Graden
van zijn over hedendaags vampirisme
To be or not to be,
that's the question. Edoch, zij die geloven dat hiermee alles
gezegd is, slaan de bal flink mis want het gaat hier om een
tautologie, een uitspraak die altijd waar is en die derhalve helemaal
niets zegt. Bedoelt men met die dooddoener dat men niet tegelijk kan
bestaan en niet bestaan, dan gaat men er alsnog vanuit dat men
slechts voor de volle honderd percent kan bestaan ofwel helemaal niet
maar die essentialistische opvatting is vandaag achterhaald: het is
weliswaar correct dat doden niet weer tot leven gewekt kunnen worden
maar dat neemt niet weg dat men kan spreken van een continuum als het
gaat om het al dan niet bestaan en dit ziet men allang weerspiegeld
in de wetgeving omtrent abortus. Maar ook anderszins kan de
continuumtheorie best van tel zijn in een wereld waarin men
gelijkgeschakeld wordt met zijn bezit.
In feite gaat het dan
over macht, over het gewicht van iemands zijn, over wat men in de pap
te brokken heeft, over het al dan niet erkend worden, over meetellen
en over hebben: het volstaat niet meer te zijn; het levend wezen dat
mens heet, werd herleid tot amper de kruier van een welbepaald
burgerschap, een eigenaarschap of een bankrekening, een titel, een
vakmanschap, een politieke en economische betekenis, een gewicht in
de weegschaal die aangeeft hoe ernstig iemand mag of moet genomen
worden. Lichtgewichten worden alom geschrapt en ingezet als slaven
zonder stem; zwaargewichten lopen in de kijker en vreten de aandacht
op van tientallen, honderden, miljoenen en soms miljarden mensen. Het
is een handeltje waarover het laatste woord nog lang niet gezegd is
maar het lijkt er wel heel sterk op dat mensen, of alvast bepaalde
wezens die de mens als kruier hebben, zich voeden met aandacht zoals
de kruier zelf zich voedt met brood.
Slaat men in de ochtend
de kranten open of de tablets dan wordt men tot vervelens toe
met almaar dezelfde figuren geconfronteerd: een of andere koning of
prins, een politicus, een mediageile professor, een paus, een
miljardair noem maar op. Sommigen van hen beweren het allerminst
prettig te vinden om dagelijks nieuwsjagers van zich af te moeten
schudden maar anderen komen er dan weer voor uit dat zij hun bestaan
te danken hebben aan de massale aandacht van de wereld: zij leven van
andermans aandacht... maar dan wel zoals vampieren leven van
andermans bloed.
En dat betekent dat zij
zonder die aandacht gedoemd zijn om binnen de kortste keren te
sterven, precies zoals vampieren voorgoed vergaan als zij niet op
tijd en stond hun tanden in de kelen der levenden kunnen planten.
Verandert men echter van
perspectief, wat hier betekent dat men de zaak nu eens niet bekijkt
vanuit de positie van wie de aandacht trekken maar vanuit deze van
wie aandacht geven, dan rijst onmiddellijk de vraag waarom men
eigenlijk aandacht schenkt aan welbepaalde zaken of figuren en voor
het antwoord op die vraag kan men best te rade gaan bij de
waarnemingspsychologie. Mensen schenken aandacht aan figuren die op
de een of andere manier opvallen, bewegen of die, kortom, als een
bedreiging overkomen: iets of iemand trekt de aandacht wanneer die
zaak of die persoon in het gezichtsveld treedt als een gevaar; de
meest levensbedreigende figuren zijn de grootste aandachtstrekkers.
Terecht trekken vooral
en uitgerekend die dingen en die mensen die een gevaar vormen voor
ons ook onze aandacht; wat niet problematisch is, verschijnt
nauwlijks of helemaal niet in ons bewustzijn en doet het dat wel, dan
verdwijnt het er algauw weer uit, het wordt onzichtbaar. Maar opnieuw
is dit een medaille met twee zijden: de aandachtstrekkers zelf staan
ons in feite naar het leven, precies zoals vampieren dat doen. En een
voor de hand liggend voorbeeld van het feit dat aandachtstrekkers
niet onschuldig zijn, is de reclame.
De realiteit van de
reclame leert ons dat zij niet vrijblijvend onze aandacht trekt; dat
zaken die onze aandacht trekken, niet onschuldig zijn: hebben wij
onvoldoende weerstand tegen de reclame dan worden wij erdoor verleid
met name om te kopen: vaker gaat de aandachtstrekker er ten
langen leste met ons geld vandoor en geld is energie want het wordt
pas verworven door noeste inspanningen geld is... bloed. Vandaar
is het een waarheid als een koe dat aandachtstrekkers in wezen
vampieren zijn.
Reclame is de
aandachtstrekker bij uitstek maar ook propaganda is dat, het is een
vorm van verborgen reclame die wij immers gemakkelijk verwarren met
informatie. En het belang van de bronvermelding bij het verstrekken
van informatie, waarschuwt ons andermaal voor het feit dat zogenaamde
objectieve informatie een al te mooi sprookje is: wie iets vertelt,
doet dat met een zekere bedoeling, met in het achterhoofd een zeker
belang en hij beïnvloedt diegenen aan wie hij het vertelt, hij
manipuleert, hij liegt, alleen al doordat bij het verstrekken van
informatie, zekere zaken gezegd worden en andere weer niet.
Reclame, propaganda,
informatie: uitgerekend die zaken die wij voor onze oriëntatie en
voor onze handhaving in de wereld nodig hebben, verkappen vaker dan
wij dat vermoeden precies het omgekeerde van datgene wat wij met hen
voor hadden: in plaats van ons ten dienste te staan, zien zij ons
eigenlijk als prooien aan wie zij zich voordoen zoals de wolf in het
beroemde sprookje van de gebroeders Grimm: De wolf en de zeven
geitjes. Achter het decor van
reclame, propaganda en informatie maar ook achter de façade van
mode, stijl, kunst én... leerrijke sprookjes, verbergen zich steeds
vaker manipulatoren die het erop gemunt hebben onze ideeën en
derhalve ons gedrag en bij uitstek ons koopgedrag te sturen
volgens hun eigenste voordeel en ten koste van ons bloed.
Voor
een beschouwing over vampirisme, zie:
https://www.bloggen.be/omskvtdw/archief.php?ID=2746284
en
http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/226442.pdf
(J.B., 18 maart 2019)