Gekkenland Utopia
Met
de regionalisering van het toekennen van het recht op abortus en
vervolgens met het toekennen van voorrang aan de godsdienstvrijheid
boven de vrijheid welke steunt op het belangrijkste principe van de
Franse Verlichtingsfilosoof Montesquieu (waarmee deze weerwerk wilde
bieden aan het despotisme), namelijk de scheiding van kerk en staat,
keert katholiek Amerika met rasse schreden terug naar de duisternis
van de waanzinnige middeleeuwen.
In
wezen gaat het om een zaak welke in feite de kern vormt van het
hoofdwerk van de Duits-Belgische filosoof Rudolf Boehm: de
ontevredenheid van het schepsel mens met zijn lot als oorzaak van
talloze kwalen die de moderne wereld teisteren. (1) Boehm zit hiermee
in het vaarwater van onder meer Herbert Marcuse maar de kritiek is
uiteraard veel ouder en wij kennen hem vooral van het sprookje van de
gebroeders Grimm, getiteld:
Von
dem Fischer un syner Fru. Het
gaat in dezer om het spook der utopieën.
Een
ou-topos
is een niet
bestaande plaats
(3) of een utopie. Ruim vijfhonderd jaar geleden, meer bepaald in
1516, gaf de humanist Thomas More Utopia
als titel aan zijn hoofdwerk,
handelend
over de ideale samenleving. Edoch, de ideale samenleving is niet
alleen onverwezenlijkbaar (zoals reeds More zelf vermoedde): waar men
haar najaagt, resulteert zij in haar tegendeel (het mythische spook
van de tegendoelmatigheid!) omdat zij de totale controle over alle
burgers vereist en geen tegenstand duldt, wat haar tot een
eenpartijstaat maakt zodat zij uitmondt in niets minder dan
totalitarisme.
Het
communisme is een welbekende utopie, de ideale staat van het nazisme
onder Hitler was een utopie, de theocratieën zoals in de
Islamitische Staat of in de katholieke keizerrijken zijn utopisch
maar ook het kapitalisme met zijn vrijemarkteconomie blijkt een
utopie. Allemaal zijn zij dwingelandijen met elk hun eigen
concentratiekampen en gevangenissen, hellen en verdoemenissen,
uitdraaiend op het tegendeel van wat zij zich hadden gewenst en
voorgewend.
Schepsels
die hun schepper naar de kroon steken, belanden in een beerput en het
weinige dat zij bezaten, verliezen zij uitgerekend omdat zij er geen
vrede konden mee nemen - wie
het kleine niet begeert, is het grote niet weerd.
De arme die nochtans genoeg heeft om te bestaan, wenst rijk te
worden, wordt daardoor te gierig om te leven en offert aldus ook het
weinige dat hij wél bezat, op aan een ijdele droom. De utopie verleidt
wie niet tevreden kunnen zijn en straft hen met het tegendeel van wat
zij najagen: zij krijgen de droom voor korte tijd doch zij verliezen
wat echt was voor immer. De legende van Faust, de droom van het
pensioen, de beloften van de wetenschappen, de sprookjes van de
godsdiensten, het ene nog gekker dan het andere.
Utopisten
met macht dwingen de massa in hun gareel, in de hoop om hun
waangedachten te kunnen realiseren. En in die wanen spelen zij
uiteraard de eerste viool, zoals de pausen die zichzelf onfeilbaar,
zalig en heilig verklaren, de kunstenaars die zichzelf verheerlijken,
de wetenschappers die zich 'top' noemen en genieën wanen, de
politici die nadat zij door de mand vielen ten aanschouwe van de
ganse wereld, maar blijven azen op macht.
In
de hoofden van deze simpele geesten zitten allerlei gedaanten van het
idée fixe,
een heuse geestesziekte welke zo
treffend
werd in beeld gebracht in de satirische blijspelen van Molière
(1622-1673): de mens is volmaakt, zo liegen deze zieken zichzelf
voor, en dat hij het alsnog niét is, is slechts te wijten aan een
kleine vergissing, echter makkelijk te verhelpen middels een
eenvoudig en door hen zelf voorgeschreven recept. Dat het voorschrift
onmogelijk uitvoerbaar is, nooit tot voleindiging kan komen, iedereen
ongelukkig maakt en uiteindelijk uitdraait op waanzin, chaos,
algehele uitputting en vernietiging van de schone aarde: daar hebben
de utopisten helemaal geen oren naar want zij zijn een gevaarlijk
soort van waanzinnigen, met name: fanatici. Zij zweren bij hun
heilige geschriften die elkaar allemaal tegenspreken doch die waar
moeten zijn
omdat zij dat nu eenmaal wensen.
Man
en vrouw schiep Hij hen: het is niet zo, de natuur laat zich niet
bevelen door de wanen van 'profeten'. Er worden mensen geboren met
twee hoofden, zonder hersenen en met meer 'afwijkingen' van 'de norm'
dan men voor mogelijk kan houden maar dat is dan maar te wijten aan
onze eigen zonden of aan die van onze voorouders, de eerste mensen.
Er zijn geen homo's in Rusland, zo zegt Poetin en wij horen het ook
Hitler zeggen over zijn ideale Duitsland vol van volmaakte
supermensen en verder alle dictators uit de geschiedenis. Zij hebben
uiteraard gelijk zolang zij al degenen die niet beantwoorden aan hun
gekke maatstaven, oppakken en vergassen of anderszins onzichtbaar
maken of ombrengen, overigens samen met al degenen die deze slinkse
misdaden aan het licht pogen te brengen: zij worden in stukjes
gesneden en met een chemisch product opgelost totdat nog slechts een
beetje kalkgruis overschiet dat dan kan worden doorgespoeld in het
toilet, zodat zij niet alleen niet meer bestaan maar zodat het op de
koop toe uitschijnt dat zij ook nooit hébben bestaan. En uiteraard
zijn hun veroordelingen niet van toepassing op zichzelf want voor
zichzelf maken zij een uitzondering, Hitler was niet blond en had
geen blauwe ogen en de katholieke Amerikaanse opperrechter waarvan
hoger sprake is een hertrouwde man maar katholieken weten dat
allemaal handig te verantwoorden zoals zij ook een kerkvaderlijke
uitleg hebben om bijvoorbeeld oorlog goed te praten, het recht op
oorlog - wat zeg ik: de plicht tot oorlog. Vatte wie kan.
(J.B.,
28 juni 2022)
Verwijzingen:
(1)
Voor een beknopte uiteenzetting van Rudolf Boehms Kritiek
der grondslagen van onze tijd,
(2) zie
de paragrafen 22 tot en met 35 van het hoofdstuk Corona
en de heilige zaak
in het vijfde deel (eveneens genaamd: Corona
en de heilige zaak)
van Panopticum
Corona, pp.
946-984.
(2) Rudolf
Boehm, Kritiek
der grondslagen van onze tijd,
Het
Wereldvenster,
Baarn 1977. (Oorspronkelijk: Kritik
der Grundlagen des Zeitalters (1973))
in een Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige
revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van dit werk
is beschikbaar op het internet op het volgende adres:
https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm
(3) De term
komt uit het Grieks; daaraan verwant is een eu-topos
een goede plaats en een dys-topos
een slechte.
|