritiek
der grondslagen van onze tijd, Het
Wereldvenster, Baarn. (Oorspronkelijk: Kritik
der Grundlagen des Zeitalters (1973)).
Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie
d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is
beschikbaar op het internet op het volgende adres:
https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm,
;
J.
Bauwens, Panopticum Corona,
p. 960.
(3)
Boehm, Rudolf. (1977), par. 17; J. Bauwens, Panopticum Corona,
p. 960.
(4)
J.
Bauwens, Panopticum
Corona,
p. 961.
(5)
Boehm, Rudolf. (1977), par. 18, eerste deel; J. Bauwens, Panopticum
Corona, p. 961.
(6)
Boehm, Rudolf. (1977), par. 19. J.
Bauwens, Panopticum
Corona, pp. 963-964.
(7)
Boehm, Rudolf. (1977), het eerste stuk van
paragraaf 20. De (nog te vervolgen) theorie werd hier wat
ingeperkt en vereenvoudigd, abstracte formules
werden waar mogelijk door voorbeelden vervangen. J. Bauwens,
Panopticum Corona,
pp. 963-964.
(8)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 169.
21-12-2022
Mededeling
Mededeling:
Een
lezer wees ons er op dat de jongste tekst op deze blog gedeeltelijk
onleesbaar was. Bij nazicht bleek de op de blog gepubliceerde tekst
af te wijken van het oorspronkelijke document: woorden werden
herhaald en stukken tekst waren weggelaten of verplaatst. De oorzaak
van de wijzigingen is ons onbekend. Waarschijnlijk gaat het om een
technische storing onder de verantwoordelijkheid van bloggen.be.
J.B.,
21.12.2022
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 11: Het afhakken van handen en hoofden
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
11: Het afhakken van handen en hoofden
Ooit
maakte Timur Leng piramides van afgehakte hoofden om volkeren te
dwingen zich te onderwerpen en een gelijkaardige methode beval ook
het Congo-bewind van Leopold aan in het Manuel du voyageur et du
résident au Congo, handelend over het afdwingen van
gehoorzaamheid, bijvoorbeeld door het nemen van gijzelaars: In
Afrika is het maken van gevangenen ( ) gemakkelijk te doen ( ).
Als je het gevoel hebt dat je genoeg gevangen hebt, dien je uit hun
midden een oude persoon te kiezen ( ) stuur haar naar haar
dorpshoofd om onderhandelingen te beginnen. Het dorpshoofd, dat zijn
mensen vrij wil zien, zal gewoonlijk besluiten afgevaardigden te
sturen. (1) Adam Hochschild: Zelden biedt de
geschiedenis ons de gelegenheid zulke gedetailleerde instructies te
zien voor het uitoefenen van een schrikbewind. (2) Eén van de
dertig redactieleden van het handboek was Léon Rom, de man die zijn
tuin omzoomde met hoofden van ongehoorzame zwarten op palen gespiesd.
(3) Waarom?
Na
Stanley met zijn schrikbewind trok in 1890 een voorname zwarte
Amerikaanse missionaris naar de Congo: William Sheppard. Hij werd er
naartoe gestuurd door de Amerikanen als bruggenhoofd om na de tijd
van de slavernij de miljoenen Amerikaanse zwarten terug te kunnen
zenden naar hun land van herkomst (van hun voorouders) en hijzelf zou
daar twintig jaar werken, geliefd door zijn (kunstenaars)volk, de
(Ba)Kuba. Maar acht jaar later plunderde Leopolds leger ook dit volk
en wel met de bedoeling gijzelaars te maken... om aan rubber te
komen.
Vroeger
al had Columbus (1451-1506) het rubber gezien in West-Indië en het
kreeg zijn naam omdat men er potloodlijnen kon mee uitwissen
('rub out'). In Belfast vond John Dunlop de opblaasbare
rubberband uit die de firma Dunlop begon te produceren in 1890,
waarop een fietsrage volgde en niet veel later kwam dan de auto.
Macintosh maakte er textiel waterdicht mee (voor de vervaardiging van
een macintosh, een regenjas) en het kreeg nog talloze andere
toepassingen in de industrie zodat er wereldwijd een grote vraag naar
rubber kwam. Rubber werd geoogst uit rubberranken maar ook uit
rubberbomen en de rubberkoorts verdrong de ivoorkoorts: Tussen
1890 en 1904 groeiden de totale winsten van rubberwinning in de Congo
met een factor zesennegentig. Rond de eeuwwisseling was de Etat
Indépendant du Congo verreweg de meest winstgevende kolonie in
Afrika geworden (4) - vooral ook omdat de winning van rubber
alleen fysieke arbeid vereiste.
Om
wild rubber te winnen moesten mensen zich wijduit verspreiden door
het regenwoud en vaak in bomen klimmen. ( ) Rubber is gestold sap;
het Franse woord ervoor, caoutchouc, is afgeleid van een woord
van de Zuid-Amerikaanse indianen dat betekent: 'het hout dat huilt'.
(...) (5) Het gaat om een rank waarin een snee moest worden
gemaakt, waaruit langzaam het sap druppelde dat werd opgevangen in
een emmer, een zwaar en gevaarlijk werk, hoog in de bomen. Een
(rubber)tapper moest het siroopachtige rubber drogen zodat het zou
stollen; vaak lukte dat alleen door de substantie uit te smeren over
zijn armen, dijen en borst (6), begrijpelijkerwijze een
pijnlijke zaak. De inboorling houdt er niet van rubber te
maken. Hij moet ertoe worden gedwongen. (7) Die dwang gebeurde
zoals gerapporteerd door onder meer een Britse vice-consul in 1899:
soldaten plunderen een dorp en gijzelen de vrouwen 'totdat het
stamhoofd van het district het verlangde aantal kilogrammen had
binnengebracht. (Dan) werden de vrouwen terugverkocht aan hun
eigenaars voor een paar geiten per stuk, en zo ging hij verder van
dorp tot dorp totdat de verlangde hoeveelheid rubber was
ingezameld.' (8) Bij weigering werden vrouwen gedood of
verkracht. (9) De methode van de quota werd gebruikt zoals ook in het
slavenarbeidssysteem van de sovjetgoelag in Siberië waar ertsen
moesten worden binnengebracht. (10) Er werd gewerkt met de zweep en
met bedrijfseigen milities en er was uiteraard ook de Force
Publique die vaak hun vuurkracht ter beschikking stelden van de
contracterende bedrijven (11), bijvoorbeeld wanneer er
gijzelaars moesten worden gemaakt. (12) Enorme aantallen
Afrikanen werden geronseld ( ): in 1906 vermeldden de boeken van de
ABIR (Anglo-Belgian India Rubber and
Exploration Company) alleen, verantwoordelijk voor slechts een
klein deel van de rubberproductie in de Congostaat,
zevenenveertigduizend rubbertappers. (13) Overal langs
de rivieren liepen colonnes uitgeputte mannen met manden vol
klonterige grijze rubber op hun hoofd soms dertig kilometer of meer
om zich te verzamelen bij de woning van Europese agenten, die op hun
veranda's zaten en de ladingen rubber wogen. Op één inzamelpunt
telde een missionaris vierhonderd mannen met manden rubber. (Het
werd) gekneed (en) in de zon te drogen gelegd. Vervolgens
( ) vervoerd ( ) naar Europa. (14) Er werd betaald met
een stuk textiel, kralen, een paar lepels zout ( ), zaken die
allemaal vrijwel niets kosten ( ). Bij minstens één gelegenheid
werd ( ) betaald in mensen. (Een in 1901 in de buurt van de
Stanleywatervallen vastgelegde getuigenis:) 'Hij heeft me zes
vrouwen en twee mannen gegeven./ Als betaling voor de rubber ( )
waarbij hij me vertelde dat ik hen kon opeten, of hen kon doden, of
hen kon gebruiken als slaven - wat ik maar wilde.' (15) In
1899 vond Sheppard (in opdracht op zoek naar de oorzaak van
verzetsopstanden) met bloed doordrenkte grond, vernielde dorpen
en veel lijken; de lucht was zwaar van de stank van rottend vlees.
(Hij zag) grote hoeveelheden voorwerpen die werden gerookt ( )
en daar waren ze, de rechterhanden, ik telde ze, eenentachtig bij
elkaar'. Zij vormden de bewijzen voor de gedode zwarten.
(...) Hij liet Sheppard trots enkele lichamen zien waar de
handen van afkomstig waren. Het roken werd gedaan om de handen te
verduurzamen ( ). Het afhakken van handen was een opzettelijk
beleid, zoals zelfs hoge ambtenaren later zouden toegeven. (Zo)
vertelde Charles Lemaire na zijn pensionering: 'zodra het ging om
rubber, schreef ik naar de regering: Om rubber te verzamelen in
het district ( ) moet men handen, neuzen en oren afhakken'.
(16) Bij weerspannigheid tegen het rubberregime schoten
strijdkrachten van de overheid of de bedrijven soms iedereen dood die
ze in het oog kregen, zodat de boodschap doordrong tot de
nabijgelegen dorpen. (17) Het standaardbewijs (dat
iemand inderdaad was doodgeschoten) was de rechterhand van het
lijk. ( ) 'Soms', zei een officier tegen een missionaris, gebeurde
het dat soldaten 'een patroon afvuurden op een dier waarop ze joegen.
Dan hakten ze een levende man de hand af. (18) Een officier
van de Force Publique vertelt wat hij deed om gehoorzaamheid
af te dwingen: Eén voorbeeld was genoeg: honderd afgehakte
hoofden en sindsdien zijn er voldoende voorraden op de basis geweest.
Mijn doel is uiteindelijk humanitair. Ik heb honderd mensen gedood
( ) maar daardoor kregen vijfhonderd anderen de kans te blijven
leven.' (19) Zo konden sadisten ( ) hun lusten volop
botvieren. (20) Adam Hochschild beschrijft er een aantal in
detail met naam en toenaam. (21)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest
van koning Leopold II en de plundering van de Congo,
Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem
Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of
Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 166.
(2)
O.c., p. 166.
(3)
Ib., p. 166.
(4)
Ib., p. 164.
(5)
Ib., p. 164.
(6)
Ib., p. 165.
(7)
Ib., p. 165.
(8)
Ib., p. 165.
(9)
Ib., pp. 165-166.
(10)
Ib., pp. 166-167.
(11)
Ib., p. 167.
(12)
Ib., p. 167.
(13)
Ib., p. 167.
(14)
Ib., p. 168.
(15)
Ib., p. 168.
(16)
Ib., pp. 168-169.
(17)
Ib., p. 169.
(18)
Ib., p. 169.
(19)
Ib., p. 170.
(20)
Ib., p. 170.
(21)
Ib., p. 170.
20-12-2022
De waarheid over de derde wereldoorlog - Aflevering 3: Het dak
De
waarheid over de derde wereldoorlog
Aflevering 3: Het dak
In
zijn boek uit 1998, getiteld: De geest van koning Leopold II en de
plundering van de Congo, vertelt de Amerikaanse historicus Adam
Hochschild hoe bij de kolonisatie van de Congo onder de Belgische
koning Leopold II in de laatste decennia van de negentiende en in de
eerste decennia van de twintigste eeuw, beschavingswerk en
bestrijding van de slavenhandel wordt voorgewend om de
plundering van een vreemd territorium en een navenante genocide van
de plaatselijke bevolking te kunnen verwezenlijken en meteen te
verkappen. De gebruikte methode werd in een meer algemene en
filosofische context uitvoerig beschreven door de Duits-Belgische
wijsgeer Rudolf Boehm in diens Kritik
der Grundlagen des Zeitalters uit
1973 als de zogenaamde middel-doelomkering. Om
het met een voorbeeld van Blaise Pascal te omschrijven: onder het
voorwendsel de honger te bestrijden komt de jager tegemoet aan zijn
eigenlijke doel dat bestaat in het plezier van de jacht en op die
manier wordt het voorgewende doel (het voedsel) het middel om het
eigenlijke doel (de jacht), dat bedrieglijkerwijze als middel werd
voorgesteld, te bekomen.
Verwant
aan de middeldoelomkering is de verwisseling van enerzijds drijfveren
of motieven en anderzijds redenen, waarbij de motieven de werkelijke
redenen zijn die echter worden verzwegen of worden verborgen onder de
leugenachtig opgegeven redenen welke in feite argumenten zijn. Een
bijzonder onderdeel van de argumentatieleer is de leer van de
drogredenen en niet zomaar worden de argumentatieleer en de retorica
of de welsprekendheid soms stoutweg benoemd als de bij uitstek door
advocaten zo veelvuldig beoefende 'kunst van het liegen'. De
discrepantie tussen redenen en drijfveren weerspiegelt zich tenslotte
eveneens in de kloof die gaapt tussen de werkelijkheid en de kennis
daarvan of beter: de theorieën daarover, want weliswaar is de
werkelijkheid één maar haar beschrijving is alles behalve
eenduidig, om niet te zeggen dat er zoveel verschillende en elkaar
tegensprekende theorieën over de werkelijkheid bestaan of denkbaar
zijn dat alleen al dit aantal kan gelden als een afdoend bewijs voor
de stelling dat niet één ervan juist kan zijn. En dit bedrog
bereikt zijn climax waar bijvoorbeeld in de politiek de
beschrijvingen alsnog aanspraak maken op een hoger
werkelijkheidsgehalte dan de beschreven dingen en feiten: quod non
est in scriptis, non est in mundo. Mensen zonder papieren worden
als onbestaande beschouwd terwijl louter papieren die geen enkele
realiteit dekken, erkenning afdwingen voor wat niet bestaat doch
enkel wordt voorgewend.
En
zo belanden we bij het bijzondere feit dat onze samenleving enkel
bestaat in de opgesplitste vorm waarbij de maatschappij zoals zij
over zichzelf spreekt, niet alleen grondig verschilt van de
maatschappij zoals zij in werkelijkheid functioneert maar dat zij
daar tevens lijnrecht tegenover staat.
Dat
vandaag een geleerde uitpakt met de idee dat senioren in
zorginstellingen zich bijvoorbeeld inzake de tijdstippen van opstaan
en slapengaan helemaal niet horen te schikken naar de regels van het
huis maar dat zij daarover zelf moeten kunnen beslissen omdat zij
daar in de eerste plaats wonen, maakt duidelijk dat de
schending van elementaire mensenrechten een vanzelfsprekendheid kon
worden in een samenleving die pretendeert deze te verdedigen doordat
de voorstelling van zaken in feite prevaleert op de dingen zelf, met
andere woorden: omdat de leugen er meer in de pap te brokken heeft
dan de waarheid, wat vanzelfsprekend een consequentie is van het
recht van de sterkste. Als de zwakkere liegt, wordt hij
terechtgewezen en gestraft maar de sterkere zal a priori aan elke
terechtwijzing ontsnappen zolang de waarheid een product is van de
macht.
Bejaardentehuizen
dienen voor de verzorging van bejaarden maar tegelijk dienen zij ook
voor de financiële verrijking van de betrokken investeerders. Mensen
studeren voor arts ter verzorging van de zieken maar tegelijk doen
zij dat gebeurlijk ook om zich een zekere sociale status te
verwerven, al kan men nooit zeggen dat die status geen ongewilde
bijwerking is, ook al blijkt bijvoorbeeld het aantal
priesterroepingen recht evenredig af te nemen met het verlagen van de
status van dit beroep. Mensen studeren om kennis op te doen maar
omdat die dan weer in functie staat van beroepsuitoefening terwijl de
job noodzakelijk kan zijn voor de zelfinstandhouding, staat studeren
niet alleen in dienst van het weten maar evenzeer van het eten. Het
is met andere woorden niet altijd even duidelijk hoe de vork aan de
steel zit maar het bestaan van de dubbele boekhouding en de dubbele
moraal kunnen niet worden ontkend.
Of
men in een zorginstelling überhaupt nog kan wonen is zeer de vraag
omdat dit wonen onderworpen is aan condities die men niet altijd
volledig in handen heeft zodat het uiteindelijk nimmer gegarandeerd
kan worden. Dit terwijl het wonen een vanzelfsprekendheid zou moeten
zijn precies zoals het hebben van een eigen lichaam waarover men het
meesterschap heeft maar ook dit laatste is allang niet meer het
geval. Het eigen lichaam is verbonden met de gezondheid welke voor
een almaar toenemend deel wordt beheerd door derden die men voor deze
dienst betaalt met een inkomen dat op zijn beurt zijn onzekerheid
onder meer aan een gezondheidstoestand heeft te wijten. Zoals men
voor de bestaanscondities van zijn woonst afhankelijk is van een
inkomen en van gas, water, elektriciteit en zo meer, zo ook beheert
men niet langer het eigen lichaam en de eigen geest, die men immers
veeleer huurt tegen de prijs van hun tewerkstelling in projecten
waarvan de uiteindelijke betekenis onbekend blijft alsook degene of
degenen die ze uitvoeren. Er bestaat met andere woorden een slavernij
welke te maken heeft met het lichaam maar er bestaat eveneens een
slavernij welke de woonst betreft waarin het lichaam zijn onderdak
heeft.
Wonen
heeft te maken met het ruimtelijke aspect van ons bestaan en met onze
fysieke kwetsbaarheid maar in een kapitalistisch bestel wordt ook de
territoriale factor steeds belangrijker in de betekenis van eigendom.
Eigendom is geen vanzelfsprekendheid terwijl de persoonlijke
integriteit en de privacy mensenrechten zijn die alleen maar
gevrijwaard kunnen worden door middel van eigendom dat allerminst een
recht is waarop iedereen zomaar aanspraak zou kunnen maken. Mensen en
dan vooral ouderen in zorginstellingen moeten zich bezinnen over hun
privacy omdat die een conditie is voor het menselijk bestaan.
Iemand kan weliswaar overleven zonder privacy maar hij kan dat
evenwel niet als mens omdat, om het simpel te houden, de
mogelijkheid tot het hebben van geheimen een voorwaarde is voor het
kunnen bestaan van de persoon die ze koestert. Het alziend oog van de
camera die zogezegd onze veiligheid moet garanderen, fnuikt niet
alleen onze vrijheid maar vernietigt reeds het eigen Zijn als zodanig
door het openbaar te maken en voor principieel iedereen toegankelijk.
Een mens is onderworpen aan het oog van wie hem gadeslaan van zodra
hij niet ziet wie hem zien en dus van zodra hij naar het bestaan en
de bedoelingen van wie hem volgen slechts het raden kan hebben.
Terwijl hem gezegd wordt dat hij door de camera wordt beveiligd, weet
hij zich slechts belaagd en vooral beroofd van de vrijheid om te
handelen omdat hij niet langer handelt in een wereld die alleen van
hem is en van niemand anders. Die vrijheid bezit men in zijn droom
maar het kunnen meenemen van zijn droom naar het werkelijke leven is
de voorwaarde voor een leven dat het volstrekt voorspelbare bestaan
van de dode sterren en planeten overstijgt omdat een volwaardig
menselijk bestaan samenvalt met de mogelijkheid van de realisatie van
zijn dromen.
De
woonst is de plek waar men zich uit de openbaarheid terug kan trekken
en waar men zich dus kan losmaken van de blik van derden. De
wetenschap dat men de blik van vreemden van zich afgeworpen heeft
doordat men bijvoorbeeld het licht heeft gedoofd en de vensters en de
deuren heeft gesloten, is noodzakelijk voor de terugtrekking in de
droom welke pas kan intreden van zodra men zich heeft overgegeven aan
de slaap. De overgave aan de slaap vergt het loslaten van de controle
over zichzelf en die vereist uiteraard dat het aan derden onmogelijk
wordt gemaakt om controle te krijgen over de slapende. Dat de
slapende zich overgeeft aan de slaap en aan zijn droom houdt in dat
hij terecht komt in een wereld waarover hij en hij alleen het
meesterschap bezit omdat het zijn wereld is en die van niemand
anders. Ontbreekt deze privacy dan is sprake van indringers en die
kunnen hun onrecht nooit verantwoorden door te verwijzen naar de
veiligheid van wie zij aldus aan hun blik onderwerpen.
Uiteraard
staat in het donkere jaareinde het wonen centraal en het wordt
uitgebeeld door de stal die zich nu tijdelijk binnenin elk huis
ontpopt: de stal is het huis van het kerstekind dat in zijn latere
leven geen steen zal vinden om het hoofd daarop te laten rusten. De
woonst die een einde moet maken aan de rusteloosheid welke de
daklozen door de straten jaagt, ontbreekt voor alsmaar meer mensen.
De eigendom is voorbehouden aan de happy few maar ook de huurders
dreigen hun tijdelijke nederzettingen te verliezen in gevolge de
noodzaak welke de oorlog begeleidt en in de verte doemen reeds de
kazernes op die al realiteit zijn voor de miljoenen
oorlogsvluchtelingen die men in Turkije en op de Griekse eilanden
heeft tot staan gebracht. Zij wachten in barakken waarvan iedereen
intussen wel weet dat wie er wordt ondergebracht elk vooruitzicht
moet missen om daar ooit nog weg te komen, wat uit het wachten de
daaraan inherente hoop weg rooft. Handelen is een activiteit, wachten
is een passiviteit maar wachten naar niets of naar niemand is nog
iets heel anders dat maar moeilijk in woorden gevat kan worden.
Edoch,
zoals ook elders vaker het geval is, raken ook hier de uitersten
elkaar en bespeurt men gebeurlijk een verwantschap tussen het wachten
op niets en de rust welke het wonen schenkt want ook wonenden lijken
te wachten zonder dat ook maar iets dit wachten nodig maakt. De
daklozen lijken hier te gelijken op de superrijken zoals de compleet
verzadigden gelijken op de niet meer levenden en zoals zij die het
hoofd kunnen bieden aan quasi al hun behoeften, gelijken op degenen
die quasi al hun behoeften hebben kunnen bevredigen. Als de
heerlijkheid van de verrijzenis bestaat, dan vereist zij de gruwel
van de kruisdood, zoals de christelijke theologen beweren. De donkere
zes weken gaan noodzakelijk vooraf aan het licht van Pasen, de nacht
aan de dag, het wroeten aan de rust, het zoeken aan het vinden.
Heel
binnenkort zal ook voor de gezeten burgers het dak geen bescherming
meer bieden en zal men zijn toevlucht nemen tot de schuilkelders voor
de eeuwigheid.
(J.B.,
20 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de
plundering van de Congo,
Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem
Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of
Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998).
(2)
Boehm,
Rudolf. (1977). Kritiek
der grondslagen van onze tijd, Het
Wereldvenster, Baarn.
(Oorspronkelijk: Kritik der
Grundlagen des Zeitalters (1973)).
Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie
d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is
beschikbaar op het internet op het volgende adres:
https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm
. Voor
een synthese, zie: Panopticum
Corona
(http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf
)
18-12-2022
De waarheid over de derde wereldoorlog (Een interview met Omsk Van Togenbirger) - Aflevering 2: De oorlog en de rechtschapenheid
De
waarheid over de derde wereldoorlog
(Een
interview met Omsk Van Togenbirger)
Aflevering
2: De oorlog en de rechtschapenheid
OVT:
De honger is het wapen van het gouden kalf, het verst geavanceerde
biotechnologische wapen inderdaad, maar ook de vrieskou, de ziekten
die ons kunnen treffen en uiteindelijk de dood, kortom: het leed dat
inherent is aan ons fysieke bestaan, onze lichamelijkheid, die wij
ook nodig hebben om te genieten of gewoon om ons bewust te zijn van
het feit dat wij er zijn. De duivel kan ons in zijn greep houden
doordat wij een lichaam hebben, hij is er meester over, hijzelf
immers is een zuivere geest.
Maar
is dat geen lang voorbijgestreefde katholieke theologie, of fantasie?
OVT:
Zeer zeker. Alleen is het wel zo dat volstrekt parallel met die
fantasie zich een, zo men wil, compleet areligieuze realiteit
aftekent waaraan niet te tornen valt.
Hoezo?
OVT:
Over het bestaan van de duivel kan men een lustig boompje opzetten
maar over de werkelijkheid van het kwaad valt niet te palaveren: geen
weldenkend mens ontkent het bestaan van lijden en dood, ook al doet
men verwoede pogingen om het leed weg te nemen en om de dood als het
ware onvoelbaar te maken voor de stervende door zijn lichaam in een
coma te brengen en het gevoelloos te maken en onbewust.
En
slaagt men daar dan niet in?
OVT:
Wel, ook al zou dat een feit worden, dan blijft de dood, meer bepaald
als de dood van onze medemensen, onverminderd bestaan voor wie in het
leven achterblijven. En die achterblijvenden zijn alle mensen zonder
ook maar een enkele uitzondering, ook al zou men erin slagen het
eeuwig leven uit te vinden. Dit onherstelbare verlies is een
noodlottigheid.
Het
ziet er naar uit dat dit zo is, ja...
OVT:
Nu zijn er die beweren dat dit enkel zo is voor wie niet geloven in
de opstanding maar uiteraard is dat een verzinsel vanjewelste!
Wat
bedoelt u?
OVT:
Is het dan het geloof dat maakt dat je kan opstaan uit de dood? Het
is een stelling die men zou kunnen proberen te verdedigen, weliswaar
en het is niet verboden om pogingen te ondernemen om ongeacht welke
stelling te verdedigen. Maar gelooft u dan dat het geloof iets aan de
realiteit zou kunnen veranderen? Of het ongeloof?
Waarom
niet?
OVT:
Wel, stel eens dat er een opstanding bestaat, en meer bepaald een
opstanding van het vlees, zoals de katholieke theologie dat
voorhoudt: zou dat dan niet een realiteit zijn die zich voltrekt
zowel voor gelovigen als voor ongelovigen? Ik wil zeggen: kan het
feit dat jij gelooft dat de zon bestaat ook maar iets aan haar
bestaan veranderen? Je schudt het hoofd want inderdaad kan de
werkelijkheid niet worden beïnvloed door iemands geloof. Zou men het
tegendeel aannemen, dan ware er immers geen werkelijkheid.
Hoezo?
OVT:
Ha! Wel, stel eens dat je het tegendeel zou aannemen en dat je dus
zou veronderstellen dat het geloof de werkelijkheid kon beïnvloeden:
het bestaan van de zon zou dan afhankelijk zijn van uw geloof in het
bestaan van de zon, nietwaar?
Ja...
OVT:
Maar als jij gelooft dat de zon bestaat en ik geloof dat ze niet
bestaat, dan zou zij dus tegelijk wel en niet moeten bestaan,
nietwaar?
Inderdaad,
dat kan niet.
OVT:
De objectieve werkelijkheid is noodzakelijk voor iedereen dezelfde,
van zodra zich daarin een contradictie voordoet, is zij inconsistent
en dus onhoudbaar. En zij is dat uiteraard nog oneindig veel meer dan
een loutere stelling over de werkelijkheid of over een enkele zaak
daarin.
En
de subjectieve werkelijkheid?
OVT:
Er bestaan zoveel subjectieve werkelijkheden als er wezens bestaan
die elk hun eigen werkelijkheid kunnen dromen. Maar indien die
werkelijkheden allemaal in de waarheid bestonden, dan waren zij ook
allemaal één en dezelfde realiteit. Of dan toch eenzelfde
intersubjectieve realiteit want verder dan dat kan men uiteraard niet
denken. Afgezien van het solipsisme uiteraard...
Dat
lijkt een noodzakelijk te trekken conclusie, ja, een consequentie van
die aannames...
OVT:
Het geluk van de ene is zoals het geluk van de andere maar elk
ongeluk heeft zijn eigen karakter.
Is
dat niet de openingszin van een grote roman?
OVT:
Zeer in tegenstelling tot de schijn welke die zin opwekt, verbergt
hij een veelbelovende waarheid.
Is
dat zo?
OVT:
Hij onthult een veelbelovende waarheid. Maar het wegnemen van
de sluier vraagt een kleine inspanning, mijn beste.
Ik
vermoed het, ja...
OVT:
Het realiseren van die ene werkelijkheid is danig verleidelijk dat
mensen in hun onverstand geloven dat ze dat kunnen doen door de
individuele vrijheid, en dus ook de vrijheid om te dromen, weg te
nemen.
Hebt
u het over de vrije meningsuiting?
OVT:
Wie alle neuzen in eenzelfde richting dwingen, denken geheel
verkeerdelijk dat op die manier eendracht kan tot stand gebracht
worden... waarover men dan gelooft dat zij macht creëert.
En
dat is niet zo?
OVT:
Iedereen zal dan wel hetzelfde gaan belijden maar dat gebeurt
dan uiteraard wel onder dwang. En waar mensen handelen onder dwang,
handelen zij vanzelfsprekend niet langer zelf: zij voeren dan uit wat
een ander hen opdraagt te doen, zij werden herleid tot instrumenten
van een dictator.
Kennelijk,
ja. Maar wat heeft dat dan te maken met de oorlog?
OVT:
De waan dat het volstaat om de belijdenis van het geloof één
te maken, is ontegensprekelijk de kostelijke illusie van het
wereldcommunisme maar tevens die van ongeacht welk geloof of systeem
dat zich aan ons poogt op te dringen.
Der Wille zum
System ist ein Mangel an Rechtschaffenheit ?
OVT:
U zegt het!
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
18 december 2022)
16-12-2022
Adam Hochschild
Adam Hochschild (° New York, 1942) Amerikaanse schrijver, journalist,
historicus en docent. Schreef onder meer King Leopold's Ghost. A Story of
Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa (1998), vertaald naar het Nederlands door Jan Willem
Bos: De geest
van koning Leopold II en de plundering van de Congo,
Meulenhoff/Kritak 1998,
To End All Wars: A Story of Loyalty and Rebellion, 1914-1918 (2011), Bury the
Chains (2005), The Mirror at Midnight (1990), The Unquiet Ghost (1994) en Spain in Our
Hearts (2016).
De waarheid over de derde wereldoorlog (Een interview met Omsk Van Togenbirger) - Aflevering 1: Het onfeilbaar biotechnologisch wapen
De
waarheid over de derde wereldoorlog
(Een
interview met Omsk Van Togenbirger)
Aflevering
1: Het onfeilbaar biotechnologisch wapen
OVT:
Men mag niet vergeten, aldus begint de inmiddels hoogbejaarde man het
verhaal dat ik haast niet durf na te vertellen, dat de ultieme
drijfveren van de mens even onvoorstelbaar zijn als werkelijk.
Begrijpt u dat?
-
Ik doe mijn best...
OVT:
De ultieme drijfveren van de mens, en ik bedoel natuurlijk niet alle
mensen, maar wel een zekere groep van mensen, mensen die de tijd
hebben en de middelen om zich daarmee bezig te houden, en ik zal
dadelijk uitleggen met wat ze zich dan bezighouden... De filosoof
Rudolf Boehm heeft die ultieme drijfveren beschreven in zijn
Kritik
der Grundlagen des Zeitalters uit
1973. (1) De mens is in het leven geworpen, hij is totaal onderworpen
aan de natuur maar hij wil zich in feite wreken, hij wil de realiteit
binnenstebuiten keren en de natuur aan zich onderwerpen, het schepsel
wil dus worden zoals god zelf, het wil almachtig zijn en
onsterfelijk.
Is
dat zo?
OVT:
God is mens geworden opdat de mens zoals god zou kunnen zijn: het is
de grondslag van de alles overheersende religies. Vooral in het
Griekse mythologische denken en in het Christendom staat de vlucht
voor de dood centraal en de mens denkt de onsterfelijkheid te kunnen
bereiken met zijn kennis: hij zoekt zijn heil in de zuiver
theoretische kennis, die hem echter ongelukkig maakt met het aan het
licht brengen van zijn sterfelijkheid. Wie heeft u te kennen
gegeven dat gij naakt zijt?, zo vraagt Jahweh aan de mens die zich
heeft omgord met een schort van vijgenbladen en die zo te kennen
geeft dat hij, in weerwil van het goddelijke verbod, van de boom der
kennis heeft gegeten.
-
De mens wil God zijn?
OVT:
Herinnert gij u nog Gods alziend oog dat alom prijkte in de driehoek
God ziet u, hier vloekt men niet?
Ja,
er staat daarvan nog een illustratie in De Witte van Ernest
Claes...
OVT:
Wel, ze hebben God dood verklaard, de driehoek met het oog is
verdwenen, hij is nergens meer te bekennen, nietwaar?
Inderdaad...
OVT:
Het alziend oog van God is weg en het alziend oog van de mens is in
de plaats gekomen.
U
bedoelt de camera's?
OVT:
Onder meer de camera's. De alomtegenwoordige controle, van
klantenkaarten tot identiteitsbewijzen... het totalitarisme.
Daar
lijkt het wel op...
OVT:
Maar het is niet langer de goede God die de mens gadeslaat, het is de
dictator, het is de anonieme dictatuur: geen persoon, laat staan een
goddelijke persoon, maar een onpersoon, de onpersoon bij uitstek. En
weet jij wie dat dan zijn mag?
Volgens
de theologie is de niet-persoon bij uitstek de duivel.
OVT:
En dan het hier vloekt men niet: hoe mag de vloek vandaag dan
wel luiden? Vloekt men dan niet als men het gezag van de dictator
tart? Als men zaken vertelt die ingaan tegen de zuiver theoretische
kennis? Als men uitvaart tegen de wetenschappen die zich almachtig
wanen, zij het dat zij die almacht alleen maar beloven, ergens in de
toekomst?
Ja,
men is een ketter als men niet gelooft in de wetenschap...
OVT:
Kijk dat eens aan. Een boete van hoeveel euro was het ook alweer voor
wie geen masker dragen? De aanpassing van de feiten aan de volstrekt
fictieve theorie? De mens zoals hij op papier bestaat? Immers, wie
louter 'in het echt' bestaan, bestaan helemaal niet als zij geen
papieren hebben! Het zijn de papieren die de mens van vlees en bloed
leven inblazen en een ziel, nietwaar?
Is
dat echt zo?
OVT:
Probeer maar eens zonder papieren bij de administratie van de
potentaat te gaan uitleggen dat ge ondanks de afwezigheid van die
papieren wél bestaat! Dat lukt niet, zeg ik u! De potentaat met zijn
papieren erkent uw bestaan of hij erkent het niet en als gij
weerbarstig zijt, wachten u alleen nog de uitsluiting uit de
maatschappij waarvan het bestaan niet langer steunt op levend graan
maar wel op dood geld dat vanuit een diepe afgunst als het ware de
functie van het levende graan wil overnemen: het geld heeft het graan
onbereikbaar gemaakt voor wie niet aan de mammon gehoorzamen. Zonder
papieren immers hebt gij geen geld en rest u alleen nog de
hongerdood. Of de dood van de ziel, de slavernij.
-
Hoezo?
OVT:
Zonder geld geen brood maar wel honger. Uw honger wordt dan het quasi
onfeilbare biotechnologische wapen van de dienaren van de mammon
waarmee zij u kunnen reduceren tot een willoos werktuig dat gedwee al
hun bevelen opvolgt.
Mijn
honger, het wapen van de mammon?
OVT:
Het labeur dat gij kunt waarnemen op de akkers, ook op feestdagen en
tot een stuk in de nacht, wordt voltrokken door papierlozen die op de
vlucht zijn, illegalen, geldlozen en dat zijn in feite: hongerigen!
Het labeur op het veld en in de fabrieken waar uw groenten worden
gekweekt of waar uw kleren worden gemaakt, of uw chips, mijn beste!
De gigantische legers van de drugsverslaafden die zich met
slavenwerk, met kinderarbeid en met allerlei andere misdaden recht
proberen te houden: het zijn allemaal slachtoffers op het altaar van
het gouden kalf.
Maar
wat heeft dat dan te maken met de oorlog?
OVT:
Het wereldcommunisme wendt voor dat het dit alles kan veranderen.
Maar
Poetin is een nationalist!?
OVT:
Words, words, words...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
16 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Boehm,
Rudolf. (1977). Kritiek
der grondslagen van onze tijd, Het
Wereldvenster, Baarn.
(Oorspronkelijk: Kritik der
Grundlagen des Zeitalters (1973)).
Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie
d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is
beschikbaar op het internet op het volgende adres:
https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.ht
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 10: 'Heart of Darkness'
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
10: 'Heart of Darkness'
'Heart
of Darkness' uit 1899 van de in de Oekraïne geboren
Engels-Poolse schrijver Joseph Conrad (pseudoniem van Jozef Teodor
Konrad Korzeniowski (1857-1924)), dat zowat het meest herdrukte
Engelstalige boek is, vertelt gebaseerd op echte personages en op
feiten de geschiedenis van de hebzuchtige en moordzuchtige
kolonialist in de Congo, 'meneer Kurtz'. Adam Hochschild typeert de
auteur als een opmerkzame waarnemer die de mentaliteit van een
tijd en een plaats met doordringende precisie heeft getroffen. (1)
Kurtz
is de eenzame blanke agent ver landinwaarts langs de grote
rivier, met zijn dromen van grootsheid, zijn enorme voorraden
waardevol ivoor en zijn in de Afrikaanse jungle uitgehakte
privé-domein. (2) Hij heeft een tuin omheind met palen waarop
afgehakte mensenhoofden gespiesd staan, precies zoals in de tuin van
de roekeloze kapitein Léon Rom van de Force Publique.
(3) Veel vrouwen en kinderen werden gevangengenomen, en
eenentwintig hoofden werden naar de watervallen gebracht, en werden
door kapitein Rom gebruikt als decoratie rond een bloemperk voor zijn
huis! (4) Naast Rom heeft Conrad nog andere herkenbare figuren
afgeschilderd, zoals de verzamelaar van ivoor, George Antoine Klein,
de krankzinnig geworden majoor Edmund Barttelot en Arthur Hodister
met zijn harem Afrikaanse vrouwen. (5)
(...)
Heart of Darkness blijft het indrukwekkendste fictionele
portret van Europeanen tijdens de strijd om Afrika. (6) Zij
werden gedreven door louter winstbejag: Conrads blanken gaan
over tot het plunderen van het werelddeel in het geloof dat ze de
inheemse bevolking verheffen, beschaving brengen en 'de nobele zaak'
dienen. (7)
In
1899 publiceerde Rom na zijn terugkeer naar België zelf een boek. Le
nègre de Congo is ( ) arrogant en oppervlakkig. ( ) Rom was
een enthousiaste jager die triomfantelijk poseerde voor een foto
boven op een dode olifant (...). (8) Over la race
noire zegt Rom: 'Het is het product van een geestloze staat, met
ongepolijste gevoelens, ruwe hartstochten, brute instincten en is
daarenboven trots en ijdel. (9)Over de mishandelde
dragers schrijft hij: dat ze er enorm van genoten. (10)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
12 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest
van koning Leopold II en de plundering van de Congo,
Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem
Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of
Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 153.
(2)
O.c., p. 146.
(3)
Ib., p. 149.
(4)
Ib., p. 149.
(5)
Ib., p. 150.
(6)
Ib., p. 148.
(7)
Ib., p. 151.
(8)
Ib., p. 152.
(9)
Ib., p. 152.
(10)
Ib., p. 152.
Conrad
Conrad
10-12-2022
Mensen die niet werken en die ook geen werk zoeken? - Zo is verrechtsing
Mensen
die niet werken en die ook geen werk zoeken?
Zo
is verrechtsing
Verrechtsing
is een bijzonder gevaarlijke sociale kwaal welke uiteindelijk
onafwendbaar leidt tot de ineenstorting van de maatschappij maar de
grondslag en het mechanisme van de verrechtsing verbergen zich op een
wel heel listige manier.
Vandaag
worden kinderen gedropt in duffe, elektrisch verlichte lokalen
volgestouwd met allerlei plastic tuigen waarmee zij zich mogen pogen
te vermaken terwijl hun ouders gaan winkelen maar er is een tijd
geweest dat alle kinderen nog een tuin hadden waarin zij konden
spelen ofwel een stuk braakliggend openbaar terrein in de buurt. De
kinderen speelden toen met zand, zij groeven putten, vermengden het
zand met water, bouwden muurtjes en dijken, kastelen, onderaardse
gangen, torentjes met daaromheen walletjes, forten bereikbaar met
bruggetjes uit takken en op de walletjes die met water werden gevuld,
lieten zij minuscule schepen varen, aangedreven met stoom opgewekt
door brandende kaarsen; in de walletjes zwommen reusachtige vissen
(die in feite de toen alomtegenwoordige stekelbaarzen waren) alsook
veelkleurige, voorhistorische reptielen (die eigenlijk
vuursalamanders waren, die nu niemand nog kent ofwel gewillig
meewerkende meikevers waarvan men wel zeven soorten onderscheidde).
En reeds in die tijd gold een gulden wet: het gebod dat iedereen
mocht meespelen; het was simpelweg not done (zoals men dat nu
zegt in de taal der hedendaagse heersers) om ook maar iemand ooit aan
de kant te zetten en alle kinderen wisten heel goed dat er gewoon
geen enkele geldige reden kon zijn welke het verschrikkelijke onrecht
van de sociale uitsluiting zou kunnen rechtvaardigen. Het gebeurde
natuurlijk wel, helaas, als het bekwame toezicht ontbrak, dat
sommige, minder weerbare of minder goed ter tale zijnde kinderen
ofwel kinderen die van elders kwamen, kinderen die een beetje anders
waren - het gebeurde wel dat deze kinderen opzij werden geduwd
(terwijl wie dat deden, er wel op letten dat er geen getuigen waren),
ofwel dat zij taken kregen toebedeeld die minder leuk waren dan die
van fort- of bruggenbouwer en dat zij het moesten stellen met een job
als publiek, zodat zij in feite alleen maar mochten toekijken hoe
goed de anderen het wel deden en hoe fraai hun bouwwerken waren: het
gebeurde maar het werd helemaal niet geduld door de ouders en wanneer
het alsnog gebeurde en de ouders van de gedupeerde kinderen kwamen er
achter, dan namen deze contact op met de ouders van de andere
kinderen en dezen berispten hun telgen streng en deden zij dat niet,
dan was iedereen het er over eens dat zij helemaal niet ernstig bezig
waren en dat begreep elk weldenkend mens. En als er alsnog kinderen
uitgesloten werden van het spel, dan was het uiteraard ondenkbaar dat
hen om die reden bij het vieruurtje aan de eettafel een
plaats werd ontzegd of dat zij het zouden moeten stellen met een
boterham zonder beleg: ware dit het geval, dan zou dat uiteraard
terecht worden bestempeld als waanzin zonder meer. Welnu, waar
verrechtsing aan de orde is, wordt het zicht op de werkelijkheid door
redeloosheid, hebzucht, haat en allerlei onzin danig vertroebeld dat
men de hier hoger genoemde waanzin voor lief neemt. En dat is in twee
woorden de kern van het probleem van de verrechtsing dat vandaag
gigantisch dreigt te worden.
De
maatschappelijke activiteiten zijn uiteraard meer dan alleen maar een
spel en om die reden wordt er ook op toegezien dat de taakverdeling
of de toekenning van jobs geschiedt overeenkomstig bekwaamheid en
verantwoordelijkheidszin: er zijn wetten die de opleiding regelen,
het onderwijs en het toezicht op de vakkennis. Maar van langs om meer
zijn er ook machten die het legale via allerlei sluikwegen
ondermijnen en zo worden diploma's die de besten voor het betreffende
vak via jarenlange en strenge examenprocedures hebben geselecteerd,
niet langer gewaardeerd zoals het hoort terwijl valse stemmen opgaan
die gewag maken van 'ervaringsdeskundigheid', 'emotionele
intelligentie', 'verworven rechten' en nog meer dergelijke onzin: het
zijn plantrekkerijen die zich ontwikkelen in het zog van de
vriendjespolitiek, die op de meest belachelijke drogredenen vegeteert
en die wie geld hebben, de wind in de zeilen geven.
Vervolgens
wordt arbeid als een plicht voorgesteld terwijl dat in de eerste
plaats een recht is, precies zoals de deelname aan het spel aan
niemand mag onthouden worden. Door werken voor te stellen als een
plicht, kan men makkelijk mensen van de arbeidsmarkt uitsluiten
zonder daarvoor geblameerd te worden, want in die valse voorstelling
verschijnt de werkloze niet als iemand aan wie rechten worden
onthouden maar als iemand die zijn plicht niet doet: hij wordt
zogezegd niet uitgesloten, hij sluit zogezegd zichzelf uit,
bijvoorbeeld omdat hij lui zou zijn en hij zou schaamteloos
profiteren op de kap van anderen: zo willen de alleenheersers het
gezegd hebben.
Tenslotte
is het waar dat er heel wat landen zijn die aan werklozen niet
dezelfde rechten toekennen als ons eigen land doet maar als dat een
argument is om de rechten van werkzoekenden terug te dringen, zoals
zekere lieden die zich politicus of professor mogen noemen dat wel
zouden wensen, dan moet hetzelfde gelden inzake vrouwenrechten: quasi
overal ter wereld genieten vrouwen niet dezelfde rechten als in ons
land - vrouwen, andersvaliden, mensen met een andere huidskleur of
met een uitheemse religie of bijvoorbeeld holebi's: is het feit dat
in veruit het merendeel der landen holebi's geen rechten hebben dan
een reden om ook hier de mensenrechten met de voeten te gaan treden?
In de mensenrechtenverklaring staat heel duidelijk dat elke burger
recht heeft op werk. Bovendien is de verdeling van de arbeidstaken de
verantwoordelijkheid van de overheid en niet die van de werknemer die
immers al zijn handen vol heeft met het zich bekwamen in zijn eigen
vak. De overheid moet erop toezien dat iedereen werk heeft, wat heel
concreet betekent dat zij moet kunnen garanderen dat niemand wordt
uitgesloten van deelname aan het maatschappelijk proces, en zij moet
dat doen door de bestrijding van praktijken zoals de
vriendjespolitiek in plaats van die te vergoelijken of hier zelf het
slechte voorbeeld te gaan geven.
Zoals
volgens historicus Adam Hochschild in de Congo koning Leopold II deed
die, met het oog op louter zelfverrijking verantwoordelijk was voor
niet minder dan acht miljoen doden, alles en iedereen in het werk
stelde om zichzelf te profileren als een filantroop die daar de
slavenhandel ging bestrijden, het christendom ging verspreiden en de
ontwikkeling van Centraal-Afrika in het zadel ging helpen, zo ook
doen alle potentaten het hem vandaag nog na: zij zorgen er niet
alleen voor dat het recht van de sterksten, waartoe zij zelf behoren,
zegeviert zodat zij naar believen onrecht kunnen plegen maar tevens
weten zij het onrecht in de schoenen te schuiven van de slachtoffers
van hun criminele handelwijze.
Wij
moeten ons geen illusies maken. Na meer dan een eeuw te zijn
verzwegen, kwamen de niet mis te verstane getuigenissen aan het licht
van de gang van zaken bij het zinken van 'the unsinkable' zoals de
Titanic werd genoemd: vrijwel zonder uitzondering bleken de voorname
heren, bekend om de snoeverijen over de eigen heldendaden en om hun
gestes van na u mevrouw en vrouwen en kinderen eerst, in
tijd van nood er een heel andere praxis op na te houden: in de
reddingssloepen zaten uitsluitend volwassen eersteklas opvarenden van het
mannelijk geslacht.
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 9: De Congo, speeltuin voor wie van geen hout meer pijlen weten te maken
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
9: De Congo, speeltuin voor wie van geen hout meer pijlen weten te
maken
Boma werd de
hoofdstad van de Congo maar het echte hoofdkwartier van de Etat
Indépendant du Congo lag niet in Boma, maar in een reeks kantoren in
Brussel, een op de begane grond van het koninklijk paleis, de andere
in aanliggende gebouwen of aan de overkant van de straat. (1)
De koning duidde zelf zijn regeerders voor de Congo aan en een
kabinet in Brussel bracht hem rechtstreeks verslag uit. (2) In eigen
land brokkelde Leopolds macht echter af.
Voor de kolonialen
waren medailles voorzien: Door je te voegen naar het systeem
werd je betaald, bevorderd, met medailles behangen. (3) Vele
ambtenaren hadden Afrikaanse concubines, de Congo werd opgedeeld in
grote sectoren, soms verpacht aan particulieren met aandeelhouders
waarvan Leopold er altijd de helft van behield. Onder de schijn van
beschavingswerk eigende Leopold zich in de jaren negentig door
olifantenjacht en inbeslagnames al het ivoor toe. (4)
Tot de dragers
behoorden kinderen tussen de zeven en negen jaar oud die
vrachten van tien kilo droegen, aldus een waarnemer. En een
staatsambtenaar van de Congo: 'Een stoet arme duivels, geketend
om de nek, droeg mijn hutkoffers en dozen naar de kade. ( ) Er
waren ongeveer honderd dragers, bevend en angstig voor de opzichter,
die tijdens het langslopen met zijn zweep zwaaide. Voor iedere potige
en breedgerugde vent, hoeveel waren er wel niet geraamtes verdord als
mummies, hun huid verweerd ( ) doorgroefd met diepe littekens,
overdekt met etterende wonden. ( ) Doet er allemaal niet toe,
allemaal werden ze aan het werk gezet. (5)
Edmond Picard, een
Belgisch senator, schrijft in 1896: 'Onophoudelijk komen we
deze dragers tegen ( ) zwart, miserabel, met alleen een
afgrijselijk smerige lendendoek als kleding, gekroesde en kale
hoofden die de lading dragen - kist, baal, ivoren slagtand ( ) vat;
de meesten van hen ziekelijk, gebogen onder een last die wordt
verzwaard door vermoeidheid en ontoereikend voedsel - een handjevol
rijst en een of andere stinkende gedroogde vis; beklagenswaardige
lopende kariatiden, lastdieren met dunne apenpoten, met afgetobde
gelaatstrekken, starende en holle ogen van de concentratie om hun
evenwicht te bewaren en van de versuftheid door uitputting. Zo komen
en gaan ze bij duizenden ( ) gerekwireerd door de met haar machtige
militie bewapende Staat, afgestaan door stamhoofden wier slaven zij
zijn en die zich hun loon toe-eigenen ( ) stervend langs de weg of,
de reis eenmaal voltooid, terugkerend naar hun dorpen om daar te
sterven als gevolg van overbelasting. (6) Adam Hochschild:
Van de driehonderd dragers die in 1891 door
districtscommissaris Paul Lemarinel waren geronseld voor een
gedwongen mars van meer dan duizend kilometer om een nieuwe basis op
te zetten, keerde er niet één terug. (7) Er zijn
beschrijvingen, onder meer van ene Stanislas Lefranc, van groepen
zeven en acht jaar oude kinderen die vijfentwintig zweepslagen
krijgen, soms werd er geslagen tot de dood. (8)
Hochschild haalt
Primo Levi aan met betrekking tot een gelijkaardige gruwel van een
halve eeuw later: 'Monsters bestaan', schreef Primo Levi over
zijn ervaringen in Auschwitz, 'Maar hun aantal is te gering om echt
gevaarlijk te zijn. Gevaarlijker zijn ( ) de ambtenaren die bereid
zijn te geloven en te handelen zonder vragen te stellen ' (9)
Wat de nazi-beulen hielp om te wennen aan de moordpartijen was naar
het zeggen van Franz Stangl de afstand tussen dader en slachtoffer.
(10) Men moet bedenken dat koning Leopold zelf nooit in de Congo is
geweest. Verder werd de onverschrokkenheid tot terroriseren beschouwd
als een teken van mannelijkheid. (11)
Leopold had een
huurlingenleger van negentienduizend man en dat werd de Force
Publique met driehonderddertien bases in 1908. Maar er kwamen
revoltes van verschillende volkeren (die dan tegen elkaar werden
opgezet), rebellen en muiterijen En dat kan niemand die de
omstandigheden hier kent, verbazen, aldus een Zweedse
missionaris in een brief naar huis. (12) Negers werden naar willekeur
behandeld, hun vrouwen gevangengenomen, schoolmeisjes ontvoerd en
gedwongen om te werken op het land of als prostituees. (13) (...)
Onze meest gerespecteerde mannen hier ( ) hebben ons met tranen in
de ogen en veel kommer in hun hart verteld dat ze onlangs een groep
van zevenhonderd aan elkaar geketende en (op stoomboten naar de kust)
vervoerde vrouwen hebben gezien. 'En', zeiden ze, 'of ze onze hoofden
afhakken of dat van een kip, maakt voor hen geen enkel verschil.'
(14)
De langdurige
muiterijen (van 1897 tot 1900) waren de voorlopers van de
antikoloniale guerrillaoorlogen die vanaf ongeveer 1960 Centraal- en
Zuid-Afrika op zijn grondvesten deden schudden. (15) Leopold
zorgde ervoor dat hij doorging voor een bestrijder van de
slavenhandel terwijl zowel zijn dragers als de soldaten van de Force
Publique slaven waren die werden gekocht ofwel ontvoerd - driekwart
van hen stierven voordat ze werden ingelijfd. Leopold deed ook zaken
met de machtigste slavendrijver van Zanzibar, de beruchte Tippu Tip:
in 1887 bood Leopold hem het gouverneurschap aan over de oostelijke
provincie. De koning kocht een paar duizend slaven af van Tippu Tip
en beloofde hen de vrijheid... na eerst zeven dienstjaren bij de
Force Publique. (16)
Van
de talloze gevangennemingen van mensen die slaaf werden gemaakt,
bestaat slechts één optekening door de Swahili sprekende Edgar
Canisius van het nadien gestaafde relaas van een Afrikaanse vrouw
genaamd Ilanga. Zij beschrijft een inval in haar dorp door blanke
soldaten aan wie zij overvloedig te eten gaven om hen goed te stemmen
maar de troep kwam terug, ze stormden
de huizen binnen en sleurden de mensen naar buiten. ( ) (we) werden
met touwen om onze nek vastgebonden ( ) de soldaten sloegen ons met
de ijzeren stokken van hun geweren. (17)
De dorpelingen werden gedwongen verder te marcheren, geladen met ( )
manden, in sommige waarvan gerookt mensenvlees lag. ( ) We hadden
niets te eten. ( ) Op de zesde dag werden we erg zwak ( ) mijn
man kon niet langer op zijn benen staan, dus ging hij naast het pad
zitten ( ) de soldaten sloegen hem ( ) toen sloeg een van hen hem
op het hoofd met het uiteinde van zijn geweer, en hij viel op de
grond. Een van de soldaten ving de geit (die
de man had gedragen)
terwijl twee of drie anderen de lange messen die aan het uiteinde van
hun geweren zaten in mijn man staken. Ik zag het bloed naar buiten
gutsen, en toen zag ik hem niet meer, want we passeerden de kam van
een heuvel en hij was buiten zicht. Veel jonge mannen werden op
dezelfde manier gedood, en veel baby's werden in het gras gegooid om
te sterven. (...)
(18)
'Ik
geloof dat we drie kinderkolonies moeten opzetten', schreef de koning
op 27 april 1890,
met elk vijftienhonderd kinderen, en de directeur-generaal gaf
opdracht om 'vanaf
nu zoveel mogelijk mannelijke kinderen te verzamelen' voor de drie
overheidskolonies maar
het werden er naderhand veel meer.
(19)
Hoofdzakelijk katholieke missionarissen verzamelden kinderen: wezen,
van wie de ouders meestal omkwamen door de Force Publique, terwijl in
Afrikaanse clans het begrip 'wees' in feite onbestaande is. In 1899
schrijft een katholieke priester aan zijn overste: Monsieur
Devos heeft ons vijf gevangenen geleverd, vastgebonden bij de nek, om
klei op te graven voor het vervaardigen van baksteen, alsmede
vijfentwintig arbeiders uit Ibembo voor het sprokkelen van hout. ( )
Tijdens de mis ( ) werd op het moment van het opheffen van de
hostie 'presenteer het geweer' geblazen op de jachthoorn.
(20)
Voor
hen die geloven dat Leopold II in Afrika de volkeren ging
onderwijzen, nog dit: De
kinderkolonies werden meestal bestuurd met de chicotte en de boeien.
( ) Als ze hun ontvoering, overbrenging en opleiding overleefden,
werden de mannelijke afgestudeerden van deze staatskolonies soldaten,
precies zoals Leopold had bevolen. Deze staatskolonies waren de enige
door de overheid gefinancierde scholen voor Afrikanen in Leopolds
Congo. (21)
Meer dan de helft van deze getraumatiseerde en ondervoede
kindsoldaten stierven door ziekte en ontbering. Een moeder-overste
schrijft in 1895 dat in haar kolonie vele kleine meisjes stierven,
maar
allen hadden het geluk het Heilig Doopsel te ontvangen; zij zijn nu
engeltjes in de hemel die bidden voor onze grote koning.
(22) Intussen pleegde de aan morfine en alcohol verslaafde echtgenoot
van Leopolds dochter Stéphanie, kroonprins Rudolf, zelfmoord samen
met zijn minnares, wat echter werd publiek gemaakt als een politieke
moord, en Leopold schreef: (...)
Wij kennen de gevoelens van de ministers en rekenen op hun medeleven
in de verschrikkelijke beproevingen die God ons heeft opgelegd. Doe
wat u kunt om monsieur Van Neuss (23)
te helpen meer aandelen op de markt te brengen; dat zou mij zeer
welgevallig zijn. Nogmaals, ik dank u.
(24)
De
Congo was voor blanken de plek om ongestraft te heersen en rijk te
worden. Zo bijvoorbeeld kreeg een districtshoofd in Manyanga voor het
doodslaan van twee bedienden in 1890 als straf een boete van
vijfhonderd frank. Kipling
dichtte: 'Verscheep me ergens oost van Suez,/ waar het beste als het
slechtste is,/ Waar er geen tien geboden zijn,/ en aan drankjes geen
gemis. (25)Die
niet meer wisten van welk hout pijlen maken, konden nog altijd in de
Congo terecht. Deze avonturiers werden door de Afrikanen uiteraard
alleen maar dood gewenst. (26)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
7 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest
van koning Leopold II en de plundering van de Congo,
Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem
Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of
Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 120.
(2)
O.c., p. 120.
(3)
Ib., p. 126.
(4)
Ib., p. 123.
(5)
Ib., p. 124.
(6)
Ib., p. 124.
(7)
Ib., p. 124.
(8)
Ib., pp. 124-125.
(9)
Ib., p. 126.
(10)
Ib., pp. 126-127.
(11)
Ib., p. 128.
(12)
Ib., p. 130.
(13)
Ib., pp. 130-131.
(14)
Ib., p. 131.
(15)
Ib., p. 134.
(16)
Ib., p. 135. De bijgenaamde 'Tippu Tip' (wat een klanknabootsing zou
zijn van de musket) heette in werkelijkheid 'Hamed bin Muhammed el
Murjebi'.
(17)
Ib., p. 137.
(18)
Ib., pp. 137-138.
(19)
Ib., p. 138.
(20)
Ib., pp. 138-139.
(21)
Ib., p. 139.
(22)
Ib., p. 139.
(23)
Het betreft de administrateur-generaal voor financiën van de
Congostaat.
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 8: de eerste dissident en zijn lot
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
8: de eerste dissident en zijn lot
Het boek van Adam
Hochschild is allerminst de eerste aanklacht tegen het Congo-regime
van Leopold II: in 1890, nog voor de grote slachtingen begonnen, was
er de zwarte Amerikaan en mensenrechtenactivist George Washington
Williams. Williams was de schrijver van een lijvig boek over de
geschiedenis van de negerslavernij (1) alsook auteur van een boekwerk
over de zwarte soldaten tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. (2)
Eerder stelde hij aan een medewerker van Leopold II voor om zwarte
Amerikanen te rekruteren om te gaan werken in de Congo, en
aanvankelijk was hij een zeer enthousiast pleitbezorger voor de
erkenning van de Congo-staat door de VS. Hij bezocht de Congo tegen
de wens van de koning in, bracht er zes maanden door en ontdekte daar
allerminst de goedaardig bestuurde kolonie maar wel wat hij noemt:
'het Siberië van het Afrikaanse werelddeel' (3), waarop
hij in 1890 in een (in Europa en in de VS wijd verspreide) Open brief
de koloniale regering van Leopold II in de Congo aanklaagde. Het was
de eerste alomvattende, systematische aanklacht tegen Leopolds
koloniale regime die ooit was geschreven. (4)
Bijzonder
respectvol offreert Williams de koning enkele bedenkingen gebaseerd
op zorgvuldig onderzoek maar hij schrijft tevens dat de
koning der koningen niet tevreden is over wat Hij in de Congo ziet
gebeuren. (5) Williams verwijst naar getuigenissen,
documenten, brieven en verslagen en schrijft dat de documenten zouden
bewaard worden 'tot op het moment dat een internationale
commissie in het leven kan worden geroepen, bekleed met de macht om
personen en stukken op te vragen, eden af te nemen en de waarheid of
valsheid van deze stukken vast te stellen.' (6) Een halve eeuw
voor de Neurenbergprocessen heeft Williams het inzake het bestuur van
de Congo over misdaden tegen de menselijkheid. (7) Hij
vernoemt onder meer de bedrieglijke wijze waarop Stanley en zijn
medewerkers grond aftroggelen van de Afrikaanse stamhoofden, de
tirannie van Stanley, zijn militaire bases die een golf van dood en
verderf veroorzaken en zijn wreedheid tegen zijn gevangenen. Ook
brengt hij de leugenachtige voorwendsels van Leopold te berde: van
een wijze regering was geen sprake, scholen en ziekenhuizen waren er
niet en de blanke rechtbanken waren misdadig. Blanke handelaars en
overheidsfunctionarissen roofden Afrikaanse vrouwen en gebruikten hen
als bijzit. Blanken lieten negers dwangarbeid verrichten en terwijl
zij voorhielden de slavernij te bestrijden, handelden zij in slaven.
Drie
maanden na zijn open brief richtte Williams zich tot de Amerikaanse
president Harrison tegenover wie hij deze beschuldigingen herhaalde
en hij wees hem op zijn verantwoordelijkheid tegenover de Congo
aangezien hij deze Afrikaanse regering eerder had erkend. Hij drong
ook aan op een plaatselijk regime dat internationaal zou zijn en
rechtvaardig. (8)
De
New York Herald, die Stanley naar Afrika had gestuurd, kopte over het
pamplet: Amerikaans staatsburger noemt het bestuur van de
Afrikaanse vrijstaat barbaars onderzoek geëist en
citeerde Stanley die de Open brief 'een opzettelijke poging tot
chantage' noemde. En ook Williams geldschieter, Collis P.
Huntington, koos partij tegen hem. Leopold ging in de tegenaanval en
de kranten hadden het over de 'onevenwichtige neger' (9)
en over de 'pseudo-kolonel' (10) en zij wezen erop dat
de Amerikanen niet beter waren geweest voor de inboorlingen aldaar.
De Belgische kranten La Réforme alsook Le Courrier de
Bruxelles verdedigden Williams en veroordeelden het Congo-regime
van Léopold en ook in de buitenlandse pers werd de Open brief
besproken. Maar in juni 1891 sprongen het Belgisch parlement en de
hoogste ambtenaren de koning bij met een verslag ter weerlegging van
de beschuldigingen.
Williams
werd op dat ogenblik op het eind van zijn rondreis door Afrika in
Egypte in de steek gelaten door zijn geldschieter, bezat toen nog
amper 14 pond, werd ernstig ziek en geraakte nog net in Engeland waar
hij op 2 augustus 1891 op eenenveertigjarige leeftijd overleed. De
koningsgezinde pers berichtte zijn dood met genoegen. (11)
Zijn vroege dood redde de Congoregering (12),
aldus diplomaat S.J.S. Cookey en pas in 1975 kreeg de
mensenrechtenactivist een grafsteen. Hochschild: Williams was
de enige die volledig en hartstochtelijk en herhaaldelijk sprak over
wat anderen ontkenden of negeerden. In de komende jaren zouden zijn
woorden steeds profetischer blijken te zijn. (13)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
2 december 2022)
Verwijzingen:
(1)
Het betreft het in 1882 en 1883 gepubliceerde, tweedelige boek,
getiteld: De geschiedenis van het negerras in Amerika van 1619
tot 1880. Negers als slaven, als soldaten en als burgers, samen met
een inleidende beschouwing over de eenheid van de menselijke familie
en een historische schets van Afrika en een verslag van de
negerregeringen van Sierra Leone en Liberia. Voor
de volledige tekst, zie:
Zie:
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de
plundering van de Congo,
Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem
Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of
Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 110.
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 7: Surrealisme
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
7: Surrealisme
In
april 1885 ( ) werd de koning in een rechtszaal in Groot-Brittannië
genoemd als één van de cliënten van een voornaam 'huis der zonde'
waartegen strafvervolging was ingesteld op aandringen van het
Londense Comité voor de Beteugeling van de Continentale Handel in
Engelse Meisjes
(1), zo verhaalt Adam Hochschild. Leopold betaalde voor de 'gestage
levering' van jonge
vrouwen, van wie sommige tussen de tien en vijftien jaar oud waren en
gegarandeerd maagden
(2) en hij werkte met zwijggeld. (3)
De
voornaamste afleiding voor de huiselijke ellende van de koning was de
Congo waar een paar duizend blanken twintig miljoen zwarten onder de
duim hielden dankzij machinegeweren, kinine en de stoomboot. Leopolds
schulden liepen op maar hij wist de kerk te winnen voor het
propageren van de aankoop van Congo-obligaties die immers de
christianisering ten goede kwamen en de bestrijding van de
moslim-slavenhandelaars; hij kon zelfs een lening van vijfentwintig
miljoen frank losweken van het Belgische parlement (- het equivalent
van vijf miljard frank in 1998). (4) In zijn testament draagt hij de
Congo over aan België en zo
leek zijn erflating een gulle daad in plaats van onderdeel van een
financiële transactie.
(5)
Leopold
begon nu ook te dromen van de Nijl. De Sudan (aan de boven-Nijl),
onder gezamenlijk Engels-Egyptisch bestuur, kampte met
moslimfundamentalisten die de gouverneur-generaal vermoordden.
Gouverneur Emin Pasja vroeg Europa om hulp en kreeg die ook: Stanley
leidde de reddingsexpeditie, gewapend met machinegeweren waarover hij
zei dat het 'waardevolle
diensten zou bewijzen om de beschaving te helpen het barbarisme te
overwinnen.'
(6) Leopold vroeg Stanley om een voor de koning interessante route te
kiezen alsook om de gouverneur met zijn provincie in te lijven binnen
de Congostaat. Op
die manier zou er niet alleen een onbekende uithoek van Leopolds
grondgebied voor hem worden verkend en wellicht vergroot, maar zou
dit allemaal worden gedaan op kosten van anderen. (7)
Maar tijdens de tocht balanceerden Stanley's mannen op de rand van de
hongerdood; hij gijzelde vrouwen en kinderen van negerstammen om van
hen voedselleveringen te bekomen en wanneer
ze tegenstand vreesden gaf
Stanley bevel om alle dorpen in de omgeving plat te branden.
De slachtingen werden beschreven alsof
het een jachtpartij betrof: 'Het was interessant in het oerwoud te
liggen en de inboorlingen rustig bezig te zien ( ) Ik opende de
jacht door één vent door de borst te schieten. Hij viel als een
steen neer. ( ) Dadelijk regende een salvo op het dorp neer.
(8) Hochschild: Eén
lid van de expeditie pakte het afgehakte hoofd van een Afrikaan in
een kist met zout en stuurde het naar Londen om te worden opgezet en
geprepareerd door zijn taxidermist in Piccadilly.
(9) Na
Stanleys terugkeer in 1890 ontstond er in Engeland een controverse
over het verlies van meer dan de helft van de manschappen van de
expeditie en over de gruweldaden die onder zijn bevel waren
gepleegd.
(10) Maar men
had geen idee dat het in vergelijking met het bloedvergieten dat nu
net in Centraal-Afrika begon een onbeduidend incident was geweest.
(11) In België, het land van het surrealisme, blokt de krant De
Standaard van 22 november laatstleden: Congocommissie
zoekt koortsachtig naar eervol slotakkoord. (12)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
30 november 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 94.
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 6: De internationale erkenning van een dictatuur
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
6: De internationale erkenning van een dictatuur
Behalve
Leopold II van België aasden ook Frankrijk, Duitsland,
Groot-Brittannië en Portugal op het bezit van de Congo (1) maar
Leopold was zijn rivalen te slim af: hij wist de politici in de V.S.
warm te maken voor wat hij voorstelde als een soort van 'Afrikaanse
V.S.' naar Amerikaans model (2) en alras erkende de regering in de
V.S. zijn project: De regering van de Verenigde Staten
verkondigt haar sympathie voor en instemming met de humane en
goedgunstige doelstellingen van de Internationale Vereniging van de
Congo, ( ) en zal de functionarissen van de Verenigde Staten ( )
opdragen de vlag van de Internationale Afrikaanse Vereniging te
erkennen als de vlag van een bevriende regering (3) Deze
verklaring verscheen in een door Leopold zelf gewijzigde versie in
Stanleys in vele talen wereldwijd verspreide bestseller The Congo
and the Founding of Its Free State: A Story of Work and Exploration.
De voornaamste wijziging was dat hij nu alleen de door Leopold
gecontroleerde Internationale Vereniging van de Congo noemde (4),
zo schrijft Hochschild en hij voegt eraan toe: Lang voor
Stalin, die ook eigenhandig de manuscripten van schrijvers
redigeerde, wist Leopold hoe nuttig het was de geschiedenis te
herschrijven. (5) Door zulke goocheltrucs veranderde het
gebied dat in het volgende jaar door een steeds langere lijst van
landen zou worden erkend, geleidelijk van een federatie van staten
onder de welwillende bescherming van een liefdadigheidsvereniging in
een kolonie onder de heerschappij van één man. (6) Zelfs
kanselier Bismarck van Duitsland liet zich inpalmen door Leopold en
erkende de nieuwe staat ofschoon hij over hem gezegd had: Zijne
majesteit vertoont de pretenties en de naïeve zelfzuchtigheid van
een Italiaan die ervan uitgaat dat hij dankzij zijn charme en knappe
uiterlijk alles voor elkaar kan krijgen. (7) Er kwam een
Conferentie van Berlijn (gehouden van november 1884 tot februari
1885) over het lot van Afrika waarop niet één Afrikaan uitgenodigd
was. (8) Leopold (die het overwoog zich 'keizer van de Congo' te
noemen maar uiteindelijk koos voor de titel van 'eigenaar') sleepte
een grondgebied in de wacht dat groter was dan Engeland, Frankrijk,
Duitsland, Spanje en Italië bij elkaar. Bij koninklijk besluit
noemde de koning op 29 mei 1885 zijn nieuwe, particulier bestuurde
kolonie de 'Etat indépendant du Congo', de Congo Vrijstaat
(9) die in werkelijkheid een dictatuur was - in dit geval 'vrij',
namelijk van overheersing door vreemde mogendheden en door het
Belgische parlement. (10)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
25 november 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), pp. 76-77.
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 5: Het inpalmen van het grondgebied
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
5: Het inpalmen van het grondgebied
Koning
Leopold zette juridische constructies op en organisaties waarmee hij
bewust verhinderde dat aan het licht kwam dat hijzelf persoonlijk de
opkoper was van de Congo. Het publiek heeft dat niet in de
gaten (1), zo schrijft hij letterlijk. Hij verschool zich
achter aandeelhouders en achter bankier Maximilien Strauch. Terwijl
hij zich voordeed als filantroop en deed alsof hij een
confederatie van vrije negerrepublieken stichtte (2) en alleen
maar gastverblijven bouwde, wetenschappelijke centra, en de
slavenhandel bestreed in dienst van de vooruitgang (3), zorgde hij
ervoor dat de contracten die Stanley zijn Europese personeel
liet tekenen hun verbood iets over het echte doel van hun werk in de
openbaarheid te brengen. (4) Maar in feite minachtte hij de
inboorlingen: zoals een van Leopolds ondergeschikten botweg
schreef aan Stanley: 'Er is geen sprake van dat ook maar de geringste
politieke macht wordt gegund aan negers. Dat zou absurd zijn (...)'
(5) Stanley bracht een machtig privé-leger op de been (6) en was
wreed voor de negers in zijn dienst en hij schrijft aan Brussel: 'De
beste straf is die van de boeien, want zonder het lichaam te
verwonden, te verminken of te martelen, brengt het schaamte en
ongemak met zich mee' (7)
Leopold
liet zich juridisch bijstaan door de geleerde sir Travers Twiss uit
Oxford. Het was hem te doen om een zo groot mogelijk grondgebied en
om ivoor en hij schrijft: Ik verlang te zien dat u alle ivoor
die aan de Congo te vinden is opkoopt, en laat kolonel Strauch weten
welke goederen hij naar u moet sturen om ervoor te betalen en
wanneer. Ik beveel u ook aan slagbomen en tolheffingen in te stellen
(...) (8) Een gebied zo groot als de hele Verenigde
Staten ten oosten van de Mississippi (9) werd van de
Afrikaanse stamleiders afgesnoept met methoden die even bedrieglijk
waren als de huidige waarmee multinationals vandaag zowat iedereen
inpakken, met als voornaamste wapen de onwetendheid van de
gedupeerden omtrent hun eigen rechten. Slechts enkelen hadden
ooit eerder het geschreven woord gezien, aldus Adam
Hochschild, en hun werd gevraagd hun X te zetten onder
documenten in een vreemde taal en vol juridisch jargon. (10)
Hochschild: In Isangila, niet ver van de grote
stroomversnellingen, tekende Stanley op dat hij in staat was geweest
land te kopen voor een handelspost door een paar stamhoofden te
betalen met 'een ruime hoeveelheid fraaie kleren, lakeienjassen en
met klatergouden galons versierde uniforms, met (...) goederen ( )
niet te vergeten een paar flessen gin'. De veroveraars van Afrika
waren er, net als die van het Amerikaanse Westen, achter gekomen dat
alcohol even doelmatig kon zijn als een machinegeweer. (11) De
inboorlingen hadden er geen flauw idee van dat ze hun land
verkochten. De belangrijkste nederzetting ging Leopoldville heten en
op de landkaarten verschenen ook de 'Leopoldheuvel', het
'Leopold-II-meer' en de 'Leopold-rivier'. (12) Naast het grondgebied
en het ivoor werd na verloop van tijd ook de hoogstaande Congolese
kunst waaraan Matisse, Picasso en andere groten zich inspireerden,
weggeroofd.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
23 november 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 71.
(2)
Ib., p. 73
(3)
Ib., p. 72.
(4)
Ib., pp. 70-71.
(5)
Ib., p. 73.
(6)
Ib., p. 77.
(7)
Ib., pp. 73-74.
(8)
Ib., p. 76.
(9)
Ib., p. 78.
(10)
Ib., p. 78.
(11)
Ib., pp. 77-78.
(12)
Ib., p.73.
(3)
O.c., p. 69-70.
17-11-2022
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 4: De uitroeiing van de Afrikaanse olifant
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
4: De uitroeiing van de Afrikaanse olifant
Dat
koningshuizen bevolkt worden door wereldvreemde schepsels mag niemand
verbazen en omdat mensen pas datgene kennen en kunnen appreciëren
waaraan zij een tekort hebben, weten vorsten en vorstinnen de waarde
van ons dagelijks brood helemaal niet te schatten: zij kennen slechts
de kostbare snuisterijen waarvoor zij onderling wedijveren, zoals
goud- en zilverwerk, parels en... ivoor, waaruit dure schaakstukken,
broches, crucifixen en snuifdozen worden vervaardigd. En uiteraard
behoeven potentaten met het oog op hun intriges ook kennis van een
zeker deel van de menselijke ziel.
Koning
Leopold II kent Stanley's persoonlijkheid: Eén deel titaan met
een ongepolijste kracht en bergen verzettend zelfvertrouwen; het
andere een kwetsbare, onwettige zoon van de arbeidende klasse,
gedreven ijverend voor de goedkeuring van de machtigen. (1) In
1878 laat de drieënveertigjarige koning Stanley die dan
zevenendertig is naar zijn paleis komen en neemt hem contractueel in
dienst: Stanley zal voor zijn (uiteraard door Leopold betaalde)
expeditie verblijvend in Afrika gedurende vijf jaar jaarlijks 50.000
frank ontvangen en verblijvend in Europa de helft van die som. (2)
Hij moet aan de monding van de Congo een basis oprichten, een
(spoor)weg om de vele watervallen te omzeilen en rond het 1500 km
lange bevaarbare stuk van de Congostroom worden vele handelsposten
gepland.
Sinds
Columbus Amerika binnenviel werden gedurende vele eeuwen slaven
vanuit Afrika naar Noord-Amerika versast om daar de plantages te
bevolken, wat neerkomt op een genocide die aan miljoenen zwarten het
leven kostte. En uiteraard was het ook Leopolds bedoeling niet om de
zwarten te gaan beschaven: zijn plannen lagen veeleer in de lijn van
wat de plunderaars die hem voorafgingen, bezielden. Leopold wilde dat
Stanley de weg vrijmaakte om via de Congorivier het kostbare ivoor
uit het hart van Afrika te gaan 'oogsten' en het naar de monding van
de Congo te versassen, waar het dan per schip naar Brussel zou worden
gevaren. Waarmee een andere genocide van start ging, dit keer gemunt
op de Afrikaanse olifant. (3)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 november 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 68.
(2)
Adam Hochschild (/zijn vertaler) vermeldt dat 50.000 frank uit die
tijd overeenkomt met een half miljoen gulden of dus met tien miljoen
Belgische frank (een kwart miljoen euro) in 1998.
(3)
O.c., p. 69-70.
15-11-2022
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 3: Leopold strikt de grote ontdekkingsreiziger
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
3: Leopold strikt de grote ontdekkingsreiziger
Leopold
II wordt gedreven door winstbejag. Hij bestudeert de Spaanse
verovering van Noord- en Zuid-Amerika, de Britse kolonies India,
Birma en Ceylon alsook Nederlands-Indië. Dwangarbeid [zo
merkt hij op] is de enige manier om deze indolente en
corrupte volken van het Verre Oosten te beschaven en te verheffen.
(1) Hij wil een kolonie om België rijk te maken en als uitvlucht
voor zijn veroveringsplannen verzint hij dat hij een halt wil
toeroepen aan de Arabische slavenhandel. Vanaf 1876 organiseert hij
een groots opgezette conferentie omtrent de kolonisering van Afrika
waar hij basissen plant met scholen, laboratoria en opslagplaatsen
voor de bevoorrading van ontdekkingsreizigers. Het orgaan bezorgt hem
faam als filantroop maar verdampt reeds het jaar daarop. (2)
In
1877 duikt Stanley op, hij heeft Afrika van West (Zanzibar) naar Oost
doorkruist in een tocht van 10.000 km die tweeënhalf jaar duurde.
Hij bracht de streek in kaart en kende zijn eigen naam toe aan de
Stanleywatervallen en die van de zeventienjarige Alice waarmee de
bijna veertiger zich verloofd had, aan de boot (de 'Lady Alice')
waarop hij de expeditie heeft gevoerd. Driehonderdzevenenvijftig
mensen reisden mee in een colonne van een kilometer lang die
zesduizend kilogram wapens en ander proviand meevoerde en die middels
de seinen met een jachthoorn werd bestuurd. Stanley pakt uit met zijn
bloedige veroveringstochten en schrijft in zijn dagboek: 'We
hebben achtentwintig stadjes en zestig tot tachtig dorpen aangevallen
en vernield.' (3) Humanitaire groeperingen in Engeland zijn
verontwaardigd maar voor vele anderen is Stanley een held en de
inboorlingen worden 'een soort menselijk ongedierte'
genoemd. (4) Ook straft
Stanley zijn dragers, die hij in zijn dagboek schurken noemt, met
tweehonderd zweepslagen (5) en hij zet het leven van zijn naaste
medewerkers op het spel, vaker overleven zij de tocht niet. Zijn
boeken worden multimediaproducten (6) terwijl in de overlevering de
inboorlingen het hebben over de wreedheid van de blanken. Stanley
verneemt wat later dat zijn verloofde, Alice, intussen getrouwd is
met de spoorwegmagnaat en miljardair Albert Barney en wordt
depressief. Wanneer zijn roem groeit, beklaagt Alice het zich niet
mevrouw Stanley te zijn geworden en lang na zijn dood eist zij de eer
voor Stanley's expeditie voor zich, het was immers de Lady Alice die
Afrika veroverde... (7)
Met
listen en intriges lokt koning Leopold II de in Engeland en in
Amerika door de autoriteiten ondergewaardeerde Stanley nu naar België
om hem voor zijn kar te spannen binnen zijn plan om de Congo in te
palmen. (8) 'Ik wil niet riskeren', aldus Leopold, 'een
goede gelegenheid te verliezen om voor onszelf een deel van deze
schitterende Afrikaanse taart veilig te stellen'. (9)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
15 november 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 43.
(2)
O.c., pp. 39-52.
(3)
O.c., p. 55.
(4)
O.c., p. 56.
(5)
O.c., p. 57.
(6)
O.c., p. 57.
(7)
O.c., pp. 57-62.
(8)
O.c., pp. 62-66.
(9)
O.c., p. 64.
13-11-2022
Adagio
Adagio
"Adagio" - Liedcyclus (Jan Bauwens, 2004) getoondicht op elf gedichten uit "Adagio" van Felix Timmermans (1886-1947).
[De muziekpartituren zijn verkrijgbaar bij de componist]
08-11-2022
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 2: 'Missionering'
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
2: 'Missionering'
In
1482 kwamen de Portugezen met Diogo Cão aan bij de Congorivier en
zij werden daar in 1491 vriendelijk ontvangen door de koning, de
ManiKongo. Het land telde toen 3 à 4 miljoen mensen. De Portugezen
gaven de koning wapens om de opstandelingen te onderdrukken en zij
begonnen met de bouw van kerken en missieposten. In Afrika bestond
slavernij maar veel Afrikaanse stamhoofden waren ook bereid om ganse
scheepsladingen slaven aan de aan slavenkoorts lijdende Europeanen te
verkopen: ze werden verscheept naar de mijnen en de plantages voor
koffie, thee, suiker, katoen en tabak in de Britse, Franse en
Hollandse koloniën in Noord-Amerika, onder meer Brazilië en de
Caraïben. Ook heel wat missionarissen werden slavenhandelaars
omwille van de hoge winsten. Toen de ManiKongo Affonso zijn beklag
deed bij de Portugezen dat ze, gedreven door hebzucht, zijn land
helemaal ontvolkten, wimpelden zij dat af - in 1665 werd de ManiKongo
onthoofd.
In
1816 ging de Brit James Tuckey op expeditie om de oorsprong van de
Congorivier te vinden die een werveling was van schuimende
stroomversnellingen en reusachtige draaikolken (1) maar de
gele koorts sloeg toe.
Missionarissen,
ontdekkingsreizigers, beschaving en christianisering: het bleken
allemaal smoezen om heel andere en minder menslievende bedrijvigheden
mee toe te dekken. Priesters werden slavenhandelaars en
ontdekkingsreizigers vedetten en helden: zij vingen roem met
leugenachtige verhalen over hun exotische reizen. Toen Livingstone
van de radar verdween, zwoer Stanley dat hij hem zou vinden en zijn
verzonnen avonturen spijzigden de pers van destijds. Waar was het hen
eigenlijk om te doen? De grondslag van Europa's opwinding
bestond grotendeels uit de hoop dat Afrika een bron voor grondstoffen
zou worden om de Industriële Revolutie te voeden, net zoals de
zoektocht naar grondstoffen - slaven - voor de koloniale
plantage-economie de voornaamste aanleiding was geweest voor Europa's
eerdere bemoeienis met Afrika. ( ) Maar de Europeanen wilden graag
van zichzelf geloven dat ze werden gedreven door nobeler
beweegredenen. Vooral de Britten geloofden vurig in het brengen van
'beschaving' en het christendom naar de inboorlingen en zij
stelden het zo voor dat zij de slavernij kwamen bestrijden! (2)
(waarbij de Arabieren nu de zondebok werden). (3)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
8 november 2022)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 24.
(2)
O.c., p. 33.
(3)
O.c., p. 34.
05-11-2022
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 * Aflevering 1: Inleiding
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
1: Inleiding
De
Amerikaanse historicus en mensenrechtenactivist Adam Hochschild
(°1942) is de zoon van een naar New York uitgeweken joodse
grootindustrieel met Duitse roots, Harold Hochschild, die voorzitter
was van de Amercan Metal Company. (*) Hij schreef onder meer over de
Zulu's in Zuid-Afrika, over de Russische Gulags (de
concentratiekampen onder Stalin), over het abolitionisme, over de
Eerste Wereldoorlog, over de Spaanse Burgeroorlog en ook over een
van de grote massaslachtingen van de recente geschiedenis (1),
namelijk de genocide op naar schatting acht miljoen Congolezen onder
Leopold II.
Hochschild
schrijft in zijn Inleiding dat de Congo van een eeuw geleden
inderdaad een dodencijfer van holocaustomvang had gekend. (2)
Het gaat om een historie die niet alleen in de doofpot belandde maar
waarbij de Belgische koning Leopold II zich bovendien wereldwijd liet
doorgaan voor een filantropische vorst (3) die de
slavenhandel bestreed en aan wie werd lof toegezwaaid aangezien
hij zijn persoonlijk fortuin heeft geïnvesteerd in openbare werken
ten gunste van de Afrikanen. (4)
Maar
havenopzichter in Antwerpen Edmund Morel zag dat de scheepsladingen
uit Afrika tot de top van de ruimen (waren) volgestouwd met
waardevolle ladingen rubber en ivoor (5) terwijl de vracht van
de schepen die weer naar de Congo voeren hoofdzakelijk bestond uit
legerofficieren, vuurwapens en militie (6), wat hem
ervan verzekerde dat hier slavernij aan de orde was (7) en hij
herinnerde zich Heart of Darkness van de Oekraïense schrijver
Joseph Conrad die het heeft over 'de verachtelijkste worsteling
om buit die ooit de geschiedenis van het menselijk geweten heeft
besmeurd'. Adam Hochschild:
En boven allen uit torende koning Leopold II, een man
die evenzeer was vervuld van hebzucht en sluwheid, valsheid en charme
als de meest complexe schurken van Shakespeare (8) maar die
nooit zelf in Congo is geweest en die derhalve nooit een
druppel door geweld vergoten bloed zag (9) zoals ook de
piloten die bombarderen vanuit de stratosfeer, de door hen verminkte
lichamen niet hoeven te zien. (10) en ze gingen er bovendienl prat
op: De mannen die zich meester hadden gemaakt van de Congo
gaven vaak hoog op van hun moordpartijen en schepten erover op in
boeken en krantenartikelen. (11)
Zoals
in de proloog wordt aangegeven kennen deze trieste gebeurtenissen een
voorgeschiedenis van eeuwen van overzeese slavenhandel welke wij
eerder behandelden in de artikelenreeks Hoe Europa groot en rijk
werd. (12)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
5 november 2022)
Verwijzingen:
(*)
https://en.wikipedia.org/wiki/Adam_Hochschild
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 8.
Met
Allerheiligen worden de martelaren herdacht doch frontsoldaten zijn
geen martelaren zoals dictators en kerkhoofden het gezegd willen
hebben: in dit soort van verhalen zijn de martelaren altijd weer de
onschuldige kinderen. Dictators gijzelen hun eigen burgers en zij
plegen chantage op hen middels hun gezinnen en hun kinderen. Om die
reden kunnen zij hen dwingen te gaan sneuvelen aan het front want zij
stellen desertie voor als lafheid. De soldaten bieden geen weerstand
tegen hun dictator omdat zij allemaal gaan lijden aan het
Stockholmsyndroom: zij gaan 'sympathiseren' met de gijzelnemer die de
dictator wezenlijk is omdat zij zijn wreedheid vrezen: wreedheid
jegens henzelf maar eerst en vooral ook jegens hun gezinnen en hun
kinderen. De handelwijze van de dictators zou pas hout snijden indien
het ook zo was dat zij meer zorg droegen voor de gezinnen en de
kinderen dan de vaders zelf. Dat dit allerminst het geval is, blijkt
hieruit dat zijzelf nimmer bereid blijken zich persoonlijk in het
gevecht te storten: zij houden zich op in schuilkelders en zij
beveiligen zich in extreme mate. Op gebied van lafheid wedijveren de
dictators zodoende met de kerkleiders die sinds oudsher via de omweg
van hun aan tovenarij te danken macht over de lichtgelovige vrouwen
en de kinderen, het handelen van de mannen besturen. Dit bewijst
tevens dat dictators allerminst leiders zijn en 'kerkleiders'
allerminst herders: zeer in tegenstelling tot de dieren, bijvoorbeeld
de vissen, die er bij de vorming van scholen voor zorgen dat hun
jongen door de ouderen omgeven en beschermd in het midden zwemmen,
laten dictators hun vege lijf beschermen door de jeugd die zij naar
het front sturen. Dictators zijn parasieten die voor leiders willen
doorgaan, precies zoals de zogenaamde 'kerkleiders' wier tronies
sinds oudsher smachten in het vet en blinken van het goud en van de
parels op hun potsierlijke tiara's. Omdat onschuldige kinderen
telkenmale het gelag betalen, is het de verdomde burgerplicht
dictators te verjagen. Dat alleen angst de uitvoering van deze plicht
in de weg staat, toont zich waar potentaten struikelen: het volk dat
anders gelijk een knipmes voor de dictator buigt, kan hem dan niet
rap genoeg lynchen.
(J.B.,
1 november 2022)
27-10-2022
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 10: Aldus wordt de 'wet van de jungle' tot wet zonder meer
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
10: Aldus wordt de 'wet van de jungle' tot wet zonder meer
Steeds
vaker leest men her en der in magazines en in kranten dat de
wetenschappelijke vooruitgang wellicht te danken is aan autisme en
daar hebben we alweer een 'theorie' die niet te wijten is aan inzicht
doch aan een schromelijk tekort daaraan en die maar beter kan
bestempeld worden als een waanzin of een bijgeloof.
Autisme
bestaat zoals het wordt omschreven om mensen te typeren die geen
sociale contacten kunnen leggen en die derhalve gedoemd zijn
om zich op te sluiten in zichzelf. Maar het omdraaien van die
implicatie getuigt slechts van een verregaand gebrek aan elementaire
logica. De implicatie Als A dan B is geenszins
equivalent met de implicatie Als B dan A maar is alleen
equivalent met de implicatie: Als niet-B, dan niet-A.
Er
zijn met andere woorden mensen die weinig of geen sociale contacten
onderhouden terwijl zij op dat vlak helemaal niet onvermogend zijn:
zij zijn bekwaam tot sociaal verkeer maar zij willen de
intensiteit van sociale contacten die de doorsnee aan de dag legt
niet, bijvoorbeeld omdat zij er niet de behoefte aan hebben of omdat
hen de tijd daarvoor ontbreekt daar zij met andere zaken bezig zijn
welke zij belangrijker achten dan pakweg voetballen of kaartspelen.
Wat
gezegd als men bijvoorbeeld zou verkondigen dat het bestaan van
meerdere talen zou te danken zijn aan het bestaan van barbaren?
Iedereen weet dat de Oude Grieken tijdens hun veroveringstochten
volkeren die de Griekse taal onmachtig waren, 'barbaren' noemden, wat
wil zeggen: 'brabbelaars'. Zij deden dat omdat zij arrogant genoeg
waren om te denken dat een taal die zijzelf niet verstonden, geen
echte taal kon zijn maar hooguit gebrabbel. Dezer dagen hoort men
evenzeer heel wat Amerikanen zeggen dat Afghanen, om maar één volk
te noemen, een brabbeltaaltje spreken waar zij in feite zouden moeten
concluderen dat niet de Afghanen doch zijzelf de ongeletterden zijn
daar zij alleen maar Engels verstaan.
Arrogantie
is dan ook de sleutel tot een beter begrip van het onverstand dat
schuilgaat achter de opvatting dat de wetenschappelijke vooruitgang
te danken ware aan autisme. Heel wat mensen blijken namelijk niet in
staat om het onderscheid te maken tussen enerzijds gebrabbel en
anderzijds een geleerde uiteenzetting: vanuit hun enge
referentiekader zijn dat twee dezelfde zaken omdat zij die zonder
onderscheid positioneren in het vakje van de dingen die zijzelf niet
verstaan. Zij merken geen verschil tussen de graffiti die de betonnen
pijlers van de viaducten sieren en de wiskundige symbolen in een boek
over geometrie of fysica en derhalve concluderen zij dat er ook
helemaal geen verschil kan zijn.
Dit
is de manier waarop de massa alles wat met kop en schouders boven
haar uitsteekt, met de grootst denkbare onverschilligheid wegmaait.
Neen, het is beslist niet zo dat genialiteit aan autisme zou te
danken zijn: onwetende mensen denken dat omdat zij niet in staat zijn
om een onderscheid te maken tussen allerlei zaken en gedragingen die
zij niet verstaan en waarvan de ene onder de noemer van autisme
vallen terwijl de andere kenmerkend zijn voor een verstandigheid
welke zij zelf helaas moeten missen.
Het
gevaar van de democratie bestaat erin dat zij op structurele wijze en
derhalve onoplosbaar de discriminatie van het sublieme, dat per
definitie altijd uitzonderlijk zal blijven, gemeenschappelijk heeft
met de wet van de jungle, terwijl ze dit onrecht bovendien tot wet
maakt, wat uiteindelijk geschiedt tot haar eigen gigantische nadeel.
Het is helemaal geen elite die de 'nieuwe wereldorde' leidt doch een
anonieme tendens welke haar blindheid deelt met die van een ordinaire
mol. Maar dan met dat verschil dat een mol een bijzonder respectabel
dier is.
(J.B.,
27 oktober 2022)
(Wordt
vervolgd)
25-10-2022
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 9: Een hedendaagse versie van de Apologie van Socrates
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
9: Een hedendaagse versie van de Apologie van Socrates
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 8: als de zwarte propaganda het wint van de kennis
De 'nieuwe wereldorde'
Aflevering 8: als de zwarte propaganda het wint van de kennis
Alleen insiders, en dat moeten dan ook nog specialisten zijn, hebben enig zicht op de manier waarop hoogtechnologische spullen werken: 'normale' mensen gebruiken smartphones, downloaden muziek en films en verrichten financiële transacties met de pc zonder ook maar enig benul te hebben van de onderliggende technologische hoogstandjes die de werking daarvan mogelijk maken. Zij peuteren een laptop open en zien slechts een wirwar van metalen stukjes en draadjes waarvan de onmisbaarheid pas duidelijk zou worden door er een stukje uit weg te nemen. Ons lichaam gehoorzaamt aan onze wil zonder dat wij ook maar iets begrijpen over de werking van bijvoorbeeld neuronen maar van zodra een minuscuul fragmentje van ons lijf het laat afweten, kan dit het einde inluiden van ons bestaan. Het autoverkeer wordt mogelijk gemaakt en geregeld door een lange geschiedenis van technologische groei, door patenten en wetten, door een met verkeerstekens, signalen en regels georkestreerd wegennet, door een specifiek opleidingssysteem waaraan alle gebruikers onderworpen worden en door nog talloze zaken meer. De financies van een staat, de taakverdeling van een maatschappij, het functioneren van burgers: het zijn allemaal danig ingewikkelde 'apparaten' dat niemand er nog een zicht op heeft. Zij werken bij de gratie van de navolging van zekere afspraken, uitgebroed door hoogopgeleide en gespecialiseerde vaklui.
Er is een 'technologie' van de natuur, er is de techniek van menselijke instrumenten maar er is ook nog de technologie welke niet het menselijk lichaam tot object heeft of de smartphone maar wel het maatschappelijke handelen, of beter: bepaalde onderdelen daarvan, zoals bijvoorbeeld de vorming van meningen en overtuigingen in de hoofden van specifieke klassen van burgers. En derhalve bestaan er naast de technologen die smartphones in elkaar knutselen zodat zij ons de gewenste muziek laten horen, ook technologen die ervoor zorgen dat mensen zich de (door de overheid) gewenste meningen vormen.
En precies zoals de smartphone zelf zich niet bewust is van de manier waarop hij werkt of zoals de mens die loopt, eet of nadenkt, helemaal niet weet hoe zijn lichaam dat voor mekaar krijgt, zo ook weten burgers door de band quasi niets over de wijze waarop hun mening over allerlei zaken tot stand komt. Wij verkeren veel vaker in de illusie dat wij het heft in eigen handen hebben dan dat dit ook effectief het geval is. Zoals wij onze fysieke prestaties geheel verkeerdelijk toeschrijven aan de werking van onze wil terwijl in feite de natuur aan het werk is die wij onmogelijk kunnen doorgronden, zo ook schrijven wij de oorsprong en de vorming van onze meningen toe aan de kracht van ons denken terwijl zij voor het overgrote deel de resultanten zijn van invloeden waarvan voor ons de oorsprong een grote onbekende blijft, om nog niet te reppen van de achterliggende bedoelingen.
De link met de huidige Europese oorlog ligt voor de hand: zou men de psychologische oorlogsvoering achterwege laten, dan liet men opzettelijk een ruim gedeelte van zijn wapenrusting buiten strijd en dan nog uitgerekend dat stuk waarop men maar moeilijk kan aangesproken worden en dat derhalve ook in tijden van 'vrede' ongehinderd werkzaam blijft.
Psychologische oorlogsvoering is propaganda met het oog op de verzwakking van de vijand. Dat gebeurt bijvoorbeeld met leugens, zoals desinformatie en 'zwarte propaganda' of acties in andermans naam, waarbij slachtoffers zich vaak allerminst bewust zijn van het bedrog en het meest bekende voorbeeld daarvan is de vermeende joodse samenzwering ter verwerving van de wereldheerschappij zoals neergeschreven in de zogenaamde 'Protocollen van de wijzen van Sion', een door de Ochrana opgestelde tekst met het oog op het destabiliseren van de maatschappij. Maar uiteraard maken niet alleen de Russen doch alle partijen gretig gebruik van dergelijke tactieken. Van de hoax, over de neppoederbrieven, tot het islamitische 'gifhandboek'. Ook bangmakerij en terreur zijn beproefde methoden.
Bijzonder moeilijk wordt het wel wanneer het relateren van Covid-19 aan de uitrol van het G5-netwerk door de overheid wordt voorgesteld als desinformatie terwijl de topspecialist bij uitstek, tevens Nobelprijswinnaar, in casu professor en president van het Parijse Institut Pasteur, Luc Montagnier, er persoonlijk voor waarschuwt dat het gevreesde verband reëel is. Wie het verkiezen om geloof te schenken aan onwetende en sowieso onbetrouwbare politici die bij de hele prikzaak immers niet vies zijn gebleken van allerlei vormen van belangenvermenging - wie aan deze malafide lui geloof schenken veeleer dan gehoor te geven aan de waarschuwingen van gedegen wetenschapslui die onbevangen en geheel belangeloos spreken met kennis van zaken, moeten wel niet goed snik zijn. Maar kijk, de voorkeur van dit onafgebroken door de media bespeelde publiek voor de blaaskaken die kennelijk nog veel liever elkaars volk met raketten bestoken dan elkaar te lijf te gaan met retoriek, wordt na de transformatie van menselijke personen tot onmenselijke massaproducten een mainstream waartegen in een democratisch bestel helemaal niets meer te beginnen valt.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 22 oktober 2022)
21-10-2022
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 7: âWant alle vlees is zoals grasâ
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
7: Want alle vlees is zoals gras
Niet
alleen de bomen, ook de de helft van alle vogelsoorten zijn aan het
verdwijnen, om precies te zijn blijken 49 percent van hen 'in
verval', zoals wordt gemeld door AnimalsToday d.d. 5 oktober laatst
leden. Is hier sprake van causale verbanden en zo ja, waar zitten die
dan? Veroorzaakt het einde van de wereld ook het einde van de vogels
of is het veeleer andersom en betekent het grote sterven van de
vogels ook de dood van de wereld? Uiteraard is het laatste het geval,
zo zal men antwoorden maar dan geeft het volgende feit wel te denken:
menigeen zal zich herinneren dat ten tijde van de oorlog in Bosnië
en omstreken eensklaps alle vogels verdwenen een korte tijd voordat
de bombardementen zijn begonnen. Het bericht vulde toen alle kranten
maar lokte slechts weinig reacties uit, wellicht vanwege
vooroordelen: wanneer 'ongelooflijke' verschijnselen zich voordoen,
of verschijnselen welke helemaal niet worden verwacht, heeft men
immers de hardnekkige neiging om die te ontkennen. Zoals men ook de
neiging heeft om dingen waar te nemen die er helemaal niet zijn,
alleen omdat men gelooft dat ze wel moeten gebeuren. Hoe dan ook:
sinds korte tijd verdwijnen zowat alle vogelsoorten, dit keer in onze
contreien. Op de kauwen na, die als zij de gelegenheid daartoe
hebben, vleeseters zijn, precies zoals de gieren, aaseters eigenlijk.
En de herfst komt tot bloei, de bomen stoten hun bladeren af en
willen sterven omdat hun tijd gekomen is. Das Gras ist verdorret
und die Blume abgefallen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
21 oktober 2022)
19-10-2022
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 6: de eerzucht en de oorlog
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
6: de eerzucht en de oorlog
Zoals
vele andere soorten, planten ook mensen zich geslachtelijk voort en
de geslachtelijke voortplanting is in de evolutie een succes gebleken
omdat zij een groot voordeel heeft: gebrekkige exemplaren vinden maar
zelden een partner en zullen zich derhalve veel moeilijker of
helemaal niet voortplanten: 'zieke' genen hebben op die manier maar
een geringe kans om naar een volgende generatie over te gaan, wat de
gezondheid van de soort ten goede komt.
Gebrekkige
genen resulteren immers meestal ook in goed zichtbare kenmerken: dat
kan bijvoorbeeld een motorische handicap zijn maar ook gewoon een
minder elegant voorkomen of dus een verschijning met een geringere
erotische aantrekkingskracht. Geheel gevoelsmatig associëren wij
graden van erotische aantrekkingskracht met graden van mannelijkheid
of vrouwelijkheid terwijl het in feite gaat om graden van gezondheid,
al is veralgemening hier uit den boze.
Bepaalde
genen gaan samen met bepaalde uiterlijke kenmerken of fysieke
eigenschappen maar derhalve ook met specifieke gedragingen en met
zekere maatschappelijke rollen. Gezondheid gaat met andere woorden
vaak samen met schoonheid, elegantie, kracht, vastberadenheid, moed,
verstand en leiderschap, wat wij op prijs stellen. Maar een
uitstekende gezondheid resulteert ook vlotter in agressiviteit,
vechtlust en machtswellust - eigenschappen die welkom zijn waar men
te maken heeft met wilde dieren en met andere natuurlijke vijanden
maar die in de beschaafde wereld eerder gelden als onaangepast of
barbaars.
Vechtersbazen
beseffen niet dat zij slechts de blinde dienaren zijn van even
willoze genen die oorlog voeren met elkaar en men treft hen alom in
de dierenwereld aan maar ook bij mensen, al zorgt onze beschaving
voor het kanaliseren van de strijd onder soortgenoten in allerlei
vormen van maatschappelijke concurrentie, zoals sport maar
bijvoorbeeld ook wedijver inzake economie, wetenschap, kunst en zo
meer.
De
resultaten van wedijver geven aanleiding tot pronkzucht - getuige de
verheerlijking van atletische lichamen in kunst en reclame ter
gelegenheid van de Olympische Spelen of in andere sporten - omdat met
het oog op het etaleren van de goede gezondheid en de excellerende
genen niet alleen wordt uitgepakt met (maatschappelijke) prestaties
maar ook met aanverwante eigenschappen die minder of geen directe
maatschappelijke relevantie hebben, zoals schoonheid, elegantie of
gewoonweg uitgesproken mannelijke of vrouwelijke kenmerken zoals de
lichaamsbeharing of het timbre van de stem.
Maar
schoonheid is slechts een vel dik, zoals de volkswijsheid het
zegt: de vergankelijkheid van elegantie, gezondheid, kracht,
prestatiebekwaamheid en maatschappelijke status is een realiteit die
haar hardnekkigheid deelt met de tijd zelf waarvan wij de
vergankelijkheid voortdurend ondervinden en verzet daartegen kan
slechts de lachlust prikkelen: het beginnende buikje onttroont de
atleet en het zich opstapelende heupvet stort de schoonheidskoningin
in een depressie. Gevaarlijk wordt het pas waar men niet in staat is
in zijn vergankelijkheid te berusten. En hier geldt de gekende regel:
hoe hoger men klimt, des te dieper men kan vallen.
Het
niet (kunnen) aanvaarden van de vergankelijkheid staat gelijk met het
afwijzen van de werkelijkheid als zodanig en jammer genoeg is dit
onverstand veeleer de regel dan de uitzondering en zo zijn er sinds
het begin der tijden de religies waarin de mens zijn eindigheid
verwerpt en er naar streeft aan god gelijk te zijn. Die onvrede met
zichzelf en met het eigen lot brengt de mens geen baat maar stort hem
daarentegen in het verderf: hij creëert zich een schijnwereld waarin
hij almacht, kennis, eeuwige jeugd en onsterfelijkheid kan kopen. Of
dan toch een wereld waarin die zaken te koop worden aangeboden. En
uiteraard voorzien van een prijskaartje. Over die onvrede en de
verregaande gevolgen ervan handelt het hoofdwerk van Rudolf Boehm.
(1)
Waar
pronkzuchtigen die ooit jeugd, kracht en schoonheid bezaten alsook
alle navenante attributen daarvan, niet in staat blijken om het
verval daarvan te beamen, zodat zij niet alleen alle zelfspot
afwijzen maar zich tevens willen wreken tegenover het lot als
zodanig, zullen zij zich in allerlei bochten wringen om zich alsnog
te doen gelden. Machtige lui worden dan dictators omdat zij niet
verdragen kunnen dat het volk gaat lachen met de rimpels en het
buikje dat ook hun deel wordt: zij wreken zich en doen er alles aan
om de mensen om te vormen tot een willoze en alleen aan hen
gehoorzame massa en die massa hanteren zij dan als een persoonlijk
instrument, bijna zoals het eigen lichaam dat mettertijd gebrekkiger
geworden niet langer gehoor geeft aan hun wil. Zij zetten dan het
volk in als een vervangstuk van het eigen lichaam, bijna letterlijk
zoals ook over de kerk gezegd wordt dat zij het lichaam is van
Christus na zijn dood. Het resultaat is oorlog, uiteraard: zij willen
winnen, heel persoonlijk winnen, zij het middels het leven van
ontelbare anderen. Zij willen blijven pronken en zij doen dat met de
spierballen en het verstand van derden van wie zij de onderwerping
afdwingen door chantage onder de dekmantel van moed, vaderlandsliefde
en nog meer leugens van dat soort. Of antwoorden hun slachtoffers dan
vanuit hun graven en in koor met Graag gedaan!, wanneer op
stenen die zich niet verweren kunnen tegen beitels, de woorden staan
te lezen dat zij sneuvelden uit liefde voor het vaderland? Vaak weten
zij het zelf niet maar ik zeg u dat zij sneuvelden om de belachelijke
buikjes van de 'machtigen der aarde' te verdoezelen!
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
19 oktober 2022)
Verwijzingen:
(1)
Boehm, Rudolf. (1977). Kritiek
der grondslagen van onze tijd, Het
Wereldvenster, Baarn.
(Oorspronkelijk: Kritik der
Grundlagen des Zeitalters (1973)).
Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie
d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is
beschikbaar op het internet op het volgende adres:
https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm
Een
synthese van de inhoud van Rudolf Boehms werk werd verwerkt in onze
tekst: J. Bauwens, Panopticum
Corona, pp. 946-985.
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 5: Haar wil is wet!
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
5: Haar wil is wet!
Omsk
Van Togenbirger, het is geen sinecure om u nog ergens aan te treffen!
OVT:
Ook een goedendag, ja.
Maar
draag je nu een muts in de vorm van een paddenstoel!?
OVT:
Ha, iedereen ziet dezer dagen overal paddenstoelen, en het is
daarover dat je mijn mening wil, is het niet?
Hoe
heb je het geraden!
OVT:
Nu, vlug dan, want ik moet een schuilkelder gaan bestellen, mijn
vrouw is bang!
Hemeltje,
een schuilkelder dan nog!
OVT:
Uiteraard zinloos want naast het probleem van de atoomwapens is er
nog dat van de overstromingen maar ik zal wel niet de enige zijn die
niet de baas is thuis. De irrationaliteit heeft de hele wereld
overspoeld en in verband met die atoomwapens is het al eender.
Wat
bedoel je?
OVT:
Is het u nog niet opgevallen dat China amper 350 atoombommen heeft?
Amerika heeft er 5550. Rusland meer dan 6000.
Nu
je het zegt! China heeft toch geld genoeg?
OVT:
Dat is dus nog een voorbeeld van irrationaliteit.
Ik
zie het niet...
OVT:
Mijn vrouw wil dus een schuilkelder...
Ja...
OVT:
Maar wat kan een mens dan aanvangen met een schuilkelder!? Zie je?
Het is totaal irrationeel!
Ik
zie het verband niet met de 350 atoombommen van China...
OVT:
Wel, als je met 350 atoombommen de hele wereld kunt vernietigen,
waarom moet je er dan meer hebben?
Om
af te schrikken! Daarvoor dienen ze toch!?
OVT:
Haha, juist daarom!
Ik
snap het punt niet...
OVT:
Elke bom die je teveel hebt, speelt in je eigen nadeel.
Ja?
OVT:
Er werd afgesproken dat atoombommen nooit ingezet zullen worden in
een oorlog. Alleen conventionele wapens.
Inderdaad...
OVT:
Een land is dus het veiligst als het geen atoombommen heeft!
Hoezo?
OVT:
Met conventionele wapens kun je atoombommen tot ontploffing brengen
waar ze staan!
Denk
je dat?
OVT:
Ik denk dat niet, het is zo. Zonder de overeenkomst te schenden, kan
elk land gewone raketten afvuren naar een kernmogendheid: naar de
flatgebouwen daar, naar de spoorwegen, naar de kerncentrales of naar
de opslagplaatsen met kernwapens, zoals Kleine-Brogel in ons land.
Maar
iedereen heeft luchtafweergeschut!
OVT:
Van een zogenaamd rakettenschild is hier bij mijn beste weten
helemaal geen sprake en zelf als er eentje is, kan het niet veel
voorstellen. Heb je ooit gehoord van de kartonnen tanks?
Dat
zegt me iets, ja.
OVT:
In feite ging het om opblaasbare tanks, de Britten gebruikten ze als
eersten, al in de Eerste Wereldoorlog, de zogenaamde 'spoofs', maar
iedereen had er en in de Tweede Wereldoorlog werden ze ook echt
ingezet. Er werden ook valse tanksporen gemaakt en de echte werden
uitgewist.
Ik
snap het al: men kan nepraketten afschieten naar de vijand totdat
zijn luchtafweer op is...
OVT:
Haha! Mijn beste: ik wil alleen maar zeggen dat het eerste en
belangrijkste wapen in oorlogstijd de leugen is. Met leugens en bluf,
zo geloofwaardig mogelijk, probeert men zijn vijand van de wijs te
brengen. Irrationaliteit betekent in dit geval uiteraard: gehoor
geven aan de vijand, rekening houden met wat hij zegt.
Massamoordenaars liegen, dat is zo klaar als een klontje. Als zij de
waarheid spreken, dan gebeurt dat toevallig en onbedoeld. Dat is
juist oorlog. Maar de grootste leugen, ik zei het eerder al maar men
heeft er geen oren naar, is het verhaal dat in de oorlog de ene natie
tegen de andere vecht, de ene mogendheid tegen de andere.
En
dat is niet zo?
OVT:
Andermaal, de strijd voltrekt zich niet tussen mogendheden maar
tussen klassen.
Klassen
van mensen?
OVT:
Sociale klassen, inderdaad. De zogenaamde elite voert oorlog tegen
het volk door de mensen tegen elkaar op te zetten. Dit keer is het
overduidelijk: de orthodoxe patriarch spoort de Russen aan om Poetin
te gehoorzamen en de bisschoppen alhier bejubelen wie aan het front
tegen de Russen gaan sneuvelen. Het staat allemaal in de kranten, ik
heb er bij andere gelegenheden al naar verwezen en ik wil niet in
herhaling vallen maar de herhaling is nu eenmaal de beste
leermeester; je kunt het natrekken, er is geen speld tussen te
krijgen.
De
oorlog wordt georkestreerd?
OVT:
Overduidelijk is dat. De Berlijnse kunstenaar Helmut Herzfeld die
onder de schuilnaam John Heartfield publiceerde, heeft dit duidelijk
in de verf gezet met zijn werk uit 1932, getiteld: Krieg
und Leichen - Die letzte Hoffnung der Reichen",
een fotomontage die een hyena met een hoge hoed voorstelt die over de
lijken in de loopgraven kruipt.
Doen
de wereldleiders dat dan welbewust?
OVT:
Ha, wat is bewustzijn, mijn beste? Laten we zeggen dat ze knipogen
naar elkaar, begrijp je? Ik zei het al: hun meedogenloosheid treft
niet alleen de vijand maar evenzeer de eigen soldaten en het eigen
volk en zelf opereren ze vanuit hun bunkers, die kleinzerige
lafaards.
Maar
waarom dan?
OVT:
Herinner je je de pandemie?
Ja...
OVT:
Moet ik je nog overtuigen van de irrationaliteit aldaar? En van de
achterliggende bedoelingen? Het volk moet uitgedund worden en in het
gareel gebracht want de koningen worden dezer dagen uitgejoeld en dat
verdragen ze niet, zie je? En hoe maak je daar een eind aan? John
Heartfield heeft het duidelijk gezegd! Kijk, ik vind hier nog twee
artikels uit 2020, moet je eens lezen, ze zijn geschreven door iemand
die heel goed weet wat hij zegt als hij beweert dat wij geregeerd
worden door criminelen want het gaat om een burger van Zuid-Afrika,
waar tot voor kort de Apartheid van de partij was, over die misdaad
tegen de menselijkheid heb je toch al gehoord?
Jazeker...
OVT:
Coronavirus social distancing is eigenlijk een verbloemde,
modieuze en gelegaliseerde vorm van apartheid, aldus luidt de
titel van een artikel van Maart 2020. Het is van de hand van de
stichter van de Nieuwe Apartheid Studies, professor Nyasha Mboti van
het departement Communicatiewetenschappen van de University of the
Free State in Bloemfontein, Free State, Zuid-Afrika. (1) Een ander
artikel, eveneens van Maart 2020 en van dezelfde specialist in de
misdaad van het divide et impera waartoe de misdaad van de
rassensegregatie behoort, luidt: Loog de
WereldGezondheidsOrganisatie over Covid-19 in haar bewering dat het
om een pandemie gaat? Het antwoord is JA. (2)
Tja...
OVT:
Het kritiekloos aannemen en normaliseren van apartheid onder de
dekmantel van zogenaamde 'social distancing' is beschamend en
schandalig en moet in vraag gesteld worden, aldus wordt het
eerste artikel van Mboti samengevat en hij werpt cynisch genoeg de
vraag op hoe dan de social distancing te handhaven op
bijvoorbeeld een slavenschip waarin de lichamen opeen gepakt lagen.
Hetzelfde geldt met betrekking tot de talloze armenwijken zoals
bijvoorbeeld in Mumbai en in de vluchtelingenkampen. Een
pandemie is een unieke gelegenheid voor de criminelen die ons regeren
om dit soort zaken in te voeren, zo schrijft hij: De wereld na
de pandemie zal radicaal verschillen van de wereld voordien wegens
alles wat we aanvaard hebben in plaats van het in vraag te stellen.
(3) Zie je het verband nu met vandaag de dag, de oorlog in Europa, in
de wereld?
Ja...
OVT:
Mboti kan het weten want hij werd geregeerd door criminelen van 1948
tot 1990, toen de apartheid die, het weze herhaald, een misdaad is
tegen de menselijkheid, in Zuid-Afrika een politiek systeem was. De
apartheid werd verdedigd door de Protea, een Vlaamse 'vriendengroep'
die beweerde de waarheid te zeggen over de Apartheid... men praatte
het goed dat de zwarten bijvoorbeeld in apart openbaar vervoer
moesten reizen met het bovendien valse argument dat ze vuil waren en
derhalve een gevaar voor de gezondheid van de blanke bevolking.
Ik
zie het, ja...
OVT: Moet je maar
eens lezen... maar nu moet ik mij reppen, het irrationele wint het
van de rationaliteit, het is zo in 't groot en ook in 't klein, en
zeg eens eerlijk: kan men daar als puntje bij paaltje komt iets tegen
beginnen? Haar wil is nu eenmaal wet!
(3)
Zie het abstract via de link onder voetnoot (1).
(4)
Zie het abstract via de link onder voetnoot (2).
11-10-2022
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 4: Chaos
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
4: Chaos
De
opvatting die ook gangbaar was in de 'nazi-ideologie', namelijk dat
de mens de natuur een handje zou moeten helpen, verkapt eigenlijk het
goedpraten van de vernietiging van de cultuur en zij gaat daarom
paradoxaal genoeg hand in hand met een tekort aan respect voor de
natuur, daar het respect voor de natuur een culturele verworvenheid
is.
Bijzonder
tekenend voor het faliekante gebrek aan respect voor de natuur
(afgezien van de ongeremde afvalproductie en de beschadiging van het
milieu) is de zich in allerlei vormen manifesterende mening dat het
wenselijk is de natuurwetten naar willekeur om te buigen, terwijl dat
zelfs niet eens mogelijk is.
Een
van de meest hardnekkige misverstanden in verband hiermee is het
geloof dat de mens ook inzake zekere natuurwetten het heft in eigen
handen moet nemen, alsof hij dat ook al kon. Dit onverstand
manifesteert zich bij uitstek waar, geheel in strijd met fundamentele
natuurwetten die zich uitdrukken in het goddelijke bevel aan de mens
dat hij zijn brood zal eten in het zweet van zijn aanschijn,
men denkt dat men geheel ongestraft het gemak en de minimalisering
van fysieke inspanningen zou kunnen nastreven en realiseren.
De
betreffende wet is nochtans simpel en houdt verband met het proces
van verbranding als basis van energiewinning dat vergt dat brandstof
en zuurstof worden aangevoerd in optimale verhoudingen. Dat
energieleveringsproces is van tel om een kachel optimaal te laten
branden maar evenzeer geldt het met betrekking tot de aanvoer van
brandstof en zuurstof in het lichaam. Dat men moet eten om (uiteraard
naast bouwstoffen) voldoende brandstoffen binnen te krijgen, kunnen
wij begrijpen en beamen wij wellicht makkelijker dankzij het bestaan
van de eetlust. Edoch, dat wij er tevens moeten voor zorgen voldoende
zuurstof op te nemen, lijken wij te vergeten.
Met
de zuurstofopname is het immers totaal anders gesteld dan met de
opname van brandstof omdat de lust die gepaard gaat met eten afwezig
lijkt waar er moet geademd worden. Het probleem situeert zich meer
bepaald in een welbepaalde historische verschuiving met betrekking
tot de voedselverwerving welke zich heeft voorgedaan in de loop van
de menselijke ontwikkelingsgeschiedenis. Waar tot pakweg enkele
eeuwen geleden de voedselverwerving voor de meeste mensen gepaard
ging met de enorme fysieke inspanningen welke gevergd worden door de
jacht en de landbouw, hebben in de jongste decennia allerlei machines
de mens niet alleen van de fysieke arbeid ontlast maar er hem ook van
beroofd.
Immers,
ook het dier mens is zo gegroeid dat voldoende zuurstofopname pas
mogelijk is bij voldoende fysieke inspanningen die immers het ritme
van de ademhaling en de hartslag opdrijven tot de door de natuur
vereiste intensiteit in functie van een optimaal lichamelijk
functioneren. Als wij met andere woorden niet langer jagen en wroeten
op het veld, krijgt ons lichaam ook niet langer de vereiste portie
beweging die noodzakelijk is voor de zuurstofopslag omdat beweging
omzeggens werkt als een (onvervangbare) zuurstofpomp.
Het
opdrijven van de ademhaling of van de hartslag met bijvoorbeeld
chemische middelen kan ons hierin geen stap vooruit helpen omdat dit
niet resulteert in een verhoogde zuurstofopname doch veeleer in een
verstoring van de evenwichten welke nodig zijn voor een goede
gezondheid. Het lichaam van bedlegerigen verzwakt binnen de kortste
keren, ook wanneer zij voldoende eten terwijl de ademhaling helemaal
niet belemmerd wordt. Die verzwakking toont zich uiterlijk
bijvoorbeeld in het atrofiëren van het spierstelsel maar zij
geschiedt tevens op minder zichtbare manieren, bijvoorbeeld in de
degeneratie van alle lichaamscellen die dan immers te lijden krijgen
van een verstoorde celademhaling.
Het
aantal ademhalingskrachtcentrales of mitochondriën die instaan voor
de energielevering op celniveau neemt af en door het nijpend
zuurstoftekort schakelt de cel over op energiewinning middels
anaerobe processen of dus gistingsprocessen - een evolutie welke zich
vertaalt in het ontstaan van ongeremde celgroei of kanker. Kanker
wordt een beschavingsziekte genoemd, niet omdat deze ziekte een
gevolg zou zijn van een teveel aan beschaving maar, geheel andersom,
omdat zij volgt uit het gebrek aan respect voor de natuur, wat van
een tekort aan beschaving getuigt. (1)
Wetenschapsbeoefening
is een culturele verworvenheid die mag en moet maar het is een
schromelijk misverstand dat zij ook maar iets kon te maken hebben met
het wijzigen van de wetten van de natuur. Wat de mens nastreeft in de
beoefening van de wetenschappen is onder meer het naar zijn hand
zetten van de natuurwetten, als een 'verlengstuk' van het naar
zijn hand zetten van de natuurkrachten, wat bijvoorbeeld ook de bever
doet wanneer hij een dam bouwt. Die wetenschappelijke en technische
activiteiten zijn noodzakelijk voor de zelfhandhaving en voor het
voortbestaan van de soort maar zij pretenderen niet de natuur als
zodanig te wijzigen. Het is overigens onmogelijk om de wetten van de
natuur naar zijn hand te zetten als men er niet eerst voor buigt. De
natuurkrachten kan men met andere woorden pas benutten als ze men die
eerst kent en erkent. Het in de wind slaan ervan of het geloof dat
men ze kon overwinnen of vervangen door wetten van eigen makelij kan
slechts resulteren uit mateloze onwetendheid en arrogantie.
Dergelijke handelwijzen brengen niet alleen geen aarde aan de dijk:
in plaats van die te vernieuwen, vernietigen zij de bestaande
wereldorde en laten zij slechts een spoor van chaos achter en van
ziekte.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
11 oktober 2022)
Verwijzingen:
(1)
Deze problematiek werd uitgebreid behandeld door de medicus, fysicus
en pedagoog, dr. Ernst van Aaken in enkele van zijn werken, waaronder
Programmiert für 100 Lebensjahre. Wege zur Gesundheit und
Leistungsfähigkeit, uitgegeven bij Pohl-Verlag, Celle, 1974. Een
bijzonder bevattelijke samenvatting van de basisideeën uit van
Aakens werk in het Nederlands is Kris Vansteenbrugges boek: De
mens... een loopdier. Zie:
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 3: Complexiteit en kwetsbaarheid, of: âAlles van waarde is weerloosâ
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
3: Complexiteit en kwetsbaarheid, of: Alles van waarde is
weerloos
Het
lagere is relatief eenvoudig, het hogere is complex. Stenen zijn
eenvoudigere dingen dan planten maar dat planten complexer zijn,
betekent meteen ook dat zij een grotere kwetsbaarheid hebben dan
stenen: zij kunnen makkelijker worden herleid tot dood materiaal
terwijl stenen slechts verpulverd kunnen worden omdat zij helemaal
niet leven. Nog complexer dan planten zijn (alvast hogere)
diersoorten met helemaal bovenaan de piramide de mens zodat de mens
het meest complexe maar ook het meest kwetsbare wezen is. En onder de
mensen zijn er dan opnieuw verschillen tussen de individuen maar ook
tussen de vele culturen. De complexiteit van een cultuur of van een
maatschappij weerspiegelt zich in de complexiteit maar ook in de
kwetsbaarheid van de hele infrastructuur en niet in het minst in die
van de menselijke interdependentie. Het bouwen van kathedralen en van
hoge torens kan slechts de vrucht zijn van jarenlang
hoogtechnologisch werk en van een complexe samenwerking van vele
specialisten maar het vernielen van zo'n bouwwerk gebeurt zelfs door
één domme vergissing of door een foutief manoeuvre. Het vraagt
naast uitzonderlijke talenten, decennia studie om concertpianist te
worden maar het verlies van één vinger berooft de betrokkene van al
het moeizaam verworvene, van zijn artistieke carrière en van alle te
verwachten topprestaties. Het hoger ontwikkelde is waardevoller maar
ook complexer en derhalve kwetsbaarder. De Franse paleontoloog en
theoloog Pierre Teilhard de Chardin omschreef de ontwikkeling van het
leven, van de mens en van de (menselijke) maatschappij als een proces
gekenmerkt door voortdurende toename van complexiteit maar zijn
waarneming van het verschijnsel dat alles wat opstijgt ook samenkomt
- Tout ce qui monte, converge - geldt uiteraard niet
zonder meer: tegelijk geldt immers dat men dieper kan vallen in de
mate dat men hogerop geraakt en dat is uiteraard de mythe van
Daidalos en Ikaros. De waarschuwingen van zijn vader ten
spijt, vliegt Ikaros met vleugels met was aan zijn armen vastgehecht
veel te dicht bij de zon: die doet de was smelten en de overmoedige
Ikaros stort neer in zee. (1) Als heden sprake is van het dagen van
een nieuwe wereldorde, dan heeft dit helemaal niets te maken met een
of andere verandering van bestuur of met de opkomst van een andere
orde, laat staan met een verbetering van het actuele: de nieuwe
wereldorde is niets anders dan de ineenstorting van de
bestaande orde. De overgang van een moreel hoogstaande maatschappij
naar een die enkel oor heeft voor de wet van de jungle of het recht
van de sterkste is niet een onschuldige terugkeer naar de natuur maar
betekent niets minder dan een fataal verlies van de culturele
verworvenheden en, met het verdwijnen van de wetten en van de orde,
een teleurgang van de maatschappij als zodanig. Dit was ook het geval
ten tijde van het nazi-regime in Duitsland waar de nitwits aan de
macht het nodig vonden om de natuur een handje te helpen in haar
'natuurlijk selectieproces'. De 'ideologie' welke de onvermijdelijk
daaruit voortkomende misdaden moest verantwoorden, was enkel het
ontbreken van een ideologie, het was de totale gedachteloosheid, het
totale gebrek aan inhoud en zin dat slechts kan resulteren in chaos
en in massamoord. Alles van waarde is weerloos, zoals de
Nederlandse dichter Lucebert het verwoord heeft. (2)
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 2: Van democratie naar autocratie
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
2: Van democratie naar autocratie
Vooraleer
het te hebben over de ernst van het gevaar wanneer schurken aan de
macht komen, dient iets gezegd te worden over referentiekaders.
Mensen vellen oordelen over anderen en zij doen dat uiteraard aan de
hand van referentiekaders. Die kaders kunnen meer of minder
uitgebreid zijn, meer of minder relevant, accuraat, complex, gedegen
en ga zo maar door. Geschoolde mensen zullen uiteraard meer
genuanceerde referentiekaders hanteren dan mensen die analfabeet zijn
of cultuurbarbaar. Specialisten in zekere vakgebieden kunnen ook meer
eenzijdige kaders hanteren dan mensen met een algemene vorming.
Kortom, de door ons gehanteerde referentiekaders hebben alles te
maken met wie wij zijn, met wat wij weten, kennen en kunnen, met wie
wij kennen ook en met degenen die macht hebben over ons, zoals onze
familieleden, onze werkgevers, zekere politici en zo meer. In het
kader van het onderhavige onderwerp is het nu van belang ons te
concentreren op een toepassing van het gegeven dat door Spinoza
opgeworpen werd, met name dat het feit dat 'het betere' even moeilijk
als zeldzaam is. Want zoals dat ook het geval is in de sport, waar de
massa slechts toeschouwers zijn, waar vervolgens een grote groep
liefhebbers aan sport doen en waar tenslotte de topsport voor slechts
enkelingen blijft weggelegd, met één allerbeste op het schavot,
eventueel geflankeerd met de ondankbare tweede en derde plaats, zo
ook is het gesteld met de relatie tussen het niveau van ontwikkeling
van de menselijke geest en de grootte van de respectievelijke groepen
die aan een zeker niveau beantwoorden: velen zijn onderontwikkeld,
een grote groep is matig ontwikkeld en slechts een kleine groep van
mensen zijn bedeeld met een abnormaal hoge intelligentie, kunde,
inzicht of hoe men het ook noemen wil. Insgelijks hebben het
merendeel van de mensen een simpel doch weinig accuraat en nog minder
relevant referentiekader, terwijl slechts een minderheid de dingen in
een betekenisvolle context weet te plaatsen. En in een democratie,
waar de meerderheid het voor het zeggen wil hebben, kan dat gegeven
uiteraard niemand onberoerd laten.
Het
is een goede en rechtvaardige zaak dat ook de zwakste leerlingen
school kunnen lopen en een plaats krijgen in de maatschappij omdat
onrecht sowieso een niet te dulden euvel is maar het is even
belangrijk dat oordeelsvorming over zaken die er echt toe doen, niet
wordt overgelaten aan de massa of dus aan de referentiekaders van een
ondermaats ontwikkelde meerderheid: zij moet in handen blijven van de
bekwaamste vaklui met betrekking tot het gebied in kwestie. Want waar
een onderontwikkelde meerderheid het voor het zeggen krijgt over het
lot van de meer ontwikkelde minderheid, zal de maatschappij waarin
zich dit proces voltrekt, ontegensprekelijk vervallen in barbarij.
Hoger ontwikkelde mensen zullen moeten vrezen in handen te vallen van
wreedaards wanneer die bijvoorbeeld oordelen dat wiskundige formules
die zij immers niet kunnen lezen en waarvan zij de betekenis niet
eens kunnen bevroeden, afgedaan worden als onzin. Bij de barbaren
dienen boeken enkel nog om een tafel met een wat te korte poot mee
recht te zetten, zoals een groot romanschrijver het ooit verwoordde.
Maar niet alleen de boeken maar ook hun auteurs die zich wagen aan
genuanceerde uitlatingen en stellingnames dreigen dan door de massa
van onwetenden belaagd te worden, opgejaagd, vervolgd en
uiteindelijk, zoals Heinrich Heine het lang geleden al dichtte,
gedood. De recente geschiedenis en meer bepaald de periode
voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog in nazi-Duitsland spreekt in
dit verband boekdelen. Grote geleerden trokken als zij daartoe de
kans hadden massaal het land uit, vaak richting Verenigde Staten,
terwijl anderen, bij het zien naderen van de dreiging, zichzelf van
het leven benamen.
De
genoemde dreiging wordt fataal versterkt wanneer bovendien de massa
erin slaagt om nitwits en wreedaards aan de macht te brengen en deze
laatsten azen daar ook vaker op, wat zich verraadt met een
handelwijze welke wordt omschreven als populisme. Op onverwachte of
onvoorziene ogenblikken ontpoppen zich dan de betrokken potentaten
als volstrekt onbekwaam en zij blijken erin te slagen om hun
onwetendheid en onkunde zo lang te verbergen middels allerlei trucs
die ook bekend zijn in de dierenwereld en die zich laten benoemen met
de term mimicry. Onverstandige lieden kunnen ervoor zorgen dat
zij eruit zien als geleerden door een bril te dragen, een frons op
het voorhoofd te toveren of een stethoscoop om de nek te hangen.
Criminelen doen zich voor als helden met een vlaggetje en enkele
medailles op de borst gespeld. Ongeletterden hoeven alleen maar te
zwijgen, handjes te geven, duur schoeisel te dragen en een zijden
kostuum. Zich door enkele eventueel gewapende bodyguards laten
vergezellen garandeert een indruk van belangrijkheid, alsook
voortdurend op de polshorloge kijken en schijnbare telefoonoproepen
beantwoorden, fluisteren met zijn gezelschap, zekere gebaren maken en
zo meer. Rijden in dure wagens en gebruik maken van andere
statussymbolen zijn methodes die niet eens hoeven vernoemd te worden
omdat elkeen ze kent.
Aldus
ontstaat de 'nieuwe wereldorde' en jammer genoeg is zij een
bijwerking van de zozeer en heel terecht op handen gedragen
democratie die echter haar eigen ondergang structureel in zich
verankerd weet om aldus het oeroude mysterie van de
tegendoelmatigheid van alle menselijke handelen andermaal te
illustreren. Inderdaad, de autocraat is het gevreesde kind van de
verweesde democraat.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
10 oktober 2022)
06-10-2022
De 'nieuwe wereldorde' - Aflevering 1: de complottheorie en de realiteit
De
'nieuwe wereldorde'
Aflevering
1: de complottheorie en de realiteit
De
voorspelling van Omsk Van Togenbirger van 2 oktober l.l. dat Poetin,
Ramzan Kadyrov zou gaan rekruteren voor het Russische leger, bleek
twee dagen later bewaarheid: eergisteren, op 4 oktober, maakte de
Tsjetsjeen zelf bekend dat Poetin hem heeft gepromoveerd tot zijn
kolonel-generaal. Op de vraag aan Van Togenbirger welke
informatiebronnen hij dan raadpleegt daar zijn voorspellingen dan
toch wel bijzonder accuraat blijken, antwoordt hij dat hij helemaal
geen Tv kijkt en ook geen kranten leest: de feiten spreken voor zich,
aldus Van Togenbirger, maar de leugenachtige media waaronder wij al
tijden gebukt gaan, verhinderen juist dat de waarheid aan het licht
kan komen, het zijn namelijk de media die het volk emballeren in de
virtuele wereld waarover wij het eerder hebben gehad.
Dat
men zich omtrent de gang van zaken in de wereld een voorstelling
maakt die altijd een stuk mooier is dan de werkelijkheid, heeft
niemand minder dan Shakespeare ons geleerd: de bittere waarheid dat
wij het nooit zo erg kunnen denken als het is. (1) En zo bestaat het
ook dat de complottheorieën, naar aanleiding waarvan allerlei
politici en andere zich naar het voorplan wurmende individuen het
volk proberen te sussen dat het om verzinsels gaat, in de schaduw
gesteld worden van een veel weerzinwekkender realiteit: was het maar
waar dat zij die achter de schermen een nieuwe wereldorde bekokstoven
geleerden, gezagsdragers, economen en andere erudiete belanghebbenden
zijn! Bijzonder rauw komt men in dezer prompt voor de dag met daders
van een heel ander allooi: ongeletterde autocraten en moordenaars
zoals Kadyrov, met betrekking tot wie wij nu moeten vrezen dat hij de
aanvoerder zal wezen van de gigantische schrikwekkende machinerie
welke wordt losgelaten op het westen en waarvan ons de onderdelen al
voor een deel bekend zijn uit het recente verleden: moslimterreur en
ander terrorisme, nucleaire verrassingen waarvan de letale werking
niets aan de fantasie overlaat, sadisme en moordlust,
vrijheidsberoving en blinde vernietigingsdrang. En het monster dat op
ons wordt losgelaten is er eentje dat in dat soort van zaken een
ongeremd plezier schept: de geduchte verborgen folterkamers van de
Tsjetsjeense bende worden nu uitgebreid tot gans West-Europa en
misschien wel tot het Westen als zodanig.
Iedereen
heeft gehoord over de vergiftiging met polonium van de Russische
dissident Aleksandr Litvinenko in 2006: de moord gebeurde nadat deze
voormalige veiligheidsagent onderzoek was gaan doen naar de dood van
de Russische journaliste en mensenrechtenactiviste Anna
Politkovskaja wiens lijk een goeie maand eerder in een lift werd
aangetroffen. Zij werd gedood met een revolverschot, de dader werd
opgepakt doch de opdrachtgever werd nooit gevonden. Eerder was al een
moordpoging met vergif op haar mislukt. De zaak is dat zij de
folterkamers van Kadyrov op het spoor gekomen was. Zij publiceerde
over de voor de wereld verborgen wandaden van Kadyrov en van Poetin.
(2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
6 oktober 2022)
Verwijzingen:
(1)
There are more things in heaven and Earth,
Horatio, / Than are dreamt of in your philosophy
(Shakespeare, Hamlet).
(2)
Anna Politkovskaja publiceerde onder meer: A
Dirty War. A Russian Reporter in Chechnya,
London 2004; Poetins Rusland (Putin's
Russia), Breda 2005; Russisch dagboek (A Russian Diary),
Breda 2007.
04-10-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 20. De Verboden Kamer
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
20. De Verboden Kamer
Tot
slot nog dit. De idee dat wij bedrogen worden door een virtuele
wereld is allerminst nieuw. In het Hindoeïsme is er het begrip
'maya', een Sanskriet woord uit de vierduizend jaar oude
hindoefilosofie, de vedanta ('ved' betekent 'weet' en 'anta' betekent
'einde', waaruit: 'ved-anta' of 'weet-einde', 'het einde van het
weten', 'het einde van de kennis'). Maya betekent: magie, illusie of
begoocheling. In het hindoeïsme gaat men er namelijk van uit dat de
wereld zoals die aan ons verschijnt, niet de echte werkelijkheid is:
de ware werkelijkheid verbergt zich achter datgene wat onze zintuigen
ons laten geloven wat echt is.
Omstreeks
400 jaar voor Christus schreef Plato zijn 'Allegorie van de grot'
waaruit een gelijkaardig geloof blijkt: de
zintuiglijke wereld is een vergankelijke afschaduwing van de ware
realiteit welke de vormenwereld is, de wereld van de onvergankelijke
ideeën. Zeshonderd jaar later geloofde Plotinos dat de waarheid niet
in de uiterlijke wereld maar in de ziel moest gezocht worden. Dat
geloofde ook de grote filosoof en kerkvader Augustinus
van Hippo (354-430 P.X.): de kosmos, de Bijbel en de Ziel zijn de
drie toegangswegen tot de waarheid, maar de Ziel is de ware weg; de
zintuiglijke wereld is niet de echte maar slechts een symboolwereld
die verwijst naar een diepere, daar achter liggende werkelijkheid.
De wereld
als symbool van een diepere werkelijkheid is weliswaar een mooi
verhaal dat de fantasie kan prikkelen van wie zich vervelen maar de
werkelijkheid ziet er intussen lichtjes anders uit. Op heel wat
plekken wordt de wereld geregeerd door agressieve arrogante nitwits
die het leven van miljarden mensen in gevaar brengen alsook alle
leven op de blauwe planeet die wij vooralsnog mogen bewonen maar die
zeker niet de onze is, ook al hebben wij ons die toegeëigend.
Nitwits zoals Poetin en zijn oligarchen, incluis de Tsjetsjeense
analfabeet die wil gaan spelen met de paddenstoel van Albert Einstein
maar niet minder de Amerikaanse potentaten die hun verkiezingszege
danken aan de wapenlobby en aan de moordende economie, met in hun zog
de Europese koningen en leiders. Alsook: de leiders van Noord-Korea
die hun persoon laten vereren, de onfeilbare paus van Rome die bij
hoog en bij laag beweert god op aarde te vertegenwoordigen en de
sleutels te bezitten van de hemelpoort. Alsook de evenknie van deze
megalomaan in het Oosten waarvan de laatstgenoemde de Russen naar het
front jaagt om zoals Poetin het wil tegen het westen te gaan vechten.
De bisschoppen van de eerste noemen het dan weer een daad van
opperste naastenliefde om te gaan sneuvelen tegen de Russen. Zij
allen houden ervan om met het leven van ontelbare mensen te spelen
maar geen van allen hebben ze ooit zelf hun nek uitgestoken,
integendeel: hun schuilkelders zijn om ter diepst, zij zijn
lafhartige bekvechters omringd door hoge muren en door tot de tanden
toe bewapende lijfwachten. Maar.
In een
kamer die virtueel lijkt maar die dat zeker niet is - zij heet 'de
Verboden Kamer' omdat niemand erin mag - staat een eikenhouten tafel
zonder eikenhouten stoelen er rond en op die eikenhouten tafel ligt
een briefje, of is het een boek? Dat briefje (of is het een boek?) is
eigenlijk een lijstje, een verlanglijstje, opgesteld in het grootste
geheim, allerminst virtueel doch echt ondertekend door alle burgers
van deze wereld. Op dat lijstje staan de namen van een aantal
'leiders', die vooralsnog aanbeden worden, geëerd, lof toegezwaaid
en op handen gedragen. De titel van dat lijstje luidt: 'Gezocht'.
In de
Verboden Kamer werd door het volk beslist dat voortaan alle soldaten
die voorheen bedankt werden om hun leven te offeren voor 'het
vaderland', wat dat ook moge betekenen, en die daarop ongetwijfeld
zouden antwoorden met: Graag gedaan! - laten alle resterende
soldaten nu maar eens aan het muiten gaan, aan beide zijden van het
front, en voor toeschouwer spelen, het wordt voorwaar een festival
van de lach. Plaats de wereldleiders in een arena om de Derde
Wereldoorlog onder elkaar uit te vechten met de blote vuist.
(J.B., 4
oktober 2022)
03-10-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 19. 'Wij zijn slechts goddelijke droombeelden'
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
19. 'Wij zijn slechts goddelijke droombeelden'
Afgezien
van het feit dat wij geloven te balanceren tussen werkelijkheid en
virtualiteit, zonder eigenlijk goed te weten wanneer we in de
werkelijkheid vertoeven en wanneer we ten prooi zijn aan het
virtuele, zijn er grote geesten die reeds lang geleden vermoed hebben
dat ons 'werkelijk' bestaan als zodanig niet anders dan 'virtueel'
kan zijn en wel hierom, namelijk dat zij geloven dat wij alleen maar
bestaan als een goddelijke droom. De Ierse wijsgeer bisschop George
Berkeley (1685-1753) schreef hierover in zijn subjectief idealistisch
werk, getiteld: A
Treatise Concerning the Principles of Human Knowledge. Zijn
immaterialisme stelt dat de stoffelijke wereld alleen binnen de geest
bestaat omdat iets pas kan zijn
als het waargenomen
wordt
('esse est
percipi'),
waaruit volgt dat al het bestaande - wij, mensen, incluis - dit
bestaan te danken heeft aan het feit dat het (eerst) in Gods geest
bestaat. Op elk ogenblik opnieuw worden wij door God geschapen
doordat hij (aan) ons denkt en houdt God op met denken, dan verdwijnt
alles onmiddellijk in het niets. De vooraanstaande hedendaagse
Roemeens-Amerikaanse filosoof Costica Bradatan, die over Berkeley
doctoreerde, schreef in dat verband een belangrijk artikel dat
handelt over een essay uit 1905 van de Spaanse filosoof, dichter en
romancier Miguel de Unamuno, getiteld: Vida
de Don Quijote y Sancho waarin
hij stelt dat het bestaan van Cervantes' Don Quijote waarachtiger is
dan dat van zijn schrijver. Unamuno ontleedt deze geniale literaire
kunstgreep in een verhaal uit 1914, getiteld: Niebla.
Costica
Bradatan onderzoekt de bijzondere band tussen realiteit en fictie die
zich hierbij openbaart. Bradatans artikel in de Nederlandse vertaling
verscheen eerder in het tijdschrift Portulaan
en kan gelezen worden via de volgende link:
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 18. Einstein, God en de barbaren
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
18. Einstein, God en de barbaren
Zoals
gezegd zijn de feiten ons altijd een stapje voor ofwel, als zij zich
voortspoeden in zevenmijlslaarzen, zijn ze ons wel zeven mijlen
voor: reeds heeft Rusland zowat twintig percent van de Oekraïne
ingelijfd en dat ook al gevierd met veel bombarie en met bijna
letterlijk onze tekst van 29 september daarin verwerkt, verwijzend
naar een aantal historische feiten die het westen in een niet al te
prettig daglicht zetten. Uiteraard ging de Russische president
hierbij nogal selectief te werk, maar bon, dat doen ze overal, toch?
De zaak is, zoals nu vrijwel alle historici het beamen, dat de
toetreding van de Oekraïne tot de NAVO automatisch de Derde
Wereldoorlog in gang zal zetten. En Zelenski duwt de zoveelste
aanvraag tot een spoedprocedure onder de neus van von der Leyen die
er, alle retoriek ten spijt, nog wel heel eventjes zal moeten over
nadenken. Alvast de volgende twee mogelijkheden opperen zich dan
quasi onmiddellijk: het westen zal de vijandelijkheden van het
Rusland beantwoorden en de strijd breidt zich over de gehele wereld
uit, of moet men nu toch spreken over de aarde? Ofwel laten de
westerlingen de wapens links liggen en blijven de Amerikanen dreigen
met de economische sancties die nu niet alleen de Oekraïners zullen
doen steigeren maar ook de rest van de Europeanen. Dat laatst
genoemde is misschien wel het meest waarschijnlijke geval omdat met
het gewisse optreden van de ongeletterde Kadyrov (die wellicht
eerlang door Poetin zelf gerekruteerd zal worden voor het Russische
leger) nu eens voorgoed bezegeld wordt dat inderdaad de barbaren het
in de wereld voor het zeggen hebben en dat zij, ofschoon zij altijd
al moeite hadden met het maken van optelsommetjes, zij toch degenen
zullen wezen die beslissingen zullen treffen over het al dan niet
inzetten van het door de grootste wiskundige aller tijden ontworpen
vernietigingswapen dat niet alleen qua vorm op een paddenstoel
gelijkt. En doet dat geval zich inderdaad voor, dan begint het er
heel sterk op te gelijken dat in de kortste keren onze
identiteitskaarten er lichtjes anders zullen gaan uitzien en zo ook
ons burgerschap, incluis ons inkomen, onze vrijheid, de manier waarop
wij geïnformeerd worden, opgevoed, gehuisvest en geliquideerd. Niks
nieuws aan, dat ongeletterden spelen met het werk van Einstein, aldus
Van Togenbirger: het mensdom speelt al tijden met het werk van God...
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 2
oktober 2022)
29-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 17. Wel, we zitten er al een poosje in
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
17. Wel, we zitten er al een poosje in
Hoe
men het ook draait of keert, men loopt altijd achter de feiten aan:
de mensheid of althans het 'gepapiereerde' deel van de mensheid en
dus degenen die op papier bestaan, zij die het voor het zeggen hebben
- hadden - zit reeds opgesloten in een virtuele wereld en kan er niet
meer uit. Het Westen, dat eeuwenlang de rest van de wereld tot
kolonie heeft gehad, dat een exuberante levensstandaard wist te
handhaven dankzij telkens een ploeg van vijftig slaven per persoon,
het westen dat in een mum van tijd de bodemschatten van de rest van
de wereld heeft opgesoupeerd - dat westen zit nu gevangen in een
leugen waarvan het zich vooralsnog niet bewust kon worden (ingevolge
haar alom triomferende arrogantie en hoogheidswaanzin) en die erin
bestaat dat het gelooft de wereldleider te zijn, het genie Einstein
(de uitvinder van de atoombom) waar ieder ander naar opkijkt, hij die
de beschaving uitdraagt en de wetenschappelijke ontwikkeling, de
weldoener vanjewelste die gaat en alle volkeren onderwijst.
In
zijn virtuele wereld is het westen de leider, vergadert het westen
onder de leiding van dames en heren met adellijke titels en namen,
wordt er voor het westen geapplaudisseerd en voor
euromultimiljardairs die hun fortuin danken aan de ontelbare
verslaafden aan computerspelletjes, gaat het westen her en der op
bezoek om naar 'de mensen' te wuiven, (weliswaar vanachter kogelvrij
glas) om excuses aan te bieden voor afgehakte zwarte handjes of voor
kinderlijkjes op begraafplaatsen van de Heilige Moeder de Kerk (En
nu een kruis erover!, zo klinkt het, want, hoera, wij zijn
terug!). Kortom, in de virtuele wereld opgesloten is men blind
voor zijn geschiedenis, incluis de hedendaagse, met nota bene de
Europese concentratiekampen met daarin gevangen zes miljoen
vluchtelingen, nog steeds. Alleen wie niet zelf in de virtualiteit
vertoeven, weten hoe de werkelijkheid er vandaag uitziet.
Sinds
intussen een goed aantal jaren heeft het communistische China zich in
Afrika genesteld, volgens sommigen omwille van de grondstoffen die
het voor het eigen volk behoeft, volgens anderen omdat het dit
continent wil koloniseren op eens een heel andere manier. Destijds
gebeurde dat met slavenhandel en plundering met de medewerking van
god-op-aarde, zodat het dit keer niet veel slechter kan, een reden om
de andere kant op te kijken. Maar er zijn er die beweren dat China
momenteel Afrika aan het bekeren is tot het zogenaamde
wereldcommunisme.
In
dat kader hebben, intussen ook al sinds enkele jaren, Rusland, China,
Brazilië en nog een paar paupers zich verenigd in een alternatieve
economische bond, vastbesloten om de, geef toe, oneerlijke
wereldhandel een halt toe te roepen. Ook het bombardement op het
Wereld Economisch Centrum intussen 21 jaar geleden mag gerust gezien
worden in het kader van dit proces dat niet overhaast doch
vastberaden de ene stap na de andere zet om quasi onopgemerkt het in
zijn virtuele wereld verder dromende westen onder de voet te lopen.
Er wordt gezegd dat het graan nu maar eens op boten zijn weg moet
vinden naar de paupers die het niet betalen kunnen. Dat de gaskraan
nu voorgoed dichtgaat en dat de leveringen van fietsen en uurwerken,
om maar iets te noemen, made in China en gefabrikeerd door (niet uw)
kinderen, worden stopgezet. Er wordt gezegd dat nu op een sluipende
manier de infrastructuur van het ingedommelde westen (dat overal waar
men zich niet verweren kon, zijn vuilnis heeft gedumpt) naar de
haaien zal geholpen worden: gas, elektriciteit, scheepvaart,
luchtverkeer, bruggen en wegen, internet: niet drummen, a.u.b., ze
komen allemaal aan de beurt. De westerlingen, zo beweren sommigen,
zullen zoals de kreeften die zij eten in hun exquise
driesterrenrestaurants levend worden gekookt, wat uiteraard wil
zeggen: zonder dat zij er ook maar iets van merken. En dat alles
dankzij de virtuele wereld waarin zij lustig verder dromen over hun
heerschappij.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
29 september 2022)
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 16. Fictie en werkelijkheid
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
16. Fictie en werkelijkheid
De
verleidingskracht van een virtuele wereld heeft te maken met het zich
blind staren op de misleidende attributen van de waarheid en de
leugen, met name de last en de lust. Maar de moraliteit herleiden tot
een louter persoonlijke kwestie, zoals religies dat meestal doen,
ware een vergissing omdat de last welke de waarheid begeleidt - de
last, de inspanning en de spanning - buiten de persoonlijke wil en
wensen om quasi ondraaglijk kunnen worden, wat in het huidige
tijdsgewricht bijvoorbeeld het geval is ingevolge een dreiging welke
immers een zaak is van het al dan niet voortbestaan van de wereld -
een zaak die in handen blijkt van enkele individuen omtrent dewelke
goede redenen zijn om heel sterk te twijfelen aan hun goede
bedoelingen en aan hun verstand.
Naarmate
die dreiging toeneemt, zal uiteraard ook de verleidingskracht van de
virtuele werelden toenemen omdat zij de gelegenheid bieden om, alvast
voor een poos, de ogen te sluiten voor het reële gevaar dat de
mensheid als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt. Door de
gewaarwording van de dreiging weg te nemen wordt weliswaar niet het
gevaar zelf weggenomen maar wel wordt dan de spanning verminderd en
daarmee ook de last die onze zenuwen op de proef stelt, wat wellicht
enigszins besparend kan zijn met betrekking tot onze voor een goede
gezondheid onmisbare fysieke en psychische energie.
De
klassieke en veelal religieuze voorstellingen van de moraal, van goed
en kwaad en van de relatie van het goede en het kwade met lasten en
lusten, zijn bijzonder misleidend omdat zij er eigenlijk
verkeerdelijk van uit gaan dat mensen puur geestelijke wezens zijn
zoals de engelen, die principieel helemaal geen rekening hoeven te
houden met fysieke draagkracht alsook vooral met het feit dat
psychische draagkracht door fysieke draagkracht evenzeer wordt
beperkt als gefaciliteerd.
Bij
uitbreiding geldt bovendien dat de menselijke wil geen instrument is
waarvan men zich naar believen kan bedienen om zijn moreel
verantwoorde keuzes te maken omdat de wil altijd verbonden is met
handelingen waarvan de realiseerbaarheid mede afhankelijk is van
externe factoren omtrent welke onze adequate kennis niet kan
verzekerd worden en wat de zaak nog meer bemoeilijkt is het feit dat
tot die externe factoren mogelijkerwijze ook andermans wil behoort
welke geheel in strijd kan zijn met de eigen wil: het is voor een
individu volstrekt onmogelijk om tussenbeide te komen waar
bijvoorbeeld een staatshoofd de nucleaire wereldoorlog ontketent
terwijl die daad onmiskenbaar bepalend zal zijn voor ieders lot.
Tevens
is geen van alle religies in staat om de zin van het lijden én van
het kwaad als zodanig te verklaren zonder de toevlucht te moeten
nemen tot een tweede wereld welke moet dienen om een vereffening te
maken inzake onverdiend leed en lust dat wordt ondergaan in de
huidige wereld. Soms kan het goede morele handelen het leed beperken
en soms gebeurt precies het tegenovergestelde en haalt men zich
lasten op de nek door het kwaad te bevechten: de zaak is dat er in
die dingen geen voorspelbaarheid (mogelijk) is. Het lijden in
onschuld alsook het zogenaamde 'geluk van de bozen' zijn problemen
die geen oplossing kunnen vinden als niet de hulp wordt ingeroepen
van de 'deus ex machina' van een bestaan na de dood, een ultieme
vergelding.
Maar
het verbinden van morele handelingen met beloning en straf en
derhalve met schuld is een consequentie van een zeker personalisme en
meer bepaald van de opvatting dat verdiensten verankerd zijn met
personen. Met de realiteit de liefde die maakt dat het geluk van de
ene afhankelijk is van het geluk van de ander, wordt in de religies
vaak helemaal geen rekening gehouden, waardoor ze uiteraard zichzelf
a priori hebben veroordeeld en wat hen dan sowieso geheel terecht
alle krediet ontneemt.
Virtuele
werelden verleiden derhalve niet alleen omdat zij ons (alvast
tijdelijk) kunnen bevrijden van ziekmakende spanningen: hun
aantrekkingskracht is ook toe te schrijven aan het feit dat zij de
zekerheid van hun onechtheid bieden waar datgene wat wij als
niet-virtueel beschouwen, ons uiteindelijk in de onzekerheid omtrent
hun betrouwbaarheid achterlaat. De scheidingslijn tussen het
werkelijke en het virtuele is met andere woorden kennelijk zelf een
zaak welke zich afspeelt binnen een zekere virtuele wereld.
Andermaal
rijst dan de moeilijke kwestie in hoeverre het maken van een
onderscheid tussen fictie en werkelijkheid relevant kan zijn en dan
in de eerste plaats met betrekking tot ons (morele) handelen dat wij
immers gewoonlijk aan de hand van dat onderscheid oriënteren. Als er
al virtuele werelden bestaan welke het gemunt zouden hebben op de
mens als waarheidszoekend wezen, dan blijken zij alvast bijzonder
moeilijk te detecteren omdat elk referentiekader dat zou toelaten dit
te doen, uiteindelijk lijkt te ontbreken.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
29 september 2022)
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 15. Over de betekenis der dingen in het licht van de Omega
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
15. Over de betekenis der dingen in het licht van de Omega
Als
het zo is dat een onpersoonlijke macht bezig is de mensheid in een
virtuele wereld naar binnen te lokken, dan kan die opzet alleen maar
slaagkansen hebben als de virtuele wereld genoeg aantrekkingskracht
bezit, wat uiteraard betekent dat de virtuele wereld moet kunnen
wedijveren met de echte wereld. Op de vraag hoe dan de leugen ooit
aantrekkelijker zou kunnen zijn dan de waarheid, kennen wij het
antwoord wel: de leugen is listiger dan de waarheid maar de waarheid
is lastiger dan de leugen.
Wie
kiezen voor de waarheid laten zich met andere woorden door de list
van de leugen strikken en de list bestaat er dan natuurlijk in om er
voor te zorgen dat het slachtoffer zich blind staart op de last van
de waarheid, waardoor hij de waarheid als zodanig uit het oog
verliest en in het perspectief waarvan de leugen, die immers zonder
last is, verschijnt als een lust. In het blikveld van wie aldus
gestrikt worden, zijn het niet de waarheid en de leugen die tegenover
elkaar staan maar wel hun verraderlijke attributen, de last en de
lust. De waarheid is aantrekkelijker dan de leugen maar een lust is
aantrekkelijker dan een last.
Nochtans
is een lust niets anders dan iets dat niet
is, een niet-zijn, een afwezigheid, namelijk de afwezigheid van een
last. Spanning voelt aan als een last maar de ontspanning die op de
spanning volgt, voelt aan als een lust en zo is ook elke lust niets
anders dan het verdwijnen van een last. Omdat het orgasme de kleine
dood wordt genoemd, zou men kunnen denken dat de grote dood of dus de
dood zonder meer, waarbij elke spanning verdwijnt, het felste wordt
begeerd maar niets is minder waar dan dat. De waarheid blijft
nastrevenswaardig ondanks de last die ermee verbonden is en de leugen
blijft verwerpelijk, alle lust ten spijt, precies omdat de last de
conditie is voor de lust en niet en nooit andersom en om dezelfde
reden kan er zonder de waarheid geen leugen zijn terwijl de waarheid
best zonder de leugen kan bestaan.
De anonieme
macht die verleidt tot het verwisselen van de werkelijkheid voor een
virtuele wereld, kan derhalve niets anders zijn dan luiheid en, bij
uitbreiding, ondeugd in het algemeen. De morele kwaliteiten blijken
derhalve hun ontologische basis te vinden in het onderscheid tussen
werkelijkheid en waan, in het verschil tussen realiteit en
virtualiteit, in de tegenstelling van waarheid en bedrog. Ens et
bonum convertuntur, zo klonk het al in de middeleeuwen: het zijn
en het goede vallen samen - met andere woorden: alleen het goede
heeft werkelijkheidswaarde; het kwaad is een tekort aan zijn, het is
een afwezigheid of een niet-zijn.
De
verleiding welke de virtuele wereld uitoefent op de mensheid is
derhalve die van de dood: het is de verleiding om de spanning los te
laten, om niet langer te volharden in de inspanning welke gevergd
wordt waar het ware en derhalve het goede worden nagestreefd. (1)
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 14. Gaan zijn zevenmijlslaarzen met de mens aan de haal?
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
14. Gaan zijn zevenmijlslaarzen met de mens aan de haal?
Hermes,
de met de joodse engelen vergelijkbare goddelijke boodschapper uit de
Griekse mythologie, droeg gevleugelde sandalen die hij leende aan de
held Perseus opdat die zou kunnen vluchten voor de zusters van Medusa
die hij had onthoofd. (1) In het sprookje van Klein
Duimpje, in 1812-1822 opgetekend
door de gebroeders Grimm, steelt Klein Duimpje de zevenmijlslaarzen
van de reus tijdens diens slaap en ook in het in de zestiende eeuw
voor het eerst genoteerde en in 1697 door de bundel Sprookjes
van Moeder de Gans van Charles
Perrault bekend geworden verhaal van De
Gelaarsde Kat spelen
zevenmijlslaarzen reeds de rol die vandaag door trans- en
posthumanisten wordt toegekend aan de (weliswaar meer
gesofisticeerde) hulpstukken die de fysieke maar ook de psychische
natuurlijke capaciteiten van de mens moeten uitbreiden. Naast haar
laarzen behoren immers ook de grootspraak en de listigheid van de
gelaarsde kat tot het arsenaal van haar hulpstukken en tot de
uitbreiding van Klein Duimpje's psychische hulpstukken behoren tevens
zijn vermetelheid en durf welke ook van de partij zijn in de
heldendaden van Perseus terwijl Hermes ook de god werd van de
welsprekendheid of de retorica, ook wel genaamd 'de kunst van het
liegen'.
Bewonderenswaardige
hulpstukken zijn werktuigen en machines en om in de lijn van de
zevenmijlslaarzen te blijven, verdient het wiel en dan in het
bijzonder de fiets ook alle lof als zeer vernuftig maar ook zeer
verdienstelijk en mens- en milieuvriendelijk instrument waarmee de
fietser als het ware volledig versmelt. Uiteraard naast de
muziekinstrumenten, het arsenaal dat nodig is voor de plastische
kunsten en, niet te vergeten, het boek als podium van de literatuur
en de wetenschappen, waarvan de hedendaagse vorm eigenlijk de
computer is.
En
hiermee zijn we beland bij de op hol geslagen fantasie van wie zich
transhumanisten noemen: zij die afstevenen op de zelfoverstijging van
de mens middels de uitbreiding van zijn fysieke en psychische
natuurlijke capaciteiten, en dan nog het liefst in de symbiose van
mens en cybernetica. Tussen haakjes: cybernetica betekent
stuurmanskunde, in casu:
de menselijke besturing van zijn werktuigen of 'verlengstukken'. En
precies daar loopt het fout: de wereld is zijn stuurman kwijt, zoals
inmiddels al enkele decennia geleden de moraalfilosoof Jaap Kruithof
het formuleerde.
Want
de auto bijvoorbeeld is vaak veeleer een moordtuig, naast de
expliciete wapens, met als kers op de taart, de atoombom, waarvan
Rusland er het grootste aantal bezit, namelijk 6255, de Verenigde
Staten hebben er 5550, China 350, Frankrijk 290, Groot-Brittannië
225, Pakistan 165, India 156, Israël 90 en Noord-Korea ca. 50.
De
V.S. zijn het enige land dat al atoomwapens inzette, meer bepaald in
de Tweede Wereldoorlog: de Inola Gay gooide op 6 augustus 1945 in
Japan de bom Little Boy (uranium 235) op Hirosjima en drie dagen
later werd Fat Man (plutonium) op Nagasaki gedropt. De bommen met een
kracht van ongeveer 10 megaton waren eigenlijk bedoeld voor de
Japanse hoofdstad Tokio maar mist strooide roet in het eten en zo
vielen er in plaats van miljoenen doden amper 100.000 in één klap.
De
zwaarste bom die ooit tot ontploffing werd gebracht was de Tsar
Bomba: hij ontplofte op 30 oktober 1961 op 3 km hoogte boven Nova
Zembla en had een kracht van 50 megaton. De explosie deed in Finland
de ruiten breken, de paddenstoel steeg 64 km hoog, de schokgolf ging
drie keer rond de aarde. (2) Rusland beschikt inmiddels over bommen
van 800 megaton. Gaan zijn zevenmijlslaarzen met de mens aan de haal?
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 13. Omsk Van Togenbirger andermaal over de virtuele wereld
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
13. Omsk Van Togenbirger andermaal over de virtuele wereld
Omsk
Van Togenbirger, ik dank u dat u ons nog eens wilt te woord staan,
het zijn bizarre tijden, maar meent u dat nu echt wat u de laatste
keer zei, over die technocraten?
OVT:
Zij verkopen gebakken lucht, voor écht geld en met dat echt geld
kopen zij allerminst gebakken lucht, en dat hoef ik niet te menen of
niet te menen, dat zijn de feiten, geloof ik, ja. Of bent u het daar
dan niet mee eens?
Toch
wel, maar anderzijds...
OVT:
Anderzijds?
Wel,
niemand kan toch ontkennen dat bijvoorbeeld... Facebook... niet echt
bestaat?
OVT:
Leugens bestaan echt, inderdaad, dat herhaal ik toch voortdurend?
Maar de mensen vragen erom natuurlijk, en sommige van die leugens
zijn wel heel verleidelijk, nietwaar? Voor bedrog moet je betalen,
het is de fabel van de vos en de raaf, hebben we het daarover niet al
eens eerder gehad?
Jazeker...
OVT: Denk
maar eens aan een ander kraam: een kraam dat al eeuwen en eeuwen
stand houdt met, nu in de afprijzing, haar virtuele wereld die maar
niet stuk kan: de hemel en de hel! Of gelooft u dan dat hemel en hel
ook echt bestaan?
Euh...
OVT: Jaja,
ik merk het wel, mijn beste: het zit zo diep dat u zich er nog altijd
niet kordaat durft over uit te spreken, ook al zegt uw nuchter
verstand u dat u niet langer hoeft te twijfelen! Maar men wendt dan
ook de meest verwerpelijke van alle verkooptechnieken aan... men
beliegt godbetert de kinderen! Zij beliegen de mensen nog vooraleer
die over enig kritisch vermogen beschikken, omdat zij op die jonge
leeftijd voor de volle honderd percent weerloos openstaan voor kennis
en alle vertrouwen hebben, en is dat niet schrijnend: alle vertrouwen
hebben mensen op die leeftijd in hun ouders én in degenen aan wie
hun ouders hen toevertrouwen voor het bijbrengen van kennis!
Tja...
OVT: Zeg
mij eens eerlijk: gelooft u dan in de hemel en de hel?
Tja,
misschien moet dat allemaal niet zo letterlijk opgevat worden maar
veeleer als iets...
OVT:
Virtueel?
Als iets
figuurlijk, ja...
OVT: Haha!
Niet te geloven hoé diep het zit! Maar ik weet het: het valt niet
met de rede te verhelpen, het is een zaak van geschonden vertrouwen
en de wonden blijven, jammer genoeg. Zij die hun inzichten
daaromtrent willen bijsturen, moeten snijden in hun eigenste vlees,
wat zeg ik, in het vlees van hun eigenste ziel. U kunt toch ook wel
inzien dat de praktijk van de aflaten, om maar iets te noemen, alleen
het werk kan zijn van gewetenloze schurken die goedgelovige mensen de
zuur verdiende centen afhandig trachten te maken, de centen die
bestemd zijn om de hongerige mondjes van hun kinderen mee te spijzen?
U hebt toch al gehoord over die handel in aflaten, geloof ik?
Mja...
OVT:
Hoeveel moest men betalen voor één dag minder lang in het vagevuur?
Eén dag minder lang branden? Maar laten we daar nu over ophouden. Ik
vertel het alleen om u daarvoor te behoeden een tweede keer in
dezelfde put te vallen. De virtuele wereld die de miljardairs van
heden u wensen te verkopen, is compleet dezelfde als deze die de
miljardairs van gisteren u hebben aangesmeerd en waarvan u kennelijk
nog steeds last heeft, het is compleet dezelfde, mijn allerbeste, al
zit hij uiteraard in een hedendaags kleedje: de mode verandert maar
de mode als zodanig doet dat uiteraard niet, nietwaar? Of gelooft u
dan dat de leurders van gisteren geen miljardairs waren? Hebt u ooit
het Vaticaan bezocht?
Neen...
OVT:
Misschien kon dat een therapie zijn, heel misschien... Anders leest u
maar eens het jongste boek van Frédérick Martel over dat luxehotel,
overvol met megalomanen. Wat wij nu beleven is een zoveelste uitgave
van hetzelfde. Het gaat hier over de wereldheersers, denkt u dat zelf
dan ook niet?
De
wereldheersers?
OVT: Dat
zei ik, ja. Of gelooft u dat de wereld geleid wordt door arme
drommels?
Toch
niet...
OVT: We
hebben het hier over de allerrijksten dezer aarde, over die beruchte
1 percent die 99 percent van alle wereldse dingen bezitten. En zij
hebben hun bezit en macht niet verworven middels kennis en kunde, ook
al willen zij graag dat wij dat gaan geloven: neen, zij danken hun
bezit en hun macht aan flagrante leugens en aan schaamteloos bedrog.
En terloops, mijn beste: u gelooft toch niet dat het arme drommels
zijn die de huidige oorlog in Europa hebben gelanceerd?
Neen,
zeker niet...
OVT: Zie je
wel dat u dat niet gelooft: het zijn inderdaad de allerrijkste
aardbewoners die daar zo over beslissen. Zij sturen straks onze
kinderen naar het front, zogezegd om het land te gaan verdedigen
tegen de vijand, ja? En wie is die vijand, mijn beste? Dat zijn dan
de Russen die naar het front gestuurd worden door hun leider omwille
van hun kroost? Hemeltje, hemeltje! Wie gelooft nu zulk een
sprookjes! Maar helemaal niemand wil naar het front, mijn beste! U
ziet toch ook dat het waar is wat ik hier nu zeg? Ja, er blijven
uiteraard altijd mensen bestaan die zo oneindig dom zijn dat ze gaan
vechten 'voor de goede zaak' of omdat zij nu eenmaal gehoorzame
burgers zijn. Maar gelooft u ook niet dat het volk helemaal niet
vechten wil? Gelooft u dan echt dat de mensen nu massaal willen
sterven?
Euh,
neen, natuurlijk niet...
OVT: En
zijn het mensen die de mensen naar het front jagen? Zijn het mensen
die de mensen opnieuw sprookjeswerelden te koop aanbieden? Zijn het
mensen of zijn het misschien dieren? Of sprookjesfiguren? Elfen?
Kabouters? Of demonen?
Het zijn
mensen, denk ik, ja natuurlijk.
OVT: Juist.
En ik vraag het u nu andermaal: zijn het arme drommels die dat zo
regelen, mijn beste, of zijn het net die superrijken, degenen die
bijna alles bezitten wat eigenlijk toebehoort aan de massa die het
maar moeten stellen met bijna niks?
Het zijn
zeker en vast de superrijken die dat doen, beslist.
OVT: Juist.
En zijn het arme drommels die ons die virtuele wereld willen
opdringen of zijn het opnieuw die superrijken?
De
superrijken doen dat, denk ik, ja...
OVT: Zeker
weten?
Ik denk
het, ja...
OVT: En
zijn dan de mensen die ons naar het front sturen, recht de dood in,
dezelfde als degenen die ons de virtuele wereld willen aansmeren?
Het zijn
telkenmale die superrijken die dat doen... dus, ja: het zijn
dezelfden.
OVT: En
vertel mij eens, mijn beste: de mensen die ons naar het front sturen,
hebben die het goed met ons voor?
Kennelijk
zeker niet, neen!
OVT:
Willen zij ons dood?
Onmiskenbaar,
ja...
OVT: En kan
je mensen die je dood willen, vertrouwen?
Uiteraard
niet begot!
OVT: En wat
moet je dan doen als ze u een virtuele wereld willen aansmeren? Koopt
u die dan?
Welneen...
OVT: Zij
prijzen het nochtans aan als een geschenk?
Dat kan
alleen een vergiftigd geschenk zijn...
OVT: Maar,
mijn beste: u weet meer dan ik.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
26 september 2022)
26-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 12. Zuckerberg: reclame voor de virtuele wereld
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
12. Zuckerberg: reclame voor de virtuele wereld
We
vroegen Omsk van Togenbirger om wat commentaar over de virtuele
wereld van Zuckerberg. Ziehier zijn repliek:
OVT:
Ik heb op dit ogenblik weinig tijd maar, mijn beste, knoop alvast één
ding goed in uw oren met betrekking tot die malafide figuren uit
Disneyworld: zij maken reclame voor de virtuele werelden die zij te
koop aanbieden onder het mom van toekomstgerichtheid, wetenschap en
kunst. Edoch, weet dat de eigendommen van die lieden allerminst
virtueel zijn: zij bezitten kastelen van echte steen, wat zeg ik, van
witte marmer; zij rijden in echte sportwagens en zij vliegen met
echte privévliegtuigen door de echte lucht naar echte verre landen;
hun vrouwen en mannen zijn geen poppen maar zij zijn van echt vlees
en bloed. En al die echtheid, mijn beste, kunnen zij zich veroorloven
omdat miljoenen, ja, miljarden mensen betoverd aan hun kermiskraam
gaan plakken en hun virtuele spullen kopen, met echt geld. Maar nu
moet ik verder, ik heb haast, we zien elkaar nog in het echt, tot
kijk!
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
26 september 2022)
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 11. Volodymyr Zelensky, Boris Johnson, Meghan Markle, Donald Trump en Popeye the Sailor Man
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
11. Volodymyr Zelensky, Boris Johnson, Meghan Markle, Donald Trump en
Popeye the Sailor Man
In
het artikel How
a Fictional President Is Helping Ukrainians Rethink Their Absurd
Politics
(1) in het blad Foreign
Policy
beschrijft Katherine Jacobsen hoe de komiek Zelensky zijn rol van
president uit de wereld van de fictie hard maakt op het echte
politieke schouwtoneel maar daarmee is Zelensky geen unicum in de
geschiedenis. Tot degenen die in werkelijkheid verwezenlijkten wat ze
eerst op de planken hebben gebracht behoren volgens Stuart Heritage
van The
Guardian in
zijn artikel Zelenskiys
Servant of the People: the TV show that made Ukraines president
van 7 maart 2022 (2) ook figuren zoals Boris Johnson (Have
I Got News For You),
Meghan Markle (Suits)
en Donald Trump (The
Apprentice),
al springt Zelensky er natuurlijk wel uit.
De
verovering van de werkelijkheid door de ficties gebeurt soms ten
goede maar ook vaak ten kwade. Zo werden ten tijde van de Tweede
Wereldoorlog - maar dan wellicht onbedoeld - flagrante leugens de
wereld rondgestuurd met de tekenfilmfiguur Popeye.
(3) die zich telkens uit benaderde situaties wist te redden dankzij
het eten van een blik spinazie waarover wijd en zijd verkondigd werd
dat het krachtvoedsel was omdat het veel ijzer zou bevatten. Dat was
echter een misverstand, wellicht voortspruitend uit een oude
kopieerfout waarbij een komma werd verschoven maar het werd hoe dan
ook geduld omdat toentertijd zuinig diende omgesprongen te worden met
vlees.
De
ondertitel van het artikel luidt: He starred as a president in
this smart satire, only to launch a political party named after it
then win an election. Now on All 4, it may be the most important
foreign TV drama ever.
(3) Popeye
was een
stripfiguur van de Amerikaanse cartoonisten Elzie Segar en Bud
Sagendorf en hij trad later op als tekenfilmfiguur van Max Fleischer
en Dave Fleischer.
Video
Popeye the Sailor meets
Sindbad the Sailor:
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 10. Fantastiek, Zelensky en het armageddon
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
10. Fantastiek, Zelensky en het armageddon
Niet
zonder reden werd hier 'Het Verborgen Volk' van de Vlaamse schrijver
Ludo Noens te berde gebracht: het boek behandelt weliswaar de wereld
van het fantastische maar wie geloven dat de fantasie naast de
realiteit staat, slaan de bal flink mis: legio zijn de voorbeelden
van hoe de fantasie de realiteit ook letterlijk het zwijgen oplegt en
verdringt, ja, vervangt en tot de minst betwijfelbare voorbeelden van
die feitelijkheid behoren de religies, de politieke partijen en de
zogenaamde wetenschappen. Voor de fantasieën waarmee het
katholicisme, het jodendom of de islam uitpakken, geven mensen hun
leven en legt men hen deze waarheid voor de voeten, dan voelen zij
zich diep beledigd. Hetzelfde doen zij voor hun politieke idealen en
partijen en niet in het minst in de wetenschappen speelt de fantasie
de hoofdrol en gaan voor- en tegenstanders van bijvoorbeeld de
evolutieleer tekeer alsof hun leven ervan af hing. Op een bijzonder
bescheiden manier maar tegelijk zeer doortastend stelt Ludo Noens
doorheen zijn hele oeuvre de vraag naar de grens tussen fictie en
realiteit en voor de goede verstaander laat hij ook doorschemeren dat
het antwoord op die vraag allerminst vanzelfsprekend is, ja, wellicht
niet tot groot jolijt van de positieve wetenschappers die in hun
onverstand zichzelf danig ernstig nemen, maakt deze kunstenaar
zonneklaar dat de gezochte grens eigenlijk behoort tot het rijk van
de fantasie...
Keren
we nu terug naar ons thema: het feit dat en de wijze waarop een
onpersoonlijke macht de mensen in een virtuele wereld naar binnen
lokt om die daarin op te sluiten. Wie goed toekijken, kunnen zien dat
mensen in een virtuele wereld naar binnen worden gelokt doordat de
virtuele wereld zelf eerst de mensen tegemoet treedt. Om het heel
concreet te maken: de virtualiteit van de cinema beperkt zich niet
tot de film en tot het uur dat hij bekeken wordt maar zij treedt de
cinemazaal naar buiten en vult geleidelijk de hele wereld met haar
onechtheid. Sylvester Stallone vertolkt niet alleen de
Vietnamveteraan John Rambo maar hij wordt tevens door de massa die de
film voorgeschoteld kreeg met die rol geïdentificeerd zodat hem niet
alleen de eer te beurt valt van zijn acteursprestatie maar tevens die
van de held die hij niet is doch slechts vertolkt. De film zelf is
fictie maar omdat de massa niet in staat is de grens te trekken
tussen het spel en de realiteit, krijgen de sprookjes een zekere
realiteitswaarde, wat bijvoorbeeld op een bijzonder ergerlijke manier
het geval is geweest met de cowboy- en indianenverhalen waarbij de
'goodies' en de 'baddies' een fabricaat zijn van de filmmaker, of
beter: van zijn sponsoren die zeker niet gespeend zijn van politieke
bedoelingen. De Indianen werden na het aanmeren van Christoffel
Columbus door de Spaanse conquistadores uitgemoord en hun land werd
door de genadeloze veroveraars ingepalmd maar eeuwen later hebben de
V.S. hun uiterste best gedaan om met de leugenfabriek van Hollywood
het tegendeel te bewijzen.
Een
bijzonder actueel voorbeeld van de overname van de waarheid door de
leugen is de Tv-film Dienaar
van het volk
uit 2015 waarin de geschiedenisleraar Wassil Holoborodko president
van Oekraïne wordt, een rol die vertolkt wordt door de acteur
Volodymyr Zelensky, die vier jaar later ook in werkelijkheid
president wordt van dat land. Het sprookje wordt werkelijkheid, het
virtuele is in de realiteit naar binnen gedrongen en heeft hem
overmeesterd, de acteur is gelijk geworden aan zijn rol en het eerste
slachtoffer van deze agressie is uiteraard de waarheid. In feite doet
de reclame helemaal niets anders dan dat: de leugen wordt aan het
volk getoond en van zodra het volk deze leugen na-aapt, wordt ze
echt, ze wordt waarheid. De waarheid zelf blijft dan uiteraard
verweesd achter. En van die overname van de realiteit door de fictie
komt dan kennelijk een wereldoorlog en misschien wel het armageddon.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
23 september 2022)
Dr. Geert Vanden Bossche - vss-scientific-updates-during-pandemic-times
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 9. 'Het Verborgen Volk' (vervolg)
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
9. 'Het Verborgen Volk' (vervolg)
Goden,
engelen, elfen, kabouters, dolende zielen... kortom: niet-menselijke
intelligenties zijn geen onbekenden, aldus Ludo Noens, maar jonge
kinderen en enkelingen zoals Rudolf Steiner niet te na gesproken,
heeft de moderne mens het verleerd contact te leggen met die wezens.
Steiner verwijst naar de Rozenkruisers, een geheim broederschap,
hoeder van een revolutionaire kennis en van de diepste
natuurgeheimen, gesticht door de Duitse ingewijde in de
judeo-Arabische Mysteriën, Christian Rosencreutz (°1378). (1)
Rosencreutz
leerde Arabisch en vertaalde het islamitische 'Boek van de Natuur'
naar het Latijn. Hij werd 106 jaar oud en toen in 1604 zijn graftombe
werd ontdekt, bleek zijn lichaam vrijwel ongerept. (2) De
supranormale vermogens van de Rozenkruisers (...) moeten grandioos
zijn geweest. ( ) Honger, dorst, ziekte en tijd hadden geen vat
meer op hen. Onzichtbaar konden zij binnentreden waar zij maar
wilden. Zo snel als de gedachten verplaatsten zij zich naar willekeur
overal ter wereld. Bovendien stond iedere demon of geest onder hun
dwingende bevelen ( ). (3)
Zij
geloofden in het bestaan van door ons niet zintuiglijk waarneembare
min of meer intelligente wezens zoals elementalen (elementenbewoners)
en djinns (genieën, te situeren tussen mensen en engelen), die
resideren in een subtiele parallelle wereld en die net zoals de
'wellustige engelen' (uit Genesis 6:1-4) romances kunnen hebben met
mensen, waaruit volgens de yezidi's in Koerdistan een blauwogig
blondharig volk geboren werd - volgens de Koran had koning Salomon
grote macht over hen. (4)
In
zijn De Civitate Dei spreekt Sint-Augustinus zijn geloof uit
over menselijke seks met demonen, praktijken die ook bij de
Tempeliers aan de orde waren en beoefend worden door de soefi's. (5)
Andere magiërs zijn John Dee, die de taal der engelen leerde, en
Cornelius Agrippa. Engelen werden vaker aanschouwd in visioenen zoals
die van de profeten Ezechiël en Jesaja.
De
Kabbala verhaalt hoe interagerende spirituele krachten (Sefirot) ons
lichaam alsook de wereld beïnvloeden: wangedrag veroorzaakt
disharmonie in de kosmos en rechtzinnigheid moet de kosmische balans
weer in evenwicht brengen: de 'buitenwereld' (kosmos) gedraagt zich
als een schaduw van de 'binnenwereld' (geest). Dionysius de
Aeropagiet beoefende in de vijfde eeuw de angelologie met zijn De
Coelestis Hierarchia en de dertiende-eeuwse Thomas Aquinas
beschreef de soorten engelen en hun activiteiten in zijn Summa
Theologiae. (6)
Een
volledig hoofdstuk wijdt Noens aan seks met elementalen. Volgens
Paracelsus schuilt achter het zintuiglijk waarneembare nog een
verborgen helft van de werkelijkheid waarin fijnstoffelijke wezens
zich ophouden ('elementalen'). Een huwelijk tussen een mens en een
nimf kan mensenkinderen voortbrengen, er zijn huwelijken tussen feeën
en mannen, tussen gnomen en vrouwen. Noens verhaalt over sekten en
geheime genootschappen zoals de Orde van Melchizedek waarover gezegd
werd dat die een totalitaire militaire organisatie was die middels
massapsychologie totale wereldcontrole beoogde. (7)
Dit
alles is niet wat wij op het oog hebben met de onderhavige tekst over
anonieme machten welke mensen gevangen zetten in virtuele werelden
maar misschien zijn de histories welke door Noens werden verzameld en
ontleed, zinnebeelden voor reële gebeurtenissen die vooralsnog
moeilijk te omschrijven zijn terwijl onze ervaringen ons verbieden om
te loochenen dat daarin een grond van waarheid huist. In deze wat
schimmige gebieden die evenwel niet behoren tot het positief
wetenschappelijke domein, hebben zoveel gezaghebbende geleerden
onderzoekswerk verricht en daar ook ondubbelzinnig verslag over
uitgebracht dat zij evenveel aandacht verdienen als de vele religies,
de mythen en de sprookjes welke ten slotte allemaal vertellen over de
allerdiepste menselijke ervaringen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
23 september 2022)
Verwijzingen:
(1)
Ludo Noens, Het verborgen volk. Contact met niet-menselijke
intelligenties, Aspekt, Soesterberg 2022; pp. 11-15.
(2)
Ib., pp. 17-20.
(3)
Ib., p. 23.
(4)
Ib., pp. 24-27.
(5)
Ib., pp. 27-35.
(6)
Ib., pp. 35-47.
(7)
Ib., pp. 49-66.
22-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 8. 'Het Verborgen Volk'
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
8. 'Het Verborgen Volk'
De
virtualiteit heeft vele gezichten en zij dient om mensen van de wijs
te brengen opdat zij niet zouden beseffen dat zij op het verkeerde
been gezet worden, dat ze bij de neus genomen worden, dat ze in de
echte wereld niet (meer) welkom zijn, dat ze behoren tot de miljarden
die er teveel zijn en die mede de overbevolking veroorzaken of tot
degenen die er beter niet waren omdat hun bezit, hun
gezondheidstoestand of hun intelligentie de gemiddelden van het
geheel naar beneden halen. Mensen worden niet zomaar naar
niemandsland verbannen: er wordt hen verteld dat het ginds veel beter
is. Zij worden niet zonder meer van de boter weggehaald: er wordt hen
verteld dat margarines veel gezonder zijn. Zij worden niet zomaar
psychisch uitgeschakeld: er wordt hen voorgelogen dat de
voorgeschreven drugs geneesmiddelen zijn. Ouderen worden niet zonder
meer uit hun huizen gejaagd en verbannen: men belooft hen dat zij
naar zorgcentra worden overgebracht waar zij het comfortabel zullen
hebben en geholpen zullen worden. Opvoedelingen worden niet zonder
meer dom gehouden: men leert hen allerlei zaken aan waar zij helemaal
niets aan hebben maar die wel aan de haal gaan met hun tijd en met
hun jeugd die later niet meer terug zal komen om hen de gelegenheid
te geven alles te herdoen. Mensen die brood en etenswaren kopen,
worden niet met lege handen naar huis gestuurd: zij krijgen in een
zalige verpakking waren die alleen de naam van nepvoedsel verdienen.
Vluchtelingen worden niet zomaar teruggestuurd naar huis of in
concentratiekampen opgesloten: hun dossier wordt bijgehouden en zij
belanden in asielcentra waar zij voorlopig moeten wachten op het
verdict dat op de spreekwoordelijke lange baan terecht komt, precies
zoals de verticaal geklasseerde klachten van wie bij de autoriteiten
onrecht hebben aangegeven. Zij allen dienen in de wachtzaal plaats te
nemen om daar hun beurt af te wachten, zij zijn immers niet alleen,
zo worden zij vermaand. En zij wachten in de wachtplaats en zij
houden de deur in de gaten door de welke zij naar buiten zullen gaan
als het wachten is verstreken omdat hun tijd gekomen is. Mensen
worden niet zomaar veroordeeld tot een levenslange slavernij: er
wordt hen beloofd dat zij vergoed worden daarvoor met het eeuwig
leven en de hemel. De joden werden ook niet zomaar weggehaald en naar
de gaskamers getransporteerd: er werd hen verteld dat zij naar betere
oorden gingen, waar hen dan een verkwikkende douche werd beloofd. Men
vertelt ook niet aan het vee waartoe het wordt gevoerd en waarheen
het wordt gebracht van zodra het een rendabel gewicht gekregen heeft.
Maar de slachthuizen zijn een realiteit: of moeten de 'hogere'
diersoorten zich dan laten verhongeren? De massagraven bestaan echt
en de industrieën die gigantische fortuinen in de wacht weten slepen
met de aanmaak van allerlei chemische producten waarvan gewone
stervelingen de formules niet ontcijferen kunnen en waarvan zij nog
veel minder de letale werking kennen.
De
virtualiteit is het lokaas en zal derhalve heel verleidelijk moeten
zijn om doel te treffen. De list bestaat bij de gratie van de
discrepantie tussen de eigenlijke drijfveren en de opgegeven
argumenten en daarom zegt men ook over de laatstgenoemden dat zij
regelrechte leugens zijn: de retorica is de kunst van het liegen
omdat argumenten enkel functioneren als verkappingen van drijfveren
die daarmee vloeken. Aan het gedomesticeerde vee wordt diets gemaakt
dat het maar beter op stal blijft omdat het daar droog is en men er
wel doorvoed geraakt en mochten aan het vee de eigenlijke drijfveren
van zijn kwekers openbaar worden gemaakt, het zou enkel met ongeloof
kunnen reageren, want kijk: kippen worden gevoerd om eieren te leggen
en met kunstlicht wordt ervoor gezorgd dat het er telkenmale niet één
maar twee daags worden en is het kransje uitgelegd, dan zou men
denken dat zij dankbaarheid ontvangen voor de geleverde topprestatie
maar niets is minder waar: met een korte kap in de nek van het hakmes
van de slager die fantaserend over zijn winst een lustig deuntje
neuriet, ontvangen ze het lot van massamoordenaars en andere
criminelen, zij worden prompt verkocht en met veel smaak verslonden,
zelfs een klein bedankje kan er niet meer af, daar mogen zij naar
fluiten.
De
man die levenslang om vier uur in de regen op zijn trein gaat wachten
op een winderig, ijskoud perron om dan naar de fabriek gebracht te
worden waar de dagtaak wacht die duurt totdat het alweer donker is,
zodat hij alvast in de wintermaanden alleen de noorderzon te zien
krijgt, waar vandaan de benaming 'zondag' ook afkomstig is, is geen
beter lot beschoren dan de dappere kip en de koe die van zodra haar
melkproductie slinkt, in stukjes wordt gezaagd: hij werkt tot zijn
pensioen en dan ontvangt hij tot zijn dood een uitkering die,
losgekoppeld van de index, gestaag in 't niemendal verdwijnt - de
fysieke toestand ingevolge zijn hoge ouderdom laat hem dan helaas
niet langer toe om nog te protesteren bij wie hem zo bij den bok
hebben gezet en ook zijn nazaten, als hij er al heeft, kunnen daar
niets aan doen omdat de uren van een dag geteld zijn en men er -
andermaal helaas - niet eentje van bijmaken kan. En ik hoor u nu
vragen: welke hogere diersoort die zich toch niet kan laten
verhongeren heeft dit dan zo geregeld? Of moet men dan de auteur van
'Het Verborgen Volk' (1) geloven, die samen met een hele resem
in doofpotten verdwenen genieën niet-menselijke intelligenties voor
dat alles verantwoordelijk acht?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
22 september 2022)
Verwijzingen:
(1)
Ludo Noens, Het verborgen volk. Contact met niet-menselijke
intelligenties, Aspekt, Soesterberg 2022. Zie:
https://www.bloggen.be/ludonoens/
21-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 7. Het entertainment in de arena van de wereld -
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
7. Het entertainment in de arena van de wereld
Wie
is de pop die in de plaats komt van de mens? Want de mens verdwijnt
terwijl het lijkt alsof hij blijft, zijn verdwijning moet immers
onopgemerkt gebeuren opdat zij kans op slagen zou hebben. De mens
wordt als het ware van binnenuit uitgehold en het omhulsel houdt
stand en wordt dan opgevuld met iets heel anders.
Om
aan de weet te komen wie de plaats inneemt van de mens, moet men
onderzoeken welke eigenschappen maken dat mensen in de huidige
samenleving kunnen standhouden en welke de eigenschappen zijn die
maken dat hij erin ten onder gaat. Immers, de selectie welke gebeurt,
gaat over eigenschappen en zij voltrekt zich zoals ook de natuurlijke
selectie zich altijd al voltrokken heeft: wie maximaal aangepast zijn
aan de omgeving, hebben de beste overlevingskansen. Rest dus de vraag
wat precies de huidige omgeving is waarin mensen zich bewegen: wie
beloont zij en wie straft zij af? Hoe ziet deze evolutie eruit? Met
andere woorden: welke gedaante heeft in de huidige wereld the
survival of the fittest?
De
uitdrukking is afkomstig van een van de grondleggers van de
sociologie, Herbert Spencer, (1820-1903) die daarmee doelde op het
zogenaamde 'sociaal darwinisme': zonder staatsbemoeienis, zo geloofde
de liberaal, zouden de zwakkeren (de armen) verdwijnen en zouden er
alleen maar bekwame mensen (de rijken) overschieten. Maar uiteraard
zijn bekwaamheid en rijkdom heel andere zaken en zo komen we tot een
antwoord op de hier gestelde vraag: in de huidige maatschappelijke
constellatie worden niet zozeer de bekwaamste mensen beloond en
alvast niet de meest bekwame lieden in moreel opzicht maar veeleer
degenen die zich er niet van laten weerhouden om - niet alleen
desnoods en ook bij voorkeur - hun persoonlijk voordeel te doen op de
kap van de zwakkeren. Met andere woorden betekent 'the fittest' in de
huidige tijd en wereld: de meest immorele, degene die zich niet laat
weerhouden door ethische regels, hij die verboden aan zijn laars
lapt, die belastingen ontduikt, die zijn concurrenten een hak zet,
hen economisch of anderszins ombrengt en die zich een weg naar de
rijkdom rooft. 'The fittest' is niet de meest intelligente en ook
niet de sterkste in fysiek opzicht maar wel degene met de minste
scrupules, de sluwste, de meest gewetenloze schurk, hij die helemaal
geen genade kent, de alleenheerser, de autocraat, de potentaat.
Het
onderliggende argument om die genadeloosheid te gaan verdedigen en om
aan de sterkste het morele recht toe te kennen om de zwakkere te
verdringen, luidt dat het er in de natuur net zo aan toe gaat en dat
men zich aan de natuur een voorbeeld dient te nemen. Deze klinkklare
onzin werd door de nazi's gepropageerd: zij geloofden dat zij de
zwakken moesten elimineren omdat een maatschappij zonder zwakkeren
een betere maatschappij zou zijn. Uiteraard is het veel makkelijker
om zieken uit te roeien dan om ziekten te bestrijden: een zieke
wordt gedood met één enkele kogel terwijl het bestrijden van een
ziekte niet zonder jarenlange inzet en studie mogelijk is. Maar
kennelijk bestaan er lieden die danig afgestompt zijn dat zij die
onzin gaan verdedigen en bovendien zijn er onder hen die het voor het
zeggen krijgen en die er ook nog in slagen om hun simplistische onzin
door te drijven en tot wet te maken. Andermaal: zij slagen daarin,
niet omdat zij bekwamer zouden zijn dan hun tegenstanders maar omdat
zij er niet voor terugschrikken om hun concurrenten gewoon om te
brengen.
De
eliminatie van weerloze ouderen is wellicht het meest schrijnende
actuele voorbeeld: de staat wil zichzelf sterker maken en bespaart op
de kap van de allerzwaksten door aan het geïnstitutionaliseerde
onrecht dat hen uit de wereld bant, de vrije teugel te laten.
Hetzelfde gebeurt met de eliminatie van ongewenste kinderen door het
toelaten of zelfs het propageren van zwangerschapsonderbrekingen
welke feitelijk regelrechte moord betekenen. Subsidies aan
andersvaliden worden teruggeschroefd met het uitvlucht dat er geen
geld voor is, terwijl de staat een gigantische inflatie creëert door
het bijdrukken van bankbiljetten voor subsidies aan de horeca en aan
nog allerlei maatschappelijke luxesectoren.
De
kapitalistische economie staat er garant voor dat alles maar dan ook
alles te koop is en in de eerste plaats: macht. Het democratische
bestel waarin zogezegd iedereen mag meebeslissen en waarin de
allerzwaksten een stem hebben evenwaardig aan die van de
allerrijksten, dient uiteraard tot helemaal niets meer als het
kapitalisme het danig perverteert dat sowieso de meest gefortuneerden
het uiteindelijk voor het zeggen krijgen. Niet de noeste arbeider die
om vier uur in de ochtend de trein neemt om op tijd aan te komen in
een ongezonde fabriek waar hij levenslang en voor een hongerloon zijn
beste krachten verdoet aan de productie van spullen die alleen de
rijken kunnen kopen - niet deze noeste scrupuleuze arbeider komt aan
de macht maar wel hij die mensen herleidt tot uit te baten machines,
met name door hen met onder meer drugs zodanig te conditioneren dat
zij ongeacht wat doen om aan het door hem te innen geld te komen dat
zij nodig hebben voor de aanschaf van hun zelfmoordspullen. Onze
huidige politici zijn sowieso de handlangers van deze criminelen daar
zij dit alles laten begaan, als zij het al niet aanmoedigen omdat ten
slotte ook zijzelf daar aardig hun voordeel mee doen: de zwakkelingen
die anders met allerlei sociale uitkeringen de staatskas opsouperen,
worden immers keurig geëlimineerd en met hun gigantisch kapitaal
verlenen de drugsbaronnen electorale steun aan de politici die hen op
hun beurt de hand boven het hoofd houden. Drugsbaronnen,
wapenhandelaars en noem maar op.
Het
antwoord op de vraag wat the survival of the fittest dan
betekent in de huidige wereld, moet helaas luiden dat de onmens de
wind in de zeilen krijgt terwijl mensen die eraan verzaken om aan
anderen kwaad te berokkenen, geslachtofferd worden op het altaar van
het gouden kalf. Zij worden zoals destijds in de arena nog altijd
voor de leeuwen geworpen, zij worden gestoofd in de messingen stier,
zij komen terecht op de brandstapel of zij worden nog anderszins
geëlimineerd. Op tal van wijzen maar steeds op grond van hetzelfde
systeem wordt de mens bij de neus genomen door de onmens: hij wordt
naar binnen gelokt in een virtuele wereld die hem op het verkeerde
been zet met allerlei beloften en met leugens, zijn positie wordt
danig uitgebuit, hij wordt verzwakt zoals de stier verzwakt wordt
door de martelende lanssteken van de picador, totdat uiteindelijk de
doodsteek volgt voor het oog van een massa die steeds sadistischer
vormen van entertainment eist.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
21 september 2022)
20-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 6. De liquidatielist
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
6. De liquidatielist
De
echte mens wordt vervangen door een pop omdat de pop perfect doet wat
haar maker van haar verlangt: zij heeft geen eigen wil. Op de keper
beschouwd bestaat zij ook niet, zij is een verlengstuk van haar
bezitter, zij is zijn perfect gehoorzame handlanger. De bezitter van
de pop is een mens maar die verlangt van haar dat zij de (andere)
mensen uitschakelt, zodat hijzelf uiteindelijk alleen de naam van
onmens kan verdienen. De onmens is de alleenheerser, de autocraat. De
potentaat wil alleen maar volledig onderworpenen als onderdanen,
slaven, neen: volmaakte slaven en dat kunnen uiteraard niets anders
dan machines zijn. En om van mensen machines te maken, wordt heel
listig te werk gegaan.
Eerst
belooft men aan mensen dat zij sneller, groter, krachtiger, kortom
beter zullen worden als zij zich bedienen van machines. Het begint
heel onschuldig met een bril, die inderdaad een beter zicht verschaft
maar alras worden de lenzen weer te zwak, er dient een tandje te
worden bijgestoken en dat gaat zijn gang totdat het glas zo dik is
dat men er een heuse deuk van krijgt in zijn neus. De lens van de
bril helpt immers niet zomaar de ooglens welke opgespannen wordt door
middel van fijne spiertjes: zij verzwakt de ooglens ook, zij verslapt
de spiertjes die ervoor kiezen lui te zijn omdat zij weten dat hun
werk sowieso zal overgenomen worden door de bril. Een verleden
methode, zo'n halve eeuw geleden, genaamd 'Beter zien zonder bril',
pakte uit met deze theorie en navenante methode en had succes,
weliswaar binnen zekere perken, maar desalniettemin getuigden meer
mensen dat het oefenen van hun oogspieren hun geen windeieren had
gelegd.
Spieren
die niet samentrekken, atrofiëren en dat weet elke arts die daarom
zijn patiënten aanspoort om te bewegen. Van wie tien dagen in een
bed neerliggen, zijn alle spieren van het hele lichaam grotendeels
weggekwijnd en deze mensen moeten opnieuw leren lopen, tenminste als
zij dat dan nog kunnen, want ook de pezen moeten eraan geloven: zij
worden korter en beletten de bedlegerige als hij uit bed komt zelfs
om gewoon rechtop te staan.
Atrofiëren
doen niet alleen de skeletspieren en de oogspieren maar ook de
ademhalingsspieren, bijvoorbeeld wanneer een zieke moet beademd
worden omdat hij het aan zijn longen heeft, bijvoorbeeld in gevolge
een besmetting met corona. De beademing gebeurt middels een pomp die
werkt middels een vacuum dat in feite het lichaamseigen vacuum
nabootst hetwelke in beweging wordt gezet door de vele kleine maar
onophoudelijk werkende tussenribspiertjes die de ademhaling mogelijk
maken.
Kortom:
de belofte aan mensen dat zij beter zullen worden van machines is
slechts waar op zeer korte termijn: de bril, het bed en de
beademingsmachine helpen weliswaar een poosje maar binnen de kortste
keren zijn wij van die dure instrumenten helemaal afhankelijk
geworden: wij zien niet langer zonder bril, onze skeletspieren
atrofiëren en zo ook onze ademhalingsspieren en wel in die mate dat
wie beademd werden, zouden verstikken indien zij van hun hulpstuk
plotseling werden losgekoppeld. De machines helpen ons een korte tijd
en daarna betalen wij de rekening en worden wij er voor altijd
afhankelijk van. Eerst leken die machines verlengstukken van ons
lichaam maar alras worden de rollen omgedraaid en blijken wij zelf
herleid te zijn geworden... tot verlengstukken van onze machines.
De
mens wordt afhankelijk van zijn instrumenten en die instrumenten zijn
niet alleen de bril die blinden maakt en de auto die kreupelen
voortbrengt: ook minder zichtbare instrumenten kunnen ons de das
omdoen en zij zijn ook gevaarlijker dan die waarvan we ons wel bewust
zijn. Tot die minder zichtbare instrumenten behoort bijvoorbeeld onze
economie, die in onze dienst stond tot op de dag dat men van
hogerhand ging oordelen dat de coronadoden niet langer moesten geteld
worden per stuk maar per aantal verloren levensjaren en blijkbaar
heeft het onverstand inmiddels zo'n vlucht genomen dat alvast de
betrokken politici niet meer beseffen dat dit betekent dat voortaan
de mens een instrument is van de economie in plaats van andersom:
zijn waarde slinkt evenredig met zijn leeftijd die een maatstaf
blijkt voor zijn economische waarde.
Kortom:
de list waarmee de mens als zodanig geliquideerd wordt, bestaat erin
dat men hem zogenaamde hulpstukken aanreikt met de bedoeling dat hij
die op den duur niet meer kan missen en dat hij vervolgens zélf
hulpstuk wordt en meer bepaald: hulpstuk van zijn beloofde
hulpstukken. De mens, gedegradeerd tot instrument van zijn
instrumenten, wordt door die instrumenten zelf opgeslokt, hij werd
een aanhangsel van wat eerst zijn aanhangsels waren en blijkt dan
ineens met de noorderzon vertrokken. Op dat ogenblik heeft de machine
effectief de plaats ingenomen van de mens van wie geen spoor meer te
bekennen valt.
De
economie maakt dat de mens minder waardevol wordt dan 'zijn' geld dat
dan uiteraard niet langer het zijne is en in het zog van de economie
vallen dan tal van andere schijnhulpstukken te bekennen die alleen
maar resulteren in de verslaving van de mens en in zijn verdwijning.
Gezondheidsorganisaties verslaven mensen aan pillen en de
pillenindustrie is in de eerste plaats een bedrijf dat groeien moet:
pillen moeten derhalve worden aangeschaft, door mensen uiteraard, die
op die wijze de farmaceutische industrie van dienst zijn. De mens
leeft voor de pil in plaats van andersom. De technologie van
bijvoorbeeld allerlei computers maakt, zoals ooit een groot geleerde
heeft voorspeld, dat mensen het vermogen verliezen om te onthouden,
om te leren en om te associëren. Ofschoon zij het tegenovergestelde
beloven, ontnemen computers de mensen hun verstand.
We
moeten onze leerlingen niets meer uit het hoofd laten leren, zo
zeggen de moderne pedagogen: het volstaat als zij weten waar zij het
gezochte kunnen vinden. Edoch, zij zoeken niets meer omdat zij
uiteraard geen benul hebben van ongeacht wat waarvan zij op geen
enkele wijze het bestaan kunnen vermoeden. En uiteraard kan dat
vermoeden pas ontstaan als er eerst een context is, zoals er eerst
een nest moet zijn vooraleer de vogel op het idee kan komen om daarin
zijn ei te deponeren. Die context is het nestje in ons hoofd,
bestaande uit vervlochten kennis. En het vergaren en vervlechten van
die kennis geschiedt door gegevens uit het hoofd te leren om die dan
met elkander in verband te brengen.
En
zo kan men nog een tijdje doorgaan. De mens verdwijnt in gevolge een
list. Het vreemde is nu wel dat die list geen mensenwerk is. Geen
mens immers is sluw genoeg om dat te bewerkstelligen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20 september 2022)
19-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 5. De verwisseling van het echte met het virtuele
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
5. De verwisseling van het echte met het virtuele
De
principes van het christendom vechten met die van de natuur en om die
reden heeft de natuur de neiging om zich hardnekkig te verweren tegen
de christelijke principes. De mens is een wezen dat zich grondig van
de andere dieren onderscheidt of van de dieren tout court en dat
daarom door de (wilde) dieren voortdurend wordt belaagd. De cultuur
zet zich af tegen de natuur en waar een cultuur dat niet doet omdat
men denkt de natuur een handje te moeten helpen, zoals in de
ideologie van het nazisme onder Adolf Hitler, is cultuur pervers en
onmenselijk en derhalve onbestaande: er is dan geen cultuur doch een
cultus van het kwaad. De wetten van de kosmos over welke (volgens de
drama's van Joost Van Den Vondel) Gods stadhouder, Lucifer, waakte,
verschillen fundamenteel van de nieuwe orde welke zijn intrede deed
bij de schepping van de mens over wie de Schepper wil dat hij door de
engelen gediend zal worden.
Het
mens-zijn is niet zomaar een resultante van de natuurlijke evolutie
maar verschijnt in de geschiedenis van het leven als een breuk. De
mens is voor de rest van de natuur hoe dan ook een vreemde eend in de
bijt omdat hij naast zijn natuur die zoals die van de dieren en de
planten bestaat uit dode stoffen die in het lichaam functioneren ten
dienste van het leven, ook een bovennatuur blijkt te hebben, een
geest die andere principes volgt dan die welke de dieren drijven,
precies zoals het leven reeds andere principes volgt dan die waaraan
de dode stof gehoorzaamt. De dode stof is onderworpen aan verval - de
tweede wet van de thermodynamica. Het leven verzet zich daartegen en
brouwt complexe constructies: wat leeft vervalt niet zomaar doch
richt zich op, als het ware in een poging om de zwaartekracht te
overwinnen; de dode stof wordt door het leven opgetild. Maar nog een
stap verder dan de dode stof en het leven zet de geest, welke het
leven in een specifieke richting stuurt. De geest volgt niet zomaar
de wetten van het leven dat zich van nature zou verkijken op zelf- en
soortbehoud: de geest verheft het leven van een toestand waarin het
slechts die activiteiten kent die aansturen op louter overleven tot
een hogere toestand waarin meer vrijheid ontstaat, waarin
activiteiten plaatsvinden die in een lager perspectief geheel
doelloos lijken, zoals bijvoorbeeld zingen en dansen, dichten en
wetenschap bedrijven. Daarbij wordt wat wij het hogere noemen
helemaal niet aangedreven door het lagere maar, net andersom, stelt
het hogere het lagere in zijn dienst met het 'aanzuigeffect' van het
vooruitzicht op de aantrekkelijkere toestand met meer vrijheid.
Edoch,
voortdurend verzet het lagere zich hiertegen omdat hun beider wetten
tegengesteld zijn. Het is een tegenstelling die een spanning opwekt,
zoals de spanning waaronder een snaar moet staan om daarmee muziek te
kunnen maken. De beweging mag niet eenzijdig overhellen naar het ene
of het andere, het blijkt een golfbeweging die op zijn beurt
ingesloten wordt door een bredere golf en die weer door een nog
bredere. De bewegingen mogen niet uit balans komen, er moet gewaakt
worden over de dans die zij voltrekken. De mens ontspringt de dans
van de louter dierlijke natuur en als hij daarin gehinderd wordt,
bestaat de mogelijkheid dat hij weer verdwijnt zoals ook het leven
kan verdwijnen dat de dans van de dode stof ontspringt.
Er
zijn krachten tegengesteld aan de krachten die de mens oprichten,
krachten die hem belagen. Het meest listige wapen van deze
mensvijandige krachten bestaat momenteel wellicht in de list van de
virtualiteit. Zoals hoger gezegd is het opdoemen van virtualiteit
voor de mens een bijzonder traumatiserende gebeurtenis. Die ervaring
is danig overweldigend dat zij overslaat in haar tegendeel en een
vreemd soort van enthousiasme wekt, het enthousiasme dat er ook voor
zorgt dat het onderdrukte volk applaudisseert en knielt voor zijn
dictator die de mensen alleen maar besteelt, foltert en vermoordt.
Zowat
vijfenzestig jaar geleden kwamen de eerste televisietoestellen onder
de mensen. De eerste in het dorp die een Tv bezat was de elektricien
en elke avond stonden de mensen in drommen voor de vitrine van zijn
winkel te kijken naar de uitzendingen met Paula Semer die
zangtalenten presenteerde. Alras kochten alle mensen een Tv-toestel
en elke avond keken ze naar de zangers en de zangeressen, ze
luisterden naar de nieuwsuitzendingen en naar de weerberichten. Maar
was dat de reden waarom zij Tv keken? Waren er dan geen muzikanten in
elk dorp, en dan nog met live performances? Verspreidde het nieuws
zich niet sowieso als een lopend vuur en kon men het weer niet lezen
in de luchten? In feite had de Tv niets nieuws te bieden, de mensen
keken niet naar Tv omdat daar iets te zien zou zijn (er is nog altijd
niets op Tv dat het zien waard is): de mensen keken naar Tv omdat zij
een Tv aangeschaft hadden en zij schaften een Tv aan omdat zij dat
ook konden doen, zij keken Tv omdat het nu eenmaal Tv was: the
medium is the message.
Die
uitdrukking is afkomstig van de Canadese mediaspecialist Marshall
McLuhan (1911-1980) en zij betekent dat de vorm (het
communicatiemedium) belangrijker geworden is dan de inhoud (de
boodschap). The medium is the message betekent dat de waarde
van de boodschap uiteindelijk beoordeeld wordt op grond van het
medium dat ze brengt: wat jan met de pet vertelt, is onwaarschijnlijk
en onnauwkeurig maar wat door ongeacht wie op de buis wordt
geproclameerd, is waar, belangrijk en mooi. De uitdrukking hij
liegt alsof het gedrukt stond, verraadt het respect voor de pers,
voor kranten en boeken, kortom voor de media, voor dat wat niet één
keer wordt gezegd maar een ontelbaar aantal keren: iets is waar als
het herhaald wordt en als iedereen het zegt; de enkeling die spreekt,
is zoals een die roept in de woestijn. De mensen in de straat zijn
namaak, alleen wie op de buis paraderen, en dat zijn acteurs of
spelers en dus poppen, bestaan echt. En hier worden het virtuele en
het echte onderling verwisseld.
McLuhan
ziet technische apparaten als uitbreidingen van de mens, als
verlengstukken van ons lichaam. Zij veranderen dus vooral onszelf
maar om de hoek komt Karl Marx kijken die al veel vroeger waarschuwde
dat het omgekeerde het geval geworden is: de machine is geen
verlengstuk van de mens maar de mens is een verlengstuk geworden van
de machine. Ook McLuhan zag dat de mens geobsedeerd wordt door zijn
apparaten die hem eigenlijk beheersen: de mens wordt een onderdeel
van een grote machinerie. Hij kijkt Tv, niet omdat er iets te zien
zou zijn maar omdat het nu eenmaal Tv is; hij telefoneert, niet omdat
hij iemand wil contacteren maar omdat hij er nu eenmaal van houdt te
telefoneren; hij rijdt met de auto, niet omdat hij tijd wil winnen
want een auto kost meer tijd dan hij kan besparen, maar omdat hij wil
autorijden, hij is, zoals de grote Vlaamse dramaturg Dirk Biddeloo
het noemde, een 'file-fiel' geworden: hij houdt van de drukte, hij is
er verzot op in de file te staan. Tv-kijken, telefoneren, autorijden:
die activiteiten verlenen enige status aan wie het doen omdat zij
geld kosten terwijl geld aan zijn bezitter status verleent: geld op
zich is waardeloos, het is slechts een getal maar wie er over
beschikken, schrikken anderen af omdat met geld kwaad kan worden
berokkend. Geld is slechts vruchtbaar zoals een wapen vruchtbaar is:
het verschaft de toegang tot het bezit van wie ermee bedreigd worden
of gedood.
In
The Image: A Guide to
Pseudo-events in America toont
de Amerikaanse historicus Daniel J. Boorstin (1914-2004) hoe nieuws
steeds vaker verwisseld wordt met pseudo-gebeurtenissen. Er moet
namelijk elke dag nieuws zijn en gebeurt er niets, dan wordt er wel
een of ander event
gefabrikeerd. Er zijn
'series' die opgevuld moeten worden op een vooraf vastgelegde manier,
met een voorgegeven duur van exact zoveel minuten en met ruimte voor
een vastgelegd aantal pauzes voor reclameboodschappen welke soms in
het werk zelf moeten worden ingelast zodat ze er deel van uitmaken.
Series moeten ingevuld worden zoals invulformulieren en die laten
slechts toe mede te delen wat reeds gekend is. Men deelt niet iets
mee maar men vinkt een vakje aan: 'ja', 'neen' of 'misschien'.
'Multiple-choise' betekent dat men niet langer een mededeling doet:
men wordt herleid tot invuller van een geschapen leegte. Men kan nog
slechts een keuze maken over wat een ander beslist wat men zoal kan
mededelen. Het formulier dat u gevraagd wordt in te vullen,
vereenvoudigt de mededeling niet, het versimpelt alleen u zelf en u
verklaart zich daarmee eens op het ogenblik dat u het ondertekent.
Probeer maar eens te verwijzen naar een voetnoot waarin u zich wat
genuanceerder wenst uit te drukken: daar vindt u gewis de
waarschuwing: Maximaal 70 karakters! Met één karakter teveel
kan het formulier helaas niet worden verzonden. Het formulier
veroordeelt de mens tot niet-mens: men wordt herleid tot een
vervollediger van een voorgekauwd formulier en zodoende schikt men
zich in de veroordeling dat men allerminst een uniek persoon is: men
is nog slechts een type en derhalve vervangbaar door een principieel
eindeloos vermenigvuldigbaar exemplaar.
De
Franse socioloog Jean Baudrillard (1929-2007) heeft de idee
uitgewerkt dat mensen steeds vaker dingen aanschaffen, niet omdat zij
die nodig hebben maar omdat zij gevolg geven aan een specifieke
waanzin: zij staan namelijk onder druk om een 'serie' waarin die
dingen passen, te vervolledigen. Zij vinken dingen aan en de drang
daartoe achtervolgt hen totdat ze dit effectief gedaan hebben. Zij
handelen niet vanuit een of andere noodzaak voor zichzelf maar zij
werden herleid tot bevredigers van andermans behoeften. Van de
vrijheid is dan uiteraard niet langer sprake en zo verdwijnt ook het
mens-zijn zelf waarvoor immers de vrijheid een conditie is.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
19 september 2022)
17-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 4. Lucifer
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
4. Lucifer
Natuurlijkerwijze
is de band tussen ons lichaam en de wereld de resultante van een
groei die even oud is als de kosmos waarin al wat was, wat is en wat
zal zijn, gestalte krijgt: alle elementen die de kosmos rijk is en
die er geboren werden in bijzondere omstandigheden waar men nog
steeds het raden naar heeft, worden herboren in elk levend wezen in
een nieuwe, hogere orde, zodat de binnen- en de buitenwereld van alle
schepselen op elkaar zijn ingesteld in een proces dat al vele
miljarden jaren aan de gang is. Het oog is een verzameling van cellen
welke in de loop van het groeiproces van het betrokken wezen zijn
gaan reageren op de aanwezigheid van licht en het zien van kleuren
volgt uit de ontwikkeling van lichtgevoelige cellen tot cellen die
specifiek gevoelig zijn voor zekere golflengten van licht welke wij
als specifieke kleuren benoemen. Analoog resulteert het
gehoorszintuig op veel grovere trillingen uit de omgeving die
geluiden heten en de tastzin neemt nog andere frequenties waar alsook
de druk van allerlei substanties; de smaak- en de reukzin detecteren
de chemie van zekere stoffen en ook ons verstand, ons taal- en
rekenkundig vermogen, onze communicatievaardigheden en evenzeer ons
gevoel voor evenwicht en schoonheid ontspringen aan eindeloze reeksen
van wisselwerkingen van ons innerlijke met de buitenwereld, die op
deze wijze gefinetuned werden. De intermenselijke relaties maar ook
onze relaties met de andere dieren, met de planten en met alle andere
delen van de werkelijkheid kunnen in de loop der eeuwen eigenlijk
alleen maar worden bijgestuurd of dus verbeteren omdat, om het maar
simpel uit de drukken, de ervaring de beste leermeester is. Het
plotselinge verschijnen van virtuele werkelijkheden, specifiek in de
cultuur van mensen, kan om die reden wel niet anders wezen dan een
bijzonder traumatische gebeurtenis.
De
virtuele realiteit betekent het werkelijk zijn van het onwerkelijke
of het echt bestaan van het onware en dat is het wezen van de leugen.
Maar van leugens kan pas sprake zijn waar zij ook als zodanig worden
bedoeld (door iemand). Zolang men wordt geconfronteerd met
onverwachte reacties uit de buitenwereld, veronderstelt men
natuurlijkerwijze dat men zich in zijn verwachtingen heeft vergist
vanuit een gebrek aan informatie of vanwege zekere tekortkomingen of
onnauwkeurigheden van bijvoorbeeld de waarneming. Die dingen doen
zich uiteraard voortdurend voor en zij zijn ook essentieel voor de
groei en de vervolmaking welke deze voortdurende feedback vereist.
Maar met de opkomst van de leugen en het bedrog in de wereld van de
levende wezens, wordt de zaak een beetje ingewikkelder.
Planten
en dieren houden elkaar voor de gek om elkaar te kunnen verslinden,
om te kunnen paren of om tal van redenen welke dikwijls verband
houden met het zelfbehoud en met het behoud van de soort. Het gaat
dan bijvoorbeeld om de creatie van illusies: een vis gedraagt zich
tegenover een tweede vis als een prooi en op het ogenblik dat die wil
toehappen, wordt de vis die toehapt door de vis die zich als prooi
voordeed, verslonden. Mimicry kent vele vormen en verbijsterend is de
nabootsing door onkruiden van de zaden van tamme gewassen met de
'bedoeling' dat de mens ze zou verspreiden. Bepaalde rupsen bootsen
de geluiden na van de mierenkoningin om de mieren te kunnen
parasiteren. De koekoek die een broedparasiet is, weet het door hem
overboord gegooide volle vogelnest te imiteren. Dat dit alles zou
resulteren uit loutere diversificatie en natuurlijke selectie, kon
Charles Darwin zelf, de architect van de evolutietheorie, niet eens
geloven.
Maar
het ineens opdagen van virtuele werelden gaat veel verder dan wat de
etiologie ons onderwijst over het sluwe gedrag waarmee dieren zich
overeind weten te houden in de jungle van het leven. De creatie van
een wereldbeeld dat geen enkel verband houdt met de ervaarbare
realiteit in de theologische uitleggingen van allerlei religies is
van een andere orde dan wat dieren en planten kunnen verzinnen
wanneer zij elkaar voor de gek willen houden. Een godsdienst die
sprookjesachtige dogma's in het vaandel voert en die erin slaagt om
de belijdenis af te dwingen van miljarden mensen in de zin waarin
George Orwell dat in zijn 1984
beschrijft, getuigt
van een niets en niemand ontziende terreur waarbij alleen de
specifieke wellust welke de uitoefening van die macht begeleidt,
wordt nagestreefd: macht bezitten diegenen die aan anderen kunnen
verbieden om te beweren dat de som van twee en twee gelijk is aan
vier. Macht wordt uitgeoefend waar dit verbod in weerwil van de
aantoonbare waarheid standhoudt dankzij de dreiging van geweld en het
gruwelijke gebruik ervan. Zeer in tegenstelling tot de mimicry
waarmee dieren niets anders nastreven dan de eigen overleving, heeft
de machtswellust als motor van een religie geconcretiseerd in een
paar miljard belijders van openlijke leugens een sadistisch karakter
in de authentieke betekenis van de term: mensen folteren andere
mensen (of veeleer: een libertijnse elite foltert het volk) om te
ontsnappen aan de verveling.
Want
op de keper beschouwd is het dat wat de clerus doet wanneer zij,
theologiserend, een virtueel heelal construeert en dit er dan ook
daadwerkelijk in hamert bij haar 'gelovigen' - tussen
aanhalingstekens want eigenlijk moet men spreken over haar
onderworpenen. Gelovigen zijn onderworpenen, armen die openstaan voor
principieel grenzeloze uitbuiting en wel door een kaste van
vrijgeesten of lieden die het libertinisme beoefenen en dan nog in
die mate dat zij zich schaamteloos voordoen als heilige belijders van
een leer waarvan zij, zoals Dostojevski het in zijn Parabel
van de Grootinquisiteur van Sevilla
(1) heeft onthuld, zelf geen jota geloven en die geen ander doel
heeft dan de onderwerping van het volk ten dienste van hun eigen
gesofisticeerde geneugten. Het lijvige document dat de Franse
socioloog en journalist Frédérick Martel hierover in 2019
publiceerde, laat niets aan de verbeelding over: Sodoma:
enquête au cur du Vatican
(2)
schildert een elite van in luxestaat Vaticaanstad residerende,
rotverwende, arrogante, in rijkdom badende en egocentrische
materialisten.
Nu de
virtuele kosmos van het katholicisme geleidelijk versast wordt naar
de musea van de wereldpolitiek en nu steeds bredere lagen van de
wereldbevolking hopen dat dit eerlang ook de bestemming van alle
andere religies zal wezen, verplaatst zich gestaag het brein van dit
gigantische monster dat schermde met het hiernamaals en met het
eeuwig leven naar een welhaast volledig uitgewerkt model dat het
hiernumaals beoogt met een door de wonderen van de chemie
verwezenlijkt allerprettigst bestaan bevrijd van alle leed en met het
vooruitzicht op de principiële onsterfelijkheid welke wordt beloofd
door een van haar grootste steunpilaren, namelijk de medische
wetenschap, die nu reeds een pijnloos levenseinde garandeert en die
volgens sommigen ook al de beloofde eeuwigheid te bieden heeft
dankzij het cryonisme - voor wie dit wensen, en het uiteraard ook
kunnen betalen.
De nieuwe
dictatuur houdt wegens de werkelijkheid van het leed en van de dood
in feite reeds alle stervelingen in een ijzeren machtsgreep en zij
ware misschien niet danig te blameren indien zij verankerd was in
louter de wetenschap dat god een creatie is van de mens en dat de
mens nu maar zelf eens voor god moest gaan spelen zoals in Muth
in de gedichtencyclus Winterreise van Wilhelm Müller welke
beroemd werd nadat Franz Schubert die in het jaar voor zijn dood op
toon zette: Will kein Gott auf Erden sein,/Sind wir selber Götter.
Wat de nieuwe dictatuur gevaarlijk maakt voor ons, is het vaste
geloof, welke een consequentie is van haar bittere stellingen, dat de
mens een schim is, gedoemd om te vergaan, niet omdat hij slechts een
schepsel was met de sterfelijkheid belast maar omdat hij niet meer
dan een illusie zou zijn, iets dat in feite nooit heeft bestaan, een
verschijnsel waarop wij ons verkijken, precies zoals wij ons
verkijken op het vermeende gezicht van de levenloze maan. Voor de
'nieuwe' dictator is de mens een wanschepsel dat moet wijken voor de
dood welke de ijzige kosmos uitstalt en in die vloek weerklinkt de
stem van hem die reeds protesteerde bij de schepping van het
zogenaamde evenbeeld van God, met name Vondels Lucifer.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 september 2022)
Verwijzingen:
(1)
Zie de zogenaamde raamvertelling in Fjodor Dostojevski zijn in het
jaar voor zijn dood verschenen roman: De
gebroeders Karamazov,
'De Russische Heraut' ('Ру́сский
ве́стник'), 1879-1880.
(2)
Frédérick Martel, Sodoma: enquête au cur du
Vatican, Robert
Laffont, 2019.
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 4. Lucifer
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
4. Lucifer
Natuurlijkerwijze
is de band tussen ons lichaam en de wereld de resultante van een
groei die even oud is als de kosmos waarin al wat was, wat is en wat
zal zijn, gestalte krijgt: alle elementen die de kosmos rijk is en
die er geboren werden in bijzondere omstandigheden waar men nog
steeds het raden naar heeft, worden herboren in elk levend wezen in
een nieuwe, hogere orde, zodat de binnen- en de buitenwereld van alle
schepselen op elkaar zijn ingesteld in een proces dat al vele
miljarden jaren aan de gang is. Het oog is een verzameling van cellen
welke in de loop van het groeiproces van het betrokken wezen zijn
gaan reageren op de aanwezigheid van licht en het zien van kleuren
volgt uit de ontwikkeling van lichtgevoelige cellen tot cellen die
specifiek gevoelig zijn voor zekere golflengten van licht welke wij
als specifieke kleuren benoemen. Analoog resulteert het
gehoorszintuig op veel grovere trillingen uit de omgeving die
geluiden heten en de tastzin neemt nog andere frequenties waar alsook
de druk van allerlei substanties; de smaak- en de reukzin detecteren
de chemie van zekere stoffen en ook ons verstand, ons taal- en
rekenkundig vermogen, onze communicatievaardigheden en evenzeer ons
gevoel voor evenwicht en schoonheid ontspringen aan eindeloze reeksen
van wisselwerkingen van ons innerlijke met de buitenwereld, die op
deze wijze gefinetuned werden. De intermenselijke relaties maar ook
onze relaties met de andere dieren, met de planten en met alle andere
delen van de werkelijkheid kunnen in de loop der eeuwen eigenlijk
alleen maar worden bijgestuurd of dus verbeteren omdat, om het maar
simpel uit de drukken, de ervaring de beste leermeester is. Het
plotselinge verschijnen van virtuele werkelijkheden, specifiek in de
cultuur van mensen, kan om die reden wel niet anders wezen dan een
bijzonder traumatische gebeurtenis.
De
virtuele realiteit betekent het werkelijk zijn van het onwerkelijke
of het echt bestaan van het onware en dat is het wezen van de leugen.
Maar van leugens kan pas sprake zijn waar zij ook als zodanig worden
bedoeld (door iemand). Zolang men wordt geconfronteerd met
onverwachte reacties uit de buitenwereld, veronderstelt men
natuurlijkerwijze dat men zich in zijn verwachtingen heeft vergist
vanuit een gebrek aan informatie of vanwege zekere tekortkomingen of
onnauwkeurigheden van bijvoorbeeld de waarneming. Die dingen doen
zich uiteraard voortdurend voor en zij zijn ook essentieel voor de
groei en de vervolmaking welke deze voortdurende feedback vereist.
Maar met de opkomst van de leugen en het bedrog in de wereld van de
levende wezens, wordt de zaak een beetje ingewikkelder.
Planten
en dieren houden elkaar voor de gek om elkaar te kunnen verslinden,
om te kunnen paren of om tal van redenen welke dikwijls verband
houden met het zelfbehoud en met het behoud van de soort. Het gaat
dan bijvoorbeeld om de creatie van illusies: een vis gedraagt zich
tegenover een tweede vis als een prooi en op het ogenblik dat die wil
toehappen, wordt de vis die toehapt door de vis die zich als prooi
voordeed, verslonden. Mimicry kent vele vormen en verbijsterend is de
nabootsing door onkruiden van de zaden van tamme gewassen met de
'bedoeling' dat de mens ze zou verspreiden. Bepaalde rupsen bootsen
de geluiden na van de mierenkoningin om de mieren te kunnen
parasiteren. De koekoek die een broedparasiet is, weet het door hem
overboord gegooide volle vogelnest te imiteren. Dat dit alles zou
resulteren uit loutere diversificatie en natuurlijke selectie, kon
Charles Darwin zelf, de architect van de evolutietheorie, niet eens
geloven.
Maar
het ineens opdagen van virtuele werelden gaat veel verder dan wat de
etiologie ons onderwijst over het sluwe gedrag waarmee dieren zich
overeind weten te houden in de jungle van het leven. De creatie van
een wereldbeeld dat geen enkel verband houdt met de ervaarbare
realiteit in de theologische uitleggingen van allerlei religies is
van een andere orde dan wat dieren en planten kunnen verzinnen
wanneer zij elkaar voor de gek willen houden. Een godsdienst die
sprookjesachtige dogma's in het vaandel voert en die erin slaagt om
de belijdenis af te dwingen van miljarden mensen in de zin waarin
George Orwell dat in zijn 1984
beschrijft, getuigt
van een niets en niemand ontziende terreur waarbij alleen de
specifieke wellust welke de uitoefening van die macht begeleidt,
wordt nagestreefd: macht bezitten diegenen die aan anderen kunnen
verbieden om te beweren dat de som van twee en twee gelijk is aan
vier. Macht wordt uitgeoefend waar dit verbod in weerwil van de
aantoonbare waarheid standhoudt dankzij de dreiging van geweld en het
gruwelijke gebruik ervan. Zeer in tegenstelling tot de mimicry
waarmee dieren niets anders nastreven dan de eigen overleving, heeft
de machtswellust als motor van een religie geconcretiseerd in een
paar miljard belijders van openlijke leugens een sadistisch karakter
in de authentieke betekenis van de term: mensen folteren andere
mensen (of veeleer: een libertijnse elite foltert het volk) om te
ontsnappen aan de verveling.
Want
op de keper beschouwd is het dat wat de clerus doet wanneer zij,
theologiserend, een virtueel heelal construeert en dit er dan ook
daadwerkelijk in hamert bij haar 'gelovigen' - tussen
aanhalingstekens want eigenlijk moet men spreken over haar
onderworpenen. Gelovigen zijn onderworpenen, armen die openstaan voor
principieel grenzeloze uitbuiting en wel door een kaste van
vrijgeesten of lieden die het libertinisme beoefenen en dan nog in
die mate dat zij zich schaamteloos voordoen als heilige belijders van
een leer waarvan zij, zoals Dostojevski het in zijn Parabel
van de Grootinquisiteur van Sevilla
(1) heeft onthuld, zelf geen jota geloven en die geen ander doel
heeft dan de onderwerping van het volk ten dienste van hun eigen
gesofisticeerde geneugten. Het lijvige document dat de Franse
socioloog en journalist Frédérick Martel hierover in 2019
publiceerde, laat niets aan de verbeelding over: Sodoma:
enquête au cur du Vatican
(2)
schildert een elite van in luxestaat Vaticaanstad residerende,
rotverwende, arrogante, in rijkdom badende en egocentrische
materialisten.
Nu de
virtuele kosmos van het katholicisme geleidelijk versast wordt naar
de musea van de wereldpolitiek en nu steeds bredere lagen van de
wereldbevolking hopen dat dit eerlang ook de bestemming van alle
andere religies zal wezen, verplaatst zich gestaag het brein van dit
gigantische monster dat schermde met het hiernamaals en met het
eeuwig leven naar een welhaast volledig uitgewerkt model dat het
hiernumaals beoogt met een door de wonderen van de chemie
verwezenlijkt allerprettigst bestaan bevrijd van alle leed en met het
vooruitzicht op de principiële onsterfelijkheid welke wordt beloofd
door een van haar grootste steunpilaren, namelijk de medische
wetenschap, die nu reeds een pijnloos levenseinde garandeert en die
volgens sommigen ook al de beloofde eeuwigheid te bieden heeft
dankzij het cryonisme - voor wie dit wensen, en het uiteraard ook
kunnen betalen.
De nieuwe
dictatuur houdt wegens de werkelijkheid van het leed en van de dood
in feite reeds alle stervelingen in een ijzeren machtsgreep en zij
ware misschien niet danig te blameren indien zij verankerd was in
louter de wetenschap dat god een creatie is van de mens en dat de
mens nu maar zelf eens voor god moest gaan spelen zoals in Muth
in de gedichtencyclus Winterreise van Wilhelm Müller welke
beroemd werd nadat Franz Schubert die in het jaar voor zijn dood op
toon zette: Will kein Gott auf Erden sein,/Sind wir selber Götter.
Wat de nieuwe dictatuur gevaarlijk maakt voor ons, is het vaste
geloof, welke een consequentie is van haar bittere stellingen, dat de
mens een schim is, gedoemd om te vergaan, niet omdat hij slechts een
schepsel was met de sterfelijkheid belast maar omdat hij niet meer
dan een illusie zou zijn, iets dat in feite nooit heeft bestaan, een
verschijnsel waarop wij ons verkijken, precies zoals wij ons
verkijken op het vermeende gezicht van de levenloze maan. Voor de
'nieuwe' dictator is de mens een wanschepsel dat moet wijken voor de
dood welke de ijzige kosmos uitstalt en in die vloek weerklinkt de
stem van hem die reeds protesteerde bij de schepping van het
zogenaamde evenbeeld van God, met name Vondels Lucifer.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 september 2022)
Verwijzingen:
(1)
Zie de zogenaamde raamvertelling in Fjodor Dostojevski zijn in het
jaar voor zijn dood verschenen roman: De
gebroeders Karamazov,
'De Russische Heraut' ('Ру́сский
ве́стник'), 1879-1880.
(2)
Frédérick Martel, Sodoma: enquête au cur du
Vatican, Robert
Laffont, 2019.
16-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 3. De moordende plicht zichzelf te wantrouwen
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
3. De moordende plicht zichzelf te wantrouwen
De
verleiding van het virtuele is verwant met het bedrieglijke van de
wens omdat het virtuele zich verhoudt tot het echte zoals de wens
zich verhoudt tot de wil. En hier loert het sentiëntisme om de hoek,
de pijnstillersmentaliteit, de valse leer dat het goede samenvalt met
het genot en het kwaad met het leed.
Het
gevaarlijke aan de virtuele werelden is dat de ervaring die ze ons
over hen bezorgen, niet strookt met de achterliggende werkelijkheid
precies zoals het gevoel dat pijnstillers ons geven, de oorzaak van
de pijn onzichtbaar maakt in plaats van die te verhelpen: wij voelen
ons dan goed maar we zijn het niet, we kunnen ons niet langer
op ons gevoel vertrouwen omdat het ons beliegt.
Een list heeft ons gestrikt met als resultaat dat wij voortaan
verplicht zijn om ons eigenste gevoel, om onszelf te wantrouwen.
De
wil onderscheidt zich van de wens doordat de wil met de realiteit
verbonden is in die zin dat men pas datgene kan willen waarvoor men
ook bereid is wat te doen terwijl de wens zich ophoudt in een
fantasiewereld die geen andere inzet vraagt dan de overgave aan
bedrog. Dromen mag, dromen zijn verbeelding: dromen zijn alleen
gevaarlijk als men zich niet langer bewust is van het feit dat men
droomt, en dat is inbeelding, en precies daar ligt het gevaar van
virtuele werelden: dat zij ons laten vergeten dat zij eigenlijk
onecht zijn; dat wij zodanig opgaan in het spel dat wij vergeten dat
we spelen. Doen we dat, dan haalt de realiteit ons in en wel op een
allerminst zachtaardige wijze. Het verbergen van de werkelijkheid
achter een façade is een activiteit met een zeer beperkte
houdbaarheidsdatum.
Immers,
het euvel van de virtualiteit brengt malafide lieden op ideeën:
zoals de moordenaar een wapen ziet in een schaar die dient om nagels
mee te knippen, zo azen zij erop om, meestal met het oog op eigen
gewin, anderen te gaan opsluiten in een virtueel bestaan. Mensen die
het met anderen niet te best menen, creëren virtuele werelden als
een soort van wapens waarmee zij al dan niet vermeende concurrenten
soms voor eeuwig en drie dagen op het verkeerde been zetten,
afsluiten van de realiteit, blinddoeken, verlammen en feitelijk
'buiten spel' zetten door hen op te sluiten in een vergiftigd spel
dat immers dezelfde uitwerking heeft als de middeleeuwse vergeetput.
Reeds
vele eeuwen lang beijvert zich de clerus om van mensen 'gelovigen' te
maken en in de bundel 'Beminde gelovigen' steekt Godfried Bomans de
draak met de onwerkelijkheden die men het volk probeert aan te praten
om het te modelleren naar een kudde met het gewenste gedrag: weinig
geblaat en veel wol. Bomans was een van de tallozen die het niet
langer konden bolwerken om rede en verstand te onderdrukken welke dan
in de vorm van spot en soms sarcasme in de gedaante van verzonnen
verhalen of zelfs literatuur, ja, kunst, de toegang tot de echte
wereld niet meer kon worden ontzegd omdat nu eenmaal ieders krediet
verliezen al wie de nar niet in hun midden dulden. Van de virtuele
wereld tot dewelke allerlei theologieën het natuurlijke bestaan
herschapen hebben, is het katholicisme exemplarisch en dan vooral de
middeleeuwse versie, het Thomisme, dat op elke mogelijke vraag
omtrent de waarheid wel een antwoord wist te verzinnen.
Totdat
het de spuigaten begon uit te lopen uiteraard en het contrast tussen
het geloof en de werken bij wie het voorbeeld moesten geven, al te
gortig werd alsook het misbruik van de goedgelovigheid der
christenen. Terwijl zij elders waar nog honger is en bijgeloof de
kerk nog dapper doorgaat met bekeren omdat zij heel goed weet dat
mensen oud zijn en versleten tegen de tijd dat hun de schellen van de
ogen vallen, heeft zij momenteel in een zeker gedeelte van de wereld
waar het licht der rede aangestoken werd, vooralsnog afgedaan. Maar
kijk, de booswichten die altijd garen sponnen bij de blindheid van de
kudde, hebben zich nu toegelegd op de creatie van nieuwe
virtualiteiten welke de sprookjes uit de oude doos gewis een aardige
neus zetten.
Een
virtuele wereld welke gecreëerd werd als een valluik met de
bedoeling mensen 'op te lichten' wat wil zeggen dat hen de vaste
grond onder de voeten weggeritst wordt, presenteert zich uiteraard
precies zoals ook alle andere leugens zich voordoen, wat wil zeggen:
in de vorm van de waarheid en dan nog het liefst in de gedaante van
een of andere dringende noodzaak. Zoals ten tijde van Christoffel
Columbus de toenmalige paus middels een voor te lezen document (in
casu het beruchte Requerimiento) aan de Indianen diets
maakte dat hij als vertegenwoordiger van God zelf op aarde het recht
en zelfs de plicht had om hen tot bekering tot het alleenzaligmakende
geloof te dwingen op straffe van verslaving, wat daadwerkelijke
uitroeiing betekende (1), zo plegen vandaag andersoortige maar niet
minder te vrezen gezagsdragers een aanslag op de vrijheid van de
voltallige wereldbevolking door hen onder meer middels onbetaalbare
boetes daarvan te overtuigen dat het volk zich voor zijn eigen
bestwil moet gaan onderwerpen aan de verordeningen van de WHO,
de nieuwe kerk van het hiernumaals of van gelijkaardige tentakels van
de nieuwste dictatuur, welke een voorbereiding vormt op de
alleenheerschappij van Moloch, de gevreesde menseneter.
Het
allerlaatste boek van de Bijbel, genaamd De Openbaring van
Johannes, een apocalyptisch of onthullend visioen, neergeschreven
op de berg Patmos, profeteert over de eindtijd. Onder meer wordt daar
verteld hoe de vrijheid van de mensen zal beknot worden en hoe men
met niets minder dan met zijn leven zal betalen voor zijn redding,
zoals bij uitstek het geval is in het martelaarschap. De banneling
Johannes zelf werd omgebracht door middel van de messingen stier
waarmee christenen werden geëxecuteerd in het Romeinse Rijk. De
veroordeelde werd opgesloten in de stier waaronder men vuur maakte
zodat het gloeiende messing het slachtoffer roosterde. De constructie
zat vol buizen ter versterking van de kreten van de martelaar. Deze
Siciliaanse stier is verwant met de Moloch aan wie kinderoffers
werden gebracht. Door gebruikmaking van onder meer gematria wordt
gewag gemaakt van verborgen betekenissen achter de zichtbare dingen
en gebeurtenissen en de gelovigen worden middels dit mystiek
symbolisme quasi onherroepelijk weggerukt uit de realiteit en steeds
dieper in de door de theologie geschapen virtuele wereld haar binnen
gelokt: velen hebben hun ganse leven gespendeerd aan verwoede, vaak
vernuftige pogingen om de zogenaamde 'tekenen des tijds' op te sporen
en te verklaren. De virtuele wereld die daaruit resulteerde was er
een van zuivere waanzin en de waanzinnigen heetten 'exorcisten' of
'duiveluitdrijvers' (die met toverformules de bezetenen verlosten van
de duivel, onder wie élke boorling, namelijk bij zijn doopsel) maar
ook 'heiligen' of 'gelovigen' zonder meer. Het symbolisme van
Sint-Augustinus, later uitgewerkt door de allergrootste kerkvader
Thomas Aquinas, is hier zeer voorbeeldig. Deze waanzin van religieuze
makelij wortelde zich zo hardnekkig in de wereld dat uitgerekend de
ongelovigen die er derhalve aan ontsnapten, als bezetenen of als
waanzinnigen konden worden weggezet.
Nu
de religieuze waanzin door de wetenschappelijke werd ingehaald, de
booswichten hun zwarte pij verwisseld hebben voor een witte kiel en
allerlei universitaire instellingen in de plaats gekomen zijn van de
voormalige katholieke instituten (waarbij 'universitair' en
'katholiek' exact dezelfde betekenis hebben van 'alomgeldigheid'),
explodeert de verwarring die de hernieuwde machtsgreep mogelijk maakt
van de verborgen heersers over het uit te buiten volk dat wordt
ondergebracht in wat op de keper beschouwd virtuele stallen zijn in
analogie met de veestallen waarin dieren door mensen worden
ondergebracht om ten slotte te worden opgegeten: het vee weet niet
dat het gestald wordt om vetgemest te worden en verslonden maar het
ruikt wel onraad wanneer het naar de slachtbank wordt geleid en van
deze reukzin zijn vooralsnog een deel van de mensen in het bezit, die
dan hoe dan ook lucht geven aan hun bezorgdheid over het onechte en
het leugenachtige dat zij alom menen te ontwaren, al valt het
bijzonder moeilijk om dit exact te duiden, zoals het ook heel lastig
kan zijn om een zekere stank te benoemen en te situeren terwijl men
weet dat stank misschien wel brand verraadt, vergif of ander onheil
dat om zich grijpt en dat weerloos maakt en doodt.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
16 september 2022)
Verwijzingen:
(1)
De belangrijkste auteur van het 'requerimiento' (d.d. 1513) was de
Spaanse rechtsgeleerde Juan
López de Palacios Rubios (1450-1524). Het document werd voorgelezen
aan de Indianen. Daarin werden zij 'gevraagd' zich te onderwerpen als
vazallen van de Spaanse vorst en als onderdanen van de paus en als
zij weigerden, zouden zij met geweld worden onderworpen en tot de
slavernij worden gedwongen. Zie:
https://en.wikipedia.org/wiki/Juan_L%C3%B3pez_de_Palacios_Rubios
Een
vertaling naar het Nederlands van de hand van Jan De Vos s.j. (in: La
Paz de Dios y del Rey,
Colección Ceiba, Chiapas, Mexico, 1980, pp. 71-73) van de integrale
Spaanse tekst van het Requierimiento
van 1513 verscheen in de Vlaamse editie van jaargang 52 van het
tijdschrift Streven
in
een artikel van de hand van Henk Jans, getiteld: Spaanse
theologen over de kolonisatie van Amerika.
Zie:
https://www.dbnl.org/tekst/_str008198401_01/_str008198401_01_0061.php
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 2. Zijn en schijn
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
2. Zijn en schijn
De mens is
een complex wezen en net zoals een woord of eender welk ander teken,
wordt een mens of zijn betekenis niet alleen bepaald van binnenuit en
dus door onder meer datgene waaruit hij samengesteld is maar ook van
buiten uit, door de context waarin hij zich bevindt. Een 'x' in het
woord 'taxi' is een letter, maar geplaatst tussen twee cijfers is het
mogelijkerwijze een vermenigvuldigingsteken en op een verkeersbord
kan het een verbodsteken zijn. Mensen verschillen onderling van
binnenuit en tweelingen die van binnenuit ongeveer gelijk kunnen
zijn, kunnen onderling verschillen van buiten uit omdat hun
respectievelijke contexten verschillen - de context van elk van ons
apart verandert overigens ook voortdurend. Maar mensen kunnen ook van
buiten uit onderling gelijk zijn, bijvoorbeeld omdat zij eenzelfde
beroep uitoefenen, wat dan soms nog geaccentueerd wordt door het
uniform dat hen als het ware onpersoonlijk maakt en waarmee hun
vervangbaarheid wordt geaccentueerd maar ook hun willoosheid en hun
gehoorzaamheid aan degene van wiens beeld zij klonen zijn.
De mens is
een complex wezen maar hij manifesteert zich meestal in slechts
kleine onderdeeltjes tegelijk: als wij ons naar school begeven of
naar ons werk, dan zijn wij voetganger, fietser, treinreiziger of
automobilist. Als wij werken zijn wij arbeider, bediende, ambtenaar
of winkelier. Als wij rusten, zijn wij slaper, televisiekijker,
muziekliefhebber, restaurant-, café-, cinema- of operabezoeker,
schaatser of voetbalspeler. Wij blijven dezelfde maar een
veranderende context maakt dat ook wijzelf veranderen en elke
specifieke situatie, elke wereld waarin wij ons begeven, eist van ons
een aangepaste avatar: een gebruiker van het verkeer die een traject
aflegt en verkeersregels volgt, een danser die zijn oefeningen doet,
een leraar die lesgeeft voor de klas of een moeder die bevalt van een
kind. Naarmate wij andere dingen doen, zijn wij iemand anders: wij
niezen, snuiten onze neus, wij eten, koken, lopen, zitten, vertellen,
luisteren, wij herinneren ons dingen of wij vergeten namen. Wij
danken de Heer, we laten de hond uit, we geven de auto een wasbeurt
of we bezoeken een kermis.
Wij ervaren
een gevoel van vrijheid omdat wij ons kunnen verplaatsen van de ene
naar de andere context waarbij ook wijzelf telkenmale veranderen en
die verandering is allerminst oppervlakkig, getuige wat de
kampbewakers uit de nazitijd vertellen over het wisselen van kleren
na de dagtaak: met het afwerpen van het uniform lijkt het wel alsof
ik ook de kampbewaker van mij afgeworpen heb, zo verklapt iemand van
hen, tijden na de daden: ik wierp degene van mij af die in de door
het uniform aangegeven functie zijn plicht vervulde en moordde op
bevel.
De vele
werelden waarin wij ons begeven, bestaan ook echt, zij zijn niet
virtueel maar tegelijk veranderen wij zelf naarmate wij ons in andere
werelden begeven. Wij veranderen onder invloed van de werelden waarin
wij ons begeven en die ook echt zijn maar tevens onvolledig. Wij zijn
onvolledig in werelden die zelf niet volledig zijn en die werelden
spreken elk verschillende onderdelen van ons wezen aan en wekken ze,
brengen ze tot leven, terwijl zij andere delen van onszelf laten
rusten. Edoch, wat gebeurt er waar wij virtuele werelden betreden en
wanneer is een wereld virtueel?
Het
Latijnse 'virtualis' betekent: 'slechts als kracht bestaand', 'in
potentie', 'potentieel', 'als mogelijkheid'; verder vindt men in de
woordenboeken dat 'virtueel' betekent: 'schijnbaar', 'niet echt doch
enkel echt lijkend', 'denkbeeldig' of 'op het internet',
'voorwaardelijk', 'niet echt aanwezig'. Maar op grond van deze
omschrijvingen rijst meteen de vraag of er ook maar iets kan
bestaan dat direct of onbemiddeld aanwezig is want alle communicatie
vergt een medium en elk medium transponeert het echte naar iets dat
erop gelijkt: de gedachte wordt omgezet in een volzin, in een
compositie, in een schets. Het medium draagt de betekenis van de
gever naar de ontvanger via het teken dat een codering is van wat het
betekent en dat door de ontvanger gedecodeerd moet worden, waarbij er
onvermijdelijk een verlies aan betekenis optreedt terwijl, en dat is
wel veel ernstiger, een discrepantie blijft bestaan tussen de
mededeling en wat echt gebeurt: de zekerheid omtrent de feiten is met
andere woorden nooit volkomen, er speelt steeds die mogelijkheid van
de leugen, de ontrouw, het bedrog of de list.
Geheel
onbemiddeld aanwezig lijkt alleen het 'Zelf' maar ook dat wordt
gehuld in een waas van mysterie, getuige de uitgebreide mystiek welke
zich daarrond heeft geweven in de loop van vele duizenden jaren.
Splijt het hout en ik ben er, zo zegt God over zichzelf in
spreuk 77 van het Thomasevangelie om zijn Onmiddellijke Aanwezigheid
aan te duiden maar uiteraard mislukt die poging voor al wie niet
reeds mystiek begaafd zijn. Tat twam Asi, Gij zijt Dat,
zo zeggen de Hindoes over het Onvergankelijke Zelf dat zij met de
Godheid of het Absolute identificeren: het volstrekt onbemiddelde,
dat op zichzelf bestaat maar zonder het welke niets kan bestaan, het
'hypokeimenon' (ὑποκείμενον),
de substantie of de essentie,
bestaat zelf slechts als veronderstelling, het is met andere woorden
evenzeer denkbeeldig of dus virtueel.
En zo rijst
de vraag of tenslotte niet alles virtueel is en of het spreken over
virtualiteit niet de verkapte bedoeling heeft om de illusie levend te
houden dat er ook echte zaken bestaan. De avatar mag dan wel
een masker wezen: 'masker' is ook de betekenis van 'persona' als
spreekbuis of 'datgene waar doorheen ('per') men spreekt ('sona')' en
waarvan het actuele woord 'persoon' werd afgeleid terwijl wij weten
dat iemands persoonlijkheid in tegenstelling tot zijn karakter geen
onveranderlijk gegeven is doch gevormd wordt en ook kan veranderen
door vorming, door omstandigheden en dus door context en zo wordt ook
wel geopperd dat mensen producten zijn van hun tijd. Indien Newton
niet geleefd had, dan was er wel een ander die zijn werk gerealiseerd
had en hetzelfde geldt dan ook voor ieder ander, zodat men de indruk
krijgt dat de gehele inhoud van ongeacht welke persoon uiteindelijk
een product is van de context, van de wereld. Zelfs onze genen zouden
door langdurig herhaalde processen van 'trial and error' in de
'survival of the fittest' zijn geworden wat zij heden zijn, zodat de
zogenaamde kern van ongeacht welk wezen, het zogenaamde
'innerlijk', de 'geest', de 'psyche' of de 'ziel' niet meer was dan
een kostelijke illusie en aldus een virtuele realiteit, een
denkbeeldig iets, een schijn, een vluchtige droom. En gesteld dat dit
inderdaad het geval was en dat uiteindelijk niets ook echt
was, dan was er slechts de onderlinge strijd der denkbeeldigheden,
een strijd vergelijkbaar met die van de talloze producten op de markt
die, in voortdurende concurrentie met elkander, zichzelf aanprijzen.
Edoch, het
is ons geraden te veronderstellen dat er enerzijds echte dingen zijn
en anderzijds valse; zoals wij ook moeten aannemen dat er waarheid is
en leugen, recht en onrecht, schoonheid en lelijkheid. Alleen doen
wij er beter aan om dat alles in gradaties te denken, ook al
veronderstellen zij uiteindelijk het bestaan van het sublieme:
sommige dingen zijn echter dan andere, rechtvaardiger, schoner of
waarachtiger. Het virtuele is niet echt maar bijna echt en misschien
moeten wij het welkom heten omdat het wel eens een verzachting kon
betekenen van het echte dat soms al te rauw is. Wij bekleden als het
ware de werkelijkheid met een toneel zoals wij ook de naaktheid
bekleden met gewaden, de leegte met allerlei spullen die enkel dienen
om die te vullen, de onwetendheid met explicaties die ons geen stap
verder brengen maar die comfortabel aanvoelen zoals kussens op een al
te harde houten bank en de taal met eufemismen, verkappingen,
indirecte redes, oratorische vragen, beeldspraak en verhalen over
dieren die in feite zekere mensen representeren.
Gevaarlijk
wordt het alleen wanneer het virtuele ons van wat echt is gaat
beroven: het lelijke dat de plaats inneemt van het schone, de leugen
die zich nestelt waar de waarheid hoort te wonen en het schone dat
verdrongen wordt door afzichtelijke taferelen. En dat is mogelijk
omdat al hetgeen bestaat in onze aandacht leeft, terwijl de plaats in
onze hoofden even beperkt is als de tijd: als wij onze uren
doorbrengen met het schenken van gehoor aan mooipraters, betweters en
leugenaars, bijvoorbeeld omdat zij zich voordoen als geleerden,
leiders en rechtvaardige rechters, rest ons geen tijd meer om te
luisteren naar de muziek van Bach en Pachelbel. Als wij de
twintigduizend avonden van ons leven (want zo veel of zo weinig
avonden worden ons geschonken als wij tenminste het geluk hebben om
lang te leven) doorbrengen in het gezelschap van nieuwslezers en
commentatoren of, erger nog, van ondermaatse acteurs in oeverloos
uitgesmeerde inhoudsloze series op de buis, dan resten ons nog bitter
weinig stonden voor het bewonderen van de schilderijen van Monet,
Rembrandt, Vermeer en Michelangelo. Als wij ons zakgeld uitgeven aan
de sensatiepers en ons volzuigen met roddels, blijven de diepzinnige
romans van Dostojevski eeuwig ongelezen, alsook het welluidende Mei
van Gorter, Langs de wegen van Stijn Streuvels, De mantel
van Gogol, de verhalen van Edgar Allan Poe en Franz Kafka en De
goddelijke komedie van Dante Alighieri. De werelden die deze
kunstwerken oproepen, zijn allerminst virtueel, zij brengen echtheid
in het leven en zuiveren het van schijn en van bedrog.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
15 september 2022)
13-09-2022
Een onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar binnen te lokken om die daarin op te sluiten - Aflevering 1. Dingen, woorden en getallen
Een
onpersoonlijke macht is bezig de mensheid in een virtuele wereld naar
binnen te lokken om die daarin op te sluiten
Aflevering
1. Dingen, woorden en getallen
De
avatar is ons al bekend: het is oorspronkelijk een (Sanskriet) begrip
uit het Hindoeïsme dat verwijst naar (...) het
incarneren of verschijnen van een (abstracte) god in de wereld in de
persoon van een levend wezen.
(1) Het is een emanatie van de godheid in de mensenwereld. (2) En met
betrekking tot de computerwereld is een avatar de
representatie van de persoon van vlees en bloed in de virtuele wereld
of fantasiewereld." (3)
Wie zich identificeert
met zijn avatar of wie door anderen daaraan gelijkgesteld wordt,
treedt een wereld binnen of wordt een wereld naar binnen geduwd die
grondig verschilt van de echte werkelijkheid en spontaan denkt men
dan aan een spel met eigen regels dat binnen de realiteit bestaat,
als het ware als een sub-realiteit. De regels van het spel kunnen
grondig verschillen van de onontkoombare wetten van de werkelijkheid
en over het algemeen is men zich niet ten volle bewust van de
betoverende kracht van het spel en van de macht die het soms over de
realiteit weet uit te oefenen. De macht die spelregels kunnen hebben
alleen al over ons waarnemingsvermogen wordt bijvoorbeeld uitnemend
geïllustreerd door het toneelstuk Dogville
van Lars von Trier waarin het decor zich beperkt tot een reeks van
afspraken en zo worden muren gerepresenteerd door krijtlijnen op de
grond terwijl de toeschouwer binnen de kortste keren een echt decor
blijkt waar te nemen.
Maar het gegeven van de
subrealiteit of het spel is allerminst nieuw en evenmin nieuw is het
verschijnsel waarbij de subrealiteit de plaats van de werkelijkheid
zelf gaat innemen terwijl de werkelijkheid zelf verdrongen wordt naar
het tweede plan. Dat verschijnsel deed zich namelijk voor van zodra
de mens afbeeldingen ging maken van de werkelijkheid, van zodra hij
dus is beginnen spreken en vooral schrijven, wat een aanvang neemt
met aansprekingen en derhalve met naamgevingen: de naam is de avatar
van het werkelijke ding in de wereld van de taal die binnen de
authentieke werkelijkheid bestaat maar die eigen regels heeft die van
de wetten die over de werkelijkheid heersen, afwijken.
Dat in de loop van de
tijd de wereld van de taal de werkelijkheid zelf is gaan overheersen,
is omzeggens een publiek geheim dat wij bijvoorbeeld kennen uit het
gezegde: "Quod non est in Scriptis, non
est in mundo": "Wat niet in de (Heilige) Schrift staat,
bestaat ook niet in de wereld". Het
beginsel heeft zich genesteld in de rechtspraak waar geldt dat een
rechter geen rekening houdt met wat niet in de processtukken staat en
wij kennen het principe ook in de politieke wereld waar de
sanspapiers behandeld worden als onbestaande mensen omdat men er
blijkt van uit te gaan dat men zijn menszijn aan zijn burgerschap te
danken heeft.
Dat is overigens een
succesrijke theorie welke steunt op de leer dat het denken een
verinnerlijking is van de dialoog, het geweten een verinnerlijking
van de wetten en het menszijn een product van de staatsvorming. Dit
alles overeenkomstig de leer van de Schrift en meer bepaald (vooral)
het eerste van de twee scheppingsverhalen in het boek Genesis, de
hoofdstukken 1 en 2, waar het woord Gods de dingen beveelt te
bestaan. Dat wordt herhaald in het evangelie volgens Johannes: "In
den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was
God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord
geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. In het
Woord was leven en het leven was het licht der mensen; en het licht
schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen."
(4)
Zo is reeds in de eerste
geschreven teksten te zien hoe de wereld van de taal zichzelf
fundamenteler is gaan achten dan de wereld die zij benoemt.
Aanvankelijk werden de namen op de dingen geplakt maar alras is men
gaan geloven dat de dingen hun wezen aan hun namen ontlenen: de
dingen worden geschapen middels de woorden die hen bevelen te
bestaan.
Chronologisch gaan de
dingen vooraf aan hun namen doch ontologisch is het net andersom: pas
met hun namen worden de dingen erkend en krijgen zij toegang tot de
wereld. En voor het gerechtvaardigd zijn van deze al dan niet
schijnbare omkering valt wel heel wat te zeggen. In het hoofdstuk
II.4, getiteld:Het
wezen van het denken en het wezen van de taal,
in:Trans-atheïsme
werd deze problematiek al uit de doeken gedaan. (5)
Ofschoon
er heel wat te zeggen valt voor het aanvaarden van het ontisch
voorafgaan van de namen aan de dingen, moet toch een onderscheid
worden gemaakt tussen het (natuurlijke) statuut van de dingen en het
(culturele) statuut van de taal waaruit dan weer blijkt dat de
omkering waarvan sprake in een heel ander perspectief geheel
onterecht blijkt. Met kan hier ter verduidelijking een analogie maken
met het statuut van de realiteit van het geld dat uiteraard van een
lagere orde is dan de realiteit van de natuurlijke dingen.
Het
geld ontleent zijn waarde aan menselijke afspraken zoals het zaad
zijn groeikracht ontleent aan de natuur maar de vruchtbaarheid waarop
het geld aanspraak maakt wanneer het zichzelf aanprijst bij de
beleggers, is niet van dezelfde orde als de vruchtbaarheid van het
zaad dat op de akkers groeit en dat de vruchten voorbrengt waarmee
alles wat leeft zich voedt op straffe van niets minder dan de dood.
Dat niemand zonder voedsel kan leven is een natuurlijk gegeven maar
het gezegde dat niemand kan zonder geld, geldt niet omdat geld
levenschenkend zou zijn maar omdat geld in staat is om voedsel
onbereikbaar te maken (namelijk: voor wie er niet voor betalen).
Voedsel schenkt leven maar geld is slechts een chantagemiddel, het is
pas een noodzaak door de misdaad welke ermee verbonden is, het
onthoudt immers het levenskrachtige voedsel aan wie er niet voor
betalen. De legende van koning Midas kan bijzonder verhelderend zijn
voor wie danig betoverd zijn door de illusie van het geld of het goud
waarvan de houdbaarheidsdatum enerzijds door ontrouw wordt gefnuikt
maar anderzijds ook door het gegeven van de schaarste: waar een
tekort is aan brood, kan men het zelfs met al het goud van de wereld
niet kopen.
Nu
worden sinds vele jaren de mensen aan banden gelegd middels de
virtuele werelden van de namen (de taal, verbonden met de
kwaliteiten) en de getallen (het geld, verbonden met louter
kwantiteiten) maar de vormen van virtualiteit die zich vandaag
meester dreigen te maken van de werkelijkheid, blijken van een nog
heel andere orde.
(5)
Samenvatting: Afbeeldingen
van de werkelijkheid verleiden de waarnemer tot het identificeren van
deze afbeeldingen met de werkelijkheid zelf: hij kijkt met de ogen
van de afbeelder, die aldus het monopolie over zijn Zien, en dus
macht over hem verwerft. Tussen de waarnemer (/de denker) en de
werkelijkheid hebben zich aldus clusters van macht gevestigd; de
waarnemer (/de denker) is van de werkelijkheid vervreemd: het is niet
langer zijn eigen waarnemen en zijn eigen denken dat hem leidt. Hij
heeft de werkelijkheid geruild voor een droom, en via zijn
droomarbeid wordt hij uitgebuit. Het bedrog is onmogelijk zonder de
misdaad tegen de waarheid, die er het eerste slachtoffer van is. Het
gaat dus steeds om een misdaad tegen God. God buitensluiten gebeurt
door hem af te beelden. Afbeelding is ont-ordening of miskenning van
de Geest die aan de basis van de werkelijkheid van het afgebeelde
ligt. Het is de miskenning van de tweede persoon als diegene die men
aanspreekt: men herleidt hem tot een derde persoon waarover men
spreekt als over een object. Onze houding tegenover de werkelijkheid
is niet langer een aanspreking maar een afbeelding, zodat de ware
werkelijkheid aan ons ontsnapt. Wij verarmen zodoende onze
werkelijkheid en onszelf. Alleen door er te zijn, niet door iets te
doen, looft de schepping haar Schepper. Sprekend en denkend maken wij
voortdurend afbeeldingen, die echter Gods afbeelding zelf
overschaduwen en er de toegang toe verhinderen. Alleen Gods woord -
zijn naamgeving - is schepping: Hij beveelt de dingen te bestaan. De
list van de duivel bestond erin de mens te laten geloven dat ook hij
zich de goddelijke bevelen kon bemachtigen. Maar de mens kan enkel de
namen
van
de bevelen uitspreken: hij heeft de macht
noch het recht om ze als bevelen uit te spreken. Zo kan de boom van
de kennis de mens niet baten, want hij behoort hem niet toe. Die
vermeende kennis heeft de mens uit het paradijs gestoten. Zijn lot is
zoals dat van de waarnemer die voortaan met de lens van de afbeelder
kijkt. Zoals de afbeelder aan de toeschouwer de afbeelding verkoopt
voor de prijs van de werkelijkheid, zo ook verkoopt de duivel aan de
eerste mens de wereld voor de prijs van het paradijs, waarvoor hij
voortaan blind is omdat hij kijkt met de ogen van de duivel. De
verslaafdheid aan de wereld is een verslaafdheid aan een droom. De
droom verslaaft omdat hij lust geeft, en daarom zal de bevrijding
leed meebrengen. Bevrijding vergt daarom inzicht en toewijding: de
mens moet ophouden met objectiveren; hij moet afstand doen van zijn
vermeende macht en tot de erkenning van de ander komen. Het denken
zelf is niet verwerpelijk, maar wel het instrumentaliserend denken
tegenover de medemens, tegenover God, en tegenover de schepping als
zodanig: respect sluit objectivering uit. Alle zijn is de vrucht van
erkenning, of de liefde. Het einddoel van waarachtige kennis is niet
bezit maar wel verwondering of aanbidding: wie aanbidt, objectiveert
niet langer: hij staat tegenover een Gij - een persoon. De zin
van het denken is de verwondering, die een aanbidding is. In de
aanbidding vindt de mens zijn bestemming. Zonder de verwondering, de
aanbidding, of de intersubjectieve dimensie, is het denken volkomen
inhoudsloos. In de mystieke geest wordt niet afgebeeld maar wel
uitgenodigd - tot gemeenschap. Het betreft niet louter een
gemeenschap van gedachten of een consensus, maar wel een één-zijn
met het wezen zelf van wat niet langer afbeeldbaar is: het heilige.
Taal verenigt haar gebruikers. Elk ding is zijn zin, tastbaar
geworden in een patroon, en alle patronen zitten in hogere patronen
ingebed. Bewegingen maken steeds deel uit van omvattender bewegingen.
Tot op zekere hoogte is dat ook het geval met de taal, die dan louter
interactie is. Interacties vertonen geen breekpunten: ze zijn
continu, ze bepalen elkaar of worden door elkaar bepaald. Alleen hun
ultieme oorsprong en hun ultiem doel ontsnappen daaraan. Taal als
louter interactie spiegelt ons het beeld voor van een
structuralistische wereld. Maar de taal vindt haar hoogste zin en dus
haar eigenlijke wezen in communicatie: communicatie is een vorm van
interactie, maar interactie is niet noodzakelijk communicatie.
Interactie bevindt zich op het niveau van de natuurwetten;
communicatie verbreekt deze wetten. Afspraken onder personen, en dus
ook afspraken met zichzelf, leiden tot activiteiten die ontsnappen
aan de traagheidswet. In wezen zijn zij naamgevingen, identificaties
van dingen met namen, die deze dingen verheffen naar een hoger
betekenisniveau. Ze zijn mogelijk dank zij de trouw. De trouw
fundeert de mogelijkheid tot het maken van afspraken, welke de
communicatie funderen. Interacties zijn continu, maar afspraken
verbreken deze continuïteit en vergen specifieke inspanningen van de
betrokkenen die aldus ingrijpen in het louter interactieve. Het is
het vermogen tot trouw, dat aan de oorsprong ligt van elk nieuw
betekenispatroon. Zo ligt aan de oorsprong van de alles omvattende
werkelijkheid, de trouw van God jegens zijn schepselen, en niet
bepaalde fundamentele natuurwetten, zoals het materialisme gelooft.
Communicatie is geen voortgezette interactie, maar is een totaal
nieuwe en andere activiteit dan het interageren. Elk universum
ontspringt aan een gegeven woord, en alle dingen zijn door het Woord
geworden. Taal is in wezen trouw, of: gegeven woord. Trouw is
wezenlijk discontinu, want hij overwint de natuurwetten.
Intersubjectieve afspraken constitueren universa voor de betrokken
subjecten, en zo ook werd het Universum bij uitstek geconstitueerd.
De menselijke taal is als een schaduw van Gods woord, die het
goddelijke in de wereld naar binnen brengt, en hem daardoor verlicht.
Cruciaal in de communicatie of de dialoog is de aanspreking, waarvan
de naamgeving hun fundament is: ze betekent een erkenning of een
ont-objectivering, een verheffing van het object tot subject. In de
erkenning, in de naamgeving, wordt de persoon geschapen - in Gods
erkenning en in onze erkenning van de medemens. Zoals het woord,
verwijst ook de naam naar iets afwezigs, en hij is daarom een
belofte. Iemand erkennen betekent: iemands bestaan-voor-ons beloven,
en daarom is de naamgeving wezenlijk een persoonlijk engagement. In
de naamgeving nodigt men de ander uit om zijn aanspreekbaarheid te
aanvaarden, en om zich zodoende te positioneren in de geestelijke
werkelijkheid, met het oog op eenwording. Men aanvaardt dan tevens de
onvoltooidheid van de gegeven werkelijkheid én de plicht tot
participatie aan de voltooiing. Aanspreken is gebieden tot trouw aan
het te voltooien project van de liefde. Uit de oorspronkelijke
aanspreking vloeien de tien geboden voort. In de structuur van de
taal vindt men de structuur van de werkelijkheid zelf terug. De
structuur van de taal weerspiegelt haar betekenis: de tekens worden
door betekenissen bepaald, en niet andersom. In het geestelijke gaat
het doel vooraf aan de middelen en lijkt de tijd omgekeerd te zijn.
Maar omdat het hogere het lagere fundeert, is het de tastbare wereld
zelf die wij omgekeerd waarnemen. De orde van de taal keert de
orde van een vervallende wereld om. Diep in de structuren van de taal
zelf, ligt het geheim van het leven. Maar tot de boom des levens mag
de mens geen toegang hebben. De werkelijkheid is overvol van taal.
Omdat wij pas kunnen zien wat wij kennen, weerspiegelt de
werkelijkheid onze eigen ziel. Tegelijk is de werkelijkheid een
uitnodiging: elke eerlijke vorser verwondert zich; hij staat voor een
mysterie dat hem aanspreekt; hij ontmoet Iemand. Het object van onze
waarneming is een betekenisvol patroon. Betekenissen zitten verweven
in steeds weer hogere en dwingendere betekenispatronen, waaraan wij
al dan niet participeren. Zo zal hetzelfde object voor de goede een
totaal andere betekenis hebben als voor de boze, en het zal dus ook
een totaal ander ding zijn: de dingen zijn slechts datgene
waarvoor ze bestemd worden. We geven een eigen kijk op het dogma van
de transsubstantiatie, en we besluiten dat onze participatie aan de
liefde de werkelijkheid kan verenigen in zijn voltooiing. (J.
Bauwens, Transatheïsme.
Een
christelijk geïnspireerde verrijzenis uit
het hedendaags materialisme,
Serskamp 2003,
samenvatting hoofdstuk II.4, pp. 734-737.)
Zie: 168587.pdf
(seniorennet.be) .
12-09-2022
mr pc
mr pc
ds pc
ds pc
fp c2p
fp c2p
11-09-2022
mr b
mr b
ab t
ab t
ab c
ab c
a d
ab d
10-09-2022
Gevaccineerde kinderen hebben 5100 pct. meer kans om te overlijden dan ongevaccineerde kinderen
Gevaccineerde
kinderen hebben 5100 pct. meer kans om te overlijden dan
ongevaccineerde kinderen:
David en Goliath - Andermaal over de hetze rond Mattias Desmet
David
en Goliath
Andermaal
over de hetze rond Mattias Desmet
Dat Mattias
Desmet zich in het oververhitte interview met de Amerikaanse
complotdenker Alex Jones zou laten ontvallen hebben dat hij
persoonlijk een openhartoperatie zag plaatshebben onder hypnose en
zonder verdoving is een 'simplificatie' die hem door zijn
tegenstanders niet gauw zal vergeven worden maar die hij zeer zeker
deed in functie van de toegankelijkheid van de inhoud van niet
eenvoudige doch ware wetenschappelijke stellingen voor een groot en
niet altijd even geleerd publiek. Het is een methode waarvan bij
uitstek politici zich bedienen - tot in het absurde waar zij met een
enkele slogan immers een hele ideologie proberen te omvatten maar zij
doen het uiteraard omdat in een democratie de middenmoot doorweegt.
Dat hypnose
bij operaties verdoving kan vervangen is overigens een feit en wie
daarvan op de hoogte is en meteen ook weet dat het om een voor velen
moeilijk voorstelbaar gegeven gaat, zal door omstandigheden
noodgedwongen wel zijn toevlucht moeten nemen tot simplificaties want
anders dreigt zijn betoog niet op te schieten en ik durf niet te
gokken hoeveel één seconde zendtijd in de States wel kosten
kan!
Als zijn
tegenstanders daar graten in zien (en uiteraard willen zij niets
minder dan zijn vel want in zijn optreden ontwaren zij gewis een
schending van een door hen geheiligd taboe - met name de [soms
wettelijk bekrachtigde] onschendbaarheid van hun gezag), dan eisen
zij in feite dat Desmet aan een door de band ongeletterd,
onaandachtig en massaal Tv-publiek in een tijdspanne van luttele
seconden uiterst moeilijk toegankelijk wetenschappelijk materiaal
gaat doceren en koesteren zij bovendien de absurde verwachting dat
ook maar iemand daarin kon slagen. Dat die verwachting welke een eis
is, op zijn zachtst gezegd onrealistisch moet heten, wordt al bewezen
door het feit dat de betrokken leerstof zelfs voor heel wat
psychologiestudenten te moeilijk blijkt, daar zij zich te vierklauw
naar de media spoeden om daar hun beklag te doen over wat zij dan
bestempelen als 'onverstaanbaar'. Indien het feit dat zekere
studenten zakken voor het examen de verantwoordelijkheid was van de
prof die het dan allemaal niet duidelijk genoeg zou uitgelegd hebben,
dan kon men dat ook met zekerheid zeggen met betrekking tot een
Tv-publiek maar het talent en de inspanningen moeten uiteraard van
twee kanten komen, ook in culturen waarin mensen eraan gewend geraakt
zijn om alles ingelepeld te krijgen. Neen, die eis van Desmets
tegenstanders is niet onrealistisch doch zonder meer malafide en dat
zelfs het door hun vermeende 'tegenstander' aangebrachte excuus van
de 'expert-blindness' hen nog bezwaarlijk als verontschuldiging kan
dienen is uiteraard hun eigen verantwoordelijkheid.
Het feit
dat Desmets vergelijkingen van het 'coronatotalitarisme' met dat van
de nazi's bij sommigen verbijstering wekken, kan slechts worden
toegeschreven aan de ongeletterdheid van de laatstgenoemden: zij
blijken geheel onwetend omtrent het optreden van exact dezelfde
verbijstering reeds meer dan een halve eeuw geleden bij de
Amerikaanse psycholoog Stanley Millgram die dan beroemd werd met zijn
zogenaamde 'gehoorzaamheidexperiment' dat met altijd eendere
resultaten tot in den treure werd herhaald.
Desmet
deelt de afmattende frustratie welke erin bestaat de moeilijk
toegankelijke waarheid met zekerheid te kennen en niet te kunnen
mededelen omdat er geen oren naar zijn, met tal van
waarheidssprekers, zowel politieke dissidenten als grote geleerden in
het zog van Copernicus. Maar dat de theorie van Desmet allerminst
nieuw is doch slechts een toepassing van wat onder gestudeerde mensen
bijna een eeuw lang verworven kennis zou moeten zijn, laat zien hoe
ver een door arrogantie aangetaste samenleving kan afglijden naar de
blindheid van het onverstand.
(J.B.,
10 september 2022)
Mattias Desmet over groepsaffiliatie
In de coronacrisis
is de publieke opinie in de greep van absurde oordelen
Totalitarisme ten voeten uit - De vervolging van Mattias Desmet, symptoom van de totalitaire staat
Totalitarisme
ten voeten uit
De
vervolging van Mattias Desmet, symptoom van de totalitaire staat
Onder
de titel: Onzinnig
en wetenschappelijk ondermaats: ook lesmateriaal van Mattias
Desmet nu onder vuur
schrijft de krant De Morgen d.d. 9 september 2022:
Psychologieprofessor
Mattias Desmet (UGent) gebruikt zijn eigen boek [n.v.d.a.:
Het betreft het in januari van dit jaar verschenen werk getiteld: De
psychologie van het totalitarisme"] als
leermateriaal voor het vak dat hij onderwijst. Is dat wel geoorloofd
voor een boek dat zo gecontesteerd is. Het is compleet onzinnig en
wetenschappelijk volledig ondermaats.
Filosofieprofessor
Etienne Vermeersch publiceerde in 1988 De
ogen van de panda,
een bestseller die overigens nog steeds in de handel verkrijgbaar is,
en in zijn colleges kondigde de auteur telkenjare dit boekje aan als
te kennen leerstof waaruit tenminste één examenvraag zou gesteld
worden. Als deze 'toonaangevende filosoof', zoals hij door velen
terecht wordt genoemd, een boek van zijn handals
leermateriaal gebruikt voor het vak dat hij onderwijst,
waarom dan zou professor Mattias Desmet dat dan niet mogen doen? De
Morgen suggereert dat dit misschien wel niet geoorloofd is voor
een boek dat zo gecontesteerd is maar
dat was De
ogen van de panda
ook en wel om meer dan één reden. Afgezien van het feit dat dit
essay over milieu-ethiek volgens Vermeersch' collega Rudolf Boehm
niet bijster origineel was daar het zich zou geïnspireerd hebben op
een eerder artikel van Boehm in diens tijdschrift Kritiek
waarin deze de problematiek van het WTK-bestel
aankaartte, meer bepaald de marxistisch geïnspireerde theorie dat
het samenspel van Wetenschap,
Techniek
en Kapitalisme
rampzalig is voor het milieu, waarbij Boehm wel degelijk verwijst
naar de bron, met name het maatschappijkritisch werk van Herbert
Marcuse uit de zestiger jaren - afgezien daarvan kan men zich de
vraag stellen of het wetenschappelijk gerechtvaardigd zijn van de
aanwending van ideologisch gekleurde teksten als te kennen leerstof
aan een universiteit niet sowieso betwistbaar is, al moet men dan ook
de regel dat niet mag gemeten worden met twee maten en met twee
gewichten in acht nemen voor op eender welk geloof geïnspireerde
publicatie: in hoeverre is die niet onzinnig en niet wetenschappelijk
ondermaats en waar eindigt de heksenjacht als men die lijn doortrekt?
Maatschappijkritiek
is per definitie volstrekt onmogelijk van zodra het taboe wordt
geheiligd om gangbare praktijken (in dit geval: de aanpak van de
coronacrisis door de WHO)
te contesteren en is niet precies dat het kenmerk bij uitstek van een
totalitair regime? En waarschuwt uitgerekend De
ogen van de panda ons
niet met aandrang voor de actuele praktijken onder het juk van het
gouden kalf dat immers maakt dat het Kapitaal
de Techniek
en de Wetenschap
corrumpeert?
(Jan
Bauwens, 9 september 2022)
07-09-2022
Over het verkapte grootschalige pesten
Over
het verkapte grootschalige pesten
Over
pesten werd al heel veel geschreven maar opvallend genoeg gaat men in
de meeste definities eigenlijk totaal voorbij aan de essentie van
pestgedrag. Pesten heeft weliswaar te maken met het berokkenen van
kwaad aan een ander maar het bijzondere aan pesten is wel dat de
dader ervoor weet te zorgen dat hijzelf altijd buiten schot blijft:
hij handelt zodanig dat men hem niet kan aanwrijven wat hij doet, hij
let erop dat zijn slachtoffer zich niet kan verweren, dat niemand hem
met de vinger kan wijzen: hij komt met zijn misdaad weg.
Dat
is ook wat zijn slachtoffer, dat vaak ook de enige getuige is,
mateloos frustreert en tot wanhoop drijft. Het woord 'pesten' bevat
nochtans deze kern waar het betekent dat men iemand de pest aandoet
of met de pest besmet want wie iemand besmet, in
casu met de pest,
kan in feite moeilijk met de vinger worden gewezen omdat het gaat om
een kwaal waarmee men eerst zelf besmet moet worden vooraleer men ze
kan doorgeven, zodat ook in dit geval de eigenlijke aanstoker van het
kwaad niet aanwijsbaar en dus onvindbaar blijft en ongestraft,
onaangepakt, altijd onverholpen. Pesten is in wezen aan een ander
kwaad verrichten en er daarbij op toezien dat men zelf straffeloos
blijft en, meer dan dat, ook vrij van schuld - of dan toch van
mogelijke beschuldigingen. Pesten heeft derhalve te maken met recht
en onrecht: pesten is mogelijk waar recht onmogelijk werd.
Er
is dezer dagen wat te doen omtrent gepersonifieerde autonummerplaten
welke door hun houder worden gebruikt om zekere kwade intenties aan
anderen en dan uiteraard vooreerst aan de slachtoffers daarvan
duidelijk te maken terwijl tegelijk gezorgd wordt voor voldoende
dubbelzinnigheid zodat beschuldigingen altijd onterecht gaan lijken
wegens het beginsel van het voordeel van de twijfel.
Met
bijvoorbeeld het verspreiden van verholen want dubieus gehouden
nazisymboliek in het verkeer en dus in de openbaarheid worden
welbepaald door pesters beoogde slachtoffers getroffen en wel op zo'n
wijze dat zij hiertegen helemaal geen verweer hebben omdat de daders
zich, als puntje bij paaltje komt, zullen verschuilen achter het
dubieus karakter aangaande hun malafide uitlatingen. Zolang de letter
van de wet gerespecteerd wordt en precies doordat die wordt
gerespecteerd, kan haar geest worden verkracht en dat dit continu
gebeurt op grote schaal, is een publiek geheim.
Gepersonifieerde
nummerplaten zijn eigenlijk klein bier vergeleken bij heel wat dieper
wortelende handelwijzen waarbij men niet meteen aan pesterijen zal
denken als men, zoals hoger reeds gezegd, voorbijgaat aan de essentie
van het pestgedrag dat immers ligt in de listigheid van de dader die
zelf buiten schot weet te blijven en die derhalve geheel straffeloos
aan een ander kwaad kan (blijven) berokkenen. Die blindheid voor de
essentie van het pesten maakt dat dit kwaad in de openbaarheid kan
geschieden terwijl geen haan er zal naar kraaien.
Een
schrijnend voorbeeld is het populisme bij zekere politici die
bijvoorbeeld aan langdurige werklozen, geheel strijdig met de
mensenrechten, pensioen willen ontzeggen of hen tot ongeacht welk
karwei willen kunnen verplichten - het populisme waarvan gezegd moet
worden dat het wezenlijk behoort tot de ergste misdaden van deze tijd
en wel vooral omdat het onmiskenbaar genocidale effecten heeft.
Politici die zich hiervan bedienen, verdienen niets minder dan
onmiddellijke ontzetting uit hun ambt, levenslang verbod om nog
politieke functies waar te nemen, vermeerderd met de
vrijheidsberoving waarmee zij feitelijk hun talloze slachtoffers
opzadelen.
In de
hedendaagse theologie wordt de hel niet zonder redenen gedefinieerd
als een toestand waarbij men beroofd is van elk contact met anderen:
de isolatie van mensen of hun sociale uitsluiting is namelijk de
allerergste straf gebleken die men iemand kan doen ondergaan. Nu
participeren mensen aan de samenleving pas middels hun persoonlijke
bijdrage naar best vermogen en dat is hun arbeid, waarvan in de
huidige constellatie een geldige waardering zich quasi uitsluitend
manifesteert als de financiële vergoeding in de vorm van loon.
Arbeid is dan ook in de allereerste plaats een elementair mensenrecht
en uitgerekend politici moeten ervoor instaan dat aan alle burgers
zonder uitzondering dit recht zal worden verschaft.
De
veroordeling van mensen aan wie dit recht ontzegd wordt, is de
reinste pesterij omdat aan de slachtoffers aldus niet één maar twéé
keer onrecht wordt gedaan: een eerste keer waar zij geen toegang
krijgen tot de arbeidsmarkt en een tweede keer waar zij daarvoor zelf
verantwoordelijk gehouden
worden (zij worden
aldus nota bene vals beschuldigd) en wel uitgerekend door degenen die
voor de werkgelegenheid verantwoordelijk zijn
(waardoor dezen de eigen schuld verdonkeremanen) en dat zijn de
politici.
Politici
die middels hun alom gekende openbare uitlatingen (welke zij geheel
onterecht bestempelen als vrije meningsuitingen) deze slachtoffers
pesten, houden zichzelf buiten schot door de schuld van het kwaad in
de schoenen van hun slachtoffers te schuiven en zij weten het gelijk
aan hun kant te krijgen middels de instemming van een helaas immer in
aantal toenemende, onnadenkende en immorele massa met stemrecht.
Deze
verkrachters van de geest van de wet dreigen verkozen te worden zoals
ooit Adolf Hitler en zijn trawanten verkozen werden waarna de
ondergrondse misdaden eensklaps wet werden: zes miljoen joden,
zigeuners, homo's en nog andere in de ideologie van het nazisme
ongewenste categorieën van mensen werden ondergebracht in kampen en
aldaar vergast met de medewerking van het voltallige staatsapparaat:
deskundige artsen, scheikundigen en nog andersoortige geleerden
werkten de massamoordplannen concreet uit, gerenommeerde bedrijven
leverden het gas en de uitrusting bedoeld om in de kortst mogelijke
tijd zo veel mogelijk mensen om te brengen, nette burgers achtten het
hun plicht om gehoorzaam de bevelen uit te voeren die niet langer van
ondergronds kwamen maar van hogerhand omdat een gewetenloze
kiezersmassa de criminelen aan de macht bracht: de bevelen om
miljoenen mensen op te ruimen - een betere oplossing konden deze
politici niet bedenken, het was hun 'Endlösung', hun eindoplossing.
De
massa aan zelfmoordenaars die bij uitstek ons eigen land bezwaart en
waarvan geweten is dat zij hun wanhoopsdaad steeds vaker stellen
ingevolge een gebrek aan waardering voor hun elementaire rechten -
deze eindeloos aanwassende colonne aan jammerlijke doden heeft, voor
wie het nog niet zouden gesnapt hebben, uiteraard ook daders.
En
deze daders weten zich te onttrekken aan hun verantwoordelijkheid, in
hun listigheid weten zij zelf buiten schot te blijven, zij slagen
erin om hun slachtoffers te beschuldigen van de misdaden die niet
deze slachtoffers maar zijzelf begaan en zij kunnen dat doen omdat
zij het volgen van de wet naar de letter benutten om aldus haar geest
geweld te kunnen aandoen. Deze massamoordenaars gaan vrijuit omdat
zij als geen ander niet alleen de retorica beheersen of de kunst van
het liegen maar ook nog uitmunten in die andere kunst, met name de
'kunst' van het pesten. Homo
homini lupus is een
spreuk die, getuige de dode taal waarin wij haar onthouden hebben,
uit reeds lang vervlogen tijden stamt.
Nog
meer verborgen dan het pesten middels verholen symbolen en het pesten
middels populisme, is die vorm van pesten welke erin bestaat het volk
te pluimen ('bestelen' is een veel te onschuldige term) 'op pesters
wijze', wat dus wil zeggen: zonder dat de bestolenen zich kunnen
verweren, en dit alleen al omdat zij het niet door hebben dat zij
bestolen worden.
Zoals
algemeen bekend, wordt van het arbeidersloon van elke burger een
groot deel bij de bron afgehouden om de kas van de sociale zekerheid
te spijzen, waaronder de ziekenkas. Het geld van de ziekenkas is het
bezit van het volk, het is een solidariteitskas, bedoeld om wie ziek
worden, bij te staan. De ganse medische sector leeft derhalve quasi
uitsluitend van het geld uit deze kas dat door alle arbeidende mensen
werd verdiend. Het zijn omzeggens de arbeiders die de medici
tewerkstellen.
Als
iemand ziek wordt, gaat hij naar de huisdokter en die stuurt hem door
naar de kliniek voor een onderzoek of, vaker nog, voor een ganse
reeks van onderzoeken. Dan volgen de behandelingen door specialisten.
In principe doen al deze geleerde vaklieden hun uiterste best om hun
patiënten te helpen om weer gezond te worden of om hun lijden te
verlichten maar het probleem is dat zij allen arbeiden met middelen
die niet de hunne zijn, zoals peperdure machines voor het nemen van
röntgenfoto's, scanners en nierdialysetoestellen alsook een
gigantische wereldwijd georganiseerde en georkestreerde
infrastructuur, een netwerk van ziekenhuizen, verbonden aan
universitaire opleidingen en een zich alom vertakkende en voortdurend
vernieuwende farmaceutische industrie. De medici zelf zijn slechts
arbeiders in een systeem van een georganiseerde specialistische
bedrijvigheid welke in feite volledig aan hun controle ontsnapt en
aldus bevinden zij zich in de positie waarin sinds de aanvang van de
industriële revolutie ook de fabrieksarbeiders zich bevinden: zij
werden van langs om meer herleid tot verlengstukken van machines die
ver boven hun hoofd uit tornen en die een eigen dynamiek volgen welke
uiteindelijk gestuurd wordt door de moordende wetten van een
kapitalistische economie. Zij werden opgeleid om eigenhandig hun
patiënten te helpen maar als puntje bij paaltje komt, dienen zij
blindelings te gehoorzamen aan bevelen 'van hogerhand' die, zoals ook
onlangs ter gelegenheid van een wereldwijde gezondheidscrisis blijken
mocht, niet altijd stroken met de opgedane inzichten en met de te
volgen ethische regels, als zij daar niet al regelrecht tegenin
druisen.
Er
bestaat een kaste van mensen die zich, te oordelen naar hun
ogenschijnlijke gigantische rijkdom, in feite geheel onttrekken aan
de wetten die het volk als zodanig in de pas houden en omdat macht
ervoor zorgt dat zij onzichtbaar blijft, weten wij weinig of niets
over die andere wereld waarvan niemand het bestaan kan ontkennen
zonder de ogen te sluiten voor het licht. Een en ander gaat lekken
van zodra onderzoeksjournalisten erin slagen om bijvoorbeeld aan te
tonen dat - om in de medische sector te blijven - het somtijds
helemaal niet de bedoeling is om mensen te genezen: steeds vaker
heeft het er de schijn van dat patiënten worden aangewend als louter
middel voor het versassen van kapitalen van de ziekenkas naar de niet
nader te noemen organisatie welke zich in deze tijden positioneert op
die plekken die tot voor kort nog ingenomen werden door de kerk met
haar voorgewende macht over niet alleen het leven maar bovendien het
eeuwige leven. Die fabels over het hiernamaals doen het sinds kort
niet meer in alvast een goed deel van de meer ontwikkelde wereld maar
andere fabels over het hiernumaals nemen vandaag hun plaats in en zij
zijn zo mogelijk nog absurder dan de verzinsels van weleer. Zo kon
men onlangs lezen dat gerenommeerde astronomen (die nota bene met
miljarden spelen) bekenden hoe beelden van het heelal, zogezegd
gemaakt met ruimtetelescopen, in feite foto's waren van een schijfje
salami. Over de onverschilligheid over dergelijke toestanden die
mensen met gezond verstand tot wanhoop drijven, schrijft Primo Lévy,
die de concentratiekampen overleefde, dat zij nog erger zijn dan de
holocaust: zij maken dat die pest welke alle andere plagen in hoge
mate overtreft, kan doorgaan totdat al het schone wordt
gebagatelliseerd en alleen nog het geweld van de oorlog zal
overschieten.
Ivan
Illich was met onder meer zijn Medical
Nemesis een van de
stoute tongen die het aandurfde om een tipje op te lichten van de
sluier die een kwaad bedekt dat groter is dan het geloof van
stervelingen kan bevatten maar vandaag zijn deze zogenaamde
verspreiders van nepnieuws een beetje verstomd of dan toch onhoorbaar
geworden, onder meer ingevolge welbepaalde soorten van vervolging
waarvan men zou denken dat zij alleen in China gepraktiseerd worden
of in het Rusland van Vladimir Poetin. Uiteraard past in dit plaatje
de nog niet verleden coronahistorie waarbij een bijzonder kleine
groep van superpesters de voltallige wereldbevolking den duvel heeft
aangedaan, gewis voor nog een niet te tellen aantal jaren. En in het
verlengde daarvan duikt dan uiteraard het spook op van de oorlog,
schitterend vertolkt als de hyena met de hoge hoed die over lijken
gaat in de collage van John Heartfields Krieg
und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen.
In het Westen applaudisseren de katholieke bisschoppen voor de
Oekraïners die met onze wapens aan het front tegen het Oosten gaan
sneuvelen omdat zij aldus de naastenliefde als geen ander zouden
dienen en in het Oosten jaagt de orthodoxe patriarch de Russen de
dood in naar datzelfde front tegen het Westen. Poetin rekruteert
kanonnenvlees bij daklozen en schooiers zoals men ook doet in Amerika
of in het vreemdelingenlegioen in Frankrijk waar gevangenen kunnen
kiezen voor de gevaarlijke vrijheid van de frontstrijd. Altijd al
heeft men de 'nuttelozen' als kanonnenvlees verschoten, getuige de
begraafplaatsen uit de beide wereldoorlogen in de westhoek waar de
bordjes op de zerken bijna uitsluitend Afrikaanse en Aziatische namen
van uit de kolonies gerekruteerde frontsoldaten dragen.
De
medische sector is een dankbaar voorbeeld omdat gezondheid ons ook
aanspreekt door onze natuurlijke afschuw voor het lijden maar in
feite is elke sector aangetast door die niet nader te benoemen pest:
het onderwijs beschouwt haar leerlingen als klanten, de economie
reduceert mensen tot producenten-consumenten; kortom: zijn werktuigen
heersen over de mens en het is dan uiteraard de vraag of die kaste
van supermensen die zich aan elke wet lijken te onttrekken wel echt
bestaat, met andere woorden: of zij niet een fata morgana is, terwijl
in werkelijkheid een volstrekt anoniem en onpersoonlijk systeem het
mensdom beheerst en beheert: de onpersoon bij uitstek, de gewezen
stadhouder van de Schepper van hemel en aarde, die sinds oudsher
bekend staat als zijn tegenstrever, de diabolos,
de superpester of de duivel.
(J.B.,
7 september 2022)
04-09-2022
Kunst als wapen - Krieg und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen
Kunst
als wapen
Krieg
und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen
De
Antwerpse stadsdichteres Ruth Lasters is lang niet de enige artiest
die gemuilkorfd wordt omdat zij kunst als wapen gebruikt tegen de
moordende dwaasheid van de machthebbers. Kunst als zodanig verdient
die naam niet langer als zij zich niet engageert omdat elke vorm van
negationisme slechts een vervalst beeld van de werkelijkheid kan
brengen. Exemplarisch is de zieke en moordende droom van het
nationaalsocialisme dat in dat verband waarheidsgetrouwe kunst
veroordeelde als 'entartete Kunst': kunst kon nog slechts als
staatspropaganda. Het nationaalsocialisme werd inzake de aanwending
van kunst als instrument van de macht voorafgegaan door bijvoorbeeld
het bastion van de katholieke kerk met haar belachelijke 'index'.
Het
begrip 'extreem rechts' stamt uit de Franse Revolutie en verwijst
naar personen of occasionele verenigingen die het verdwijnen van de
maatschappij van het Ancien Regime [waarbij
de macht zich zogezegd 'naar Gods wil' situeert bij de adel en in de
kerk] betreuren en zich tijdens de eerste parlementaire
vergaderingen resoluut rechts positioneren (ten opzichte van het
bureau van de voorzitter). (1)
Extreemrechts
wil dus geen revolutie, het wil terugkeren naar de simpele 'orde' van
weleer met erkenning van het gezag van koning en paus. Extreemrechts
heet dan 'contrarevolutionair' te zijn of teruggrijpend naar vroeger,
'reactionair'. Het begrip 'extreemrechts' is intussen danig
geëvolueerd dat men er alle kanten mee uit kan, zoals dat ook het
geval is met de andere posities in het politieke spectrum en zo
bijvoorbeeld zegt men over het anarchisme dat er zoveel anarchismen
zijn als er anarchisten zijn. Er zijn vele soorten liberalisme,
socialisme enzovoort. Vandaag echter blijken extreemrechts en
extreemlinks elkaar te vinden in hun afkeer voor het kapitalisme maar
ook dat is niet meer het geval omdat afkeer van staatsinmenging vrij
spel geeft aan liberalisme en derhalve aan kapitalisme. Dezelfde
paradox vindt men trouwens terug waar men ziet hoe extreme vrijheid
resulteert in monopolievorming (economische dictatuur) en derhalve in
absolute onvrijheid.
De
kwestie van het rechtse extremisme wordt al te vaak verkeerd gesteld
als een zaak van samenscholing rond een zekere ideologie welke te
vrezen valt. In werkelijkheid gaat het oorspronkelijk veeleer om de
verwerping van zekere ideologieën, waarna een leegte ontstaat die
dan wordt opgevuld met een al te simplistische ideologie en dat is
vaker de opvatting dat men de natuur als voorbeeld moet nemen en dat
men die best een handje helpt, wat neerkomt op een hulde aan het
recht van de sterkste, een miskleun van een ideologie die Hitler
inspireerde voor de installatie van zijn concentratiekampen maar die
tevens vrij spel geeft aan het ongeremde liberalisme met zijn
kapitalistische economie waarvan het onafwendbare verlengstuk de
regelrechte oorlog is.
Extreemrechts
vindt weliswaar dikwijls zijn bron bij een gevoel van groeiende
onzekerheid dat voortspruit uit maatschappelijke onduidelijkheid die
grondt in de vaststelling dat bewindslieden onbetrouwbaar zijn en
niet capabel om bijvoorbeeld de belangen van het volk te verdedigen
en dan gaat het heel vaak om de veiligheid. Maar dat is niet wat
extreemrechts van andere ideologieën onderscheidt want in een
onvrede met het bestaande vinden ze zowat allemaal hun voedingsbodem.
De
voedingsbodem van revolutionaire partijen is weliswaar een bewind dat
niet langer het krediet van het volk geniet omdat het dat ook niet
verdient. Bewindslieden zijn vooralsnog op legale wijze aan de macht
gekomen en zij weten zich telkenmale opnieuw verkiesbaar te maken
middels een zekere macht en allerlei invloedssferen waarmee zij
kiezers onder druk zetten en hun in feite in een keurslijf dwingen.
Katholieke partijen zijn hiervan het schoolvoorbeeld omdat zij
onderwijsinstellingen, klinieken, ouderlingentehuizen en vele andere
instituten besturen en derhalve de lakens uitdelen inzake jobs,
inkomens en dus materiële bestaanscondities. De socialistische
partij heeft vergelijkbare handelwijzen en ook de liberale en de
andere zuilen: allemaal dwingen zij het deel van het volk dat uit hun
handen eten moet tot een stemgedrag dat niet steunt op vrije wil en
op verstandelijk overleg maar dat zich louter oriënteert op
materieel gewin of op vooruitzichten inzake bestaansmogelijkheden. De
ideologische argumenten of de partijstandpunten, voortspruitend uit
een specifieke retorica of leugenaarskunst, dienen bijna alleen nog
om de eigenlijke, hierboven genoemde motieven te verkappen en dit
aperte gebrek aan ideologie dat maakt dat er als het ware nog slechts
één koek overschiet waarmee iedereen elke richting uit kan,
enerveert de kiezers dermate dat zij overgaan tot een zekere
weigering, een zeker verzet. In feite verzet men zich tegen de
huichelarij welke ontstaat waar argumenten vloeken met motieven, men
verzet zich tegen onbetrouwbaarheid, men pikt het niet langer dat
politici weg komen met gemeen bedrog. Omdat men er niet in slaagt om
via de geëigende wegen hieraan iets verhelpen daar deze wegen bezet
worden door wie de macht hebben, gaat men als het ware ondergronds.
Het is nu dit zich ondergrondse ophouden dat onrust veroorzaakt
alsook angst voor het onzichtbare complot, voor de verborgen
samenzwering.
In feite
ontbreekt in principe elke organisatie van de massa die niet langer
tevreden is maar deze massa wordt gedetecteerd door lieden die
zichzelf dan als leiders naar voor schuiven, soms zonder dat zij zelf
deel uitmaakten van de ontevreden burgers als zodanig. Deze leiders
komen ofwel uit het niets ofwel uit een eerdere mislukte 'wettige'
politieke carrière en zij slagen daarin omdat zij niet via
verkiezingen aan de macht komen maar via allerlei sluikwegen welke
alleen gedijen waar partijvorming ondergronds gebeurt. De motieven
van ook deze 'politici' zijn niet altijd even edel en men kan
bijvoorbeeld denken aan de leden van extreemrechts in de Amerikaanse
burgeroorlog zo'n 160 jaar geleden: zij vormden het zuiden van de
V.S., waren racistisch en voor het behoud van de (neger)slavernij
omdat zij daar (overigens meestal van thuis uit en dus door hen
beschouwd als een verworven recht) grof geld mee verdienden terwijl
de abolitionisten in het noorden minder afhankelijk waren van
uitbuiting en mensenhandel. De partijvorming in het zuiden betrof
gedeelde belangen, met name rauw materieel gewin, terwijl de
abolitionisten in het noorden met grote woorden schermden en met
hoogstaande morele principes. Zij konden het zich veroorloven, zo
fluisterden wellicht de stoute tongen en een vergelijking met de
toestand vandaag is misschien niet eens zo ver naast de waarheid
gegrepen: ontevreden burgers zijn vaker mensen die alvast geloven dat
hun levensstandaard zal te lijden hebben onder bijvoorbeeld
immigratie, omdat migranten beneden de prijs werken, overuren
kloppen, kortom: 'vals spelen' op de arbeidsmarkt die mensen van hier
niet langer controleren. De leden van de meer gesettelde burgerij
zijn geschoold en hebben banen die geen concurrentie hoeven te vrezen
van de veelal ongeschoolde immigranten en daarom ook kunnen zij het
zich veroorloven om ethische principes om u tegen te zeggen te
blijven verdedigen. Eenzelfde kloof gaapt tussen het volk en de elite
waar het de veiligheid betreft: rijkelui resideren in goed bewaakte
wijken, zij hebben ruimte en hun leefruimte is ook overzichtelijk;
armen daarentegen zitten opeen gepakt in flatgebouwen waar heel vaak
misdaad aan het oog (van de politie) onttrokken blijft.
Edoch,
opvallend genoeg is het niet zo dat het racisme zich beperkt tot de
armere lagen van de bevolking: de (zelfverklaarde) leiders van
bijvoorbeeld extreemrechts zijn vaker rijkelui en bovendien
opportunisten. Misschien is het wel zo dat het volk door zijn
zelfverklaarde leiders wordt misleid in een zeer specifieke zin. Het
gaat immers slechts schijnbaar om een strijd van het eigen volk tegen
de andere omdat de plots opduikende leiders dat zo voorstellen. Zij
doen dat om de aandacht af te wenden van de feiten want als men beter
toekijkt, ziet men het om een klassenstrijd gaat: het is de elite die
vreest voor machtsverlies omdat zij op een vreemde kudde helemaal
geen vat hebben. Zij gebruiken de eigen kudde om de vreemde die zij
niet beheersen kunnen te bestrijden en zij doen door middels de
beproefde methode van demonisering, zij zaaien angst en zij creëren
vijanden waar er geen zijn. Het volk als zodanig is immers best
bereid om samen met andere volkeren in zee te gaan, zij hebben immers
allen dezelfde 'eenvoudige' doelstellingen en problemen, het is pas
de 'elite', het soort van mensen dat zich verveelt en dat nooit
genoeg heeft, welke tweestrijd zaait vanuit haar beveiligde
schuilkelders. En dit doet denken aan het Kunstwerk uit 1932 van de
Berlijnse dadaïst John Heartfield (Helmut Herzfeld), een fotomontage
getiteld: Krieg und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen.
(°)
"Het
stadsdichterschap moet verbindend zijn", zo werpt de Antwerpse
schepen van cultuur tegen.
Alsof het
gedicht ook maar iets anders deed dan verbinden wie de politici
uiteen dreven! Van het gedicht dat zij samen met haar leerlingen
maakte, ziehier het eerste vers:
Olie-,
oliedomme staat die leerlingen vanaf twaalf jaar nog altijd
letterlijk met A labelt of B. Welkom in het middelbaar!
29-08-2022
Oplichters: aldus beroven de rijken de armen Aflevering 4: een voorbeeld van apert bedrog uit de coronaperiode
Oplichters:
aldus beroven de rijken de armen
Aflevering
4: een voorbeeld van apert bedrog uit de coronaperiode
De
waarheid over vaccins als heiligschennis en de medische plicht
tot wereldwijd bedrog (1)
De
eed van Hippocrates bestaat niet meer. Die eed die elke arts moet
afleggen, houdt de belofte in nooit iemand kwaad te zullen doen. Maar
een heel andere eed blijkt vandaag te worden gezworen: de eed op de
medische plicht tot wereldwijd bedrog. Op haar webstek vraagt de
advocate meester Carine Knapen die zich in de context van de
rechtsstaat inzet voor de waarheid inzake het coronagebeuren zich af
of het stijgende aantal coronagevallen in het UK en ook elders iets
te maken kan hebben met de vaccinatiecampagne aldaar, aangezien het
tijdstip van de aanvang van de beide gebeurtenissen hetzelfde is. (2)
En kijk: het National Center for
Biotechnology Information in
Rockville Pike, USA, laat weten via een dringende publicatie dat in
een studie over het Covid-19-vaccin werd ontdekt hoe de huidige
vaccins mensen ziek maken. Maar als kers op de taart wordt vervolgens
de zaak 'getemperd' met het commentaar dat het betrokken mechanisme
te ingewikkeld is om de argwaan van het publiek te kunnen wekken. Het
ziek-maken gebeurt via
antilichaamafhankelijke versterking,
zo luidt het en dat staat er: Dit
risico wordt voldoende verdoezeld in protocollen voor klinische
onderzoeken en toestemmingsformulieren voor lopende
covid-19-vaccinonderzoeken dat het onwaarschijnlijk is dat de patiënt
dit risico voldoende begrijpt, waardoor werkelijk geïnformeerde
toestemming van proefpersonen in deze onderzoeken wordt vermeden.
(sic!) Dat deze risico's niet werden
medegedeeld aan proefpersonen en nu evenmin worden medegedeeld aan
patiënten die zich laten vaccineren, druist uiteraard in tegen alle
medische en ethische regels.(3) Mocht Hippocrates dit weten, hij
draaide zich om in zijn graf.(4)
Verwijzingen:
(1)
Uit: Panopticum
Corona, pp. 905-906 (J. Bauwens, Serskamp 2021).
Oplichters: aldus beroven de rijken de armen - Aflevering 3: de waarheid over de oorlog
Oplichters: aldus beroven de rijken de armen
Aflevering 3: de waarheid over de oorlog
Een kind vraagt aan een zaaier waarom hij zaait en de man antwoordt: als je dat wil weten, moet je kijken naar het resultaat van wat ik doe: waar ik gezaaid heb, kan ik oogsten. Ik zaai om te kunnen oogsten.
Om dezelfde reden begint men ook een oorlog: om het waarom te begrijpen, moet men kijken naar het resultaat en het resultaat van een oorlog is een volk dat voor de ene helft uitgemoord is en voor de andere helft opnieuw in het gareel loopt en gedwee zijn leiders volgt. Men voert oorlog om het volk terug aan banden te leggen.
Nu lijkt het erop dat in een oorlog het ene volk het andere uitmoordt maar niets is minder waar: in een oorlog vechten niet de volkeren tegen elkaar; het is de klasse die de oorlog in gang zet, welke strijdt tegen de klasse die naar het front wordt gestuurd. De elites van de strijdende partijen sparen elkaar maar zij zijn even meedogenloos voor het eigen volk als voor het volk van de vijandige natie.
Toen de Franse Revolutie uitbrak, sprongen de edellieden uit het rivaliserende Duitsland hun klassegenoten in Frankrijk bij: in de verklaring van Pillnitz d.d. 27 augustus 1791 stellen koning Frederik Willem II van Pruisen en Keizer Leopold II van het Heilig Roomse Rijk dat zij hun troepen klaar houden om de troon van koning Lodewijk XVI van Frankrijk te verdedigen. En wie weigeren kanonnenvoer te zijn, zijn deserteurs, verraders: zij worden bestraft met de dood met de kogel.
Er zijn derhalve niet één maar wel twee gevechten aan de gang: het eerste gevecht speelt zich af onder het volk en het lijkt er dan op dat de ene natie de andere bestrijdt maar het andere gevecht is meer fundamenteel: het is de strijd van de heersende klasse tegen haar onderdanen. De elite ontketent een strijd onder het volk om het op die manier te kunnen blijven beheersen. Andermaal uiteraard ingevolge het principe van 'verdeel en heers'.
De ene, zichtbare strijd verkapt de andere die men helemaal niet kan zien maar die wel de kern vormt van het eigenlijke gebeuren. Dat Rusland met het Westen vecht, is wat men allen laat geloven maar in feite gaat het om de machtsstrijd van zowel de Russische als de Westerse elite tegen zowel het Russische als het Westerse volk. De Russische oligarchen en de Europese en Amerikaanse miljardairs kunnen het best met elkaar vinden, zij blijven immers zaken doen en aan elkaar wapens leveren - denk aan Frankrijk - en dit achter een toneel van huichelachtige sancties, terwijl Poetin zijn eigen soldaten inzet met dezelfde meedogenloosheid waarmee hij de Oekraïners afslacht. Ook Biden en de Europese top zien er geen graten in om massaal Oekraïners op te offeren bij de verdediging van de Europese grenzen. Stalins optrekkende leger was voorzien van een achterhoede om zijn rechtsomkeer makende frontsoldaten neer te schieten en ook hier wordt desertie bestraft met de dood met de kogel.
Achter de oorlog schuilt een klassenstrijd. Ligt de oorlog dan niet in het verlengde van de kapitalistische economie, die immers concurrentie is met andere middelen? Niet oorlog is de uitzonderingstoestand maar wel vrede: het kapitalisme houdt de wereld onafgebroken in oorlog. Warren Buffet, de nu 92-jarige Amerikaan met een vermogen van 109 miljard dollar, schrijft hierover op een sarcastische wijze in The New York Times van 26 november 2006: Er is wel degelijk klassenstrijd gaande, maar het is mijn klasse, de rijken, die de strijd voeren, en we zijn aan de winnende hand (1) En spoort dat ook allemaal niet met wat in de zogeheten complottheorieën verkondigd werd over een verborgen wereldregering van kapitalisten ten tijde van de coronacrisis?
(J.B., 29 augustus 2022)
Verwijzingen:
(1) Het gaat hier om het zich onttrekken aan de belastingplicht door rijke Amerikanen. Zie: In Class Warfare, Guess Which Class Is Winning, The New York Times, 26 november 2006. Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Klassenstrijd
20-08-2022
Oplichters: aldus beroven de rijken de armen - Aflevering 2: de waarheid over 'overbevolking'
Oplichters:
aldus beroven de rijken de armen
Aflevering
2: de waarheid over 'overbevolking'
Structurele
werkloosheid is werkloosheid die totaal los staat van de
gezondheidstoestand van de economie en die dus niet veroorzaakt wordt
door economische gebreken. Er worden allerlei oorzaken aan
toegeschreven en zo bijvoorbeeld zegt men dat machines die nu al het
werk doen, de mensen van hun job beroven. Vervolgens doet men alsof
men die fictieve oorzaken wil bestrijden, bijvoorbeeld met de creatie
van jobs en met nog andere middelen, te gek om los te lopen. Aan
herverdeling van het werk doet men niet, voor de hand liggende
oplossingen zijn taboe. De waarheid echter is dat dit allemaal
schijnbewegingen zijn en voorgewende motieven omdat men in feite deze
vorm van werkloosheid helemaal niet wil bestrijden:
structurele werkloosheid is een toestand die in de verborgen agenda
van de kapitalistische staat welbewust in stand wordt gehouden en wel
met zeer specifieke bedoelingen.
Inzake
het leger van werklozen wordt in de marxistische economie de term
"industrieel reserveleger" gebruikt. Marx en Engels
formuleerden hun kritiek op de kapitalistische maatschappij naar
aanleiding van de schrijnende sociale wantoestanden die een gevolg
waren van de absolute immoraliteit die werkgevers aan de dag legden
jegens hun werknemers sinds de aanvang van de zogenaamde Industriële
Revolutie en welke niet anders kunnen bestempeld worden dan als
regelrechte uitbuiting. Uitbuiting was er sinds eeuwen op
onbeschrijflijke wijze vanwege een Europese 'elite' jegens door hen
gekoloniseerde gebieden in vooral Amerika, Afrika en Azië maar
evenzeer jegens de eigen bevolking welke geen andere keuze restte dan
te gaan werken in hun fabrieken omdat alleen de rijken machines
konden aanschaffen voor de massaproductie van goederen die geen
concurrentie meer te vrezen had vanwege de vroegere ambachtslieden.
Vaklui werden aldus gedegradeerd tot fabrieksarbeiders of dus tot
'verlengstukken van de machines van de rijken'. Zij moesten het doen
met een hongerloon en het kroost moest bijspringen om rond te kunnen
komen, kinderarbeid werd de regel, sociale voorzieningen en
ziekenzorg bestonden niet, samen met het analfabetisme nam de
kindersterfte enorm toe door allerlei kwalen ingevolge ondervoeding
en milieuproblemen. Het was de Duitser Friedrich Engels, wiens vader
in Manchester fabrieken beheerde, aan wie een van hun arbeidsters de
ellende openbaarde, wat zijn sociaal engagement (dat hij deelde met
Karl Marx) verklaart.
In 1847
(1) had Marx het reeds over het zogenaamde 'industrieel reserveleger'
of het leger van werklozen, het massale overschot aan
arbeidskrachten: dat was en is nog steeds één van de meest te
vrezen wapens van de machtige elite waarmee zij hun intussen
bijzonder geperfectioneerde systeem van uitbuiting kunnen
continueren. De gouden regel van de schaarste die stelt dat waren
duurder worden naarmate zij schaarser zijn, geldt immers ook voor de
arbeiders die door de elite immers beschouwd worden als waren, want
als instrumenten, als 'verlengstukken van hun machines'. Waar er een
teveel is aan arbeiders, zijn arbeiders vervangbaar en derhalve
goedkoop. De elite wil de kostprijs van de arbeid zo laag mogelijk
houden en zij doet dat door een overschot aan werkvolk te creëren
met als resultaat dat werklui inderdaad spotgoedkoop worden. De kerk,
via de eerwaarde dorpspastoors, zette de vrouwen onder druk om zoveel
mogelijk kinderen te krijgen met uitgerekend de bedoeling om aldus
een overschot aan potentieel goedkoop werkvolk te bekomen. De
bevolkingsexplosie die zoveel ophef maakt, vindt hier haar oorsprong.
Er wordt gezegd dat de Industriële Revolutie de bevolkingsexplosie
heeft opgevangen met haar massaproductie die immers ook de productie
van voedsel en andere levensmiddelen betreft maar in feite wil die
uitleg slechts het systeem van uitbuiting goedpraten. De waarheid
luidt net andersom, namelijk dat de creatie van een zo goedkoop
mogelijke fabrieksmens aan de oorsprong ligt van de
bevolkingsexplosie. De overbevolking is een product van het
kapitalisme, net zoals de overproductie en de overconsumptie dat
zijn. Net zoals alle andere waren, werd ook de mens massaal
'geproduceerd'.
Toch is
er van overbevolking helemaal geen sprake: het overschot aan werkvolk
is een maaksel, een aperte leugen en zoals critici van het systeem
het eindeloos herhalen, volstaat een herverdeling van het beschikbare
werk om de werkloosheidscrisis op te lossen. 'Overbevolking' is een
leugenachtig idee dat in het leven werd geroepen en dat wordt in
stand gehouden om 'argumenten' te kunnen oproepen welke de waarde van
de mens kunnen degraderen. Als men de leugen kan verkopen dat er een
teveel is aan arbeidskrachten, kan alras ook makkelijker
gezegd worden dat er een teveel is aan mensen. Mensen zijn
hier reeds tot arbeidskrachten gedegradeerd. Het heet dan dat de
economie het met minder mensen een stuk beter zou doen. Vervolgens
neigt men ertoe om maatregelen te nemen, niet om het aantal arbeiders
te beperken (of om het aantal beschikbare jobs te vermeerderen)
maar om het aantal mensen te beperken. Daarbij wordt uiteraard
als geheel vanzelfsprekend voorondersteld dat de mens ten dienste
staat van de economie, wat een absurde vooropstelling is. De economie
is een instrument van de mens en in geen geval kan de mens beschouwd
worden als een instrument van de economie. Het is nu de hebzucht, die
het gouden kalf, het geldwezen, in leven houdt (heel concreet door
het letterlijk te voeden met menselijk bloed) die een blindheid
creëert voor de meest eenvoudige waarheden en zo gaat men beamen dat
zijn werktuigen belangrijker zijn dan de mens. Het kunstmatig creëren
van een overschot aan arbeidskrachten (eenvoudig weg door het aantal
jobs systematisch beperkter te houden dan het aantal potentiële
arbeiders) of dus de creatie van de werklozenmassa, is een van de
meest verblindende wapens van de elite waarmee zij de mensen kan doen
geloven dat zij 'met teveel' zijn en dat zij dus veel minder waard
zijn dan zij wellicht hadden gedacht of gehoopt. Op die manier immers
wordt onder het volk concurrentie geschapen (men gaat vechten om een
job te kunnen bemachtigen) en dus tweedracht, wat van de overheersing
kinderspel maakt en dit volgens het welbekende principe: 'Verdeel en
heers!'
(J.B.,
20 augustus 2022)
Verwijzingen:
(1)
Karl Marx, Arbeitslohn, Manuskript (Brüssel, Dezember
1847), aus dem handschriftlichen Nachlaß, MEW (Marx Engels
Werke), Band. 6 (1961), S. 552-553.
17-08-2022
Oplichters: aldus beroven de rijken de armen
Oplichters:
aldus beroven de rijken de armen
De
raaf en de vos is een van de mooiste (dieren)fabels van de
zeventiende-eeuwse Franse schrijver Jean de La Fontaine (die zich
inspireerde op de Helleense Aesopus en Phaedrus en op de Indiase
Pañcatantra) en het illustreert met brio wat oplichting is. "Meester
raaf zat in een eikeboom", aldus het eerste vers van het
gedicht. "Hij klemde in zijn bek een heerlijk brokje Gouda"
en de vos spreekt hem aan met "Doctor honoris causa"
, hij vleit: "Als
ook uw stemorgaan zo mooi is als uw veren, dan moet toch ieder dier u
als een feniks eren!" De
raaf begint te zingen, de kaas valt uit zijn bek en de vos is ermee
weg. (1)
De
oplichter maakt gebruik van de zwakheden van zijn slachtoffer (in het
geval van de onderhavige fabel is dat de ijdelheid) en hij licht zijn
slachtoffer op, hij tilt hem als het ware van de grond, hij doet hem
zweven, spiegelt hem een droom voor waarin die gaat geloven. De
bekendste Belgische oplichter was wellicht Jean-Pierre Van Rossem met
zijn 'Moneytron' waarmee hij zogezegd de koers van de beurs kon
voorspellen en zijn slachtoffers werden uiteraard verblind door hun
eigen hebzucht.
De
meest schrijnende vormen van oplichting treffen mensen die in een
noodsituatie verkeren, die daardoor met de rug tegen de muur staan en
geen andere 'oplossing' zien dan wat de oplichter hen voorhoudt:
uitgeprocedeerde asielzoekers schenken hun fortuin aan
mensenhandelaars; zogenaamde 'helderzienden' ontfutselen kapitalen
van mensen die wanhopig een vermist kind proberen op te sporen;
'wonderdokters' maar ook allerlei religieuzen ontfermen zich mits
'vrijwillige schenkingen' over het lot van ongeneeslijk zieken.
Soms
worden aan mensen fictieve ziekten, gevaren of bedreigingen
aangepraat die dan door aan te kopen producten kunnen worden afgewend
en de meest bekende Belgische oplichter in dezer is wellicht
ondernemer Marc Coucke met zijn op de gsm-toestellen te bevestigen
stukje metaal dat ziekmakende straling onschadelijk zou maken - een
farce die toentertijd het televisiejournaal haalde.
Minder
zichtbaar en derhalve veel schadelijker zijn echter de
geïnstitutionaliseerde vormen van oplichterij. Frappant zijn de
gevallen van cliëntelisme in scholen waarbij opvoedelingen feitelijk
tot klanten worden herleid die moeten renderen ten koste
van hun onderwijs en waarbij het
onderwijzend personeel door de directie onder druk wordt gezet om de
lat inzake de aan leerlingen te stellen studie-eisen zo laag te
leggen dat in de praktijk het getuigschrift quasi zonder inspanningen
bekomen wordt, waarbij dan verondersteld wordt dat de meerderheid van
de leerlingen gemak boven kennis verkiezen en waarbij gehoopt wordt
dat met deze 'troef' de concurrentie de loef kan worden afgestoken,
wat dan allemaal wordt aangemoedigd met het argument, gericht aan het
onderwijzend personeel, "dat elke leerling anderhalf lesuur
waard is". (2)
Nog
minder zichtbaar is de meest grootschalige oplichting die de hele
bevolking betreft en waarbij via in de eerste plaats de politici, het
recht van de sterkste wordt gediend en waar met andere woorden de
rijken leven op kosten van de armen terwijl dit door gesofisticeerde
monetaire en subsidiaire systemen wordt voorgesteld alsof het
tegendeel het geval was.
Men
zou het hier kunnen hebben over pensioengelden die grotendeels door
de rijken worden opgeslorpt omdat die veel langer leven dan de armen
of over allerlei sanitaire voorzieningen waarvan armen geen gebruik
kunnen maken omdat de remgelden alsnog te hoog zijn, wegens
onwetendheid ook of omdat de zorg met twee snelheden werkt. Maar
beperken we ons hier tot een goed zichtbare en concrete
aangelegenheid.
Met
gemeenschapsgelden worden parken en pleinen aangelegd, groene zones
met lommerrijke dreven, bossen, weilanden, sport- en speelterreinen
en dat allemaal in zones waar alleen de rijken kunnen wonen omdat de
prijs van de bouwgronden er de pan uitrijst. Principieel of dus in
theorie zijn deze (vaak peperdure en immer door de staat onderhouden)
faciliteiten voor alle burgers toegankelijk maar in de praktijk zal
uiteraard geen enkele bewoner van een armtierig flatgebouw in de stad
het in zijn hoofd halen om dagelijks zijn ochtendwandeling te gaan
maken tien kilometer verderop in de lanen en de bossen waar de meer
begoeden hun optrekje (lees: hun villaatje of hun kasteel) hebben. Die
verplaatsing is te duur voor armelui, tijdrovend ook en dus praktisch
onmogelijk. Komt daarbij dat de vandaag als paddenstoelen uit de
grond rijzende zogenaamde 'burgerinformatienetwerken' of
'burgerwachten' weliswaar clandestien maar met de feitelijke steun
van de plaatselijke politici op een quasi legale manier het deze
wandelaars die alsnog gebruik willen maken van hun genoemde rechten,
onmogelijk maken omdat zij hen vrijwel straffeloos kunnen
stigmatiseren als 'verdachte personen'. Gezeten burgers alarmeren de
politie die in een mum van tijd arriveert en die aan de wandelaars
vraagt wat ze daar te zoeken hebben, aangezien zij daar inderdaad
niet wonen...
Het
door een meerderheid van armen betaalde maar door een kleine
minderheid van rijken genoten territorium is nog het makkelijkste
voorbeeld van deze vorm van oplichting. Nog minder zichtbaar immers
zijn de gemeenschappelijke faciliteiten met een abstracter karakter,
zoals allerlei infrastructuren waarvan armen geen gebruik maken omdat
zij er vanwege hun armoedige toestand niet eens voor in aanmerking
komen: universiteiten, musea, kunstzinnige happenings, bibliotheken
en nog meer dergelijke voorzieningen: zij zijn alleen louter
theoretisch voor iedereen toegankelijk; in de praktijk worden zij
betaald door de armen maar genoten door de rijken.
En
dan hebben we het nog helemaal niet gehad over ons gesofisticeerde
monetair systeem dat in staat blijkt om de ganse bevolking te foppen
zoals men een ezel fopt door hem een wortel voor de neus te hangen.
Stoute tongen beweren zelfs dat aan de trucs die hier aan de orde
zijn, zelfs meester-oplichters zoals Jean-Pierre Van Rossem niet
kunnen tippen.
(J.B.,
17 augustus 2022)
Verwijzingen:
(1) De
fragmenten zijn ontleend aan een uitgave van een bloemlezing in
Nederlandse vertaling bij Davidsfonds/Clauwaert, Leuven 1994,
getiteld: Fabels van La Fontaine. Over leven, liefde en dood,
(Bijeengelezen door Jan van den Berg),
pag. 43.
(2) Van
die frauduleuze praktijk was de auteur dezer directe getuige en
werden toentertijd door hem dienaangaande artikels in de media
verspreid.
13-08-2022
De moordmachines van de duivel
De
moordmachines van de duivel
De
duivelsverzen uit 1988 van Salman Rushdie werd in 1989 beantwoord
met een fatwa van ayatollah Khomeini van Iran en nadat 33 jaar lang
jacht werd gemaakt op de waarheidsspreker, is Salman Rushdie
gisteren, 12 augustus 2022, in New York door een 'vrome moslim'
neergestoken (- er stond nota bene drie miljoen dollar op zijn
hoofd). Dat gebeurde nadat in 1991 de vertaler van de Japanse uitgave
van het 'godslasterlijke geschrift' werd vermoord en in 1993 een
aanslag werd gepleegd op Rushdies Noorse uitgever.
Tussen
30 juni en 2 juli 1934, de zogenaamde Nacht van de Lange Messen,
vormde in nazi-Duitsland de SS doodseskaders die bij hun slachtoffers
(de top van de SA) gingen aanbellen en hen doodschoten. Op 24 mei
1940 kreeg een doodseskader van Mexicaanse communisten de opdracht
Trotski te vermoorden. Ook in de Joegoslavische oorlogen (1991-2001)
werden doodseskaders ingezet. In Guatemala, El Salvador en Haïti
waren doodseskaders aan het werk om de bevolking te intimideren - een
van de bekendste slachtoffers was Oscar Romero. En zo te zien kan een
gemeenschap van gelovigen door één woord van haar leider spoorslags
worden omgeturnd tot een doodseskader.
De
fatwa vormt als het ware een pop-up-doodseskader uit de gemeenschap
van de vrome moslims; het eskader blijft bestaan zolang de fatwa
geldt en met betrekking tot Salman Rushdie is dat levenslang. Een
fatwa bestaat niet in de katholieke kerk maar de banvloek heeft alras
een vergelijkbaar resultaat waar de scheiding van kerk en staat er
(nog) niet is: de excommunicatie uit de geloofsgemeenschap betekent
daar dan ook de totale verbanning uit de maatschappij.
Op 27
juli 1656 werd wegens ketterij de joodse banvloek of de 'cherem'
uitgesproken over de filosoof Spinoza die dan uit de Amsterdamse
gemeenschap werd verstoten. De apostel Paulus vervloekt (in zijn
Brief aan de Galaten 1:8-9) wie een ander evangelie
verkondigen dan het zijne, dat het 'Paulinische christendom' of het
katholicisme grondvest. Het Concilie van Trente (1545-1563) spreekt
over de Reformatie honderdzesentwintig keer de vervloeking uit en in
de Heidelberger van het Nederlandse Gereformeerde Christendom wordt
dan weer de katholieke leer over de H. Mis als afgoderij vervloekt.
Zowel de fatwa als de banvloek maken dat de veroordeelden levenslang
vervolgd worden. Levenslange vervolging is dan de feitelijke prijs
die wordt betaald voor het tegenspreken van een geloof of dus voor de
vrije meningsuiting welke meestal bestaat in het spreken van de
waarheid.
Geloofsgemeenschappen
zijn potentiële moordmachines en ook als oorlog dreigt zijn het de
religieuze leiders die het vrome volk naar het front jagen. Volkeren
die ten strijde trekken, roepen de hulp van de godheid in en houden
voet bij stuk dat met God aan hun zijde hen niets kan overkomen omdat
de schepper van het leven uiteraard sterker is dan de dood. De
oostfronters van toentertijd (het zogenaamde 'Vlaams Legioen') gingen
in de Tweede Wereldoorlog aan de zijde van de Duitsers aan het
oostfront tegen de communisten strijden; zij werden daartoe
opgeroepen door de clerus tijdens de preken in de heilige mis.
Slechts weinigen keerden terug. Ook in Nederland bestond er een
vrijwilligerslegioen. Vandaag kan men opnieuw vaststellen dat met
betrekking tot de oorlog in Oekraïne de orthodoxe leider Kyrill de
Russen aanspoort om Poetin te volgen terwijl hier te lande de
bisschoppen het hebben over de hoogste vorm van naastenliefde wanneer
soldaten gaan sneuvelen in de oorlog tégen de Russen. De
partijdigheid en de verdeeldheid worden mede bewerkstelligd door de
religies teneinde hun heerschappij te verzekeren.
Doordat
de oorlog niet voortdurend woedt, krijgt men de valse indruk dat de
heerschappijen van staat en kerk slechts nu en dan toeslaan, zoals
men ook verkeerdelijk kan denken dat een moord zoals die op
veekeurder Karel Van Noppen zeer uitzonderlijk is. De waarheid ziet
er echter heel anders uit: dat veekeurders niet dagelijks vermoord
worden is alleen te wijten aan het feit dat zij zich na een
gruwelijke moord gedeisd houden maar het zeggenschap van de
hormonenmaffia wordt al die tijd gecontinueerd; staat een volgende
veekeurder op zijn strepen, wat door de bestaande dreiging echter
bijzonder onwaarschijnlijk is, dan zal die binnen de kortste keren
eveneens worden omgebracht. Evenzo continueren zich de macht van
staat en de kerk: zij kunnen op elk willekeurig ogenblik van het volk
een moordmachine maken.
Wat de
religie in feite doet, komt neer op het volgende. De macht van een
religie manifesteert zich daar waar zij in staat blijkt om aan haar
gelovigen te verbieden om te zeggen dat de som van twee en twee
gelijk is aan vier. Houden zekere burgers zich niet aan dit verbod,
dan blijkt een religie in staat om vrome gelovigen tegen deze
ongelovigen op te zetten en wel in die mate dat zij hen doden. Het
weze herhaald dat de doodsdreiging welke uitgaat van religies
voortdurend aanhoudt. Deze dreiging is zeer reëel doch onzichtbaar
omdat zij zich pas hoeft te manifesteren waar de ongelovigen in
opstand komen.
De
aanslag op Salman Rushdie is geen eenmalige gebeurtenis, het is
daarentegen de manifestatie van de dreiging onder welke de
waarheidsschrijver op elke seconde van zijn leven gebukt moet gaan en
waarvan alleen zijn dood hem kan verlossen. Deze doodsdreigingen
hangen principieel alle mensen voortdurend boven het
hoofd en zij zullen pas ophouden te bestaan nadat aan de religies als
zodanig een definitief einde werd gemaakt.
(J.B.,
13 augustus 2022)
10-08-2022
Het racisme rukt weer op - Aflevering 2: racisme en slavernij
Het
racisme rukt weer op
Aflevering
2: racisme en slavernij
Alle mensen
worden blank geboren zoals ook iedereen geboren wordt met blauwe
ogen. Eventuele verkleuringen gebeuren na enkele dagen of weken. De
genen spelen een rol maar ook de omgeving want pigmenten beschermen
de huid tegen UV-straling. Zwarten die naar koude streken trekken,
krijgen al na enkele generaties een veel blankere tint. Dat mensen in
de embryonale fase allemaal vrouwelijk zouden zijn, heeft men lange
tijd geloofd maar dat blijkt een mythe.
Etnocentrisme
is de opvatting dat de eigen cultuur superieur is aan alle andere
culturen zoals egocentrisme de idee is dat men zelf het centrum van
de wereld vormt en geocentrisme de opvatting dat alle andere
hemellichamen rond de aarde draaien. Maar wetenschappelijk onderzoek
heeft aangetoond dat de aarde rond de zon draait, dat de eigen
cultuur niet beter is omdat ze eigen is en dat er geen menselijke
rassen bestaan.
Misvattingen
hieromtrent zijn te wijten aan ongeletterdheid maar kunnen ook volgen
uit hardnekkige irrationele en derhalve volstrekt onwetenschappelijke
overtuigingen, waarvan de religieuze een flink deel uitmaken. Dat
laatste geldt ook en vooral voor de seksuele geaardheid en de
discriminatie op grond daarvan wordt eveneens ondergebracht bij
racisme.
Zo spannen
racisten het Bijbelboek Genesis voor hun kar, meer bepaald met de
zin: Man en vrouw schiep Hij hen, om de
niet-heteroseksualiteit te kunnen veroordelen. Over genetische
'tussenvormen' zegt de Bijbel uiteraard helemaal niets omdat de
genetica pas ontstond rond 1900 met de wetten van Mendel; de
inzichten inzake DNA kwamen pas goed op gang in de jaren vijftig van
de voorgaande eeuw en de inzichten inzake de intersexen dateren van
nog meer recente datum. Het hermafroditisme verkeert nog steeds in de
taboesfeer.
Een
dictator die zweert bij een letterlijke interpretatie van de Bijbel
is een hel voor de homo's maar ook democratieën kunnen ten prooi
worden aan irrationaliteit en aan haat: zoals eerder gezegd stelt een
democratie geen andere eisen aan politici dan dat zij verkozen zijn
en zij zijn derhalve te duchten als zij aan de macht komen vergezeld
van flagrante onwetendheid. De kans dat dit gebeurt neemt zienderogen
toe ingevolge de macht van het geld dat politici in het zadel helpt
en dat niet zozeer door kennis en kunde wordt verworven maar steeds
vaker door onverschrokkenheid, bedrog en misdaad. We weten allang dat
de onfortuinlijke combinatie van kapitaal en onverstand de wereld in
nood brengt door oorlog en dat zij nu ook via catastrofale
milieuschade de aarde aantast en het leven als zodanig.
Quod
non est in scriptis, non est in mundo (Wat niet in de
[Heilige] Schrift staat, bestaat ook niet in de wereld): als
in de Bijbel geen sprake is van intersexen dan bestaan die ook niet.
Het religieuze denken (tenminste als de term 'denken' hier van
toepassing kon zijn) is aan het wetenschappelijke tegengesteld: in de
religie wordt de werkelijkheid afgeleid uit de Heilige Schrift
terwijl de wetenschappen de werkelijkheid beschrijven. De wereld
heeft zich in de religie naar de Schrift te voegen, precies zoals
zich in het totalitarisme de feiten te voegen hebben naar de
opvattingen en de voorschriften van de dictator. Als Stalin beweert
dat x percent van alle burgers hem vijandig gezind zijn, dan zullen
er x percent opgepakt worden en in kampen verdwijnen (en Stalins
handlangers pakken ongeacht wie op om aan hun quota te komen). Als de
paus beweert dat er alleen maar mannen en vrouwen bestaan, dan zullen
alle mensen die zichzelf in geen van beide categorieën kunnen
onderbrengen, ofwel levenslang een obligate rol acteren, ofwel op de
een of andere manier opgeruimd worden. In Rusland zijn er geen
homo's, aldus Poetin, en als hij net zoals zijn evenknieën in
Tsjetsjenië, in Iran en in Afghanistan de doodstraf invoert voor
homofilie, dan zal men er inderdaad geen vinden. De irrationaliteit
van extreemrechts en die van het religieuze denken zijn verwanten,
zij dwingen de feiten om zich aan te passen aan hun eigen ficties die
zij voor de waarheid houden. Onze-Lieve-Vrouw is onbevlekt ontvangen,
wat betekent dat zij niet besmet is met de erfzonde welke
verantwoordelijk is voor onze sterfelijkheid, zodat zij dus
onsterfelijk is; het probleem van haar afwezigheid op aarde wordt
prompt opgelost met de leer van haar tenhemelopneming en dit feit
wordt door een jaarlijkse viering alom ter wereld ook bekrachtigd.
Wie niet mee viert en derhalve dit 'feit' ontkent, werd ook hier te
lande tot voor kort gestraft met sociale uitsluiting: broodroof of
nog erger.
Het
racisme, het etnocentrisme en de discriminatie op grond van seksuele
geaardheid worden in stand gehouden middels de genoemde
irrationaliteit eigen aan kerken en aan dictaturen die op die wijze
samenzweren; zij verschuilen zich achter krankzinnige stellingen om
even irrationele frustraties en haatgevoelens te kunnen botvieren,
wat slechts destructie kan betekenen: zij vernietigen gewoon wie niet
passen in hun kraam en Adolf Hitler bracht in vier jaar tijd zowat
zes miljoen mensen om - als hij aan de macht gebleven was, kon dat de
halve wereldbevolking worden, of negentig percent van de
wereldbevolking, zoals in het huidige plan van het soort van gekken
die menen dat de wereld overbevolkt is en die het aantal mensen
willen terugbrengen totdat het overeenstemt met wat zij zelf in hun
grootheidswaan het beste achten. Niet meer mensen dan in hun plan
voorzien. Geen andere kleuren dan blank. Uitsluitend heterofiele
exemplaren. Geen zieken en gehandicapten. Geen krankzinnigen en
derhalve ook geen wilde dansers, geen kretenslagers die zich dichters
en musici noemen of dus geen kunstenaars, alleen nog ambtenaren,
commerçanten en bedienden die netjes uitvoeren wat wordt opgedragen
- wat zeg ik? Alleen nog slaven!
(J.B.,
10 augustus 2022)
08-08-2022
Over kapitalisme, geloof en schuld (Nog een ontmoeting met Van Togenbirger)
Over
kapitalisme, geloof en schuld
(Nog
een ontmoeting met Van Togenbirger)
Wij
zagen de heer Van Togenbirger op een bankje in een park nadat
berichten gingen circuleren over kerncentrales die met simpele drones
en in een mum van tijd tot atoombommen kunnen worden herschapen.
- Mijnheer
Van Togenbirger, goedemiddag en hoe gaat het? Niet langer in het...
tehuis?
OVT: Hoe
gaat het? Neen, neen, neen, zoals u ziet: ik ben ontsnapt, haha! U
komt mij beslist iets vragen over het nucleaire gevaar, nietwaar?
- Hoe kunt
u het raden!
OVT: Doe
gerust, ik heb tijd...
- De
dreiging, beste Omsk, van een nucleaire catastrofe: is dat nu een
nieuw reëel kwaad of is er geen reden tot paniek?
OVT: Het is
waar dat kernenergie een groot probleem is maar dat is niet nieuw en
het gevaar heeft diepere oorzaken: investeerders willen die centrales
zo lang mogelijk open houden omwille van de winsten en dan wordt
berekend hoe groot de kans op lekken is en op gezondheidsschade en nu
ook de kans op aanslagen natuurlijk. En dat minpunt wordt dan
afgewogen tegen het pluspunt, de winst. Er staat met andere woorden
een prijs op een mensenleven, een mensenleven is niet langer
onbetaalbaar, de risico's worden berekend en als ze niet al te groot
worden geacht, denkt men ze te mogen of te moeten nemen.
- Niets is
zonder risico's, toch?
OVT:
Daarover gaat het niet. Het gaat erom dat sommige beslissingen, die
helemaal niet hoeven genomen te worden maar die men bijvoorbeeld
neemt onder economische druk, risico's meebrengen die er voordien
niet waren. U weet dat een risico wordt uitgedrukt in percenten, het
gaat hier om kansrekening.
-
Bijvoorbeeld?
OVT: Stel
dat je naar de kliniek moet voor een preventief onderzoek, je moet
een proef ondergaan en men informeert je dat daaraan een
sterfterisico verbonden is van één pro mille. Je kunt dan wel
geloven dat je slechts een klein risico neemt maar de betekenis van
dat cijfer is wel ontnuchterend: het zijn niet duizend mensen die elk
een verwaarloosbaar risico lopen, neen: de ware betekenis van dat
risico is dat er voor elke duizend mensen op wie men een dergelijke
proef toepast, één echte dode zal zijn.
- Ja,
inderdaad...
OVT: En als
deze mensen de proef tien keer in hun leven ondergaan, zal één van
elke honderd mensen sterven.
- Ja, dat
is zorgwekkend...
OVT: Doen
al die mensen de proef jaarlijks en dat is dan bijvoorbeeld vijftig
keer in een mensenleven, dan wil dat zeggen dat het testen van elke
twintig mensen betaald zal worden met één mensenleven. Dat zou dan
preventie heten...
- Dat is
zeker ontnuchterend...
OVT: Maar
dat is wat die cijfers betekenen. Over borstkanker weet men nu dat
preventief onderzoek, dat bestraling met röntgen vereist, de kwaal
dikwijls heeft veroorzaakt.
- Ja, dat
blijkt een feit.
OVT: Aan
dat verschrikkelijke denken in termen van percenten, als het om
mensenlevens gaat, en de daaraan inherente opvatting dat risico's
sowieso onvermijdelijk of dus noodzakelijk zijn, is men inmiddels al
gaan wennen omdat de kapitalistische economie alles in deze termen
giet: wij zijn gelijk aan ons economisch rendement, we zijn
vervangbaar en de economie staat niet langer ten dienste van de mens
maar wel andersom. Het grootste kwaad vandaag ligt daarom in de
onwetendheid die erin bestaat dat de mensen maar niet willen
begrijpen dat het kapitalisme doodt.
- Is dat
dan werkelijk zo?
OVT: Het
kapitalisme doodt omdat het de mens in dienst stelt van de economie.
Nu weet je dat de economie een werktuig is, een levensmiddel van de
mens. De mens ondergeschikt achten aan zijn werktuigen of
levensmiddelen en hem daarom daaraan opofferen, is zonder meer
krankzinnig. Het gaat hier om een geestesziekte die de mensheid
kapotmaakt. Dat is denk ik het allergrootste gevaar vandaag. Dus
principieel zijn niet de kerncentrales als zodanig gevaarlijk. Voor
een moordenaar zijn principieel alle mogelijke voorwerpen moordwapens
en neem je uit bezorgdheid alle voorwerpen uit de wereld weg, dan
doodt de moordenaar met de blote vuist.
-
Onwetendheid, zegt u?
OVT: Ik ben
geen blinde aanhanger van wat men de Verlichting noemt maar
onwetendheid op zich is een bijzonder kwaad. Waar men er iets kan aan
doen, bijvoorbeeld door het irrationele categoriek af te zweren, is
onwetendheid wraakroepend maar dikwijls kan men er niets aan doen en
ook die situatie is bijzonder frustrerend.
- Kunt u
daarvan een voorbeeld geven?
OVT: Soms
is men veroordeeld tot onwetendheid en die vorm van
onwetendheid neemt vandaag enorm toe ingevolge het groeiende
wantrouwen dat alle menselijk verkeer vergiftigt.
- Wat
bedoelt u?
OVT: Men
moet op zijn hoede zijn voor bedrog. Bedrog is inherent aan een
economie met een kapitalistisch karakter. Als het niet langer de
bedoeling is om het goede na te streven van de mensen aan wie men
iets verkoopt, dan ziet men hen alleen als middel voor de eigen
winstmaximalisatie.
- Een
concreet voorbeeld?
OVT: Ik
voel me ziek en ik raadpleeg een dokter omdat ik beter wil worden.
Maar bij voorbaat moet ik gaan incalculeren dat ik dan niet alleen
zijn patiënt zal zijn maar ook zijn klant, begrijpt u? Op zich lijkt
dat niet problematisch maar steeds vaker werken die twee elkaar tegen
en het is geen sinecure om dan in te schatten of het wel goed is om
meteen een dokter te raadplegen.
- Nog
concreter?
OVT: Stel
dat ik aan slapeloosheid lijd en ik sta op het punt om naar de dokter
te gaan. Eerst praat ik met mijn buurman die mij immers ooit vertelde
voor dezelfde kwaal een arts te hebben geraadpleegd. Ik vraag hem of
zijn probleem nu opgelost is en hij antwoordt mij dat zijn toestand
alleen maar is verergerd: hij kreeg immers pillen voorgeschreven. De
eerste week sliep hij als een roos. Hij dacht dat hij genezen was,
zei hij maar hij merkte algauw dat hij helemaal niet meer sliep als
hij geen slaappil nam. Intussen gaat hij maandelijks om een
voorschrift en is zijn dosis slaapmiddelen verdubbeld en zo ook de
dosis nevenwerkingen. Het slaapprobleem is bovendien teruggekeerd.
Hij is er dus niet beter van geworden. Alleen de verkoop van de
slaapmiddelen neemt toe, alleen de farmareuzen, die de dokter wel
moet vertrouwen, worden er beter van.
-Zeer
zeker...
OVT: Maar
stel eens dat ik geen raad kan vragen aan mijn buurman, bijvoorbeeld
omdat de kwaal niet simpel is. Kan ik elke arts zomaar vertrouwen?
Moet ik abstractie maken van het feit dat de farmareuzen op de lijst
van de meest winstgevende bedrijven de absolute nummer één zijn,
dat zij daar prat op gaan, dat iedereen kan becijferen dat zij alleen
maar geld verdienen als er zieken zijn en dat hun omzet recht
evenredig is met het aantal zieken en met de ernst en duur van de
ziekten? Met andere woorden: moet ik gewoon het feit over het hoofd
zien dat de instanties die zieken horen te genezen, financieel baat
hebben bij een toename van hun aantal? Moet ik ontkennen dat hebzucht
een van onze drijfveren is?
- Het zou
struisvogelpolitiek zijn om daarmee geen rekening te houden...
OVT:
Inderdaad. En als mijn kwaal levensbedreigend is, wordt kiezen wel
bijzonder moeilijk. Komt daarbij dat je als klant ook verplicht wordt
tot het maken van een keuze: je arts vraagt je tenslotte om zelf te
beslissen of je een of andere behandeling al dan niet wil, en hij
doet dat als er risico's aan verbonden zijn, ziet u: men weet met de
verantwoordelijkheid geen blijf omdat er geld mee gemoeid is vanwege
de verzekeringsinstanties. Ziet u: de schuld belandt in de schoenen
van de zwakste.
- Dat lijkt
inderdaad het geval.
OVT: Maar
dat maakt dat je dus twee keer onwetend bent: een eerste keer omdat
je geen arts bent, laat staan een specialist en een tweede keer omdat
je niet kunt inschatten hoe groot de kans is op bedrog. Je mag dan
nog heel terecht je huisarts vertrouwen: die moet op zijn beurt wel
vertrouwen hebben in het hele systeem: de specialisten, de klinieken,
de farmacie. Anderzijds kan niemand ontkennen dat dit systeem als
zodanig onmisbaar is geworden...
- Als ik
het goed begrijp, bestaat onwetendheid dus in twee vormen. Enerzijds
kun je bijvoorbeeld als patiënt onwetend zijn omtrent de juiste
geneeskundige behandeling maar anderzijds is het ook een vorm van
onwetendheid wanneer je je moet afvragen of je de geneeskunde wel
kunt vertrouwen?
OVT: Het is
verstandig om je onwetendheid te erkennen maar paradoxaal genoeg
brengt uitgerekend dit verstandige inzicht je in nauwe schoentjes: je
moet je vertrouwen schenken aan een instituut waarover in de jongste
decennia menig geleerde heeft moeten concluderen dat het
onbetrouwbaar is geworden. Zoals gezegd, als gevolg van een
kapitalistische economie.
- Akelig,
inderdaad.
OVT: Een
mogelijkerwijze nog groter euvel van de kapitalistische economie,
alvast in psychologisch opzicht, is dat zij ertoe neigt om de schuld
voor haar tekorten, en die zijn niet gering, in de schoenen te
schuiven, van haar slachtoffers. En zij ligt zodoende in het
verlengde van de natuurwet, thestruggle for life, het
recht van de sterkste, waar kracht of macht het hoogste goed is en
zwakheid een kwaad. Een moraal die de natuur tot voorbeeld stelt en
die het goed acht om de natuur een handje te helpen, is fascistisch:
Hitler deed dat toen hij besloot om de zwaksten uit te roeien in
concentratiekampen.
- Ik zie
niet goed in hoe slachtoffers kunnen worden opgezadeld met schuld...
OVT: Een op
concurrentie gebaseerde samenleving beloont wie goed presteren maar
beschuldigt en straft wie er niet in slagen om met anderen te
wedijveren. Winnaars ontvangen veel loon, zij worden beloond omdat
zij beschouwd worden als helden, hun naam prijkt bovenaan in de
lijsten van de allerrijksten, zij zijn kampioenen. Maar wie arm
blijven, worden niet alleen beschouwd als verliezers maar tevens als
schuldigen omdat hun prestaties uitblijven en zij derhalve beschouwd
worden als een last voor alle anderen. Nota bene: het begrip
'prestatie' wordt hier overigens verengd tot louter financiële
prestatie, tot winst dus, zodat uitgerekend de drugsdealer zichzelf
mag beschouwen als een van de grootste weldoeners, hij maakt immers
veel winst en een hard werkende huismoeder blijft onbetaald. In het
Derde Rijk hingen grote affiches in de straten met daarop een zieke
in een rolstoel geflankeerd door een arts, met de bijhorende
ophitsende tekst: 60.000 Mark kost deze zieke jaarlijks aan de
staat en het is uw geld, volksgenoten! Vandaag
is dit fascisme teruggekeerd en blokken grote kranten hier te lande
dat de hoge kosten voor de ziekenzorg schade toebrengen aan onze
economie! De heilige economie wordt ondermijnd en de schuldigen zijn
de zieken, begrijpt u? De mens in dienst van het geld in plaats van
andersom. Als u het mij vraagt, schuilt daarin het grootste kwaad.
De
kerk doet wat betreft dit kwaad haar duit in het zakje waar zij het
schuldcomplex van de zwaksten alleen maar voedt door het kwaad
systematisch aan vermeende zonden toe te schrijven. En zij doet dat
om de werkelijke oorzaken van het kwaad buiten schot te houden. De
werkelijke oorzaken zijn vaak gelegen in het blinde noodlot maar nog
veel vaker in uitbuiting. Wat betreft dat laatste: de kerk houdt de
uitbuiters een hand boven het hoofd omdat zij een handlanger van de
machthebbers is.
-
Is dat zo?
OVT:
Dat is historisch het
geval: de keizer heeft reeds in zijn beginjaren het christendom tot
staatsgodsdienst verklaard in ruil voor wederdiensten: de twee zijn
sindsdien twee handen op een en dezelfde buik en wel in die mate dat
ook hier te lande alle clerici staatsweddes trekken: zij worden
betaald met belastinggelden en verkeren aldus in het onvermogen om
kritiek te uiten op de staat waarvan wij niet kunnen ontkennen dat
alvast haar economische motor aangedreven wordt door iets dat niet
bepaald christelijk is, zoals u weet, met name de hebzucht. Als
puntje bij paaltje komt, komt loontje om zijn boontje en jagen de
zogenaamde herders prompt hun kudde naar het front!
-
Dankuwel, Omsk Van Togenbirger.
OVT:
Zonder dank. En over het noodlot hebben we het misschien een volgende
keer.
-
Afgesproken!
(J.B., 8
augustus 2022)
06-08-2022
Het racisme rukt weer op
Het
racisme rukt weer op
De
inmiddels meer dan driehonderd erkende hondenrassen werden bekomen
door honden selectief op kenmerken te fokken. Er bestaan ongeveer
evenveel paardenrassen en er zijn een tachtigtal kattenrassen.
Echter, volgens de hedendaagse wetenschappelijke inzichten bestaan er
helemaal geen 'menselijke rassen' binnen de soort van de homo
sapiens:de
drierassenleer waarin gesteld wordt dat het blanke ras superieur is
aan het negroïde en aan het Aziatische is negentiende-eeuws en van
de hand van Arthur de Gobineau (1816-1882) en de vijfrassentheorie
van 'schedelmeter' Johann Friedrich Blumenbach (1752-1840) is
achttiende-eeuws.
Niemand
echter kan verhinderen dat politici met die volstrekte onzin
uitpakken omdat in een democratie aan politici nu eenmaal geen andere
eisen gesteld worden dan dat zij verkozen zijn. Ook
negentiende-eeuwse Russische keizers en Europese kolonisatoren
zwaaiden gretig met racistische pseudowetenschap die hun immers
toeliet om anderen aan zich te onderwerpen en dikwijls kregen zij ook
nog de steun van de kerk: Afrikanen
werden door de blanke kolonisatoren beschouwd als mensen zonder ziel;
vanuit christelijk oogpunt mochten zij derhalve veroordeeld worden
tot de slavernij.
Verwijzend
naar Blumenbach die meende dat de mens in de Kaukasus ontstaan was en
die de Kaukasiërs ook de mooiste mensen vond, beschouwden de nazi's
de mensen uit de Kaukasus als superieur. Zo geacht minderwaardige
rassen dienden uitgeroeid te worden en in de holocaust werden dan ook
zes miljoen 'Lebensunwertigen' omgebracht; het superieure ras
daarentegen werd gekweekt, met name in Hitler's 'Lebensborn' -
Gobineau had immers bedacht dat rassenvermenging de mens zou doen
degenereren.
Het
zuivere ras, de stamboom, de afkomst, het nationalisme, blauw bloed:
het zijn allemaal excuses waarmee figuren die helemaal niets te
betekenen of te bieden hebben - snobs en parvenu's - zich alsnog naar
het voorplan pogen te werken. Bij uitstek lui zonder verdiensten
beroepen zich op zaken zoals afkomst en ras in hun pogingen om
degenen de loef af te steken die zich daarop niet (kunnen of willen)
beroepen. Zwaaien met afkomst en ras is even gemeen als
kwaadsprekerij omdat de twee handelwijzen te herleiden zijn tot
zelfverheerlijking middels de onterechte vernedering van anderen.
Dat
politici het ook vandaag nog doen - uitpakken met ras - zegt in de
eerste plaats iets over het bedenkelijke niveau van deze intrieste
figuren: nooit voorheen in de cultuurgeschiedenis was de combinatie
van enerzijds rijkdom en macht en anderzijds onverstand dermate
zorgwekkend als in het huidige door het klimaat van het kapitalisme
getekende tijdperk. Opportunisme en vriendjespolitiek alom hebben de
onbekwaamheid aan de macht gebracht. De onbekwaamheid is het nieuwe
normaal geworden en voortaan worden de wetenschappelijkheid en het
recht door het narrenkorps naar de verdomhoek verwezen alwaar ze een
stille dood sterven ingevolge een letale kwaal die op het mensdom
weegt, zijnde de algemene onverschilligheid.
En
zo bestaat het dat een Europees staatshoofd vandaag, geruggensteund
door de immer schaamteloze kerken, nazistische en racistische praat
uitslaat welke aanmeert als een succesvolle boodschap in godbetert de
zogenaamde Nieuwe Wereld: de extreemrechtse Victor Orban, goede
leerling van de christelijke neonazibende in de abdij van Trisulti,
welke zichzelf beschouwt als een leger van 'gladiatoren voor het
christendom', krijgt gehoor bij de kapitalisten van Texas die heersen
over talloze jaknikkers waaraan zij hun macht danken. Het gepredikte
nationalisme en het racisme zijn vormen van snobistisch elitarisme.
Een
bijzonder gevaarlijke vorm van elitarisme explodeert vandaag in de
bijzonder groteske plannen van zekere burgemeesters en andere
vermeende 'volksvertegenwoordigers' die lijden aan de hoger
geschetste kwaal welke macht combineert met onverstand en dat uit
zich nu ook in de constructie van zogenaamde BIN's of
'burgerinformatienetwerken': formaties van gefrustreerde onwetende en
onbekwame vrijwilligers die zich onder de dekmantel van beschermers
van de veiligheid straffeloos willen kunnen afreageren op allerlei
door henzelf te creëren categorieën van zondebokken waardoor de
zwakkeren in de samenleving met quasi legale middelen kunnen worden
verdrukt en uitgerangeerd zonder hoop op rechtspraak.
De
betrokken politici gaan prat op deze BIN's welke doen denken aan de
schrijnende toestanden in het Roemenië van Nicolae
Ceaușescu waar
drieëndertig jaar na de dood van deze gruwelijke dictator de
paranoia quasi onverminderd rondwaart, het alle menselijk verkeer
blokkerende wantrouwen in het zog van het nazisme, het stalinisme en
het totalitarisme als zodanig. Voor de ongeletterden, die immers
allerminst uitgesloten worden van inspraak en macht, hebben sociale
analisten zoals Aldous Huxley en George Orwell vruchteloos geleefd en
gewerkt en de leeghoofden komen prompt weg met een niet te harden
gedoe wars van geschiedenis, cultuur, wet en recht, dat de benaming
van leiderschap opeist.
Onder
de titel Mee
een oogje in het zeil houden en
met de slogan samen
zorgen we voor veiligheid publiceert
een controlefreak met burgemeesterssjerp in zijn door de burgers
betaalde gedrukte periodiek zijn enthousiasme voor de herscholing van
zijn onderdanen tot argusogen van zijn politiekorps: Het
is belangrijk dat, als mensen verdachte handelingen of gedragingen
vaststellen, ze meteen de politie verwittigen via het nummer 112.,
zo
schrijft hij:
We roepen burgers op om zich mee te engageren in het
buurtinformatienetwerk. Wie lid wenst te worden, kan een mail sturen
( ). Op die manier is bijna het hele grondgebied van onze gemeente
voorzien van een BIN, want ook het BIN Schellebelle, Billegem en De
Gilde (Wichelen) bestaan al geruime tijd.
(1)
Wel,
wie begaan zijn met het lot van de inwoners van deze boom- en
rozenkwekersgemeente kunnen misschien beginnen met het verwittigen
van de politie via het nummer 112 van de dagelijkse ongeremde
sproei-activiteiten die zich uitstekken over bijna het hele
grondgebied van de gemeente: sproei-activiteiten met zware vergiften
waaraan alle inwoners, de uiterst gevoelige kinderen incluis,
achteloos worden blootgesteld, dag na dag en jaar in jaar uit, en ten
gevolge waarvan zij steeds vaker kankers ontwikkelen en overlijden
nog vooraleer zij de leeftijd van de volwassenheid hebben bereikt.
Kennelijk gebeurt dit zonder dat ook maar iemand het nodig acht om
het kwaad aan te klagen bij de politieke verantwoordelijken. Men
heeft de mond vol over maffioso die de feitelijke regering uitmaken
in Mexico, Colombia of Rusland maar in de eigen straat wordt prompt
de andere kant opgekeken als nevelen van vergif over de akkers
drijven. Winst als excuus voor de dodenakkers, applaus voor de daders
die paraderen met villa's en met dure wagens en ter gelegenheid van
de verkiezingen een stem voor de politici die mee-eten van de koek.
Criminelen
vertrouwen zich op de omerta. Zij hebben daartoe alle redenen want de
straffen van de wetgever kunnen niet tippen aan hun eigen laffe
revanches. Talloze jonge mensen worden verkracht, alleen de
enkelingen die verzet bieden, hoeven vermoord te worden en zo lijkt
de misdaad een uitzonderingstoestand. Veekeurder Karel Van Noppen
werd koelbloedig omgebracht omdat hij gewetensvol zijn job deed en
weigerde om het gebruik van ziekmakende verboden hormonen over het
hoofd te zien: bijna dertig jaar later vertellen ons de opgeblazen runderen
in de wei dat de criminele hormonenmaffia onverminderd de plak
zwaait.
De
onverschilligheid is een nog groter kwaad dan de massamoord: dat zijn
de woorden van Primo Levi die de holocaust overleefde maar de
onverschilligheid houdt aan ten koste van talloze vaak jonge
mensenlevens. We roepen de burgers op om zich mee te engageren en als
zij vaststellen dat tractoren gewapend met uitgestrekte
sproeifonteinen tonnen vergift over onze akkers verspreiden,
onmiddellijk de politie te verwittigen via het nummer 112.
(Jan
Bauwens, 6 augustus 2022)
Verwijzingen:
(1)
Kenneth Taylor (v.u.), De warmste gazette d.d. 3 augustus 2022,
pag. 2.
04-08-2022
Taiwan
Taiwan
artikel d.d. 23 maart 2018.
Citaat:
"En als het mogelijk bleek voor de Russen om quasi zonder enige westerse tegenstand de Krim te heroveren vlakbij de Europese grens, hoe zou het dan onmogelijk zijn voor de Chinezen om hun naburige voormalige provincie opnieuw in te palmen, te meer daar zij zo veraf ligt van het westen? Xi Jinping sprak zich enkele dagen geleden daarover uit in niet mis te verstane bewoordingen. De kwestie is alleen dat het Westen de Taiwanezen waarschijnlijk niet zomaar aan hun lot zal overlaten en dat betekent oorlog."
Het volledige artikel staat hier onder:
Taiwan
Altijd onvoorspelbaar zo is de toekomst. En ook nu alle ogen gericht zijn op Rusland dat massaal troepen naar zijn grenzen met Europa stuurt of op de V.S. in twist met Noord-Korea of op Israël en de Palestijnen: na de oorlogszuchtige uitspraken van de Chinese leider Xi Jinping, blijkt plotseling het lot van de wereld af te zullen hangen van dat van het zogenaamde Eiland van Pracht, want dat is de naam die de Portugese ontdekkingsreizigers in 1583 gaven aan het huidige Taiwan dat sinds 1949 de eigenlijke Republiek China herbergt, afgescheiden van het vasteland dat, toen ingepalmd door de communisten, aangeduid wordt als de Volksrepubliek China. Taiwan beschouwt zichzelf als onafhankelijk van China dat in twee gespleten werd onder invloed van het Russische communisme na de Oktoberrevolutie aldaar in 1917: Mao stichtte met zijn communistische partij gesteund door de Russen de Volksrepubliek China (in 1949) terwijl de anti-communisten met hun nationalistische Republiek China (sinds 1912) en met steun van de V.S. (in 1949) naar het eiland vluchtten en zich daar vestigden als een westers gekleurde democratische partij. (1) De huidige Chinese communisten beschouwen Taiwan als een afvallige provincie en ze willen die terug, precies zoals Irak zijn voormalige provincie Koeweit terug wilde wat mislukte of zoals Rusland aanspraak maakte op de Krim die prompt door Poetin werd heroverd. En als het mogelijk bleek voor de Russen om quasi zonder enige westerse tegenstand de Krim te heroveren vlakbij de Europese grens, hoe zou het dan onmogelijk zijn voor de Chinezen om hun naburige voormalige provincie opnieuw in te palmen, te meer daar zij zo veraf ligt van het westen? Xi Jinping sprak zich enkele dagen geleden daarover uit in niet mis te verstane bewoordingen. De kwestie is alleen dat het Westen de Taiwanezen waarschijnlijk niet zomaar aan hun lot zal overlaten en dat betekent oorlog. Sinds de Oktoberrevolutie (in 1917, gevolgd door een burgeroorlog die in 1922 uitmondde in de stichting van de USSR) heeft de ganse politieke wereld zich in twee gespleten: een kapitalistisch en een communistisch deel. De kiemen van die strijd lagen in feite al bij de Franse Revolutie (in 1789-1799) of, eerder nog, bij de opstand in Engeland onder Cromwell (met de afschaffing van de monarchie in 1649, welke zich echter herstelde twee jaar na zijn dood in 1660): dit waren volksopstanden gericht tegen clerus en adel; de communistische revolutie richtte zich weliswaar tegen de Tsaren maar ook en vooral tegen de geldadel de zogenaamde kapitalisten. Het lelijke kapitalisme dat immers verregaande ongelijkheid brengt, volgt paradoxaal genoeg uit de mooie ideologie van de vrijheid die vertrekt vanuit een (al te) groot (en daarom vaak rampzalig) vertrouwen in het volk. Het communisme verwerpt die ongelijkheid maar kan dat niet doen zonder het vertrouwen in het volk op te geven en de individuele vrijheid aan banden te leggen. Het communisme biedt onderling gelijke doch verknechte enkelingen waar het kapitalisme dreigt te stranden in een rampzalige vrijheid waarvan de milieuverloedering ingevolge ongeremde concurrentie en verkwisting slechts één van de vele exponenten is. Een bijkomend en in zekere zin onvoorzien doch nu alles overschaduwend probleem is dat van de tegenstelling tussen deze twee wereldvisies. De spanningen tussen China en Taiwan weerspiegelen zich sinds 1949 op het wereldtoneel met betrekking tot de erkenning van hetzij het ene hetzij het andere China, want er moet nu eenmaal een keuze worden gemaakt door elk land dat handelsbetrekkingen wil aanknopen met een van beide. China misprijst landen die Taiwan erkennen en geeft aan dat misprijzen ook uiting door met die landen geen politieke betrekkingen aan te knopen en landen die politieke betrekkingen aanknopen met China, mogen dan weer Taiwan niet in. Zo bijvoorbeeld erkennen de VS Taiwan wél en zij hebben er een ambassade maar bijvoorbeeld België staat op goede voet met het communistische China... (J.B., 23 maart 2018) Verwijzingen: (1) Meer in detail: zie het artikel over China: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3062603 of http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3062605
Wat je
beloofd wordt, is het best denkbare, namelijk het eeuwige leven dat
voor zover je je dat kan voorstellen, alleen de goden bezitten. Het
is weliswaar geen geschenk maar een belofte. Maar je moet er wel wat
voor teruggeven en dat moet je nota bene ook effectief doen: alleen
maar de belofte van die teruggave volstaat niet.
Het gaat
hier om een heel vreemd pact: je wil wat kopen en je betaalt er ook
voor maar je wordt vervolgens wandelen gestuurd met louter de belofte
dat je het echt betaalde ook echt zal krijgen. Pruttel je tegen, dan
krijg je meteen als antwoord dat niemand je tot die koop verplicht en
dat je zelf ook wel weet dat je het niettemin doet omdat hetgeen je
wordt beloofd, het best denkbare van alle dingen is.
En de
verkoper houdt vol precies zoals de visser volhoudt die geduldig
wacht totdat hij een prooi aan de haak heeft. Geduldig en ook vol
zelfvertrouwen omdat hij weet dat de vis honger heeft. De vis zal hoe
dan ook toehappen omdat die geen andere keuze heeft als hij zijn
honger stillen wil.
Volgens
sommigen gaat het hier om een valse honger maar het te sluiten pact
is allerminst vals: het is een realiteit die zich presenteert aan
elke mens. En het gaat hier uiteraard over die bombastische stoet
volgestouwd met allerlei groteske irrationaliteiten en aangevoerd
door het bonte kraam van de religies.
Het pact
dat Faust sluit met de duivel, kennen we maar dit is een
gelijkaardige zaak, ofschoon een beetje anders. Faust ruilt het
succesvolle leven dat de duivel hem belooft voor zijn eigen ziel. De
duivel echter komt zijn belofte na en hij doet dat uiteraard omdat de
verkochte ziel al in zijn bezit is - de duivel hoeft alleen te
wachten op Faust zijn levenseinde dat er sowieso komt omdat het al
een feit is: Faust behoort tot het mensenras dat zich met de erfzonde
de sterfelijkheid heeft op de hals gehaald - de dood is onafwendbaar.
Maar voor de belofte gedaan door een religie staat niets of niemand
borg: wat anders kon pausen en bisschoppen beletten om ons te
beliegen dan de hellestraffen die zij zelf verzinnen?
Uit
de tijd zijn ze, die opera's der dynastieën, de verkleedpartijen van
de clerus met de mijters en de scepters, de hax
pax max deus adimax (alias:
dehocus-pocus)
van het Vaticaan en als ze er niet meer zullen in slagen het
exuberante bedrog te camoufleren, straks ook de sector van de
farmacie en die der witte schorten. Waar rook is, is vuur en waar
geld is, is bedrog. Hoe doen ze het, om na de afslachting van zowat
de halve wereld gedurende twintig eeuwen, met een gedoe dat op
excuses moet gelijken opnieuw in het gevlei te komen bij de massa?
Zij rekenen gewis precies zoals voorheen op het gigantische
onverstand waarvan zij tenslotte leven, rijk worden en waardoor zij
heersen. Een mensenleven is door de band te kort om erachter te
kunnen komen met wie men dan te doen heeft als men geconfronteerd
wordt met die met goud gedrapeerde reuzen die zich met toverformules
in dode talen een laan banen door het verstomde volk dat bij hun
passage prompt een knieval doet.
Twee
handen op één buik, zo gaan ze te werk, de staat en de kerk, alvast
volgens de ketters die oorspronkelijk katharen waren. Het volk dat
wordt gepluimd door graven en baronnen en in deze dagen kennelijk
door drugsbaronnen, heeft zijn ellende volgens kardinalen,
bisschoppen en pausen niet aan uitbuiting te wijten doch aan eigen
zonden. Mea culpa, zegt de massa, van de wijs gebracht door al dat
goud en die bombarie, en de slavernij gaat lustig door. Twijfelen aan
de woorden van de hoogdravende zotskappen doet men niet want dan
verliest men immers meteen het in het pact beloofde en wie deinst
daar niet voor terug?
Het
kastensysteem in India garandeert de continuering van de ongelijkheid
en de macht van de heersende kaste: de onaanraakbaren zijn wat zij
zijn door eigen karma of fouten en derhalve treft niemand schuld voor
de situatie van een ander. Het hindoeïsme helpt aldus het recht van
de sterkte, de volstrekte rechteloosheid of de dictatuur te
bestendigen. De slavernij van de slaaf is er door het geweld van zijn
uitbuiter maar de religie snoert de mond van de gedupeerde en belaadt
prompt het slachtoffer met de schuld. Precies omdat de mensen
geloven, geloven ze ook dat ze schuldig zijn en zij durven niet te
twijfelen omdat zij, het pact indachtig, de hoop willen behouden op
het beloofde goed waarvoor zij met hun geloof betalen. Vele goden,
vele religies, variaties op hetzelfde thema.
Het
pact is gemeen, het volk wordt voor de gek gehouden, de hoop is ijdel
maar kennelijk is het onverstand verblindend genoeg om dat alles te
laten voortduren tot in de eeuwigheid: niet omdat mensen nooit tot
inzicht zouden komen maar omdat zij sterfelijk zijn en hen derhalve
telkenmale pas als bejaarden de schellen van de ogen vallen. Dan
komen nieuwe generaties, zo blind als de voorgaande. Als u hier
eventjes wilt tekenen?
(J.B.,
28 juli 2022)
22-07-2022
Het pensioengeld en de Moloch
Het
pensioengeld en de Moloch
Afrikanen
werken om te leven en hun tijdschema volgt de reële fysieke noden
maar sinds het tijdperk dat door Charlie Chaplin wordt bestempeld als
'Modern Times' werd dat allemaal op zijn kop gezet en wel in die mate
dat zelfs de werking van onze blaas, maag en darmen zich dient te
schikken naar het door elke arbeider te volgen schema: plaspauze om
tien uur, schafttijd van twaalf tot kwart na twaalf en na het
afklokken om vijf uur mag de vermoeidheid toeslaan - hoe je
thuisgeraakt is niet meer de verantwoordelijkheid van je baas, je
bent overigens perfect vervangbaar.
De heilige
Augustinus van Hippo was een groot filosoof en het behoort tot een
van zijn briljantste inzichten dat er een fundamenteel onderscheid
bestaat tussen enerzijds dingen die door ons gefabriceerd zijn en
anderzijds dingen die geschapen zijn of gegroeid: de boom die
voortkomt uit een zaadje en de vogel hoog in de lucht zijn van een
heel andere orde dan de verlichtingspaal en het vliegtuig. De mens is
van een heel andere orde dan de robot en mensen analyseren en
beschrijven zoals men een robot analyseert en beschrijft, is de
gigantische vergissing van het zogenaamde micro-reductionisme die
nochtans heel wat bekende 'wetenschappers' in zijn greep houdt.
De illusie
dat mensen maakbaar zouden zijn en 'verbeterbaar' zoals ook computers
dat zijn, is een onverstand dat de mensheid aantast in haar diepste
kern en aan de grondslag van dit euvel ligt het zogenaamde
darwinisme: het geloof dat de evolutie van het leven ook anders had
kunnen verlopen en dat bijgevolg 'wetenschappelijk onderbouwde'
menselijke ingrepen daarin, niet alleen verantwoord zijn maar tevens
wenselijk. Zelfs als men zou stellen dit waar was, dan zou dit door
toedoen van de regerende kapitalistische economie resulteren in de
productie van allerlei machinemensen of slaven: mensen quasi zonder
eigen hoofd die zich door anderen laten besturen maar die wel
beschikken over alle andere gesofisticeerde vermogens van de
menselijke fysiek. Nu reeds worden bijvoorbeeld dolfijnen militair
ingezet om explosieven snel en doeltreffend naar vijandelijke plekken
te transporteren - uiteraard voor eenmalig gebruik.
Kijkt men
echter goed om zich heen, dan kan men vaststellen dat nu reeds mensen
met een eigen hoofd alleen nog te vinden zijn in wat men 'primitieve
gemeenschappen' noemt, zoals de vergeten stammen in het Amazonewoud.
Van alle 'beschaafde' (lees: 'geteleviseerde') volkeren hebben de
mensen een hoofd dat allang niet meer functioneert als eigen
denkkracht maar dat alleen nog dienst doet om gevuld te worden met de
imperatieven van wie hen (- ons dus) overheersen: onze gedachten
worden ons ingelepeld tijdens onze eerste levenshelft (want zoveel
tijd neemt deze gesofisticeerde conditionering in beslag) in het
proces van de zogenaamde 'opvoeding' en levenslang via de zogenaamde
informatiekanalen zoals de media zichzelf misleidend bestempelen en
langs nog een aantal sluikwegen die wij niet meteen kunnen ontdekken
omdat zij dermate verfijnd zijn dat ze ons petje te boven gaan. Met
de stok van sociale uitsluiting achter de deur, zorgt sociale
controle ervoor dat de greep van de macht op de massa reeds dermate
gevorderd is dat technologische hoogstandjes zoals de implantaten
waarvan niet alleen meer in de sciencefiction sprake is, daar
eigenlijk niet veel meer kunnen aan toevoegen.
Het is een
enorm misverstand dat implantaten, genetische manipulatie en nog meer
van die zaken aan het menselijke vermogen verbeteringen zouden
aanbrengen: zij kunnen ons functioneren alleen veranderen door
toedoen van het inbouwen van allerlei 'listen' gedirigeerd door
derden met het oog op onze instrumentalisering. Vandaag gaat het
voorlopig nog grotendeels via de oude weg. Neem nu de pensioenen: wat
is de bedoeling van deze heisa?
Enkele
jaren geleden werden de (verzwegen) Amerikaanse kernkoppen in
Kleine-Brogel vernieuwd met Belgisch geld. Van nog recentere datum is
de Belgische aankoop van Amerikaanse gevechtsvliegtuigen waarmee de
regering ons in de schuld stak voor nog verschillende decennia. Dat
er bespaard moet worden, zal derhalve niemand meer verwonderen en
waar er precies bespaard zal worden, is ook niet langer een geheim:
zoals altijd zullen de grootste lasten terechtkomen op de schouders
van de zwaksten. Zieken- en gehandicaptenzorg, mentaal welzijn en
opvoeding kregen het al hard te verduren en ook de wegens hun hogere
leeftijd 'nutteloze' burgers delen in de klappen. Er zijn er die
zeggen dat de pandemie een poging is geweest om de 'dure oudjes' te
laten verdwijnen maar die bleken hoe dan ook taaier dan verwacht en
hier te lande kon er op amper twintigduizend pensioentrekkenden
worden bespaard. Plan B zou er dan in bestaan dat de pensioenen
gewoon worden opgeschort want wie zei ook weer dat de staat geen
liefdadigheidsinstelling is?
Die
opschorting gebeurt op zijn zachtst gezegd nogal doorzichtig, men
doet zelfs geen moeite om het groteske bedrog wat te camoufleren.
Vooreerst zullen de grootverdieners en de bezetters van de best
betaalde banen worden gespaard: ofschoon het systeem waarbij werk
gelijkgesteld wordt met inkomen ervoor gezorgd heeft dat zij de
enigen zijn die geld opzij hebben kunnen zetten voor hun oude dag,
zal aan hun pensioen niet worden geraakt en kunnen zij bovendien
onbeperkt blijven bijverdienen. Degenen echter die op de arbeidsmarkt
niet of nauwelijks aan de bak kwamen omdat zij eruit gerangeerd
werden door de genoemde, meer agressieve elementen, konden derhalve
helemaal niets opzij leggen: men zou verwachten dat voor hen een
inkomen voorzien werd om de harde winter van het leven door te kunnen
komen maar niets blijkt minder waar: wie geen loon ontvingen voor hun
vijfenzestigste, zullen ook na die leeftijd in de kou blijven staan.
Op de vraag
wie de ouderlingen zonder pensioen dan in leven zullen houden, luidt
prompt het antwoord dat zij niet langer verplicht zullen worden om
verder te leven en reeds werd de uitweg van de euthanasie voorbereid
door zelfverklaarde 'topartsen' die zich in dezer 'pioniers' noemen.
En verder zal uiteraard alles verglijden naar de wantoestanden van de
feitelijke bedelarij in het zog van het Amerikaanse neokapitalisme
dat om die reden het middeleeuwse pakt met de (overigens onderling
sterk verdeelde) religies herwaardeert. Dat komt dan hier op neer dat
oudjes zonder pensioen steuntrekkers worden bij de OCMW die op haar
beurt de centen zal moeten halen bij de families van de behoeftigen.
Aanpassingen van alle wetten ter zake hebben er al voor gezorgd dat
via de life-pass en dergelijke verklaringen meer met betrekking tot
het levenseinde, zich volstrekt wettelijk een genocide vanjewelste
zal kunnen voltrekken, wat dan de redding zal zijn van de huidige
economie. En voor het restant van de hulpbehoevenden die dan
vermoedelijk nog zeer talrijk zullen zijn, zijn er dus... de kerken.
Ja, wie had
dat gedacht, daar komen ze weer achter de hoek kijken, de
volksverlakkers met hun leugens over hemel en hel: zij zullen er
uiteindelijk voor zorgen dat het neoliberalisme ongestoord zijn gang
kan gaan. Rijkelui kunnen dan wat nog overschiet van hun geweten
sussen met nu en dan een gulle gift voor de armlastigen en de armen
kunnen om den brode bij de kerk terecht. Twee vliegen in één klap:
de rijken worden niet langer wettelijk verplicht om bij te dragen aan
de armenzorg en zij kunnen die bovendien aftrekbaar maken; de armen
op hun beurt zullen in functie van de bevrediging van hun
fundamentele behoeften niet langer een recht opeisen (dat hebben zij
immers niet meer!) maar zij zullen zoals tamme dieren dat doen,
voortaan om eten schooien. Exit de humaniteit; exit de beschaving;
exit de mens. En de rode loper voor de nieuwe god, de Moloch.
(J.B.,
22 juli 2022)
18-07-2022
In sneltempo verovert vandaag de onmens ook de politieke macht
In
sneltempo verovert vandaag de onmens ook de politieke macht
In
sneltempo verovert vandaag de onmens ook de politieke macht. Hij
wordt verkozen door de massa die niet nadenkt omdat die helemaal niet
denken kan. Hij haat zoals de massa haat. Hij voert uit wat de
dwingelandij van een joelende menigte hem gebiedt. Hij is de echo van
de massa, hij is de massa aan de macht. Hij is de onmens die de mens
verplettert met zijn onnadenkend geweld, zijn beestachtige emoties
die zichzelf niet kennen maar met vooral zijn haat voor alles wat ook
maar enigszins afwijkt van de standaard, de domme standaard, de
middenmoot, de replica van één en hetzelfde specimen: de zo
misleidend op een mens gelijkende figuur waarvan de hersenen uit het
hoofd werden gehaald dat dan werd opgevuld met info uit de supermarkt,
eenheidsworst, dat werd geprogrammeerd tot laffe gehoorzaamheid,
warempel met het oog op een perfecte perfide moordmachinerie.
De
paragraaf hier boven lijkt alleen maar onzin, de werkelijkheid immers
overtreft de stoutste fantasie en doet dat uiteraard vooral daar waar
de fantasie gekortwiekt wordt, waar kunstenaars worden beschouwd als
kunstjesmakers, als mee-eters die niet opbrengen, als overbodig
ballast en hun werk als onwerk, tijdverdrijf en prutserij. Edoch met
rasse schreden zet het monster zonder kop zijn logge tred voort
richting regering, wet en recht om daar alle fijne constructies,
destijds met zweet en tranen in elkaar geweven en gevezen, met de
veeg van één poot te doen verdwijnen.
Werkgelegenheidsvoorziening
is een verantwoordelijkheid van de regering, niet een van de
werknemers: werknemers zijn verantwoordelijk voor hun eigen werk,
niet voor dat van de regering. De tendens in de huidige
pensioenhervormingen gaat in de richting van de bestraffing van
uitgerekend degenen aan wie het fundamentele recht op arbeid werd
onthouden. Door arbeid als een plicht voor te stellen, wordt
verdonkeremaand dat hier een fundamenteel mensenrecht
met voeten getreden wordt. De eerste paragraaf van het artikel 23 van
de Universele
Verklaring van de Rechten
van de mens luidt: Eenieder
heeft recht op arbeid, op vrije keuze
van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op
bescherming tegen werkloosheid." (1)
De eerste paragraaf van artikel 25 luidt: "Eenieder
heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de
gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder
inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging
en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het
recht op voorziening in geval van
werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot,
ouderdom
of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van
omstandigheden onafhankelijk van zijn wil." (1)
Zowel het recht op arbeid als dat op voorziening in geval van
ouderdom dreigen met zekere uitlatingen over de huidige voorstellen
voor een pensioenhervorming ter ziele te gaan en in de plaats
komen... het recht op sociale en economische uitsluiting en het recht
op discriminatie op grond van leeftijd!
En
dan is er nog de dubbele boekhouding, de dubbele tong en de dubbele
moraal welke allemaal behoren tot de tactieken van de superbedotters:
als zij dan toch de mond vol hebben over 'effectief gewerkte jaren',
laten zij dan maar aanvangen met de bestraffing van hun
beschermelingen die in ruil voor een stem op de dag van de
verkiezingen levenslang een loon opstrijken voor een baan die niet
veel meer voorstelt dan de aan- of afwezigheid van haar bekleder in
een of ander lokaal van een gebouw behorend tot het ministerie van de
door hun corrupte stemmen aan de macht geholpen beschermers.
'Effectief gewerkt', zo klinkt het uit hun scheve kelen, maar zij
bedoelen uiteraard 'effectief beloond' want in dit tijdperk der
grofste leugens betekent 'werken, 'verloond worden' en wordt
onbetaalde slavernij gelijkgesteld met nietsen, wat uiteraard geen
recht geeft op pensioen.
Het
tart elke vorm van logica maar het is niet aan zijn prestaties - en
dat zijn de vruchten van de arbeid - dat een burger wordt beoordeeld
in functie van zijn recht op pensioen: in functie van zijn
pensioenrechten wordt een burger uitsluitend beoordeeld op zijn
beloningen. Van die beloningen wordt immers verondersteld dat zij in
evenredigheid zijn met de geleverde prestaties terwijl iedereen weet
dat veel vaker het omgekeerde het geval is: zij die het hardst
werken, en dat zijn de slaven, de mensen uit de derde en de vierde
wereld, de vluchtelingen en de illegalen voor wie geen andere keuze
rest dan zich voor een boterham te pletter te werken, uitgerekend zij
die het hardst werken houden aan hun hongerloon niets over en van een
pensioen is uiteraard geen sprake want op papier bestaan deze mensen
zelfs helemaal niet. En de slaven zijn geen uitzonderingen: zij
vormen een absolute meerderheid aangezien de westerling zijn
levensstandaard in geen geval te danken heeft aan zijn zogenaamde
hoogtechnologische cultuur waar hij prat op gaat maar wel aan het
labeur van gemiddeld veertig tot vijftig slaven per gepapiereerde (!)
burger. Onze politici geven het grif toe: als wij illegaal werk
verbieden, dan kost uw bloemkool in de supermarkt niet één maar wel
tien euro, zo verontschuldigen zij zich bij jan met de pet die het
aandurft om er een opmerking over te maken. Zelf behoren zij tot de
grootverdieners, onze politici, en de enige prestatie die van hen
verwacht wordt, bestaat erin dat zij door een meerderheid van burgers
worden verkozen. Zeg maar door de massa. De massa stemt hen naar de
macht op voorwaarde dat zij ook de wensen van de massa inwilligen en
dat zijn uiteraard onwensen. Inderdaad, in sneltempo verovert vandaag
de onmens ook de politieke macht.
De wet van
de jungle, het recht van de sterkste of de immoraliteit is
onverenigbaar met de ethiek van de naastenliefde maar het feit dat in
een oorlog misdadigers, geweldenaars en moordenaars, plotseling
'overwinnaars' kunnen gaan heten, getuigt van het bestaan van de
mogelijkheid van een verborgen schrikwekkende metamorfose van de ene
gezindheid in de andere.
Verdraagzaamheid
is onverenigbaar met onverdraagzaamheid maar de overgang van de
eerste naar de laatst genoemde moraal voltrekt zich van zodra de
onverdraagzaamheid uit de illegaliteit wordt gehaald doordat
onverdraagzame lieden erin geslaagd zijn om een gelijkgezinde aan de
macht te brengen.
Macht
bestaat waar aan mensen kan verboden worden om te beweren dat de som
van één en één gelijk is aan twee omdat macht zich met dwang
boven de waarheid plaatst middels haar zeggenschap over leven en
dood.
Het nazisme
bestond reeds jarenlang voordat Hitler aan de macht kwam: men
schaamde zich ervoor om het ook openlijk te belijden totdat de nazi's
zelf het voor het zeggen kregen en schaamte voor niets meer nodig was
omdat die ingevolge de genoemde machtswisseling niet langer kon
leiden tot schande.
De
dictatuur is altijd deze van de massa zodat ook democratieën of
meerderheidsregeringen er niet vrij van zijn en zo de rechtspraak
geschiedt in de openbaarheid, blijft ook zij in handen van de
dictator. De rechtspraak en derhalve ook de moraal, wat goed en kwaad
zal heten, wat obligaat is en wat 'not done': dat alles wordt
opgelegd met de dwang van ongeacht welke wetten en niet door een
vermeend geweten, dat immers slechts een resultante van de handhaving
van zekere wetten kan zijn.
De overgang
van samenhorigheid naar racisme wordt (pas) mogelijk waar de
geweldpleging door racisten het geweld overtreft waarmee de wetten
gehandhaafd worden die de samenhorigheid waarborgen. Het gevaar van
de oorlog bestaat derhalve niet zozeer in het geweld als zodanig maar
wel in die specifieke macht welke besloten ligt in het gebruik van
geweld, namelijk de macht om goed en kwaad te herdefiniëren. De
eerste slachtoffers van het oorlogsgeweld zijn chronologisch gezien
weliswaar mensen maar in ontologische zin sneuvelt vooreerst de
bestaande ethiek door toedoen van een nieuwe dictatuur waarbij de
potentaat zich profileert als niemand minder dan de nieuwe godheid
die zijn nieuwe 'tien geboden' oplegt. Het geloof in het objectief
bestaan van goed en kwaad gaat in elke oorlog aan het wankelen,
waardoor de waarheid als zodanig dreigt te sneuvelen en het bijzonder
moeilijk wordt om recht te spreken daar de grond van recht en orde
dan verschuift.
Bij de
aanvang van de oorlog zal elkeen Napoleon of eender welke dictator
veroordelen als een wreedaard maar waar deze massamoordenaar
uiteindelijk de titel verovert van 'overwinnaar', worden alras zijn
meest verachtelijke wandaden als heldendaden bejubeld. De sterkste is
nu eenmaal hij die in de jungle overleeft en niemand zal ontkennen
dat deze jungle vandaag alle beschavingen aantast vanuit de huidige
(wereld)economie die immers een oorlogszuchtig karakter heeft. Niet
zomaar wordt beweerd dat de oorlog het verlengstuk is van de economie
en het is daarom van het allergrootste belang dat met het oog op het
algemeen welzijn aan de bestaande economie dringende beperkingen
worden gesteld: zij blijkt de sluikweg via welke de te vrezen
metamorfose van de ene gezindheid in de andere zich voltrekt.
(J.B.,
13 juli 2022)
12-07-2022
De grens
De
grens
De wereld
is totaal veranderd. Edoch, die verandering zelf is allerminst nieuw:
het verleden was een quasi eindeloze herhaling van het soort van
transformaties die ook vandaag aan de orde zijn. En de huidige
verandering heeft niet zozeer te maken met een vermeende stormachtige
ontwikkeling van technologie, zoals al vaker beweerd wordt door hen
voor wie de geschiedenis dermate onbekend is dat zij zich blind
kijken op het onmiddellijke verleden. Deze herschikking van de
kaarten heeft veeleer te maken met de onafwendbare intrede van een
(dit keer wereldomvattende) culturele ontwikkelingsfase, (volgens
sommigen is er immers nog slechts één cultuur) namelijk de
kentering die volgt op elke bloeiperiode, zoals ook in het zog van
elke mooie zomer na de oogsttijd en de herfst, de melancholie zijn
intrede doet wanneer donkere hemelen de aarde hullen in duisternis en
in de verschrikking van de winterkou.
Uiteraard
houdt de onderhavige transformatie geen verband met de
weerwisselingen die de jaargetijden vergezellen, met de getijden in
het zog van de gang van de maan of met de golfbeweging van groei en
aftakeling die het leven tekent maar voor wie aannemen dat ook de
cultuurgeschiedenis althans voor een deel een organisch karakter
heeft, lijkt de opeenvolging van opgang en neergang geenszins een
abnormaliteit en zo lag ook de huidige ineenstorting van de
beschaving in de lijn van de verwachtingen.
Men zou nu
wel eens kunnen denken dat de neergang welke vergezeld gaat met de
opkomst van economische recessie, faillissementen, oorlog, honger,
vluchtelingenstromen en allerlei kwalen en ziekten, te wijten is aan
tekorten maar een angstwekkende paradox maakt dat het tegendeel het
geval is: de neergang van de beschaving volgt rechtstreeks uit een
teveel aan het goede. Als er al sprake is van een tekort, dan gaat
het wel om een tekort aan maat: een teveel van het goede is een groot
gebrek dat recht naar de ondergang voert. Alle tafels zijn gedekt met
de fijnste spijzen maar de eters worden ziek omdat zij zich
bezondigen aan overdaad. Auto's scheppen meer afstanden dan zij
kunnen overbruggen; voedsel berooft ons van energie waar wij toestaan
dat het ons obees en immobiel maakt; de drang naar de rust welke
verwacht wordt van steeds meer bezit, brengt slechts nieuwe lasten en
onrust. De perfecte maatschappij waarin niemand nog aan het werk is,
teert noodzakelijkerwijze op de meest onmenselijke slavernij. Wij
weten dat al het werk gedaan wordt door illegalen die zestien uur per
dag aan de slag zijn en die per twintig in garageboxen wonen, zo
zeggen onze politici, maar als wij dit niet toestaan, wordt alles
tien tot twintig keer duurder. En zo zwijgt iedereen.
Het is
eigen aan de kapitalistische economie dat zij haar gewisse ondergang
meevoert in de kiem omdat zij gedijt bij de gratie van de eeuwige
groei, terwijl de groei begrensd is: de afvalbergen kunnen niet
blijven groeien want er is ruimte te weinig; de schade aan het milieu
kan niet blijven toenemen want zij maakt steeds meer mensen ziek; de
economie van de winstmaximalisatie kan niet blijven duren omdat het
principe van zo weinig mogelijk geven en zoveel mogelijk krijgen
zichzelf alras de das omdoet en de bandeloze vrijheid met haar
concurrentiemaatschappij mondt onafwendbaar uit in monopolievorming
en dictatuur. Het is een angstwekkende paradox maar ongeremde
vrijheid leidt naar gevangenschap, de bevrediging van alle behoeften
creëert nieuwe en niet langer te bevredigen behoeften; de drang naar
absolute zekerheid voedt slechts de onwetendheid en de twijfel.
Inderdaad, alle leven leidt onherroepelijk naar de dood.
Edoch,
allerminst een blind geloof in een hemels hiernamaals kan deze
malaise een halt toe roepen: niets is makkelijker maar niets is ook
bedrieglijker dan het geloof dat ooit alles wel in orde komt. Alleen
het op de lange baan schuiven van het einde, brengt enig soelaas. Wij
moeten ons tevreden stellen met de eindigheid omdat wij schepselen
zijn en nimmer goden. Goden die de goddelijkheid beloven aan hun
schepselen, kunnen slechts producten zijn van onmogelijke wensen van
ontevreden creaturen. Indien schepselen ooit goden werden, dan konden
zij teruggaan in de tijd, zichzelf scheppen en hun eerste scheppers
overboord gooien maar zo kan de werkelijkheid niet in elkaar steken
omdat alle mogelijkheden te danken zijn aan het bestaan van
onmogelijkheden. Iemand kan zich pas verplaatsen van punt A naar punt
B als hij nu niet in punt B is; immers, was hij reeds in punt B, dan
ware een verplaatsing daarheen onmogelijk.
De
cultuurgeschiedenis is op haar eindpunt beland omdat alles wat een
begin heeft, ook een einde moet hebben: begint iets, dan staat het
als een paal boven water dat in dat begin reeds het einde besloten
ligt. Het is nu eenmaal een van de onmogelijkheden dat er dingen zijn
die beginnen en nimmer eindigen. Dat religies maar ook ideologieën
en economieën die onzin alsnog aan mensen kunnen slijten, is alleen
hieraan te wijten dat mensen in staat zijn om de wens met de wil te
verwisselen. Om iets te kunnen willen, moet men eerst weten dat dit
ook kan gerealiseerd worden. Wensen daarentegen houden met hun
realiseerbaarheid geen rekening: zij behoren tot het rijk van de
fantasie en van de dromen, dat alleen begrensd wordt door dat van de
nuchtere werkelijkheid. Al het bestaande heeft een grens nodig om
zichzelf te kunnen zijn. En aan zijn grens houdt het ook op te
bestaan.
(J.B.,
12 juli 2022)
06-07-2022
'Sympathie'
'Sympathie'
De
gijzeling die volgde op de bankoverval in Stockholm naar welke het
stockholmsyndroom genoemd werd, is intussen welhaast een halve eeuw
geleden (namelijk d.d. 1973) maar het psychologische verschijnsel dat
ermee wordt aangeduid is actueler dan ooit: gegijzelden gaan
sympathiseren met hun gijzelnemers waar die absolute macht hebben
over hun leven, waarbij de sympathie zelfs omslaat in actieve
medewerking met de criminelen en met de bestrijding van hun
tegenstanders tot lang na de fysieke bevrijding van de slachtoffers.
Onder het juk van een omerta gaan wie misdaden toedekken en
verzwijgen, degenen die ze aan het licht pogen te brengen naar het
leven staan.
Angst
blijkt het uitnemende middel waarmee mensen van hun eigen wil (en dus
van hun eigen ik) kunnen worden beroofd om dan de wil uit te voeren
van criminelen van wie zij de handlangers worden. Het verschijnsel
doet zich voor in vele gedaanten maar het gevaar wordt dikwijls
onderschat omdat het zich verschuilt achter onschuldig klinkende
benamingen zoals 'invloed' en 'belang'. Het voedt volstrekt
onpersoonlijke monsters, onder welke religies, ideologieën en
politieke partijen de meest bekende zijn.
Mensen van
wie men niets te vrezen heeft, zijn zo goed als onzichtbaar en pas
wie een mogelijk gevaar vormen voor het eigen leven, worden
opgemerkt, gevolgd, naar de mond gepraat en bejubeld, ook al richten
zij alleen maar onheil aan. Soms neemt de hypocrisie waarmee wie zich
dan misschien wel niet gegijzeld weten maar dan toch 'onder invloed'
staan, afzichtelijke vormen aan die dikwijls heel terecht als lafheid
worden gekenschetst. Het uit vermeend persoonlijk gewin quasi
kritiekloos gaan aanschurken bij potentaten waarbij de eigen
getrouwen het navenante verraad moeten dulden, wekt weerzin bij de
buitenstaanders maar kan op pervers begrip rekenen bij wie zich in
gelijkaardige opportunistische schuitjes bevinden. En het is de
ellende van deze tijd dat de wereld steeds meer geconditioneerd wordt
door invloeden, belangen, machten en angsten. De kleinen worden niet
meer apert fysiek verorberd door de groteren: zij worden tot
'bondgenoten' gemaakt, waarbij verzwegen wordt dat het gaat om
afgedwongen bondgenootschappen of dus om mentale, psychosociale,
economische inkapseling met vrijwillige toestemming van de
verorberden.
Waar oorlog
aan de orde is en het leven van velen letterlijk op het spel komt te
staan, klinken de valse noten van wie met tirannieke partijen
sympathiseren steeds luider. Selectieve verontwaardiging, vaak de
kers op de taart der ongeloofwaardigheid, maakt dat de werkelijkheid
onder flagrante leugens bedolven geheel onzichtbaar wordt. Waar
anders linkse en rechtse extremen onderling contrasteren, maakt hun
tiranniek karakter hen plotseling tot gelijken en zo bejubelen
gezaghebbende 'geleerden' in één adem communisten (de nieuwe Mao
die zich verrijkt middels kinderarbeid, strafkampen en spreekverbod)
en nationalisten (de nieuwe Napoleon die politieke tegenstanders
vergiftigt en die in het jaar 2022 prompt Europese buurlanden begint
te bombarderen alsook voor racisme veroordeelde partijen) in een
poging om de sensoren en de critici van het totalitarisme het vrije
woord te ontnemen door hen terecht te wijzen als 'decadent': onder
het juk van een omerta gaan wie misdaden toedekken en verzwijgen,
degenen die ze aan het licht pogen te brengen naar het leven staan en
zoals immer starten deze moordpartijen met ordinaire monddoodmakingen
terwijl recht wordt afgevlakt tot louter 'mainstream'.
(J.B., 6
juli 2022)
28-06-2022
Gekkenland Utopia
Gekkenland Utopia
Met
de regionalisering van het toekennen van het recht op abortus en
vervolgens met het toekennen van voorrang aan de godsdienstvrijheid
boven de vrijheid welke steunt op het belangrijkste principe van de
Franse Verlichtingsfilosoof Montesquieu (waarmee deze weerwerk wilde
bieden aan het despotisme), namelijk de scheiding van kerk en staat,
keert katholiek Amerika met rasse schreden terug naar de duisternis
van de waanzinnige middeleeuwen.
In
wezen gaat het om een zaak welke in feite de kern vormt van het
hoofdwerk van de Duits-Belgische filosoof Rudolf Boehm: de
ontevredenheid van het schepsel mens met zijn lot als oorzaak van
talloze kwalen die de moderne wereld teisteren. (1) Boehm zit hiermee
in het vaarwater van onder meer Herbert Marcuse maar de kritiek is
uiteraard veel ouder en wij kennen hem vooral van het sprookje van de
gebroeders Grimm, getiteld:Von
dem Fischer un syner Fru. Het
gaat in dezer om het spook der utopieën.
Een
ou-topos
is een niet
bestaande plaats
(3) of een utopie. Ruim vijfhonderd jaar geleden, meer bepaald in
1516, gaf de humanist Thomas More Utopia
als titel aan zijn hoofdwerk,handelend
over de ideale samenleving. Edoch, de ideale samenleving is niet
alleen onverwezenlijkbaar (zoals reeds More zelf vermoedde): waar men
haar najaagt, resulteert zij in haar tegendeel (het mythische spook
van de tegendoelmatigheid!) omdat zij de totale controle over alle
burgers vereist en geen tegenstand duldt, wat haar tot een
eenpartijstaat maakt zodat zij uitmondt in niets minder dan
totalitarisme.
Het
communisme is een welbekende utopie, de ideale staat van het nazisme
onder Hitler was een utopie, de theocratieën zoals in de
Islamitische Staat of in de katholieke keizerrijken zijn utopisch
maar ook het kapitalisme met zijn vrijemarkteconomie blijkt een
utopie. Allemaal zijn zij dwingelandijen met elk hun eigen
concentratiekampen en gevangenissen, hellen en verdoemenissen,
uitdraaiend op het tegendeel van wat zij zich hadden gewenst en
voorgewend.
Schepsels
die hun schepper naar de kroon steken, belanden in een beerput en het
weinige dat zij bezaten, verliezen zij uitgerekend omdat zij er geen
vrede konden mee nemen - wie
het kleine niet begeert, is het grote niet weerd.
De arme die nochtans genoeg heeft om te bestaan, wenst rijk te
worden, wordt daardoor te gierig om te leven en offert aldus ook het
weinige dat hij wél bezat, op aan een ijdele droom. De utopie verleidt
wie niet tevreden kunnen zijn en straft hen met het tegendeel van wat
zij najagen: zij krijgen de droom voor korte tijd doch zij verliezen
wat echt was voor immer. De legende van Faust, de droom van het
pensioen, de beloften van de wetenschappen, de sprookjes van de
godsdiensten, het ene nog gekker dan het andere.
Utopisten
met macht dwingen de massa in hun gareel, in de hoop om hun
waangedachten te kunnen realiseren. En in die wanen spelen zij
uiteraard de eerste viool, zoals de pausen die zichzelf onfeilbaar,
zalig en heilig verklaren, de kunstenaars die zichzelf verheerlijken,
de wetenschappers die zich 'top' noemen en genieën wanen, de
politici die nadat zij door de mand vielen ten aanschouwe van de
ganse wereld, maar blijven azen op macht.
In
de hoofden van deze simpele geesten zitten allerlei gedaanten van het
idée fixe,
een heuse geestesziekte welke zotreffend
werd in beeld gebracht in de satirische blijspelen van Molière
(1622-1673): de mens is volmaakt, zo liegen deze zieken zichzelf
voor, en dat hij het alsnog niét is, is slechts te wijten aan een
kleine vergissing, echter makkelijk te verhelpen middels een
eenvoudig en door hen zelf voorgeschreven recept. Dat het voorschrift
onmogelijk uitvoerbaar is, nooit tot voleindiging kan komen, iedereen
ongelukkig maakt en uiteindelijk uitdraait op waanzin, chaos,
algehele uitputting en vernietiging van de schone aarde: daar hebben
de utopisten helemaal geen oren naar want zij zijn een gevaarlijk
soort van waanzinnigen, met name: fanatici. Zij zweren bij hun
heilige geschriften die elkaar allemaal tegenspreken doch die waar
moeten zijn
omdat zij dat nu eenmaal wensen.
Man
en vrouw schiep Hij hen: het is niet zo, de natuur laat zich niet
bevelen door de wanen van 'profeten'. Er worden mensen geboren met
twee hoofden, zonder hersenen en met meer 'afwijkingen' van 'de norm'
dan men voor mogelijk kan houden maar dat is dan maar te wijten aan
onze eigen zonden of aan die van onze voorouders, de eerste mensen.
Er zijn geen homo's in Rusland, zo zegt Poetin en wij horen het ook
Hitler zeggen over zijn ideale Duitsland vol van volmaakte
supermensen en verder alle dictators uit de geschiedenis. Zij hebben
uiteraard gelijk zolang zij al degenen die niet beantwoorden aan hun
gekke maatstaven, oppakken en vergassen of anderszins onzichtbaar
maken of ombrengen, overigens samen met al degenen die deze slinkse
misdaden aan het licht pogen te brengen: zij worden in stukjes
gesneden en met een chemisch product opgelost totdat nog slechts een
beetje kalkgruis overschiet dat dan kan worden doorgespoeld in het
toilet, zodat zij niet alleen niet meer bestaan maar zodat het op de
koop toe uitschijnt dat zij ook nooit hébben bestaan. En uiteraard
zijn hun veroordelingen niet van toepassing op zichzelf want voor
zichzelf maken zij een uitzondering, Hitler was niet blond en had
geen blauwe ogen en de katholieke Amerikaanse opperrechter waarvan
hoger sprake is een hertrouwde man maar katholieken weten dat
allemaal handig te verantwoorden zoals zij ook een kerkvaderlijke
uitleg hebben om bijvoorbeeld oorlog goed te praten, het recht op
oorlog - wat zeg ik: de plicht tot oorlog. Vatte wie kan.
(J.B.,
28 juni 2022)
Verwijzingen:
(1)
Voor een beknopte uiteenzetting van Rudolf Boehms Kritiek
der grondslagen van onze tijd,
(2) zie
de paragrafen 22 tot en met 35 van het hoofdstuk Corona
en de heilige zaak
in het vijfde deel (eveneens genaamd: Corona
en de heilige zaak)
van Panopticum
Corona, pp.
946-984.
(2) Rudolf
Boehm, Kritiek
der grondslagen van onze tijd,Het
Wereldvenster,
Baarn 1977. (Oorspronkelijk: Kritik
der Grundlagen des Zeitalters (1973))
in een Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige
revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van dit werk
is beschikbaar op het internet op het volgende adres:
In
het spoor van Christoffel Columbus moordden Europese veroveraars op
het Amerikaanse continent de autochtone Indiaanse bevolking uit en
vervolgens werd het gebied bevolkt met slaven die gedurende vele
eeuwen onophoudelijk per schip vanuit Afrika werden aangevoerd om
aldaar tot de dood de thee- en katoenplantages van de imperialisten
te bevolken en ziedaar het ontstaan van de V.S.
Op
enkele van zijn eilanden na werd het land nooit aangevallen omdat het
net zoals zijn voornaamste moederland, Engeland, quasi helemaal door
zeeën omgeven is. Die bijzondere geografie zorgt dan voor een gevoel
van onaantastbaarheid en voor de navenante onverschrokkenheid en
agressie, nodig voor de onderwerping van een gigantische overzeese
wereld. Naar het model van de British Empire werden de United States
of Amerika een onaantastbaar rijk, florerend op de kap van
onderworpen gebieden en kolonies, buit gemaakt met de bijzondere
oorlogstactiek ons bekend van Julius Caesar: divide et impera -
verdeel en heers. Door tweedracht te gaan zaaien op den vreemde
en daar dan wapens te leveren aan de partij der bondgenoten, is een
nieuw wereldrijk ontstaan dat op het eigen gebied nooit een andere
oorlog te verduren kreeg dan een burgeroorlog van eigen makelij.
Rijk
werden de wapenleveranciers wel van het beproefde handeltje met
weinig risico's voor de eigen ondernemers maar met des te meer
slachtoffers in de te veroveren gebieden. En het recept werd
eindeloos herhaald in de welbekende reeks van jammerlijke,
aanslepende en bloedige conflicten waaronder: Barbarije (1801-1805 en
1815), Canada (1812-1815), China (Tweede Opiumoorlog, 1856-1860),
Spanje (1898), Filipijnen (1899-1913), W.O.I (1914-1918), Rusland
(1918), W.O.II (1940-1945), Mexico (1946-1948), Korea (1950-1953),
Laos (1953-1975), Vietnam (1955-1975), Grenada (1983), Panama
(1989-1990), Irak/Koeweit (Golfoorlog, 1990-1991), Mogadishu
(Somalië, 1993), Irak (2003-2011) en Waziristan
(Afghanistan/Pakistan, 2004).
Dezelfde
tactiek wordt vandaag andermaal toegepast voor de ogen van een wereld
die zijn geschiedenis blijkbaar vergat. Politici die tot vandaag
nooit hoorden over Transnistrië en Moldavië en professoren in de
internationale politiek juichen een Europese uitbreiding toe die
slechts zal verplichten tot een wereldwijde oorlog van zodra de
overjaarse Napoleon uit Moskou één raket afvuurt op wat hij
beschouwt als gestolen gronden met een onder invloed van westerse
propaganda overgelopen bevolking. Opnieuw zullen de Amerikanen vanuit
hun door wereldzeeën beveiligd continent supporteren voor Europeanen
die hun laatste euro uitgeven aan oorlogswapentuig geleverd door
Uncle Sam en die vervolgens andermaal reusachtige kerkhoven zullen
bevolken ten bate van de Far West alwaar dan ongestoord de
imperialistische nederzettingen kunnen doorgaan van fabrieken,
pretparken en McDonalds.
Uiteraard
moet men geen steun verlenen aan een nationalistische gefrustreerde
gek en massamoordenaar uit Moskou maar een al even groot kwaad is het
om in de val te trappen van de obligate partijdigheid, bekend van de
zozeer misleidende slagzin: "Wie niet voor mij is, is tegen
mij". De nuance en de diplomatie van het eigen continent blijken
aangetast door hetzelfde fanatisme en de oppervlakkigheid die zij
voorhouden te bestrijden. Volgens de heer Van Togenbirger die
kennelijk niet bang is om vergiftigd te worden, gaat het om een
zoveelste Amerikaans conflict uitgevochten met andermans
middelen en op andermans territorium.
(J.B., 24 juni 2022)
17-06-2022
coronavaccins en aids
coronavaccins en aids
UIT: HET GROTE INTERVIEW MET OMSK VAN TOGENBIRGER:
Olla Centesimi Aflevering 5: De utopie van de vrije markt
Olla
Centesimi
Aflevering
5: De utopie van de vrije markt
In
zijn boek over het neoliberalisme vertelt Hans Achterhuis hoe de
kredietcrisis van inmiddels een goed decennium geleden aan het licht
bracht dat de vrije markt zichzelf helemaal niet reguleert.
Atlas Shrugged van Ayn Rand over de kapitalistische utopie
toont hoe de neoliberalen totaal breken met het verleden omdat het
oergebod dat de menselijke samenleving mogelijk maakte, namelijk:
Gij zult niet begeren!, op zijn kop wordt gezet met het
invoeren van de utopie van de begeerte: de hele maatschappij is er
dan mee gediend als elkeen uitsluitend het eigenbelang nastreeft; de
onbaatzuchtigheid wordt een ondeugd en de zelfzucht wordt de deugd
bij uitstek. Kijk maar, zegt Rand, hoe het kapitalistische Amerika de
rest van de wereld moet voeden. Edoch, net zoals het communisme
blijkt ook het neoliberalisme geschraagd door een utopische
inspiratie en over utopische inspiraties weten wij dat zij het
gevaar inhouden van totalitarisme. (1)
Op
de vrije markt wordt de prijs van de waren bepaald door de vraag en
de schaarste, met andere woorden door opbod. Omdat de arbeider, als
louter aanhangsel van de machine, eveneens een waar is op de markt,
(2) wordt ook zijn waarde door dezelfde criteria bepaald. Achterhuis
verwijst in verband hiermee naar Michel Foucault en hij schrijft:
Omdat het doel van volledige werkgelegenheid tegenwoordig is
opgegeven ( ) gaan er meer en meer mensen buiten de boot vallen,
juist ten gevolge van de ongelimiteerde werking van de markt. Deze
groepen die buitenspel komen te staan in de samenleving, krijgen
steeds minder ondersteuning in hun levensonderhoud. [De solidariteit
van de klassieke verzorgingsstaat] wordt nu losgelaten. Er is nu
sprake van een absoluut minimum dat voor de uitvallers [- 'de
onrendabelen' -] wordt gegarandeerd. (3) Omdat de neoliberalen
staatsinterventie beschouwen als totalitair, zien zij uiteraard ook
de solidariteit waarop christelijk en socialistisch geïnspireerde
samenlevingen zijn geënt als een totalitair beginsel. Het ontgaat
hen kennelijk volkomen dat volgens hun maatstaven de wet van de
jungle, het recht van de sterkste of de volstrekte wetteloosheid als
enig mogelijke legitieme maatschappelijke basis overblijft maar dat
wil zeggen dat zij alle heil zien in de opheffing van de samenleving,
wat hun ideologie uiteraard volstrekt inconsistent maakt. Het
uitroepen van de volstrekte wetteloosheid tot (enige) wet betekent de
tak waarop men zit, afzagen.
Dat
samenlevingen die gebaseerd zijn op het principe van de
ongecontroleerde vrije markt geen lang leven zijn beschoren, is een
waarheid die niet alleen theoretisch wordt geschraagd maar waarvoor
de geschiedenis zelf garant staat. Bij afwezigheid van staatscontrole
en bijsturingen geraakt de markt precies omdat zij slechts door het
winstprincipe geleid wordt, de pedalen kwijt: winstmaximalisatie is
pas mogelijk als gewerkt wordt met het beginsel van 'zo weinig
mogelijk geven en zo veel mogelijk krijgen', wat op zijn beurt pas
kan mits een steeds meer gesofisticeerd en verborgen bedrog. Een
maximale prijs van de waren kan gekoppeld worden aan een minimale
kwaliteit op voorwaarde dat de kloof tussen 'schijn' en 'zijn' almaar
toeneemt.
Het
principe van de ongecontroleerde vrije markt is relatief jong in de
economisch-politieke geschiedenis en het heeft ook altijd een
bijzonder destructieve uitwerking gehad op het menselijk bestaan.
Vandaag ziet men dat aan de enorme impact van de blinde
concurrentiemaatschappij op gezondheid en milieu maar uiteindelijk
ook op de welvaart welke het neoliberalisme zo bedrieglijk in haar
vaandel voert. In het verleden is bij uitstek het kolonialisme het
schoolvoorbeeld van de vernietigende en mensonterende werking van
wilde economieën en van roekeloos en niets en niemand ontziend
winstbejag. De geschiedenis van de slavenhandel spreekt boekdelen
maar ook de histories die geresulteerd hebben in de huidige politieke
en economische patstellingen op wereldschaal laten niets aan de
verbeelding over.
Vlaamse
steden zoals Gent en Brugge worden geregeld uitgeroepen tot 's
werelds meest leefbare en gezelligste plekken. De meer dan duizend
jaar oude kathedralen en burchten welke eeuwenoude kunstschatten
herbergen die werden voortgebracht door ambachtslieden met een
ervaring waarvan de wortels omzeggens reiken tot in het
steentijdperk, zijn allerminst te danken aan kortetermijnpolitiek,
egoïsme, winstbejag en bedrog: zij zijn daarentegen de vruchten van
door verstandig beleid georganiseerde intermenselijke samenwerking
waarbij trouw, beroepseer en waardering voor wat waar, goed en schoon
is, voorop staan. Europa is rijk aan vergelijkbare biotopen en ook de
Aziatische en zelfs de Afrikaanse en Australische culturen brachten
op hun eigen wijze beschavingen voort die een aangenaam menselijk
samenleven gedurende ettelijke millennia mogelijk maakten. Totdat de
zogenaamde 'expansie' van start ging, gedreven door een alles en
allen verblindende winzucht.
Europese
'veroveraars' gingen niet alleen continenten zoals Afrika en Indië
bezetten en leegroven onder het voorwendsel van christianisering en
beschavingswerk: zij zetten ook voet aan wal in Amerika waar zij de
duizend jaar oude culturen van Azteken, Inca's en Maya's prompt
veroordeelden en wegvaagden om het terrein in te nemen en uit te
baten middels godsdienst, wapengekletter en slavernij. Het prachtige
landschap van de Indianen, door hen zo aandoenlijk bezongen in een
eveneens vernietigde poëzie van duizend talen waarvan alleen nog de
treurzang van Seattle overschiet, werd in geen tijd herschapen tot
een woestijn van jaknikkers in de tweevoudige betekenis van enerzijds
de olie-oppompers maar van anderzijds ook degenen die blinde
gehoorzaamheid bieden aan een niets ontziende maffia in ruil voor
jobs - loonslavernij. Geen kathedralen daar, geen burchten, geen
geschiedenis van literatuur, muziek en schilderkunst, alleen die
betonnen griezels van flatgebouwen die onderling lijken te
concurreren om maar de hoogste te kunnen zijn; de inhoudsloze en
leugenachtige spektakelfilms uit Hollywood, popart of gemors met verf
van Andy Warhol, het gejank van Frank Sinatra en andere
onderwereldsterren, overigens in een schril contrast met de blues van
de negerslaven die schoonheid putten uit bodemloze ellende. Daarop
entten zich later de hits van Led Zeppelin en de Rolling Stones, de
rock-'n-roll en de jazz van de 'artistieke miljardairs'...
Gent
en Brugge, maar ook cultuursteden zoals Rome, Istanboel (voorheen:
Byzantium en Constantinopel), Athene, Praag, Samarkand, Sevilla,
Lissabon, Peking en Sint-Petersburg: hun rijke geschiedenis en hun
identiteit worden bedreigd door de eenheidsworst van de
wolkenkrabbers, het gif van McDonald's en de pretjes van Walt Disney.
Dostojevski's, Rachmaninovs, Stravinsky's en Prokofievs hebben ze in
de States
pas als ze die eerst importeren, zoals ze ook doen met geleerden via
de brain
drain.
Men mag uiteraard niet overdrijven en ook mag men de schuld niet aan
de mensen geven want het gaat om een misleidend systeem ontstaan uit
na-ijver, ijdelheid, winzucht en nog andere ondeugden - of juist
deugden - samengevat in de term 'kapitalisme'. Volgens Max Weber
ontstaat kapitaal uit de combinatie van hard labeur en lustangst:
hard werken brengt rijkdom en lustangst maakt dat men zijn centen
spaart. De uitvinding van de stoommachine maakte massaproductie
mogelijk en tegen rijke fabrikanten konden ambachtslieden niet langer
concurreren zodat zij gedwongen werden om hun stiel in te ruilen voor
die van fabrieksarbeider of 'machine-aanhangsel'. En het vervolg van
dit verhaal is ons allerminst onbekend.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
12 juni 2022)
Verwijzingen:
(1)
Zie ook: Hans Achterhuis, De utopie van de vrije markt,
Lemniscaat b.v. Rotterdam, zesde druk 2012 (2010), pp. 7-34.
(2)
Karl Marx en Friedrich Engels,
Manifest der Kommunistischen Partei (Communistisch
Manifest), Brussel, 1947, in een
Nederlandse vertaling van Herman Gorter: "[De
arbeiders] zijn een waar, als ieder handelsartikel, en daardoor in
dezelfde mate aan alle wisselvalligheden van de concurrentie, aan
alle schommelingen van de markt blootgesteld." (...)
"[de arbeider] wordt niets dan een aanhangsel van de
machine."
(3)
Achterhuis, o.c., pp. 100-101.
07-06-2022
Olla Centesimi - Aflevering 4: Totalitair neoliberalisme
Olla
Centesimi
Aflevering
4: Totalitair neoliberalisme
Vaak
wordt het neoliberalisme dat de huidige westerse wereld beheerst,
beschouwd als opposant van het totalitarisme maar een totalitaire
maatschappij is niet noodzakelijk een gevolg van manipulatieve en
dictatoriale overheidsinmengingen, zij kan ook resulteren uit banaal
kapitalisme, bijvoorbeeld in de vorm van monopolievorming ingevolge
een al te vrije markt en het gevaar daarvan is duidelijk tot uiting
gekomen ter gelegenheid van de jongste pandemie waarbij
privébedrijven uit de farmaceutische sector de overheid als een ezel
voor hun kar wisten te spannen, niet alleen om hun producten te
kunnen slijten aan de voltallige wereldbevolking maar ook en vooral
om wars van rechten en wetten het mensdom als zodanig te kunnen
degraderen tot proefkonijn van nota bene volstrekt
onwetenschappelijke experimenten, waarmee dit totalitarisme het
nazisme met zijn concentratiekampen niet alleen naar de kroon heeft
gestoken maar tevens heeft overtroffen daar dit bedrog er vooralsnog
in geslaagd blijkt zich aan elke mogelijke vorm van vervolging te
onttrekken.
Een
andere resultante van dit veelkoppige monster van het neoliberalisme
is de nu aan de gang zijnde derde wereldoorlog, op touw gezet door 's
werelds grootste wapenlobby die immers de extreem nationalistische
wereldstaten, zijnde enerzijds het Rusland van Poetin en anderzijds
de V.S., op Europese bodem tegen elkaar heeft opgezet en dit met de
bedoeling om, nu het nog kan, de vooralsnog aanzienlijke financiële
reserves van de E.U. op te souperen zoals parasitaire mogendheden dat
gewoon zijn te doen, waarbij zij er wel voor zorgen dat de
slachtoffers die het gelag hoe dan ook zullen betalen, zich dankzij
onverstand, manipulatie (lees: obligate partijdigheid), desinformatie
en reclame, verkijken op absurde wij-zij-tegenstellingen. Zoals dat
ook het geval was ten tijde van de Oostfronters, jagen de katholieke
bisschoppen onder het voorwendsel van 'de hoogste vorm van
naastenliefde' de Europese jeugd naar het front om te gaan vechten
tegen de Russische nationalisten terwijl de orthodoxe patriarch de
Russische jongeren opzet tegen de westerse nationalisten (en zelf
blijven ze uiteraard thuis om daar een partijtje te zwemmen in hun
vet).
Het
neoliberalisme haalt zijn slag thuis bij de gratie van een in de hand
gewerkte kortzichtigheid die haar immers toelaat om 'ongemerkt'
alsmaar in het rood te gaan met haar commerce. De neoliberaal laat de
producent van plastics ongehinderd zijn zin doen en argumenteert dat
dit product goedkoop is en derhalve goed. Afgezien van het feit dat
die twee niks met elkaar te maken hebben, wordt in eerste instantie
geheel verdonkeremaand dat de kosten van het product achteraf komen
in de vorm van niet meer weg te werken afval, nieuwe, vaak geheel
onbehandelbare en dodelijke ziekten die vrijwel allen treffen en
onomkeerbare milieuschade die ervoor zorgt dat de blauwe planeet
alleen nog kan voortbestaan in utopische romans die de loftrompet
steken over het neoliberalisme. Plastics, kernenergie, auto's,
televisietoestellen, computers, smartphones en noem ze maar op, de
zogenaamde voertuigen en producten van de vooruitgang, zoals ze
zichzelf noemen: een gang vooruit maar dan wel in de richting van de
afgrond. Na de omslag van een sociale verzorgingsstaat naar een
veel meer door de wetten van de vrije markt geregeerde
prestatiemaatschappij (1) zoals Hans Achterhuis het intussen
twaalf jaar geleden en naar aanleiding van de kredietcrisis noemde,
zitten wij op het spoor naar nergens dat wij uiteindelijk delen met
de allereerste en geheel veronachtzaamde slachtoffers van deze
maatschappelijke jungle, onder wie: de paupers en de daklozen, de
werklozen, de drugsverslaafden, de thuislozen, de dwalenden, de
langdurig zieken en de waanzinnigen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
7 juni 2022).
Verwijzingen:
(1)
Hans Achterhuis, De utopie van de vrije markt, Lemniscaat b.v.
Rotterdam, zesde druk 2012 (2010), pag. 98.
03-06-2022
Olla Centesimi - Aflevering 3: De kiemen van de derde wereldoorlog
Olla
Centesimi
Aflevering
3: De kiemen van de derde wereldoorlog
"De
burgerlijke productie- en verkeersverhoudingen, de burgerlijke
eigendomsverhoudingen, de moderne burgerlijke maatschappij, die zulke
geweldige productie- en verkeersmiddelen te voorschijn getoverd
heeft, gelijkt op de heksenmeester die de onderaardse machten niet
meer beheersen kan die hij zelf opriep." (1)En dan komt "de
epidemie van de overproductie." (1) Aldus het Communistisch
Manifest. Wat verderop: "[De
arbeiders] zijn een waar, als ieder handelsartikel, en
daardoor in dezelfde mate aan alle wisselvalligheden van de
concurrentie, aan alle schommelingen van de markt blootgesteld."
(1)(...) "[de
arbeider] wordt niets dan een aanhangsel van de machine." (1)(...) De ambachtslui van weleer
worden loonslaven, paupers. Maar de bourgeoisie (het kapitaal) brengt
haar eigen ondergang voort.
Het
communisme is niet het spook zoals het wordt voorgesteld door de
machthebbers. In het Manifest staat letterlijk, en ik citeer: "Wij
willen deze persoonlijke toe-eigening van de arbeidsproducten, die
tot de herschepping van het onmiddellijke leven dient, volstrekt niet
afschaffen, een toe-eigening die geen overschot overlaat, dat macht
over arbeid van anderen zou kunnen geven. Wij willen alleen het
ellendige karakter van deze toe-eigening opheffen, waarin de arbeider
slechts leeft om het kapitaal te vermeerderen, slechts in zover leeft
als het belang van de heersende klasse dit vereist." (1)
De
beweging van Marx en Engels strijdt voor de arbeidersrechten maar hun
tegenstanders verwijten hen het tegendeel waar zij hen ervan
beschuldigen het privé-eigendom af te schaffen. Dit wordt in het
Manifest als volgt weerlegd: "Gij zij ontsteld dat wij het
privé-eigendom willen opheffen. Maar in uw bestaande maatschappij is
het privé-eigendom voor negen tiende van haar leden opgeheven; het
bestaat juist alleen daardoor, dat het voor negen tiende niet
bestaat.Gij verwijt ons dus dat wij een eigendom willen opheffen dat
het niet-hebben-van-eigendom van de overgrote meerderheid van de
maatschappij als noodzakelijke voorwaarde vooronderstelt."
(1) En de verduidelijking luidt: "Het communisme ontneemt
niemand de macht zich maatschappelijke producten toe te eigenen, het
ontneemt slechts de macht door deze toe-eigening arbeid van anderen
voor eigen baat te onderwerpen." (1)
Ook het verwijt dat de afschaffing van privé-eigendom luiheid zou
veroorzaken wordt weerlegd: "Als dat waar was, moest
de burgerlijke maatschappij al lang aan luiheid te gronde gegaan
zijn, want zij die in haar werken verdienen niet en zij die in
haar verdienen, werken niet." (1)
Binnen
het kapitalisme betekent beschaving overigens niets anders dan van
mensen machines te maken en het recht daarin is slechts dat van de
heersende klasse. En de opvoeding dan? "De communisten
vinden de invloed van de maatschappij op de opvoeding niet uit; zij
veranderen slechts haar karakter, zij ontrukken de opvoeding aan de
invloed van de heersende klasse." (1) Wat betreft het
vaderland: "De communisten wordt verder verweten dat zij het
vaderland, de nationaliteit, willen afschaffen. De arbeiders hebben
geen vaderland. Men kan hun niet ontnemen wat zij niet hebben."
(1)
De
geschiedenis gaat over de klassenstrijd en die gaat over uitbuiting.
De huidige politiek dient slechts het recht van de sterkste: "De
politieke macht in eigenlijke zin is de georganiseerde macht van een
klasse tot onderdrukking van een andere." (1)
Dat onrecht kan alleen maar onmogelijk gemaakt worden
door de zaken van algemeen belang in handen te geven van de
(verenigde) mensen zelf. Arbeidsplicht voor iedereen en recht op
onderwijs voor alle kinderen zijn daarvan voorbeelden. En het
Manifest stelt: "Zijn in de loop van de ontwikkeling de
klassenverschillen verdwenen en is alle productie in handen van de
geassocieerde individuen geconcentreerd, dan verliest de openbare
macht haar politiek karakter." (1)
De
aanklacht van 175 jaar geleden besluit met de strijdvaardige woorden:
"De communisten versmaden het hun overtuiging en hun
bedoelingen te verhelen. Zij verklaren openlijk dat hun doel slechts
bereikt kan worden door de gewelddadige omverwerping van iedere tot
nu toe heersende maatschappelijke orde. Dat de heersende klassen
sidderen voor een communistische revolutie! De proletariërs hebben
daarbij niets te verliezen dan hun ketenen. Zij hebben een wereld te
winnen." Het devies van de
slotzin luidt:"Proletariërs
aller landen, verenigt u!" (1)
De
communistische arbeidersbeweging kwam niet uit de lucht vallen: onder
leiding van de arts-jurist Carl
Wilhelm Theodor Schuster (die een leerling was van de Zwitserse
liberale econoom en historicus Sismondi, aan wie Marx en Engels een
flink stuk van de grondslagen van hun theorie te danken hebben) weken
in
1834 Duitse ambachtsliedenuit
naar Parijs waar zij de Ligue
der justes
(Ligue
de la justice, Bund
der Gerechten, Bond
der rechtvaardigen)
stichtten als een soort van geheim genootschap, een internationale
christelijk-communistische beweging. In 1947 fusioneerden zij met de
Communistenbond van Marx en Engels. (2) Het jaar daarop, op 22
februari, brak de februarirevolutie uit waarin de arbeiders opkwamen
voor hun rechten. Deze volgde zowat een halve eeuw op de Franse
Revolutie (1789-1799).
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
3 juni 2022)
Verwijzingen:
(1)Karl Marx en Friedrich Engels,
Manifest der Kommunistischen Partei (Communistisch
Manifest), Brussel, 1947, in een
Nederlandse vertaling van Herman Gorter.
Olla Centesimi - Aflevering 2: Het kasteninternationalisme
Olla
Centesimi
Aflevering
2: Het kasteninternationalisme
Bestaat de term nog
niet, dan bestaan alvast de praktijken die hij dekt al een
eeuwigheid. Want het devies van Karl Marx dat luidt: "Arbeiders
aller landen verenigt u", (1) was uiteraard een antwoord op
de praktijken van de hogere klassen die zich immers altijd effectief
hebben verenigd in samenzweringen tegen hun arbeiders die zij wilden
blijven uitbuiten om aldus hun exuberante levensstijl op peil te
kunnen houden. Nationalisten zijn in dit licht uiteraard naïevelingen
omdat sinds lange tijd niet langer landsgrenzen bepalen wie al dan
niet tot 'onze' groep behoren maar wel het vermogen en het inkomen,
de graad van bereidheid tot plunderen, kortom de gewetenloosheid, om
niet te spreken van de bereidheid tot slavendrijverij en feitelijk
kannibalisme.
Zij
die zweren bij het recht van de sterkste, met andere woorden degenen
die zich ophouden wars van beschaving en humaniteit en die derhalve
ageren in die duisternissen waar men de ander alsnog straffeloos
aanvalt met het mes in de rug, hebben elkaar doorheen de ganse
geschiedenis altijd al de hand boven het hoofd gehouden en één
front gevormd tegen wie zij uitbuitten. Het "spook dat door
Europa waart" (2) is niets anders dan het noodzakelijke tegengif
tegen de klasse van de uitbuiters en de aanvang van de klassenstrijd
beoogt niets minder dan de beëindiging van dit hemeltergende onrecht
en van dit bloedvergieten. Het communistisch internationalisme wordt
aldus voorafgegaan door het internationalisme van de uitbuitende
klasse waarop het een reactie is en ter gelegenheid van de zogenaamde
pandemie was het andermaal zo klaar als een klontje dat de
samenzwering die de feitelijke slavernij bestendigt, zich vormt over
de landsgrenzen heen en wars van de voorgewende en oogverblindende
vijandschappen tussen kerk en staat of tussen naties onderling: die
onenigheid blijkt helemaal niet te bestaan waar de hogere klasse
verenigd wordt door haar gemeenschappelijke misdaad van betutteling
en uitbuiting welke haar status veilig stelt. In de vertaling uit
1900 van de Nederlandse dichter Herman Gorter begint het Manifest met
de volgende woorden: "Een spook waart door Europa -
het spook van het communisme. Alle machten van het oude Europa hebben
zich tot een heilige drijfjacht tegen dit spook verbonden, de paus en
de tsaar, Metternich en Guizot, Franse radicalen en Duitse
politiemannen." (3) De vereniging van "alle machten"
tegen dit spook (dat gelijkheid en recht nastreeft) was aldus in
feite het criminele spook van oudsher tegen hetwelke de
arbeidersbeweging reageerde. Of hoe daders er telkens weer in slagen
om hun misdaden in de schoenen van hun slachtoffers te schuiven.
Het laatst genoemde (de
systematische beschuldiging van de slachtoffers of de omdraaiing van
de dader- en slachtofferrol) is vaak een huzarenstukje dat alleen tot
stand kan komen middels de genoemde samenzweringen. Het raakt kant
noch wal doch het is een feit: kapitalisten regeren dankzij onder
meer het wrede onrecht van de kinderarbeid terwijl arbeiders en hun
kroost van hen het verwijt moeten slikken van ongeletterdheid,
ziekelijkheid, maatschappelijke achterstand en verwaarlozing. Mensen
wiens kinderen creperen ingevolge het wrede lot waarin zij door hun
uitbuiters gemanoevreerd worden, krijgen vanwege de clerus, die
altijd al met de bezittende klasse der burgerlijke machten
samenzwoor, te horen dat dit wrede lot een gevolg is van hun eigen
zondigheid en de ongelukkigen zijn door de erbarmelijke toestand
waarin zij verkeren dermate van de realiteit vervreemd dat zij dit
ook nog geloven en in plaats van te protesteren tegen de schurken die
hen dit aandoen, geloven zij hun 'herders' op hun woord en doen zij
godbetert op de koop toe ook nog eens boete!
Het Manifest verhaalt de
realiteit van de klassenstrijd doorheen de hele geschiedenis tot
vandaag de dag: meesters en slaven heten nu burgerij en werkvolk. De
industriële revolutie heeft de middenstand van weleer weggevaagd en
er zijn voortaan alleen nog fabrikanten (de kapitaalkrachtigen of de
bezitters van de productiemiddelen) en de armen die moeten werken om
den brode. Deze laatsten verdienen net genoeg om in leven te blijven
en te kunnen blijven werken maar honger ontneemt hen de illusie dat
zij zich ooit aan die ellende zullen kunnen onttrekken. De zogenaamde
vooruitgang komt aldus slechts de rijken ten goede en daarvoor staan
corrupte politici garant die alleen de belangen dienen van deze
rijken over wie Marx en Engels schrijven: "De
bourgeoisie heeft alle tot nu toe eerwaardige en met vroom ontzag
beschouwde ambten van hun heilige schijn ontdaan. Zij heeft de
geneesheer, de jurist, de priester, de dichter, de man van de
wetenschap in haar betaalde loonarbeiders veranderd. De bourgeoisie
heeft van de familieverhouding haar roerend sentimentele sluier
afgerukt en haar tot een zuivere geldverhouding teruggebracht."
(3) Het trieste gevolg is dat vaklui uiteraard niet langer voorrang
zullen geven aan prestaties en aan beroepseer doch aan loon, dat
verbijsterend genoeg gelijke tred houdt met bedrog. Mensen hebben van
geneesheren dan niet langer gezondheid te verwachten, van juristen
niet langer recht, van wetenshapslui niet langer kennis en
vooruitgang: van allen hebben zij vooreerst te vrezen dat zij in het
ootje worden genomen in de genadeloze concurrentiestrijd van de vrije
markt, die overigens voortaan de enige nog resterende vrijheid is: de
vrijheid om te beduvelen geeft carte blanche aan 'wettige dieven' en
veroordeelt alle anderen tot de slavernij. De moordende en zelf ten
dode opgeschreven wereldmarkt volgt niet uit een communistisch
internationalisme doch uit de wildgroei van het kapitaal dat ofschoon
even onpersoonlijk als de duivel, een dwingeland is die alles en
allen aan zich onderwerpt.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
2 juni 2022)
01-06-2022
Olla Centesimi
Olla
Centesimi
De pot van Centiem,
aldus luidt de titel van een van de eerste lesjes uit Itinera,
een leerboek Latijn voor beginners. Het verhaal gaat over een wrek,
een Ebenezer Scrooge avant-la-lettre, die zijn geld in een aarden pot
stopt en begraaft om het niet te verliezen, wat een bijzonder
tegendoelmatige activiteit blijkt waarvoor gewaarschuwd wordt met de
befaamde parabel van de talenten want wie niet met hun talenten
woekeren, zullen die hoe dan ook verliezen en derhalve hebben zij hun
ongeluk geheel aan zichzelf te wijten daar de gaven waarvan zij
voorzien werden tot niets hebben gediend. Men kan een paard naar het
water leiden maar men kan het niet doen drinken.
Het verhaal van
Centesimus wordt bijzonder actueel in de huidige wereld en wel omdat
zich sinds korte tijd van de werkelijkheid een vervalst dubbel heeft
afgesplitst, een schaduw welke zich alsnog profileert als origineel
en verbijsterend genoeg geschiedt dit kennelijk zelfverzekerde
gebeuren helemaal niet zonder succes. Achter het masker kwijnt dan
het ware gelaat helemaal weg, achter de façade rest slechts leegte;
het leven zelf moet de duimen leggen voor louter uithangborden,
bedrieglijke beloften, dromen, wensen en verzinsels.
De diepzinnige Duitse
filosoof Martin Heidegger heeft gezegd dat de taal het huis is van
het Zijn: "Die
Sprache ist das Haus des Seins. In ihrer Behausung wohnt der Mensch.
Die Denkenden und Dichtenden sind die Wächter dieser Behausung."
(1) La
Poétique de l'Espace (2) van de Franse
dichter-filosoof Gaston Bachelard (die ook natuurkundige was) lijkt
die waarheid wel op zijn kop te zetten: niet de taal is het huis van
het zijn maar het huis is de taal van het Zijn. Via het huis met zijn
talloze kamers, kasten en schuiven, spreekt tot ons het Zijn als die
ruimte die ons herbergt.
Subjectivistische
wijsgeren lijken te geloven dat het Zijn alleen in ons bewustzijn, in
onze taal woont, alsof het ons eigenste spreken was dat het Zijn
mogelijk maakte; alsof de taal, het Woord waaruit alle dingen zijn
geworden die geworden zijn, van menselijke makelij was. Anderen laten
zien hoe het Zijn (bij Bachelard in de gedaante van de ruimte waarin
wij baden) ons eigen spreken overstijgt en ons tot spreken of tot
dichten inspireert. De ene wijsgeer acht de mens de ultieme zingever,
bijna de schepper zelf maar de andere laat het mysterie binnen en
beperkt onze rol tot die van zinontvanger. De gave komt zoals het
licht dat het zien mogelijk maakt uiteraard van buiten ons; het licht
heeft de ogen geschapen en niet andersom. De ruimte zit niet
opgesloten binnenin onze taal maar zij is de vrouw bij wie het
spreken te gast is. Het subjectivisme klinkt een beetje vals omdat
niemand aan zichzelf een geschenk kan geven zonder dat dit ophoudt
een geschenk te zijn. Maar ook het objectivisme vergist zich waar het
geen oog blijkt te hebben voor het feit dat alleen in het bewustzijn
het Zijn tot leven komt.
De perversie van de
middeldoelomkering zoals verhaald in Olla Centesimi is vandaag
de meest bekende ingevolge de heiligverklaring van de economie: het
door de mens bedachte ruilmiddel, dat zijn waarde enkel ontleent aan
afspraken welke zo verraden kunnen worden, neemt de plaats in die
toekomt aan het waardevolle doel, dat aldus wordt verkracht. Maar
niet minder gevaarlijk is de pervertering van de werkelijkheid via de
verkrachting van de taal: de taal is het huis van het Zijn en wil men
volbrengen wat de duivel beoogt en het Zijn vernietigen dan moet men
in het huis van de taal inbreken.
Vooreerst wordt de
spreker die van oudsher de taal voortbrengt, herleid tot louter
consument van door malafide krachten voorgekauwde standaardzinnen en
taal wordt tot louter informatie herleid. Die reductie verkapt in
wezen een totale conditionering: mensen worden herleid tot
circusbeesten, robots, werktuigen, dingen. De mensheid verwordt tot
louter massa nadat alle personen veranderd werden in het geheel
onpersoonlijke 'men'. En het 'men' is onbestaande, het staat voor de
passiviteit, voor de afwezigheid van het handelen, het willen, het
denken en het leven. Men doet dit en dat zus en zo, betekent: het
wordt zus en zo gedaan, of nog anders: je moet het zus en zo doen
zoals iedereen, je eigen inbreng is slechts strafbaar.
Formulieren, zoals wij
allen kunnen ervaren, frustreren mateloos en zij doen dat omdat zij
niet alleen pretenderen het menselijke denken te kunnen vervangen
maar omdat zij ons op de koop toe voorhouden het denken te verbeteren
terwijl zij het kreupel maken en uitschakelen. De persoonlijke nuance
wordt door het formulier verbannen als ware die een grove vergissing,
een zonde tegen de logica, een flagrante leugen of een weg te gommen
kleuren buiten de lijntjes. Multiple choisevragen verbieden ons om
vragen naar waarheid te beantwoorden: hij aan wie de vragen worden
gesteld, dient een keuze te maken uit een beperkt aantal door de
ondervrager voorgeschotelde antwoorden, wat in feite de verplichting
inhoudt om het eigen antwoord in te ruilen voor het antwoord van een
ander op wie men naar het eigen oordeel het beste gelijkt. De unieke
persoon moet zichzelf annuleren en vertolkt voortaan een door anderen
gecreëerd type waaraan elke eigenheid en vrijheid vreemd is en dus
ook de menselijkheid en het leven. Poëzie zal voortaan onzin zijn,
dichters zijn de nieuwe waanzinnigen en muziek onderscheidt zich niet
langer van het geraas van motoren dat, alleen maar om die nieuwe
'waarheid' te bekrachtigen, ook prompt tot kunst wordt uitgeroepen.
Door het formulier alsnog in te vullen, gaat de ondervraagde akkoord
met de vernietiging van zijn persoon: hij maakt zichzelf
ondergeschikt aan een rol die niet de zijne is maar waarvan hij niet
kan ontkennen dat hij die zodoende zelf gekozen heeft. In feite wordt
hij daartoe gedwongen door het ontbreken van elk alternatief. Het
systeem dat de formulieren uitdeelt, is nu niets anders dan het
vervalste dubbel dat zich van de werkelijkheid heeft afgesplitst, dat
de werkelijkheid bezet en monopoliseert. De schaduw doet zich voor
als het origineel en hij slaagt daarin omdat hij ons van het licht af
houdt.
Wie van de waarheid
houden, kunnen onmogelijk leven met de reductie van het leven tot een
dergelijk walgelijk spel omdat de liefde voor de waarheid ons
verbiedt te spelen met het leven. Wie naar de waarheid streven, laken
zelfs de allergeringste leugen en zij kunnen nimmer vrede nemen met
een verschijning die erg gelijkt op die van hun geliefde, met een
oordeel dat bijna helemaal correct is, met een goedheid die pas
functioneert mits een kleine winstmarge voor de uitvoerder of met een
stelling waarvan het bewijs voor 99 percent correct is.
Edoch, de vervanging van
de werkelijkheid door eender welke vervalsing, eist dat er nooit nog
iets zal zijn waarop geen speling zit. Alles wordt gelijkend aan
zichzelf maar zal nimmer met het eigen wezen samenvallen. Het schone
heeft plaats gemaakt voor het bijna-schone, het ware voor het niet
geheel onware, het goede voor datgene wat er goed uitziet, en in het
Zijn zelf zit voortaan de mot omdat het vrede moet nemen met een
bijna-zijn. Het bijna-echt-zijn van de foto, de landkaart die men op
de aarde vastplakt, het verslag van gecorrumpeerde getuigen, het
emoticon uit de grabbelton van google, de virtuele of onechte wereld.
Het bijna-echt-zijn van de onechte wereld.
Centiem heeft zijn leven
herleid tot een aarden pot vol munten en steeds meer mensen beijveren
zich in de jongste jaren met het versluizen van hun vleselijk bestaan
naar een gehuurd plekje op het internet. De zucht naar
onsterfelijkheid kan alleen bevredigd worden in een wereld die niet
de echte is.
(J.B., 1 juni 2022)
Verwijzingen:
(1)
Martin Heidegger, Brief über den 'Humanismus',
1. Auflage, par. 1. En verder: "Ihr Wachen ist das
Volbringen der Offenbarkeit des Seins, insofern Sie diese durch ihr
Sagen zur Sprache bringen und in der Sprache aufbewahren."
(2) Gaston Bachelard, La
Poétique de l'Espace, Paris,
P.U.F. 1957.
De grote 'zuiveringen' Aflevering 2: Zoroaster en de zuivering door vuur
De
grote 'zuiveringen'
Aflevering
2: Zoroaster en de zuivering door vuur
De
drie 'religies van het boek' zijn monotheïsmen maar zij worden
voorafgegaan door de quasi vergeten godsdienst van Zarathoestra: het
zoroastrisme, waarin het zuiverende vuur een grote rol speelt,
trouwens net zoals, in de hindoeïstische Rig-Veda, Agni
de androgyne (1) god van het (offer)vuur is maar ook de zonnegod, de
god van de crematie en van de bliksem die zoals Prometheus hemel en
aarde verbindt, die aldus het goddelijke levenselixer naar de mensen
brengt, die tevens het licht is en daarom ook de geest, de bron der
gedachten.
Agni,
de Sanskriete naam van de hindoegod van het vuur, is verwant met het
Latijnse ignis
dat
vuur betekent
maar ook met Agnus
dat Lam
betekent
omdat het Lam verwijst naar het brandoffer van het Lam
Gods,
het Agnus
Dei,
dat onschuldig geofferd wordt ter vergeving van ons aller zonden: die
worden verteerd of uitgeboet door het zuiverende vuur dat het lijden
van het Lam veroorzaakt.
Het
lijden loutert omdat met leed een schuld zou kunnen worden afbetaald.
Zo wordt het Lam aanbeden als de godheid want als redder van een
zondig mensdom. In de Indo-Europese cultuur kent men de vuurvogel
of de feniks
die
verrijst uit zijn as en in Gustav Mahlers Auferstehung
weerklinkt vanuit een koor het vers: Was
du geschlagen, zu Gott wird es dir tragen! Met
leed wordt een schuld afbetaald en het is daarbij niet slechts zo
dat de boeteling helemaal niet de schuldige hoeft te zijn (zoals het
ook de schuldeiser om het even is als een ander zijn schuldenaar
bijspringt want het is de schuldeiser om zijn eigen kas te doen -
andermans kas laat hem koud). Het is bovendien zo dat de boete wordt
gedaan door een volstrekt onschuldige opdat het effect zou kunnen
hebben met betrekking tot de mensheid die daardoor gered wordt.
In
feite zijn alle mensen eenmaal elk om beurt de zondebok bij het
moment van afscheid van het leven. Natuurlijk spreken wij dan over
een immens verdriet en over rouw. Maar is wat wij dan voelen niet de
vloed, de plotse overvloed van liefde die ons overweldigt vanuit het
hart van wie wij net nog dood hadden gewaand?
(J.B., 1
mei 2022)
28-04-2022
De grote 'zuiveringen'
De
grote 'zuiveringen'
Dissidenten
zijn mensen wiens opvattingen afwijken van de heersende
leerstellingen. Zij zouden ernstig moeten genomen worden omdat zij in
feite de bron zijn van elke vooruitgang want nieuwe opvattingen zijn
per definitie opvattingen die anders zijn dan de heersende. Maar in
werkelijkheid weigert men niet alleen om dissidenten ernstig te
nemen, men ontzegt hen ook hun rechten, als men hen al dan niet naar
het leven staat of gewoon probeert uit te roeien. In de mening dat
hij zijn staat of zijn kerk zuivert van onreinheden, werkt de heerser
de ondergang van zijn zaken in de hand door dissidenten af te
straffen. Dit terwijl niet hun vervolgers maar de afvalligen of de
ketters zelf in feite de zuiveraars zijn want het woord 'ketter' komt
van het Griekse 'Καθαρος' (waar vandaan: 'kathaar'), wat
betekent: 'rein'.
Omdat
de Waarheid, over welke godheden zeggen dat zij ermee samenvallen,
niet alleen onbeschrijflijk is maar ook onkenbaar en derhalve
onvindbaar, is er niet één waarheid maar bestaan er talloze
opvattingen, meningen, theorieën, theologieën, mythologieën,
verklaringspogingen en uitleggingen. Hun uitvinders zijn steeds
mensen, de nesten waaruit zij ontspruiten zijn vleselijke breinen die
sinds oudsher zichzelf verkeerdelijk verwisselen met bronnen van
goddelijke inspiratie. In 1976 schreef de Amerikaanse psycholoog
Julian Jaynes (1920-1997) The origin of consciousness in the
breakdown of the bicameral mind waarin hij stelt dat enkele
duizenden jaren geleden de mens zich nog niet bewust was van het
bestaan van zijn gedachten, waardoor hij ze toeschreef aan stemmen
die van buiten hem afkomstig waren, bijvoorbeeld van goden. Maar
verschillende volkeren aanbidden uiteraard verschillende goden, die
dan ook verschillende geboden uitvaardigen vanuit verschillende
wereldbeelden. Wat voor de ene waarheid is, is voor de ander ketterij
en vandaar is onze geschiedenis dan ook een opeenvolging van
oorlogen. Andermaal: dit terwijl tegengestelde meningen in feite de
uitnemende motor voor de vooruitgang zouden kunnen zijn.
Tussen
haakjes: ook met betrekking tot de politiek of de manier waarop
volkeren dienen bestuurd te worden, lopen de meningen uiteen en in de
dreigende Derde Wereldoorlog blijken weer twee politieke theorieën
diametraal tegenover elkaar te staan. Enerzijds is er de in feite
organisch gegroeide liberale politiek die gelooft in een vrije markt
waarin alle verkeer uiteindelijk zichzelf regelt en anderzijds is er
de amper honderd jaar geleden ontstane, nieuwe en in feite
'wetenschappelijk gegrondveste' politiek van het marxistisch
communisme dat de klassen weg wil alsook het privébezit. In de
eerste vorm doen mensen of dictators in feite wat ze willen en in de
nieuwe vorm wordt althans in principe gepoogd om alles te plannen in
functie van ieders welzijn en tegen de uitbuiting van het
proletariaat. Het communisme ontstond nota bene middenin de
industriële revolutie en vanuit een reactie tegen haar niets
ontziend kapitalisme dat teerde op de loonslavernij: de uitbuiting
door de hogere klasse van het rechteloze werkvolk (met inbegrip van
kinderarbeid) in ongezonde fabrieken. Het huidige Rusland is sinds
het uiteenvallen van de USSR in 1991 (onder Boris Jeltsin) evenwel
niet langer communistisch en de plotse kentering naar de vrije markt
deed de economie buitelen maar Vladimir Poetin wiens partij (Verenigd
Rusland) de vrije markt voorstaat, nationaliseert stelselmatig de
economie terwijl de Communistische Partij van de Russische Federatie
alsnog de tweede grootste is. Sinds de Russen de Oekraïne
binnenvielen, dreigt met de boycot van de energie-export de grootste
inkomstenbron van het land op te drogen.
De
huidige bestrijding van andersdenkenden, dissidenten of ketters heeft
haar voorbeeld in de zogenaamde Inquisitie van de katholieke kerk
waarbij kan opgemerkt worden dat de termen 'katholiek' en
'communistisch' de betekenis delen van hun zogenaamde
'universaliteit', als het ware hun alleenzaligmakend karakter of dus
het feit dat zij er aanspraak op maken de ganse wereld te mogen
onderwerpen. Dat doen overigens evenzeer de liberalen waarbij zij
zich sterk maken dat zij plichtmatig het hoogste menselijk goed, met
name de vrijheid, verdedigen. Dat deze zogenaamd tegengestelde
politieke ideologieën elkaar met dezelfde middelen - geweld -
bevechten, laat echter onmiskenbaar doorschemeren dat zij in wezen
bijzonder verwant zijn aan elkaar. Zo verwant zijn zij, dat, zoals
reeds hoger aangegeven, de inquisiteurs of de zuiveraars, zichzelf
aanvallen waar zij inderdaad de ketters - afkomstig van 'katharen' -
wat wil zeggen: 'zuiveraars' - bestrijden. En doen zij dat niet
andermaal in de strijd van de huidige Europese oorlog: een
denazificatie, uitgevoerd door (neo)nazi's (onder Poetin) op Europese
(neo)nazi's (die immers Syrische en Afrikaanse oorlogsvluchtelingen
opsluiten in kampen)? En hoe anders moet men degenen noemen die met
hun spuiten en alles daarrond tekeer gaan zoals ooit Adolf Hitler dat
deed met zijn groots opgezette programma's voor de volksgezondheid?
Lebensraum,Lebensborn, Endlösung, Euthanasie,Abortus. Alleen beschikken alle partijen heden over wapens
waarmee zij binnen een tijdspanne van luttele ogenblikken het over
vele miljarden jaren moeizaam gegroeide en wellicht unieke leven
voorgoed kunnen wegvagen. Is het niet de hoogste horror dat die
allergrootste zuivering ooit zal gebeuren in gevolge een
kleine, vrijwillige handbeweging van één enkele schurk?
(J.B.,
28 april 2022)
24-04-2022
Hoe de staat massamoordpartijen financiert
Hoe
de staat massamoordpartijen financiert
Een
sinds jaar en dag heet hangijzer in de politiek is de quasi
onmogelijk terug te schroeven inconsistentie van haar wetgeving en
die wordt apert waar bijvoorbeeld zekere opvattingen en deviezen
ingevolge de wettelijk gegarandeerde godsdienstvrijheid vechten met
stellingen welke van kracht zijn op grond van de zogenaamde
mensenrechten.
Echt
acuut wordt het probleem waar tendentieuze opvattingen die hun bron
vinden in religieuze systemen gefinancierd worden door een staat die
de mensenrechten verdedigt welke daarmee in tegenspraak zijn. Als
gekende voorbeelden daarvan worden vaker euthanasie en abortus
genoemd maar de meest schrijnende mistoestand doet zich voor waar de
contradicties inzake ongetwijfeld levensbelangrijke kwesties dienen
uitgevochten te worden in de breinen van nog onvolwassen jonge mensen
nadat zij daar op school mee opgezadeld werden, met dikwijls
onomkeerbaar rampzalige gevolgen zoals psychotrauma en zelfmoord.
Het
meest schrijnend is misschien wel het religieus gewortelde racisme en
meer bepaald de kwestie van de discriminatie op grond van seksuele
geaardheid welke, ofschoon in strijd met de door de staat wettelijk
onderschreven mensenrechten, door dezelfde staat gefinancierd wordt
waar ingevolge de godsdienstvrijheid carte blanche gegeven wordt aan
het godsdienstonderwijs waarvan de inhoud de door de mensenrechten
gegarandeerde gelijkheid tegenspreekt.
Waar
de vorming van evenwichtige mensen een van de kerntaken vormt van een
humaan en kindvriendelijk onderwijssysteem, is het uiteraard
volstrekt not done dat leerlingen te horen moeten krijgen van
hun (godsdienst)leraren van wie zij immers dienen aan te nemen dat
zij het goed met hen menen, dat zij op grond van alleen maar hun
natuurlijk lot meer of minder waard zouden zijn dan anderen, want dat
is wat er gebeurt waar aan homo's zekere rechten worden onthouden die
aan hetero's wel worden toegekend.
Onder
meer het katholicisme verdedigt dergelijke rampzalige stellingen van
ongelijkheid waarmee het bovendien compleet in strijd is met het
christendom dat pretendeert deze religie te vertegenwoordigen omdat
het christendom de kaart trekt van de zwakkeren en van de
minderheden, meer bepaald in zijn strijd tegen de wet van de jungle
en de machten van de wereld die - getuige de parabel van de
verzoeking van Christus in de woestijn - des duivels is.
Helemaal
gortig wordt het waar de genoemde minderheid niet alleen een
schietschijf is van de kerk maar tevens van extreemrechts waarbij,
zoals algemeen geweten, de krachtige natuurwet geldt dat
gemeenschappelijke vijanden, vijanden tot de beste vrienden maken: de
verachting van homo's door enerzijds zich heilig achtende clerici en
anderzijds zich macho achtende wreedaards, smeedt tussen die twee
partijen een band die uiteraard het licht niet mag zien omdat hij
steunt op louter opportunisme en wel ten koste van opvoeding,
welzijn, geluk en ontelbare mensenlevens. Het laffe stilzwijgen van
de katholieke kerk ten tijde van de massamoorden in de
concentratiekampen onder de nazi's is daarvan een recent historisch
onuitwisbaar voorbeeld maar lang niet het enige.
Dat
men kennelijk niet uit de geschiedenis wenst te leren, toont zich in
de huidige tijd in de oprichting van allerlei extreemrechtse
politieke organisaties die zich beroepen op dubieuze religieuze
standpunten en waarvan de zogenaamde 'gladiatoren voor het
christendom' (met zetel in een abdij in Trisulti nabij Rome)
misschien wel de meest te vrezen parapolitieke bende is: haar
internationale allures hebben mede de huidige oorlog in de Oekraïne
geïnspireerd.
De
deelname aan die oorlog wordt tussen haakjes gepromoot door zowel
(bij ons) de katholieke bisschop Bonny (die in een mis voor de
hierheen gevluchte familie van de Oekraïense frontsoldaten de niet
mis te verstane boodschap verkondigde dat het geven van het eigen
leven het grootste teken van naastenliefde is) als door de Russische
patriarch Kyrill (die de Russen aanspoort zich in de strijd achter
hun leider Poetin te scharen).
Wanneer
krachtens politieke regelingen ingevolge godsdienstvrijheid aan de
bisdommen de macht wordt verleend om hun eigen leerkrachten aan te
stellen voor godsdienstlessen aan nota bene minderjarigen en wel
middels door de staat gefinancierde toelagen voor de uitbetaling van
weddes, wordt het reusachtige conflict tussen geloof en rede dat
sinds oudsher bestaat en ook gestadig groeit, gevoed en verplaatst
van de politieke tribunes waar het thuishoort naar de zich nog volop
ontwikkelende breinen van opgroeiende kinderen die daar dan maar hun
plan moeten mee trekken. Aan de lafheid die van dit verholen doch ten
hemel schreiende onrecht aan de basis ligt, kan alleen maar een einde
worden gesteld door een openbare aanklacht ter zake en een scherpe
veroordeling van deze praktijk.
Overigens
samen met de praktijken van de doop en de biecht en de hele
geloofsbelijdenis waarin kinderen geheel buiten hun wil en
keuzevrijheid meegesleurd worden en vast komen te zitten, meestal
voor de rest van hun leven, om dan op hun beurt de verknechtende
praktijken door te geven aan het eigen kroost. Wraakroepend daarbij
is dat potentaten (wars van allerlei wetenschappelijke verklaringen
van onder meer J. Jaynes) hun letale deviezen geloven te kunnen
stoelen op duizenden jaren oude, aan door hen aanbeden godheden
toegeschreven woorden (Man en vrouw schiep Hij hen),
waarbij zij dan tegelijk de ogen sluiten voor het bevel tot moord
vanwege dezelfde 'jaloerse' godheid die immers eist dat mensen als
teken van trouw hun eerstgeboren zonen onthoofden om ze aan hem te
offeren.
(J.B.,
24 april 2022)
22-04-2022
De crisis en de zondebokken
De
crisis en de zondebokken
Honden,
katten en andere huisdieren zijn er straks meer dan mensen; zij
werken niet en kosten vaak handenvol geld want in voorspoedige tijden
zijn ze niet alleen klant bij de dierenarts maar bijvoorbeeld ook bij
de kapper en in allerhande speciaalzaken. Keert echter het tij, dan
is het uit met aaien en paaien: de economische crisis verandert wat
eens troeteldieren waren in een mum van tijd in voorwerpen waarop men
zich afreageert. Het dierenasiel geraakt overvol en menig hondje
krijgt de genadespuit; katten die willen overleven, moeten weer
muizen leren te vangen. Maar de pikorde, waarbij zich het recht van
de sterkste manifesteert in de vorming van een welbepaalde
hiërarchie, beperkt zich allerminst tot een strijd tussen de
soorten: de mens 'pikt' ook en vooral ondergeschikte soortgenoten en
dit pikken doet zich vooral voor als het beruchte pesten.
Ofschoon
pestgedrag dermate kan escaleren dat slachtoffers zich op den duur
gaan zelfmoorden, kunnen sociale omstandigheden van die aard zijn dat
pestgedrag zich niet langer beperkt tot negeren, uitsluiten en
demoniseren maar alras overgaat in karaktermoord, fysieke
mishandeling, moord en zelfs genocide, zoals dat bijvoorbeeld het
geval was in de Tweede Wereldoorlog toen het voltallige joodse volk
werd geviseerd ingevolge een in een staatsideologie tot wet verheven
racisme waarbij zes miljoen onschuldige en weerloze burgers door een
twintigste-eeuwse Europese geciviliseerde natie planmatig en op
industriële wijze werden omgebracht alsof het ging om
rattenverdelging.
Het
fenomeen van de zondebok werd uitvoerig onderzocht door René Girard:
geweld binnenin een groep wordt gekanaliseerd in de richting van één
zondebok waarop allen zich afreageren door hem te doden, waarna als
bij wonder de frustratie en het geweld verdwijnen. Paradoxaal genoeg
kan dan uiteindelijk de zondebok vergoddelijkt worden zoals dat het
geval is met het onschuldige Lam dat zich offert voor het heil van
allen in het christendom maar door de band heeft de groep een
blijvende behoefte aan steeds nieuwe zondebokken om haar frustraties
en haar woede op te koelen. Omdat de meerderheid der mensen
onsportief blijkt en lafhartig, zullen zwakkeren en minderheden het
altijd weer moeten ontgelden.
De
geriatrie was in zekere zin een bijproduct van de hoogconjunctuur,
net zoals de poging tot inclusie van gehandicapten die plots
andersvaliden mochten heten, het humane asielbeleid, het
homohuwelijk, de aandacht voor transgenders en de patiëntenrechten.
Maar van zodra het schip van de economie in woeliger vaarwater
terecht kwam, maakten de geriaters plaats voor de
euthanasiepropagandisten. Er werd duchtig gesnoeid in de toelagen
voor hulpbehoevenden en een extreme verrechtsing remde alle
multiculturele tendensen af.
De
godsdienstvrijheid kwam op de helling te staan en ter gelegenheid van
de pandemie werd ook de vrijheid van mening gefnuikt. Inclusie
verdween naar de achtergrond en Europa bouwde in Turkije
concentratiekampen voor zijn uitgesloten
vluchtelingen. Er bleek een kinderrechtencommissaris nodig en over de
zelfmoordcijfers mocht ineens niet langer worden gecommuniceerd. De
pandemie ontmaskerde de zorginstellingen voor bejaarden als een bizar
soort van gevangenissen vol onschuldigen met levenslang. Over de
verstoten, depressieve, ondervoede en vaak ook onverzorgde mensen die
niet langer maatschappelijk rendabel waren en die bezweken aan
corona, oordeelden door de staat betaalde 'filosofen' op de buis dat
men het niet langer kon hebben over een verlies van mensen maar
slechts over (luttele) verloren levensjaren.
Eén
op de vier schoolkinderen blijken 's morgens niet ontbeten te hebben.
Niet zelden wordt hun studie gehypothekeerd omdat zij zorg dragen
voor een ziek gezinslid - vaak een ouder. Dikwijls zijn kinderen zelf
ook ziek ofwel geraken zij achterop doordat studeren door
socio-economische omstandigheden niet meer lukt. Bovendien worden
zwakkere gezinnen slachtoffer van een verziekt consumentisme dat hen
onder sociale druk zet om geldverslindende tendensen te volgen. Zij
geraken steeds vaker in de greep van vreemden die hun leven bepalen
en door wie zij uitgebuit worden zonder dat zij zich daarvan wel
bewust zijn. Die wantoestanden kunnen alleen maar toenemen in ernst
en in omvang wanneer de crisis acuter wordt.
Zondebokken
zijn in de regel de zwaksten en de minderheden: bejaarden, zieken,
gehandicapten, kinderen, anderstaligen, vluchtelingen, vreemden,
geesteszieken, zwervers en armlastigen, homo's en transgenders, lui
welke bankroet geraakt zijn, allerlei soorten van verslaafden,
slachtoffers van ziekten, misdaden of onrechtvaardige systemen maar
ook erudieten die immers de jaloezie wekken van de massa, waaronder
topsportlui en bekende figuren uit de politiek, de wetenschappen en
de kunsten: zij allen worden geviseerd van zodra crisissen opduiken
en de schuldvraag om een antwoord schreeuwt omdat de massa in haar
primitieve denken meent dat onheil zal verdwijnen als er maar boete
wordt gedaan, ook al hebben de tot boetelingen veroordeelden helemaal
niets te maken met de oorzaken van de rampspoed.
En
dat is het vreemde van de irrationaliteit: hoe onmogelijker de
uitleggingen, des te effectiever blijken zij, des te groter hun
succes, des te meer aanhangers en gelovigen rekruteren zij. Waar
verlichte geesten geloven dat de rede uiteindelijk het laatste woord
moet krijgen, blijft de blinde massa zweren bij een lang achterhaalde
religie, bij mirakels, bezweringen en tovenarij. De clerus die na de
vele schandalen in de kerk nog steeds in zak en as rondloopt, ziet
warempel licht aan het einde van de tunnel waar een wrede oorlog
wenkt want de ervaring heeft geleerd dat dan de kerken onder het
fantasmagorische gedrocht van angst en schuldgevoelens opnieuw
vollopen: de mensen verliezen hun zinnen, het volk verandert weer in
de anonieme massa uit de visioenen van Werner Herzogs Kaspar Hauser
en beroofd van kop en staart, smeekt de karavaan om een leider die
hem als een instrument bespeelt, met de muziek - niet van canons maar
van kanonnen.
(J.B.,
22 april 2022)
17-04-2022
Verrijzenis
Verrijzenis
Angst
is wat de massa bevangt en wat van haar een oorlogsinstrument maakt
in handen van de vele duivels die deze planeet regeren. Angst zorgt
er bijna feilloos voor dat men gaat aanschurken bij degenen van wie
men het meest te vrezen heeft. De paradox bestaat erin dat fascisten
zich meestal voordoen als weldoeners en ter gelegenheid van de
verkiezingen gaan zij handjes schudden bij de oudjes in de
zorginstellingen om zich te verzekeren van de quota welke een
levensstandaard moeten garanderen die ons daarvan moet overtuigen dat
zij geen dieven zijn maar vorsten.
Zij
doen zich warempel voor als sinterklazen, kerstmannen of
santaklossen, in de parochies gaan zij zelfs heilige hosties uitdelen
aan de armen maar wat zij doen is naar de woorden van onze beste
sociologen: intimideren.
Zij
zetten de gevangenen in de ouderlingentehuizen onder druk omdat zij
in hen slechts kiezers zien die zij voor zich moeten zien te winnen
en zij geloven dat bedreigingen vermomd als vriendschappelijkheden
hun werk veel beter doen dan de effectieve hulp en de zorgen die de
armlastigen in de feitelijk gesloten instellingen verdienen en
waarvoor ze ook een leven lang hebben gewerkt en betaald.
Niet
alleen de ouderen missen de verdediging om zich van deze dreigingen
te vrijwaren, ook de jongeren die immers nog lang geen inspraak
hebben, delen in de klappen en zo vindt men in zich immer
uitbreidende klinieken steeds meer kinderen met kankers die abrupt
een streep trekken door de levensverwachting waarop jonge mensen van
nature mochten hopen: het leed dat zij nog te verduren krijgen
vooraleer een genadeloze dood verhindert dat zij ooit nog zullen
kunnen getuigen over wat hen precies overkwam, moet dienen om de
bankrekeningen te spijzen van wie geloven dat zij weg kunnen komen
met de verholen genocide welke de enig juiste benaming is voor het
ongestoord produceren en verspreiden van allerlei vergiften met als
bijwerking lafhartige zelfverrijking.
De
plantages waarop kleurlingen, illegaal tewerkgesteld middenin een
dichte damp van letale insecticiden met op de achtergrond de riante
villa's van de grootgrondbezitters, doen denken aan de Amerikaanse
burgeroorlog van honderdzestig jaar geleden welker hevige strijd meer
dan een kwart miljoen doden waard bleek en evenveel gewonden: het was
de strijd van racistische slavendrijvers in het Zuiden van de VS om
door te kunnen gaan met de uitbuiting van negers waarvan sinds
Columbus gedurende enkele eeuwen twaalf miljoen stuks met zeilschepen
uit het Afrikaanse continent werden weggeroofd voor het slavenwerk
tot de dood op de thee- en katoenplantages van de fortuinmakers in de
Far West.
Kinderen
zijn nog onmondig zoals oudjes niet meer mondig zijn en helaas
blijken zij niet te kunnen rekenen op enige verdediging van wie wél
mondig zijn maar die kennelijk geen tijd hebben om zich bezig te
houden met de rechten van de zwakkeren omdat zij zich wensen te
beijveren om zelf te kunnen blijven behoren bij de bende van de
alsnog sterkeren die zij overigens terecht vrezen daar ook zij niet
eeuwig jong blijven en sterk en rijk en wel in staat om zich te
vrijwaren van het onrecht dat een vrucht is van een lafheid waaraan
ook zijzelf participeren.
Angst
is wat de massa bevangt en omturnt tot een instrument in handen van
de vele duivels die deze planeet vergiftigen. Zo worden ook de
angstigen uiteindelijk een soort van vergiften in de handen van de
moordenaars wiens voorrechten zij verdedigen en dat doen zij met een
ijver die doet denken aan de naarstigheid waarmee de onderdrukte
burgers in Noord-Korea en in minder veraf gelegen dictaturen zich
haasten om hun verdrukkers te bejubelen.
Edoch,
het is allemaal toneel, precies zoals de dankbetuigingen van de
oudjes in de zorginstellingen aan het adres van de politici die hun
handjes komen schudden op de vooravond van de verkiezingen. Zij
lachen groen: niet dank maar angst schuilt in de harten der
verdrukten. Het is alleen wachten op het juiste moment en dan gebeurt
wat ook gebeurde met de tsaren, met Ceaușescu
en
met de ontelbare al te vriendelijke angstzaaiers, ver van hier maar
ook heel dichtbij, die massa's mensen in de tang houden, uitbuiten en
tenslotte uitmoorden met allerlei vergiften.
Niet
vooraleer de angst wijkt, zal het volk verrijzen.
(J.B.,
Pasen 2022)
16-04-2022
De afdaling ter helle
De
afdaling ter helle
Op
paaszaterdag, Stille Zaterdag, wandelt Christus, die dood is want nog
moet verrijzen, door het voorgeborchte van de hel. Intussen kan Hij
ook niet in de heilige hosties zijn en luiden in de ontelbare
kerktorens over de hele wereld ook geen klokken. De goddelijke
'afdaling ter helle' is onderdeel van de geloofsbelijdenis van de
katholieke kerk.
Dat
er gesproken wordt over een afdaling, heeft te maken met het
feit dat hellevaarders wezens zijn waar men op neerkijkt en in de
middeleeuwse christelijke mythologie bevindt zich de hel ook beneden
in het middelpunt van onze planeet, waar Alighieri Dante de duivel
situeert als de worm die knaagt aan 't hart der aarde.
Het
paradijs daarentegen bevindt zich in de lucht want naar de
hemelvaarders kijkt men op. Aldus verschilt het hiernamaals in feite
maar heel weinig van het hiernumaals: hier kijkt men op naar zijn
'meerderen', de hoger geplaatsten of de hoogwaardigheidsbekleders,
wiens huis men niet kan betreden zonder eerst een hele reeks trappen
te moeten doen en men kijkt neer op hun gevangenen, beneden in de
kerkers, de vergeetputten waaruit geween opstijgt en geknars van
tanden dat niet moet onderdoen voor dat uit de hel.
In
de hemel zit men er fijn gekostumeerd bij in gewaden van zij,
weldoorvoed, kalm en stralend mooi, badend in licht en luxe, zoals
alhier in de zachte tronen binnenin hun warme kastelen, de rijkelui
zetelen, de zogenaamde 'stars', 'vedetten', 'royals' en nog
andersoortige kampioenen. In de hel loopt men naakt en rusteloos
rond, mager, met verwarde haardos, schichtig om zich heen kijkend
zoals het wild waarop gejaagd wordt door een fijn uitgedoste en tot
de tanden toe bewapende elite welke op de prooien neerkijkt van op
met goudbrokaat gedrapeerde steigerende witte paarden.
Maar
zelfs een blinde kan het zien: dat katholieke wereldbeeld heeft met
het christendom zoveel te maken als de Grootinquisiteur van Sevilla
te maken heeft met Emmanuel - God onder ons. Zo arm als Christus is
op aarde, zo rijk is Hij in de hemel en hetzelfde geldt voor wie Hem
volgen: de laatsten zullen de eersten zijn. Alle op aarde
verzamelde schatten zullen door mot en roest ontoonbaar worden.
De
afdaling ter helle welke zou geschied zijn om de ongedoopten uit het
voorgeborchte te bevrijden, is andermaal een sprookje dat de Waarheid
moet verhullen zoals het ook die God verhult die met de Waarheid
samenvalt. Herdenken wij de eigenlijke afdaling ter helle immers niet
bij de geboorte van de Heer in dit mettendag steeds diepere
tranendal?
(J.B.,
Stille Zaterdag, 2022)
15-04-2022
Goede Vrijdag 2022
Goede Vrijdag 2022
W.O.III Een telefonisch gesprek met Omsk Van Togenbirger
W.O.III
Een
telefonisch gesprek met Omsk Van Togenbirger
Er zit
wat ruis op de lijn en nu en dan valt de klank weg maar uit het
telefonisch gesprek dat we zeer onlangs nog hadden met Omsk Van
Togenbirger kan zonder een zweem van twijfel worden besloten dat wij
ons naar zijn zeggen geen illusies meer hoeven te maken over onze
toekomst: als de coronajaren de mensheid ondergedompeld hebben in de
dichte nevel van een dreigend totalitarisme, dan was dit slechts de
rode loper voor de pikzwarte nacht die zijn intrede doet met een
hemel gevuld met de vuurgloed van de avond gevolgd door het volledig
ondergaan van de zon die altijd al het zinnebeeld was van de hoop.
OVT:
Ja, neem er maar een screenshot van, zegt hij: het is waarschijnlijk
mijn allerlaatste gebeiteld stukje, het is gehouwen uit een berk die
hier zeer onlangs ter ziele ging: de olmen zijn zo goed als allemaal
weg, de essen volgen, nu zijn de berken aan de beurt, ze zeggen dat
het zwammen zijn en zijn dat niet de gieren van de plantenwereld? Ja,
niet alleen de mensen en de dieren delen in de klappen nu de wereld
niet alleen meer figuurlijk aan het vergaan is...
- En wat
mag jouw kunstwerkje dan voorstellen, als ik dat mag vragen? Het
lijkt wel een Amerikaanse voetbal...
OVT:
Het stelt de honger voor, mijn beste...
De
honger!?
OVT:
Heb je ooit honger moeten hebben in je leven? Ik was een kind toen er
honger was maar moeder behoedde ons ervoor, zij spaarde zich het eten
uit de mond voor haar kinderen en zelf woog ze nog amper dertig
kilogram, ze leek wel uit een werkkamp te zijn weggevlucht...
En
wat heeft honger dan te maken met Amerikaans voetbal?
OVT:
Dat ding beeldt geen voetbal uit, mijn beste, maar honger, zoals ik
dus al zei. Kennelijk heb jij dus nooit honger gekend en er ook nooit
horen over praten door mensen die eronder geleden hebben...
Ik
moet zeggen dat ik het niet snap.
OVT:
Dat verwondert mij niet, mijn beste, en het is je vergeven. Er moet
je dus uitgelegd worden wat dit werkje in feite duidelijk moest
maken, het mist kennelijk zijn doel, ik heb derhalve nog fel
onderschat wat men erover zegt.
- En dat
is?
OVT:
Dat men niet kan weten wat honger is als men er niet onder geleden
heeft. Maar kijk eerst toch nog maar eens goed, misschien zie je
alsnog wat het is...
- Wel...
een houten... een klomp... een homp... is het misschien een brood?
OVT:
Zie je wel dat je het weet!
- Tja...
Honger, brood...
OVT:
Wie honger hebben denken aan brood, nietwaar?
-
Wellicht...
OVT:
Mensen met honger stellen zich een brood voor, ze zien het in hun
gedachten, klaar en duidelijk, clair et distincte, zo zou de
grote Franse filosoof René Descartes zeggen. Maar ze kunnen er
helaas niet van eten want het is slechts een gedachte, zie je?
Ja,
nu zie ik het...
OVT:
Dit is niet slechts een gedachte, zie je: het is iets echt en het
ziet er ook uit zoals een brood en als je honger had, zou je er zo
naar grijpen. Helaas, het is van hout...
- Je
denkt dus echt dat er honger komt?
OVT:
De honger moet er niet meer komen, hij is er al: dagelijks sterven
nog dertigduizend kinderen ingevolge honger. Maar je bedoelt
natuurlijk of er hier en nu honger komt en ofschoon ik geen glazen
bol heb, vrees ik dat wij om het heel zacht uit te drukken morgen
niet langer brood in de vuilnisbakken zullen vinden.
- Geen
brood meer in de vuilniszakken?
OVT:
Inderdaad, en is dat eigenlijk geen mooi vooruitzicht?
- Geen
verspilling meer... geen overvloed meer dus?
OVT:
Niet alleen dat. Mijn inziens moet men echt gaan denken aan
hongersnood. En dat wil zeggen dat mensen massaal ondervoed raken
zodat zij ziek worden en echt in levensgevaar komen. Het gaat om een
fundamentele behoefte die niet langer bevredigd zal worden, een
fundamentele nood die niet langer gelenigd zal worden. Lees je soms
strips?
-
Soms, ja...
OVT:
Dan weet je wat een gedachtenballonnentje is? Stel je dus voor, een
tekening met daarop acht miljard mensen, allemaal met hetzelfde
gedachtenballonnetje: een wolkje met daarin een simpel brood. Geef
ons heden ons dagelijks brood. De tekenaar zou misschien één
reusachtige wolk tekenen boven die ontelbare hoofden met daarin één
reusachtig brood. Maar getekende mensen met een getekend brood kunnen
je nog altijd niet wijs maken wat honger is, ofschoon de tekenaar
onderscheid maakt tussen tekeningen die échte mensen moeten
voorstellen en een brood getekend in een wolk, dat de gedachte
van een brood moet voorstellen. Zeg ik het zo correct?
- Denk
ik wel, ja...
OVT:
Om dat nog dichterbij te brengen, kun je dus maar beter een houten
brood maken, zo creëer je de gedachte van de 'helaasheid', zo zou
Dimitri Verhulst het zeker noemen, want het is er wel maar je kunt er
niet in bijten. En het is mij nu ook duidelijk dat dit kunstwerk, als
je het zo mocht noemen, pas tot zijn recht kan komen eenmaal de
honger effectief heeft toegeslagen; je ziet het brood, je wilt er van
bijten maar je doet dat niet omdat je weet: daar bijt ik mijn tanden
op stuk. En is dat geen mooie uitdrukking?
- Je
tanden stuk bijten op iets?
OVT:
Inderdaad. Er is iets wat je niet wil, je verzet je daartegen uit
alle macht maar dat wil niet alleen niet baten, het schaadt ook nog,
het zorgt er immers op de koop toe voor dat je jezelf berooft van je
eigenste middelen om ooit nog verzet te kunnen bieden.
- En is
dat zo?
OVT:
Reken maar. Dat mensen getekend zijn door het leed, wil zeggen dat
zij kennis hebben gekregen van het bestaan van een absolute onmacht
ingevolge de confrontatie met een niets ontziende macht. Die macht
verbrijzelt de illusie van de wil omdat zij zich niets gelegen laat
zijn aan zaken zoals recht en onrecht, terwijl het de
rechtvaardigheidsgedachte is, ons geloof in het recht, welke onze wil
voedt, of tenminste de illusie daarvan. En dat het gaat om illusie,
daarvan overtuigt ons het leed van de honger, en uiteindelijk de dood
die hij ten tonele voert. Niemand heeft daar verhaal tegen. Het gaat
om een dimensie van het kwaad die men zo lang mogelijk tracht te
verbergen maar waaraan uiteindelijk niemand ontkomt. Helaas. Het
einde van de verspilling treedt pas op waar wij zelf worden verspild.
-
Hemeltje...
OVT:
Zeg dat wel. Maar het is nu nog niet zo ver voor u en voor mij, mijn
beste: voor ons hier is het voorlopig alleen nog maar een dreiging.
Een dreiging die heel dichtbij komt weliswaar maar, andermaal: het is
nog altijd slechts een dreiging. De zon gaat onder, dat is waar; maar
je weet toch ook wel dat primitieve volkeren niet zeker waren van een
volgende zonsopgang tot de dag dat zij begrepen hoe de hemellichamen
om elkander draaien.
- Je
neemt dan toch niet alle hoop weg?
OVT:
De hoop van Pasen zit in het wonder van het ei.
- Nu je
het zegt: dat kunstwerkje lijkt wel een ei...
In
koor: Een houten ei...
(J.B.,
Goede Vrijdag 2022)
12-04-2022
kerk en oorlog
kerk en oorlog
11-04-2022
Kerk en oorlog
Kerk en oorlog
Kerk en oorlog
NB:
De russisch-orthodoxe patriarch Kirill roept de Russen op zich in de
oorlog achter Poetin te scharen en tijdens een recente misviering in
Antwerpen verkondigde de katholieke bisschop Bonny aan de
achtergebleven vrouwen en kinderen van de frontsoldaten dat er geen
groter liefde bestaat dan zijn leven te geven voor zijn naasten.
En
ter gelegenheid van kerkelijke feestelijkheden in Rio de Janeiro (de
Wereld Jongeren Dagen in 2013) berichtte de pers dat de paus die
zichzelf noemde naar de arme heilige Franciscus van Assisi, het feest
met 5 miljoen dollar sponsorde. (Zie:
https://www.standaard.be/cnt/dmf20140104_00912865
)
De
Nazoreeër had geen steen om het hoofd op te leggen maar katholieke
pausen moeten kennelijk niet onderdoen voor Russische kerkvorsten.
Zoals zij deden ten tijde van de Oostfronters, jagen ze ook nu,
gewapend met de 'blijde boodschap', de jonge mensen de oorlog in.
(J.B., 11 april 2022)
In aantocht: het tijdperk van de grote plunderingen?
In
aantocht: het tijdperk van de grote plunderingen?
Wie
vanochtend naar de lucht gekeken heeft, zal gezien hebben dat hij
volledig beschreven was met aan elkaar evenwijdige dampstrepen van
vliegtuigen, van West naar Oost, men kon er tientallen tellen: de
oorlog is nog niet voorbij, hij breidt zienderogen uit.
Er
wordt gezegd dat de Russische soldaten in de Oekraïne duchtig aan
het plunderen zijn gegaan: eerst gingen zij tekeer in de warenhuizen
omdat zij niet tijdig voorzien werden van proviand maar later
verzamelden zij ook de bezittingen van de op de vlucht geslagen
burgers om die dan naar hun vaak armlastige families in Rusland over
te maken. Althans, zo wordt ons hier verteld.
Agenten
in de weer voor hulpdiensten na ernstige verkeersongevallen getuigen
dat het geen zeldzaamheid is wanneer toevallige passanten op de weg
halt houden om de betrokken verkeersslachtoffers te bestelen in
plaats van hen te helpen. In de nazitijd werden in het kader van
Hitlers plannen voor meer 'Lebensraum' voor de ariërs, de lege
huizen en de bezittingen van miljoenen gedeporteerde joden door de
Duitsers prompt en voor een habbekrats verkocht; de Zwitserse banken
waar naast de joodse kapitalen ook hun deels van omgesmolten tanden
afkomstig goud geparkeerd stond, zwegen in alle talen. La
Suisse lave plus blanc
van sociologieprofessor Jean Ziegler laat overigens geen zweem van
twijfel bestaan over de hypocrisie van het (Zwitserse) bankwezen: een
advertentie van dit werk uit 1990 begint met de zin: 300
à 500 milliards de dollars, tel est le montant estimé des profits
réalisés chaque année sur le marché mondial de la drogue.
Principal receleur de l'argent de la mort: le système bancaire
suisse, qui n'a pas son pareil pour accueillir et recycler les
capitaux internationaux à l'abri des regards indiscrets."
(1) En
wanneer staten er alles aan doen om het minimuminkomen van hun
burgers te waarborgen, geschiedt zulks niet uit menslievendheid doch
om de sociale vrede te kunnen blijven handhaven welke onontbeerlijk
is voor het behouden van de regeringsmacht. En dit zijn geen
verhaaltjes.
De
vrees voor plunderingen is derhalve alles behalve ongegrond en de
massapychologie heeft er een flinke kluif aan: eenmaal het plunderen
begonnen, breidt het zich uit zoals een vuur en grijpt het alles
vernietigend om zich heen, waarbij niet alleen het privaatbezit eraan
gaat maar ook en vooral het fatsoen, de moraal, de normen en de
wetten totdat alleen nog de wet van de jungle rest.
Plunderingen
gedijen bij de gratie van politieke en sociale instabiliteit welke nu
in Europa voet aan wal zet ingevolge een polarisering die volgens de
evenwel omstreden historicus Ernst Nolte (1923-2016) hier altijd al
van de partij is geweest: Europa blijkt immer verdeeld in een
fascistisch en een marxistisch segment, extreemrechts vecht met
extreemlinks, het liberalisme wedijvert met het socialisme, het
nationalisme met het internationalisme. Twee tegengestelde
ideologieën die echter met eenzelfde drastisch geweld tegen elkaar
tekeer gaan. (2) Hoe dan ook blijkt zich de wereld verdeeld te hebben
in twee kampen die in zekere zin tot de genoemde polen terug te
voeren zijn en die zich ter gelegenheid van de Russische inval in de
Oekraïne in het Europa van vandaag opnieuw duidelijker lijken af te
tekenen. Alleen het ingrediënt honger ontbreekt nog om de chaos in
te zetten.
De
genoemde tweedeling is uiteraard al te simplistisch en daarom vrijwel
onwerkbaar: tussen de uitersten van zwart en wit spreidt zich een
brede zone uit met alle denkbare grijstinten. Dat de op til zijnde
polarisering wel enigszins inpasbaar lijkt in de genoemde
ideologische tweedeling, vormt daarom ook een niet gering gevaar. Er
dreigt een wij-zij-tegenstelling te ontstaan en dat betekent
allerminst vrede. Het aan bod brengen van alle mogelijke grijstinten
is een zaak van levensbelang geworden.
Zoals
dat ook het geval was onder meer bij de gebeurtenissen ten tijde van
het Derde Rijk (overigens ook in het katholieke Vlaanderen) alsook
daarna, maar bijvoorbeeld evenzeer in het Italië van Benito
Mussolini en in Spanje onder de dictatuur van Franco, blijken
fascistische dictators ook vandaag onverdroten hun meestal
achterbakse samenwerking voort te zetten met kerken die daar dan ook
duchtig garen kunnen bij spinnen. Vandaag roepen leiders uit de
orthodoxe kerk de gelovigen op om zich te scharen achter de Russische
leider Poetin (3) en sinds geruime tijd worden gelijkaardige
samenzweringen (maar dan met de katholieke kerkvorsten) bekokstoofd
in Hongarije en in Polen. De zondebokken zijn (hoe kan het ook
anders) kennelijk weer dezelfde als ten tijde van de Tweede
Wereldoorlog en de door de clerus opgestookte volkshaat heeft aldus
andermaal een religieus gezicht: de oorlog als hoogste uiting van
naastenliefde moet gevoerd worden tegen de ketters, zijnde de vrouwen
die uit werken gaan en pleiten voor abortus, de homo's, de
vreemdelingen en alle onproductieven, te beginnen bij de bejaarden
wiens aantal overigens reeds fel werd teruggedrongen tijdens de
recente genocidepoging welke doorging onder het mom van een
reddingsactie: het pandemie-fascisme...
(J.B.,
11 april 2022)
Verwijzingen:
(1)
Jean Ziegler, La Suisse lave
plus blanc, Editions Seuil, Paris 1990.
(2)
Ernst Nolte in: Rückblick
und Rechenschaft nach vier Jahrzehnten. Vom Faschismus in seiner
Epoche bis zur Historischen Existenz":
"Faschismus
ist Antimarxismus, der den Gegner durch die Ausbildung einer radikal
entgegengesetzten und doch benachbarten Ideologie und die Anwendung
von nahezu identischen und doch charakteristisch umgeprägten
Methoden zu vernichten trachtet, stets aber im undurchbrechbaren
Rahmen nationaler Selbstbehauptung und Autonomie (Zie:
https://web.archive.org/web/20100506140957/http://www.ernst-nolte.de/Ruckblick_und_Rechenschaft/Ruckblick_und_Rechenschaft1/ruckblick_und_rechenschaft1.html
).
Het probleem van lichaam en ziel - Aflevering 3: Pasen
Het
probleem van lichaam en ziel
Aflevering
3: Pasen
De
kaars offert zich aan de vlam. De wassen kaars offert zich aan de
ongrijpbare vlam. De stoffelijke kaars offert zich aan de
onstoffelijke vlam. De individuele stoffelijke kaars offert zich aan
het universele vuur van haar vlam. Het vuur transformeert de was van
de kaars in roet en rook maar ook in de warmte die leven schenkt. De
kaars wordt kleiner, de hoeveelheid warmte neemt toe. De kaars raakt
opgebrand, in haar warmte wassen bloemen, geen wassen bloemen doch
levende want groeiende. Activiteit transformeert stof tot geest. Het
lichaam wordt ouder en takelt af, de geest die eraan ontspruit wordt
jonger en leniger en komt steeds dichter bij de grote 'moedergeest'
en nadert de Waarheid.
Er
is geen betere bestemming denkbaar voor de was van de kaars dan op te
branden voor het vuur dat heilig is omdat het heiligt, omdat het heel
maakt, omdat het wat dood is, geneest en het geneest het dode in die
mate dat het levend wordt en zo dankt alle leven zichzelf aan de zon.
Op hun beurt zijn de levende lichamen de kaarsen die pas in de
activiteit van hun branden de ware bestemming vinden: het vuur
nestelt zich in hun schoot en doet daar het leven branden, brengt het
tot volle bloei en doet de geest daaruit ontvonken. Zo dragen de
lichamen de geest door de wereld en zij ontsteken op hun beurt vele
anderen, zodat wat eerst van dode was was, in een levend lichaam
wordt veranderd; zodat wat eerst koud was, warm wordt; zodat wat
eerst verzonken was in diepe slaap en onbewust, tot bewegen komt, tot
lopen, tot dansen, tot spreken, tot zingen.
Het
zingen van het vuur zindert doorheen de ganse kosmos en probeert hem
te verlichten, ontelbare zonnen houden het vuur al licht schenkend
vast en broeden met engelengeduld de eieren van de geest uit. Het ei
vindt geen betere bestemming dan door het kuiken verorberd te worden,
de schaal wordt open gepikt en afgeworpen, het kuiken wordt vogel,
krijgt vleugels en verheft zich met het allermooiste gezang dat ooit
op aarde werd gehoord tot in de hoogste sferen om daar geheel
onttrokken aan de zwaarte van de stof, met het onverhoopte wonder van
het vliegen hulde te brengen aan de geest van het vuur, dat de
levenschenkende warmte blijkt maar meteen ook het geestrijke licht
dat zichtbaar maakt wat is.
Wie
vervuld van geest ten slotte goed hebben leren kijken, moeten het op
den duur ook zien: dat er geen einde te bespeuren valt aan wat
eenmaal is opgeklommen uit de diepten van de kosmos die wij voor
duisternis hielden tot op de dag dat wij ontdekten dat wat wij eerst
voor graven hielden, schatkamers zijn. Zoals wij nu ook weten dat in
de diepst verborgen kloven van de oceaan, onderzeese vulkanische
vonken het leven doen ontstaan. Dit eindeloos zichzelf overtreffende
zijn - stof, door vuur verbrand tot warmte, leven, geest en dan nog
een eindeloze serie van steeds hogere vormen waarvan alleen de kunst
een idee kon geven - is misschien wel datgene wat met Pasen wordt
gevierd.
(J.B., 6
april 2022)
05-04-2022
Het probleem van lichaam en ziel Aflevering 2: Conditionering, determinisme en vrijheid
Het
probleem van lichaam en ziel
Aflevering
2: Conditionering, determinisme en vrijheid
Reductionisme,
dat is de basis van de menigvuldige misvattingen over de relatie
tussen lichaam en geest waarvan het materialisme en het idealisme de
meest bekende zijn. Ook de moderne werkelijkheidsopvatting van het
zogenaamde microreductionisme is daarmee verwant en het grote drama
is dat deze aanvankelijk louter positief wetenschappelijke opvatting
in bij uitstek de moderne fysica ook in het werkelijkheidsbeeld als
zodanig is naar binnen gesluisd zodat dit werkelijkheidsbeeld in
wezen geperverteerd is: wijsgeren die deze benaming eigenlijk niet
verdienen, hebben geheel arbitrair gesteld dat de grond van de
werkelijkheid als zodanig bestaat uit de aannames die een zekere
fysica funderen, terwijl de fysica zich sowieso welbewust beperkt tot
de stoffelijke werkelijkheid. Alleen al het bestaan van
betekenisvolle zinnen, kunst en humaniteit zetten elk
reductionistisch filosofisch gedrocht te kijk als een van de
schromelijkste aberraties uit dit tijdperk van verblinding, leugen en
bedrog. Een exponent daarvan vindt men in de 'filosofische' meningen
van Daniël Dennett en zijn volgelingen alsook in de 'ethiek' van
figuren zoals Peter Singer en andere aanhangers van het sentiëntisme.
De
kern van het reductionisme is in wezen de-subjectivering: men doet
daarbij alsof er een werkelijkheid op zichzelf bestaat, dit wil
zeggen, zonder dat er subjecten hoeven te zijn die daarvan deel
uitmaken en voor wie deze werkelijkheid betekenis heeft. Zo zou men
er dan vanuit gaan dat een hamer op zich kon bestaan, dus zonder
gebruiker. Of een Nederlandse zin, zonder een mens die deze zin
uitspreekt of begrijpt. Of een ganse kosmos... zonder bewustzijn. Het
is bijna niet te vatten hoe aanhangers van het reductionisme niet
blijken in te zien dat de dingen samenvallen met hun betekenis, die
eigenlijk hun 'geest' is, terwijl hun materiëel-energetische
component slechts hun drager is of dus hun 'lichaam', zoals ook het
woordbeeld of de klank het lichaam is van een woord, waarvan de
betekenis, die in een heel andere wereld bestaat dan de
energetisch-materiële, zijn geest is. Het is dan uiteraard de geest
die de woorden voortbrengt teneinde bijvoorbeeld iets betekenisvols
te kunnen mededelen aan een ander, die weliswaar aanvankelijk alleen
maar geluiden waarneemt met het gehoorzintuig maar die deze klanken
dan terug omzet in de daaraan toegekende betekenissen welke zij voor
iedereen die van het taalgebied in kwestie deel uitmaakt, behouden
dankzij het principe van de trouw of het zich onderwerpen aan eens
gemaakte afspraken.
De
neiging tot reductionisme kan nu nergens anders zijn oorsprong vinden
dan in de drang om te heersen: zoals een dictator zijn onderdanen wil
herleiden tot een massa van allemaal dezelfde individuen teneinde hen
te kunnen manipuleren en hen te kunnen inzetten als een aan hem
gehoorzaam instrument, zo ook wil men de werkelijkheid reduceren tot
een constructie bestaande uit zogenaamde 'elementaire bouwstenen'.
Wat een vergissing is, zoals reeds Augustinus van Hippo (354-430)
opmerkte, alleen al omdat de werkelijke dingen helemaal niet
geconstrueerd zijn: dat lijkt alleen maar zo omdat wij kijken met de
bril van de ingenieur die met stenen een huis bouwt en die met bomen
een bos fabriceert, terwijl stenen noch bomen maaksels zijn, trouwens
evenmin als de mensen waaruit dictators gehoorzame massa's pogen te
maken. Het is zonde om mensen te herleiden tot bouwstenen van een
massa omdat deze reductie een feitelijke genocide vooronderstelt.
Het
fabriceren van gehoorzame massa's uit mensen is pas mogelijk nadat
die mensen eerst ontmenselijkt werden om daarna dienst te kunnen doen
als de manipuleerbare grondstof, de lege hulzen waaruit de dictator
zijn manipuleerbare massa construeert. Ofschoon het er alle schijn
van heeft dat een massa is opgebouwd uit mensen, is dat allerminst
het geval en daarom ook overstijgt de massa allerminst de mensen
waaruit een dictator haar lijkt te construeren: de massa is een
fabricaat uit ontmenselijkte mensen, zoals de inhoud van een
beenhouwerij bestaat uit eerst gedode dieren. En zoals mensen
onvergelijkbaar veel meer zijn dan de massa (die uit mensen lijkt te
zijn geconstrueerd terwijl dat niet het geval is omdat het om
ontmenselijkte individuen gaat), zo ook overtreffen cultuurproducten
zoals kasten en huizen geenszins de levende bomen waaruit ze zijn
gemaakt omdat zij gefabriceerd worden uit afgezaagde, dode bomen.
Evenzo overtreft de cultuur zelf nimmer de natuur waarop dit
menselijk maaksel vegeteert en zo bijvoorbeeld is het ook de grootste
frustratie van elke kunstenaar te moeten beseffen dat zijn werk de
natuurlijke schoonheid nooit kan evenaren: aan de schepping kan hij
op de keper helemaal niets toevoegen, in het beste geval kan hij er
slechts naar verwijzen.
Bij
het bruikbaar maken van mensen voor de vorming van een massa die zijn
gehoorzaam instrument moet zijn, dient een dictator vooreerst de
vrijheid of de vrije wil aan de te onderwerpen individuen te
ontnemen. In het communisme gebeurt dat vanuit een ideologie die
stoelt op mechanismen van conditionering verbonden met de theorie van
de Russische psycholoog Ivan Setsjenov (1829-1905), evenwel
toegeschreven aan diens volgeling, de allerminst communistisch
gezinde Russische fysioloog Ivan Pavlov (1849-1936), die voor zijn
spreekwoordelijke hond(en) in Sint-Petersburg een standbeeld liet
oprichten. De Amerikaanse psycholoog Burrhus Skinner (1904-1990)
ontwikkelde een op conditionering gebaseerde gedragstheorie, het
(radicaal) behaviorisme. In het filosofisch behaviorisme wordt ook
het denken (dat als een vorm van gedrag wordt gezien) als volledig
geconditioneerd beschouwd, wat uiteraard bijzonder reductionistisch
is. Wie deze opvattingen zijn toegedaan, blijken niet in te zien dat
het determinisme (van de dode stof en van de geconditioneerde
levensfuncties) niet alleen feitelijk is maar tevens een conditio
sine qua non voor de mogelijkheid van de vrije wil, zodat de twee
elkaar allerminst uitsluiten: vrijheid vergt anticipatie en
anticiperen is pas mogelijk als men kan inschatten wat te gebeuren
staat, waartoe deterministische wetten een absolute voorwaarde zijn.
Het
probleem van lichaam en ziel: Monisme, dualisme en infinitisme, of:
alles is in superpositie, niets bestaat echt én alles bestaat echt
Wie
een heel klein beetje vertrouwd is met elementaire meetkunde en
algebra, zal op de hoogte zijn van het probleem van de
incommensurabiliteit (of de onvergelijkbaarheid) van een lijnstuk met
een cirkelomtrek (of van rechten met krommen in het algemeen) waarvan
het getal πbij
manier van spreken het 'levend bewijs' is: π
is een nimmer te schrijven getal dat ontstaat wanneer men probeert om
de verhouding uit te drukken tussen de omtrek en de diameter van een
cirkel. De twee bestaan namelijk elk in een andere wereld omdat zij
elk een eigen 'Adam', een eigen vertrekpunt, een eigen eenheidslengte
hebben: de eenheidslengte van een lijnstuk is een lijnstuk, die van
een cirkel is een cirkel.
Neemt
men een gegeven cirkelomtrek als lengte-eenheid, dan kan men (door de
diameter van de cirkel te vermenigvuldigen) moeiteloos exact een
tweede cirkel tekenen waarvan de omtrek een veelvoud is van de eerste
maar vergelijkt men een cirkel met een lijnstuk dan loopt dit altijd
fout. Als men vooraf een lijnstuk als eenheidsmaat stelt, dan kan men
daaruit nooit een perfecte afmeting verkrijgen voor de cirkelomtrek
die men op grond daarvan vormt. Vertrekt men daarentegen van een
gegeven cirkelomtrek waarvan men aanneemt dat hij een eenheidslengte
heeft, dan kan men wel cirkels construeren waarvan de omtrek een
perfect veelvoud van de eerste gegeven cirkel zijn maar nooit zal men
dan de diameter in een reëel bestaand getal kunnen uitdrukken.
Rechten en cirkels bevinden zich elk in een eigen wereld omdat zij
elk een eigen oorsprong hebben, namelijk een eigen eenheidslengte en
die twee werelden zijn nimmer perfect te overbruggen, wat wil zeggen
dat er geen derde wereld bestaat waarin die twee ook écht (dit wil
zeggen: als reële getallen) bestaan.
Maar
wat het geval is in de 'eenvoudige' wereld van de wiskunde, zal
uiteraard ook het geval zijn in de werelden buiten de wiskundige en
zo kan met zekerheid worden gesteld dat lichaam en geest
onverenigbaar zijn of onvergelijkbaar omdat zij elk vanuit andere,
eigen beginselen vertrekken: Wat
uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is,
is geest.
(Joh. 3:6). Meteen wordt ook duidelijk dat het vermenigvuldigen van
het aantal werelden of dus het zoeken naar een wereld die een zo
groot mogelijk aantal verschillende werelden bevat, alleen maar kan
resulteren in een wereld waarin helemaal niets meer echt of onecht
is, een wereld waarin alles zweeft en waarin de dingen nu eens echt
zijn, dan weer minder echt, naar gelang onze voortdurend veranderende
positie die wij daar tegenover innemen. En omdat deze beschrijving
van onze dagelijkse werkelijkheid spontaan doet denken aan de manier
waarop de kwantumwereld wordt voorgesteld, zou men kunnen vermoeden
dat die beschrijving toch niet helemaal fout kan zijn.
Appelen
kunnen niet vergeleken worden met citroenen en dat betekent dat men
het wel vanzelfsprekend kan vinden om uit een mand appelen de
grootste te kiezen maar van zodra men moet kiezen tussen appelen en
citroenen, is de grootte niet langer het enige criterium en wordt het
heel moeilijk om de twee te vergelijken. Geld zou hier een oplossing
kunnen brengen wanneer het ook mogelijk was om alles volledig uit te
drukken in zijn prijs of in zijn marktwaarde maar omdat dit niet het
geval is, worden daar waar men uitgaat van het tegendeel, essentiële
zaken over het hoofd gezien. Zo zijn mensen niet herleidbaar tot een
prijs, al neigt men er wel toe om dat te gaan geloven waar mensen hun
arbeid(stijd) verkopen. Echter, omdat zij dit niet uit vrije wil doen
doch uit noodzaak ingevolge een mechanisme van chantage inherent aan
de kapitalistische economie (het inlossen van basisbehoeften vergt
geld dat op zijn beurt levenstijd opeist). De begane fout is
dramatisch en zij treedt ook op waar lichaam en geest onderling
worden vergeleken.
Sommigen
drukken geest uit in termen van materie ofwel andersom. Men gelooft
bijvoorbeeld dat de geest, of dan toch het geheugen, met de hersenen
samenvalt, of dan toch met de werking van de hersenen. Anderen
geloven dat alle dingen, en dus ook de materie en de hersenen, eerst
binnen de geest bestaan als idee. Maar zoals dat ook het geval is
waar men op de hoger aangegeven wijze lijnstukken met cirkels
vergelijkt, kan men materie en geest ook beschouwen als zaken met een
eigen, andere oorsprong. Alleen is het zo dat er in de totaliteit van
de werkelijkheid niet twee (onderling onvergelijkbare) werkelijkheden
bestaan doch een ontelbaar aantal. Waarbij zoals gezegd niets op een
correcte manier kan uitgedrukt worden in termen van iets anders:
alles is ofwel onecht ofwel echt ofwel iets tussen die twee, naar
gelang de (constant veranderende) positie waarin men zichzelf bevindt
en waarin zich alle andere dingen bevinden. Alles zweeft.
(J.B., 1
april 2022).
30-03-2022
Oorlogspropaganda
Oorlogspropaganda
Het
woord 'propaganda' betekent 'voortplanting' en werd voor het eerst
gebruikt in 1622 toen het Vaticaan de Sacra
Congregatio de Propaganda Fide (Heilige
Congregatie voor de Voorplanting van het Geloof)
stichtte. (1) Propaganda heeft te maken met ledenwerving middels
eenzijdige of verzonnen informatie. (2) Van eenzijdigheid is algauw
sprake van zodra kritiek en oppositie ontbreken of verboden worden,
wat herinnert aan de 'corona-commissie' welke via de media het volk
voorhield om 'enkel te luisteren naar het officiële nieuws' (3)
zodat onder meer dit facet van de pandemie niet alleen direct verwees
naar de Denkpolitie in de dystopie uit 1984
van George Orwell maar evengoed deed denken aan oorlogspropaganda
zonder meer. De
'newspeak' onder Big Brother weert alle meningen die niet afkomstig
zijn van 'de Partij' want die zijn 'misdenk' of 'crimethink'. Zoals
Michel Foucault het zegt, moet verborgen blijven waar de macht
vandaan komt. Het is puur zelfbedrog als wij alleen het officiële
nieuws beluisteren en denken dat democratie bestaan kan zonder
onafhankelijkheid, inspraak van het volk, buitenstaanders en kritiek.
Blinde gehoorzaamheid aan leiders zoals in de beruchte uitvlucht
'Befehl ist Befehl'
ontslaat ons immers
niet van onze plichten jegens onze medemensen en jegens de waarheid
als zodanig. De ijver waarmee mensen een complot dat tegen hen
gesmeed wordt, ontkennen, is recht evenredig met de angst voor het
besef van de onherbergzaamheid van deze wereld. (4) Het moedwillig
verketteren in België van geleerden zoals dr. Geert Vanden Bossche
omwille van diens inmiddels bewaarheide waarschuwing dat
massavaccinatie tijdens de pandemie onafwendbaar leidt tot een
uitbarsting van mutaties van het betrokken virus en de arrestatie in
Nederland van Wim Engel en andere gewetensvolle activisten die in het
vuur van de waanzin van de technocraten een lans breken ter
verdediging van onder meer de kinderrechten, onderstrepen de ernst
van de toestand die onafwendbaar uitdraait op een wereldoorlog die
zichzelf nog altijd niet in de ogen durft te kijken.
Propaganda
is indoctrinatie (een vorm van manipulatie, eigen aan totalitaire
regimes) waarvan vroeger radio en vandaag ook televisie de uitgelezen
instrumenten zijn omdat zij de communicatie in slechts één enkele
richting dulden - het hoofdkenmerk van het bevel - terwijl het
internet dat principieel vrije mededeling van mening en dialoog
toelaat, geschuwd wordt sinds het enkele jaren geleden de opstand in
de Noord-Afrikaanse dictaturen faciliteerde en om die reden worden
momenteel vrije zenders alsook bloggers massaal de mond gesnoerd
terwijl onder oneigenlijke voorwendsels ook fysieke samenscholingen
verboden worden en door verregaande controle onmogelijk gemaakt wat,
Heinrich Heine indachtig, een gewis voorteken is van fysiek geweld,
repressie en uiteindelijk ook mobilisering van de massa tot oorlog.
Manipulatie
en indoctrinatie worden nog versterkt door een eenheidsdenken dat
massa's in één welbepaalde richting dwingt. Terwijl tot voor kort
de waarde van de dingen en ook die van de mensen quasi louter in
economische termen werd uitgedrukt, geldt ingevolge het feit dat het
verlengstuk van de economie de oorlog is, dat de op christelijke
leest geschoeide morele vanzelfsprekendheden van weleer stelselmatig
het onderspit delven ten voordele van het botte recht van de
sterkste, het geweld en de terreur waarmee de onwaarden van de nieuwe
normen aan de massa worden opgelegd. Propaganda of geweld middels
ideeën is daartoe het uitgelezen middel.
Wie
zich middenin een oorlog bevinden, verliezen alras de
afstandelijkheid die wel wordt aan de dag gelegd met betrekking tot
voorbije oorlogen en conflicten in afgelegen gebieden; men denkt er
dan niet aan om de informatie die van het eigen regime afkomstig is,
met argusogen te bekijken omdat de persoonlijke betrokkenheid
partijdig maakt. Toch is het een onbetwistbaar feit dat in tijden
van oorlog, navenante oorlogspropaganda altijd van de partij is. Het
is daarbij een quasie onuitgesproken realiteit dat tijdens het zich
vormen van de elkaar te bestrijden kampen, alle betrokkenen in feite
lijden aan een zekere verdwazing welke hen belet om zich te keren
tegen de zich naar voren werkende formaties, ook wanneer zij
aanvankelijk niet geneigd waren om diegenen als hun vijand te aanzien
die uiteindelijk als dusdanig uit de bus komen. Er bestaat derhalve
een toestand van onbeslistheid welke aan de betrokkenen verbiedt om
openlijk een persoonlijke keuze te maken vooraleer die door de
heersende machthebbers werd bepaald en dus in feite afgedwongen. Door
eigen winzucht geneigd om de kant van de sterkste te kiezen, moet men
immers nog het ogenblik afwachten waarop zich na de onvoorspelbare
formatie van de strijdende partijen de sterkste als zodanig heeft
geprofileerd. Uitgerekend gedurende dat vormingsproces van de
verschillende partijen speelt propaganda haar hoofdrol en per
definitie is zij dan allerminst objectieve informatie doch leugen en
bedrog welke zich als objectieve informatie wil doen overkomen. Deze
'kunst van het liegen' beperkt zich niet tot de gekende retorica:
omdat zij massa's moet overtuigen, neemt zij allerminst haar
toevlucht tot de rede en neemt zij evenwel onder de mom van
redelijkheid haar toevlucht tot opzettelijke leugens, dreiging en
terreur met het grofste geweld.
(3)
In de televisionele
corona-update van 21 maart 2020 gebood de woordvoerder van het
Nationaal Crisiscentrum Yves Stevens letterlijk: "Volg
eerst en vooral enkel het officiële nieuws op. Ga niet verder op
geruchten, vals nieuws, enzovoort, enzovoort. Dat kan alleen maar
onzekerheid veroorzaken." Alsof
er iets was dat meer onzekerheid kon zaaien dan het verbod op vrije
mening, want dat is het verbod op kritische bedenkingen en het
stellen van vragen. En meteen voegde hij daar aan toe dat een
speciaal opgeleid team psychosociale steun zal verlenen aan burgers
die met onzekerheden zouden kampen.
In
Antisemitism, het eerste deel van haar werk The Origins of
Totalitarianism, onderstreept Hannah Arendt met betrekking tot
terreur het cruciale kenmerk: terreur maakt slachtoffers naar
volstrekte willekeur. Terreur, aldus Hannah Arendt, dient niet om uit
te roeien of om bang te maken maar om te heersen over een gehoorzame
massa.(1) Met terreur wordt een ideologie opgelegd.
(2)
Bij
terreur is iedereen potentieel slachtoffer, niemand is nog veilig
want schuld en onschuld spelen helemaal geen rol meer. Bij terreur
kan de veiligheid zelf door niemand nog worden verzekerd, er heerst
dan een totale onwetendheid over de toekomst, er zijn niet langer
mogelijkheden tot voorzichtigheid of tot preventie, wat eigenlijk
betekent dat ook de vrijheid opgeheven werd omdat vrijheid pas
mogelijk is waar men ook in staat is om te anticiperen op de gevolgen
van zijn daden. Terreur is een voortdurende dreiging en eigen aan de
dreiging is dat de genoemde onwetendheid haar blinde geweld nog
vermenigvuldigt: waar bombardementen dreigen, moet men dag en nacht
op zijn hoede zijn. Effectieve belastingencontrole zal minder dan één
percent van de burgers treffen maar een dreiging van forse boetes
maakt dat door de band iedereen altijd keurig zijn taksen betaalt. De
onwetendheid omtrent het feit of men zelf gecontroleerd zal worden,
vermenigvuldigt de impact van het systeem. Onwetendheid voedt de
jacht op zekerheid waaraan verzekeringsmakelaars hun rijkdom danken
maar die bij terreur fataal buiten bereik blijft, terwijl niets meer
zenuwslopend is dan te leven in onzekerheid. Cancer, quand c'
est?, zo vertolkt Stromae die onmacht omtrent gezondheid en
zij is hetzelfde euvel dat wie achterblijven treft na de verdwijning
van hun naasten en ook alle betrokkenen bij het oorlogsfront. Oorlog
is terreur.
Wie
naar het front moeten, worden geterroriseerd: enerzijds door hun
aanvallers maar anderzijds ook en vooral door hun eigen oversten,
namelijk waar die geen betere uitkomst zien dan geweld met geweld te
beantwoorden. Voor wie opgeroepen worden ten oorlog, rest slechts de
keuze tussen het heldendom en de lafheid, waarbij de beide
uiteindelijk de dood tot gevolg hebben: in het geval van het
heldendom is dat de fysieke dood terwijl wie zich door (al dan niet
reële) lafhartigheid van de eigen ziel benemen, zichzelf overleven,
wat nog erger is dan de fysieke dood omdat zij voor de rest van hun
dagen, de (al dan niet vermeende) dood van hun mens-zijn bewust
moeten beleven.
Het
heldendom is bovendien maar al te dikwijls bijzonder verraderlijk
verbonden met de onwetendheid, met de roekeloosheid, met het
zelfbedrog en uiteindelijk met het bedrog tout-court (van bij uitstek
de blikken medailles en de betonnen standbeelden). Helden delen in
een onwetendheid waar zij klakkeloos geloven wat hun sluwe oversten
hen opleggen vanuit hun veilige schuilkelders, namelijk dat zij in de
oorlog sneuvelend een heilige plicht vervullen jegens vrouw en kind
en de kerk giet nog heilige olie op dit vuur met de uitleg dat dit
geven van zijn leven voor zijn naaste getuigt van de
allerhoogste liefde. Edoch, dat niet naastenliefde doch sociale druk
en derhalve de vrees voor verbanning uit de maatschappij hier de
eigenlijke drijfveer is, begint pas te dagen als uit lange tijd
geheim gehouden documenten blijkt dat in de reddingssloepen bij de
ramp van de Titanic uitsluitend volwassen mannen zaten en dat de
eersteklassers, onder wie tal van leidinggevende figuren, de hekkens
van de compartimenten van de lager geklasseerden op het schip,
haastig afsloten toen duidelijk werd dat The Unsinkable water
maakte. Van naastenliefde was ook nauwelijks sprake ter gelegenheid
van het experiment van Millgram, dat daarentegen de gehoorzaamheid
aan bevelhebbers en derhalve de zorg voor het eigen hachje (ten koste
van andermans leven) als de ware drijfveer voor de beslissingen van
het gros der mensen aan het licht bracht.
In
zijn Alzo sprak Zarathoestra schrijft Friedrich Nietzsche:
Met bloed schreven zij tekenen op de weg, die zij gegaan waren;
en hun dwaasheid leerde, dat men met bloed de waarheid bewijst. Doch
bloed is de slechtste getuige der waarheid; bloed vergiftigt de
zuiverste leer nog tot waan en tot haat der harten. (3)
Oordeel
derhalve zelf: zijn helden dan te vinden onder hen die er
gewapenderhand en zodoende welbewust op uit zijn om anderen te doden
- die overigens eveneens hun heilige plicht vervullen jegens
vrouw en kind - of vindt men hen veeleer onder wie hun leven aan hun
naasten schenken door het te transformeren in (vaak ondergewaardeerd)
werk ten bate van het leven van wie zij liefhebben?
(J.B.,
28 maart 2022)
Verwijzingen:
(1)
Hannah Arendt, The Origins of Totalitarianism, Pinguin
Classics 2017 (1951), pag. 7: A fundamental difference between
modern dictatorships and all other tyrannies of the past is that
terror is no longer used as a means to exterminate and frighten
opponents, but as an instrument to rule masses of people who are
perfectly obedient.
(2)
Ib., pp. 7-8: In order to establish a totalitarian regime,
terror must be presented as an instrument for carrying out a specific
ideology (...).
(3)
Friedrich Wilhelm Nietzsche, Aldus
sprak Zarathoestra. Een boek voor allen en voor niemand,
in een vertaling van P. Endt en H. Marsman, Wereldbibliotheek bv.,
Amsterdam, 2021, pag. 82. (Oorspronkelijk:Nietzsche,
F.W. (1892), Also
sprach Zarathustra. Ein Buch für Alle und Keinen,
1883-1885, 1. vollständige Ausgabe aller Teile. p. 624 [Zweiter
Teil, Von den
Priestern]:
"Blutzeichen
schriebern sie auf den Weg, den sie gingen, und ihre Torheit lehrte,
daß man mit Blut die Wahrheit beweise. Aber Blut ist die
schlechteste Zeuge det Wahrheit; Blut vergiftet die reinste Lehre
noch zu Wahn und Haß der Herzen".)
26-03-2022
âDE ARRESTATIEâ
De
geschiedenis herhaalt zich:
DE
ARRESTATIE
Het
eerste hoofdstuk van
De
Goelag Archipel
door
Aleksandr
Solzjenitsyn
Dansleraar
Willem
Engel
opgepakt
door
de politie
in
het vrije blije Nederland
op
beschuldiging van 'opruiing'!
25-03-2022
De graanschuur van de wereld: arena van twee totalitaire grootmachten
De
graanschuur van de wereld: arena van twee totalitaire grootmachten
Vandaag
weten we dat dissidenten of mensen die niet langer bereid zijn om de
leugens en de misdaden van het (totalitaire) regime te beamen en die
zich (geweldloos) verzetten, hetzij als criminelen, hetzij als
krankzinnigen werden weggezet, als ze niet al massaal werden
vermoord, zowel in de voormalige Sovjet-Unie (denk aan het
Serbski-instituut in Moskou waar dissidenten gediagnostiseerd als
schizofrenen werden ondergebracht) als in Nazi-Duitsland. Het
prijskaartje voor het ophouden van de schijnwereld die een
totalitaire beweging aan het volk voorspiegelt, bestaat in de
liquidatie van wie die leugens verwerpen en deze getuigen van de
waarheid zijn dan de tegenstanders van het regime, de zogenaamde
dissidenten. En
dat is vandaag niet anders:
de Russische dictatuur wordt aan de kaak gesteld door Navalny en
hetzelfde gebeurt in regimes die terwijl zij aan de macht zijn
uiteraard doorgaan voor normale democratieën en
zo belandde onder meer Julian Assange in de vergeetput alsook de
versnippering van Khashoggi en zoals we zopas vernamen godbetert in het hypocriete Nederland nu ook Wim Engel. En zoals
Heinrich Heine wist, worden grote zuiveringen en liquidaties op den
duur onvermijdelijk. Opzettelijk wordt verwarring geschapen met een
onoverzichtelijk ingewikkelde bureaucratie teneinde in de totalitaire
dictatuur te allen tijde willekeur mogelijk te maken, want "(...)
hoe zichtbaarder de regeringsinstanties, hoe minder macht ze dragen,
en hoe minder van het bestaan van een institutie bekend is, hoe
machtiger ze uiteindelijk zal blijken te zijn. De werkelijke macht
begint waar de geheimhouding begint."
(1)
Bij
het uitbreken van W.O. II begon de radicalisering en werden soldaten
verplicht tot deelname aan massamoorden en deportaties zoals "de
uitroeiing van het Poolse en Oekraïense volk, de uitroeiing van
honderdzeventig miljoen Russen (zoals in één plan vermeld), van de
intelligentsia van West-Europa, zoals het Nederlandse volk en de
volken van de Elzas en Lotharingen, evenals van al die Duitsers die
gediskwalificeerd zouden worden door de prospectieve
rijksgezondheidsverklaring of door de geplande 'wet op de
gemeenschapsvreemden' (...)"
bij de nazi's en bij de bolsjevisten het vijfjarenplan van 1929
"waarin alle
logische regels en economische principes op hun kop werden gezet."
(2)
Totalitaire
heersers zien zichzelf niet als leiders van een volk (zoals ze dat
aan het volk voorlogen) maar zij ambiëren een "internationale
beweging, op weg naar de verovering van de wereld."
(3) en wel onder de heerschappij van een toekomstige elite of een
meesterras.
(4) De paradox ontstaat
"dat de 'geheime samenleving bij klaarlichte dag' qua karakter
en methodes pas echt op een samenzwering gaat lijken vanaf het moment
waarop ze beschouwd wordt als een volwaardig lid van de beschaafde
vereniging der naties."
(5) "Hoe
openlijker de macht van het totalitarisme, des te geheimer zijn ware
doeleinden."
(6) Omdat totalitaire regimes tot doel hebben de ganse aardbol te
veroveren, zien zij geen enkel land als buitenland: "elk
land zien ze als hun potentieel territorium." (7)
"Elke uiting
of daad tegen het Derde Rijk werd bestraft als hoogverraad."
(8) "Als de
totalitaire veroveraar zich overal gedraagt alsof hij thuis was, dan
moet hij tegenover zijn eigen volk evenzeer optreden als een vreemde
veroveraar."
(9) En zo werd "de
uitroeiingspolitiek [van de nazi's] uitgebreid tot de rangen van
'radicaal niet levensvatbare' Duitsers."(10)
Ook de Sovjet-Unie gedroeg zich agressief tegen het eigen volk.
Als
wij ons vanuit België zo'n 1400 km naar het oosten toe verplaatsen,
bereiken we de grenzen met Oekraïne, 'de graanschuur van Europa' en
sinds 1986 uiteraard bekend vanwege de kernramp in Tsjernobyl dat
nabij de hoofdstad Kiev is gelegen. Oekraïne is na Rusland het
grootste Europese land: België kan er twintig keer in en haar zeer
vruchtbaar landbouwgebied, de 'zwarte aarde' genoemd, is zo groot als
Frankrijk en Duitsland samen. Duizend jaar geleden stichtte het
Scandinavische volk de Varjagen het Kievse Rijk, de wieg van Rusland,
dat Byzantijns Christelijk werd en dat nu nog steeds overwegend
christelijk is. In 1240 vielen de Mongolen er binnen, vervolgens viel
het onder Litouwen dat met Polen fusioneerde en het raakte verdeeld
in een oosters en een westers stuk. Na de Oktoberrevolutie van 1917
en de Russische burgeroorlog (1917-1922) maakte Oekraïne als SSR
deel uit van de USSR. Oekraïne kwam
onder het juk van twee volkerenmoordenaars:
Stalin brak het verzet van de boeren tegen de toe-eigening van de
landbouwgrond door de staat door de Oekraïners uit te hongeren en
deze zogenaamde 'holodomor' kostte in 1932-'33 aan tien miljoen
mensen het leven. En onder Hitler verloor het land in 1941 een zesde
van zijn bevolking. Vandaag lijkt
zich een gelijkaardig scenario te herhalen:
de graanschuur van de wereld is de arena geworden van twee
totalitaire grootmachten.
Pas
na 1945 werd de Oekraïense SSR opnieuw welvarend. Onder Chroetsjov
werd de Krim bij Oekraïne geannexeerd 'als gebaar van vriendschap'.
Intussen werd de Krim alweer Russisch alsook een deel van de Oekraïne
waarvan de recente geschiedenis alweer woelig is. Na de mislukte
staatsgreep in Moskou in 1991 waarbij gepoogd werd om de regering
Gorbatsjov omver te werpen, riep het parlement van Oekraïne de
onafhankelijkheid van het land uit. Die werd bevestigd door een
referendum en ook de Krim stemde zich onafhankelijk. Een
afschrikwekkend feit was echter dat de Oekraïne naast de Europese
graanschuur ook een nucleaire kernmacht was met een gigantisch
arsenaal aan kernwapens.
In
1994 bekwamen de VS, Rusland en Engeland dat Oekraïne zijn 1800
kernraketten liet vernietigen in ruil voor zijn
soevereiniteitsgarantie... waar de huidige president Zelensky
naar verwijst, nu de Russen zijn land lijken binnen te vallen. De
gewezen TV-komiek kwam nota bene aan de macht in 2019 waarmee hij
zijn Russisch gezinde voorganger van de troon stootte maar niet alle
boeren zijn opgezet met zijn komst omdat hij multinationale
geldschieters faciliteert om de Oekraïense landbouwgronden op te
kopen terwijl een eerdere regeling de grond onder het volk had
verdeeld zodat de boeren er konden van leven. Overigens
ook in andere gewezen Oostbloklanden blikken sommigen na een wat
overhaaste aansluiting bij het westen met wat heimwee terug naar de
'goede oude tijd' en dat verdeelt uiteraard de gemoederen. (11)
De
zogenaamde 'denazificatie' van Poetin is derhalve niet helemaal uit
de lucht gegrepen. "De
foto's van Litouwers die groepen joden afmaken met ijzeren staven,
behoren nog altijd tot de schokkendste beelden van de Tweede
Wereldoorlog,
zo schrijft journalist Jorn De Cock in zijn bijdrage over
extreemrechts in Centraal-Europa in de bundel Nieuw
Radicaal Rechts in Europa(12)
dat verscheen kort na de val van het ijzeren gordijn in 1989. Inzake
het voormalige Oostblok heeft hij het over "een
nieuw populisme" en
over "virulent
nationalistische en antisemitische partijen"in de Baltische Staten maar ook in
Polen, Roemenië, Slovakije, Hongarije, Tsjechië, Bulgarije en... de
Oekraïne.
De
fascist, racist en antisemiet László Bárdossy werd in 2000 (onder
de regering van Viktor Orban) openlijk herdacht en geëerd in de
Stefansbasiliek in Boedapest. (13) "In
de Letlandse hoofdstad Riga vindt jaarlijks een mars plaats van de
oude Letse SS-ers"-
samen met de Estlanders en de Litouwers namen zij deel aan de
massamoord op joden in W.O.II. (14) In Wit-Rusland werd door de
nazi's een gruwelijke genocide gepleegd waarvoor het bloedbad van
Chatyn symbool staat. (15) Het nazisme onder Adolf Hitler was dermate
onmenselijk dat het Westen een alliantie vormde met de Sovjet-Unie
onder Stalin om de nazi's te kunnen verslaan.
Herhaalt
zich de geschiedenis? Zijn het neo-nazi's, of beter: inter-nazi's die
de coronapandemie of het Panopticum Corona op touw hebben gezet om de
wereldheerschappij te kunnen grijpen? Is deze oorlog tussen Rusland
en de Oekraïne in wezen een heruitgave van de strijd tussen het
communisme en het nazisme dat nu verpopt zou zijn tot het
internazisme en dat zich zopas gemanifesteerd lijkt te hebben met als
psychedelisch wapen de fantastische fabel van de pandemie? Het door
Europa zozeer verguisde nazisme waarvan nu blijkt dat het altijd al
de ideologie was van de westerse elite die nu wil dat haar bevolking
ze omarmt en naar het front holt om ze te gaan verdedigen? (16)
Hoe
dan ook blijkt de graanschuur van de wereld opnieuw het strijdperk te
zijn geworden van twee totalitaire regimes die het nota bene geen van
beide goed voorhebben met de E.U.: zowel Rusland (bij monde van
Aleksander Doegin, 'het brein van Poetin' (17)) als de V.S. (cf. de
steun aan de Europese nationalisten via onder meer de
'gladiatorenschool' in het Cartuizenklooster van Trisulti van Trumps
gewezen strateeg, Steve Bannon (18)) hebben hun munt zien devalueren
sinds de creatie van de Euro en reeds is de V.S. erin geslaagd om een
exit uit Europa van de Britten te realiseren met de medewerking van
de met Trump bevriende populist-extremist Nigel Farage. (19)
Bij
de Navo-top in Brussel op 24 maart 2022 kwam de Amerikaanse president
Joe Biden Europa oproepen tot een beetje meer actie, zoals ook
hier in België de aartsbisschop de oorlog al verheerlijkte tijdens
zijn misviering met de Oekraïense achterblijvers van de
frontsoldaten aan wie hij de verpersoonlijking toeschreef van de
grootst mogelijke liefde, zoals trouwens ook gebeurde bij het
ronselen van de Oostfronters in W.O.II. Bijzonder verontrustend hoe
de plaatselijke politici gelijk knipmessen buigen voor de grillen der
machtswellustelingen. Gaat het werkelijk om het redden van de
mensheid of gaat het veeleer om ideologische invloedssferen (zoals in
de daarna verdeeld koeken Vietnam, Cambodja, Korea, enzovoort) met
economische consequenties zoals de levering van vlees, gas en wapens?
(J.B.,
25 maart 2022)
Verwijzingen:
(°) Zie
ook Tisallemaiet, teksten d.d. 14-06-2021,
(1)
Hannah Arendt, Totalitarisme,
Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het
Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p.
218-227.Oorspronkelijk:
Totalitarianisme,
deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat
negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The
Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
(2)
Totalitarisme,
p.
227.
(3) Ib.
(4)
Totalitarisme,
pp.
227-228.
(5)
Totalitarisme,
pp.
229-230.
(6)
Ib.
(7)
Totalitarisme,
p.
231.
(8)
Totalitarisme,
p.
232.
(9)
Totalitarisme,
p.
233.
(10) Ib.
(11)
Zie: Tisallemaiet, tekst d.d. 12 april 2021. Geraadpleegde
bronnen:
De geschiedenis herhaalt zich: Nazi's en neo-nazi's
De geschiedenis herhaalt zich:
Nazi's en neo-nazi's
2022:
1938:
14-03-2022
Tot stof en as Deel 6: De Neo-Oostfronters, Gorbatsjev en de bom
Tot stof en as
Deel 6: De Neo-Oostfronters, Gorbatsjev en de bom
In de Tweede Wereldoorlog vormde zich een alliantie (van het Westen, samen met de Russen) tegen de (Duitse) nazi's en als we Poetin mogen geloven vormen vandaag de neonazi's een front tegen de Russen. Is het niet een beetje onbezonnen of overhaast als de kerk de Oekraïense vlag laat wapperen op de toren van de Gentse Sint-Baafs en elders? Wanneer in de Antwerpse kathedraal de aartsbisschop voor de vluchtelingen uit de Oekraïne een mis opdraagt en in zijn preek eraan herinnert dat de grootste vorm van liefde erin bestaat zijn leven te geven voor zijn geliefden, bedoelt hij uiteraard de verheerlijking van het heldendom bij de troepen aan het front, het oostfront, andermaal het oostfront. Men herinnere zich de tien- tot twaalfduizend vrijwillige Vlaamse Oostfrontstrijders van toentertijd die gingen vechten tegen de Bolsjewieken, de communisten, hiertoe opgejut door dezelfde clerus die nu in herhaling valt en spreekt over het summum van de liefde waar in werkelijkheid onwetende mensen massaal de dood worden ingejaagd door hun oversten die de veilige schuilkelders bevolken en de onaantastbare huizen van God: de tragedie van het Vlaams Legioen lijkt aan een heruitgave te zullen beginnen. (1)
Zij vormden toentertijd een minderheid, de Vlamingen die de zijde van de nazi's kozen (er was overigens ook een Waals Legioen), hiertoe aangezet door de kerk, die na de oorlog via de zogenaamde rattenlijn (2) de oorlogsmisdadigers en de grootste beulen uit de geschiedenis hielp ontkomen naar het Zuiden van Amerika, naar onder meer Bariloche waarop men vandaag met Google Earth een blik kan werpen: men waant zich daar warempel in Oostenrijk, de geboorteplek van Adolf Hitler. (3)
Vandaag echter is de geheime operatie van de nazificatie middels de inzet van het populisme via de massamedia zo ver gevorderd dat zij het ganse westen in een onzichtbare tang houdt onder de vaak onbetrouwbare vlaggen van vrijheid, democratie, christelijk geloof en liberalisme. Is het niet altijd de buitenlandse politiek van de V.S. geweest om in het spoor van Julius Caesar te verdelen en te heersen? Hebben de Amerikanen het nationalisme in Europa dan niet ondergronds gesteund met het oog op het uiteenvallen van de E.U. van wie zij tenslotte terecht mochten vrezen dat die met de euro, de eens zo machtige dollar doet buitelen?
Zoals Maurice De Wilde het verwoordde die over de 'Nieuwe Orde' schreef, moet men alle klokken laten luiden vooraleer men een definitief oordeel velt en men een beslissing neemt met onomkeerbare gevolgen. En dat is in deze oorlog kennelijk opnieuw een heet hangijzer en allerminst een sinecure. Uiteraard moet er tegen dictators opgetreden worden, uiteraard is het onder geen beding geoorloofd om mensen de rug toe te keren van wie de rechten worden geschonden. Maar laten wij toch eerst tenminste de objectieve feiten onder ogen proberen te zien.
In een interview met de BBC van niet zo heel lang geleden herinnerde Mikhail Gorbatsjev eraan dat het de V.S. geweest zijn die de atoombom hebben gedropt. Vandaag nog worden mensen door de straling misvormd geboren in Hiroshima en Nagasaki. En waarom deden de V.S. dat dan? Waarom anders, dan om de hele wereld te waarschuwen: wie zich tegen onze wil verzetten, krijgen er zo eentje. Willen wij onszelf redden, dan moeten we ervoor zorgen dat alle atoomwapens, alle massavernietigingswapens verdwijnen, aldus de oud-president van Rusland. (4)
Inderdaad, niet door ons te schikken naar de grillen van de V.S. kunnen wij ons redden maar wel door die gemene wapens te vernietigen: in Rusland en in China maar ook hier in Kleine-Brogel, in de V.S. en op alle plaatsen in de wereld waar ze zijn opgesteld en waarmee binnen de paar minuten de eerste de beste gek met macht van deze wonderlijke planeet een voor immer dode plek kan maken.
In
dit door Roman Polanski's verfilming alom bekende horrorverhaal van
Ira Levin baart een jonge vrouw de zoon van de duivel door wie zij in
een droom verkracht werd. Tijdens haar zwangerschap moet zij die
waarheid onder ogen zien en het moederinstinct verhindert haar om
daartegen ook maar iets te ondernemen, wat haar absolute eenzaamheid
bezegelt.
Lang
niet zo groot is de eenzaamheid van wie met hun inzichten
vooruitlopen op de massa met miskenning als enig loon want desnoods
kunnen zij nog kiezen voor het martelaarschap: die allerlaatste
uitweg is Rosemary niet gegund; het is haar lot de waarheid immer in
zich op te moeten bergen en zo wordt zij de vergeetput van de
waarheid. Omdat de waarheid naar zijn eigen zeggen God is, zal
Rosemary eeuwig branden in de hel. De tegenpool is zij van de heilige
maagd Maria die de Waarheid baarde omdat in Rosemary de waarheid
sterven moet en het kwaad tot leven komt: de leugen, verpersoonlijkt
in het kind van de duivel.
De
westerse beschaving is een gebouw gefundeerd op de retorica, die
echter de kunst is van het liegen. Alles wat onze cultuur
voortbrengt, zit verpakt en de verpakking belemmert het zicht op de
zaak zelf terwijl zij nochtans pretendeert die zaak te belichten want
zij is de naam en derhalve het doopsel: men mag niet zien wat erin
zit, men moet geloven wat de doos over de inhoud zegt. De verpakking
of de naam, de uitleg, de van de wijs brenging, de omleiding, weg van
het doel: het dwaallicht.
De
oplichterij openbaart zich pas waar de waren slechts hun verpakking
blijken: binnenin is leegte. Het bedrog brengt illusie gevolgd door
desillusie, telkens opnieuw. Onze cultuur bedriegt en het bedrog
verslaaft; de verslaving verziekt en de ziekte doodt. Dit heet
kapitalisme, hebzucht, maar ook eerzucht, de zucht naar roem, het
immer hoger, sneller, sterker, de tomeloze vrijheidsdrang, de
Übermensch, de Godmens, de moordende zelfverheerlijking. Het alom
verheerlijkte geld is de exponent van de lege verpakking. Zij belooft
vrijheid maar brengt alleen verknechtende oorlog.
Heel
anders is de oosterse cultuur, die bescheidenheid predikt en die de
tevredenheid aanprijst: zij leert dat rijkdom niet de bevrediging is
van behoeften maar hun afwezigheid of tenminste hun beperking. Uit
het inzicht in het kwaad van de hebzucht werd het antikapitalisme
geboren dat vorm kreeg in het communisme en sindsdien is de
politiek-ideologische wereld in twee verdeeld en die verdeeldheid
manifesteert zich in eenzelfde zich immer herhalende oorlog die zich
uitstrekt over de hele planeet. De beide ideologieën bevechten
elkaar maar wat zij gemeen hebben, is de oorlog, die daarom, zoals
Herakleitos het zegde, de vader van alle dingen is.
De
strijdende partijen hebben elk hun eigen waarheid: in tijden van
oorlog splitst zich de waarheid in twee leugens op. Het is de
teleurgang van de waarheid die vechten doet. De retoriek zelf is
strijd omdat zij liegt, zij is een geheel van holle frasen wiens
verdedigers lege hulzen zijn: praters zonder ziel, die verkondigen
wat winst oplevert, vandaag dit en morgen iets anders. Zij leven voor
het geld dat de lege verpakking bij uitstek is, zij aanbidden de
mammon, die de onmens bij uitstek is, de niet-persoon, de duivel. En
zij die hem in het vizier hebben, delen het lot van Rosemary: zij
moeten de waarheid van het kwaad verzwijgen omdat dit kwaad hun
eigenste kind is.
(J.B.,
13 maart 2022)
BBC interview met Mikhail Gorbatsjev
BBC interview met Mikhail Gorbatsjev
12-03-2022
Tot stof en as Deel 4: Kiev, de wieg van Rusland
Tot
stof en as
Deel
4: Kiev, de wieg van Rusland
Volgens
de Duitse historicus Ernst Nolte (1923-2016) aan wie het verwijt dat
hij de uniciteit van de holocaust in twijfel trok, zijn het fascisme
en het marxisme (op hun beider antiliberalisme na) elkaars tegenpolen
terwijl zij paradoxaal genoeg dezelfde methoden gebruiken om elkaar
te bestrijden. (1) Het fascisme is bovendien nationalistisch (het
marxisme is internationalistisch), gewelddadig en propagandistisch en
zou een overreactie zijn op het 'spook' van het communisme dat na de
Russische Revolutie van 1917 'door Europa waart' (2) nadat de
Bolsjewieken onder Lenin als overwinnaars uit de bus kwamen na een
jarenlange burgeroorlog tussen deze communisten, de liberalen en de
anarchisten. (3) Vijf jaar later werd daaruit de USSR gevormd, een
communistische eenpartijstaat (bestaande uit 15 geünificeerde SSR's,
een aantal autonome SSR's en een aantal autonome regio's) die
standhield tot 1991. De eerste SSR was de Russische, gesticht in
november 1917, onmiddellijk gevolgd door de Oekraïense op 25 december
1917: niet verwonderlijk daar de Oekraïense hoofdstad Kiev, dat een
handelscentrum was aan de Dnjepr waar omstreeks de negende eeuw de
Roes - dat zijn de Varjagen (een subgroep van de Vikingen) of de
Russen - strandden, in feite de wieg is van het grote Rusland. (4)
Kiev,
de wieg van het duizendjarige Rusland: Amerikaanse multinationals
benijden de waarde van de 'graanschuur van Europa', zoals de Oekraïne
van oudsher heet en zij willen er beslag op leggen, zoals zij ook
elders in de wereld beslag leggen op de bodemschatten om dan na de
plunderingen een berg vergiftigd afval achter te laten. De boeren (in
de stiel sinds duizend jaar en langer) moeten het ginder dan maar
zien te rooien met een uitkering van de staat en om hun nageslacht
dat dan uiteraard geheel buiten de prijzen valt, maalt geen kat meer.
Het praat eventuele bombardementen op de burgerbevolking niet goed,
maar zou men dan niet voor heel wat minder op zijn paard zitten?
Tot stof en as Deel 3: Poetin en zijn denazificatie
Tot
stof en as
Deel
3: Poetin en zijn denazificatie
"De
foto's van Litouwers die groepen joden afmaken met ijzeren staven,
behoren nog altijd tot de schokkendste beelden van de Tweede
Wereldoorlog, zo
schrijft journalist Jorn De Cock in zijn bijdrage over extreemrechts
in Centraal-Europa in de bundel Nieuw
Radicaal Rechts in Europa
(1) dat verscheen kort na de val van het ijzeren gordijn in 1989.
Inzake het voormalige Oostblok heeft hij het over "een
nieuw populisme" en
over "virulent
nationalistische en antisemitische partijen"
in de Baltische Staten maar ook in Polen, Roemenië, Slovakije,
Hongarije, Tsjechië, Bulgarije en... de Oekraïne.
De fascist, racist en antisemiet
László Bárdossy werd in 2000 (onder de regering van Viktor Orban)
openlijk herdacht en geëerd in de Stefansbasiliek in Boedapest. (2) "In de Letlandse
hoofdstad Riga vindt jaarlijks een mars plaats van de oude Letse
SS-ers" - samen
met de Estlanders en de Litouwers namen zij deel aan de massamoord op
joden in W.O.II. (3) In Wit-Rusland werd door de nazi's een
gruwelijke genocide gepleegd waarvoor het bloedbad van Chatyn symbool
staat. (4) Het nazisme onder Adolf Hitler was dermate onmenselijk dat
het Westen een alliantie vormde met de Sovjet-Unie onder Stalin om de
nazi's te kunnen verslaan.
Herhaalt
zich de geschiedenis? Zijn het neo-nazi's, of beter: inter-nazi's die
de coronapandemie of het Panopticum Corona op touw hebben gezet om de
wereldheerschappij te kunnen grijpen? Is deze oorlog tussen Rusland
en de Oekraïne in wezen een heruitgave van de strijd tussen het
communisme en het nazisme dat nu verpopt is tot het internazisme en
dat zich zopas gemanifesteerd heeft met als psychedelisch wapen de
fantastische fabel van de pandemie? Het door Europa zozeer verguisde
nazisme waarvan nu blijkt dat het altijd al de ideologie was van de
westerse elite die nu wil dat haar bevolking ze omarmt en naar het
front holt om ze te gaan verdedigen?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
11 maart 2022)
Verwijzingen:
(1) Alex
Buyse (samensteller) en De Standaard-redactie, Nieuw radicaal
rechts in Europa, Houtekiet,
A'pen/A'dam 2002, pag. 197.
De straf is een genade
omdat zij loutert maar de betekenis daarvan blijft verborgen totdat
verklaard wordt hoe de misdaad niet de oorzaak is van de straf (wat
wordt uitgedrukt als volgt: "Als er misdaad is, dan
volgt straf" - formeel: "als M dan S")
en ook niet in het equivalent daarvan, namelijk in de omkering
waarbij de beide leden in hun negatie geponeerd worden ("Als
er niet gestraft werd, dan werd er geen misdaad
meer gepleegd" - formeel: "alsniet S dan
niet M") maar wel als een geheel nieuw equivalent. De
beloofde (en dus de toekomstige) straf zorgt er immers voor (of: zij
veroorzaakt, meer bepaald vanuit de toekomst waar zij bovendien
alleen als dreiging bestaat) dat er geen misdaad (meer)
gepleegd zal worden. Maar dat betekent meteen dat er helemaal
niet gestraft wordt wanneer zich geen tweede kans meer zal voordoen:
de straf betekent niets anders dan de belofte van een herkansing.
Waar de straf uitblijft,
waar de misdaad onbestraft blijft, geldt daarom de straffeloosheid
als de allerergste straf: zolang men niet bestraft werd voor zijn
misdaad, blijft men in het ongewisse over de mogelijkheid tot
herkansing, met andere woorden: over het terugkrijgen van de vrijheid
(om al dan niet het goede te doen). Het uitblijven van straf brengt
de misdadiger derhalve in een toestand van onvrijheid of
gevangenschap: zijn keuzevrijheid werd opgeheven, hij werd (door zijn
misdaad) geketend en hij zal geketend blijven totdat een straf hem
bevrijdt. Die bevrijding wordt een loutering genoemd en zo zegt men
dat de straf loutert.
Van genadeloosheid is
sprake waar de straf voor altijd uitblijft. Ongenade betekent daarom
veroordeling, ontneming van vrijheid, gevangenneming, stopzetting van
mogelijkheden, beëindiging van het bestaan waarvoor de vrijheid
immers een sine qua non is.
Naar aanleiding van het
verschijnen van de zwarte ballon van de ongenade verwijst de Vlaamse
auteur Ludo Noens naar het door Carl Gustav Jung uitvoerig
bestudeerde verschijnsel van de synchroniciteit: het betekenisvol
gelijktijdig optreden van verwante gebeurtenissen zonder onderling
oorzakelijk verband.
Ook verwijst Noens in
datzelfde verband naar het teken aan de wand ten tijde van het rijk
van de Babylonische koning Belsazar, ons welbekend van een schilderij
van Rembrandt. Het boek Daniël beschrijft hoe tijdens een van zijn
feestmalen deze vorst in het Aramees (1) de volgende tekst ziet
verschijnen op een muur:
מנא
מנא תקל ופרסין
(məne məne
təqel ûfarsîn),
wat letterlijk wil
zeggen:
"Geteld, geteld,
gewogen en verdeeld",
of: "Gewogen en
te licht bevonden",
door de profeet Daniël
verklaard als de aankondiging van de val van Babylon.
Die nacht werd Belsazar
vermoord en zijn rijk werd verdeeld onder de Meden en de Perzen.
Bij ongenade wordt
afgezien van een straf en derhalve van herkansingsmogelijkheden en
wordt het volk waarop de vloek in kwestie rust, kennelijk vernietigd.
(J.B., 7 maart 2022)
Verwijzingen:
(1) Het Aramees is de
vandaag bijna dode taal die Jezus sprak en die nu nog opduikt in
onder meer bepaalde streken in Syrië.
06-03-2022
Tot stof en as
Tot
stof en as
Het is nog vroeg in de
ochtend als niet het zonnewiel doch een zwarte luchtballon achter de
huizen opdoemt en langzaam en laag dichterbij komt, totdat de tekst
erop zichtbaar wordt: "Ongena", zo leest men tegen wil en
dank.
Het is 5 maart 2022, men
zegt dat de derde wereldoorlog begonnen is. Het is niet langer Mark
Van Ranst die dag in dag uit de kijkbuis vult: Vladimir Poetin heeft
hem de loef afgestoken met een ander paard uit de Apocalyps. De
Russische monarch herinnert nu aan zijn landgenoot die 101 jaar
geleden geboren werd, ("What's in a number?", zo
fluistert een lezer die met 1984 zijn mond maskeert) en
bedoeld wordt hier Dostojevsky met, uit zijn Schuld en boete,
de moordenaar Raskolnikov die zich een Uebermensch waant.
Zoroaster, de grote god van het zuiverende vuur.
Is het in Georgië dat
Poetin voor zijn moordpartijen zoveel bijval krijgt met het
commentaar dat hij in dit armageddon - de ultieme strijd tussen goed
en kwaad - de redder van de mensheid is, de Uebermensch van
Nietzsche die opdoemt in de wanen van de ondervoede, vereenzaamde en
zieke Rodion? De held die zich situeert Jenseits von Gut und Böse,
zoals de titel luidt van Nietzsche's genealogie van de moraal. Rodion
Raskolnikov.
Radium is een uiterst
radioactief element met atoomnummer 88 en een lezer van Mein Kampf
fluistert ons toe dat dit getal de Führer symboliseert in de
geheimtaal van de neonazi's die Poetin naar zijn zeggen achterna zit,
vanwege de initialen van ein Meister aus Deutschland. In
Oekraïne gingen zij flink tekeer, de nazi's.
Der Tot ist ein
Meister aus Deutschland, zo klinkt het in
Totesfuge van Paul
Celan en het gedicht begint met de woorden: "Schwarze
Milch der Frühe". In de vroegte, een
zwarte ballon in de lucht, dreigend laag en traag, is het de stilte
voor de storm? - haast raakt hij de takken van de hoge bomen die nog
net niet in bot staan. "Wir schaufeln ein
Grab in den Lüften da liegt man nicht eng."
"Dein goldenes
Haar Margarete
dein aschenes Haar
Sulamith."
Het nieuwe mondmasker,
anders genaamd: de doos jodiumtabletten, moet de schildklier
verzadigen met dit element om te vermijden dat zijn radioactieve
broertje de klier met alsem vult, afkomstig uit de 129 Europese
kerncentrales die gewis readymade atoombommen zijn, te
activeren met wat buskruit vastgemaakt aan een drone van 40 Euro uit
de supermarkt. Jodiumtabletten, tegen elk kwaaltje is een kruid
gewassen, zo leest men boven de deur van de apotheek van god. "Laat
varen alle hoop, gij die hier binnentreedt", zo staat
geschreven boven de hellepoort van Dante Alighieri. De hel, het vuur,
Zarathoestra, Radium en het rijzen van de zwarte ballon.
(J.B., 6 maart 2022)
04-03-2022
Ter gelegenheid van het bombardement op de grootste kerncentrale van Europa d.d. 3 maart 2022: âStille zaterdagâ
Ter
gelegenheid van het bombardement op de grootste kerncentrale van
Europa d.d. 3 maart 2022: Stille zaterdag (1)
In
een recent interview van Jan Jagers, voor Magazine Universiteit Antwerpen,
met Jeffrey Sachs, topadviseur van de secretarisgeneraal van
de VN en 's werelds grootste econoom van dit eigenste ogenblik,
herinnert de eredoctor aan een fenomeen waarover bijvoorbeeld
ook 'de laatste getuigen' [van de holocaust] het hebben en
dat verwant is met wat Primo Levi betitelt als het allergrootste kwaad,
zijnde de onverschilligheid: "(...) Hoewel we kúnnen samenwerken,
lijken we desondanks in een tijd te leven die compleet
gevangen zit in toenemend wantrouwen, waardoor zelfs het
gevaar op wereldwijde vernietiging dreigt. (...) De opkomst van
vooral China, van Azië, betekent het einde van de door het Westen
geleide wereld zoals we die de laatste 250 jaar hebben gekend.
Opmerkelijk
is dat de VS (...) nu zelf onstabiel is en in vele opzichten
een schurkenstaat, a rogue nation. Jammer genoeg. Met een
mentaal zieke president kan je dit moment niet anders zien dan
als dramatisch. (...) Ik vrees een nucleaire oorlog. (...) We zien zoiets
nooit als een optie tot het echt gebeurt, omdat onze psychologie zulke
risicos simpelweg niet kan verwerken. (...) Vliegende ganzen
in radarstralen hebben we geïnterpreteerd als intercontinentale raketten
uit Rusland, ook radarreflectie op de opkomende maan
is daar al voor doorgegaan, en zopas was er in Hawaii vals alarm
over een nucleaire aanval (...). Het is twee minuten voor middernacht.
Alle mensen van goede wil moeten nu opstaan en nee
zeggen (...)" (2)
Onze
psychologie kan dit niet verwerken: als een kwaad maar groot
genoeg is, zal het niet langer als zodanig gelden doch daarentegen als
een goed. Om die reden wordt de naam van Napoleon Bonaparte
(1769-1821), een der grootste massamoordenaars aller tijden,
alom in ere gehouden met reusachtige standbeelden en andere eretekens
bij de vleet; naar hem worden in alle metropolen ter wereld
restaurants en cafés genoemd en zelfs allerlei luxeproduc-
ten,
incluis dranken en bonbons, alsof hij een sinterklaas was of een
paashaas. Hetzelfde geldt voor Nero (37-68), Mao (1893-
1976),
Stalin (1878-1953) en vele andere tirannen. Het droppen van
de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki die in één klap een
kwart miljoen mensen ter plekke deden verdampen zodat het enige
spoor dat van hen restte een zwarte vlek was op de grond, wordt
niet alleen herdacht door de slachtoffers: ook de daders bleven hun
heldendaad vieren, onder meer met de tentoonstelling in het
National Air and Space Museum, in Washington D.C., van de
belangrijkste
onderdelen van de Enola Gay het vliegtuig waarmee de
bommen werden gedropt tot de dag dat het tuig met verf en
bloed besmeurd werd. En de Japanners werden sinds die zwartste dag
uit hun geschiedenis de beste bondgenoten van de moordenaars van
hun volk.
Onze
psychologie kan een zo groot kwaad niet verwerken of toch
niet meteen. Want als er vele, vele jaren overheen gegaan zijn,
blijft uiteindelijk de waarheid over. Zo kwamen heel lang geleden de
eerste mensen Amerika in via het Noord-Westen dat aan het
Noord-Oosten van Azië grenst en zo bevolkten geelhuiden met pikzwarte
haren Chinezen dat continent totdat zij daar door Europese
goudzoekers werden verdreven, gescalpeerd of in reservaten ondergebracht
met gratis alcohol dat de zogenaamde Indianen echt
Chinezen zijn, verraadt ons zelfs hun beider poëzie. (3)
Hollywood
ten spijt met zijn op nog ongerepte breinen mikkende propagandafilms
over heldhaftige cowboys, weet nu stilaan iedereen hoe
gigantisch de leugens zijn die door de oorlogsmachinerie gebrouwen
worden.
Maar
als onze psychologie niet in staat is om een kwaad te verwerken dat
al te groot is, waarom zou hetzelfde dan niet waar zijn voor
een al te groot goed? Het is bijvoorbeeld algemeen geweten dat
het menselijke besef van het mirakel van het leven bijzonder ontoereikend
is. Of spreken de kwistigheid met levensbelangrijke zaken,
met mensenlevens en met levende soorten dan geen boekdelen?
En
het gemak waarmee men oorlog voert, de onbezonnenheid
van landen en hun leiders? Onze psychologie blijkt derhalve evenmin
in staat om een goed dat al te groot is, te bevatten. Vandaar de
vraag: zou het niet kunnen dat niet slechts het leven maar evenzeer
het eeuwig leven of de verrijzenis behoren tot die goederen waarvan
de omvang het bevattingsvermogen van onze psychologie simpelweg
te boven gaan?
Want
dat wij het wonder van het biologische leven altijd zo fel onder zijn
waarde schatten, komt doordat wij eraan gewoon geraakt zijn,
zoals men zo vaak zegt, en gewenning is niets anders dan
ongevoeligheid, psychisch
onvermogen of een tekort aan besef. En gaan
zij die het leven na de dood verwerpen omdat zij zeggen dat niemand
dit bevatten kan, er dan niet verkeerdelijk vanuit dat het leven
vóór de dood wél bevattelijk zou zijn? Ja, zij verwijzen naar de
wetenschappen, die de religie van de nieuwste tijd zijn, maar zij
blijven een religie. Want meer dan beschrijvingen geven de
wetenschappen vooralsnog
niet. Meer kan onze psychologie vandaag kennelijk
niet verwerken. Pasen blijkt een zaak voor veel en veel later
een zaak voor een tijdperk dat nog volgen moet op dat van de
vrede, dat nog lang niet in zicht komt. Wij houden noodgedwongen
halt
bij Stille Zaterdag.
Verwijzingen:
(1)
J. Bauwens, Panopticum
Corona, pp. 34-36: 'Stille zaterdag'. Tekst d.d. Paaszaterdag
2018.
(2)
https://www.uantwerpen.be/images/online/magazine/MUA27/#6/
z
Vijftien
jaar na de Amerikaanse atoombommen op Hirosjima en Nagasaki en
inmiddels dus tweeënzestig jaar geleden, schreef de Antwerpse
meesterverteller Jos Vandeloo een roman over de lotgevallen van drie
met radio-actieve straling besmette arbeiders in een kerncentrale.
Zesentwintig jaar na de publicatie van Het gevaar en meer
bepaald op 26 april 1986 deed zich de door Vandeloo gevreesde
kernramp voor in (het toen Russische) Tsjernobyl. Nog eens
zesendertig jaar later en meer bepaald gisteren, werd Europa's
grootste kerncentrale in Zaporozje gebombardeerd. (1)
Gezond
verstand is een heel mooi sprookje omdat het ons laat geloven dat god
zelf in onze ziel een geweten heeft gelegd dat ons influistert wat
goed is en wat kwaad. De apostel Paulus echter, de stichter van het
Paulinische christendom waarop het katholicisme ge-ent is, wist al
beter: zonder de wet, had ik het onderscheid tussen goed en kwaad
niet eens gekend, zo bekent hij in een van zijn brieven. Wie denken
te handelen vanuit een eigen door god gegeven geweten of vanuit het
gezond verstand, vergissen zich derhalve, zij weten niet of zij
willen het niet weten dat hun motieven gedirigeerd worden door de
sancties welke de wetten bekrachtigen. Wij vinden die dingen goed
waarvoor wij altijd beloond werden en het kwaad is dan datgene waarop
strenge straffen staan. De sociologie en meer bepaald de
cultuurwetenschappen laten zien hoe verschillend morele opvattingen
kunnen zijn en hoe die verschillen wortelen in even verschillende
culturen en in uiteenlopende bestaanscondities. In onderbevolkte
samenlevingen moet men zich schamen kinderloos te blijven terwijl een
overbevolkte wereld het stichten van een groot gezin steeds vaker
gaat beschouwen als 'not done'.
Maffioso
kunnen vaak niet op het rechte pad worden gebracht omdat zij meer te
vrezen hebben van de meedogenloze en ongeschreven wetten van de
onderwereld dan van de veel zachtere bestraffingen in de wereld van
de legaliteit. In het geweten van de racist regeert de plicht om de
anders gekleurde zijn rechten te ontzeggen of zelfs om hem uit te
roeien en waar racisten de meerderheid vormen trachten zij hun
ongeschreven wetten in weerwil van de legaliteit aan anderen op te
leggen. Hannah Arendt beschrijft hoe het nazisme in Duitsland lang
voor het aantreden van Hitler een realiteit was in de clandestiniteit
die alleen maar wachtte op voldoende stemmen vanwege een met
pesterijen en zelfs moorden onder druk gezette massa.
Kinderen
die in een of ander opzicht afwijken van de meerderheid worden in
strijd met alle morele voorschriften uit de groep gepest en soms ook
uit het leven en die misdaden gaan alleen maar door omdat sociale
polarisatie mensen bijna dwingt om zich aan te sluiten bij de groep
van de pesters omdat zij niet willen behoren hun slachtoffers die
bovendien helemaal niet bestaan als groep totdat zij in de
mogelijkheid verkeren om zich te verenigen.
Automobilisten
die zich houden aan de maximum toegelaten snelheid in de bebouwde kom
worden in een al te toegeeflijk bestel steeds vaker gepest en velen
verkiezen het om toe te geven aan de criminele druk om wat sneller te
gaan rijden omdat zij het ongemak van het risico van overdreven
snelheid als minder erg ervaren dan de enerverende pest van het
bumperrijden. De dreiging die uitgaat van een specifieke massa die
vegeteert op clandestien verworven voorrechten, zet de legaliteit
onder druk en daarmee ook de vrijheid en de veiligheid die immers de
meest belangrijke redenen zijn voor het bestaan der wetten.
In de jaren
zestig van de voorgaande eeuw werd al dan niet terecht het morele
devies om onvoorwaardelijk zijn oversten te gehoorzamen aangetast
door het verwijt dat alsnog te doen: gehoorzaamheid aan de autoriteit
was voortaan onwenselijk, ongehoorzaamheid werd het nieuwe normaal en
die subcultuur kreeg stilaan ook de bovenhand en zij werd vaker wet,
zoals bijvoorbeeld daar waar de dienstplicht moest inbinden na het
protest van de gewetensbezwaarden. Talloze actuele wantoestanden
getuigen van de lelijke realiteit van de dubbele moraal en die van de
dubbele boekhouding.
In de
medische zorgsector die met de achteruitgang van het milieu en
derhalve ook van het algemeen welzijn een steeds grotere omzet en
navenante gigantische winsten boekt, blijkt gezondheid te worden
opgeofferd om de winstmarges alsmaar te verleggen en dit via allerlei
bijzonder moeilijk te achterhalen sluikwegen: enerzijds via het
opzettelijk achterwege laten van levensnoodzakelijke zorg en van het
garanderen van rechtszekerheid in de behandelingen en dit ten koste
van de gezondheid van dikwijls onmondige 'patiënten' die vandaag
eigenlijk in de eerste plaats 'klanten' zijn of, beter nog,
lucratieve tussenpersonen in de transactie van gemeenschapsgelden uit
de ziekenkas (die op een door de wet gewaarborgde wijze blijvend
gespijsd wordt) naar de medische sector en anderzijds via de door
leugenachtige reclame aangedreven overconsumptie van geneesmiddelen
en diensten, waarbij de eerste sluikweg dan de armen in de maling
neemt en de laatst genoemde de meer begoeden.
Waar
mensenrechten worden beknot functioneert de massa als een vrijwel
automatisch werkend, partijdig instrument ter ondersteuning van de
onderdrukker en ter bevestiging van zijn gelijk, wat resulteert in de
bescherming en in de handhaving van het kwaad met een ontradend
effect aan het adres van de onderdrukte om zijn rechten nog langer op
te eisen omdat de overgrote meerderheid nu eenmaal de zijde van de
sterkste kiest en zich in kritieke situaties keert tegen de zwakkere
partij. Daarbij komen alle rationele argumenten in de schaduw te
staan van enerzijds het effect van de welbekende roes welke macht
begeleidt en anderzijds de uitwerking van de vrees die optreedt bij
wie het wagen om de heersers en hun meerderheden 'voor het hoofd te
stoten', zoals het opkomen voor de eigen rechten dan gaat heten.
Wie een
sterkere partij al dan niet bedoeld tegen zich in het harnas weet te
jagen, krijgt niet één man tegen zich maar alle anderen in de
gedaante van de massa terwijl aan de druk die uitgaat van de massa
pas kan worden weerstaan mits dezelfde kracht die nodig is om tegen
de stroom in te zwemmen. De massa verplettert geheel gewetenloos wie
haar geweld willen tarten omdat het doen van kwaad gemakkelijker
wordt in de mate dat de verantwoordelijkheid daarvoor zich verdeelt
over een grotere groep. Wie sterker zijn in een geschil, krijgen de
massa aan hun zijde en het kwaad waarmee zij de zwakkere willen
opzadelen wordt door die massa zelf voltrokken die niet de rem van
het geweten kent omdat een massa nu eenmaal niet met de vinger kan
gewezen worden. Wie opkomen voor een recht dat kampt met macht,
riskeren om die reden niet alleen om in het ongelijk te worden
gesteld door het verdict van een menigte die veeleer 'oordeelt'
vanuit een roes dan wel rationeel: vaak schieten zij er het eigen
leven bij in en ook dat van wie het wagen zich met hen te associëren.
De zwakke behoort pas zolang tot de groep als hij zich de rol van
slaaf laat welgevallen en verzet hij zich, dan zal hij zich in
dezelfde beweging ook fataal isoleren.
De
ochlocratie is de te betreuren staatsvorm waarin de democratie
overgaat als het gepeupel de wetten gaat stellen en ingevolge deze
tirannie van de meerderheid moeten de rechten van minderheden het
bekopen. Kritiek en oppositie of de vrijheid van meningsuiting vormt
daartegen het enig resterende wapen.
(J.B., 2
maart 2022)
27-02-2022
Alleen kunst kan de wereld redden
Alleen kunst kan de wereld redden
25-02-2022
De oligarchen en de oorlog-
De
oligarchen en de oorlog
De
oligarchen en de oorlog
Hoe is het mogelijk dat
één machtswellusteling in staat is om een wereldoorlog te starten?
Dat is de vraag die menigeen zich stelt nadat de gevreesde Russische
inval in Oekraïne een feit werd. Dictaturen hebben altijd bestaan en
hun wereldwijde verspreiding is ook heden nog een jammerlijk feit.
Maar dat ongeacht de regeringsvorm de macht onafwendbaar in
handen zal komen van een elite - een kleine groep van oligarchen - is
volgens de Duits-Italiaanse historicus en socioloog Robert Michels
een feit.
Michels werd geboren in
1876 in Keulen en hij stierf op 60-jarige leeftijd in Rome.
Aanvankelijk socialist, werd hij later fascist en aanhanger van het
corporatisme van Mussolini, dat de macht om wetten te maken in handen
geeft van een burgerlijke vertegenwoordiging van de belanghebbenden.
In zijn werk uit 1911, getiteld: Zur Soziologie des Parteiwesens
in der modernen Demokratie. Untersuchungen über die oligarchischen
Tendenzen des Gruppenlebens, verklaart
Michels de zogenaamde 'Ehernes Gesetz der Oligarchie'
of de 'ijzeren wet van de oligarchie': die ligt in de lijn van het
welbekende Paretoprincipe (dat zegt dat 20 percent van bevolking
beschikt over 80 percent van het vermogen) en houdt in dat alle
regeringsvormen, en dus ook de democratische, noodzakelijk verworden
tot oligarchieën. En dat komt, aldus Michels, doordat grote partijen
niet kunnen zonder organisatie, bureaucratie en hiërarchie:
beslissingen zullen dan noodgedwongen door kleine groepen genomen
moeten worden en leiders hebben vooral het eigenbelang op het oog,
zij houden vast aan hun macht en de logge massa laat begaan.
Zowel
Rusland als Oekraïne worden oligachieën genoemd maar ook
bijvoorbeeld de V.S. en Saoedi-Arabië. De Russische oligarchen zijn
er gekomen onder Jeltsin na het uiteenvallen van de U.S.S.R. die dan
kapitalistisch werd: volgens Forbes telde het land in 2003 17
miljardairs die samen 70 percent van het vermogen bezaten. Dat
Amerikaanse oligarchen 'zakenlui' worden genoemd, betekent niet dat
de V.S. geen oligarchie zou zijn, in feite gaat het telkens om
ordinaire 'miljardairs' die mee het bewind bepalen. Men kan zelfs
zeggen dat de wereldregering die alvast op het vlak van de economie
een zich steeds scherper profilerend feit is, oligarchisch van aard
is: een elite bepaalt de wereldhandel en bijvoorbeeld ook de politiek
inzake de wereldgezondheid, zoals sinds de aanvang van de
'coronapandemie' mocht blijken en het is allang geen geheim meer dat
de wereld ook als politiek geheel in handen is van een paar honderd
mensen: de wereld is een oligarchie en dat wil zeggen dat het gouden
kalf de wereld regeert.
Maar
uiteraard is er geen eenheid onder de oligarchen: zolang zij
gemeenschappelijke belangen hebben, houdt de ene de andere de hand
boven het hoofd maar, belust op macht, komen ze vroeg of laat met
elkaar in botsing. Onder machtswellustelingen gaat het eraan toe
zoals onder de beesten: ze vechten om de uiteindelijke heerschappij
over een territorium en een volk waarvan zij eisen dat het hen dient,
desnood tot de dood. Want het is nooit het volk dat om oorlog vraagt,
het zijn de potentaten, en terwijl zij lafhartig zichzelf in veilige
schuilkelders verstoppen, eisen zij van alle mannen dat die voor hen
gaan vechten onder het voorwendsel dat dit hun heilige plicht is
jegens vrouw en kind. Terwijl in de scholen van de vissen de
kleinsten gekoesterd in het veilige midden zwemmen met hun ouders
erom heen, gijzelen de oligarchen de zwakkeren en zij verstoppen zich
achter hen, zij gebruiken hen als uitvlucht: vrouwen en kinderen zijn
hun levend schild.
(J.B., 25 februari
2022)
24-02-2022
Robert Michels
Robert Michels
De
oligarchen en de oorlog
22-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 4: Mendel, Malthus, Hitler en het kapitalisme
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
4: Mendel, Malthus, Hitler en het kapitalisme
Duivenmelkers
en konijnenkwekers kunnen ervan meespreken: om een ras van reisduiven
te veredelen is voor de duivenliefhebber de genetische manipulatie
niet meteen een optie maar middels doelgerichte selectie in de kweek
kan men al goed vorderen en de resultaten bewijzen het. Door de
survival
of the fittest
zorgt de natuur zonder nadenken maar dan wel met enorme
'verkwistingen' van tijd en energie ervoor dat de sterksten overleven
en kwekers van rasdieren of van zekere plantensoorten helpen de
natuur hierin een handje door het zelf selecteren van exemplaren met
welbepaalde eigenschappen welke dan onderling worden gekruist.
Lebensborn
van Hitler baseerde zich op dit principe voor de kweek van het
Germaanse ras met blonde haren en blauwe ogen. Wil men een volk in
zijn totaliteit 'verbeteren' dan luidt
de eerste regel: elimineer alle minderwaardigen of voorkom dat zij
hun erfelijk materiaal doorgeven. Houdt de besten over voor de kweek
en elimineer tijdig alle voortbrengselen met ongewenste eigenschappen
- dit alles met in het achterhoofd de (vier) wetten van Mendel
(1822-1884).
Voorafgaand
echter aan deze maatregelen moet men ervoor zorgen dat de populatie
leefbaar is: er moeten met andere woorden genoeg ruimte zijn alsook
voldoende levensmiddelen. Genoeg ruimte oftewel Lebensraum
voor het ideale ras was wat Hitler ertoe aanzette om ganse
minderwaardig geachte volkeren uit te roeien waarbij vooral de joden
het moesten ontgelden. Tussen haakjes is het allang geen geheim meer
dat de mensheid haar vooruitgang vooral te danken heeft aan joden die
immers oververtegenwoordigd zijn in de wereld van wetenschap, kunst
en cultuur.
De
angst voor een tekort aan levensmiddelen vinden wij paradoxaal genoeg
niet terug bij de armlastigen maar wel bij de edellieden met voorop
de Britse predikant en professor Thomas Malthus (1766-1834), die de
armenwetten wilde afschaffen om zo de 'minderwaardigen' uit te
roeien, een methode die heden gevolgd wordt door de dierenliefhebber
Sir David Attenborough wiens beruchte woorden enige tijd geleden nog
de grootste Britse kranten ontsierden: 'Let
them starve!'
- 'Laat ze verhongeren!' - anders gaan ze zich nog vermenigvuldigen.
Dat
Malthus deel uitmaakte van de Royal
Statistical Society
is niet zonder betekenis, gelet op het feit dat het denken over
mensen in termen van waarschijnlijkheid en van gemiddelden alleen
groepen of massa's op het oog heeft terwijl het met het individu als
zodanig geen rekening houdt, laat staan met de persoon. Statistieken
vindt men overvloedig terug in het Derde Rijk en vandaag duiken
statistici weer op als regulatoren van een verziekte en door hun
toedoen nog verder verziekende economie en derhalve van het leven
als zodanig. De nieuwe volksgezondheid neigt er weer toe om niet
langer ziekten
uit te roeien maar veeleer zieken;
de nieuwe sociale wetten lijken niet langer de armoede
te bestrijden
maar wel de armen
zelf
en
men elimineert de honger steeds vaker door de hongerigen om te
brengen of aan hun lot over te laten. Het teveel aan kinderen wordt
geaborteerd en de onproductieven gaan zich euthanaseren - zij doen
dat zogezegd vrijwillig maar in feite onder de druk van de amorele
media die sowieso gedijen dankzij de reclame welke slechts het
winstprincipe volgt.
In
de context van de pandemie verkondigen op televisie de officiële
'filosofen' de nieuwe theorie die zegt dat wij moeten ophouden te
rekenen in termen van mensenlevens (die verloren gaan) en dat wij
moeten overstappen naar het rekenen in termen van (verloren)
levensjaren, waarmee impliciet doch onomstotelijk publiekelijk wordt
bekend gemaakt dat de waarde van een mens alleen nog afhangt van zijn
economische productiviteit waarbij tevens in rekening moet gebracht
worden dat het beoogde nut in een kapitalistische economie helemaal
niets meer te maken kan hebben met maatschappelijk nut maar wel met
louter financiële winst: wie kopen en verkopen brengen helemaal
niets bij aan de gemeenschap maar zij maken financiële winst en
worden derhalve beschouwd als productief - aan de top van deze
piramide van verdienste staan dan de drugs- en wapenhandelaars en de
bazen van goktenten.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
21.02.2022)
21-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 3: De mens, niet goed genoeg
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
3: De mens, niet goed genoeg
De
menselijke zelfovertreffing welke rondwaart in de fantasie van de
transhumanisten heeft een en ander gemeen met deze in de hedendaagse
topsport en hier wordt meer bepaald gedoeld op het illusoir karakter
van de zogenaamde talrijke nieuwe records. Immers, precies zoals het
breken van records dikwijls aan niets anders te wijten is dan aan de
toename van de precisie van allerlei prestatiemeters, zo ook bestaat
de menselijke zelfovertreffing vaak alleen maar in onze verbeelding
ingevolge een specifieke zelfhypnose welke onze aandacht zodanig
fixeert op één bepaald aspect van één bepaalde werkelijkheid, dat
ook de geringste vooruitgang die wij gebeurlijk geboekt hebben, ons
toeschijnt als gigantisch. Het gaat dan derhalve niet zozeer over
zelfovertreffing maar veeleer over zelfoverschatting.
Wanneer
wij terugkijken op onze ontwikkelingsgeschiedenis en simultaan ook op
deze van onze culturen en hun producten, dan schijnt het ons altijd
toe dat de veranderingen die zich voordoen in een steeds sneller
tempo komen: het lijkt erop alsof er in het afgelopen jaar meer
gebeurd is dan in het voorbije decennium en alsof we in het voorbije
decennium meer vorderingen hebben gemaakt dan in de eeuw voordien.
Tot spijt van wie het benijdt, is dit slechts een schromelijke
vertekening op rekening van onze eigen geest, geheel te wijten aan de
gebrekkige werking van het geheugen: er lijkt in het laatste uur meer
gebeurd te zijn dan in de voorbije week omdat wij ons uit dat laatste
uur ook meer herinneren dan uit de voorbije week. Vandaag gebeurde er
met zekerheid helemaal niet meer dan in het jaar zestienhonderd maar
in ons geheugen nemen de gebeurtenissen van vandaag wel veel meer
plaats in dan die uit het hele jaar 1600. Computers betekenen een
enorme vooruitgang maar als wij eerlijk zijn, moeten wij bekennen dat
wij ons verkijken op die vooruitgang: de uitvinding van het binair
stelsel in de algebra was een onvergelijkbaar veel grotere stap
voorwaarts dan die ene van haar recente toepassingen in de
electronica en de informatica.
Het
getal pi speelt een spelletje met ons waar wij geloven dat wij het
alsmaar dichter benaderen wanneer wij steeds meer cijfers na de komma
vinden maar de desillusie komt bij het inzicht dat dit getal helemaal
onvindbaar blijven moet omwille van de fatale onvergelijkbaarheid van
(de lengten van) rechten en krommen.
Wie
de gang van een spiraal volgen in de richting van het punt waar ze
naartoe lijkt te leiden, komen er uiteindelijk niet beter van af dan
wie meelopen in een processie van Echternach en de paradoxen van Zeno
spotten met onze ijverzucht.
Als
de mens een schepsel is dat nog onaf is, zoals vaak gedefinieerd, dan
is niet het overtreffen van de mens aan de orde maar wel zijn
voltooiing en met die opgave heeft men beslist zijn handen vol voor
een hele poos.
De
idee dat de mens zichzelf voorbij zou kunnen steken, houdt bovendien
in dat hij een statisch gegeven zou zijn, terwijl verandering reeds
de natuur zelf is van het leven in zijn meest eenvoudige vormen.
Een
bril, een hoorapparaat, een vitaminepil en een wandelstok kunnen onze
conditie verbeteren op voorwaarde dat die slecht was, wat wil zeggen
dat wie helemaal niet manken, niets hebben aan een stok, zoals mensen
met voldoende vitamines, niets hebben aan een pil en wie perfect zien
en horen, kunnen brillen een oorapparaten missen als de pest.
Het
is derhalve een bijzonder curieuze ambitie van het transhumanisme
waar het pretendeert dat de mens als zodanig verbeterbaar zou zijn en
dit niet van nature maar wel door toedoen van zijn wetenschap. Wil
men dan een man maken met twee hoofden of een vrouw met drie benen?
Is 'meer' dan vanzelfsprekend altijd 'beter' of geloven wij dat
slechts vanuit de misvormingen waarmee het hebzuchtige kapitalisme
ons heeft behept?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20.02.2022)
20-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 2: De taart en de kers
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
2: De taart en de kers
In
het katholieke christendom is God afgedaald naar de mensenwereld en
wel in die mate dat Hij zelf mens geworden is, en dit met de
bedoeling de mens te verheffen, nog boven zijn oorspronkelijke
toestand die hersteld moet worden, naar een goddelijke vorm van
bestaan. Teilhard de Chardin verhaalt over de kosmos van de dode
stof, waaruit het leven ontstaat en in de schoot van dat leven
ontstaat de geest. Maar die evolutie stopt niet bij het denken van de
enkeling: de mensheid communiceert en vormt een 'kerk', die het
lichaam is waarin de godmens incarneert. Maar waar komt deze
theologie dan vandaan?
De
mens is een zinzoeker, hij heeft niet genoeg aan een stoffelijke
werkelijkheid, in zijn paranoïde geest ziet hij er alras tekenen in
van iets hogers en van zodra hij het hogere denkt te ontdekken,
gelooft hij dat uitgerekend hijzelf met dat hogere samenvalt: uit de
dode stof is leven voortgekomen en uit het leven, geest en het is
uitgerekend in zijn eigenste denken dat de mens met die geest
samenvalt en dat hij dit wereldbeeld ontplooit waarin hij zelf het
centrum is, het summum en het einddoel. De mens fantaseert zich zijn
wereld als zijn koninkrijk, hij acht zichzelf god. Hij moet weliswaar
bekennen nog onvolmaakt te zijn want hij moet lijden en sterven maar
hij gelooft alvast dat hij in de richting van zijn goddelijkheid
evolueert en wel met noodzaak. Die noodzaak situeert hij in de gang
der dingen maar dat is uiteraard opnieuw een sluwe projectie: de nood
aan heerschappij zit in zijn eigenste verlangen. Want voor hetzelfde
geld fantaseert men zich een wereldbeeld waarin men zichzelf moet
beklagen als de gevangene van een eigen gedachtendroom, onvermogend
om in de echte, stoffelijke wereld voet aan wal te krijgen en te
bestaan zoals ook stenen bestaan en wind en vuur en water. Maar dat
gebeurt dus niet: in ons wereldbeeld zijn wij de kers op de taart.
Theologen
die van de mens een medeschepper Gods menen te mogen maken, vergeten
prompt wat de grote filosoof Aurelius Augustinus (354-430) hierover
op een niet mis te verstane, waarschuwende toon heeft geschreven. Hij
wijst namelijk op
de denkfout waarbij een
specifieke, onterechte veralgemening
zich voordoet waar de mens het denken dat uit zijn leefwereld stamt,
roekeloos projecteert op de gehele werkelijkheid.In
dat geval wordt de metafysische vraag naar de ultieme zijnsgrond van
de werkelijkheid verengd tot de technische vraag naar haar ultieme
bouwstenen.
Ten onrechte, want de werkelijkheid is geen constructie. In
zijn De
Fide et Symbolo (II:§2)
verklaart Augustinus deze denkfout en hij bekritikeert ongelovigen
die "vanuit
hun vertrouwdheid met handenarbeiders, huizenbouwers en allerlei
andere artisanen die niets kunnen tot stand brengen zonder
grondstof",
geloven dat ook God (een aan Hem externe) grondstof nodig had om
alles te 'maken'. Maar zelfs indien God dingen tot stand bracht uit
grondstof, dan werd ook die grondstof door Hem uit het niets
geschapen, aldus Augustinus. (1)
Ook Immanuel Kant
wijst er op dat wij de natuur pas kunnen kennen in de mate dat wij in
staat zijn om hem zelf te maken; waarmee hij in feite zegt dat wij de
natuur niet kunnen kennen, want niet kunnen maken. (2) En Spinoza
onderscheidt, enerzijds, datgene wat zijn oorzaak in zichzelf heeft
(- God, de natuur) en, anderzijds, de dingen die hun oorzaak buiten
zichzelf hebben. (3) Ook Gödel wijst op het onderscheid tussen het
scheppen van iets (- uit niets) en het construeren van iets uit iets
anders (- uit iets dat reeds geschapen is.) (4) Ook Martin Heidegger
wijst op het niet-geconstrueerde karakter van de werkelijkheid.
Michael Inwood verwoordt het als volgt: "Het
ingewikkelde is niet samengesteld: het is niet opgebouwd door
eenvoudige elementen te combineren, en het kan niet worden
geanalyseerd alsof dat wel zo is".
(5)
Met
deze waarheden voor ogen lijkt het erop dat het transhumanisme niet
mag hopen op scheppingen die de Schepper van hemel en aarde naar de
kroon steken: schepselen zijn nu eenmaal niet in staat tot het
scheppen van iets uit niets. Wat wij wel kunnen doen, is in het beste
geval: het herstellen van dingen in de richting van hun
oorspronkelijke staat en het ondersteunen van bestaande dingen met
allerlei fabrikaten, er wel op lettend dat zij ons de das niet
omdoen, zoals dat maar al te vaak het geval is met heel wat goed
bedoelde geneesmiddelen, motoren, economieën, theorieën...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20.02.2022)
Verwijzingen:
(1)
Zie: J. Bauwens, Trans-atheïsme
(2003),
I.1.C.3. Voor de oorspronkelijke, integrale tekst, zie: 168587.pdf
(seniorennet.be)
(2)
H. de Vos, Kant
als theoloog,
Het Wereldvenster, Baarn 1968, p. 63.
(3)
Benedictus Spinoza, Ethica
More Geometrico Demonstrata.
Uit het latijn vertaald en van aantekeningen voorzien door Nico Van
Suchtelen, Wereldbibliotheek, Amsterdam 1979 (1974).
(4)
Hao
Wang, Logical
Journey. From Gödel to philosophy,
The MIT Press, Cambridge, Massachusetts 1996, p. 14:
Gödel
distinguishes
creation,
in the sense of making something out of nothing, from construction
or
invention,
in the sense of making something out of something else.
(5)
Michael
Inwood,Heidegger,
Lemniscaat 2000, vertaling: W. de Leeuw (O.U.P., Oxford 1997), p.
110-111.
19-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 1: Godmens, medeschepper, Uebermensch
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
1: Godmens, medeschepper, Uebermensch
"Lustig
in die Welt hinein
Gegen
Wind und Wetter!
Will
kein Gott auf Erden sein,
Sind
wir selber Götter!"
(Franz
Schubert [1797 1828], Winterreise, Mut, laatste
strofe)
In
zijn lijvig boek De
mens voorbij
schetst de Gentse ethicus Gie van den Berghe naar zijn eigen zeggen
"een
gedreven zoektocht naar de denkkaders die mee aan de basis lagen van
de uitroeiing van mentaal, fysiek en raciaal gehandicapte mensen in
de eerste helft van de 20ste eeuw."
(1) Maar van den Berghe is en blijft een verdediger van de
Verlichting: hij wijt de nazi-misdaden aan "een
ontsporing, een catastrofale uitloper van de maakbaarheids- en
vooruitgangsideologie" (2),
terwijl hij de Verlichting als zodanig blijft betitelen als "dat
veelbelovende geesteskind." (3)
Uit de inhoud van dit rijk gedocumenteerd werk werd meermaals
geciteerd in Panopticum
Corona.
(4) Enkele kritische bedenkingen bij de Verlichting als zodanig
vonden hun neerslag vooral in Trans-atheïsme
(5)
en in Het
wordt geregeld
(6), het laatst genoemde handelend over twee toepassingen van deze
ideologie welke de praktijken van abortus en euthanasie wezenlijk
zijn.
Inmiddels
is het humanisme dat de mens en zijn rede vooropstelt en dat zich
afzet tegen het geloof, paradoxaal genoeg vanuit een (exuberant)
geloof
in de menselijke rede en in de kennis, uitgegroeid tot het
transhumanisme dat andermaal gelooft
dat de mens in staat is om de aan hem door de natuur opgelegde
grenzen te verleggen en dat hij dat ook mag en moet doen. Zoals het
door Schubert in diens Winterreise
op toon gezette gedicht van Wilhelm Müller (1794-1827) aangeeft, is
als het ware vanuit een opstand of een verzet ("Gegen
Wind und Wetter!")
de mens zelf God gaan spelen ("Sind
wir selber Götter!")
en zelfs in de theologie wordt hij niet alleen de rentmeester van de
schepping genoemd, maar omdat hij naar het beeld van God geschapen
werd, heet hij nu ook Gods medeschepper. In Genesis
1:28 staat te lezen: "En
God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en
vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt
heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des
hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!" Het
is derhalve niet zozeer het atheïsme maar veeleer het in de
'godsdiensten van het boek' wortelende antropocentrisme waarin de
kiemen van het transhumanisme liggen en waardoor zij ook gevoed
worden. Bij uitstek in het visioen van de Franse paleontoloog en
theoloog, de jezuïet Pierre Teilhard de Chardin, komt dit idee reeds
tot volle ontplooiing.
Volgens
Teilhard is de evolutie nog steeds aan de gang: het leven (van de
kosmos) is een dynamisch proces, dat steeds nieuwe dingen
voortbrengt, dat wil zeggen: dat creatief is. De werkelijkheid is
voortdurend in scheppende evolutie. Het is de elan vital, die de
ontwikkeling voortstuwt. Hij beweegt zich niet in een, maar in
meerdere richtingen. In de dode stof is hij vastgelopen; in planten
en dieren heeft hij verschillende vormen van verwerkelijking
gevonden; in de mens heeft hij zijn hoogste schepping gevonden. De
mens is in staat zelf in deze evolutie in te grijpen, hij is het
handelende wezen, homo faber, dat de wereld vormt. Teilhard ziet een
evolutie van 'dode' materie, naar leven (biosfeer) en tenslotte naar
bewust en zelfbewust leven (noosfeer) dat uiteindelijk zijn
bestemming vindt bij God, het 'punt omega'. Hier volgt een beknopte
weergave van Teilhard's magistrale visioen, zijn 'hyper-fysica',
zoals het bij uitstek vorm kreeg in Le Phenomene Humain (1955)
en in Le Milieu Divin (1957).
In
een poging om de evolutieleer te verzoenen met het Christendom, stelt
Teilhard dat de ganse werkelijkheid in evolutie is: in de schoot van
de kosmos ontstaat het leven (dat het kosmische kwalitatief
overtreft), en uit het leven ontstaat het bewustzijn (dat het levende
kwalitatief overtreft). Dat gebeurt door complexiteitstoename: als de
kosmos complex genoeg is, brengt die iets nieuws, het leven, voort.
Als het leven complex genoeg is, brengt het bewustzijn,
zelfbewustzijn en dus vrijheid voort. Zo evolueert alles naar zijn
zelfbevrijding toe, en dat gebeurt in de mens, die aldus z'n eigen
evolutie in de hand neemt door bewust te arbeiden aan de vooruitgang
van de wereld. Zo evolueert de mensheid naar de spirituele eenheid,
'Christus' genaamd.
Teilhard
ziet de ganse kosmos evolueren naar het Ene, het Goddelijke. Alle
arbeid van de evolutie is gericht op de rechtvaardigmaking en tot de
ontplooiing van een liefde (van God). Teilhard voorvoelt de
eenwording van de mensheid (planetariteit) en de noosfeer (een
denkende en eensgezinde aarde): de volwassenwording van de mens-zin.
Hij ziet Christus als een energie waarvan de duizelingwekkende spin
het heelal doet draaien en de Weltstof dwingt zich tot zichzelf terug
te buigen, maar hij vervalt niet in pantheisme. In de evolutie komen
materie, leven en energie samen in een punt Omega. Gods
tegenwoordigheid is voelbaar overal in de kosmos. Christus' hart
doorstraalt als het ware de hele kosmos totdat het machtige en
veelvormige heelal de gestalte van Christus aanneemt. God straalt op
de top van de materie waarvan de golven de geest meebrengen, en zo
wordt alles 'milieu divin'. Door de materie, de aarde en het leven
hebben wij gemeenschap met God. De priester moet de offerande van de
gehele wereld aan God voltrekken. Verwarmd door de geest, kleurt de
materie zich purper. Om tot God te komen, moet de materie zich
complexificeren en organificeren (levend worden en groeien). Het
geloof is niet irrationeel maar wel transrationeel: meer dan
rationeel. In dat geloof arbeiden wij mee aan deze evolutie naar het
ultramenselijke (dit is: een hogere collectiviteit waar de
bewustzijns elkaar wederzijds verlichten door hun convergentie) naar
het Mystiek Lichaam toe. Het heelal is dus een goddelijke onderneming
waarin God de mens wil laten deelnemen.
Teilhard
in een brief (1923): "Er is op de wereld een enkele operatie
aan de gang, die alleen ons handelen kan wettigen: de ontsluiting van
een of andere geestelijke realiteit, dwars door alle inspanningen van
het leven heen". Teilhard bevestigt dat deze geestelijke
realiteit een Persoon moet zijn, want "het Centrum van de
vergeestelijkte materie, van dit geestelijke Al, moet bijgevolg in de
hoogste graad bewust en persoonlijk zijn. De Oceaan die alle
geestelijke stromen van het heelal in zich verzamelt, is niet Iets
maar Iemand. Ook Hij bezit een gelaat en een hart ( ) Deze
tegenwoordigheid verlicht de diepten van de verborgen zones van elk
ding en elke mens om ons heen. We kunnen haar bereiken in de volle
verwerkelijking (en niet in het genieten zonder meer!) van elk ding
en elke mens" (28.09.'33). In Teilhard heeft zich de liefde
tot God verenigd met het geloof aan de wereld.
Teilhard
heeft het geloof verzoend met de wetenschappelijke evolutieleer,
welke in zijn tijd nog werd verworpen door een groot deel van de
Kerk. Teilhard zegt dat de ganse kosmos niet opgebouwd is uit
materie, maar uit wat hij noemt: 'Weltstof'. 'Weltstof' is meer dan
materie. De stof waaruit alles is opgebouwd, heeft namelijk een
buitenkant en een binnenkant. De buitenkant van de 'Weltstof' is
materie. Haar binnenkant is bewustzijn. 'Weltstof' is dus
'materie-bewustzijn', een soort bipolaire eenheid in elk 'deeltje'
De 'binnenkant', of de 'geest', is alleen bij de mens
'zichtbaar': de binnenkant van de kosmos wordt in de mens, en dan bij
uitstek in de God-mens Christus, gekend en ontwikkeld, om van daaruit
de ganse kosmos tot zijn voltooiing te brengen. Dit proces van
kosmogenese, hominisatie en christogenese in drie stappen.
De
kosmos is niet statisch maar in voortdurende ontwikkeling:
er is 'kosmogenese' of 'kosmosgroei', 'evolutie van het heelal'. De
idee van de evolutie bestond al bij Laplace, die stelt dat de kosmos
zich ontwikkelt uit een gasnevel. Darwin heeft dan de
evolutiegedachte ingevoerd in de biologie. Sinds honderd jaar spreken
nu ook de sterrenkundigen over de evolutie van de kosmos: sterren
zijn kernreactoren die Waterstof omzetten in Helium en in zwaardere
atomen. Ook heerst de idee dat, in die kosmogenese, alles met alles
samenhangt.
Een
ander belangrijk inzicht is dat de evolutie convergeert: alle
dingen en wezens neigen ertoe zich te groeperen tot steeds complexere
grootheden en aldus wordt meer orde en vooruitgang tot stand
gebracht. En dan verschijnt, aan de binnenkant van het complexe, het
bewustzijn, dat vrijheid is, autonomie geeft, en
verantwoordelijkheid. Dit noemt Teilhard de wet van
complexiteitbewustzijn.
Over
het probleem van lichaam en geest zegt Teilhard dat materie (lichaam)
en bewustzijn (ziel, geest) twee fasen zijn van elke realiteit: alles
heeft een lichaam- en een ziel-kant, alleen is het zo dat slechts bij
de mens dat bewustzijn reeds expliciet aanwezig is.
Pascal
spreekt over de oneindigheid van het grote en die van het kleine.
Maar Teilhard voegt nog een derde oneindigheid hieraan toe: die van
het complexe. Complexiteit is nu precies een eigenschap van het
levende. Terwijl de ganse heelal ertoe neigt om uit te dijen, zich te
ontspannen en over te gaan in de meest waarschijnlijke toestand van
totale wanorde of chaos (dit is 'entropie', dat wil zeggen: verval,
toename van wanorde), vormt het leven hierop de uitzondering. Wat
leeft, ordent zich, organiseert zich, vormt grotere, onderling
samenwerkende gehelen (dit is 'negatieve entropie', of:
'negentropie', toename van orde). Atomen voegen zich samen tot
moleculen, megamoleculen en uiteindelijk emergeren die in levende
cellen: eerst eencelligen, daarna meercelligen, eerst eenvoudige,
daarna steeds complexere organismen. Daarom noemt Teilhard de
biologie: de fysica van hoge complexiteiten. En, zoals gezegd, heeft
elke complexiteit een buitenkant (materie) en een binnenkant (geest);
elke complexiteit is een eenheid van materie en geest, ongeveer
zoiets als de god van Spinoza. De evolutie verloopt naar steeds
complexer: de 'dode' stof ordent zich en brengt het leven voort, en
het leven organiseert zich zodanig dat het bewustzijn voortbrengt.
Zodoende is bewustzijn een eigenschap van het heelal. In de evolutie
van het heelal wordt steeds meer materie omgezet in geest: het
geestelijke facet van de 'Weltstof' wordt geboren uit de complexiteit
van de materie. De materie is de 'materia matrix', de (materiele)
matrijs van de geest.
Het
dier 'weet', maar de mens 'weet dat hij weet'. De ontwikkeling van
het denken heeft materiele sporen nagelaten. Die sporen is Teilhard
als archeoloog en als paleontoloog gaan zoeken. Tot dan toe kende men
verschillende lagen of sferen die geleidelijk de aarde omspannen
hebben: de barysfeer (de metalen kern van de aarde), de lithosfeer
(de gesteenten), de hydrosfeer (de watermassa's), de atmosfeer (de
dampkring) en de biosfeer (de sfeer van het leven). Teilhard voegt
hier nog de noosfeer aan toe: de sfeer van het denken, de sfeer van
de mens. In die evolutie is duidelijk een opmars naar steeds meer
orde, complexiteit, bewustzijn en vrijheid merkbaar. In de loop van
de tijd hebben zich bij de Primaten de hersenen steeds meer
ontwikkeld (het proces van cefalisatie), wat het denken mogelijk
gemaakt heeft. Maar sinds ongeveer 20.000 jaar is de schedelomvang
niet meer toegenomen. Om toch nog verder te kunnen ontwikkelen, zijn
mensen zeer intens beginnen samenwerken: zij vormen tesamen
maatschappijen en uiteindelijk een wereldblok. Dat noemt Teilhard de
sociogenese.
De
mens heeft als het ware een gemeenschappelijke stofwisseling
ontwikkeld (de wereldeconomie) en een collectief brein (de cultuur)
en gaat steeds meer solidair optreden, als een subject. Mensen voelen
immers aan dat zij op een dieper niveau samenhangen en een zijn. Zo
zet de complexificatie zich nog steeds voort, en zij emergeert in het
ultra-menselijke: de mens die meer is dan een louter individu, de
mens die rijker wordt omdat hij een is met zijn naaste. Zo blijft de
mensheid evolueren naar eenheid, in de richting van wat Teilhard het
punt 'Omega' noemt.
In
de ontwikkeling van de kosmos is er eerst divergentie
(veelvuldigheid), dan convergentie (vereniging) en dan, door
complexificatie, is er emergentie (het verschijnen van het nieuwe).
Zo verschijnen achtereenvolgens het leven, het denken van de mens
(reflectie) en het samen-denken van alle mensen (co-reflectie), wat
vrijheid en verantwoordelijkheid meebrengt.
Het
menselijk denken, het psychisme, is een eigenschap van de kosmos. De
kosmos evolueert enerzijds entropisch of vervallend, dit wil zeggen:
naar het meest waarschijnlijke, het evenwicht, de chaos of de dood
toe maar anderzijds ook negentropisch of opbouwend, en dus naar het
meest onwaarschijnlijke, naar de orde, naar het leven toe. Door de
complexificatie in die laatst genoemde beweging, ontstaan steeds
nieuwe kwaliteiten. De materie geometriseert zich steeds meer onder
invloed van de geest (bvb.: het geloof zet aan tot kathedralenbouw),
en zij sublimeert zich ook, namelijk door gesloten, steeds complexere
stelsels te vormen (leven, bewustzijn). De geest is de opperste
synthese van materie. De ziel is de vorm van het lichaam. De
wetenschap die lichaam en geest samen bestudeert (namelijk in de
'Weltstof'), heet pan-energetica. De psychische energie is de hoogst
mogelijke, en zij bezielt het heelal en tilt het op naar het eindpunt
Omega. Volgens Teilhard is alles in het heelal naar Omega
gepolariseerd: het heelal 'rolt zich op' en interioriseert zich. Dit
gebeurt in de mens, en zo bevindt zich het eigenlijke centrum van het
heelal (namelijk het complexiteitscentrum) in zijn hoogste prestatie,
namelijk in de zo tot stand gebrachte maximale persoonlijkheid. De
grootste orde situeert zich in de mens en maakt zijn persoon
mogelijk: het zelfbewustzijn dat kan zeggen: "Ik ben en ik weet
dat ik ben"; "Ik ben vrij"; "Ik ben
verantwoordelijk". De persoon verheft zichzelf door zichzelf te
geven in z'n scheppende vermogens. Hij verrijkt zich in de liefde van
een gemeenschappelijke taak. Ware liefde versmelt immers niet, maar
vernieuwt de vitaliteit en differentieert. De kosmos condenseert zich
tot de menselijke persoonlijkheid, zij personaliseert. Het
ultra-persoonlijke (universeel-persoonlijke), dat de wezenskern van
onszelf is, en dat kan zeggen: "Ik ben die ben", is
onomkeerbaar, onvernietigbaar, staat buiten ruimte en tijd, en heeft
in zichzelf aldus het 'eeuwig leven' gerealiseerd in het punt Omega:
een geestelijke, transpersoonlijke bestemming, en tegelijk de
bronenergie van de kosmos, de liefde die, zoals Dante schrijft, "de
zon voortdrijft en de andere sterren". (Paradisum, laatste
zang).
Dit
punt Omega wordt door Teilhard nu in verband gebracht met Christus.
Het Christendom kent God immers als absoluut en persoonlijk. God
incarneert zich in de God-mens Christus in de wereld die hij
liefheeft. Christus sticht de Kerk - zijn Mystiek Lichaam - om zijn
werk voort te zetten door zijn sacramenten. Zo wordt de wereld
gechristificeerd. Bij zijn terugkeer zal Christus in een extatische
wereld de getransfigureerde mensheid meenemen in de schoot van zijn
Vader.
Teilhard
toont dat het geloof aan de wereld en het geloof in God in het
Christendom kunnen samengaan. Christus wordt voorgesteld als de
sluitsteen van het te construeren gewelf. We moeten afstappen van de
statische God, en meer nadruk leggen op de Christus-Omega, de
Christus-Evoluteur, de kosmische Christus. Het Mystiek Lichaam is
geen dood lichaam maar verkeert in voortdurende Wording. God is
dynamisch, de Vader werkt zonder ophouden, en Christus is de
toegangsweg tot de noumenale wereld. Het Absolute geeft zich aan de
geesten die het verbreiden; het is een eeuwig offer, een gave om
niet, want dat is de Liefde.
(7)
(7)
Deze uitwijding over Teilhard de Chardin bestaat uit fragmenten uit
het vierde hoofdstuk, getiteld: Het
visioen van Pierre Teilhard de Chardin, van
J. Bauwens, Het
goede zoeken.
Inleiding
tot een christelijk 'zin-denken'. (Serskamp,
2003).
Zie: 552.pdf
(bloggen.be)
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 32: Gaswagens in de Oekraïne
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
32: Gaswagens in de Oekraïne
Alle
sporen van de massagraven werden uitgewist door speciale eenheden van
arbeiders die dan op hun beurt werden vergast. De konvooien met
gaswagens verplaatsten zich doorheen de veroverde gebieden en vele
duizenden mensen werden aldus omgebracht. We vervoerden
mannen, vrouwen, ouderlingen en kinderen,
aldus een getuigenis: Ze mochten niets bij zich hebben.
Er gingen telkens 50 mensen in een gaswagen. Die dag werden zowat
duizend mensen vervoerd. (1)
Tijdens een bezoek van Italiaanse fascisten werden hen gaskamers
getoond en in zijn dagboek schrijft een getuige dat de bezoekers
hevig geschokt waren.
Ook
in de Oekraïne opereerden tenminste vijf gaswagens. Ziehier een
getuigenis van een commandolid over een operatie in november 1941 in
Poltava (in het zuiden van Oekraïne): Ik zag zelf hoe
het in zijn werk ging met twee gaswagens. Ze reden de gevangenis
binnen en de joden - mannen, vrouwen en kinderen - moesten vanuit hun
cel direct de gaswagens naar binnen gaan. Ik weet ook hoe het er
vanbinnen in de gaswagens uitzag. De ruimte was bedekt met metalen
platen en had een houten vloer. De uitlaat kwam terecht in de
binnenruimte van de wagens. Ik kan nog steeds het geklop en het
geschreeuw van de joden horen - 'Beste Duitsers, laat ons eruit!' De
joden liepen zonder aarzelen de gaswagens in. Van zodra de deuren
dicht waren, startte de chauffeur de motor, dichte rook werd erin
geblazen, dan was er een wirwar van verfrommelde lichamen. Het was
een angstaanjagend spektakel.
(2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 57-59.
(2)
Ib., pp. 60-61.
18-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 31
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
31
De
Nederlandse socioloog Abram De Swaan heeft het grondig onderzocht en
beschreven in zijn Compartimenten
van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders
(2014) aan
de hand van de goed bewaarde gegevens uit onder meer de volkerenmoord
in Rwanda waar de
strijd tussen vermeend andere rassen in 1994 leidde tot een genocide
met een
miljoen Tutsi-slachtoffers:
stelt men zich de vraag naar hoe het allemaal is kunnen gebeuren, dan
kan het antwoord kort en krachtig luiden dat, eenmaal de waanzin van
het moorden aan de gang is, er twee kampen ontstaan en daar waar de
misdaadgolf passeert, sluiten de mensen zich dan aan bij het
moordende en dus het 'winnende' kamp om niet te gaan behoren tot de
verliezende groep op wie jacht wordt gemaakt. (1)
De
cultuur van geheimhouding vindt in dezelfde realiteit zijn reden van
bestaan: niet de slachtoffers jagen angst aan maar wel het
slachtofferschap en dus de daders en derhalve kiest men de kant van
deze laatsten, hetzij op een actieve manier - door te participeren
aan de misdaden - hetzij passief - door de andere kant op te kijken,
door te zwijgen. Het zwijgen van de getuigen is de schijnbare
onverschilligheid en over de onverschilligheid als zodanig schrijft
Primo Levi in Se
questo è un uomo
uit 1947 (2) dat zij erger nog is dan de misdaden zelf welke zij
verzwijgen. Het zwijgen uit angst is ook verwant met het negationisme
dat - nog lang na de gebeurtenissen - doorwerkt als een gesettelde
angst of een trauma. Achter een façade van totaal misplaatste
stoerdoenerij (zoals bij uitstek bij neonazi's het geval is) schuilen
vrees en lafheid: houdingen welke regelrecht in strijd zijn met de
stelling van Plato dat het verkieslijker is kwaad te ondergaan dan
het te doen. (3)
De
oorlog is het verlengstuk van de economie en derhalve zijn de twee
kampen met enerzijds de misdadigers en anderzijds de slachtoffers ook
reeds in het strijdperk van de economie een realiteit welke vaak heel
anders wordt voorgesteld dan deze in feite is. Men spreekt gemeenzaam
over de werkenden en de werklozen en men beschouwt de eersten als de
'gevers' en de laatsten als de 'krijgers' maar in de huidige
socio-economische constellatie is de identificatie van werken met
geld verdienen of een job hebben geheel onterecht en ware het
rechtvaardiger om het te hebben over enerzijds degenen die het geld
naar zich toetrekken en anderzijds zij die het moeten derven. Per
slot van rekening werkt sowieso iedereen naar best vermogen vanuit de
fundamenteel menselijke drang om een bijdrage te kunnen leveren aan
de gemeenschap, terwijl het bovendien helemaal niet waar is dat de
werkelijke verdiensten overeenkomen met de financiële: hardwerkende
mensen met lage lonen sterven gemiddeld tien jaar eerder dan goed
betaalde burgers met een comfortabele, vaste en stressvrije job.
Slaven die helemaal niets overhouden, werken het hardste en sterven
reeds jong. Gemiddeld moeten in de derde en de vierde wereld
vijfenveertig slaven - en dat zijn per definitie mensen zonder job -
werken om de hoge levensstandaard van één doorsnee westerling - mét
job - te garanderen.
In
de economische realiteit streeft men ernaar om aan de kant van de
grootverdieners te staan om aldus te ontsnappen aan wat het
equivalent is van de moord in de eigenlijke oorlog. Steuntrekkers
zijn maatschappelijk buiten spel gezet en zien hun rechten vaak op de
helling komen te staan; zij moeten zich dikwijls tevreden stellen met
willekeurige, onaangepaste en onderbetaalde opdrachten, zonder
werkzekerheid, zonder status en onder de voortdurende spokerige
dreiging de financiële steun waarop zij recht hebben, te zullen
verliezen; zij situeren zich helemaal onderaan de pikorde en de
frustraties die alle carrièremakers oplopen in de nimmer pauzerende
tredmolen van eindeloze uitbreiding, wendbaarheid en overuren, worden
gelijk kwalijke uitlaatgassen genadeloos in hun richting geblazen.
Armen worden niet vermoord, zij sterven alleen vroeger omdat zij
onvoldoende middelen ter beschikking hebben om hun gezondheid te
handhaven, om vijandschap af te wenden en om het geluk te ervaren dat
heden immers verworden is tot een kwestie van sociale vergelijking.
Er zijn momenteel evenwel geen gaskamers in de buurt maar die zijn
quasi overbodig omdat de lucht in de steden de mensen doet stikken:
alleen de rijken hebben nog groene tuinen en kunnen op tijd en stond
op reis naar plekken met voldoende zuurstof. Plato's hoger geciteerde
stelling welke in feite pleit voor het goede geweten of de geruste
ziel belandt in dezelfde papiermand waarin eerder de idee van het
bestaan van de ziel zelf werd weggeworpen.
Na
Hitlers inval in Rusland groeide het aantal om te brengen vijanden
maar de massa-executies ondermijnden de moraal zodat men besloot over
te gaan op vergassing, meer bepaald middels de uitlaatgassen van de
transportvoertuigen. De gevangenen werden van de barakken in de
voertuigen geloodst. Tegen de tijd dat zij bij de ovens arriveerden,
waren ze dood. Ze werden door gevangenen uit de voertuigen gedragen
en hadden de roze kleur die typisch is voor slachtoffers van
koolstofmonoxidevergiftiging. (1)
Het
Rijk bestelde op een keer dertig gaswagens van twee types: de
kleinere konden 25 à 30 personen bevatten, de grote 50 à 60. Ze
werden verder geperfectioneerd, wat wilde zeggen: kleinere ruimtes
met meer mensen zodat het gas sneller zijn werk deed. Zo waren in
1942 gaswagens als mobiele eenheden in gebruik van Belarus
(Wit-Rusland) tot aan de Krim en het noorden van de Kaukasus. Ze
werden bemand door functionarissen behorende tot verschillende
groepen maar met slechts één taak: de fysieke uitroeiing van joden,
zigeuners en politieke tegenstanders. Het staat allemaal beschreven
in de documenten (correspondentie, bestellingen...) van de betrokken
technici, die ook achteraf verklaarden dat zij op de hoogte waren van
wat er gebeurde en dat zij, zoals bevolen, alles geheim hielden. De
gaswagens werden in december 1941 vanuit Berlijn naar Riga gebracht
en deden hun werk in de Baltische staten, Wit-Rusland, Smolensk. Er
zijn meerdere getuigenissen waaronder deze van 9 december 1944 van de
joodse Mendel Vulfovich uit Riga: "In februari 1942 zag ik met
mijn eigen ogen hoe tweeduizend oudere joden uit Duitsland, mannen en
vrouwen, in speciale gaswagens geladen werden. Die wagens waren
geschilderd in grijsgroene kleur en hadden een grote vracht, gesloten
met hermetische deuren. Iedereen binnenin werd door het gas gedood."
(2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 52-54.
(2)
Ib., pp. 54-57. Het citaat (in eigen vertaling) staat op p. 57.
16-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 29
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
29
Alle
gevangenen in de kampen die in staat waren om te werken, werden in
leven gehouden, alleen de zieken en de geesteszieken werden in het
kamp zelf omgebracht ofwel naar de gaskamers gebracht. Er waren er
ook die omgebracht werden omwille van hun religieuze overtuigingen.
Het gaat om vele duizenden mensen. Op de rug of de borst van sommigen
werd een kruis geschilderd, wat er op duidde dat zij gouden tanden
hadden.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
16 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 48-51.
15-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 28: Over de zogenaamde 'vaccinatiedossiers'
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
28: Over de zogenaamde 'vaccinatiedossiers'
De
Canadese politie heeft twee mensen gearresteerd die erin geslaagd
zijn de vaccinatie-databank te kraken. Het gaat om
regeringsmedewerkers die hun nek uitsteken in een poging om aan het
volk diets te maken hoe er met de privacy van de mensen gespeeld
wordt door diegenen die nu per se iedereen willen inspuiten met
'vaccins'. Men kan zich afvragen wat de informatie in de
vaccinatiedossiers nog te maken heeft met gezondheid en of hier de
wetten op geheimhouding van persoonsgegevens niet flagrant geschonden
worden. Er wordt onder meer bijgehouden hoeveel iemand verdient, of
hij (of zij) leningen heeft aangegaan en voor welk bedrag, wat zijn seksuele oriëntatie is, of hij de booster al dan
niet heeft geweigerd, of hij een strafblad heeft enzoverder
enzovoort. Complottheorie of internazi's? Oordeel zelf:
Oorlog wordt gevoerd met
wapens en dat zijn allang geen knuppels en geen katapulten meer:
hightech heeft gesofisticeerde instrumenten mogelijk gemaakt waarmee
men met precisie alsook massaal kan vernietigen en doden. Maar de
meest intelligente wapens zijn instrumenten die helemaal niet als
wapen zijn bedoeld maar die door sluw gebruik zodanig geperverteerd
worden dat zij in feite bijna zonder moeite en met zeer beperkte
kosten enorme vernielingen kunnen aanrichten. En bovenaan die lijst
van instrumenten staat uiteraard de mens maar dan wel de van zijn
menselijkheid ontdane mens. Mensen zijn geen wapens maar zij kunnen
wel tot wapens worden omgeschoold.
De omscholing van mens
tot wapen gebeurt via indoctrinatie en conditionering. Bij
indoctrinatie worden vooral de hersenen bewerkt; bij conditionering
middels prikkels van pijn en lust spelen andere organen en ook de
zintuigen een grotere rol. In de twee gevallen heersen derden over
mensen die door hen gedegradeerd worden tot hun quasi willoze of
gehoorzame instrumenten. Als gehoorzaamheid hier een deugd is, dan is
het dat voor wie ze opeisen: voor wie gehoorzaamheid bieden, is het
een zwakheid want een teken van onderdanigheid, ondergeschiktheid,
geïndoctrineerd zijn of slavernij.
Indoctrinatie gebeurt
met ideologieën en een ideologie is een ideeëngoed of een geheel
van overtuigingen naar welke geïndoctrineerden gaan handelen,
desnoods - maar in feite in de regel - tegen de eigen belangen in.
Zij handelen volgens een doctrine, een leer, en zij zijn aldus
'geleerden'. Deze geleerden zijn mensen die handelen volgens een leer
en dat wil in feite zeggen: volgens een leer die per definitie niet
de hunne is maar die zij zich wel eigen gemaakt hebben, veelal onder
druk, en dat is dan eigenlijk de betekenis van indoctrinatie.
Zij die de doctrine
uitvinden, zijn uiteraard helemaal niet geïndoctrineerd omdat
niemand zichzelf indoctrineert: hun uitvindsels zijn bedoeld om
anderen in hun greep te krijgen, het zijn retorische stelsels
van argumentaties die sowieso helemaal niet stroken met de eigenlijke
drijfveren van wie indoctrineren want hun uiteindelijk motief is het
verwerven van macht over derden.
Een leermeester wil
leerlingen werven en zijn middel daartoe is zijn leer. Maar voor de
leerlingen is de leer iets heel anders omdat zij leerlingen zijn en
geen meesters: voor hen is de leer de rechtvaardiging van hun
onderwerping aan de meester want zich onderwerpen is wat zij
uiteindelijk doen: zij geven de macht over zichzelf uit handen aan de
leermeester door zijn leer te gaan belijden; zij onderwerpen zich aan
hem en laten zich tot instrument maken; zij geven hun persoonlijke
vrijheid op en vinden hierin het gemak van wie de last der
verantwoordelijkheid van de schouders valt.
Oorlog is onmogelijk
zonder soldaten. Soldaten behoren tot de genoemde categorie van
'geleerden': zij die zich hebben laten indoctrineren, zij die hun
vrijheid uit handen gaven om van hun verantwoordelijkheid verlost te
worden. In de koop die gesloten wordt tussen de bevelhebber en zijn
onderdanen, wordt voor de lust van de onverantwoordelijkheid met de
vrijheid betaald. Maar hoe zit het dan aan de kant van de
machthebber?
Men zou mogen verwachten
dat wie anderen aan zich onderwerpen, hen bevelen en gehoorzaamheid
van hen opeisen, in ruil daarvoor ook zorg voor hen dragen, precies
zoals verantwoordelijke ouders dat voor hun kinderen doen. Maar niets
blijkt minder waar: machthebbers stelen andermans vrijheid,
omdat zij hen in ruil de zorg over hen weliswaar beloven maar
in de praktijk stelt die zorg niet veel meer voor dan in het beste
geval een gedenkteken een gedenkteken waar de gesneuvelden zelf
niets aan hebben omdat zij er dan uiteraard niet meer zijn.
Oorlog is onmogelijk als
er naast indoctrinatie niet ook conditionering is. De druk om bevelen
op te volgen is in dat geval zo groot dat verzet quasi uitgesloten
is. En meestal volstaat sociale druk om te bereiken dat mensen zich
tot wapens laten omscholen. Als iedereen het doet, eist het beginsel
van de gelijkheid, hier toegepast in zijn volle negativiteit, dat wie
zich eraan onttrekken, zullen doorgaan voor lafaards en uit de groep
worden gebannen. En voor kuddedieren is dat de hoogst denkbare straf.
Er bestaat kortom
slechts één middel tegen oorlog en dat is de persoonlijke
ontwikkeling voor iedereen: het verwerven en het kunnen waarderen van
authentieke vrijheid en het aanleren van de waarde van het
verantwoordelijke handelen. Het leren omgaan met de verleiding om
zich te schikken naar de kudde of het opbouwen van een weerstand
tegen de kuddegeest. Dat gaat weliswaar in tegen de natuur van de
mens die hoe dan ook naar de kudde neigt maar dat is ook met de vrede
het geval omdat niet de vrede maar de oorlog natuurlijk is. De
tragiek van de mogelijkheid van een distopie zoals deze van
bijvoorbeeld het Derde Rijk ligt in wezen in het schrikwekkende
onverstand dat de mens 'de natuur' - die immers alleen maar wreed is
- als voorbeeld moest nemen en dat hij aldus de natuur maar beter een
handje kon helpen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
14 februari 2022)
13-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 26: Het nieuwe masker:
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 24: Corona en ons DNA
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
24: Corona en ons DNA
De
reden waarom Vladimir Poetin zijn langste tafel bovenhaalde voor de
conversatie met Emmanuel Macron, zo staat heden eindelijk in alle
kranten te lezen, bestaat erin dat Macron in Moskou weigerde om van
hem een coronatest te laten afnemen. En de reden waarom hij dat
weigerde, aldus de Franse president zelf, is zijn vrees dat men op
die manier zijn DNA had kunnen bemachtigen.
Elke
bioloog zal ons namelijk daarvan verzekeren dat wij als het ware
samenvallen met ons DNA en dat wil zeggen dat wie ons DNA bezitten,
ook alles bezitten wat er over ons te weten valt. Incluis datgene wat
nog niet geweten is: dat vindt men hoe dan ook binnen zeer afzienbare
tijd en DNA kan héél lang worden bewaard.
DNA
bekomt men makkelijk door bijvoorbeeld met een wattenstaafje enkele
slijmvliescellen los te wrijven aan de binnenkant van de wang.
Hetzelfde DNA zit namelijk in alle cellen van hetzelfde lichaam. Er
bestaan databanken waarin het DNA van misdadigers wordt bewaard die
dikwijls uitsluitsel geven bij sporenonderzoek in misdaadzaken. Een
databank met daarin het DNA van àlle wereldburgers zou het in
principe mogelijk maken om iedereen altijd en overal te kunnen
volgen, beter nog dan de reeds ontelbare camera's in de bewoonde
wereld dat doen.
Wie
niks doet wat niet mag, heeft ook niks te vrezen, zo zou men kunnen
argumenteren, maar de psychologie van mensen die op de hielen worden
gezeten door controlefreaks, leert ons heel andere dingen: het
onophoudelijk in de gaten worden gehouden door op de koop toe
onbekenden die echter uiteraard beschikken over heel veel macht, is
even rampzalig voor de geestelijke gezondheid als het verkeren in een
toestand waarin men zich beroofd weet van alle privacy.
Aanvankelijk
worden slachtoffers van controlefreaks of stalkers, die soms ook
'onderzoekers' heten, hetzij medische, hetzij commerciële, hetzij
politici, hetzij maffiosi, alleen maar heel erg gefrustreerd. Maar
als die toestand van frustratie die danig energierovend is, te lang
aanhoudt, begeeft de psychische weerstand het en gaat men zich
gedragen zoals dat van de gecontroleerde ook verwacht wordt.
Niet
alleen gaat men zich dan naar andermans wensen gedragen, men gaat ook
denken zoals die ander dat wil, en 'willen' zoals die ander
dat wil, tenminste als dat dan nog 'willen' mag heten.
Alleen
al de idee dat heden wereldwijd ieders DNA verzameld of gestolen
wordt en verdwijnt in databanken waartoe alleen de machthebbers
toegang hebben, volstaat om het mensdom te herleiden tot een uiterst
gewillige kudde.
Aan
de kampgevangenen werd verteld dat zij het konden rapporteren als zij
zich ziek voelden en dan zouden zij enige tijd in een zogenaamd
'revalidatiekamp' kunnen verblijven om te herstellen. Echter, uit
brieven, getuigenissen en grondig onderzoek blijkt dat allen die zich
daarvoor inschreven ter dood werden gebracht door vergassing. (1)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
11 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi
Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited
by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 44-47.
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 22: Nu wordt ook nog eens de dood van de monddoodgemaakte Montagnier doodgezwegen
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
22: Nu wordt ook nog eens de dood van de monddoodgemaakte Montagnier doodgezwegen:
Kampgevangenen
die geëlimineerd moesten worden kregen specifieke codes: '14f1' voor
natuurlijke dood, '14f2' voor zelfmoord, '14f3' voor neergeschotenen
die trachtten te vluchten, '14fI' voor geëxecuteerden. Door de zeer
slechte leefomstandigheden werden heel wat gevangenen in de kampen
ziek en inspecteur Himmler besloot ook deze categorie te elimineren,
hun code was '14f13'. In de bewaarde brieven van medewerker dr.
Friedrich Mennecke aan zijn vrouw omschrijft deze zijn werk als 'zeer
interessant'. Hij schrijft: "Dankzij dit werk doe ik heel wat
nieuwe ervaringen op." Hij beschrijft wat hij eet in het kamp,
hoe hij zeer veel patiënten af te handelen heeft en ook dat
eigenlijk niemand op de hoogte is van wie de bevelhebbers zijn in
Berlijn. Hij schrijft ook hoe hij het onderzoek van een collega moest
overdoen omdat die zijn formulieren invulde zonder de patiënten
gezien te hebben. Op 12 januari 1942 brieft dr. Mennecke aan zijn
vrouw dat hij die dag 634 patiënten afgehandeld heeft.
Aan
sommige brieven voegde Mennecke ook foto's van gevangenen toe met op
de keerzijde zijn commentaren, onder meer de volgende:
"Schneidhuber
Dorothea Sara, geboren op 3 april 1881 te Lach. Schreef alsmaar
ophitsende anti-Duitse artikels over het beleid m.b.t. de kerken in
Duitsland, en dit op basis van de info die zij kreeg vanwege de
Episcopale Curie in München. 541 Ravensbrück 1819."
"Stross
Otto Israel, geboren 22 september 1900 in Praag, advocaat, 22730
Dachau. Hevig anti-Duits. Agitator."
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 10
februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 40-44.
09-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 20: dr. Ray Obomsawin over vaccinatie)
Corona, het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering 20: dr. Ray Obomsawin over vaccinatie)
Dr.
Ray Obomsawin bestudeerde vaccinatie van verschillende plagen door de
eeuwen heen en constateerde dat vaccinatie omgekeerd werkt. De
onderzoeker stierf plotseling eind vorig jaar.
De
eerste link zegt iets over dr. Obomsawin, de tweede is een video
waarin hij zijn onderzoek uit de doeken doet:
Na
de bezetting van het westen van Polen in de herfst van 1939 ging men
daar op gelijkaardige manier te werk. De SS evacueerde de
asielcentra. Mannen, vrouwen en kinderen (telkens een zeventigtal)
werden in een groot stalen voertuig gedreven dat geen vensters had,
alleen een grote metalen deur achteraan, en waarop de misleidende
tekst: Kaiser's
Kaffee Geschäft en
zij werden onmiddellijk vergast met koolstofmonoxide uit een tank
onder het voertuig. Nadien werden nieuwe voertuigen gebouwd waarvan
de uitlaatgassen via buizen direct in de passagiersruimte werd
geloosd. De patiënten kregen vooraf kalmeermiddelen ingespoten
(morfine en scopolamine), sommigen trachtten alsnog te ontkomen en
werden dan in dwangbuizen verpakt, anderen smeekten het personeel om
hun familie op de hoogte te brengen. De voertuigen brachten de
lijken naar een bos waar zij werden verbrand. Gelijkaardige moorden
vonden plaats in Pommeren en in Oost-Pruisen. (1)
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 7
februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass
Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by
Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 37-40.
08-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 18: moorden om te besparen!)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
18: moorden om te besparen!)
De
voorzieningen voor euthanasie rapporteerden wekelijks aan het centrum
in Berlijn hoeveel patiënten gedood werden maar die gegevens werden
vernietigd voor het einde van de oorlog. Toch kwam men er later
achter dat in Grafeneck in 1940 meer dan 10.000 patiënten gedood
werden. Eenzelfde aantal in Hadamar. In totaal waren dat van januari
1940 tot augustus 1941, 70.273
[in
feite uiteindelijk: 71.088]patiënten.
Een werkgever aldaar beschrijft een viering onder werknemers als
volgt: "Onder
de lunch ( ) verklaarde dr. Berner dat er die dag 10.000 lijken
zouden verbrand worden, een gebeuren dat zou bijgewoond worden door
het voltallige personeel. 's Avond in de hall kreeg iedereen een fles
bier en daarna zakten we af naar de kelder. Op een brancard lag het
naakte lichaam van een man met een waterhoofd. ( ) De 'cremators'
legden het lichaam in een soort trog en duwden het in de oven. De
heer M., verkleed als pastoor, sprak een lijkrede uit. (...)" Dan
volgt een macabere berekening: "In de veronderstelling dat de [71.088]
patiënten nog gemiddeld tien jaar te leven hadden en wetende dat zij
3,5 Reichsmark per dag kostten, berekende men dat in de genoemde
periode de massamoorden een besparing hadden opgeleverd van
885.439.800 Reichsmark. De besparing aan voedsel bedroeg
141.775.573,8 Reichsmark." (1)
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 7
februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass
Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by
Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 36-37.
07-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 17)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
17)
Geblindeerde
busjes en immer rokende crematoria, stapels standaardrouwbrieven,
versprekingen en vergissingen, op den duur zei men over elkaar: Gij
zult nog eindigen in de ovens van Hadamar! Men vreesde dat men
naast geesteszieken nu ook nog andere categorieën begon te vergassen
zoals dissidenten, bejaarden, alcoholici, bedlegerigen, bedelaars,
zwervers, prostituees en zogenaamde asocialen en antisocialen. De
onrust leidde reeds in 1940 tot protestbrieven vanwege onder meer
kerkelijke gezagsdragers, sommige politici en ook burgers. Het
sermoen door de bisschop van Münster op 28 juli 1941 waarin deze de
massamoord aankaartte, noopte Hitler op 24 augustus 1941 tot een
oponthoud in de activiteiten van T4. Maar dit was alleen maar schijn
want de activiteiten gingen gewoon door terwijl de geheimhouding
strenger werd. De locaties voor euthanasie werden verplaatst en de
moordpartijen gebeurden met vergif (morfine en scopolamine) en
uithongering. Kinderen met zowel joods als arisch bloed werden
omgebracht alsook tuberculosepatiënten. Aan de universiteiten was er
grote vraag naar hersenen voor onderzoek. Vervolgens werden ook de
zwakzinnigen en de epileptici vergast. (1)
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 7
februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass
Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by
Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 34-36.
06-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 16)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
16)
De
stalen tanks van 40 liter met elk zes kubieke meter CO zagen eruit
zoals tanks met CO.2 of met O.2 en werden geleverd door BASF per
honderd stuks met vrachtwagens onder valse firmanamen. (1)
Onder
de joodse geesteszieken werd niemand van 'euthanasie' gespaard, zij
werden opgehaald met bussen door lui in witte uniformen om de indruk
te wekken dat het ging om medisch personeel. Aanvankelijk ging het
transport naar Brandenburg maar vanaf 1941 werden zij naar bezet
Polen vervoerd om daar hetzij gefusilleerd te worden, hetzij vergast.
Een speciaal registratiebureau telde de doden en verzamelde ook de
achterblijvende waardevolle zaken zoals gouden tanden; ook de
toegekende uitkeringen werden nog maanden na de vergassing van de
slachtoffers verder geïnd. (2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 6
februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass
Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by
Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 30-31.
(2)
Ib., pp. 31-32.
05-02-2022
Ben ik immuun tegen Omicron als ik al besmet ben geraakt met de Deltavariant?
Ben ik immuun tegen Omicron als ik al besmet ben geraakt met de Deltavariant?
De
euthanasie-centra van de nazi's hadden elk een secretariaat voor de
registratie van het aantal doden, het opstellen van overlijdensaktes
en het verzinnen
van doodsoorzaken.
Wat betreft dit laatste werd er middels een specifieke verzameling
van informatie over de herkomst van de vermoorde patiënten, de
woonplaatsen van hun familieleden en de data van overlijden op gelet
dat de families geen argwaan konden krijgen omtrent de doodsoorzaken
en zo bijvoorbeeld voorkwam men door vervalsing van de data dat over
teveel patiënten ineens op dezelfde plek gerapporteerd zou worden
dat zij aan dezelfde ziekte zouden overleden zijn. Aan de familie van
de ongelukkigen werden rouwbetuigingen gestuurd, standaardbrieven
waarin de voorgewende
doodsoorzaak
vermeld werd en daarin werd tevens gezegd dat het omwille
van het vermijden van besmettingsgevaar noodzakelijk was geweest om
onverwijld het lichaam te cremeren
- wie dat wensten, konden op aanvraag een urn met asse bekomen. De
brieven werden ondertekend door de betrokken artsen maar dan wel
met pseudoniemen. Ze werden bijgehouden in dossiers in Berlijn maar op
het einde van de oorlog werden ze naar Hartheim gebracht om daar
vernietigd te worden. (1)
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 4
februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass
Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by
Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 29-30.
03-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 14)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
14)
In
de historische documentaire over het gebruik van gifgas, getiteld
Nazi Mass
Murder,
worden de moordprocedures in detail beschreven. Het krankzinnige
karakter van de extreme rationaliteit of de zogenaamde
wetenschappelijkheid waarover professor Mattias Desmet het heeft,
blijkt uit de afstandelijkheid en uit de volstrekte gevoelloosheid
aan de dag gelegd door alle medewerkers aan de moordpartijen onder de
invloed van de hypnotiserende machtsgreep waarin zij in feite
gevangen zaten en die wellicht vergelijkbaar is met de greep die
werkgevers op hun werknemers hebben van wie zij immers een loon
moeten ontvangen en van wiens grillen zij derhalve afhankelijk zijn
voor de kwaliteit van hun leven, zo niet voor het feit of zij al dan
niet een menswaardig bestaan zullen kunnen leiden. Niemand zal
loochenen dat ook vandaag misbruik vanwege werkgevers algemeen
verspreid is precies vanwege de macht die zij met een zekere
willekeur over de job en derhalve over het leven van hun
ondergeschikten hebben. Blinde gehoorzaamheid aan de autoriteit en
blind respect voor de pikorde blijkt maar al te vaak het enig
mogelijke verweer tegen jobverlies met in zijn zog vaak oeverloze
ellende gegarandeerd door de economische onzekerheid welke dit
tijdsgewricht kenmerkt: werkloosheid betekent inkomensverlies en
sociale achterstelling of uitsluiting voor het kroost dat aan deze
wantoestanden tenslotte helemaal geen schuld heeft. Voor wie het nog
niet wisten: steeds meer kinderen arriveren 's morgens met een lege
maag op school en op steeds meer plaatsen moeten kleuterjuffen broden
meebrengen en begint de les met een ontbijt.
Zorginstellingen
werden door de nazi's omgevormd tot gaskamers en ovens, medici
overlegden over de meest doeltreffende massamoordmethodes, zij lieten
douchekoppen, valse leidingen en andere camouflage in de gaskamers
installeren, maakten gebruik van kalmeringsmiddelen en leugens om hun
slachtoffers om de tuin te leiden en daarna ook de families van de
slachtoffers. Het kort medisch onderzoek vooraleer de gaskamers te
betreden diende ter identificatie van de ongelukkigen en om hun
medische toestand in te kunnen schatten met het oog op een te
verzinnen doodsoorzaak welke aan de familie kenbaar zou gemaakt
worden na de moord. De te vergassen mensen waren naakt en werden
eerst ook nog gefotografeerd, hun doodstrijd werd door vensterglas
gadegeslagen en duurde twintig minuten., sommigen schreeuwden luid en
beukten met hun vuisten op de muren. Daarna werden de lijken naar de
ovens gebracht om te verbranden, asse werd op vraag naar de familie
gestuurd, zoals gezegd met vermelding van een verzonnen doodsoorzaak,
de kamer werd gedurende een uur verlucht om onmiddellijk weer in
gebruik te worden genomen voor de volgende groep. De hersenen werden
uit de lijken gehaald en voor onderzoek door geleerden naar de
universiteiten gestuurd. (1)
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 3
februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 26-29.
02-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 13: intermezzo: een interview van Brecht Arnaert met Mattias Desmet)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
13: intermezzo: een interview van Brecht Arnaert met Mattias Desmet)
In
een interview met Brecht Arnaert vertelt 'coronascepticus' en
professor in de klinische psychologie aan de Universiteit Gent,
Mattias Desmet, over zijn vijf dagen geleden verschenen boek, De
psychologie van totalitarisme.
Hij
start met een kritiek op de huidige wetenschappen en in het bijzonder
op de medische wetenschappen. De niet reproduceerbaarheid van het
merendeel van alle wetenschappelijk onderzoek alsook het gebrek aan
precisie maakt het waardeloos. Die blindheid voor fouten heeft te
maken met massavorming en hypnose: de massa en wie onder hypnose
zijn, kennen geen rationaliteit en zijn ongevoelig voor bewijzen, zo
citeert Desmet Gustave Lebon, alleen monotone herhaling en visuele
beelden maken indruk.
De
condities voor een permanente massavorming vindt men in het
communisme en in het nazisme. Hannah Arendt waarschuwt voor het
technocratisch totalitarisme dat heerst nu de vier condities daarvoor
vervuld zijn: sociale isolatie bij veel mensen, een gebrek aan
zinverlening, onbestemde angst en veel frustratie en agressie.
Een
nieuwe sociale band ontstaat wanneer de angst zich ineens aan een
object koppelt, zoals dat nu het geval is met het object
'coronavirus' omdat men zich dan tegen deze vijand verenigt maar het
gaat niet om de band tussen individuen onderling, want die wordt
teniet gedaan en maakt plaats voor onderlinge verdachtmakingen en
verraad: het gaat om de band van elk individu met de staat die alles
overheerst en die de mensen onderling verdeelt. Het succes van een
totalitair systeem loopt parallel met de mate waarin alle individuen
geïsoleerd zijn.
Desmet
merkt op dat 'experten' verbluffend onwetend blijken ingevolge
verblinding door hun ideologie. Men kan mensen weliswaar kortstondig
uit hun hypnose doen ontwaken maar de ervaring leert dat zij alras
hervallen, wat te maken heeft met cognitieve dissonantie maar nog
meer met de angst er niet meer bij te zullen horen wanneer zij
dissidente standpunten innemen. Sociaal isolement is immers het
ergste wat een mens kan overkomen, aldus de professor. Ook speelt
hier een quasi feilloze hardhorendheid voor alles wat het gevierde
verhaal en zijn rituelen tegenspreekt. Dat wat geloofd wordt absurd
is, maakt geen indruk.
Massavorming
leidt tot verblinding en uiteindelijk ook tot wreedheden, wat men
alleen kan voorkomen als de diepere hypnose de pas wordt afgesneden
want die leidt tot wreedheden: alleen volgehouden kritiek kan dat
stadium voorkomen.
Desmet
haalt Lebon aan die waarschuwt voor een staatsvorm geleid door de
massa en waarvan de oorsprong zou liggen bij een mechanistisch
wereldbeeld en een verabsolutering van de rede. Hedendaagse denkers
weten echter dat wetenschap niet teert op rationalisme maar veeleer
schatplichtig is aan intuïtie en poëzie: de retoricus dient zelf
niet te geloven wat hij aan anderen vertelt; wie daarentegen de
waarheid preken, verbinden hun lot met hun woorden, zoals Michel
Foucault opmerkt. Tot hier het interview.
Mattias
Desmet heeft het in feite voor een stuk ook over de rampzalige
invloed van het WTK-bestel (het conglomeraat van Wetenschap, Techniek
en Kapitalisme) waarvoor Herbert Marcuse al waarschuwde een halve
eeuw geleden en wij vragen ons nu af of het te wijten is aan het
libertarische midden waarin hij ook bij de gelegenheid van dit
interview verkeert, dat professor Desmet de zeker niet te versmaden
'K' prompt vergeet.
Alle
patiënten die heimelijk waren veroordeeld tot de gaskamers werden
aan hun verblijfplaatsen met speciale bussen opgehaald. Passanten
getuigen hoe zij soms tegenspartelden en geweld moest worden
gebruikt. Om de bestemming geheim te houden werden tussenstations
ingelast en de families van de patiënten werden per brief leugens op
de mouw gespeld. De
brieven aan de families luidden als volgt: "Wij
informeren u hierbij dat overeenkomstig de ministeriële richtlijnen
X overgeplaatst werd en veilig aangekomen is op de bestemming. Om
veiligheidsoverwegingen is bezoek verboden alsook telefonisch
contact. Door de oorlog kampen wij met personeelstekort, neem dus
zelf geen contact op: bij eventuele wijzigingen wordt u onmiddellijk
op de hoogte gebracht." T4
klaagde erover dat sommige van de eveneens onwetende medewerkers
patiënten inschreven als goede werkers om aldus hun levens te
redden, daar zij het onheil vermoedden. Later werd aan de families
medegedeeld dat hun in een gaskamer omgebrachte geliefde overleed
ingevolge bijvoorbeeld een longinfectie. (1)
Opnieuw
zal de lezer van deze historische documenten in het volstrekte
onvermogen verkeren om te ontkennen dat ook deze paragraaf
onwillekeurig doet denken aan de reglementeringen rond corona en aan
de gelijkenissen welke spontaan opduiken waar sprake is van de
opheffing van het bezoekrecht aan de verpleegden en aan het absolute
contactverbod. Andermaal opvallend gelijkend zijn de verklaringen ter
verantwoording van die ongewone reglementeringen want zowel ten tijde
van de nazi- moorden als in de huidige pandemie werd door de
autoriteiten medegedeeld dat deze maatregelen genomen werden in het
teken van de algemene veiligheid.
Stanley
Milgram kon maar moeilijk geloven dat de nazi-wreedheden zich hadden
voltrokken maar zijn gehoorzaamheidsexperiment bewees in 1963, aan dezelfde Universiteit waar het hier besproken document werd uitgegeven, dat jan
met de pet daartoe inderdaad in staat is en wel in vaak meer dan de
helft van de gevallen. Of de mensen van deze tijd beschikken over een
hoger moreel bewustzijn dan deze van pakweg tachtig jaar geleden valt
heel sterk te betwijfelen als men dezer dagen in de krant moet lezen
dat het welgeteld negen uur duurde vooraleer een vierentachtigjarige
fotograaf die in het centrum van Parijs op straat neerviel, door een
van de vele duizenden voorbijgangers geseind werd - toen de
hulpdiensten arriveerden was de ongelukkige helaas al overleden.
Dat
de nazi's in staat waren om te liegen alsof het gedrukt stond, zoals
blijkt uit de hoger geciteerde en nog andere brieven die zij aan de
families van de vermoorde geesteszieken stuurden, is een bijzonder
schokkend gegeven maar wie de actualiteit omtrent corona een heel
klein beetje heeft gevolgd, weet dat de huidige Nederlandse
minister-president tijdens een ondervraging door een oppositielid in
zijn parlement op grove leugens werd betrapt waarna hij zich gedroeg
zoals psychopaten dat doen, dat wil zeggen: alsof er geen vuiltje aan
de lucht was en eveneens zonder schroom toonde zich in dezelfde
periode de Britse premier nadat die was betrapt op het overtreden van
de door hem zelf verordende wetten door zijn herhaalde aanwezigheid
op allerlei coronafuiven.
Wie
vandaag de vrees koesteren dat de genomen veiligheidsmaatregelen die
zogezegd in het teken staan van de bestrijding van de pandemie, in
feite dienen om praktijken toe te dekken die het daglicht schuwen,
worden er derhalve helemaal onterecht van verdacht complotdenkers te
zijn.
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 1
februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi
Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited
by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 24-26. Het
citaat (in onze eigen vertaling) staat op de pagina 25.
In
1135 werd in het koninkrijk Napels Gioacchino da Fiore geboren,
mysticus en symbolist die een groot stuk van zijn leven besteedde aan
het ontcijferen van de Apocalyps van Joannes en die tot de slotsom
kwam dat zich in de geschiedenis drie stadia voordoen (die elk
duizend jaar duren), namelijk dat van de Vader (Oude Testament), dat
van de Zoon (Nieuwe Testament) en het huidige, dat van de Heilige
Geest, gekenmerkt door de onbemiddelde kennis in elk individu van de
Waarheid (van Gods Woord) uiteindelijk uitlopend op het
armageddon en het Laatste Oordeel. 'Onbemiddeld' wil hier zeggen
zonder tussenkomst van kerk en clerus, wat aldus aanleiding gaf tot
het ontstaan van sekten van 'vrijgeesten' en 'verlichte geesten'
(o.m. Luciferianen, anabaptisten en homines intelligentiae) en tot
vervolging door de inquisitie.
Een
der bekendste vrijgeesten of libertijnen is de atheïst Markies de
Sade (1740-1814) voor wie de natuurlijke instincten alles domineren,
wars van goed en kwaad. Sade verwerpt het christendom en de
naastenliefde en erkent alleen de natuurwetten en het maximaliseren
van de eigen lusten. Naar hem noemde de psychiater Richard
Krafft-Ebing het aversief subklinisch persoonlijkheidskenmerk
'sadisme', dat de zogenaamde 'duistere driehoek' van machiavellisme,
narcisme en psychopathie aanvult (1) en dat zich laat omschrijven als
het ervaren van genot bij andermans leed, dat daarom gezocht wordt
middels wreedheid, agressie, manipulatie en geweld, m.a.w.: het
domineren en vernietigen van anderen.
Het
gaat hier niet om het sadomasochistisch spel dat beoefend wordt door
mensen die zich vervelen bij 'gewone' seks maar wel om de perverse
vernietigingsdrang eigen aan de lustmaximalisatie. Lieden die blasé
zijn, wat wil zeggen: door overmatig genieten ongevoelig geworden
voor verder genot, vervelen zich stierlijk en kunnen alleen nog
soelaas vinden in de boost
welke voelbaar wordt van zodra zij anderen doen lijden, bijvoorbeeld
door hen het leven zuur te maken, door hen te overheersen, door zich
met hun leven te gaan bemoeien, door hun vrijheid te beknotten, door
hen angst aan te jagen, door zich tegenover hen paternalistisch op te
stellen, door hen te betuttelen, door hen te verplichten handelingen
te stellen die zij niet willen stellen of door hen te verhinderen om
te doen wat zij willen doen, met andere woorden: door de neurotische
aanleg van hun slachtoffers tot de gruwelijkste kwellingen op te
stoken.
Mensen
die niet meer weten van welk hout pijlen te maken, niet omdat zij
aan de grond zouden zitten maar, integendeel, omdat zij alles hebben
en zijn wat een mens zich maar kan wensen, zouden zich letterlijk
dood vervelen indien zij niet die zo bevrijdende uitlaatklep hadden
welke erin bestaat anderen te koeioneren door hen van hun vrijheid te
beroven. Onder allerlei voorwendsels doen ze dit met dieren (zij
houden hen als proefkonijnen maar ook als wetenschappelijk te
observeren studie-objecten en zelfs als te beschermen soorten - denk
maar aan de dierentuinen) maar als ook dat geen bevrediging meer
biedt, beginnen ze aan hun soortgenoten - de zwaksten eerst. De
(gewetenloze/blasé) psychopaat (verzot op macht) maakt van zijn
'ondergeschikte' een neuroticus door hem te martelen en te pesten met
als kers op de taart de psychische, zo niet de fysieke dood van het
slachtoffer.
Door
de eeuwen heen of, om preciezer te zijn, tweeduizend jaar lang, heeft
de kerk het haar roeping geacht om alle mensen aldus levenslang te
kwellen, te beginnen met het opdringen van een kannibalistisch
wereldbeeld dat kant noch wal raakt, het opleggen van absurd,
neurotisch makend gedrag en het propageren van de zelfkastijding bij
het volk, want pas eerst als het volk ertoe komt zichzelf te
straffen, triomferen de elites. Macht over derden manifesteert zich
immers waar men mensen kan doen liegen of doen strijden tot de dood
en waar men hen kan beladen met een schuld die niet de hunne is.
Maar
de theologie wordt stilaan stokoud en sadisten kunnen derhalve pas
aan hun trekken blijven komen als zij de achterhaalde theologie nu
snel vervangen door de moderne technologie: voortaan kan het mensdom
worden gekweld middels allerlei methoden en technieken ingebouwd in
apparaten die men de getroffene zelf doet begeren en doet kopen voor
handenvol geld waarvoor hij dan levenslang slavenarbeid verricht.
Als
het geweten ontstaat door de interiorisering van wetten - wat immers
blijkt waar cultuurrelativisten laten zien hoe andere (met sancties
bekrachtigde) wetten telkens een ander geweten produceren en wat
zelfs wordt beleden in het Paulinische christendom dat de grondslag
van het katholicisme vormt (met name waar Paulus belijdt dat pas de
wet hem het onderscheidingsvermogen tussen goed en kwaad heeft
bijgebracht) - dan zal systematische beloning en bestraffing volgens
een vastgesteld programma feilloos het gewenste gedrag voortbrengen
en garanderen.
Als
bovendien met het martelende programma gespeeld wordt door om de
haverklap de regels te veranderen, dan maakt de sadist zijn
slachtoffer dermate murw dat zijn ziel zelf zal worden vernietigd,
zoals dat gebeurde middels de gesofisticeerde folteringsmethoden in
de concentratiekampen van de nazi's, waar mensen er bijvoorbeeld toe
verplicht werden om te kiezen welke van hun kinderen zij zouden
ombrengen. De verplichting om te handelen gekoppeld aan de
onmogelijkheid om goed te doen, ontstaat immers niet alleen daar waar
men tot het kwaad veroordeeld wordt maar evenzeer daar waar men van
zijn ethisch kompas beroofd wordt ingevolge het sadistische spel van
de onophoudelijke verandering van de regels dat, geruggensteund door
harde sancties, tenslotte het menselijk aanpassingsvermogen volledig
uitput, wat resulteert in de complete willoosheid eigen aan robots en
computers. Want waar lastdieren nog koppig verzet kunnen bieden aan
de wil van hun meesters, drijven sadisten hun spel zo ver door dat
hun slachtoffers ook die laatste weerstand opgeven. Op dat punt
werden mensen dan ook werkelijk herleid tot dingen.
Medelijden
kennen de sadisten niet, in hun hoogheidswaanzin eigenen zij zich de
bezwerende verzen toe welke ontspringen aan de duivelse wijsheid van
de profeet Zarathustra die scandeert: "Wer
auf den höchsten Bergen steigt, der lacht über alle Trauer-Spiele
un Trauer-Ernst." (2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
31 januari 2022)
Verwijzingen:
(1) D.L.
Paulus en K.M. Williams (2014), Toward a Taxonomy of Dark
Personalities, in Current Directions in Psychological Science,
vol. 23, issue 6, p. 421-426. (Cf. Wikipedia: 'sadisme').
(2)
Citaat bij het begin van het derde deel van F.W. Nietzsche, Also
sprach Zarathustra. Ein Buch für Alle und Keinen,
met een verwijzing naar de tekst Von
Lesen und Schreiben.
(Eigen) vertaling: "Wie
opgeklommen is tot de hoogste bergtoppen, moet lachen om alle
treur-spel en treur-ernst."
In
het onderhavige historisch document "Nazi Mass Murder", in de
paragraaf, getiteld: "Procedures van kennisgeving en registratie",
in het derde hoofdstuk over euthanasie van de hand van officier van
justitie Willi Dressen, worden vooreerst de categorieën van
geïnterneerden opgesomd die in aanmerking komen voor 'euthanasie':
de geestes- en zenuwzieken, zij die reeds langdurig geïnterneerd
waren en de misdadigers. De werkonbekwamen werden overgeplaatst en
'stierven'. Na verloop van tijd begonnen familieleden van de
geïnterneerden na te gaan wat er in de instellingen gebeurde en zij
kwamen er achter dat de overgeplaatsten systematisch ter dood werden
gebracht. Om dat te voorkomen, verklaarden sommige artsen mensen
onterecht 'werkbekwaam' om hen van een gewisse dood te redden en zij
adviseerden hun families op discrete wijze om hun zieken zo spoedig
mogelijk naar huis mee te nemen. (1)
Toen
bij het uitbreken van de pandemie in januari 2021 het bezoekrecht aan
ouderlingen in zorginstellingen werd opgeschort, zogezegd om
besmettingen te voorkomen en de ouderlingen te beschermen, moest men
met lede ogen vaststellen dat aan de families niet alleen niet werd
toegestaan om bij hun oudjes aanwezig te zijn in het stervensuur,
maar ook werd het de familieleden strikt verboden om het stoffelijk
overschot van de aan corona bezweken patiënten nog te zien of te
groeten: over hen werd door daartoe bevoegd personeel zonder meer
gerapporteerd dat zij ingevolge een besmetting met het virus
gestorven waren en vervolgens verast. Jammer genoeg moet zelfs de
verslaggever van deze feiten zich ervan onthouden namen en data vrij
te geven van Belgische artsen die heden in een gelijkaardige situatie
moesten opereren als hun Duitse collegae van tweeëntachtig jaar
geleden: ooit zullen zij ervan getuigen hoe gewetensnood en
beroepsethiek hen ertoe bracht om hun patiënten nog snel uit de
zorginstellingen weg te halen teneinde hen het lot te besparen van
anderen die daar in de grootste verlatenheid in grote getale omkwamen
omdat zij, al dan niet door het virus besmet, de zorg die zij
verdienden moesten ontberen en zij in hun bedden werden
achtergelaten, hetzij vanwege verbod, besmettingsangst of nog andere
redenen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
27 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer
Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). pp. 20-21. Ik citeer (p. 21): "Later, as more and more of the euthanasia victims' families
made inquiries of the institutions, it gradually became apparent that
all the patients who had been transferred had been systematically put
to death. From then on, a number of the asylums' physicians neglected
to fill out the questionnaires, or they classified as "fit to work"
as many patients as was plausible. In many cases patients' families
were discreetly advised to take them home as quickly as possible."
26-01-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 9)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
9)
De
euthanasiemoorden van de nazi's voltrokken zich op zes plekken. Het slot Grafeneck
in Münsingen dat dienst deed als instelling voor gehandicapten voor
de Samaritaanse Stichting werd in 1939 ingepalmd door T4 en heette
'Faciliteit A', het werd ontoegankelijk gemaakt met barricades en de
waarschuwing besmettingsgevaar. Er werd samengewerkt met het
Italië van Mussolini dat er geesteszieken van Duitse origine
verblijvend in Italië heen bracht om ze te vergassen. Andere
plaatsen voor massamoord waren de 'zorginstellingen'
Brandenburg-Havel ('Faciliteit B'), Bernburg-an-der-Saale, waar net
zoals in Hadamar kinderen werden vergast, het slot van Hartheim
('Faciliteit C'), de instelling onder professor Nitsche in
Sonnenstein-bei- Pirna ('Faciliteit D') waarover ene verpleeghulp
Hermann Felfe schrijft dat gedurende diens verblijf van drie weken in
juli 1940 zowat duizend mensen werden vergast onder wie heel wat
vijftien- en zestienjarigen en het gesticht in Hadamar ('Faciliteit
E'). Van het leidinggevend personeel van deze instellingen werd geen
psychiatrische of neurologische bevoegdheid gevraagd. (1)
Wat
betreft het ondergekwalificeerd personeel waar auteur Willi Dressen
naar verwijst, blijkt bereidheid tot medewerking of dus
betrouwbaarheid belangrijker dan deskundigheid, ongetwijfeld wegens
het geheim karakter van de hele operatie. Opvallend
genoeg gelden ook vandaag gelijkaardige preferenties bij de bemanning
van hedendaagse zorginstellingen in het kader van de pandemie:
paramedisch geschoolden die de vaccinatie niet vertrouwen, verliezen
hun job en worden vervangen door ongeschoolde voorstanders van de
vaccinatie. Medici die zich uit verantwoordelijkheidszin voor
de gezondheid van hun patiënten of omwille van de volksgezondheid
vragen stellen bij de aanpak van de huidige crisis, worden in de
media als 'ondeskundig' afgeschilderd, als al niet wordt gepoogd hen
bij het grote publiek belachelijk te maken, of zij krijgen
beroepsverbod als waren zij een gevaar voor de volksgezondheid en het
debat wordt uit de weg gegaan terwijl op de koop toe en niet alleen
in weerwil van de vrijheid van mening maar tevens strijdig met het
beginsel van het open debat waarop de geldigheid van de
wetenschappelijke besluitvorming berust, filosofieprofessoren gaan
pleiten voor een feitelijk spreekverbod voor critici van de
coronapolitiek.
De
vaccinatieverplichting wordt niet opgelegd vanwege de
verzekeringsrisico's aan de kant van de staat (in de USA oordelen
rechters dat sterfgevallen te wijten aan coronavaccinatie niet
vergoed kunnen worden omdat ze ingevolge de vrijheid om zich al dan
niet te laten vaccineren, gelden als zelfmoord) maar ministers en
presidenten, onder wie de Franse president Macron, verkondigen
schaamteloos op Tv dat wie van deze vrijheid gebruik maken door het
vaccin te weigeren, zo hard als maar kan moeten gepest worden.
Het
doet allemaal weer denken aan Hannah Arendts werk over de totalitaire
staat die eveneens gedijt dankzij de beruchte dubbele agenda die
naast de wet ook inzet op een in feite strafbare vorm van sociale
druk gelijk aan psychosociale dwang.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
26 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer
Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). pp. 18-19.
25-01-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 8)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
8)
Om
de aan de gang zijnde eliminatie van ongewenste bevolkingsgroepen
verborgen te houden, gebruikten de nazi's zoals hoger vermeld
codenamen zoals 'euthanasie' (stervensbegeleiding) dat de betekenis
kreeg van het ombrengen van geesteszieken en andere
'levensonwaardigen', 'Sonderbehandlung'
('Speciale behandeling', in de correspondentie vaak afgekort als
'SB') betekende onder meer executie, en 'Endlösung der Jugendfrage'
('de uiteindelijke oplossing voor het jodenprobleem'), wat wilde
zeggen: massale elimimatie van de joden door bijvoorbeeld vergassing.
Andere
bijzonder misleidende schuilnamen waren de 'Reichsarbeitsgemeinschaft
Heil- und Pflegeanstalten' of 'RAG' ('Rijks Werkgroep van Sanatoria
en Zorginstellingen') en de 'Gemeinnützige Stiftung für
Anstaltspflege' ('Liefdadigheidsinstelling voor Institutionele Zorg')
wat in feite afdelingen waren van de beruchte 'Aktion T4' voor de
uitvoering van massamoorden. Er waren ook nog het 'Gemeinnützige
Krankentransport GmbH' of: 'Gekrat' ('Liefdadigheidsinstelling voor
ziekentransport') waarmee in feite mensen naar hun plek van executie
werden gebracht en de 'Zentralverrechnungsstelle Heil- und
Pflegeanstalten' ('Centraal Compensatiebureau voor Sanatoria en
Zorginstellingen'), allemaal in feite behorend tot 'Aktion T4'. Er
werd gesteld dat alles geschiedde in het belang van de
landsverdediging en dat het daarom geheim moest worden gehouden. (1)
Codes
en schuilnamen, dubbele agenda's, façades, maskers, camouflage,
mimicry: ook vandaag kennen wij de dubbele staat, de organisatie met
de buiten- en de binnenkant, de in- en de outsiders, de wel en niet
ingewijden, de mooie verpakkingen, de verkooptechnieken en de bonte
leugens. Immers: wat stellen onze hedendaagse zorginstellingen in
vele gevallen anders voor dan transitplekken voor het overhevelen van
enorme kapitalen van de ziekenkassen naar de pharmacie en naar de
rest van de grootverdienende medische sector?
Een
niet kapitaalkrachtige en bovendien onverzekerde ouderling kan zich
in noodgevallen alleen nog wenden tot liefdadigheidsinstellingen maar
hij wordt tenminste met rust gelaten en zo is hij misschien nog veel
beter af dan zijn eveneens arme maar goed verzekerde buur die
officieel zorg ontvangt maar in wezen dienst doet als immer paraat
doorsluisluik voor ziekteverzekeringsgelden. Zelfs perfect gezonde
ouderlingen worden met preventieve peperdure en vaak risicovolle
onderzoeken overstelpt zonder de reële mogelijkheid om zich
hiertegen te verzetten, zeker in het geval zij 'dement' werden
verklaard. De etalage en het etiket is 'zorg' maar de praktijk houdt
dikwijls niets anders in dan gemene beroving van gemeenschapsgelden
middels de 'vrijwillige' medewerking van weerloze ouderlingen,
gehandicapten en zieken, zeker in het geval die vereenzaamd zijn en
derhalve niet meer moeten rekenen op verwanten of vrienden die een
oogje in het zeil houden. Hoe dan ook tonen de cijfers dat in onze
bijzonder georganiseerde samenleving de overconsumptie van
geneesmiddelen en medische diensten een nimmer tegen te spreken feit
is. Weliswaar leven wij niet onder een nazi-regime maar misschien
komt dat alleen hierdoor dat dit etiket het vandaag allang niet meer
doet...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
25 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer
Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). pp. 17-18. Eigen vertalingen.
24-01-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 7)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
7)
Om
de joden af te schilderen gebruikte Hitler de terminologie uit de
parasitologie naar het voorbeeld van de conservatieve raciale
orientalist, darwinist en nazi-ideoloog Paul de Lagarde die in 1887
schreef: Men onderhandelt niet met draadwormen en bacillen,
men voedt ook geen draadwormen en bacillen op, men roeit ze alleen
maar uit, zo snel en zo radikaal als maar mogelijk is. (1)
Reeds
in 1921 had Hitler zijn partijprogramma opgesteld waarin stond dat
alleen Germanen Duitse burgers konden zijn, de joden waren ervan
uitgesloten en moesten dus verdreven worden. In 1933 werden de joden
geboycot, alleen een oorlog zou het mogelijk maken om nog verder te
gaan.
Als
de joden weer een oorlog gaan financieren, zo schreef Hitler
in 1939, dan zullen niet de Duitsers maar de joden uitgeroeid
worden. (2) Zeven maanden later begon de oorlog. De plannen om
de zogenaamd 'levensonwaardigen' uit te roeien middels vergassing
waren toen al klaar. In 1940 werden vele dorpen in de Sovjet Unie
platgebrand en hun bewoners uitgemoord. Omdat de beulen fysieke en
psychologische problemen kregen, werd overgeschakeld op vergassing,
eerst met koolstofmonoxide uit de uitlaat van vrachtauto's, later met
gaskamers in uitroeiingskampen.
Hitler
volgde deze activiteiten op de voet en bij de uitroeiing van de joden
werden ook de kinderen niet gespaard omdat, zo luidde zijn
argumentatie, hij wilde vermijden dat zij hun ouders of grootouders
zouden wreken door Duitsers om te brengen. Zelfs toen hij zijn
testament dicteerde op 2 april 1945, hamerde Hitler het de Duitsers
in dat zij de rassenleer moesten blijven volgen en dat ze dan
uiteindelijk zouden overwinnen: Het volk zal mij dankbaar zijn
dat ik Duitsland en Europa gezuiverd heb van de joden. Reeds
in Mein Kampf klonk het aldus: Daarom geloof ik nu dat
ik handel zoals de Almachtige Schepper als ik de joden afstraf, ik
ijver voor de zaak van de Heer. (3)
Twee
elementen maakten de gruwel mogelijk, aldus besluit Eugen Kogon: de
eerste is het nationaalsocialistische wereldbeeld en de tweede is de
gehoorzaamheid aan bevelen. Hitlers beulen vormden slechts een kleine
minderheid; de grote massa bleef onverschillig en dat volstond opdat
zij de andere kant zouden opkijken bij de uitvoering van de
wreedheden. Ook die mensen die het eigenlijk oneens waren met wat
gebeurde, ondernamen niets omdat zij verlamd werden door de angst om
beschouwd te worden als jood-vriendelijk. (4)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
24 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer
Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). p. 213.
Eigen
vertaling.
(2)
Ib., p. 216.
Eigen
vertaling.
(3)
Ib., p. 216.
Eigen
vertaling.
(4)
Ib., p. 217.
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 6)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
6)
In
het slothoofdstuk van het historisch document over massamoord door de
nazi's wordt de vraag gesteld hoe de onvoorstelbare barbarij dan is
kunnen gebeuren. (1) Fascisme en totalitarisme zullen wellicht
meespelen, alsook de verleiding om beslag te leggen op het enorme
kapitaal van de joden, het winstbejag van meewerkende firma's, het
fanatisme waarmee de SS de 'Nieuwe Orde' wilde doorvoeren, de
autoriteit van Hitler, de cultus van de leider. Maar die verklaringen
blijven onvolledig: nooit en nergens had de barbarij een omvang zoals
in het Derde Rijk. Eugen Kogon die het tiende hoofdstuk schreef,
verklaart: Het was de manier waarop het Nationaal Socialisme de
wereld opvatte, en die door Hitler werd gepropageerd als zijnde
onbetwistbaar, welke dit monster mogelijk maakte van het meest
radicale antihumanisme dat de wereld ooit te zien kreeg. (2)
Hitler
was overtuigd dat het mensdom net zoals de rest van de natuur het
proces van natuurlijke selectie moest doorlopen: hij las dit in zijn
jeugd bij H.S. Chamberlain, een Brit die dweepte met het Germaanse
ras en zijn cultuur. Ook las hij E. Dühring die hevig antisemiet was
omdat hij de joden toeschreef te streven naar wereldheerschappij ten
koste van alle andere volkeren. Hitler wilde de natuur met zijn recht
van de sterkste een handje helpen: (...) alleen de zwakkelingen
zullen dit wreed noemen, zo argumenteert hij sluw in Mein
Kampf. (3)
Opnieuw
valt het op dat de gewilligheid van Hitlers trawanten ongetwijfeld te
maken zal hebben met gehoorzaamheid aan autoriteit of gezag, maar dan
niet alleen of niet zozeer het gezag dat komt van de persoon van
Hitler maar ook en vooral de autoriteit welke uitstraalt van de
zogenaamde 'wetenschappen' en meer in het bijzonder van de als
wetenschap erkende onzin die verwijst naar enerzijds de leer van
Darwin en anderzijds naar de toen opgang makende rassentheorie en
aanverwante leerstellingen. Bovendien blijken ook volstrekt
ongegronde verdachtmakingen van de joden een hoofdrol te spelen,
waarbij gedacht moet worden aan de vanuit Rusland verspreide
zogenaamde 'protocollen van de wijzen van Sion', waarvan nadien
overtuigend werd aangetoond dat het om vervalsingen ging, ter
verontschuldiging van de jodenvervolging, al moet hier nog worden aan
toegevoegd dat naast de joden nog andere subklassen uit de eigen
bevolking werden opgepakt voor eliminatie. Ook moet ons inziens
worden opgemerkt dat inzake de waan dat men het recht van de sterkste
maar best een handje kan helpen, de ook vandaag nog verkondigde maar
volstrekt irrelevante interpretaties van de leer van Spinoza
(ofschoon hij een Jood was) een rol kunnen hebben gespeeld, meer
bepaald waar men deze filosoof onterecht in de schoenen schuift dat
hij God met de Natuur identificeerde. (4) Dan immers wordt God de
auteur van het recht van de sterkste...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
24 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
(1) Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison
Gas, Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl,
Yale University Press, New Haven and London, English-language
edition 1993 by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer
Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). pp. 210-217.
(2)
Ib., p. 211, eigen vertaling.
(3)
Ib., p. 212, eigen vertaling. Het citaat verwijst naar p. 390 in de
uitgave van Adolf Hitlers Mein Kampf uit 1939 door Reynal and
Hitchcock in New York.
(4)
Voor onze kritiek op deze misvatting, zie: Trans-atheïsme,
II.1.D, stelling 21, pp. 342-344.
23-01-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 5)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
5)
In
oktober 1939, nadat Hitler de schriftelijke toelating had gegeven
voor de massamoordpartijen, ging de operatie van start waarbij de
bewoners van Duitse sanatoria en zorgcentra werden geëlimineerd.
(1)De
codenaam hiervoor was Aktion T4, verwijzend naar het adres
'Tiergartenstrasse nr. 4'. Alle medewerkers waren gehoorzame
vrijwilligers die de partij-ideologie genegen waren en zij beloofden
het geheim te bewaren. Er werd hen ook verteld dat er sowieso een
euthanasiewet in de maak was. Niemand werd gedwongen maar bijna
niemand weigerde de job. (2)
Vandaag
bestaat bij velen nog steeds het misverstand dat Hitlers medewerkers
zeg maar beulen criminelen waren, mentaal zieken of sadisten
maar dat blijkt na grondig onderzoek helemaal niet het geval en
Stanley Milgrams onderzoek bevestigde dit ook. Hitlers moordenaars
waren doodnormale mensen, zeer vaak hoger opgeleiden, artsen en
vermaarde professoren, gezagsgetrouw en gehoorzaam, vlijtig en
betrouwbaar: zij vertrouwden hun oversten ofschoon zij schriftelijke
garanties eisten van de beloftes dat zij niet zouden vervolgd worden
en zij voerden de bevelen uit zoals goede werknemers dat doen. De
slagzin Befehl ist Befehl heeft sindsdien overigens ook een
bijzondere connotatie.
In
het licht van deze feiten moet dan ook met dwingende kracht worden
geconcludeerd dat een herhaling van de gruwel niet alleen mogelijk is
maar zich ook zal voordoen telkenmale machthebbers oordelen dat er
gegronde redenen bestaan om massa's mensen uit te roeien. En het
verschrikkelijke aan de hele historie is nu wel dat die machthebbers
bestaan en dat zij heden mee de wereld regeren.
Het
Mathusianisme is vandaag immers een door heel wat vooraanstaande
wetenschapslui, politici en in hun zog ook influencers aangehangen
stroming: de zogenaamd 'wetenschappelijke' theorie welke twee zaken
propageert, waarvan de eerste luidt dat overbevolking rampzalig is
voor het voortbestaan van de planeet en de tweede dat de planeet
momenteel overbevolkt is. Wie deze twee stellingen slikt
(bijvoorbeeld omdat zij als wetenschap worden verkocht), zal ook
bereid zijn om op grond van deze ideologie mee te werken aan
programma's die de acht miljard mensen tot een half miljard pogen
terug te brengen.
Wij
noemen die stellingen allerminst wetenschap maar wel een ideologie,
vooreerst omdat het niet zo is dat overbevolking als zodanig
rampzalig is voor de planeet aangezien het begrip afhankelijk is van
de zogenaamde ecologische voetafdruk. Want met een zuinig verbruik
(door onder meer energiebesparende maatregelen en minder
vleesconsumptie) en een beperking van de afvalproductie (door onder
meer recyclage) kunnen heel wat meer mensen op aarde leven zonder dat
van overbevolking sprake hoeft te zijn. Zo kan een wereldbevolking
van één miljoen mensen de aarde in een mum van tijd om zeep helpen
als zij maar genoeg verspillen en vervuilen, terwijl een leven met
respect voor de planeet geheel probleemloos een vertienvoudiging van
de huidige wereldbevolking aankan. Dit feit volgt uit het gegeven dat
één westerling, wiens levensstandaard mogelijk gemaakt wordt door
veertig tot vijftig slaven in de derde en de vierde wereld, door de
band tot het honderd- of duizendvoudige of meer verbruikt én
vervuilt van een paria in Indië. Wat ook de tweede stelling van de
Malthusianisten naar de prullenbak verwijst. Maar grote namen zoals
'natuurliefhebber' Sir David Attenborough, laten uitspraken als deze
blokletteren in vooraanstaande kranten: Let them starve! (Laat
ze verhongeren de armen welteverstaan, anders verdubbelt hun
aantal telkenjare).
Het
toverwoord 'wetenschap' maakt de gruwel mee mogelijk, zoals dat ook
het geval was in het Derde Rijk met zijn als wetenschap verkochte
ideologie van het Arische superras en zijn als wetenschap
voorgestelde eugenetica welke het uitzicht gaf van een groots opgezet
plan ten bate van de volksgezondheid. Ja, ook toentertijd draaide het
zogezegd allemaal om volksgezondheid...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
22 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). p. 16, eigen
vertaling.
(2)
Ib. pp. 16-17.
22-01-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 4)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
4)
In
1939 liet Hitler een lijst samenstellen met vooraanstaande medici,
onder wie professoren aan de universiteiten van Halle, Heidelberg en
Würzburg, die uitgenodigd werden op samenkomsten in Berlijn waar de
massamoordmethodes besproken werden. Alles gebeurde in het strikte
geheim en aan alle medewerkers werd verzekerd dat zij niet vervolgd
zouden worden. Desalniettemin eisten dezen een schriftelijke
bevestiging hiervan van Hitler die instemde. Hitler gebruikte de term
'genadedood' in plaats van 'moord'. Later wensten verschillende van
deze medewerkers de genadedood of euthanasie te legaliseren maar
Hitler verhinderde dat uit angst voor vijandige reacties. (1)
Omdat
de gruwel danig ongelooflijk was, trachtte Stanley Milgram in 1963
die onvoorstelbare feiten te weerleggen maar zij werden daarentegen
bevestigd door zijn zogenaamd 'gehoorzaamheidsexperiment'. De
oververtegenwoordiging van sociopaten onder politici en
leidinggevende figuren in het algemeen alsook het gemak waarmee
hoogwaardigheidsbekleders het volk misleiden onder het mom van hogere
doelen zijn allang geen geheim meer. In het licht van de openbaringen
in het zog van de Tweede Wereldoorlog en van de onophoudelijke stroom
aan onthullingen van machtsmisbruik door politici, lijkt ook en
vooral de algemene secularisering niet zozeer een gevolg van een
toenemende immoraliteit dan wel een consequentie van het inzicht in
de banale feitelijkheid dat alle goden en godmensen door hun
zelfverklaarde vertegenwoordigers gewoon werden verzonnen met het
oog op macht en heerschappij over alles en iedereen. Een van de
machtigste politieke groepen ooit is de katholieke kerk en er gaan
gewis enkele generaties overheen om te wennen aan de idee dat er
nooit ofte nimmer een andere Messias heeft bestaan dan het sluwe
verzinsel van de machtige beheerders van de kerk. Maar de ene bende
is nog niet opgedoekt of een andere, nog driester dan de eerste, is
reeds aan de macht.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
22 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer
Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). pp. 15-16.
21-01-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 3)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering
3)
Het
begrip 'euthanasie' dat normaliter te maken heeft met
stervensbegeleiding krijgt een heel andere betekenis wanneer het in
verband gebracht wordt met eugenetica en erfelijke ziekten, aldus
begint het derde hoofdstuk van het document Nazi Mass Murder.
De darwinistische 'struggle for life' indachtig, geloofden de nazi's
met Adolf Hitler dat zij de natuur een handje moesten helpen in het
elimineren van de zwaksten, bijvoorbeeld door hen te steriliseren. Er
werd daarbij gedacht aan alcoholici, epileptici, psychopaten,
zwervers, criminelen, prostituees, invaliden, geesteszieken,
kreupelen en ongeneeslijk zieken. Gerenommeerde wetenschappers hadden
het in de media dan over 'menselijk ballast', 'schijnmensen',
'defecte mensen', 'mentaal doden', 'lege hulzen van wat ooit mensen
waren' en zij bespraken ook wettelijke regelingen over de manier
waarop mensen behorend tot deze categorieën moesten worden
omgebracht. (1) De waarde van een mensenleven
werd schaamteloos uitgedrukt middels een kosten-batenanalyse, precies
zoals dat vandaag opnieuw het geval is waar sommigen via de media de
stelling verdedigen dat men inzake de strijd tegen corona niet moet
streven naar het redden van zoveel mogelijk mensenlevens maar wel
levensjaren. De moordpropaganda beperkte zich niet tot de
media maar drong zelfs door tot in de schoolboeken en zo leest men in
een wiskundeboek met vraagstukjes: De bouw van een psychiatrisch
ziekenhuis kost zes miljoen Mark. Hoeveel nieuwe huizen van 15.000
Mark kan men voor dat bedrag bouwen? De nazi's vreesden echter dat
de concrete moordplannen die reeds in 1938 klaar waren, het grote
publiek niet langer zouden afschrikken eenmaal de oorlog begon omdat
dan de waarde van een mensenleven sowieso fors gerelativeerd wordt.
(2)
Reeds
in 1939 maakte Hitler duidelijk dat het 'levensonwaardig leven' van
geesteszieken moest beëindigd worden. In datzelfde jaar werd aan de
bevolking gevraagd om misvormde kinderen te rapporteren bij de
overheid: zij werden afgezonderd en gedood met injecties met morfine,
scopolamine en luminal ofwel liet men hen gewoon verhongeren. Ook
verordende Hitler deskundige artsen om volwassenen met mentale
achterstand in het geheim om te brengen, de ziekenhuisbedden moesten
immers vrijgemaakt worden met het oog op de komende oorlog. (3)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
21 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer
Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). p. 13.
(2)
Ib., p. 14.
(3)
Ib., p. 14-15.
Corona, het nieuwe Zyklon-B? (Aflevering 2)
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
(Aflevering 2)
Gisteren
vertelde Omsk Van Togenbirger mij dat hij op straat werd aangesproken
door een onbekende die kennelijk zijn jongste blogtekst had gelezen.
Meneer, zo zei de lezer: waarom houdt u zich bezig met de nazi's, met
de concentratiekampen en met die dingen? Dat is toch allemaal
verleden tijd? Bovendien: de mensen zijn nu heel depressief geworden
door de pandemie: waarom schrijf je niet wat dingen die een beetje
kunnen opvrolijken? Dat behept zijn met die onfrisse praktijken uit
het verleden waar geen mens nu nog aan denkt, heeft toch geen enkele
zin? De vrede eist overigens amnestie, wij moeten immers vooruit!
Ik
trachtte de man duidelijk te maken, zo vervolgde de heer Van
Togenbirger zijn verhaal, dat het mij helemaal niet om die nazi's te
doen was maar om wat er vandaag allemaal op tafel ligt in de
naziwereld, of moet ik zeggen: in de internaziwereld, want het gaat
niet om nationaal maar om internationaal socialisme, is het niet? En
ik vertelde mijn lezer dus dat alles erop wijst wij vandaag te maken
hebben met een wereldwijd totalitair systeem terwijl van zodra iemand
ons met de neus op de feiten drukt, quasi iedereen het nog steeds
over complotdenken heeft. De brave Europeanen van straks een eeuw
geleden zullen wellicht ook gedacht hebben dat klokkenluiders die het
over uitroeiingskampen hadden, aan paranoïa leden. Pas na de
bevrijding en na de ontdekking van de massagraven, de gaskamers en de
geheime staatsdocumenten vielen hen de schellen van de ogen. Er zijn
overigens nog steeds mensen die er met hun verstand niet bij kunnen
dat die gruwel echt heeft plaatsgevonden en zij blijven dat ook
allemaal betwijfelen. Ik vertel mijn lezer dus dat het wél mogelijk
is en zelfs heel waarschijnlijk dat wij opnieuw gebukt gaan onder een
totalitair regime dat massaal mensen aan het uitmoorden is: het is
mogelijk want het is al een keer gebeurd. Eén keer? In de afgelopen
honderd jaar al talloze keren!
Omsk
Van Togenbirger toonde mij daarop het boek in kwestie uit 1983 dat
als een historisch document voor eens en voor altijd de welomschreven
feiten samenvat om alle twijfels weg te nemen.
(Wordt vervolgd)
20-01-2022
Een illustratie bij het artikel:
Een illustratie bij het artikel:"Corona,
het nieuwe Zyklon-B?"
Zie
vooral het fragment tussen de tijdstippen 17:32 en 19:30.:
Het
weze vooraf herhaald: intussen meer dan twintig jaar geleden en meer
bepaald op 18 september 2001 of precies één week na de aanvallen
van moslimfundamentalisten onder Bin Laden op de Twin Towers en het
Pentagon, waren er de anthrax-aanvallen en enkele jaren later, op 3
november 2003, publiceerde de CIA het beruchte document "The
Darker Bioweapons Future" waarin de Nationale Academie van
Wetenschappen concludeert dat de snelle vooruitgang van de
biotechnologie oncontroleerbaar geworden is en een grote bedreiging
vormt in het kader van biologische oorlogsvoering: nieuwe en dus
onbekende door mensen gefabriceerde biologische stoffen ("engineered
biological agents"), zo staat daar te lezen, kunnen veel
meer kwaad aanrichten dan alle gekende ziekten. (1) Op de koop toe
zijn die nieuwe 'wapens' ook nog eens moeilijk te detecteren, zo
stelt het document. Er is sprake van stiekeme of verborgen virussen
("stealth virus") en zo zouden Australische
onderzoekers aangetoond hebben dat het pokkenvirus maar ook de
miltvuurbacterie dodelijker kunnen gemaakt worden door de inplanting
in het natuurlijke virus van genen die de afweer kunnen vernietigen.
(2) Een lid van de onderzoekscommissie haalt het voorbeeld aan van
een stiekeme virusaanval die een grote groep jonge mensen zou kunnen
opzadelen met een ernstige vorm van artritis met als resultaat een
massa zieken en een enorme klap voor de economie van het aangevallen
land. De ontwikkelingen gaan dermate snel dat anticipatie onmogelijk
is en men verwacht dat men dergelijke bedreigingen nooit tijdig zal
kunnen beantwoorden. De wetenschap omtrent deze zaken is bovendien
voor iedereen toegankelijk. Geen twintig jaar later verklaart de
ontdekker van het AIDS-virus, de nu negenentachtigjarige
Nobelprijswinnaar voor de Geneeskunde Luc Montagnier dat covid-19 een
door mensen gefabriceerd virus is, bestaande uit segmenten van het
dodelijke HIV waarvoor nog steeds geen vaccin bestaat gecombineerd
met een superbesmettelijk verkoudheidsvirus. In koor roepen bijna
alle medici dat Montagnier zich vergist maar corona doet exact wat
twintig jaar geleden werd beschreven als het voor de nabije toekomst
te vrezen allergrootste kwaad. (3)
Het
past niet meer in onze hoofden omdat de uitzonderlijk lange periode
van relatieve vrede in het westen ons verwend heeft maar men mag niet
vergeten dat het uitblijven van wapengekletter alleen hieraan te
wijten is dat een nucleair conflict helemaal geen optie kan zijn.
Maar nu zich in alle stilte de nieuwe horizonten ontvouwen van
oorlogvoering middels biowapens, kan men vermoeden dat bij sommigen
de handen zijn gaan jeuken om deze nieuwe mogelijkheid ook
daadwerkelijk te gaan uitproberen, zoals men dat net voor de uitbraak
van het nucleaire tijdperk ook gedaan heeft met chemische wapens en
meer bepaald met het gifgas Zyklon-B.
Onder
de dictatuur van Adolf Hitler gold de 'wetenschappelijke' theorie van
het superras der Ariërs waarvoor ruimte - Lebensraum - moest
worden vrijgemaakt door zogenaamde zuiveringsoperaties die in feite
massamoorden waren op de bewoners van door de Duitsers in te palmen
gebieden en zo zal de geschiedenis er nooit in slagen om voor de
gruwel gepleegd door de nazi's in onder meer Wit-Rusland enige
verantwoording te vinden. (4)
Ook
het eigen land diende gezuiverd te worden van zekere categorieën van
mensen die men eerst 'profiteurs' en 'ballast' en vervolgens 'rotte
appels' en 'ratten' is gaan noemen om de misdaad als een weldaad aan
de man te kunnen brengen en met dat doel voor ogen werden kampen
gebouwd waarheen het zogenaamde 'levensonwaardige' volk diende
versluisd te worden om daar op industriële wijze te kunnen worden
omgebracht, meer bepaald met het gifgas Zyklon-B, een pesticide
massaal geproduceerd door grote Duitse chemische bedrijven.
Aanvankelijk
werd het gifgas in concentratiekampen aangewend voor ontluizing van
kleren en tegen tyfus maar alras kwam men op het idee om er ook
mensen mee te doden. De eerste experimenten vonden in Auschwitz
plaats in september 1941 met gifgas zonder waarschuwende geurstof en
deze manier om massaal niets vermoedende en weerloze mensen te
'vernietigen' werd meteen ook in andere kampen aangewend.
De
massamoord met Zyklon-B door de Nationaal Socialisten werd
gecamoufleerd door het code-woord 'euthanasie'. Pas na de bevrijding
verschenen vele verschillende rapporten, fragmenten, over de
concentratiekampen en het duurde heel lang vooraleer het tot de
mensen doordrong wat er in feite gebeurd was en dat er gaskamers
waren. In 1983 werd een speciaal historisch document gemaakt waarin
de gruwelijke feiten eens en voorgoed werden vastgelegd, precies
omdat herhaaldelijk gebleken is dat mensen vaak niet in staat zijn om
zich in te denken dat deze wandaden daarwerkelijk hebben
plaatsgevonden, zodat zij de historische verslagen overdrijvingen
noemen ofwel gaan zij de feiten zelfs helemaal ontkennen, wat
uiteraard het gevaar dat zo'n tragedie opnieuw gebeurt alleen maar
kan doen toenemen. (5)
"Wie
zou ooit in staat zijn om zich in te denken", zo leest men
in het bewuste document, "dat zo'n verschrikkelijke daden
konden worden uitgebroed in het Centraal Europa van de twintigste
eeuw? Of dat een goed georganiseerde moderne staat daarvoor
verantwoordelijk had kunnen zijn?" (6) Gaan wij er niet al
te makkelijk vanuit dat Europa de beschaafde wereld is en dat
ordentelijke staten in de twintigste en eenentwintigste eeuw
onmogelijk van dergelijke beestachtigheden beschuldigd kunnen worden?
De
moordenaars communiceerden over de moorden in onschuldig klinkende
code-woorden, zodat verborgen bleef wat er eigenlijk gebeurde.
"Sonderbehandlung" ("Speciale behandeling", in de
correspondentie vaak afgekort als "SB" betekende
bijvoorbeeld: executie) of "Endlösung der Jugendfrage"
("de uiteindelijke oplossing voor het jodenprobleem") stond
voor (massa)moord. Het systeem was zo georganiseerd dat de werkelijke
bedoelingen verborgen bleven.
Maar de
goedgeorganiseerde moderne staat weet dus heel goed wat hij doet en
dat wat hij doet, moord is en heel fout. Vandaar dat bij de
bevrijding Hitler nog rap alle lijken wilde vernietigen door ze weer
op te graven uit de massagraven en ze in ovens te verbranden.
Maar er is meer:
Nazi-Duitsland is geen uniek geval inzake wandaden en de verdoezeling
ervan door de staat. Neem bijvoorbeeld België. In 1955 werd in
België een wet ingevoerd, de zogenaamde 'archiefwet', en die zegt
dat de burger de archieven pas mag raadplegen na verloop van 100
jaar. (7) Toen de Vlaamse historicus Maurice De Wilde onderzoek deed
naar de collaboratie in WOII, werden hij en zijn medewerkers door de
Staatsveiligheid prompt aan de deur gezet. (8) Ze kregen de gezochte
info wél van Duitsland. (9) Het onderzoek betrof onder meer het
Duitsvriendelijke fascistische Verdinaso (Verbond van Dietsche
Nationaal-Solidaristen) van van Severen waarin bekende
namen zoals Léon Bekaert (industrieel), Pierre d'Ydewalle
(West-Vlaams gouverneur), Hendrik De Man, Philip Van Isacker... Na
1934 kwam het VNV (Vlaams Nationaal Verbond) onder Staf De Clercq (en
ook Rex van Léon Degrelle) en die werden financieel gesteund door de
Duitsers. De zogenaamde Vlaamse idealisten gingen alras op Duitse
financiële steun azen en laten we dit nu wat concreter maken.
Walther Reusch van
het Verdinaso vroeg in april 1933 zo'n 20.000 Reichsmark per jaar,
geld dat via Nederland gestord moest worden. Het VNV kreeg, zogezegd
'voor de kas van het blad Volk en Staat', in 1937 per maand
9600 BF, wat volgens de auteurs overkomt met 120.000 BF in 1982 en in
1939 werd dat bedrag vervijfvoudigd tot 4000 RM of 45.000 BF, wat
overeenstemt met een bedrag van 580.000 BF in 1982. In juni 1939 ging
het over een bedrag overeenkomend met 6 miljoen BF in 1982.
Dit om maar een idee
te geven van de enorme geldbedragen die werden toegestopt aan
collaborateurs met de nazi's hier ten lande: zij gaven zich uit voor
helden maar zij bleken opportunistische politici zonder meer. In zijn
onderzoek noemt Maurice De Wilde ook de namen van de betrokkenen die,
zoals de feiten getuigen, voor hun activiteiten allerminst werden
gestraft: sommigen van hen werden verheven in de adelstand,
bekleedden hoge functies, kregen standbeelden en straten en pleinen
naar hen genoemd.
Overigens ontkwamen
ook de nazibeulen zelf na WOII aan hun straf en wel met de hulp van
het Vaticaan via de zogenaamde Rattenlijn die voor hen de vlucht
mogelijk maakte naar vooral Zuid-Amerika waar sommigen in de
dictaturen aldaar nog jaren doorgingen met folteren. Moet men zich er
nog over verwonderen dat, zoals in de nieuwsberichten bleek, paus
Franciscus onlangs een CD ging kopen in een Romeinse platenzaak
waarvan de zaakvoerster voor de camera verklapte dat de heilige vader
een fan is van de muziek van Richard Wagner? (11)
Maar wat mogelijk
was onder Hitler, is ook niet onmogelijk in ongeacht welke andere
dictatuur. Daarenboven zegt een dictatuur ook niet over zichzelf dat
hij een dictatuur is. Dictaturen kenmerken zich door zekere
verordeningen en gebeurtenissen die burgers zelf dienen te ontdekken
en zij moeten die ook durven te ontdekken. Macht werkt nu eenmaal
verlammend en de grote meerderheid bezwijkt ervoor en kan zeer
moeilijk tot andere gedachten worden gebracht. Wie daarentegen
weerstand bieden, dragen daarvan ook de gevolgen; zij moeten roeien
tegen de stroom in, wat betekent dat zij geen 'loon' ontvangen omdat
dit de betekenis heeft van omkoopgeld, aanzien, jobs, relaties... als
zij al niet gestraft worden. De zin van het verzet toont zich pas
eerst als geschiedenis, als een voorbeeld dat men zich zal herinneren
na de kentering, na het aan het licht komen van de misdaden. Want zo
is macht, dat zij de meest verschrikkelijke misdaden het aanzien kan
geven van weldaden en ook andersom.
Er zijn stoute
tongen die beweren dat corona en de vaccinaties een hedendaagse
versie zijn van Zyklon-B: met immer nieuwe varianten zou men dan
proberen om stelselmatig de maatschappij te bevrijden van ouderlingen
en zieken of kortom van alle mogelijke lastpakken. Zij beweren immers
dat WOIII op til is, wat men ook kan opmaken uit de inflatie: het
geld wordt aan het volk onttrokken voor bewapeningsdoeleinden, zoals
dat telkenmale moet gebeuren voor de strijd aanvangt. Stoute tongen
moeten echter worden genegeerd; zoals wij weten brengt alleen de
officiële versie ons de waarheid.
(2)
Het document specifieert dat er ook combinaties kunnen gemaakt worden
tussen verschillende microben om aldus gewenste effecten te
verkrijgen en zo kan bijvoorbeeld een milde ziekteverwekker die
gekoppeld wordt aan zijn antigif, veel agressiever gemaakt worden,
resistent tegen medicijnen of onzichtbaar voor het immuunsysteem.
(3)
J. Bauwens, Panopticum
Corona, pp. 594-596. Verdere
verwijzingen:
(5)
"Only when the next generation came of age in the two
countries a generation that did not have to justify its behaviour
during the period prior to 1945 could one finally apprehend the
horryfiing facts that came to light in the trial of Adolf Eichmann in
Jerusalem (from April to December 1961), in the great Auschwitz trial
in Frankfurt (from December 1963 toAugust 1965), and in other German
judicial proceedings. The proof was so conclusive that during the
trials not one of the accused or their lawyers contested the
existence of the gas chambers." (Uit de inleiding tot het
historisch document daarover uit 1983: Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poicon Gas, Edited by Eugen
Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale University Press,
New Haven and London, English-language edition 1993 by Yale
University. Oorspr.: Nationalsozialistische Massentötungen durch
Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt
a.M. 1983).
(6)
"Who could imagine that such
terrible acts could have been perpetrated in central Europe in the
twentieth century? Or that a well-organised modern state
could have been responsible for them?" (Ib.)
(7) Maurice De
Wilde, De Nieuwe Orde (in: België in de Tweede
Wereldoorlog, deel 3.) Uitgeverij De Nederlandse Boekhandel,
Antwerpen/Amsterdam, 1982, p. 5.
(8)
Ib., p. 5.
(9)
Ib., p. 6.
(10)
Men herinnere zich het verhaal
van de jood die geplaagd werden door kinderen die bellekentrek deden:
hij gaf aan de kinderen eerst tien frank, daarna nog negen, dan acht,
en zo verder. Toen hij nog amper vijf frank schonk, dropen de
kinderen het af omdat zij vonden dat zij het voor die prijs niet meer
konden doen. Dezelfde truc gebruiken politici die invloed willen
krijgen over groepen, in dit geval de nazi's over het VNV: ze
beginnen hen te betalen zodat die lieden op den duur niet meer
activeren voor hun eigen doel maar voor het geld dat ze krijgen. Op
die manier kunnen wie betalen uiteindelijk de beloonden ook beginnen
te sturen in de richting die zij willen.
(11) De componist
was een notoir antisemiet en ook de muzikale held van Hitler.
19-01-2022
Over de duisternis van de Verlichting
Over
de duisternis van de Verlichting
Waar
Heinrich Heine waarschuwt dat daar waar de boeken worden verbrand,
uiteindelijk ook de mensen dit lot beschoren is, wijst hij in feite
naar het onlosmakelijk verbonden zijn van enerzijds het wereldbeeld
en anderzijds de wereld als zodanig - waarvan de wereldbeelden deel
uitmaken:
Wij
zijn allen vrije mensen, maar niettemin worden ons leven en ons
denken grotendeels bepaald door het beeld dat wij over de wereld
hebben: hoe hij ontstaan is, hoe hij in elkaar zit, en wat de zin van
alles is. Indien wij dat allemaal zouden weten, dan zouden wij ook
weten wat we precies moeten doen om goed te doen. Stel dat wij zouden
ontdekken dat God niet bestaat, en dat de kortstondige opflakkering
van het leven gedoemd is om voorgoed in het niets te verdwijnen, dan
zouden wij de godsdienst kunnen beschouwen als folklore, en verder
zouden wij van het leven het beste proberen te maken. Zouden we
daarentegen ontdekken dat God bestaat, dan zouden we met een gerust
gemoed de andere weg op gaan. Maar zo eenvoudig zijn de dingen nu
eenmaal niet: met alleen maar onze kennis kunnen wij de ultieme
vragen niet beantwoorden.
Ons
wereldbeeld is dus een zaak van zoeken en tasten. En de antwoorden op
ultieme vragen worden, evenals die vragen zelf, mede bepaald door de
cultuur en door de tijd die ons hebben voortgebracht. Zo verschilt
het hedendaagse, westerse wereldbeeld van het middeleeuwse of van het
Oud-Griekse, en het is ook anders dan het wereldbeeld van de
Pygmeeën, de Brahmanen of de Mormonen. Er zijn talloze wereldbeelden
mogelijk: talloze antwoorden, maar ook talloze vragen.
Waar
sprake is van wereldbeelden, is sprake van filosofie. Het is niet
anders dan normaal dat de wijsbegeerte zich laat inspireren door de
wetenschappen. Maar ons inziens hebben bepaalde richtingen van het
filosofisch denken zich hierbij vergaloppeerd. Sommigen hebben immers
gemeend dat de filosofie maar best de methode van de wetenschappen
kon overnemen, teneinde uitspraken te kunnen doen met een hoger
zekerheidsgehalte. Daarbij werd echter over het hoofd gezien dat voor
de grotere zekerheid waarop de wetenschappen bogen, betaald moet
worden met het strenger maken van haar gebiedsafbakening. Zon
gebiedsafbakening toepassen op de filosofie, betekent vanzelfsprekend
haar einde, want de wijsbegeerte is niets anders dan het bevragen van
de fundamenten zelf. Dit wetende, lijkt het haast ondenkbaar dat men
in alle ernst een fysicalistisch wereldbeeld heeft willen opbouwen.
(1)
In
Transatheïsme
wordt de vraag gesteld hoe het denken is kunnen ontsporen tot het
succesrijke hedendaagse materialisme dat het fysicalisme is. Om
te lezen, klik op de titel.
De vrijheid
van meningsuiting is een mensenrecht krachtens de artikels 18 en 19
van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens:
volgens artikel 18 mag men een eigen overtuiging hebben en die ook
onderwijzen; artikel 19 zegt meer specifiek: Een ieder heeft
recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de
vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle
middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te
sporen, te ontvangen en door te geven. (1)
In de
praktijk wordt de vrijheid van meningsuiting uiteraard beperkt door
andere vrijheden en zo bijvoorbeeld mag men geen beledigingen uiten.
Maar er is nog een andersoortig probleem dat de vrijheid van
meningsuiting bijzonder problematisch maakt en dat heeft te maken met
de waarheid of, meer specifiek, met het feit van de diversiteit aan
opvattingen omtrent de waarheid.
De kwestie
of een mening dan waar hoeft te zijn, brengt het probleem meteen ten
berde omdat daarbij reeds (onterecht) wordt verondersteld dat
waarheid altijd en overal een uit te maken, een uitgemaakte en een
transparante zaak is. Om meteen het meest prangende voorbeeld aan te
halen: in een theocratie belichaamt de godheid de waarheid die meteen
ook wet is, wat impliceert dat 'persoonlijke meningen' daar sowieso
ondingen zijn omdat iedereen er per definitie één en dezelfde
'mening' is toegedaan, welke zodoende dient te stroken met de
waarheid die door god gegeven wordt en die ook wet is. Meningen
kunnen er alleen nog zijn over de interpretatie van de wet of
van de geschreven beginselen en die klus wordt overgelaten aan
exegeten die weliswaar ook onderling in conflict (kunnen) komen,
zoals dat bijvoorbeeld het geval is met de splitsing van de islam in
enerzijds een sjiitische en anderzijds een soennitische stroming of
met het christendom en zijn vele schisma's, overigens immer met
bloedige oorlogen tot gevolg.
Het
probleem dat zich vandaag voordoet zal uiteraard hiermee te maken
hebben, ook al wordt het als zodanig niet erkend. Meer bepaald is het
zo dat daar waar de aanhangers van de zogenaamde Verlichting aan de
macht zijn gekomen, zij met de woorden die zij Voltaire in de mond
hebben gelegd weliswaar belijden dat elkeen vrij moet zijn om zijn
mening te kunnen uiten maar tegelijk ontkennen zij ook ten stelligste
dat het atheïsme een geloof is zoals elk ander en weigeren zij om in
te zien dat de wetenschap het geloof is van de nieuwe tijd.
De
volgelingen van de Verlichting verengen met andere woorden het begrip
'waarheid' tot dat van 'wetenschappelijke waarheid', waarbij zij
weliswaar uiteraard niet kunnen ontkennen dat wetenschappelijke
waarheden per definitie voorlopig zijn - aangezien wetenschap
onophoudelijk evolueert - maar 'voorlopig' betekent ook 'tijdelijk
waar' en dus op de keper beschouwd 'onwaar' want niet strokend met de
'ultieme waarheid' - waarin zij weliswaar geloven terwijl zij
echter eveneens kunnen weten dat die zich nooit ofte nimmer zal
realiseren. Tussen haakjes: Socrates werd door het orakel van Delphi
uitgeroepen tot de meest wijze man onder de Atheners omdat hij de
enige was die wist dat hij niets wist en naar zijn voorbeeld zijn
derhalve alleen die gelovigen wijs die beseffen dat zij de waarheid
niet kennen - als dit al niet een contradictie is.
Maar
wetenschappelijke waarheden zijn niet alleen kaduuk wegens hun
voorlopigheidskarakter: met uitzondering van de wiskunde die een
gebied bestrijkt dat, zoals reeds Descartes bevroedde, volstrekt
discrepant is met de realiteit van het leven, missen de wetenschappen
bovendien de universaliteit die zij nochtans hoog in hun vaandel
menen te mogen voeren. En zij missen die uitgerekend omdat zij niet
anders kunnen dan ruimte te geven aan discussie ingevolge de open
debatcultuur die uiteraard geen alternatieven kan toestaan omdat
principieel iedereen moet kunnen participeren aan de
wetenschappelijke besluitvorming en dit wegens het geloof dat
principieel elke mens van nature toegang heeft tot de waarheid -
waarbij andermaal naar Descartes dient te worden verwezen, meer
bepaald naar zijn notie van 'gezond verstand'. Edoch, ook moet hier
worden verwezen naar de heersende geloofsopvattingen die immers eisen
dat mensen in staat zijn om de waarheid te kennen teneinde hen voor
hun daden verantwoordelijk te kunnen stellen en aldus rechtspraak
mogelijk te kunnen maken.
Wetenschappelijke
waarheden zijn voorlopig en zij vormen tevens onderwerp van
discussie, zodat de uitspraken waarmee zij samenvallen per definitie
gelinkt zijn aan welbepaalde beoefenaars van de wetenschap.
Aanhangers van de Verlichting zullen het met hand en tand bestrijden
maar wat zopas geconcludeerd werd, betekent in wezen dat -
uiteindelijk - ook wetenschappelijke waarheden tot meningen terug te
voeren zijn.
Deze
penibele besluiten dringen zich in deze tijd onafwendbaar naar het
voorplan in de bizarre politieke context van een pandemie omdat zij
uiteraard niet alleen te maken hebben met meningen en met waarheden
maar tevens met rechten en derhalve met vrijheden, terwijl daar waar
in vrijheden gemarchandeerd wordt, vanzelfsprekend macht en geweld
aan de orde zijn. En het is uitgerekend op deze manier dat de
intussen ingeburgerde, negenennegentig jaar oude uitspraak van
Heinrich Heine moet begrepen worden, dat daar waar boeken worden
verbrand, dit lot uiteindelijk ook aan mensen zal toekomen.
(J.B.,
18 januari 2022)
17-01-2022
Tsunami symfonie (J. Bauwens, Serskamp 2005)
Tsunami symfonie (J. Bauwens, Serskamp 2005)
Om te beluisteren, klik op de prent:
13-01-2022
De koorddanser en de dood
De
koorddanser en de dood
Wanneer
gesproken wordt over monotheïsmen, dan denken wij spontaan aan het
jodendom, het christendom en de islam en vaak vergeten wij de veel
oudere monotheïstische godsdienst waaraan dit drietal schatplichtig
is, overigens samen met de Helleense wijsbegeerte: het Zoroastrisme
of de leer van de profeet Zarathustra die leefde in de veertiende
eeuw voor Christus in Pars, een provincie van Iran, dat voor 1935
Perzië heette. Het Zoroastrisme was de staatsgodsdienst onder de
Sassaniden die regeerden van de derde tot de zevende eeuw maar zijn
gelovigen, ook Parsi genaamd, werden sinds 622 met de komst van het
Islamitisch Arabisch Rijk vervolgd en zij vluchtten uit Perzië weg.
Vandaag leven naar schatting nog zo'n honderdvijftigduizend Parsi in
India en in Pakistan alsook in diaspora in Amerika en in Europa,
onder wie beroemdheden zoals de muzikanten Freddie Mercury en Zubin
Mehta.
Zarathustra
kreeg op dertigjarige leeftijd aan de oever van de Oxus een visioen
waarin hem de god Ahura Mazda verscheen, die de geest van het goede
en de geest van het kwade (Ahriman) schiep. De mens werd geschapen om
te strijden tegen de machten van het kwaad, wat hij doet uit vrije
wil en waarvoor hij verantwoording zal moeten afleggen.
Zarathustra
predikt de absolute scheiding tussen goed en kwaad en is aldus de
grondlegger van de moraal: de mens is een wezen tussen aap en
Uebermensch, het vergt moed om het dierlijke achter zich te
laten en ook de kuddegeest, en om uitsluitend op zichzelf te steunen
en Uebermensch te worden.
De mens is
een koord gespannen tussen dier en Uebermensch en in
Zarathustra's voorrede, in de mystieke roman Also sprach
Zarathustra (uit 1885)
van de dichter-filosoof Friedrich Wilhelm Nietzsche, treedt deze mens
op als de koorddanser die van het gevaar zijn beroep heeft gemaakt en
die dan ook daaraan ten onder gaat: hij wordt belaagd omwille van
zijn werk, stort neer en sterft. Zarathustra eert hem omdat hij zijn
roeping volgde tot de dood en dat is ook de zin van het menselijk
bestaan, zo predikt hij: de mens is een donkere wolk en de
Uebermensch is de bliksemflits die daaruit ontvonkt.
Maar
Zarathustra wordt bespot: Daar staan zij, zo laat hij
zich over de kudde uit: Zij spotten, zij begrijpen mij niet; ik
ben niet de mond voor deze oren.
Veertien
eeuwen voor de geboorte van het christendom verschijnt ons vandaag de
profeet Zarathustra als een voorafschaduwing van de Verlosser die
immers andermaal de Godmens predikt door het geven van een voorbeeld
waarin Hij met het offer van zichzelf aan zijn roeping ten onder
gaat. Zarathustra is van het archetype van de ideale mens dat zoals
door Jung beschreven in alle culturen opduikt, misschien wel de
oudste versie; de leer van Zoroaster werd eeuwenlang mondeling
overgeleverd en de essentie lijkt te zijn bewaard in een zuiverder
vorm en zonder de franjes en de vele verzinsels achteraf toegevoegd,
vooral ook zonder de theologische speculaties die gedoemd zijn om
onder het spervuur van de kritiek op de klippen te lopen en de
religie uiteindelijk de das om te doen: de leer van Zarathustra heeft
lak aan getheoretiseer en manifesteert zich enkel als een moraal, als
een aansporing tot moedig gedrag, als de bereidheid om de zin van het
menselijk leven tot voltooiing te brengen in het dapper vervullen van
het levenswerk waaraan men zich offert zoals de kaars zich offert aan
de vlam.
Het beroep,
dat in het teken van de gemeenschap staat, is een erezaak en wie zich
van hun taak niet kwijten, moeten zichzelf verachten en daarom laat
Nietzsche zijn Zarathustra zeggen: Wee! ( ) [ want] de
tijd van de meest verachtelijke mens is in aantocht: de mens die niet
meer in staat is om zichzelf te verachten.
Uiteraard
wordt hier gedoeld op de eerloze mens, de lafaard die de kudde volgt
en die geen eigen oordeel vormen kan; hij die bedankt voor het
grootste geschenk dat enkel aan het schepsel mens gegeven werd en dat
de mens van de beesten onderscheidt en hem tot mens maakt: de
vrijheid. Uitgerekend deze dreiging heeft onze wereldgeschiedenis
bepaald en maakt dat zich het mensdom immer in tweeën zal blijven
splijten, waarvan de ene helft de vrijheid in het vaandel draagt,
terwijl de andere de kudde eert en ondergaat in een slavernij die
zelfs vreemd is aan het rijk der dieren.
Edoch, goed
en kwaad staan hier niet tegenover elkaar zoals de politieke
formaties van enerzijds het socialisme in de communistische
wereldhelft en anderzijds het liberalisme van het vrije westen: het
propageren van dit verhaal zou een flagrante aanfluiting van de
waarheid zijn, een simplificatie van de werkelijkheid die zich immers
niet laat vangen in menselijke categorieën: de ketenen van het
gouden kalf zijn wellicht nog zwaarder dan deze van de Chinese
dictatuur terwijl zekere vormen van het socialisme de
opofferingsgezindheid beslist hoog in het vaandel dragen.
Het
onderscheidingsvermogen tussen goed en kwaad is geen sinecure en
vergt de evenwichtskunst van een koorddanser: de weg naar de Godmens
is een gevaarlijke tocht over een koord die boven een afgrond is
gespannen, bovendien bedreigd door tegenliggers die de fatale val
proberen uit te lokken van wie de nek uitsteken.
De mens die
zich wil onderscheiden van de massa moet op elk moment opnieuw bereid
zijn om alle zekerheden achter zich te laten, de vrijheid en daarmee
ook het verstand dat van die vrijheid een vrucht is, aan het roer te
laten en de moed op te brengen om zelf steeds de nieuwe beslissingen
te nemen waarvoor hij verantwoording zal afleggen wanneer de eindtijd
met het laatste oordeel komt.
Wie de
waarschuwing van Nietzsche's Zarathustra alsnog hoort - dat de tijd
van de meest verachtelijke mens in aantocht is, de mens die
niet meer in staat is om zichzelf te verachten - die weet ook
dat in dit tijdperk van de leugen de vreselijke voorspelling van de
profeet zich reeds voltrokken heeft. Zij slaat immers op de
zelfgenoegzame mens die burger werd en die denkt zich te kunnen
verstoppen in de kudde, welke echter geleid wordt naar een diepe
afgrond. Zij slaat op de blasé mens die onverschillig is geworden
voor het lot van anderen maar die daardoor ook het eigen lot op een
rampzalige manier bezegelt. Zij slaat op wie eraan verzaken zich te
verzetten tegen totalitaire machten die geregeerd worden door de
niet-persoon bij uitstek die de duivel is, de volstrekte anonimiteit,
de abstractie van het geld of de afgod die Mammon heet en die alle
mensen verslindt die eraan verzaakt hebben zich aan het goede te
offeren zoals Zarathustra het beval, of Moloch, aan wie zij hun
kinderen tot spijs aanbieden.
In het
vaccinatietijdperk begint zich op een gruwelijk transparante manier
die wereldramp te voltrekken waarvoor in cryptische bewoordingen de
tekst waarschuwt die Johannes schreef op de berg Patmos en die bekend
staat als de Apocalyps of de Openbaring (van de Waarheid): de vier
ruiters van de apocalyps, zoals uitnemend verbeeld door kunstenaars
zoals de middeleeuwse graficus Albrecht Dürer maar ook de
hedendaagse beeldhouwer Rik Poot, tonen de fasen van een
schrikbarende toekomst die zich geruisloos doch gestaag manifesteert,
die ons voorgoed het zwijgen probeert op te leggen, muilkorft,
kentekent en naar de slachtbank leidt. De eerste, gezeten op een wit
paard, is de Antichrist; de tweede, gezeten op een rossig paard,
neemt de vrede van de wereld weg; de derde, die een zwart paard
berijdt, brengt hongersnood en de vierde, op een vaal paard, brengt
de dood.
Maar het
weze herhaald: Zarathustra wordt bespot. Daar staan zij,
zo zegt hij gelaten: Zij spotten met mijn woorden, zij
begrijpen mij niet; ik ben niet de mond voor deze oren.
(J.B.,
13 januari 2022)
Afbeelding:
Jan
Bauwens, De
vier ruiters van de apocalyps,
hertekening, vrij naar de prent (ets en gravure) uit 1563-1574 van
Gerard van Groeningen.
10-01-2022
Illustratie bij het artikel, getiteld:
Deze illustratie bij het artikel, getiteld: "Hoe de pikorde zich boven de wetenschap pikt", toont een reactie van een van zijn collega-virologen naar aanleiding van de kritische vragen van viroloog dr. Geert Vanden Bossche bij de wetenschappelijke aanpak van de huidige pandemie.
Het begin
van het denken en daarmee ook het begin van de wetenschap situeert
zich zowat 2400 jaar geleden bij de Griekse filosoof Plato en meer
bepaald in zijn Dialogen. De Dialogen zijn gesprekken
tussen de wijsgeer Socrates en een of meer andere burgers van Athene,
waarbij een bepaald onderwerp wordt aangesneden terwijl de waarheid
daaromtrent door het stellen en beantwoorden van vragen uit de geest
van de betrokkenen wordt opgediept, als het ware op de wijze waarop
een kind uit de baarmoeder wordt gehaald - vanwaar de benaming
maieutiek of
verloskunde voor deze methode van kennisverwerving. Zowat een
halve eeuw later en dan vooral bij Aristoteles werden ook de
zintuiglijke ervaring en de logische deductie ingeschakeld en zo
werden de fundamenten voor kennisverwerving of wetenschap voor eens
en voor altijd gelegd. Cruciaal daarbij is het inzicht dat het denken
als zodanig een verinnerlijkte dialoog is, een dialoog die men voert
met en in zichzelf, naar het voorafgaande model van het gesprek
tussen twee of meer personen en uiteraard ook met de natuur.
Vandaag mag
de wetenschap dan een heel eind gevorderd zijn: de grondslagen ervan
blijven uiteraard gelden en waar zij met voeten getreden worden, zal
het wetenschappelijk bouwwerk dat daarop rust zonder ook maar de
geringste twijfel gelijk een kaartenhuisje omver vallen. De
wetenschappelijke inzichten moeten zich schikken naar de steeds
nieuwe ervaringsgegevens maar evenmin als de ervaringsgegevens mogen
gesprekspartners geweerd worden uit de dialoog die de kennis
fundeert: de benaming 'universiteit' komt van het Latijnse
'universitas' dat verwijst naar de universaliteit van ware kennis,
wat betekent dat kennis helemaal geen kennis is wanneer die niet
universeel geldig is. De som van twee en twee is ofwel altijd ofwel
nooit, ofwel overal ofwel nergens gelijk aan vier en het kookpunt van
water is (weliswaar onder constante omstandigheden) altijd gelijk. De
waarheid is principieel voor iedereen toegankelijk, wat tevens
inhoudt dat 'waarheden' principieel door iedereen van hun voetstuk
kunnen en mogen worden gehaald.
De
wetenschap evolueert uiteraard en zo gaat elke stap voorwaarts
gepaard met nieuwe ervaringen of met nieuwe inzichten die per
definitie in tegenspraak zijn met de reeds verworven kennis die
daarom altijd relatief is in de zin van voorlopig. Die vernieuwingen
komen vanzelfsprekend niet uit de lucht vallen maar zij zijn
afkomstig van onderzoekers die hun bevindingen mededelen aan
collegae, wat gebeurt in de (uiteraard wetenschappelijke) dialoog en
daaruit spruit ook de noodzakelijke, onoverkomelijke en welkome
zogenaamde open debatcultuur voort.
Die
cultuur, waarin de fundamenten van het gebouw der wetenschappen
worden geëerd, bewaart het heilige principe dat in geen geval ook
maar iemand mag uitgesloten worden van het debat. Zowel aan de
vuilnisman als aan de 'topprofessor' moet toegang worden verleend
voor de publicatie van nieuwe inzichten. Andermaal: de toegang tot de
waarheid staat voor iedereen open, wars van diploma's en
maatschappelijke posities welke evenveel met de waarheid zelf te
maken hebben als de eretitels binnen de kerk te maken hebben met
heiligheid of de prijs van schilderijen met schoonheid.
En meteen
wordt duidelijk dat dit heilige principe zeer broos is en wel in het
bijzonder daar waar primitief natuurlijke krachten en impulsen
werkzaam zijn en terrein bezetten dat in feite niet tot hun
territorium behoort. Waar de professor zijn duimen moet leggen voor
de vuilnisman, zal men deze laatste meestal moeiteloos tot genie
verheffen maar waar hij datzelfde moet doen tegenover een
onmiddellijk ondergeschikte met wie hij in feite concurreert op de
ladder van de wetenschappelijke promotie, krijgen alras primitieve
emoties en instincten de bovenhand en gaat meer bepaald de pikorde
spelen.
Geleerden
die zich levenslang verdienstelijk hebben gemaakt met
wetenschappelijk monnikenwerk en die mits vele persoonlijke
opofferingen als senioren uiteindelijk moeizaam zijn opgeklommen tot
posities die gezag en autoriteit uitstralen, laten zich door de band
niet zo makkelijk van de troon stoten door onderzoekers die althans
in hun ogen, nog groen zien achter de oren. Er komt heel wat
omslachtige en voorzichtige protocollaire poespas bij kijken alsook
formules inzake respect en beleefdheid waar leerlingen al dan niet
vermeende nieuwe ideeën en vondsten onder de aandacht pogen te
brengen van hun doorwinterde en niet zelden beroemde leraren.
Het aan het
licht gebracht worden van nieuwe inzichten is niet zelden een
huzarenstukje dat nog bemoeilijk wordt waar autoritaire
wetenschappers bovendien gesteund worden, enerzijds door via de massa
verkozen politici die bogen op een quasi onbeperkte toegang tot de
media maar anderzijds ook door industriëlen, banken en machtige
economieën die het leeuwenaandeel van de maatschappelijke financiële
middelen in handen hebben. Dat macht zoals bekend erotiseert, houdt
tevens in dat zij de lelijke kanten van de onderhavige werkelijkheden
weet te verdoezelen, wat kritiek en oppositie en derhalve ook
vernieuwing dermate kan fnuiken dat, zoals de geschiedenis laat zien,
belangrijke renovaties niet zelden voor vele decennia, zo niet voor
eeuwen in de ijskast doet belanden. Voor het niet (meer) aan bod
komen van kritiek en oppositie waarschuwden reeds vooraanstaande
wijsgeren zoals Adorno en de hele Frankfurter Schule die dan de immer
dreigende irrationaliteit van de Verlichting zien opdoemen, vaak tot
rampspoed van het mensdom zoals dat exemplarisch het geval was met de
vreselijke werkelijkheid van de concentratiekampen onder het
totalitaire regime van het nazisme.
De wereld
als zodanig is geen geschikte plaats voor experimenten, alleen al
omdat experimenten per definitie kunnen mislukken en dat meestal ook
doen: het gelukte experiment is in de regel de vreemde eend in de
bijt. Alleen buitenproportionele macht is in staat om een oorlog te
beginnen, een atoombom te droppen of de wereldbevolking bloot te
stellen aan een 'wetenschappelijk' experiment. Dat supplementaire
gegeven maakt het voor kritische stemmen nog veel moeilijker om
gehoord te worden. Het wordt daarom de hoogste tijd dat de match van
de eeuw kan doorgaan.
Zoals
iedereen weet, schaart zich vandaag sinds twee jaar de voltallige
wereldbevolking achter hetzij de voorstanders, hetzij de
tegenstanders van wat nu het gekende, wereldwijde experiment bij
uitstek is, waarbij de inzet niets minder is dan het leven zelf - het
leven van talloze mensen, als al niet het voortbestaan van het
mensdom zelf in de waagschaal ligt.
Alle
technologische accommodatie voor het laten doorgaan van de match is
nu aanwezig en de executeuren van het experiment waarin wij zelf
(incluis ons kroost) tegen heug en meug de proefkonijnen zijn
geworden, hebben geen enkele reden meer om niet in te stemmen met wat
in feite een rechtszaak zal worden, omdat de 'wedstrijd' hen als
nooit voorheen in de gelegenheid zal stellen om hun tegenstanders met
wetenschappelijke argumenten te ontwapenen - in een reusachtig open
debat. Het gaat in wezen om het gevecht tussen de pikorde en de rede,
wat te herleiden is tot de strijd tussen natuur en cultuur of het
gevecht om het goed dat wij als de menselijke beschaving benoemen. Er
is momenteel wellicht geen alternatief denkbaar dan de moordende
onverschilligheid die, zoals Primo Levi het zei, erger nog is dan de
genocide van de concentratiekampen.
Marcuse's eendimensionale mens - Aflevering 2: Nieuwe vormen van controle
Marcuse's
eendimensionale mens (1)
Aflevering
2: Nieuwe vormen van controle
Eendimensionaliteit
is er zowel in de samenleving (deel 1) als in het denken (deel 2)
maar er zijn alternatieven (deel 3). Op het vlak van de
eendimensionele samenleving bespreekt Marcuse eerst de nieuwe vormen
van controle.
De
technologie is erin geslaagd de slavernij comfortabel te maken
middels behoeftecreatie en bevrediging, terwijl het evengoed ten
dienste kon gesteld worden van de individuele vrijheid. De heersers
hebben zich het productieapparaat toegeëigend (2) en houden geen
rekening met individuele belangen. Wij moeten streven naar
economische, politieke of intellectuele vrijheid en "Het
feit dat dit alles niet realistisch klinkt is een aanwijzing niet
voor het utopisch karakter ervan, maar voor de geweldige krachten
die de verwerkelijking ervan tegenhouden." (3)
Onechte
behoeften worden ons opgedrongen: "'Onecht'
zijn die [behoeften] welke aan het individu worden opgedrongen door
bepaalde sociale belangengroeperingen die gebaat zijn bij zijn
onderdrukking: de behoeften die zware arbeid, agressiviteit, ellende
en onrechtvaardigheid laten voortbestaan. De bevrediging ervan mag
dan hoogst aangenaam zijn voor het individu (...)" ze
bestendigt de ellende. "( ) Dit soort behoeften bezit een
maatschappelijke inhoud en functie, welke bepaald worden door externe
krachten waarover het individu geen zeggenschap heeft. ( ) toch
blijven ze wat ze oorspronkelijk waren: voortbrengselen van een
samenleving waarvan het voornaamste belang onderdrukking vereist. Het
overheersen van behoeften die onderdrukking in de hand werken is een
voldongen feit." (4) Echte behoeften daarentegen hebben te
maken met de bevrediging van levensbehoeften, zoals voeding, kleding
en onderdak. (5) "Voor ieder bewust levend mens, voor ieder mens
met een geweten, voor ieder mens met levenservaring, die het
heersende maatschappelijk belang weigert te accepteren als de hoogste
wet voor zijn denken en zijn gedrag, is de gevestigde orde van
behoeften en hun bevrediging een feit, waarover hij zich vragen
behoort te stellen vragen naar wat
echt en onecht is."
(6)
Echter,
zolang men gemanipuleerd en geïndoctrineerd wordt, kan men die vraag
niet beantwoorden. (7) Bevrijding wordt bovendien moeilijker naarmate
rationaliteit, productiviteit en techniciteit toenemen. Men moet
eerst weten dat
men in slavernij leeft vooraleer men zich kan pogen te bevrijden. "In
deze samenleving vereist het netwerk van sociale controle een
overweldigende behoefte aan productie en consumptie van overbodige
rommel; een behoefte aan afstompende arbeid terwijl daar geen
noodzaak meer voor bestaat; een behoefte aan een soort ontspanning
die op een aangename wijze dit afstompingsproces voortzet; een
behoefte om bedrieglijke vrijheden in stand te houden (...)."
(8) "Vrije verkiezing van de meester schaft noch de meesters noch de
slaven af." (9) "Kan men
werkelijk verschil maken tussen de auto als plaag en als comfort?"
(10)
"( ) één van
de hinderlijkste aspecten van de hoogindustriële beschaving [is] het
rationele karakter van haar irrationaliteit. Haar productiviteit en
haar doeltreffendheid; haar vermogen het comfort te vergroten en te
verspreiden, overbodige rommel tot voorwerp van behoefte en
vernietiging tot opbouw te maken" (11) - dit is vervreemding.
Edoch: "In de
huidige periode echter schijnt het netwerk van
technologische controle de redelijkheid zelf te zijn ten bate van
alle sociale groeperingen en belanghebbenden - en wel in zon hoge
mate, dat iedere tegenspraak irrationeel en iedere tegenwerking
onmogelijk schijnt."
(12)
De
technologische werkelijkheid van massaproductie en massadistributie "[is] in de
'privé-ruimte' binnengedrongen en heeft haar steeds kleiner
gemaakt."
(13) Maar aldus wordt het kritisch vermogen ondermijnd. (14) De
oppositie verstomt. (15) Er is een "ingrijpende
verandering van al onze denkgewoonten". (...) "Ze helpt
ideeën en doeleinden in overeenstemming te brengen met die welke
door het heersende systeem worden geëist, ze in het systeem een
plaats te geven en die welke niet met het systeem zijn te verenigen
af te stoten." (16)
De
manieren van protest worden door het systeem zelf geboden en aldus
onschadelijk gemaakt. "Eendimensionaal denken wordt systematisch
bevorderd door de bedrijvers van politiek en hun leveranciers van
massa-informatie. Hun terminologie wemelt van hypothesen die zichzelf
geldig verklaren en die, doordat men ze onophoudelijk herhaalt en
tegelijk alle andere mogelijkheden doodzwijgt, hypnotische definities
of decreten worden." (17) "De
samenleving weert rigoureus een bepaald soort oppositionele
handelingen en gedragingen; bijgevolg worden de begrippen die erbij
horen illusoir of nietszeggend." (18)
"De 'list der Rede' werkt, zoals zij al zo vaak deed, in het belang
van de heersende machten." (19) "De hoogindustriële samenleving begint het stadium te naderen,
waarin een verdere vooruitgang een radicale ommekeer zou vereisen
m.b.t. de ingeslagen richting en organisatie der vooruitgang." (20)
Er is een "historisch alternatief ( ) voor een wereld
die voortleeft op de rand van een algehele wereldoorlog ( ) Het
huidige verzet tegen dit historische alternatief vindt een stevige,
massale basis in de onderworpenen. Het vindt zijn ideologie in het
feit, dat het denken en handelen streng georiënteerd zijn op de
gegeven feiten. De status-quo - bekrachtigd door de prestaties van de
wetenschap en technologie, gerechtvaardigd door zijn groeiende
productiviteit - tart iedere transcendentie." (21) "Wanneer de volledig ontwikkelde industriële samenleving zich
geconfronteerd ziet met de mogelijkheid tot pacificatie op grond van
haar technische en intellectuele prestaties, sluit zij zichzelf af
voor dit alternatief." (22)
"Een
organisatie gericht op vrede verschilt van een organisatie gericht op
oorlog." (23) "Het
leven als doel verschilt kwalitatief van het leven als middel."
(24) Maar "Een kwalitatieve omwenteling houdt eveneens in
een omwenteling in de technische basis waarop deze samenleving rust"
(25)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
7 januari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Herbert Marcuse, De
eendimensionale mens. Studies over de ideologie van de
hoogindustriële samenleving,
uitg.
Paul Brand, 1968.
Oorspr.:One Dimensional
Man - Studies in the Ideology of Advanced Industrial Society,
Beacon Press Boston 1964.
(2)
Pag. 21: "Tegenwoordig
doet politieke macht zich gelden door haar macht over het
gemechaniseerde productieproces en over de technische organisatie van
het apparaat. De regeringen van ontwikkelde en hoogindustriële
samenlevingen kunnen alleen dán zich handhaven en veilig stellen,
wanneer zij erin slagen de technische, wetenschappelijke en
gemechaniseerde productiviteit die ter beschikking staat van de
industriële beschaving op gang te brengen, te organiseren
en te exploiteren."
(3)
O.c., pag. 22.
(4)
O.c., pag. 24.
(5)
O.c., pag. 24.
(6)
O.c., pag. 24.
(7)
O.c., pag. 24.
(8)
O.c., pag. 26.
(9)
O.c., pag. 26.
(10)
O.c., pag. 27.
(11)
O.c., pag. 28.
(12)
O.c., pag. 28.
(13)
O.c., pag. 29.
(14)
O.c., pag. 30.
(15)
O.c., pag. 30.
(16)
O.c., pag. 33.
(17)
O.c., pag. 34.
(18)
O.c., pag. 35.
(19)
O.c., pag. 36.
(20)
O.c., pag. 36.
(21)
O.c., pag. 37.
(22)
O.c., pag. 37.
(23)
O.c., pag. 38.
(24)
O.c., pag. 38.
(25)
O.c., pag. 38.
06-01-2022
Marcuse's eendimensionale mens - Aflevering 1
Marcuse's
eendimensionale mens (1)
Aflevering
1
We
maken het vandaag opnieuw mee: dit keer onder het voorwendsel van de
pandemie, verandert de wereld in een panopticum, de privacy wordt
vernietigd, de leugen regeert, de waanzin van het fascisme
schuimbekt, een totalitaire wereldregering verbergt zich en in de
ochtend van deze eindtijd verrijst aan de kim gelijk een zwarte zon
een afzichtelijke dystopie.
Kritiek
wordt niet langer geduld, de oppositie is zoek, meningen die het
'officiële nieuws' weerspreken, zijn uit de media weggeplukt, de
boekverbranding is terug, het internet filtert de critici en de
klokkenluiders eruit en op karaktermoord volgt alras moord zoals een
eeuw geleden de dichter Heine waarschuwde: waar men boeken verbrandt,
zal men uiteindelijk ook mensen verbranden.
De
zieners van weleer zijn derhalve opnieuw actueel: de grondlegger van
de dystopische roman Jevgeni Zamjatin (Wij, 1920), Oswald
Spengler (De ondergang van het avondland, 1918 en 1922) die
reageert op het vooruitgangsgeloof en de Verlichting, die aldus het
irrationeel karakter van de rationaliteit aan het licht brengt en die
betreurt dat de mens verworden is tot een door het geld
geconditioneerde burger, Aldous Huxley (Brave New World, 1932)
die de apathie aanklaagt, Charley Chaplin (Modern Times,
1936), Max Horkheimer (Traditionele en kritische theorie,
1937), die samen met Max Horkheimer De dialectiek van de
Verlichting schreef (1944-1947), George Orwell (1984,
1948), Hannah Arendt (Totalitarisme, 1951), Herbert Marcuse
(De eendimensionele mens, 1964).
Allen
zijn ze uiteraard schatplichtig aan eerdere denkers zoals Charles
Dickens die in Hard Times (1854) de loonslavernij aanklaagt,
Karl Marx (Het Kapitaal, 1867) maar ook de feitelijke
antimarxist Fjodor Dostojevski (De grootinquisiteur van Sevilla,
een raamvertelling in De gebroeders Karamazov, 1879 en
1880) en zelfs Friedrich Nietzsche die immers de kuddegeest
veroordeelt (Aldus sprak Zarathustra, 1885). Want terwijl Marx
de bourgeoisie tegenover het proletariaat plaatst, maken anderen
duidelijk dat de massamens zelf schuld heeft aan de maatschappelijke
malaise.
Hedendaagse
critici voegen in feite weinig toe aan wat deze denkers allang aan
het licht brachten, er is immers niets nieuws onder de zon, na de
industriële revolutie en het computertijdperk, schakelt met de
ingang der biowapens de demonische aanslag op de 'kroon van de
schepping' alleen maar naar een versnelling hoger.
De
studentenprotesten van 1968 maakten van Herbert Marcuse de meest
populaire aanklager van de systematische ontmenselijking en zijn
Eendimensionele mens verdient het daarom om opnieuw gelezen te
worden.
Herbert
Marcuse (1898-1979) maakt deel uit van de Frankfurter
Schule,
een groep maatschappijkritische denkers die door de
Nazi's uit Duitsland werden verjaagd en naar de VS vluchtten.
In
de inleiding van het genoemde hoofdwerk legt Marcuse meteen de vinger
op de wonde: het grootste kwaad schuilt in de afwezigheid van
maatschappelijke oppositie en kritiek.
De
tweede wereldoorlog werd beëindigd met de eerste atoombommen, door
de Amerikanen gedropt op Hiroshima en Nagasaki: met de technologie
bestemd om de natuur te temmen, wordt de massa overmeesterd. Deze
dreiging die nooit meer zal wijken, verlamt voortaan alle mensen.
Maar
we moeten ervan uitgaan dat het leven de moeite waard is, zegt
Marcuse, en we moeten ons inspannen om het te verbeteren want ook het
door Marx aangeklaagde onrecht is geïnstitutionaliseerd en men
berust erin. Onder dwang geeft men zich over aan de heersende machten
wiens extreme rationaliteit zelf irrationeel is. (Daarover schreef
ook Hannah Arendt, die in de realiteit van de concentratiekampen de
onafwendbare consequentie van de 'rationaliteit' van de nazi's zag).
Heersers
maken dat mensen handelen tegen hun eigen wensen en belangen in waar
zij zich onechte behoeften (en hun te kopen bevrediging) laten
aanpraten. "De
mensen moeten het tenslotte zelf leren
zien en zo zelf hun weg leren kiezen van onecht naar echt bewustzijn,
van hun onmiddellijk naar hun werkelijk belang."
(pag. 7) "Dat
kunnen zij alleen als zij de behoefte voelen om hun
leven te veranderen, het positieve te ontkennen, weerstand te bieden.
Juist deze behoefte weet de gevestigde samenleving des te beter te
onderdrukken, naarmate zij beter in staat is goederen te leveren
op grote schaal en de wetenschappelijke overmeestering der natuur te
gebruiken voor
de wetenschappelijke overmeestering van de mens." (pag. 7)
De
privacy wordt opgeheven: "In
deze samenleving heeft het productieapparaat de neiging totalitair te
worden; en wel in die mate, dat zij niet alleen de voor de
samenleving noodzakelijke beroepen, vaardigheden en mentaliteit
bepaalt, maar ook de individuele behoeften en verlangens. Zo wist zij
de tegenstelling tussen het privé bestaan en het openbare leven,
tussen de individuele en de sociale behoeften uit. (pag. 9) We
kunnen de technologie niet meer los denken van de wijze waarop zij
wordt gebruikt; de technologische samenleving is een systeem van
overheersing dat reeds op de opzet en structuur der technieken
zijn invloed uitoefent." (pag. 9)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
Driekoningen 2022)
Verwijzingen:
(1)
Herbert Marcuse, De eendimensionale mens. Studies over de
ideologie van de hoogindustriële samenleving, uitg. Paul Brand,
1968. Oorspr.: One Dimensional Man - Studies in the Ideology of
Advanced Industrial Society, Beacon Press Boston 1964.
04-01-2022
Herbert Marcuse, De eendimensionale mens, 1964 (citaat)
Herbert Marcuse, De eendimensionale mens, 1964 (citaat)
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: