Wat
met osteopathie?
Aflevering
4
Als
methodist verwierp de grondlegger van de osteopathie, dr. Andrew
Taylor Still, het materialisme, waarover wij hoger een en ander
hebben gezegd. Benadrukken wij vervolgens dat iemands kijk op de
wetenschap niet los staat van zijn wereldbeeld: wie vanuit een
materialistisch wereldbeeld geloven dat de geest een bijwerking is
van de hersenen, zullen geestesziekten behandelen door aan de
hersenen te gaan sleutelen; wie daarentegen een spiritualistisch
wereldbeeld aanhangen en derhalve geloven dat het lichaam een
emanatie is van de geest, zullen de oorzaak van lichamelijke ziekten
uiteraard gaan zoeken in de staat waarin de geest verkeert. Immers,
zouden ze anders handelen, dan ware hun geloof ijdel. Maar deze
laatste opvatting, die ook de methodist dokter Still deelde en die
mede aan het fundament ligt van zijn eigen geneeswijze die de
osteopathie genoemd wordt, is een overtuiging die in feite berust op
de wens of de waan van de mens om zijn lot in eigen handen houden.
Immers,
het geloof dat de geest heerst over de materie, voedt de overtuiging
dat men in staat is om met de eigen geest en meer bepaald met de
eigen wil het lichaam te beheersen zoals een ruiter een paard
beheerst. Dat is weliswaar tot op zekere hoogte het geval wat betreft
bijvoorbeeld het bewegingsapparaat en wat betreft alle zogenaamd
willekeurige zaken maar dat dit ook zou gelden met betrekking tot de
onwillekeurige lichaamsfuncties wordt alleen al door de nomenclatuur
zelf tegengesproken. Een gezond persoon is in staat om binnen de door
de natuur bepaalde grenzen een armbeweging te maken zoals hij dat
maar wenst, edoch, reeds over de kniereflex heeft hij geen
rechtstreeks meesterschap via zijn wil, laat staan over wat zijn
hartspier doet of over de werking van zijn maag, zijn schildklier en
zo verder. Trouwens, indien alle orgaanwerkingen zouden gehoorzamen
aan de bevelen van de vrije wil, dan zou het bewustzijn daardoor
zozeer in beslag worden genomen dat er geen tijd meer zou overblijven
voor nog andere gedachten en de mens zou dan herleid worden tot een
geestloos autonoom functionerend organisme, een automaat.
Een
wetenschap en in dit geval een geneeskunde die zich ent op de
overtuiging dat de stof een emanatie is van de geest en dat de geest
het lichaam beheerst, zal tegen haar eigen grenzen aanbotsen van
zodra de proef op de som uitwijst dat het lichaam helemaal niet
bereid is om gehoorzaamheid te bieden aan de geest of aan de wil en
alvast is het lichaam daartoe niet bereid waar het de autonome
fysieke functies betreft. Andermaal: het is weliswaar mogelijk om te
gaan en te staan waar men wil en ook kan men voor een beperkte tijd
zijn adem inhouden maar om het hart te doen ophouden met kloppen of,
eerder nog, om na een hartstilstand het hart weer op gang te brengen,
is veel meer nodig dan alleen maar de onmiddellijke wil (of eerder de
wens): om het hart te doen stoppen, is geweld nodig en om het na een
stilstand weer op gang te brengen, is wetenschap nodig. In dat
laatste geval dienen de wetten achterhaald te worden waaraan de stof
beantwoordt en vanuit de gehoorzaamheid aan die wetten kunnen dan
gebeurlijk technieken bedacht worden waarmee men die wetten tot op
zekere hoogte naar zijn hand kan zetten. En dat gebeurt in de
klassieke geneeskunde die immers steunt op een wereldbeeld dat
werkelijkheidsbeheersing toelaat en ze ook promoot.
Nu
zullen voorstanders van de tegenpartij antwoorden dat ook andere
geneeswijzen zoals de osteopathie dat vermag en uiteindelijk zullen
de resultaten van de geneeswijze in kwestie beslissend zijn voor de
beoordeling van haar effectiviteit. Vanuit deze praktijk waarbij de
specifieke geneeskunde een toetssteen is voor haar waarde, zal ook
het wereldbeeld dat aan die vorm van geneeskunde ten grondslag ligt,
afhankelijk van de bekomen resultaten, overeind blijven of sneuvelen.
Maar er is nog een probleem en zeker niet het geringste.
Immers,
de beoordeling van de werkzaamheid van een therapie is allerminst een
sinecure en de vraag rijst zelfs of zij wel mogelijk is op objectieve
gronden. Dat Coca-Cola u het best van alle bestaande dranken
verfrist, is alleen maar waar omdat het aldus aan iedereen van in de
wieg dagelijks meermaals, overal en met elk denkbaar middel
geproclameerd wordt. In de praktijk worden waarheden allerminst
bewezen met logisch-mathematische middelen maar ontspringen zij aan
de macht; zij worden gekocht, betaald en, eenmaal verworven, ook
juridisch overeind gehouden. En de waarheid van Coca-Cola
vertegenwoordigt hier talloze andere waarheden, zo niet élke
denkbare waarheid, zodat bijvoorbeeld ook de waarheid dat het
coronavaccin u tegen corona beschermt en de waarheid dat de pil u
gezond maakt precies zoals de heilig hostie dat doet. Niet een of
andere hogere, bewezen waarheid achter de reclame overtuigt, doch
haar eigen eindeloze herhaling en haar alomtegenwoordigheid waardoor
zij zich in het binnenste van haar prooien nestelt en van hen ook het
geweten gaat uitmaken, precies zoals het machtsmiddel dat de religie
is, dit van oudsher weet te presteren.
Van
wat de reclame dan allemaal voorhoudt, hoeft helemaal niets waar te
zijn zolang de door haar voorgewende waarheid maar beleden wordt
omdat die belijdenis zich manifesteert in de onderwerping aan de
reclamemaker welke in het geval van Coca-Cola bestaat in het kopen
van het flesje drank; in het geval van de heilige hostie bestaat zij
in een specifiek religieuze geloofsbelijdenis en in het geval van het
slikken van een medicijn of het volgen van een therapie bestaat zij
in de onderwerping aan de geneeskunde in kwestie.
Het
succes van een geneeswijze zou bepaald moeten worden door objectieve
resultaten maar de verwachting is dat veeleer zekere machten die daar
helemaal buiten staan, het volgelingschap zullen bepalen zoals dat
inderdaad ook met Coca-Cola het geval is. Wanneer een nar zoals
Desiderius Erasmus, die het Lof
der zotheid zong, naar
de kroon zou worden gestoken door een hedendaags auteur, dan zou die
laatste misschien wel onze geneeskunde afschilderen als één grote
commerce; een gigantische zwendel met therapieën die veel gelijkenis
vertonen met de ijle gebaren in de lucht van de priesters van weleer
in even indrukwekkende kerken, met klinieken volgestouwd met stoeten
figuranten die precies hetzelfde doen als de pastoors, onderpastoors,
misdienaren, kosters, zangers en gelovigen uit een nu vervlogen tijd
waar sommigen zelfs met heimwee naar terugkijken. Zij doen allemaal
alsof het inhoud heeft wat zij acteren en zij doen dat met een
dermate sterk geloof en met een even waanzinnige overtuigingskracht
dat zij hun publiek helemaal weten te hypnotiseren. Niemand betrapt
hen er op dat geen van al die artsen, verplegers, therapeuten en nog
vele andere specialisten die de ziekenhuizen bevolken, over ook maar
enige echte macht beschikt over het leven en de dood en dat zij allen
louter figuranten zijn die een toneel opvoeren precies zoals in het
destijds door alle gelovigen bijgewoonde theater in de kerk wiens
macht zelfs reikte tot in het hiernamaals, ja, tot in de eeuwigheid.
Herinner u dat toentertijd geen mens die in de kerk geloofde, in
twijfel trok dat het ook zin had wat de clerus wereldwijd presteerde:
de kracht van de gebeden en de litanieën, de genezende werking van
de hostie, de effectiviteit van de veelsoortige bezweringen in de
vorm van aanmaningen en hellepreken, de loutering van de biecht, de
rechten en de plichten, de geboden en verboden: louter figuranten en
figuraties waren zij, zonder ook maar enige aantoonbare band met de
materie en bij uitstek de 'waanzin' van de transsubstantiatie, de
verandering tijdens de consecratie van brood en wijn in het lichaam
van de godheid, kon model staan voor de macht van een tovenarij die
in feite nog altijd onverminderd aan de orde is omdat er nu eenmaal
helemaal niets nieuws is onder de zon.
Of
hiermee de vraag naar de werkzaamheid van osteopathie en van de vele
andere alternatieve geneeswijzen wordt beantwoordt, is een andere
kwestie. Maar wie eraan twijfelen dat ook de wetenschappelijke
waarheid tot een geldkwestie is verworden, moeten maar eens goed
rondkijken in bijvoorbeeld een apotheek: kruiden, theeën en
tincturen waarvan allang bewezen werd dat zij niet werken, liggen
daar uitgestald onder zalvende namen in de vitrine; men koopt er
verdovende en fataal verslavende middelen met ronkende namen die
allerminst genezen; men kan er boeken krijgen met daarin diëten en
voorschriften van wonderdokters en therapeuten van de meest exotische
pluimage. Ook moet men steeds vaker vaststellen dat ziekenbonden
reclame maken met een terugbetalingspolitiek inzake geneeswijzen die
door de klassieke wetenschap allang corrupt werden verklaard: deze
geneeswijzen dringen zich naar het voorplan middels reclame naar het
voorbeeld van het bijzonder succesrijke Coca-Colabedrijf en in een
mum van tijd weten zij eerst de consumenten te betoveren en daarna
ook de apothekers die er immers winst uitslaan, de
ziekteverzekeringsbedrijven die aan terugbetaling doen en naar de
pijpen van hun klanten moeten dansen, de artsen idem
dito en prompt ook de
professoren en de vorsers wiens onderzoek immers betaald wordt door
Coca-Cola, Coca-Pharma en noem maar op.
Marcuse
had het bij het rechte eind: wetenschap en techniek zijn in principe
wondere zaken maar besmet met het geld dat symbool staat voor de
hebzucht, wordt ook de zorgbehoevende niet langer geholpen doch
gepluimd; zijn uitgestoken hand om hulp ontvangt helemaal niets
tenzij een brief van de deurwaarder met een dringende aanmaning tot
aflossing van zijn schulden, ja, zijn meubelen staan reeds op de
stoep, hij kan nu de eindeloze stoet gaan vervoegen van de illegale
trekkers die de mist ingaan, zoals alleen nog geschouwd door Kaspar
Hauser in de visioenen welke voorafgingen aan zijn uur van waarheid.
(J.B.,
28 oktober 2023)
|