Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
25-12-2016
Kerst 2016
Kerst 2016
18-12-2016
De nieuwe Kerst en het neo-fascisme
De
nieuwe Kerst en het neo-fascisme
De interne
contradictie van het fascisme ligt in het feit dat deze 'ideologie'
het recht van de (fysiek) sterkste huldigt zodat zij in feite de
ontkenning is van elke ideologie. Ideeën staan immers in functie van
de cultuur, welke de brute natuur met als eerste en belangrijkste
emanatie het principe van het recht van de sterkste dient
ongedaan te maken en te overstijgen. De interne contradictie in het
concept van de 'ideologie van het fascisme' is dezelfde als deze in
het concept van het 'recht van de sterkste' aangezien ook in het
laatst genoemde geval geen sprake kan zijn van rechten waar het
geweld het laatste woord heeft. En zoals het zogenaamde 'recht van de
sterkste' geen plaats heeft in de verzameling van alle mogelijke
rechten, zo ook heeft het fascisme de ideologie van het geweld
geen plaats in de verzameling van alle mogelijke ideologieën.
Bijgevolg
is ook de verheerlijking van het fascisme welke binnen het
culturele domein plaats heeft intern contradictorisch of, eerder
nog, pervers: omdat het geweld niet-cultureel is, is een cultuur die
het geweld verheerlijkt, een ontkenning van zichzelf en waar zij zich
alsnog opdringt en zich middels geweld doorzet, verkracht zij
in feite de cultuur binnen haar eigen ruimte, precies zoals het
immoralisme het ethische binnen haar eigen ruimte verkracht waar het
zichzelf profileert als een geldige strekking binnen de verschillende
opvattingen over moraal. Er bestaat met andere woorden geen enkel
onderscheid tussen goed en kwaad waar het recht van de sterkste
heerst Friedrich Nietzsche sprak in dat verband over het Jenseits
von Gut und Böse en daar is derhalve ook geen ethiek en geen
cultuur mogelijk: de reeds bestaande cultuur waarop het fascisme
parasiteert, is derhalve gedoemd om ten onder te gaan zolang dat
fascisme standhoudt.
Zeer
begrijpelijk is het fascisme vaak onderwerp van spot omdat intern
contradictorische toestanden wezenlijk lachwekkend zijn tenminste
waar men zelf niet als slachtoffer betrokken is of waar die
'onmogelijke' toestand zich voordoet als onecht, als een spel of op
het toneel. Het ballet van Hynkel (Hitler) met zijn ballon-wereldbol
of de pompeuze optocht van de grootheidswaanzinnige Napaloni
(Mussolini) in de satire The great dictator van Charlie
Chaplin garanderen om die reden een tijdloos succes.
Tegelijk is
de belachelijkheid van het fascisme ook de reden waarom dergelijke
regimes er als de kippen bij zijn om de persvrijheid aan banden te
leggen: als de leugen paradeert en derhalve de hilariteit wekt bij
elkeen afzonderlijk, terwijl het alsnog streng verboden is dit
authentieke gevoel te communiceren, wordt er effectief helemaal niet
gelachen en zolang er niet gelachen wordt, kan men het regime er ook
niet openlijk op betrappen dat het belachelijk is. De hierachter
liggende psychosociale wet bekend van De nieuwe kleren van de
keizer (1) schuilt
overigens ook achter de omerta of de zwijgplicht opgelegd door de
maffia en zij wordt eveneens benut binnen de kerk onder
kloosterlingen of onder andere verdrukten, zoals bijvoorbeeld de
geschiedenissen van in kloosters verstopte ongehuwde moeders dat
laten zien. Zolang er niet gesproken wordt over het kwaad, lijkt het
wel alsof het helemaal niet bestaat en situeert zijn bestaan zich ook
wezenlijk in een schemerzone (van weliswaar veel reële
ellende) omdat pas het woord de dingen in het bewustzijn brengt en ze
zo in het bestaan naar binnen loodst. In dat verband spreekt Martin
Heidegger over de waarheid als onverborgenheid ( aletheia)
inzake het aan het licht brengen ervan een (filosofische)
activiteit, bedreven met de taal en dus in de communicatie, welke
reeds werd beoefend door Socrates die in 399 vóór Christus voor het
spreken van de waarheid betaalde met zijn eigen leven. De waarheid,
aldus Socrates, dient (met de juiste vragen) uit de menselijke ziel
opgedolven te worden door de vroedvrouw van de filosofie die zodoende
een verloskunst is: de filosofie helpt de waarheid geboren te worden.
Verhinderen dat de waarheid aan het licht komt en met repressie de
wereld onderduwen in het moeras van donkere onbewustheid en ellende,
is wat fascistische regimes gedoemd zijn te doen omdat zij bestaan
bij de gratie van de leugen, waarvan de enige kracht deze is van het
geweld. De waarheid komt immers net zoals het leven vanzelf aan het
licht zodat de leugen enkel met geweld (en dan nog slechts zeer
tijdelijk) kan regeren.
Vandaag is
de wereld beland in een tijdperk waarin overal neofascistische
regimes de kop opsteken, ook op het Europese continent dat nog louter
lippendienst bewijst aan de democratie en de mensenrechten in een
volgende fase zal ook die lippendienst wegvallen. Redenen en
argumenten zijn niet langer van tel, zelfs niet wanneer zij onder een
consensus van de regeringen van principieel alle landen ter wereld
werden omgesmeed tot wetten; wetten en mensenrechten worden zonder
kritiek genegeerd en zij die om hun rechten bedelen worden, net zoals
ten tijde van de concentratiekampen en de goelags, vergast op het
geweld van prikkeldraad. Is er soms onder u een vader die aan zijn
zoon een steen zal geven, als deze hem om brood vraagt?, zo vraagt
Jezus aan zijn leerlingen, maar het antwoord op deze oratorische
vraag blijkt helaas niet langer vanzelfsprekend. (2)
Zeer
beangstigend is de kentering die zich voordoet in het noordelijke
gedeelte van de zogenaamde 'nieuwe wereld': in de geestesloosheid van
het per definitie door geen enkel beginsel meer gedragen populisme,
verklaart de aanstaande president van de Verenigde Staten dat het
land zich in de toekomst niet meer zal bemoeien met wat er in andere
streken gaande is. Fascisten alom ter wereld krijgen van deze
grootmacht aldus vrij spel om hun gang te gaan en mensen van wie de
rechten worden geschonden, worden overgelaten aan hun lot door
volkeren die er nochtans prat op gaan de idealen van vrijheid en
broederlijkheid menselijke universaliteit hoog in het vaandel
te voeren. Making America great again, namelijk door de
idealen die de grootheid van het land uitmaken te gaan loochenen? Het
lijkt wel een grap maar het is ook aan de vooravond van deze Kerstmis
die wereldwijd de heilige familie op de vlucht herdenkt,
helaas de bittere realiteit.
(Jan
Bauwens, 18 december 2016)
Verwijzingen:
(1) De
nieuwe kleren van de keizer is een sprookje van Hans Christian
Andersen.
(2)
Context: In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Stel dat
iemand van u een vriend heeft. Midden in de nacht gaat hij naar hem
toe en zegt: Vriend, leen mij drie broden, want een vriend van mij is
van een reis bij mij aangekomen en ik heb niets om hem voor te
zetten. Zou die ander van binnen uit dan antwoorden: Val me niet
lastig; de deur is al op slot en mijn kinderen en ik liggen in bed;
ik kan niet opstaan om het u te geven? Ik zeg u, als hij al niet
opstaat en het hem geeft omdat hij zijn vriend is, zal hij toch
opstaan en hem geven al wat hij nodig heeft, om zijn onbescheiden
aandringen. Tot u zeg Ik hetzelfde: Vraagt en u zal gegeven worden;
zoekt en gij zult vinden; klopt en er zal worden opengedaan. Want al
wie vraagt verkrijgt; wie zoekt vindt; en voor wie klopt doet men
open. Is er soms onder u een vader die aan zijn zoon een steen zal
geven, als deze hem om brood vraagt? Of als hij om vis vraagt zal hij
hem toch in plaats van vis geen slang geven? Of als hij een ei vraagt
zal hij hem toch geen schorpioen geven? Als gij dus ofschoon ge
slecht zijt goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te
meer zal dan uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem
erom vragen. (Het Evangelie volgens Lucas: 11,5-13)
10-12-2016
De trias politica of de dictatuur
De
trias politica of de
dictatuur
In een
reactie tegen de onbeperkte macht van de vorsten, formuleerde de
Franse Verlichtingsfilosoof Montesquieu (1689-1755) het principe van
de scheiding der machten: de wetgevende, de uitvoerende en de
rechterlijke macht moeten elkaar bewaken om een afglijding naar de
dictatuur onmogelijk te maken en het principe drong door na de Franse
revolutie van 1789.
Volgens
Montesquieu nam het despotisme toe niet door de macht van de
adel, zoals men geneigd kon zijn te denken, maar net andersom
ingevolge haar tanende macht: de adel beschermt namelijk het volk
door de handhaving van edele principes maar onder de toenemende
invloed van de handelaren, verdwenen die principes en moest alles
wijken voor de macht van het geld. In zijn Perzische brieven (
een satire uit 1721 op de Franse staat via de commentaren van twee
Perzen op bezoek in Europa NB: de Perzen woonden samen met nog
andere volkeren zoals de Meden voornamelijk in het huidige Iran)noemt Montesquieu de monarchie wegens haar absolutistisch karakter
een 'fataal wapen'. In Over de geest van de wetten (De
l'Esprit des Lois) uit 1774 werkt hij dit uit en keert hij zich
tegen slavernij en tirannie.
Het huidige
tijdperk vertoont een opvallende gelijkenis met dat van de absolute
vorsten van Versailles, waarvan de zonnekoning het toonbeeld is en
het doet ook denken aan het despotisme van de waanzinnige keizer
Nero. In de beide historische gevallen gaat het in wezen om de
zelfvergoddelijking van de mens, welke paradoxaal genoeg getuigt van
zijn tegendeel, met name het morele verval of de verdierlijking.
Kenmerkend voor het morele verval is het totaal verdwijnen van de
waarden en van alle kwaliteiten, zodat uiteindelijk alleen nog de
lege kwantiteit rest, welke het best verbeeld wordt in het boven
alles aanbeden geld. Het geld is god, de religie is de onverzadigbare
hebzucht een verslaving en de mens is voortaan wat hij bezit,
wat wil zeggen dat hij gereduceerd werd tot een ding en dan nog een
per definitie altijd onaf ding precies omdat hij nooit genoeg
heeft. Men is wat men bezit maar dat bezit is nooit groot genoeg en
zo is men altijd het tekort eigen aan de onverzadigbaarheid of de
verslaving. Daarom ook valt men niet zozeer samen met wat men heeft
maar veeleer met wat men zal blijven missen, namelijk 'alles', en zo
is de mens die god wil zijn, uiteindelijk de zielige slaaf van een
onverzadigbare grootheidswaan. Waar hier in het westen de voorgaande
generaties die de oorlog hebben beleefd, nog de deugd van de
tevredenheid hoog in het vaandel voerden, zweren hun kinderen en hun
kleinkinderen met nog veel meer vuur bij de ontevredenheid als
hoogste deugd, want men gelooft dat de kiemen van de vooruitgang
liggen in de strijd om altijd meer en beter. Altijd meer en beter dan
de anderen, meer bepaald, wat betekent dat de concurrentie de
plaats heeft ingenomen van de samenwerking. De medemens heeft zich
getransformeerd van compagnon tot tegenstrever of van vriend tot
vijand en zo ook heeft nog voor het verdwijnen van de laatste
getuigen de vrede opnieuw plaats gemaakt voor de oorlog.
De oorlog:
Hitler is terug, de despoot, de megalomaan die de blinde heers- en
hebzucht van de afgestompte massamens verbeeldt. De massamens is
afgestompt, blasé, door overdadig genot ongevoelig geworden. De
massamens is niet het groepsdier, dat immers nog empathisch reageert:
de massamens mist elke empathie, hij is de exponent van de
psychopaat. Waar in de jaren onmiddellijk na de jongste wereldoorlog
de Verenigde Naties het roerend eens waren dat men aan mensen die hun
land moeten ontvluchten, asiel verschuldigd is, onderdak, bescherming
en hulp, gelooft de nieuwe generatie, de generatie der onwetenden,
dat zij rechtmatig handelt als zij aan hen die smeken om een brood,
een steen geeft. Het geloof in het principe van de liefde en in de
vermenigvuldiging van de broden en de vissen, is ver zoek en heeft
plaats geruimd voor de vermenigvuldiging van het geweld door het
principe van de wraak. In de met vrees en haat beladen uitlatingen
van door een blinde massa verkozen beleidslieden, toont zich de
lelijkheid van onwetendheid, luiheid en lafheid die voor misdadigers
kenmerkend is: zij beroven, verkrachten, mishandelen en vermoorden in
de regel niet hun meerderen of hun gelijken doch wie zwakker zijn dan
zijzelf. Alleen het recht en de rechtspraak staan hen nog in de weg,
het liefst willen zij zichzelf beoordelen, zoals ook Lodewijk XIV dat
deed en Nero: zij vonden van zichzelf dat zij grote dichters,
kunstenaars en geleerden waren, dat zij de waarheid in pacht hadden
en dat zij geen rechters nodig hadden, dat zij hun eigen rechters
hoorden te zijn, precies zoals de despoten van voorheen. Naar de hel
met Montesquieu, zo scanderen zij: naar de hel met de scheiding der
machten, en aan ons de absolute willekeur! Naar de hel met de
asielzoekers en de sukkelaars! En reeds zijn ze terug, de
concentratiekampen van Adolf Hitler, de prikkeldraad, de muren, de
honger, de ziekten en de massagraven. Maar hoe kan het ook anders in
het tijdperk van het gouden kalf?
Hermaakte mensen: een gevolg van onverdraagzaamheid. Over de waanzin van de 'maakbare mens'
Hermaakte
mensen: een gevolg van onverdraagzaamheid
Over
de waanzin van de 'maakbare mens'
Stel eens dat nieuwe
bouwnormen eisen dat alle gebouwen en voorwerpen dienen gemaakt te
worden op maat van mensen met een gemiddelde lichaamslengte, wat hier
ten lande zowat 175 cm zal zijn (*) en stel dat uitzonderingen niet
geduld worden. Een probleem rijst dan voor kabouters en voor reuzen
een probleem dat op het eerste gezicht niet zo enorm lijkt (kabouters
lopen met gemak onder deuropeningen van 175 cm door) maar dat bij
nader toezien het leven van een aantal mensen bijzonder lastig maakt.
Want niet alleen het
deurportaal vereist dat reuzen zich moeten bukken: ook de hoogte van
de zolderingen, niet alleen in openbare gebouwen maar ook in de eigen
woonst, moet aan die bouwnormen voldoen en een persoon met een
lichaamslengte van 200 cm moet zodoende ook overal gebukt lopen. De
ene leert wat door de knieën gebogen te stappen, een ander kromt
zijn rug, een derde combineert die beide compensaties. Moeite hebben
reuzen ook om plaats te nemen op stoelen achter tafels die alleen
voor normale mensen passen of in auto's, trams, vliegtuigen en
bussen.
Het is makkelijk te
voorspellen: ten gevolge van die intolerante doch strenge bouwnormen
zouden bepaalde mensen zodanig lijden dat ze er misschien wel zouden
gaan aan denken om aan hun lichaamslengte te laten sleutelen.
Langdurige en pijnlijke operaties dus en zonder garantie op succes,
maar lukt het wél en is een min of meer normale lengte het gevolg,
dan blijft men voortaan gespaard van de hel die het ongepast-zijn
meebrengt in een wereld die abnormaliteit zo bitter hard bestraft.
Zoals elkeen die over
een heel klein beetje gezond verstand beschikt, zal opmerken, had wat
meer verdraagzaamheid en soepelheid inzake bouwnormen, de ellende van
die pijnlijke operaties met ook nog eens de onvermijdelijke
verminkingen, kunnen voorkomen. Het is de primitieve idiotie van het
aloude hokjesdenken welke mensen dwingt zich in vooraf ontworpen
vakjes te gaan wurmen: de vakjes zijn er niet voor de mens maar de
mens is er voor de vakjes; de vakjes moeten niet passen rond de mens
maar de mens moet passen in de vakjes; de vakjes zijn niet te klein
voor de mens maar de mens is te groot voor de vakjes en past men niet
in een vakje dan dient niet het vakje doch de mens te worden
veranderd ziedaar een gedaante van de aloude middel-doelomkering
die niet alleen rampzalig is voor mens en natuur maar die zich
bovendien wil voordoen als vooruitgang, bevrijding en emancipatie!
Nieuwe wetenschappelijke
ontwikkelingen maken het vandaag mogelijk dat mannen worden omgebouwd
tot vrouwen en omgekeerd. Maar dat zijzelf die willen omgebouwd
worden nu vragen om (enkele van) de ooit vereiste onomkeerbare
operatieve ingrepen achterwege te mogen laten, brengt een waanzin en
een enorme vergissing aan het licht. Deze wens, welke nu ook wordt
ingewilligd door de wetgever, (**) toont namelijk aan dat niet zozeer
het fysieke man- of vrouw-zijn de oorzaak is van het persoonlijke
leed van wie zich niet in het eigen lichaam thuis voelen maar wel de
perceptie van hun ambivalente fysieke verschijning bij derden... in
een maatschappij die van mensen eist dat ze hetzij man hetzij vrouw
zijn en niets daartussen of daarvan verschillend!
Met de nieuwe wetten
lijkt de categorie van de transgenders in zekere zin overigens een
beetje meer naar die van de travestieten over te hellen en travestie
heeft in de eerste plaats met rolmodellen te maken: het volstaat daar
om van naam en van kleren te wisselen teneinde de rol te krijgen van
een personage waarin men zich beter voelt.
Maakt de man de mens
zoals de kleren de man maken (en zo ook de vrouw) of moet men veeleer
het aloude essentialisme aanhangen en de buitenkant bestempelen als
niet wezenlijk voor het zijn? De wetenschap neigt er vandaag alvast
toe het eerste voor waar aan te nemen: men zegt steeds vaker dat de
(uiterlijke) komedie vooraf gaat aan de innerlijkheid en dat de ziel
een product is van sociale interactie. Vooral acteurs en
gedragspsychologen hangen deze mening aan daar zij ondervinden dat
het uitlokken van de lach, mensen opvrolijkt terwijl het uiten van
jammerklachten ons bedroeft. De ziel is maakbaar, zo zeggen zij: onze
literatuur, muziek en andere kunsten bepalen haar inhoud. Ook
schoonheidsspecialisten en mensen uit de modewereld weten dat we ons
inderdaad ook beter voelen als we er goed uitzien.
Maar uiteraard is die
menig even kortzichtig als de essentialistische: het staat weliswaar
vast dat tranen verdrietig maken en dat het lachen opvrolijkt, maar
dit verschijnsel zegt helemaal niets over de maakbaarheid van onze
ziel, het werpt slechts licht op het feit dat de uitingen van onze
gevoelens in functie staan van de overdracht ervan op derden. Als we
triest zijn, moeten we huilen teneinde anderen over onze specifieke
gemoedstoestand te kunnen informeren op een manier die onmiddellijk
hun empathie uitlokt; zij nemen onze mimiek over en voelen dan wat
ook wij voelen omdat met een specifiek innerlijk gevoel ook een
specifieke mimiek overeenkomt. Het gaat dus om een
tweerichtingsverkeer dat door onze communicatie vereist wordt. En
iets gelijkaardigs zal ook wel spelen inzake de problematiek van de
genderidentiteit wat de zaak er niet makkelijker op maakt.
Alvast staat als een
paal boven water dat de nu snelle wetsaanpassingen voor
geslachtsverandering niet zozeer getuigen van een toegenomen
tolerantie inzake onze menselijke diversiteit of voor een toename van
de menselijke autonomie ingevolge de wetenschappelijke vooruitgang.
Als men bedenkt dat mensen aan zichzelf gaan sleutelen omdat de
maatschappij van hen eist dat ze man of vrouw zijn en niets
daartussen, dan wil zulks zeggen dat onze maatschappij intolerant is,
zelfs zodanig intolerant dat zij mensen ertoe dwingt om een door de
natuur gemaakt lichaam om te bouwen volgens de modellen waarvan
zijzelf de architect is, zijnde de enge categorieën van man en
vrouw.
Het mag worden gezegd
dat met deze vormen van hoogheidswaanzin de staat steeds vaker de
kerk naar de troon steekt.
Wanneer
dictatoriale regeringsvormen in een staat naar binnen sluipen, zijn
de eerste tekenen hiervan vaak te vinden in zich als mededelingen
verkappende bevelschriften. De burgers worden aangesproken door een
overheid die verklaart het goed te menen met de bevolking, terwijl de
regering in feite elke mogelijkheid op het in vraag stellen van haar
(al dan niet expliciet medegedeelde) beslissingen en bevelen a
priori onmogelijk maakt en zij doet dat middels het inbouwen van
een dreiging met sancties die de onderdanen om het zo te zeggen tot
een quasi blinde gehoorzaamheid aanmaant.
Een brief
is een schriftelijke mededeling van een persoon de afzender,
namelijk de persoon die de brief geschreven heeft aan een ander
de geadresseerde, zijnde de persoon van wie verwacht wordt dat hij de
brief zal lezen, maar als de geadresseerde ontbreekt, kan er geen
sprake zijn van een brief omdat er dan geen sprake kan zijn van een
mededeling aangezien diegene aan wie de mededeling gedaan wordt,
ontbreekt. (°) Pamfletten verkeren in dat geval en zij worden
gelezen door degenen op wiens territorium de wind hen blaast
tenminste indien de strooibrieven de nieuwsgierigheid van hun vinders
kunnen wekken. Meer hedendaagse verschijningsvormen van dergelijke
'mededelingen' zijn radio, televisie, internet en nog andere
gedaanten van wat in wezen louter 'reclame' is wat overigens
'omroep' betekent en het gaat daar nota bene om een niet
officiële en derhalve tot niets verplichtende 'belleman'. Maar
reclame, televisie en via deze kanalen ook allerhande mededelingen,
tegelijk aan iedereen en aan niemand, zijn alles behalve onschuldig
en blijven helemaal niet zonder invloed.
Brieven en
mededelingen zonder geadresseerde, zijn geen mededelingen maar dat
zijn ze evenmin indien de naam van de afzender ontbreekt, er
is dan immers geen persoon die de mededeling doet terwijl
mededelingen zichzelf niet kunnen doen, zij worden per definitie
gedaan door personen. Brieven waaraan de naam van de afzender
ontbreekt, noemt men ook wel anonieme brieven: het zijn vaak
dreigbrieven, waarbij diegene die zijn bestemmeling voor schut zet,
zichzelf verbergt; de bestemmeling moet veronderstellen dat de
afzender bestaat aangezien er een mededeling wordt gesuggereerd, maar
hij kan hem niet ter verantwoording roepen omdat zijn naam ontbreekt
en hij is derhalve het slachtoffer van geweld.
De
convocatie welke het wezen is van de intermenselijke communicatie
ontbreekt eveneens in 'mededelingen' waarbij de afzender zich
verschuilt achter de naam van een groep of een bende, zoals de
bende van Jan De Lichte, of ISIS, maar het kan ook gaan om een
officiële instantie. In dat laatste geval is er helemaal niets aan
de hand waar de instantie haar mededeling doet via een van haar
vertegenwoordigers, die zich zodoende borg stelt voor de mededeling
en voor haar inhoud en tot wie men zich kan richten om de mededeling
te beantwoorden per definitie persoonlijk omdat een onbeklede
functie niet functioneert en er derhalve geen is. Ontbreekt echter de
vertegenwoordiger, dan gebiedt het beginsel van de voorzichtigheid de
bestemmeling om geen acht te slaan op de 'brief' omdat hij de
authenticiteit ervan niet kan achterhalen, hij kent immers de naam
van de briefschrijver niet en niemand heeft zich voor de mededeling
borg gesteld.
Vergelijkbaar
met anonieme mededelingen en met mededelingen door een groep zonder
persoonlijke vertegenwoordiger, zijn de mededelingen die uitgaan van
een groep zonder een vaste vertegenwoordiging. Het gaat dan om
een groep die weliswaar vertegenwoordigd wordt maar dan wel door
steeds wisselende individuen. Het effect daarvan is dat de
aansprakelijkheid of de verantwoordelijkheid van de groep aldus
verdeeld wordt over verschillende, wisselende individuen en daardoor
in feite zeer sterk gereduceerd wordt of zelfs geheel de mist ingaat.
Men kan iemand van de vertegenwoordigers ter verantwoording roepen,
maar die kan op zijn beurt de verantwoordelijkheid doorschuiven naar
een ander en uiteindelijk is er niemand die effectief de
verantwoordelijkheid neemt, zodat het antwoord op de vraag die men
stelt, wegblijft: The answer is blowing in the wind. Een
individu dat door een bende lastiggevallen wordt, nu eens door het
ene bendelid, dan door een ander, vervolgens door weer en ander, en
zo voort, vanuit steeds wisselende en onverwachte hoeken, kan zich
niet verdedigen en geraakt op de lange duur uitgeput. Dat is
bijvoorbeeld het geval waar iemand herhaaldelijke plagerijen of
verwijten moet aanhoren van steeds wisselende onbekenden: hun gedrag
getuigt ervan dat de plagerijen uitgaan van een gecoördineerde groep
en dat ze gepland zijn, maar het slachtoffer weet niet tot wie zich
te richten, mogelijkerwijze krijgt hij het brein van de bende zelf
nooit te zien. Verdeelde verantwoordelijkheid of
onverantwoordelijkheid is er ook waar beslissingen het resultaat zijn
van een stemming, ook als deze wordt voorafgegaan door discussies met
redelijke argumenten, omdat die redelijkheid een kwaliteit
geheel wordt teniet gedaan door de uitkomst van de stemming welke nog
louter een getal is een kwantiteit en zo bevat elke
democratie die zich nochtans zozeer beroept op redelijkheid en
overleg, in zich de kiemen van de volstrekte redeloosheid van het
toeval en van het recht van de sterkste.
Stelt
niemand zich persoonlijk borg voor de mededeling of de brief, dan
gaat het niet om een mededeling. Suggereert de 'brief' alsnog dat de
afzender bestaat, zij het verborgen achter bijvoorbeeld een zekere
(al dan niet officiële) instantie, dan gaat het ook hier niet om een
mededeling maar bijvoorbeeld wel om een bevel. De zaak is nu
dat in een wereld van steeds meer gesofisticeerd bedrog, heel wat
bevelen zich op een bijzonder verraderlijke manier verkappen als
mededelingen en zo ook verkapt zich de dictatuur in de democratie.
Nu kan een
bevel enkel nog beantwoord worden met een daad. Een bevel
wordt al dan niet opgevolgd. Gaat het bevel uit van een machtige
instantie en wordt het opgevolgd, dan handelt diegene die het bevel
uitvoert, onder dwang; hij handelt immers niet zelf want door het
bevel uit te voeren, geeft hij zijn eigen wil op, depersonaliseert
hij zichzelf en wordt hij een gewillig of willoos instrument van
degene die hem beveelt. Weigert hij daarentegen om zijn
persoonlijkheid op te geven, dan dient hij te weerstaan aan het bevel
en betaalt hij daarvoor met het gedwongen ondergaan van een sanctie
of dus met de prijs van (een stuk van) zijn vrijheid. Maar het is
duidelijk dat in een dergelijke communicatie tussen partijen met
onderlinge machtsverschillen, niet langer sprake kan zijn van
intermenselijke communicatie: hier is het recht van de sterkste aan
de orde, de dictatuur, de dwingelandij, de volstrekte onvrijheid,
waarbij onze daden niet langer bepaald worden door inzicht en
redelijkheid maar door dwang.
Voorbeelden
van verkapte dwingelandij vindt men vandaag in heel wat communicaties
van de regering aan het volk. Zeer uitgesproken
misdadig is het onder druk zetten van minder weerbare sectoren van de
bevolking om 'vrijwillig' afstand te doen van bepaalde rechten. Zo
worden minder mondige mensen ertoe aangezet om vormen van arbeid te
aanvaarden buiten het normale circuit dat de toekenning van allerlei
rechten moet garanderen. Via de zogenaamde 'werkwinkel' vraagt de
regering aan werkzoekenden om in ruil voor de uitkering die zij
genieten, iets voor de gemeenschap terug te doen en aldus een nepjob
te aanvaarden, die neerkomt op een werkzaamheid welke niet strookt
met de vrije keuze, de capaciteiten en de opleiding van de
werkzoekende (zoals door de Universele Verklaring van de Rechten van
de Mens wordt vereist) en waarbij aan het minimumloon en aan de
andere sociale rechten al helemaal niet meer gedacht wordt. De
regering die verantwoordelijk is voor het voorzien van voldoende
arbeid aan de bevolking de belastingbetaler onderhoudt de
werknemers van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en die zich
van deze taak niet kwijt ingevolge een onkunde welke onvermijdelijk
resulteert uit de algemene vriendjespolitiek, schuift de schuld voor
de werkloosheid in de schoenen van de burgers alsof het de taak was
van een smid om naast zijn stiel ook nog eens onderlegd te zijn in
allerlei marketing-taken, in briefschrijverij en in boekhouding, want
hij dient ook nog eens een boekhouding aan te leggen van de
inspanningen die hij levert om aan werk te komen nadat een onbekwame
regering ervoor gezorgd heeft dat hij zijn producten niet meer aan de
straatstenen kwijt kan. Boekhoudkundige, literaire en marketing-taken
behoren helemaal niet tot het werk van de smid, het zijn plichten van
de overheid jegens de burgers: de smid moet
kunnen smeden, de leraar moet kunnen lesgeven en de verpleger moet
kunnen verplegen maar het scheppen van de mogelijkheden tot het
uitoefenen van het beroep behoort tot de taken van de overheid en
waar zij aan deze plichten verzaakt, pleegt die overheid broodroof op
het volk. Het is erger dan pervers wanneer een regering het
volk niet alleen broodrooft maar het bovendien ook nog eens bestraft
nadat zij het eerst tot slachtoffer heeft gemaakt van aan haar
corruptie. (°°)
Waar de
overheid zich tot werklozen richt met zogenaamde werkwinkels,
camoufleert zij in wezen de invoering van het kastenstelsel in het
westen van de eenentwintigste eeuw, wat neerkomt op de terugkeer van
de slavernij.
(°)
Dergelijke mededelingen worden evenwel als zodanig getolereerd in de
geheel onschuldige vorm van het gebed, waarbij zij gericht zijn aan
een persoon wiens bestaan afhankelijk is van het geloof van zijn
aanspreker tenminste indien het gaat om een communicatie binnen
de context van een (erkende) religie [in de praktijken omtrent de
(joodse) klaagmuur of in allerlei gebedsvormen] omdat wie zich
richten tot niet erkende onzichtbare personen, dreigen als
krankzinnig te worden bestempeld.
(°°)
Wanneer in een geschrift dat zich presenteert als een brief terwijl
het in feite een pamflet is omdat de naam van de afzender ontbreekt,
de anonieme veronderstelde briefschrijver aan de geadresseerde
vertelt dat hij hem aanschrijft met de bedoeling om hem een brief te
leren schrijven bijvoorbeeld een sollicitatiebrief zou men al
bijzonder naïef moeten zijn om een dergelijk geschrift ernstig te
nemen. Gaat het bovendien om een geschrift dat zich voordoet als
zijnde afkomstig van een officiële instantie, dan zou het ernstig
nemen van dat geschrift impliceren dat men het mogelijk, ja feitelijk
acht dat de regering zelf geheel onbekwaam is inzake een van haar
belangrijkste functies, met name de communicatie met de burgers.
Edoch, kennelijk worden dergelijke, zich als officiële brieven
presenterende pamfletten, heden ten dage onder de bevolking
verspreid, bijvoorbeeld daar waar zij werklozen op stang jagen door
hen met het dreigement van algehele financiële drooglegging, te
dwingen tot het volgen van, jawel, cursussen waarin zij brieven
sollicitatiebrieven zullen leren schrijven. En ofschoon de
betrokken instanties beweren dat zij voor een geïndividualiseerde
aanpak gaan, sturen zij die brieven niet alleen naar analfabeten maar
evenzeer naar universitair geschoolden en zelfs naar
beroepsschrijvers. Met andere woorden wil
een regering die dergelijke praktijken beoefent, de taak van de
werkvoorziening, welke uiteraard toekomt zoals de naam zelf het
zegt aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en dus aan de
regering, in de schoenen van de werknemers schuiven, precies zoals de
magazijnen de kopers van hun waren steeds vaker opzadelen met de taak
die voordien door betaalde kassiersters werd volbracht.
(°°°)
Tweehonderd jaar geleden, meer bepaald in 1813, en dat is nog vijf
jaar vóór de geboorte van Karl Marx, richtte Napoleon Bonaparte een
solidariteitsfonds op voor invalide mijnwerkers en voor hun
achterblijvende gezinnen. Een verzekering voor gezinnen van zeelieden
volgde in 1844. Dan kwamen de eerste voorbereidselen tot de
oprichting van de vakbonden (het Communistisch Manifest dateert van
1848) en pas een eeuw geleden kregen de eerste sociale wetten in
België vorm, met onder meer de belangrijke wet op de bescherming van
het loon van 1896. Nu, amper honderd jaar oud, dreigt ons sociaal
stelsel op sluikse wijze en mede door een maatschappij die Orwell's
1984
naar de kroon steekt, zonder al te veel verzet en in geen tijd
volledig ondermijnd te worden.
Uitgerekend
in het geboorteland van Marx behoren de minimumlonen dankzij de CDU
van Merkel al tot het verleden: jobs worden steeds vaker toegekend
aan die werknemers die geen looneisen stellen, zodat geleidelijk al
het sociaal beschermde werk muteert in slavenarbeid. Maar ook bij ons
worden de sociale wetten heden feitelijk
afgeschaft.
Enerzijds door het onbestraft laten van onderbetaald werk, verricht
hetzij door illegalen, hetzij in landen waar geen sociale wetten
gelden, maar anderzijds ook en vooral door het onder druk zetten van
werklozen die dan in allerlei nepstatuten worden geperst.
Werkzoekenden worden een eerste keer gestraft waar zij van een
falende regering geen werk krijgen aangeboden, een tweede keer waar
diezelfde regering hen onder druk zet om feitelijk ongeacht welk werk
te aanvaarden tegen vergoedingen die het wettelijke minimumloon niet
eens benaderen. Het PWA of de zogenaamde werkwinkel is hiervan een
schoolvoorbeeld. Deze instelling zwaait naar de 'werknemers' toe met
de welluidende terminologie van het "maatschappelijk
engagement", terwijl alle participanten aan dit verraderlijke
systeem zich de
facto aansluiten
bij de actieve ondermijning van het sociale zekerheidsstelsel op
dezelfde manier waarop illegalen dit doen of werkgevers die
produceren in wetteloze streken.
De
huidige macht toont haar dictatoriaal, fascistisch en totalitair
karakter vooral in haar onduldzaamheid jegens kritiek, oppositie of
tegenkanting, alsook in de achterbakse manier waarop zij zichzelf
bestendigt en uitbreidt. Voor de slechte verstaander: het gaat hier
om de macht van het volstrekt anonieme geld dat zich voor haar
blinde, onmenselijke en ontmenselijkende bewegingen helemaal niet
verantwoordt en daartoe ook niet gedwongen kan worden. Het is die
macht van de banken die ons Europa door de strot ramde met de
bedoeling dat deze dictatuur van onverkozen ambtenaren zou fungeren
als haar feilloze verzekeringsmaatschappij. Immers, banken halen hun
winst uit leningen die corrupte politici in de naam der burgers bij
hen aangaan en wanneer een land naar het failliet afglijdt en de
banken dreigen te zullen moeten fluiten naar hun centen, worden de
'solidaire' buurlanden aangesproken om de tekorten bij te passen. Het
rad dat de Europeanen vandaag voor de ogen wordt gedraaid, verkapt
slechts die ongebreidelde roof van rijk op arm.
In
Griekenland protesteerde Papandreou tegen deze vreselijke
volksverlakkerij en hij werd prompt vervangen door gewezen
bankdirecteur Papadimos. Hier ten lande riep ABVV-voorzitter Rudy De
Leeuw op tot staking en hij werd door de kennelijk in het gareel van
het gouden kalf lopende media publiekelijk aangevallen en hoe dan ook
besmeurd zonder dat daartoe ook maar enige wettige grond bestond. Dit
alles is uiteraard pas mogelijk door een grondige verdraaiing van de
feiten in de beeldvorming van de huidige media, die ooit "de
vierde macht" werd genoemd een macht met name naast de
wetgevende, de rechterlijke en de uitvoerende. Vandaag controleert
het systeem niet alleen de media (en dat was heus niet alleen in het
voormalige Italië van Berlusconi het geval) maar bovendien bewijzen
de dagelijkse schandalen onder politici dat van het principe van
Montesquieu de driedeling der machten in de praktijk niet
veel meer overschiet.
Journalisten
en mediafiguren die hun boekje te buiten gaan, worden afgezet, en
sinds de affaire rond Tsjernobyl in 1986, toen weerman Armand Pien
door Miet Smet gedwongen werd te liegen over de radio-actieve
neerslag over ons land, weten we ook voor eens en voor altijd dat
onze media leugens verkondigen onder politieke druk. De professionele
selectie van bekwame lui via het mechanisme van de hogere studies
wordt stelselmatig opzij geschoven en vervangen door de zich
opdringende willekeur van politieke benoemingen, zodat geschoolde lui
kunnen vervangen worden door meegaande marionetten. Om bij het
onschuldige onderwerp van het weer te blijven: in de winter van 2012
verkondigden een aantal weermannen voor miljoenen televisiekijkers
dat het zeventig jaar geleden was dat het in februari nog zo hard
vroor, waaruit men met kritisch observator Dirk Biddeloo in de Gazet
van Antwerpen kan besluiten dat ze ofwel de winter van 1956 over het
hoofd zagen, ofwel niet eens meer kunnen tellen. En als Het Laatste
Nieuws vertelt aan zijn lezers dat de mensen hun vakbonden de rug
hebben toegekeerd, gaan ze het op de koop toe geloven en sluiten zij
zich alras bij de fictieve vakbondslozen aan, zodat middels dit
louter psychologische trucje dat zinspeelt op de massahysterie, de
vakbonden effectief worden geraakt. Ja, zo redeloos werkt macht, zo
makkelijk laten wij ons in de doeken doen.
En
nu ook echt de honger in Europa intreedt en de Grieken met steeds
grimmiger massa's door de straten spoken van dit zopas nog cultureel
zo hoog verheven land van Hellas de bakermat onzer beschaving!
zal het er ook hier niet makkelijker op worden. In een land dat niet
zo lang geleden de pilaren van de aula van een universiteit door
zogenaamde kunstenaars heeft laten behangen met plakjes ham, wordt er
om honger ten hemel geschreeuwd, zo wil het nu eenmaal de wet van de
hubris.
(*) Ja, nu ligt hij in al zijn glorie uitgerold, de rode loper, voor
de intrede der slavernij. (J.B.,
17 februari 2012) Noten:
(*) Zie bijvoorbeeld Kris Vansteenbrugge, Uit
het schuim van de zee. De Griekse Mythologie in 136 verhalen:
http://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=1188773
.
22-11-2016
Het klimaat: 10 jaar van leugens
Het klimaat: 10 jaar van leugens
Het klimaat: 10 jaar van leugens
Over de klimaatsverandering
Niets is zo onvoorspelbaar als het weer. Als het in Frankrijk regent, en de wind waait uit het Zuid-Westen, dan is het waarschijnlijk dat de buien na een poos ook boven België hangen. Ziedaar de wetenschappelijke basis voor de weersvoorspelling. Het volstaat echter dat plotseling de wind gaat liggen, ofwel van richting verandert, opdat die voorspelling fout zou blijken.
Het weerbericht geeft voorspellingen die een welbepaalde graad van waarschijnlijkheid hebben, maar zekerheid bieden ze nooit. Bovendien kunnen die voorspellingen slechts worden gedaan over een zeer korte termijn. We kunnen met een relatief grote zekerheid iets zeggen over het weer van morgen, en misschien over dat van overmorgen, maar wat er na overmorgen zal gebeuren, is al onzeker, en een voorspelling van vier dagen is zowat de grens van het geloofwaardige. Dat is de waarheid, en zelfs een kind kan dit vaststellen.
Het weer is onvoorspelbaar, omdat de bewegingen in en van de atmosfeer fundamenteel chaotisch zijn. En het weer is niet het enige gebeuren dat onderhevig is aan chaos. Ook de economie deelt in de klappen - denk aan het probleem van de beleggingen en de beurscijfers. En met onze gezondheid is het al eender.
In feite zijn principieel alle mogelijke gebeurtenissen onderhevig aan chaos. Waar wij relatief betrouwbare voorspellingen doen, hebben we dat veeleer te danken aan een zekere inertie in de gebeurtenissen die we bestuderen, dan wel aan een vermeende afwezigheid van chaos.
Chaos, of wanorde, is het oerprincipe van alle dingen. Het woord "Chaos" is van oorsprong Grieks, en stamt uit de Helleense mythologie: Chaos, die aan de oorsprong der tijden die enige werkelijkheid was, vulde het ganse heelal als een ongeordende, dode oermassa. De vraag rijst, hoe uit die chaos dan ooit "orde" kon voortkomen - tenminste: als er orde uit voortgekomen is.
Het antwoord van de Oude Grieken luidt dat er, naast Chaos, nog een andere werkelijkheid was - of is - met name een orde-brengende werkelijkheid, "Eros" genaamd.
Eros wordt getypeerd als een kracht die de chaos bezielt en die aldus de ongeordende, dode oermassa tot leven brengt. Door de inwerking van Eros op de chaos, krijgt het ongeordende ineens structuur of vaste vorm. En de allereerste manifestatie van die vaste vorm was vanzelfsprekend de Aarde. Tegelijk met de aarde ontstond zo de ruimte daarboven - de hemel - en die daaronder - de hel. In het Grieks heten zij: Gaia, Ouranos en Tartaros.
Toeval of niet, maar deze gang van zaken, zoals hij wordt beschreven in de volstrekt onwetenschappelijk geachte mythen, doet denken aan een vormeloze eicel dewelke door een zaadcel wordt bevrucht, en die na de bevruchting structuur, vorm en leven ontvangt. De cel splitst zich eerst in twee, dan in vier, en zo differentieert ze steeds verder, totdat een bijzonder geordend wezen met biljoenen gespecialiseerde lichaamscellen daaruit voortkomt. Ook over die voortdurende differentiatie hebben de Griekse oorsprongsmythen het, maar dat is een onderwerp apart.
Eros, het bezielende of leven brengende principe, is vanzelfsprekend de geest, en we kunnen dat ook heel letterlijk nemen, bijvoorbeeld inzake het klimaat, de economie, de gezondheid, of met betrekking tot alles wat ons van buitenaf tegemoet komt. Alles is chaos, totdat de geest het benadert, analyseert, bestudeert.
Een jong kind is als het ware één met zijn omgeving, het maakt nauwelijks onderscheid tussen zichzelf en de dingen om zich heen, het zwemt als het ware in de wereld rond zoals een vis in het water, en zelfs droom en werkelijkheid worden door het kind nauwelijks onderscheiden.
Hetzelfde geldt in zekere zin ook nog voor heel wat volwassenen die niet participeren aan de cultuur van de geest: zij schrijven natuurverschijnselen toe aan innerlijke zielstoestanden (schuld en boete), ze projecteren hun innerlijk op de buitenwereld en ze haspelen droom (angsten en wensen) en werkelijkheid door elkaar. Pas het vooropstellen van de rede, welke gedragen wordt door de taal, maakt een duidelijk onderscheid tussen het onechte en het ware mogelijk: "De droomwereld is voor elk mens verschillend, maar de rede is voor iedereen dezelfde", zo klinkt een van de meest oorspronkelijke verwoordingen van de Verlichtingsgedachte. Wat iemand beweert, dient principieel (door allen) op zijn waarheidswaarde gecontroleerd te kunnen worden. En dit vormt dan de basis voor het tribunaal, het openbaar overleg, de grondslag van de zogenaamde positieve wetenschappen, die in wezen een zaak van rechtspraak is: rechtspraak inzake het zo kostbare goed van de Waarheid.
Met betrekking nu tot het onderwerp van de zogenaamde klimaatsverandering, kunnen analoge opmerkingen gemaakt worden. Vooreerst dient gezegd dat, met betrekking tot het principieel chaotische klimaat, er enige orde verschijnt op het ogenblik dat mensen het nauwlettend gaan bestuderen: Eros brengt orde, structuur en leven in de chaos. In het weer onderscheiden wij de temperatuur, de windkracht en zijn richting, de luchtvochtigheid, de luchtdruk, en tal van dergelijke zaken meer. Met behulp van de fysica, de geologie, de statistiek en nog andere wetenschappen, worden de genoemde en nog andere begrippen aan elkaar gerelateerd, en er wordt gezocht naar regelmatig terugkerende patronen of wetten, welke het doen van betrouwbare voorspellingen min of meer mogelijk maken.
Maar ook hier geldt dat het onderscheidingsvermogen soms het onderspit moet delven voor een 'restant' van het primitieve, pre-rationele denken dat - zoals alom aantoonbaar - ook volwassenen nog parten kan spelen, en - andermaal zoals de feiten bewijzen - dit primitieve 'restant' kan relatief groot zijn en geleerdheid garandeert geen immuniteit daartegen. Concreet betekent dit, dat de (noodzakelijke) interpretaties van 'feitelijke' gegevens sowieso 'besmet' zijn met de resultaten die wij hetzij vrezen, hetzij wenselijk achten. Met andere woorden: we blijven nillens willens onze gevoelens van schuld en boete, onze angsten en onze verlangens, een te grote rol laten spelen in onze (noodzakelijke) interpretaties van de 'feiten'. Nogmaals: naakte feiten zijn er nooit: de interpretatie ervan is een zaak van "Eros" - de bezieling, of de geest - en zo zal de specifieke kleur van de geest van de betreffende onderzoeker terug te vinden zijn in wat hij uiteindelijk als 'feit' gaat erkennen.
Enkele mooie, want extreme voorbeelden vindt men in de interpretaties van de (al dan niet vermeende) klimaatsverandering bij fundamentalistische aanhangers van bepaalde religies. Sinds jaar en dag zien zij in de zogenaamde veranderingen van de natuur duidelijke tekenen dat "het Einde" nadert. Ook de economie, de wetenschappelijke ontwikkeling, de politiek, de ethiek en zo meer ontsnappen niet aan de specifieke 'kleuren' welke zij aan hun interpretaties toevoegen. En zij kunnen het niet laten om hun interpretaties op die welbepaalde manier te kleuren, omdat er nu eenmaal geen 'feiten' kunnen bestaan dan via de ordenende werking van Eros - de geest: de geest geeft betekenis aan wat aanvankelijk chaotisch is, en de specifieke 'kleur' van de geest zal altijd in de betekenisgeving, en dus ook in de (nooit naakte) 'feiten' terug te vinden zijn.
Maar niet alleen religies kunnen fundamentalistisch zijn: alle overtuigingen en geloofssystemen - religieus of niet - kennen dat gevaar, en nog vaker onderkennen ze het niet. De 'New-Age'-beweging is een voorbeeld van een niet klassiek religieus geloofssysteem. Niettemin deze naam een veel te bonte lading dekt om zomaar eenduidig omschrijfbaar te zijn, kan hij als voorbeeld dienen. Een ander voorbeeld is dat van het fysicalisme - een uitloper van het materialisme dat, op een scheve en schotse manier, enkele zaken uit de gezaghebbende positieve wetenschappen te baat heeft genomen om zichzelf mee te tooien: niettemin het er heel wetenschappelijk uitziet, is het sciëntisme een 'ordinair' geloofssysteem zoals een ander, en ook niets meer of niets minder dan dat. In feite zijn de mogelijke geloofssystemen die een rol spelen in het interpreteren van 'feiten' - en men moet eigenlijk zeggen dat zij onmisbaar zijn op straffe van het wegblijven van 'feiten' en van het zich doorzetten van de chaos - ontelbaar in aantal.
Bekend zijn echter alleen die geloofssystemen die zich hebben weten te handhaven door zich te verweven met de heersende machten - denk aan het katholicisme, het kapitalisme, de islam, het jodendom, het vooruitgangsgeloof, allerlei vormen van doemdenken, het geloof in "Moeder Aarde", en zo voort. Zij zijn - in bepaalde tijdsperioden en in bepaalde streken - dominant en daardoor is de kleur die ze aan de 'feiten' hebben gegeven, zo goed als onzichtbaar geworden: hun interpretaties gelden bijgevolg als "vanzelfsprekend". Onterecht, zo kan men opmerken, maar wat is onrecht als geen mens, en zelfs niet de slachtoffers daarvan, er tegen protesteren? De kwestie is geen sinecure.
Maar keren we nu terug naar het probleem van de zogenaamde "klimaatsverandering", en merken we vooreerst op dat het begrip een wanbegrip is, want een contradictio in terminis. Het klimaat verandert immers per definitie. Het verandert op korte of op lange termijn, maar veranderen doet het, omdat nu eenmaal alles verandert, zoals de allereerste Oud-Griekse wijsgeer, Herakleitos al zei, met zijn beroemd geworden slagzin: "Panta rei": "Alles stroomt", "Alles verandert". Maar er is meer aan de hand.
Een klimaat drukt een geheel uit van gemiddelde weerstoestanden welke voorkomen in een welbepaalde streek, in een welbepaalde tijdsperiode. Als we spreken over het huidige Middellandse-Zeeklimaat of over dat van Noord-West Europa, dan hebben we een algemeen, vaag doch welbepaald beeld, dat duidelijk onderscheiden is van bijvoorbeeld het huidige klimaat in de Tropen of op Antarctica. Dat klimaatbeeld wordt uitgedrukt in een aantal vaste parameters, welke aangeven wat bijvoorbeeld de gemiddelde dag- en nachttemperaturen zijn in bepaalde perioden van het jaar, steunend op metingen die worden verricht op een welbepaald aantal tijdstippen en plekken, onder welbepaalde omstandigheden. Die metingen gebeuren niet willekeurig en ook niet 'neutraal' (neutraliteit is een onding op mening terrein): ze gebeuren eigenlijk in functie van hun bruikbaarheid, hun direct nut, en zo bijvoorbeeld zijn ze gerelateerd aan de landbouw en aan de condities die vereist zijn voor een rijke oogst, of aan de gezondheid van de streekbewoners. En zo is het uiteindelijk de natuur zelf die ons inspireert, of conditioneert, inzake het hanteren van welbepaalde interpretatiemodellen van de 'feiten'. Het klimaatbegrip is dus vaag, maar het is voldoende welomlijnd om voor ons bruikbaar te kunnen zijn; het maakt dat we ons plan kunnen trekken.
Echter, als men zijn vleugels wat wijder wil open slaan, en men het terrein van het directe nut wil overstijgen - wat theoretisch perfect mogelijk is - komt men aardig in de problemen. Inzake het klimaat kunnen dan meer bepaald vragen rijzen die eigenlijk hun boekje te buiten gaan, en die een loopje nemen met de onderzoeker, in die zin dat zij danig vaag of chaotisch worden dat zij een veel en veel te vrij spel geven aan de "Eros" - het bezielende, ordenende principe - ter herinnering: het principe zonder hetwelke van 'feiten' geen sprake kan zijn. En met zijn (al dan niet vermeende) overschot aan energie, heeft de mens vaker de neiging om zijn vleugels wat wijder te gaan open slaan. Deze keer echter - inzake het klimaat - ligt niet een overschot aan energie, doch een gevoel van bedreigd worden aan de basis van de grote maneuvers waartoe hij zich nu verplicht weet.
De gletsers wijken alom ter wereld terug, de poolkappen smelten nu heel snel af, tsunami's volgen elkaar op en oogsten dreigen overal te mislukken. En in een golf van paniek, slaat men aan het meten, doet men metingen, en fabriceert men theorieën over deze weliswaar geheel onverwachte en bedreigende schommelingen. In zekere zin reageert men aldus een beetje zoals iemand doet die het plotseling warm krijgt, die zich daarop naar de thermometer spoedt teneinde zich ervan te verzekeren dat de temperatuur inderdaad gestegen is, om vervolgens te besluiten dat de gestegen temperatuur de oorzaak is van het feit dat hij het warm kreeg.
De man die zo handelt heeft natuurlijk niet helemaal ongelijk, maar de zaak is wel dat - uiteindelijk - het warmtegevoel van de man in het geding is, en niet de temperatuur: die "temperatuur" - hoe fysisch correct die ook is - is slechts een door de man uitgevonden hulpmiddel in dienst van zijn warmtegevoel - zijn comfort. De eindwaarde is het comfort van de man, en aan dat comfort dient alles zich per definitie te onderwerpen. Het is omwille van dat comfort dat thermometers werden uitgevonden, windrichtingen, luchtdrukmeters en weerberichten. De paniek bij de man is dus gerechtvaardigd in zoverre zijn waarnemingen zijn comfort bedreigen; hij is echter volstrekt onterecht waar het alleen maar "afwijkingen van de norm" betreft. En dan rijst de vraag: wat is de norm? Of, nog sterker: is er een norm? En is die norm wel kenbaar?
In juni 2006 verscheen een wetenschappelijk artikel, getiteld: "Does a Global Temperature Exist?" In dat artikel bewijzen drie wetenschappers - met name: Christopher Essex (wiskundige, van de University of Western Ontario), Ross McKitrick (Econoom van de University of Guelph) en Bjarne Andresen (van het Niels Bohr Institute of Copenhagen) dat er noch fysische, noch wiskundige, noch proefondervindelijke gronden bestaan om inzake het vraagstuk van de vermeende opwarming op een zinnige manier te spreken over een "globale temperatuur van de aarde". Het artikel in kwestie telt vierentwintig A4-tjes en kan geraadpleegd worden op het internet. Het zal hier niet worden vertaald, maar wie het leest, ziet dat daar beweerd wordt dat het onmogelijk is om wetenschappelijk vast te stellen dat de gemiddelde temperatuur van de aarde gestegen is, alleen al omdat het volstrekt onmogelijk is om op een of andere manier vast te stellen wat de globale, gemiddelde temperatuur van de aarde dan wel mag zijn. En als er al zoiets zou bestaan als de "globale aardtemperatuur", dan ware die zelfs niet bij benadering vast te stellen.
Vanzelfsprekend is het onjuist om, zoals onder meer auteur Christoffer Essex doet, op grond van dit onderzoek te gaan ontkennen dat er wat schort met het klimaat. Essex gedraagt zich in feite zoals de man, hoger beschreven, die het warm krijgt, doch die ontkent dat het warmer geworden is... omdat hij nu eenmaal niet over een thermometer beschikt! Wat echter wél correct is - en laten we voor een keer niet het kind met het badwater buitengooien - is het feit dat de zogenaamde klimaatsverandering een (al dan niet vermeende) gebeurtenis is die vrijwel volkomen aan de greep van het huidige wetenschappelijk onderzoek ontsnapt. De bocht van honderdtachtig graden die het wetenschappelijk establishment inzake enige consensusvorming gemaakt heeft in de jongste jaren en zelfs maanden, doet zelfs de volslagen leek zijn wenkbrauwen fronsen en dreigt de vooralsnog 'heilig' geachte positieve wetenschappen flink in discrediet te brengen. Te meer wanneer men vaststelt dat de 'zaak' van de klimaatverandering pas aan het rollen ging nadat een Amerikaans toppoliticus zich daarmee in meerdere betekenissen is gaan verrijken. Nu het wantrouwen eens en voorgoed werd gevoed, en aangezien genoeglijk bekend is dat naakte feiten niet bestaan, krijgen ook de critici van de milieubewegingen de wind in de zeilen, want het chaotisch karakter van het weer is misschien wel het enig overblijvende feit. Dat de interpretaties ervan vrij spel krijgen, spreekt vanzelf, alsook het feit dat de interpretaties van de machtigsten (diegenen die het luidste kunnen roepen) het uiteindelijk zullen halen op de rest. Een feit is dat de reputatie van Al Gore wel vaarde bij zijn 'engagement'. Een feit is dat men erin geslaagd blijkt de niet te overwinnen vijand tot vriend te maken. Een feit is dat naast de milieubewegingen, ook tegenbewegingen uit de grond rijzen, die er op hameren dat de hele heisa rond de volgens hen geheel vermeende klimaatverandering zal dienen om de belastingdruk te verhogen voor nog meer "wetenschappelijk onderzoek", dat misschien hoofdzakelijk aan het leger ten goede zal komen, en tegelijk het volk in de ellende zal storten. Want het is nu 'bon ton' om milieumaatregelen te gaan verdedigen, ook als men niet weet of ze wel gaan helpen, zoals het ooit 'bon ton' was om te vechten voor de kerk en voor het zielenheil. Wat er ook van zij: de machthebber heeft zich vandaag het milieu-item toegeëigend en het lijdt geen twijfel dat hij het zal aanwenden in functie van zijn macht. [Voor de slechte verstaander: men kan zich verwachten aan de promotie van kernenergie.] De waarheid daarentegen zal, zoals gewoonlijk, verdwijnen in het ongewisse en in de chaos van de gebeurtenissen die rommelig nog wel ergens liggen opgeslagen in het geheugen van de mensheid, maar die niemand zich ooit nog zal kunnen herinneren. Wie herinnert zich nog de motieven voor de golfoorlog? Voor de jodenvervolging? Wie heeft nog weet van de genocide door de katholieke kerk op de Albigenzen? Wie maalt er nog om de veroordeling van Giordano Bruno? De geschiedenis is gewoon doorgegaan, bijna alsof deze ware zaken er helemaal niet toe deden.
Het plan achter de gebeurtenissen - een beknopte beschouwing bij de presidentsverkiezingen in de VS
Het
plan achter de gebeurtenissen
Een
beknopte beschouwing bij de presidentsverkiezingen in de VS
Het
volk van de zo moeizaam verworven rechten en vrijheden beroven en de
massa opnieuw tot het gehoorzame trekpaard maken niets minder dan
dat is in twee woorden het plan van een financiële elite achter de
gebeurtenissen in de nieuwste wereldgeschiedenis.
Het
is ontegensprekelijk zo dat de mens zich op menig vlak heel duidelijk
van de (andere) dieren onderscheidt en even onbetwistbaar is het dat
dit onderscheid hem slechts zelden siert. Om het met een enkel beeld
te zeggen, ziet men in een school vissen de kleintjes in het midden
zwemmen, aldus beschermd door een schild van volwassen exemplaren aan
de buitenkant, terwijl in mensenscholen de kinderen en de weerlozen
het levend schild uitmaken omheen een kern met daarin veilig
geborgen: koningen, presidenten en politici.
In nood zal een
moederdier nog haar leven schenken aan haar jong en min of meer
primitieve en derhalve nog natuurlijk levende ouders zullen zich in
oorlogstijd het voedsel uit de mond sparen om hun kroost te redden
maar de zogenaamd beschaafde leiders vreten en zuipen totdat zij uit
hun maatpakken barsten terwijl zij de fijne neus ophalen voor de
groeiende groep armlastigen die zij pluimen en ontvlezen tot op het
bot. Tevens maken zij ook nog eens de botten zelf ten gelde, precies
zoals slagers dat met slachtvee doen en zo is er geen misdaad om de
heel eenvoudige reden dat er ook geen slachtoffers zijn want van de
prooi rest helemaal niets meer. En gebeurlijke toeschouwers kijken
voor de verandering wel een keertje de andere kant op.
De zelfbevrijding van
(een deel van) het volk heeft vele eeuwen van niet aflatende strijd
gekost en het bloed van talloze martelaren maar de geëmancipeerde
mens is een doorn in het oog van het tanende potentatendom omdat de
onverzadigbaarheid nu eenmaal het kenteken bij uitstek van de
hebzucht is: zelfverklaarde koningen, edellieden en andere rovers
willen hun buit van weleer terugnemen, zij wanen zich nog ver
verheven boven alle anderen alsof dezen niet hun soortgenoten waren
en morren nijdig bij het zien van zoveel kampioenen van modeste komaf
aan wiens kunsten zij niet eens tippen kunnen: wetenschapslui
afkomstig van vluchtelingen, homofiele uitvinders aan wie zij de
computer danken en de overwinning op de nazi's, joden die met quasi
alle Nobelprijzen aan de haal gaan en ongeëvenaarde virtuozen uit de
favelas op wiens Bach-interpretaties zij tegen heug en meug
verslingerd raken. Groot zijn de frustraties bij een elite die,
geheel blasé, nog slechts beschikt over haar eigendommen en haar
allergrootste en ook meest geheime wapen, zijnde de volstrekte
immoraliteit.
Want listigheid, vals
spelen, verraad en immoraliteit zijn een en hetzelfde, terwijl de
list tot het strikken van 'het plebs' dit keer bestaat in een complex
spel dat zich voltrekt in verschillende fasen. In een eerste fase
wordt het volk van zijn vrijheden beroofd middels een wel beproefde
list: eerst wordt angst geschapen met de creatie van een gevaar tegen
welk het volk beschermd moet worden, terwijl het waarborgen van de
veiligheid onmogelijk is zonder een inperking van de vrijheid: is men
achter de tralies dan niet veilig tegen wilde dieren?
In een tweede fase wordt
het volk 'ontvet' of dus ontdaan van zijn reserves (namelijk:
reserves aan financiële middelen) zodat het nooit meer
tegenpruttelen kan lees: nooit meer staken. Daartoe werken de
corrupte regeringen samen met de banken die hun electorale
overwinningen garanderen en zij voltrekken hun strooptocht haast
sneller dan het licht, want tegen de tijd dat het goed en wel gaat
doordringen tot het volk dat het bestolen werd, is het al veel te
laat voor verweer. Men dwingt het volk om de banken te redden, die
echter hun verborgen schatten in belastingparadijzen blijken te
verstoppen het wit te wassen misdaadgeld van de politici die naar
hun pijpen dansen. Het stakingsrecht wordt onderuit gehaald, de
minimumlonen worden ondergraven en middels bombardementen op
probleemgebieden wordt een vluchtelingenstroom op gang gebracht,
bestaande uit werkkrachten die in de slavernij belanden omdat zij
illegaal arbeiden en derhalve niet protesteren kunnen terwijl zij
evenwel zoals elk ander hun honger moeten stillen. En dan komt de
kers op de taart, de superlist.
In de superlist laat de
elite het volk zichzelf in de boeien slaan en alvast in de VS blijkt
dit bedrog echt kinderspel: een populist die álle wensen van het
volk belooft in te willigen, wordt met zekerheid tot president
verkozen; hij faalt uiteraard in de uitvoering van zijn beloften maar
precies dat was de bedoeling, want een afspraak waarvan wij niet op
de hoogte waren, luidt dat hij als vicepresident een agent van de elite
zou aanduiden, een dwingeland die zonder die doortrapte aanstelling
door één man, geen enkele kans maakte op ook maar één stem.
Reeds kort nadat de
deportatieplannen van Trump (met betrekking tot maar eventjes een
paar miljoen zuiderlingen) naar de papiermand zijn verwezen wegens
totaal onuitvoerbaar zonder genocide, zal de man aan het verstand
worden gebracht dat hij maar best aftreedt en dan treedt Pence als
nieuwe president naar voren. Of hoe in de grootste democratie ter
wereld de meest afschuwelijke dictatuur schuilgaat.
Van de gouverneur van
Indiana weet men dat hij als rechtse katholiek niet alleen het
homohuwelijk terug zal schroeven: in zijn eigen staat heeft de jurist
er reeds voor gezorgd dat verhuurders van huizen of winkeliers,
homofiele klanten kunnen weigeren met als argument... de
godsdienstvrijheid! (*) Uitgerekend datgene wat men het meeste
verafschuwt bij uitheemse fundamentalisten, plant en kweekt men
voortaan prompt op eigen grondgebied. Maar dat is slechts één
voorproefje van een bedoeld repressief beleid dat in geen tijd voor
een heuse burgeroorlog zorgen zal, eerst in de VS en vervolgens in
Europa, een makkelijke prooi voor de communist die zijn likkebaarden
al niet verbergen kan.
Nu zal snel duidelijk worden wat een groot president Barack Obama was.
13-10-2016
Abraham Lincoln en de hedendaagse politiek
Abraham
Lincoln en de hedendaagse politiek
Dictator
en massamoordenaar Adolf Hitler kwam niet ondemocratisch aan de macht
maar menig andere despoot installeerde zich middels een staatsgreep:
het is niet noodzakelijk de democratie op zich die faalt waar een
gevaarlijk individu verkozen wordt want het volk kan zich door een
bedrieger in de doeken laten doen zoals reeds Abraham Lincoln impliciet beweerde toen hij zegde dat men een heel volk
een korte tijd kan bedriegen en sommige mensen de hele tijd maar niet
alle mensen de hele tijd. (°) Lincoln had een droom waarin hij
iemand in het witte huis opgebaard zag liggen en toen hij aan een
soldaat vroeg wie dat was, antwoordde deze dat de president was
vermoord; enkele dagen later 14 april 1865 joeg een
fanatiekeling hem een kogel door het hoofd.
De
wereld is aan de durvers, brave mensen worden niet geduld op hoge
posten en het mag dan ook niemand meer verwonderen dat
presidentskandidaten geen watjes zijn. Maar het spektakel in de
aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 heeft een
nog wrangere waarheid in de verf gezet: wie nog gelooft dat de
hoogste posten worden bekleed door de meest eerbiedwaardige heren en
dames, is gewoon niet bij de tijd.
Wanneer
men nu dit gegeven combineert met nog een ander schrikbarend feit,
kan men inzien waarom er zoveel wanhoop bestaat bij hedendaagse
westerlingen en dan vooral bij jongvolwassenen, want het rampzalige
van de hele toestand kan niet worden geminimaliseerd, en dat tweede
feit is een resultante van het jammerlijke doch onoverkomelijke
onvermogen van de huidige, hoger beschreven politici om hun zaakjes
te runnen, met name de algemene verrechtsing.
Onder
die 'verrechtsing' verstaan we hier vooral een specifieke tendens die
voortspruit uit het onverstand en het onvermogen om aan nieuwe
situaties het hoofd te bieden een tekort aan aanpassingsvermogen
of dus een gebrek aan intelligentie gekenmerkt door de neiging om
dat gebrek aan eigen aanpassingsvermogen te compenseren met de (tot
mislukken gedoemde) poging om de veranderende wereld te 'bevriezen'.
Politici
die niet in staat zijn om zich aan te passen aan een veranderende
wereld, proberen met andere woorden om die wereld met allerlei
absurde verbodsbepalingen, boetes en straffen, alsook met dreigingen
en politiegeweld, tot stilstand te dwingen. Het is de politiek van
God ziet u, hier vloekt men niet, de controlepolitiek (**) welke de
vrijheid fnuikt, zogezegd ten behoeve van de veiligheid, een politiek
die de onwereld van Big Brother inluidt en daarmee ook de wereld van
de onmens: de mens die door de machthebber tot zelfverraad wordt
gebracht en aldus tot willoosheid en tot volledige onderwerping aan
de nieuwe dictatuur. (°°)
Het
voor de huidige generatie politici kenmerkende schromelijke gebrek
aan kennis en verstand is vanzelfsprekend een direct en
onvermijdelijk gevolg van het feit dat niet de meest bekwamen doch de
economisch meest welstellenden ook de meest machtigen worden. Grote
rijkdom wordt immers niet zozeer verworven door hard labeur en
zelfopoffering maar veeleer door bedrieglijke praktijken en de
opoffering van anderen aan het eigen doel. (*) Eenmaal aan de macht,
hebben toppolitici hun competentieniveau allang overschreden: zij
zijn beland op posities die zij niet meester kunnen en waarvan zij de
taken aan derden moeten delegeren derden die dan op hun beurt
misbruik maken van het genoemde onverstand om niet in de eerste
plaats de staatsdoelen te dienen maar de eigen welvaart.
Ten
prooi aan deze perversie, wordt de gemeenschap de staat in
een mum van tijd gepluimd door een klasse van zakkenvullers en heel
terecht verliest zij vrijwel simultaan het vertrouwen van alle
burgers die niet zelf behoren tot de tafelschuimers en de bedriegers.
Deze laatsten zullen uiteraard tot hun laatste snik het louter
papieren bestel blijven verdedigen, desnoods met de meest absurde
leugens.
Edoch,
andermaal Abraham Lincoln: Men kan een heel volk een korte tijd
bedriegen en sommige mensen de hele tijd maar niet alle mensen de
hele tijd.
(°°)
Zie de historie rond de mysterieuze 'kamer 101' in: George Orwell,
1984.
(*) Kris Vansteenbrugge commentarieert de huidige schaamteloze 'politiek' als volgt: "Trump is rijk en heeft geen belastingen betaald 'omdat hij slim is', zoals hij zelf zegde, waaruit dan zou moeten afgeleid worden dat alle Amerikanen even rijk zouden zijn als Trump als ze maar even slim waren..."
Een exclusieve disjunctie: godsdienstvrijheid of menselijke vrijheid
Een
exclusieve disjunctie: godsdienstvrijheid of menselijke vrijheid
We
kennen de beelden van op televisie: de tweede wereldoorlog is voorbij
en in onze contreien begaan de verzetsstrijders gruweldaden jegens
gewezen collaborateurs; vrouwen worden uitgejouwd en kaalgeschoren,
mensen worden ondersteboven opgehangen, te pletter gegooid, verminkt,
geëxecuteerd. Ook in een rechtsstaat blijkt niet veel nodig voor een
toestand van volstrekte straffeloosheid: het volstaat kennelijk dat
een meerderheid haar woede wil koelen en kiest voor de wraak, en de
ordehandhavers kijken de andere kant op voor de duur van wat men dan
de 'genoegdoening' noemt. Oog om oog, tand om tand: het is een
principe dat ook in sinds oudsher gekerstende streken op alle begrip
kan rekenen. Tenslotte steunt het hele rechtssysteem erop want het is
de logica van schuld en boete, loon naar werk of voor wat
hoort wat de logica waarbij alle burgers zweren die zich
hebben neergelegd bij het systeem van kopen en betalen dat onze
levens regelt van voor de geboorte tot in het graf.
In
een democratie ligt de wetgevende macht bij (de koning en) het volk
dat zich laat vertegenwoordigen door het parlement, de uitvoerende
macht is in handen van (de koning en) de ministers (en
staatssecretarissen) en de rechterlijke macht ligt bij de
magistratuur ( de hoven en rechtbanken). Het verlichte principe
van Montesqieu zegt dat deze machten gescheiden moeten blijven:
regeerders mogen zichzelf niet berechten want dat ware dictatuur.
Maar alleen straffen garanderen de gehoorzaamheid aan de wetten: de
geschiedenis leert ons dat zonder straffen, wetten belachelijke
voorschriften worden en dat dan quasi alle burgers despotische
trekken krijgen.
Edoch,
de ordehandhaving faalt waar straffen niet langer afschrikken omdat
zij niet kunnen tippen aan de gruwel van outlaws die hun eigen wetten
opleggen. Criminele bendes danken hun succes aan het feit dat hun
leden hun leiders gehoorzamen in weerwil van de wet omdat zij die
leiders meer vrezen dan de arm der wet. Door hun meedogenloze
vergeldingen maken misdadigers burgers tot hun handlangers en trekken
zij zodoende de macht die de staat over de burgers uitoefent naar
zich toe; zij nemen in het leven van de burgers de plaats in die
toekomt aan de staat en het brave burgerschap dat geconstitueerd werd
door middels sancties bekrachtigde wetten, maakt plaats voor het
trouwe lidmaatschap aan de bende, samen met een onverschilligheid
tegenover de staat en haar wetten. Het gedrag van de burger wordt
niet langer gestuurd door de wet van de staat: het is de wet van de
bende die bepaalt wat de gewezen brave burger voortaan verlangt, wil,
denkt en doet.
We
kennen de recente histories van leden van criminele motorbendes die
op het matje geroepen worden maar die zwijgen als vermoord omdat zij
effectief vermoord worden door hun leider als zij het aandurven om te
spreken wat immers wordt bestempeld als verraad. En op geen
andere manier verwerven criminele bendes die zich Islamitische Staat
noemen, Al Nusra of Boko Haram, hun macht over mensen die ooit
burgers waren zoals u en ik: zij dwingen mensen middels
afschrikwekkende straffen tot blinde gehoorzaamheid en zo
instrumentaliseren zij hun slachtoffers, zo ontmenselijken zij hen.
Het
moet gezegd dat ook de staat het gedrag van haar burgers stuurt maar
dan wel met onder meer dit grote verschil dat althans in een
democratie de wetten principieel door de burgers zelf worden gemaakt
terwijl het denken en doen binnen de criminele bendes afgedwongen
wordt met chantage door gewetenloze potentaten die sluw uit het
vizier blijven.
Een
staat die niet ten dode wil opgeschreven zijn, moet derhalve tot elke
prijs vermijden dat zich groepen gaan vormen rond al dan niet
geschreven regels of wetten welke met reële sancties bekrachtigd
worden; zo niet laat zij toe dat de effectiviteit van de eigen wetten
ondermijnd wordt. Dat immers is het geval waar bijvoorbeeld de sharia
heerst of bendes die hun leden in het gareel houden middels geweld.
Het is al erg genoeg dat bepaalde sekten erin slagen om staten te
ondermijnen door met fantastische sancties het gedrag van hun
'gelovigen' te conditioneren. Tot die fantastische sancties behoren
bijvoorbeeld de dreiging van de hel voor hen die zich niet aan de
religieuze geboden houden: de straffen die deze sekten uitvoeren om
hun wil door te drukken, omzeilen als het ware het verbod op het
gebruik van fysiek geweld omdat het op de keper beschouwd niet gaat
om lichamelijke folteringen. Religieuze leiders kunnen zich in
extremis immers verdedigen met het argument dat hun leden tenslotte
vrij zijn om hun verhalen over de hemel en de hel al dan niet te
geloven en als zij ervoor kiezen om dat wél te doen, dan handelen
zij in feite op dezelfde manier als dezen die zich onderwerpen aan de
regels van het gokken of van eender welk ander spel.
Een
aanpassing van de wet dringt zich in deze tijden op omdat het effect
van niet-fysieke druk, marteling of straf niet langer kan
gelijkgesteld worden met een irreële, onbestaande of ingebeelde
straf: het is met zekerheid bekend dat psychische en sociale
drukmechanismen zelfs meer effect kunnen sorteren dan lichamelijk
martelingen, terwijl de wet op de godsdienstvrijheid deze
noodzakelijke aanpassingen in de weg staat. De feitelijkheid vandaag
is zo, dat despoten van allerlei allooi achter de zogenaamde wet van
de godsdienstvrijheid dekking zoeken om ongestoord leden te kunnen
werven en behouden; zij slagen er wonderwel in om die burgers af te
snoepen van de staat, welke gevoeliger zijn voor psycho-sociale
martelingen dan voor fysieke folteringen. Het sluiten van de ogen
voor deze actuele problematiek of het onvermogen om deze gang van
zaken te onderkennen, is fataal voor het voortbestaan van de staat
waarvan de wetten tenslotte de ultieme garantie vormen voor de
menselijke vrijheid.
(J.B.,
28 september 2016)
03-09-2016
Opvoeding, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en charlatanerie
Opvoeding,
eerlijkheid, verantwoordelijkheid en charlatanerie
Een beknopte beschouwing bij
de aanvang van het nieuwe schooljaar
Op
15 juni 2016 berichtten de kranten dat paus Franciscus uit de handen
van de Argentijnse president Macri de gulle gift van 1.666.000
Argentijnse pesos (ca. 1 miljoen euro) ten gunste van de noodlijdende
Scholas Occurentes weigert te ontvangen met het argument dat hij niet
van het getal 666 houdt. Voor leken: 666 is het Bijbelse 'getal van
het beest', sinds oudsher bron van allerlei fantastische speculaties,
paranoia en bijgeloof. (*)
Op
24 augustus 2016 vernemen wij via de kranten dat Peter Malfliet van
het bisdom Gent ons over het 'mirakel van de bloedende hostie' te
Aalst prompt de uitleg verschaft dat het hier gaat om delicate
zaken waarover we nog te weinig weten om er iets zinnigs over te
zeggen. (**) Dit terwijl op grond van wetenschappelijk onderzoek
bij gelijkaardige gevallen sinds jaar en dag bekend is dat zo'n
verkleuring wordt veroorzaakt door een biochemische reactie ingevolge
de bacterie Serratia marcescens, de schimmel Monilia steophila of de
schimmel Oidium. (***)
Wat
betreft dit laatste rijst de vraag of de 'pedagogen', gezagsdragers
en woordvoerders van de katholieke kerk zich kunnen beroepen op
onwetendheid omtrent zaken waarover uitgerekend zij een goede kennis
horen te bezitten. Beslist niet: zulke 'onwetendheid' is onmiskenbaar
geveinsd en dit kan derhalve niet anders worden bestempeld dan als
schaamteloos immoreel. Nog erger is de (bovendien uiteraard bijzonder
onverstandige) poging om het publiek alsnog voor te liegen dat men
ook nog in naam van de wetenschap spreekt, want wat anders doet
iemand die beweert: Wij weten momenteel nog te weinig om hierover
iets zinnigs te kunnen zeggen?
Op
1 september 2016 ging het nieuwe schooljaar van start. Het katholieke
onderwijsnet is veruit het grootste van Vlaanderen en de vraag dringt
zich op of het anno 2016 nog wel verantwoord is om de opvoeding van
sowieso weerloze en goedgelovige kinderen toe te vertrouwen aan lui
die lichtzinnig omspringen met de plicht om aan de aan hen
toevertrouwde kinderen de waarheid te vertellen? Is het subsidiëren
van lieden die onder het mom van opvoeding de jeugd indoctrineren om
aldus de macht van de eigen zuil te kunnen bestendigen nog wel van
deze tijd?
De
zaak is dermate ernstig dat zij moeilijk overschat kan worden omdat
de uitspraken die hier aan de orde zijn, getuigen van een volstrekt
gemis aan verantwoordelijkheidszin en dan nog bij dezen die zichzelf
als de goede voorbeelden bij uitstek profileren en die daarvoor ook
nog eens fikse weddes opstrijken. Laat de mondig geachte burger zich
dan in die mate voor de gek houden dat hij het verderf van het eigen
kroost ook nog zelf financiert? Of wensen wij onze kinderen dan zo op
te voeden dat zij bij elke confrontatie met drie zessen hysterisch
worden? En wat moeten zij denken over hun leraren als duidelijk wordt
dat zij hen voorgelogen hebben? Is er dan niets grondig mis met een
mensheid die via een vermeende 'opvoeding' in feite gegijzeld blijft
door charlatans?
Bij
ons valt niemand uit de boot!, zo bazuint de baas van het
katholieke onderwijsnet het uit, maar wat gezegd over de niet
aflatende discriminatie van jongeren met een 'abnormale' geaardheid?
Is het geen daad van lafheid, begaan door alle aanhangers van de
religies van het Boek, om de schuld voor hun moordende veroordelingen
te gaan schuiven in de schoenen van het zogenaamde Oude Testament,
alsof teksten aftandse griezelverhalen in staat waren om
verantwoordelijkheid te dragen?
Kinderen
verdienen beter dan leugens en opvoeding is vooreerst een zaak van
eerlijkheid. Maar zolang de staat sekten financiert om opvoedelingen
op te zadelen met waanzinnige angsten en wensdromen die
schuldcomplexen, uitsluiting, racisme, depressies, suïcidale
neigingen en nog meer van die ellende teweegbrengen, is het dweilen
met de kraan open.
De Olympische Spelen en de ondergang van de cultuur
De Olympische
Spelen en de ondergang van de cultuur
Birmingham is Engelands
tweede grootste stad, gelegen in Shorpshire in het graafschap West
Midlands. Zij ontleent haar bijnaam van 'Black Country' of 'Zwarte
Stad' aan de rokende fabrieksschoorstenen van de metaalindustrie uit
de tijd van de Industriële Revolutie. Het was een tijd van
stinkend rijke edellieden die het grootkapitaal beheerden en die de
straatarme fabrieksarbeiders uitbuitten. Kinderarbeid, verdrukking,
honger en tering naast riante kastelen en blasé barons op zoek naar
een exotisch tijdverdrijf in de exquise Engelse tuinen. Het is deze
ellende die Friedrich Engels zo verschrikkelijk vond dat hij er
(samen met Karl Marx) zijn levenswerk van maakte om ze te bestrijden:
in 1845 publiceerde hij Toestand van de arbeidersklasse in
Engeland in 1844 het Communistisch Manifest verscheen
in 1848.
Op amper dertig mijl van
Birmingham ligt Much Wenlock en daar was het dat ene dokter William
Penny Brookes voor de fabrieksarbeiders naast een soort van
leerschool (de Wenlock Agricultural Reading Society
WARS in 1841) ook de zogenaamde Wenlock Olympian Class (in
1850) oprichtte met wedstrijden: de Wenlock Olympian Society Annual
Games. Brookes kwam in contact met de gelijkgestemde Franse baron de
Coubertin, die in 1894 het Internationaal Olympisch Comité stichtte,
waaruit in 1896 de eerste moderne Olympische Spelen, gehouden op hun
plaats van oorsprong in Athene.
De Helleense Olympische
Spelen bestonden gedurende meer dan duizend jaar van 776 voor
Christus tot 394 na Christus, toen keizer Theodosius II ze verbood
omdat de christelijke staatsgodsdienst ze als heidens beschouwde.
Alle hoogdravende verantwoordingen ten spijt waren ze een
tegemoetkoming aan de pronkzucht van naakt strijdende vrije
jongemannen omzeggens 'hogere burgerij' want slaven en
vreemdelingen hadden geen toegang tot de Spelen. Evenmin als vrouwen
die zelfs niet tot het publiek werden toegelaten, op uitzondering van
de ongehuwde maagden. Het klinkt wellicht oneerbiedig om te spreken
over hanengevechten voor de menselijke soort, maar competitie is nu
eenmaal het mechanisme achter de 'survival of the fittest'.
Chauvinisme, omkoperij
en geldgewin waren schering en inslag, getuige het relaas van
geschiedschrijver Pausanias (VI 3.11) over de Kauloniaanse
loopvedette Dikon die geld kreeg aangeboden om het publiek voor te
liegen dat hij uit Syracuse afkomstig was. Ook geweld werd niet
geschuwd en zo had de gevreesde vechtkampioen Sostratus de bijnaam
van 'Vingerbreker'. (Pausanias VI 4.1)
Of de geest van de
moderne Olympische Spelen veel verschilt van die van toentertijd,
valt alle propaganda ten spijt heel sterk te betwijfelen. Om te
beginnen gaat het nog steeds om een bijzonder duur vermaak waaraan
sowieso geen arme drommels kunnen deelnemen. Het plebs wordt
gewapenderhand verjaagd van de plekken waar de stadions en de
amfitheaters voor het miljardenfestijn van de wereldtop bovenop
platgewalste favella's worden gebouwd voor eenmalig gebruik
daarna is het vaak niet meer dan schroot.
De Spelen van 1936 in
Berlijn werden voor de kar van de nazi's gespannen maar de zwarte
viervoudige gouden medaillewinnaar Jesse Owens ontkrachtte Hitler's
krankzinnige rassentheorieën in één klap. De weigering van de
Führer om de zwarte topatleet te feliciteren situeert het historisch
record van onsportiviteit binnen de Olympische Spelen. Uit protest
tegen dit fascisme organiseerde het Spaanse Volksfront in Barcelona
als alternatieve spelen de Olympiade van het Volk. Meer dan 6000
atleten uit 22 landen schreven zich in maar net voor het begin van de
Spelen brak de Spaanse burgeroorlog uit meer dan 200 buitenlandse
atleten bleven in Spanje om mee te vechten voor de republiek.
Er waren boycots van de
Spelen in Melbourne 1956, München 1972, Montreal 1976, Moskou 1980,
Los Angeles 1984 en Peking 2008. In Peking werden sloppenwijken
opgeofferd aan de luxeterreinen die amper enkele weken dienst doen en
ook voor de Winterspelen in Sotsji 2012 werden plaatselijke bewoners
voorgoed uit hun huizen verjaagd. Rio kreeg van hetzelfde laken een
broek: de superrijken kwamen de grote jan uithangen pal naast de
krottenwijken.
We hebben het nog niet
gehad over het druggebruik dat Olympisch goud moet garanderen; de
gesofisticeerde doping waarvan elke ingewijde weet dat het zónder
niet meer kan: de topsport als laboratorium voor het uitproberen van
superdrugs. Want we weten dat in de topsport niet de atleten met
elkaar wedijveren maar wel de naties. Maar bovendien heeft het er
alle schijn van dat de naties dat helemaal niet meer doen middels
atleten, die nog slechts gebruiksvoorwerpen zijn en uithangborden: de
eigenlijke wedstrijd zou een competitie zijn onder de topdokters van
de deelnemende landen. Alvast is het een feit dat de farmaceutische
industrie schatrijk wordt als leverancier van 'sportieve'
overwinningen.
Uiteraard wordt dat
spokerige spektakel keer op keer betaald door Jan met de pet. De op 2 juli laatstleden overleden Elie Wiesel die de concentratiekampen overleefde, benadrukte dat het allerergste van de genocide ligt in de onverschilligheid: "Er zijn momenten dat we onrecht niet kunnen voorkomen, maar er mag nooit een moment zijn dat we er niet tegen protesteren." Jammer genoeg is het steeds vaker die alle cultuur met de voeten tredende onverschilligheid welke de Olympische Spelen bij uitstek tentoonspreiden en propageren.
Het
is waar dat maatschappijen evolueren of zich ontwikkelen, maar het is
niet vanzelfsprekend dat dit gebeurt in de gewenste richting en dus
naar een steeds hogere, een meer verfijnde of een edeler vorm van
samenleven. Een cruciale voorwaarde voor een goede maatschappelijke
ontwikkeling heeft te maken met het simpele feit dat een maatschappij
als zodanig niet anders bestaat dan als de som en het product van
enkelingen, waarbij dan vooreerst de sterfelijkheid van deze
enkelingen bijzondere aandacht verdient. Dit houdt vooral in dat het
sociale, morele, politieke, wetenschappelijk-technische niveau van
een samenleving nooit eens en voorgoed bereikt wordt: het dient
daarentegen te worden in stand gehouden door het onderwerpen
van alle enkelingen die er deel van uitmaken aan een niet aflatende
opvoeding.
Onder
de 'opvoeding' van kinderen wordt meestal verstaan het aan hen
doorgeven (door opvoeders) van de maatschappelijke normen en waarden
met het oog op hun participatie aan de samenleving. Vandaag komt in
de zich moreel neutraal wanende westerse samenlevingen al te zeer de
nadruk te liggen op het doorgeven van technische vaardigheden veeleer
dan op het zich eigen maken van normen en waarden, en wel in die mate
dat het aanleren van vaardigheden de enig resterende norm wordt
de prestatie is de ultieme waarde.
Maar
het mag meteen duidelijk zijn dat wat men eerst als moreel neutraal
beschouwde, in feite neerkomt op een alles monopoliserend
utilitarisme: de eigen bruikbaarheid of het eigen nut wordt het enig
resterende zinvol gegeven. De mens wordt herleid tot een
gebruiksvoorwerp. Edoch, omdat de gebruiker zelf van alle nuttige
individuen geen persoon is maar een machinerie de maatschappij
zijn mensen nog slechts nuttige machine-onderdelen. Uiteindelijk zal
een welbepaalde elite zich onbezorgd van deze machine weten te
bedienen.
Dat
mensen aldus herleid worden tot nuttige machine-onderdelen betekent
onder meer dat aan wie niet of niet meer naar behoren functioneren,
geen zin en dus ook geen bestaansreden meer kan worden toegekend. En
in een moderne rechtsstaat waarin men zich in de eerste plaats moet
kunnen verantwoorden, betekent een waardesysteem met slechts het nut
als eindwaarde, de doodsteek voor wie anderen tot last zijn.
De
paradox van het hele verhaal wordt apert waar in de eerste plaats
kinderen kunnen worden bestempeld als onnuttig, lastig of zelfs
overbodig bijvoorbeeld in het licht van een voorgewende
overbevolking. Verder ook al degenen die niet langer nuttig zijn en
uiteraard ook zij die nooit enig nut hadden of zullen hebben.
Nu
is nut een volstrekt zinledig begrip als niet tegelijk gegeven is in
functie waarvan dat nut dan wel staat. Bovendien dient men voor ogen
te houden dat van het nut in kwestie uiteindelijk dient genoten
te kunnen worden, wat uiteraard vereist dat de genieter een persoon
is. Zo bijvoorbeeld kan men bezwaarlijk zeggen dat de creatie van
jobs nuttig is voor de economie, als men daarbij niet meteen de
opmerking maakt dat de economie in dienst moet staan van de mensen
een stellingname die niet helemaal gespeend is van problemen, in acht
genomen het gegeven dat in onze economie mensen per definitie lui
zijn aangezien zij door de band een maximale winst beogen in een
minimale tijdspanne: luiheid verlangt immers niet naar meer werk maar
daarentegen naar minder.
Maar
waar luiheid nagestreefd wordt, kan men bezwaarlijk degenen die er
sowieso reeds van genieten, veroordelen: zij die om de een of andere
reden niet of niet langer nuttig zijn, zijn gedoemd tot dezelfde
luiheid die door de werkenden wordt nagestreefd en die door hen
uiteindelijk ook wordt bekomen, hetzij via het bereiken van een
pensioengerechtigde leeftijd, hetzij door een of andere vorm van
invaliditeit waarvan de oude dag de meest voor de hand liggende is.
Edoch,
na een grondige analyse blijkt de 'luiaard' niet zozeer de inspanning
als zodanig te schuwen: de grond van het verlangen om zo weinig
mogelijk te werken (voor hetzelfde geld), ligt in de drang naar
autonomie. Niet de inspanningen worden geschuwd maar wel de
onderworpenheid aan andermans wil, het voltooien van andermans
projecten, het brengen van offers aan werkzaamheden waarvan
uiteindelijk volslagen onbekenden de vruchten plukken. En nu is het
uitgerekend de taak van de opvoeding om mensen dermate te vormen of
misschien veeleer om te vormen, dat zij in staat zijn tot het
prijsgeven van hun autonomie: zonder veel weerstand te bieden,
blijken welopgevoede mensen in staat om zich aan de wil van een ander
te onderwerpen.
Waar
het algemeen belang prevaleert, valt er zeker en vast wat te zeggen
voor wat men in deze context een goede opvoeding mag heten, omdat het
ondergeschikt maken van het eigenbelang aan het belang van de
gemeenschap veeleer als een overwinning op het egoïsme wordt gezien
dan als een prijsgeven van de autonomie, en een Spinozistische rede
helpt ons alvast om wat noodzakelijk is ook als onvermijdelijk te
gaan beschouwen en om het bijgevolg te aanvaarden. Echter, waar het
algemeen belang met de voeten wordt getreden, zoals dat pertinent het
geval is in een kapitalistisch bestel, spant de sluwe deugniet de
domme goedzak voor zijn kar en kan ook de opvoeding als zodanig niet
langer beschouwd worden als ondubbelzinnig goed en wenselijk omdat
zij, zoals gezegd, voor een flink deel een training is in altruïsme,
in dienstbaarheid of in de bereidheid tot het zichzelf beperken tot
zijn functionaliteit of nut.
Het
verloningssysteem zorgt weliswaar voor zekere compensaties maar al
bij al blijft men geconfronteerd worden met een pijnlijke heteronomie
omdat de vergoedingen voor de gebrachte offers geen andere gedaante
aannemen dan die van geld, wat betekent dat men slechts gecompenseerd
wordt met koopwaar. En wij weten allemaal heel goed dat de
belangrijkste dingen niet voor geld te koop zijn: in de arbeid offert
men zijn tijd op en zijn jeugdige kracht maar met het verdiende geld
kan men tijd noch jeugd noch gezondheid terugkopen hooguit kan
men een vakantie bekostigen, een vals gebit of een pruik. Andermaal:
dit ware allemaal nog niet zo erg indien de gebrachte offers ook ten
goede kwamen aan zaken waarin men ook kon geloven zoals het
algemeen belang maar in de westerse samenleving dient men
bijvoorbeeld het belang van Coca-Cola, terwijl dat niet eens een
belang kan zijn omdat het de overconsumptie van suiker in de hand
werkt.
Waar
opvoeding een bijzonder problematische zaak wordt omdat zij de
instrumentalisering van de massa in functie van spoken bevordert
terwijl zij tegelijk volstrekt onmisbaar is voor het voortbestaan van
de samenleving als zodanig, staat deze maatschappij voor een immens
dilemma. Het lijkt wel onvermijdelijk dat zij in fragmenten uiteen
zal vallen.
(J.B.,
17 augustus 2016)
04-08-2016
De terugkeer van de Nazoreeër
De terugkeer van de
Nazoreeër
Ludo
Noens, De terugkeer van de Nazoreeër. Fabuleuze lotsbestemming
van een bliksemsjamaan, Aspekt, Soesterberg 2016, ISBN
8789461539960.
Middenin
een wereldomvattende islamterreur verklaart paus Franciscus I dat een
wereldoorlog gaande is maar dat het in geen geval om een
godsdienstoorlog gaat (1) (2): "Coca-cola bindt de strijd aan
met obesitas"! En uitgerekend in het licht van zoveel
absurditeit is het meest recente boekwerk van de onafhankelijke
Vlaamse onderzoeker Ludo Noens warempel een 'godsgeschenk': in een
bijzonder goed gedocumenteerde studie van 260 bladzijden schetst hij
een aantal historische, psycho-sociale, religieuze en
wetenschappelijke contexten welke de centrale figuur van het nog
steeds de hele wereld dominerende christendom eens en voorgoed
ontdoen van zijn kerkelijke omhullingen en vervalsingen om hem dan
geheel gerelativeerd tot zijn recht te laten komen weliswaar van
zijn aloude voetstuk gehaald maar tevens als een veel geloofwaardiger
beeld opnieuw neergezet.
We zijn er intussen
bijna aan gewoon geraakt: leugens die zichzelf even ostentatief als
onbeschaamd tegenspreken doch van geen wijken willen weten op het
wereldtoneel, die het been stijf houden en die prompt doorgaan met
het ons door het strot rammen van steeds meer absurde onzin in
deze tijd blijkt wel alles te zijn herleid tot botweg domme reclame.
Maar eenmaal de gewenning een zekere drempel overschrijdt, blijken
haar slachtoffers zelfs volslagen blind geworden voor het meest
aperte bedrog. (3) Toen het rebellerende christendom na vele bloedige
opstanden uiteindelijk een plaats kreeg in het Romeinse Rijk, werd
deze religie aan het wereldse rijk dermate aangepast dat zij niet
alleen onschadelijk werd maar bovendien geheel in dienst gesteld van
de wereldse machten. Mensen geloven nu eenmaal in het bovenzinnelijke
en misschien hebben zij niet eens ongelijk.
Jezus,
de zoon van god, is na zijn dood verrezen en de verrezen heer zou
menigmaal verschenen zijn, zoals vele bronnen getuigen. En dat
gegeven trekt Ludo Noens ook helemaal niet in twijfel, alleen blijken
de doden vaker aan hun nabestaanden te verschijnen en menig strenge
wetenschapper heeft daarvan getuigd, ofschoon niemand daarvoor ooit
een bevredigende verklaring vond. Maar dat is geen bezwaar, zo blijkt
immers uit het feit dat ook het leven zelf, dat onderwerp is van de
biologie en van menige andere wetenschap, het met slechts
beschrijvingen moet doen terwijl de grondvraag naar wat het leven is
en hoe het dan überhaupt mogelijk is, uiteindelijk onbeantwoord
blijft.
Het christendom is een
mysteriegodsdienst, maar het is lang niet de eerste en evenmin de
enige: over de mysterieculten licht ons dit boek uitgebreid in maar
ook over de daarmee samenhangende problematiek van de
Bijna-Dood-Ervaringen (BDE) die een empirische grond geven voor het
geloof in wat het louter stoffelijke en het tijdelijke te boven gaat.
De geschiedenis staat bol van sekten, geschriften en getuigenissen
afkomstig uit alle hoeken van de wereld waarin sprake is over steeds
weer hetzelfde fenomeen dat wij ook in het ons min of meer vertrouwde
christendom ontwaren, alleen blijkt het bijzonder verhelderend om
zich te realiseren dat naast de door de kerken erkende geschriften en
documenten, nog andere bronnen bestaan: teksten die verdonkeremaand
werden omdat zij de potentaten niet in de kaarten speelden maar die
onontbeerlijk zijn om de waarheid dichterbij te komen omtrent in
dit geval de Nazoreeër.
Noens' nauwgezette
duiding van het sjamanisme laat er geen twijfel over bestaan dat ook
de Nazoreeër in deze groep thuishoort een groep van bijzondere
figuren die de link verzorgen met de wereld aan gene zijde zonder
welke ons bestaan aan deze zijde uiteindelijk belofteloos blijft.
Waren de goden
buitenaardse kosmonauten? Wat leert ons het onderzoek naar Ufo's
daarover? En zijn de wonderen die de bijbel mediamiek maken dan geen
spiritistische verschijnselen zoals alle andere, ook als de jaloerse
Bijbelse god die voor zichzelf opeist en tovenarij van elke andere
oorsprong veroordeelt, ja zelfs aanzet tot moord op de aanbidders van
andere goden? Een en ander suggereert dat in de oudheid meer
rivaliserende goden en geesten de wereld bevolkten goden op zoek
naar geschikte mediums om hun wil kenbaar te maken aan de mens die
toen, zoals J. Jaynes stelt, zijn gedachten nog niet van externe
stemmen onderscheidde maar uit het onderzoek van ene professor
Bennett bleek evenwel dat de stemmen van het medium Leslie Flint
alsnog van externe oorsprong waren...
Onze hoogtechnologische
wereld ontspruit aan de verbeeldingswereld van enkelingen, zo stelt
Ludo Noens met Jules Verne vast, maar valt ons huidige wereldbeeld
dan met de werkelijkheid zelf samen of is het niet veeleer zo dat
elke tijd niet alleen zijn eigen wereldbeeld heeft maar ook zijn
eigen wereld? En de auteur maakt hier een uitstapje naar de
filosofie, de culturele antropologie en de linguïstiek, opmerkend
met onder meer Paul Feyerabend dat iemands wereldbeeld zijn
moedertaal weerspiegelt.
Jaloerse goden: het
lijkt wel alsof hun bestaan van het geloof zelf afhangt en volgens de
Vlaamse jeugdschijver John Flanders begonnen de Griekse goden prompt
uit te sterven toen de mensen aan hun bestaan gingen twijfelen. Het
zijn zaken die te denken geven in het licht van de kwantumtheorie,
aldus de auteur, die dit ook toepast op de Bijbelse personages.
De Bijbelse profeten, de
apostelen en tenslotte ook Jezus baden in het paranormale. Evenals
bij Homeros wordt in de bijbel verhaald over de dodenbezwering en
zoals in vele andere culturen is ook in de heilige schrift sprake van
de magie van 'tafeltje-dek-je', de opwekking van doden, exorcisme,
het uitlokken van natuurfenomenen, de verdwijntruc en vele andere
wonderen zoals de nederdaling van de heilige geest over de apostelen
die terstond alle talen gaan spreken en de vele genezingen
fenomenen die echter vaak worden voorzien van wetenschappelijke
verklaringen (natuurfenomenen, epilepsie...) zelfs de
'neurotheologie' wordt erbij gehaald. Met een bijzondere aandacht en
een fenomenaal geheugen voor deze zaken verzamelt Noens ze en hij
verbindt ze bijzonder verhelderend met vergelijkbare feiten elders in
het wereldgebeuren.
(...)
Wat men in onze alsmaar rationeler wordende samenleving meer en meer
onder de mat schuift, zal de essentie van Jezus' betekenis blijken te
zijn.
Deze paranormale doener
van zowat veertig gerapporteerde (en dankzij de kracht van de heilige
geest verrichte) wonderen, zegt dat in principe iedereen kan doen wat
de messias doet, mits zijn geloof maar sterk genoeg is en zo deed Don
Bosco in 1860 de vermenigvuldiging van de broden nog eens over. Dit
geloof zou immers ook een rol spelen in zogenaamd strikt
wetenschappelijke experimenten. Het paranormale blijkt inherent aan
de werkelijkheid, zoals Noens laat verstaan met een treffend citaat
van Kenneth Bacheldor: Het is alsof het
universum nu en dan psi fenomenen toelaat, redelijk vlot en snel, op
voorwaarde dat zij accidenteel gebeuren en niet onder bewuste
controle. Wellicht zou bij een andere gang van zaken de realiteit te
onstabiel zijn. (p. 171) Er wordt verhaald hoe de
zestiende-eeuwse Filippus Romolo Neri door een bol van vuur een
bolbliksem? die zijn mond in vliegt en zich in zijn hart nestelt,
geheiligd wordt. Exorcisme, transfiguraties, reanimaties: het blijken
sjamanistische praktijken, evenals het doorgeven van de levenskracht
door het eten van het vlees van de sjamaan en het drinken van zijn
bloed de eucharistie blijkt allerminst een uniek gebeuren.
In het negende en
laatste hoofdstuk over de terugkeer van de Nazoreeër, volgt eerst
een uitgebreide behandeling van de BDE als zeer ingrijpende
gebeurtenis die het leven verandert zoals ook wel gebeurt bij
blikseminslag in het lichaam door natuurvolkeren beschouwd als
sjamanistische roeping, zoals wellicht bij Paulus die op weg naar
Damascus van zijn paard gebliksemd (?) werd en die zich als gevolg
daarvan bekeerde. Ook de Nazoreeër vertoont alle gedragskenmerken
van de bliksemsjamaan en van de BDEr waarover vooral de apocriefe
teksten het hebben, zoals Filippus voor wie de ziende en de blinde
slechts in het donker gelijken zijn. (p. 229)
De waarheid blijft
verborgen voor de verstandigen en wordt slechts aan de eenvoudigen
onthuld; het koninkrijk Gods is slechts voor wie bereid zijn al het
wereldse achter te laten. Is de verrijzenis van Christus als een
eenmalig gebeuren voorgoed achterhaald? Het lijkt erop dat het
biologische sowieso bestemd is om uit het leven een post-biologische
ziel te laten geboren worden...
(2) Er valt wat te
zeggen voor de stelling dat alle oorlogen in wezen godsdienstoorlogen
zijn of oorlogen gevoerd omwille van het geloof. De gruwelijkste
oorlog aller tijden, de Tweede Wereldoorlog met zijn pakweg 75
miljoen doden, draaide om de nazi-ideologie: het geloof in een
zichzelf verheerlijkend superras aan hetwelke de wereldheerschappij
zou toekomen en dat daarom alle andere rassen maar ook alle
rivaliserende ideologieën en geloofssystemen aan zich onderwierp met
alle middelen, tot en met koelbloedige massamoord. Op de tweede
plaats met veertigduizend slachtoffers staat de dertiende-eeuwse
Mongoolse invasie onder Gengis Kahn, met een gelijkaardige gezindheid
als die van het nazisme. (°) Op nummer drie staat de Tweede
Chinees-Japanse oorlog (voor en tijdens WOII en daarmee samenhangend)
met 35 miljoen doden en op nummer vier de zogenaamde Taiping Rebellie
(1850-1864) met 20 miljoen doden, ontketend door Hong Yiuquan die
beweerde de broer van Jezus te zijn. Ons nu het meest bekend zijn de
godsdienstoorlogen in het Midden-Oosten , te beginnen bij de
kruistochten, de vervolgingen ten tijde van de inquisitie en de
strijd tussen katholieken en protestanten, zowel in de middeleeuwen
als in het Ierland aan het eind van de twintigste en aan het begin
van de eenentwintigste eeuw. (°°)
(3) De trouw aan een
liefhebbende en barmhartige god wordt verwisseld met moord voor geld,
invloed en macht en zij die geloven te feesten, drinken het bloed en
eten het vlees van hun dode messias; zij beweren praktisch ingesteld
te zijn als zij omheen hun stad een ijzerdraad of 'heilige eroev'
spannen teneinde aldus een religieuze wet te kunnen omzeilen. [Zie:
http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2904790
]
24-07-2016
Geld, slavernij en vrijheid
Geld,
slavernij en vrijheid
In een wereld waarin
geld het afdwingmiddel bij uitstek is omdat er niets kan bekomen
worden tenzij met geld, zodat zelfs de voortzetting van het eigen
leven van geldbezit afhankelijk is, is men slaaf in zoverre men
andermans werk moet doen om zelf in leven te kunnen blijven en is men
vrij in de mate waarin men in staat is om onbezoldigde arbeid te
verrichten.
Waar men vrijheid identificeert met geldbezit en derhalve met de mogelijkheid om anderen onder dwang te zetten, blijft men gevangen in de slavernij van de geldeconomie.
Vrijheid manifesteert
zich in het opnieuw tot leven wekken van de eenvoudige samenwerking welke vanzelfsprekend was in het tijdperk dat aan het geldtijdperk voorafging. Daar worden iemands rechten niet bepaald door wat hij
presteert maar wel door wat hij nodig heeft, en iemands
plichten worden er niet zozeer bepaald door zijn schulden maar wel door zijn
talenten.
Het aanzien van
prestaties als voortbrengers van rechten kadert immers uitsluitend in
een economie waarin het werk wordt ervaren als een straf die
compensaties vereist een economie die derhalve steunt op
dwangarbeid, enkel passend in een wereld waarin arbeidsvreugde
onbestaande is. In een wereld waarin de arbeidsvreugde als het enige
en eigenlijke loon van het werk wordt beschouwd, zijn het uiteraard
iemands talenten die hem ertoe nopen om ze tot ontwikkeling te
brengen en dus om te werken en in die wereld bestaat uiteraard
geen slavernij.
(J.B., 24 juli 2016)
13-07-2016
Als de waan tot wet wordt
Als
de waan tot wet wordt
Zoals
iedereen weet mag volgens de joodse wet op zondag (Sabbat) niet
gewerkt worden maar de joden nemen hun wetten wel heel letterlijk en
zo bijvoorbeeld mogen zij buitenshuis geen voorwerpen meedragen (want
ook dat is werken) behalve dan hun eigen kledij. Maar daarop hebben
zij iets gevonden: iets dat hen toelaat om vrij met valiezen rond te
zeulen zonder in overtreding te zijn. De Sinaïsche wetgeving van
1312 staat namelijk toe dat zij als 'binnenshuis' mogen beschouwen
wat zich binnen de stadsmuren bevindt en die muren kunnen ook
symbolisch worden opgetrokken met bijvoorbeeld een ijzerdraad, de
heilige eroev genaamd. Zo loopt er al sinds 1902 een ijzerdraad rond
de stad Antwerpen en ook Amsterdam, Londen, New York en Straatsburg
hebben hun eroev. De joden vinden het beslist heel praktisch.
Niet-joden
halen er hooguit de schouders bij op maar stel eens dat een
enkeling een dergelijke onderneming zou starten het spannen van
een ijzerdraad omheen zijn stad met als uitleg dat zijn religie hem
pas toelaat om voorwerpen te verplaatsen binnen het gebied dat door
die draad wordt afgebakend dan zou hij steevast beschouwd worden
als dwangneuroticus. En worden de Antwerpse joden beschouwd als
geesteszieken? Daar is uiteraard geen denken aan, en de reden ligt
hierin dat 'waanzin', van zodra zij een relatief grote groep mensen
in haar greep heeft, niet langer als waanzin wordt bestempeld:
iedereen denkt en doet het en dus is het oké.
Onfatsoenlijk
zou het wezen om alleen de joden te beschuldigen van zaken die in
alle religies schering en inslag zijn want geloven bijvoorbeeld
katholieken niet in de verkwikkende kracht van het eten van
mensenvlees? In de consecratie tijdens de heilige mis wordt het brood
veranderd in het lichaam van Christus dat vervolgens door de
gelovigen genuttigd wordt en het Vierde Lateraans Concilie uit 1215
dat het letterlijk te nemen transsubstantiatie-dogma instelt, maakt
aldus dat alle gelovigen kannibalen zijn. Nota bene werden op
datzelfde concilie (krachtens de canons 78 en 79) joden en moslims
verplicht om uiterlijke herkenningstekens te dragen zoals een gele
insigne en de jodenhoed Hitler voerde met de jodenster dit
brandmerken van mensen weer in.
Opnieuw:
niet-katholieken zullen hooguit de schouders ophalen, maar mocht een
enkeling zich ledig houden met het consacreren van brood en wijn tot
vlees en bloed, hij werd meteen als een krankzinnige menseneter
beschouwd en geïnterneerd. Dat men de katholieken ongemoeid laat,
komt alleen hierdoor, dat zij in groep handelen.
Beoefend
in groep wordt de waanzin 'vrijheid' genoemd in de hierboven
beschreven gevallen meer specifiek 'godsdienstvrijheid'. En dat is nu
precies de macht van de meerderheid en de logica van de democratie:
niet een of andere wetenschappelijke waarheid maar een macht
onderscheidt wat gezond is en wat als waanzin moet bestempeld worden.
Als de meerderheid rechtshandig is, dan is de linkerhand de manu
sinistra of de hand van de duivel.
Als
iedereen het doet, dan mág het niet alleen maar dan zal het op den
duur ook móeten. Zo is moord verwerpelijk en wordt alom zwaar
bestraft, maar in geval van collectieve moordpartijen, wordt de
enkeling die deserteert, bestraft en wel met de dood door de kogel.
Waanzin en gezondheid worden onderscheiden door een brute macht en
hetzelfde geldt voor goed en kwaad: het persoonlijke geweten moet
buigen voor de wetten van een meerderheid die zich handhaven door mét
de persoon ook het persoonlijke geweten te kortwieken: zij maken
overtredingen onmogelijk door de overtreder van zijn vrijheid te
beroven ofwel van zijn leven.
Om
die griezelige reden en derhalve 'dankzij' de democratie worden
vandaag vluchtelingen die krachtens de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens uit 1948 asielrecht verdienen, niet gered met een
bevrijdende eroev maar wel met prikkeldraad belemmerd om Europa
binnen te komen en zij worden naar hun land van herkomst
teruggestuurd waar zij vergast worden op bombardementen, hongersnood
en koppensnellers. En deze collectieve waanzin werd niet alleen tot
vrijheid verheven maar tevens tot wet.
Er
was een tijd waarin met geweren gewapende Westerlingen en nog anderen
naar (bij voorkeur) Afrika trokken om aldaar mensen te vangen zoals
men wilde dieren vangt, ze met schepen over te brengen naar plantages
en ze daar in gevangenschap gratis te laten werken tot hun dood.
Maar
dat zijn uiteraard lang voorbijgestreefde methodes: vandaag maakt men
slaven op een heel andere en veel doeltreffender manier.
De
geweren zijn vervangen door bommenwerpers die hun ding doen boven
landen die zich niet te best verdedigen kunnen en aldaar slaan dan
miljoenen mensen op de vlucht: jongemannen meestal, want vrouwen,
kinderen en ouderlingen kunnen helemaal niet vluchten.
De
overscheping dan, gebeurt geheel op kosten van de vluchtelingen zelf
en zij reizen illegaal naar landen waar zij zogezegd niet welkom
zijn.
Zogezegd,
want in feite worden zij, alle barricades ten spijt, oogluikend
toegelaten, wat uiteraard tot gevolg heeft dat hun verblijf volstrekt
ondergedoken dient te verlopen: de legale mensen met hun
mensenrechten worden aan de grens gestopt en alleen hun fysieke
component, de lichamen dus, treden naar binnen.
Die
lichamen echter hebben zoals alle andere lichamen honger en dus nood
aan geld, dat zij echter alleen in het verborgene verdienen kunnen
want zij zijn daar illegaal, niemand mag hen zien.
En
ziedaar hoe vernuftig de slavenfabriek geworden is: enkele
bommenwerpers volstaan en de slaven komen uit eigen beweging naar de
rijke landen toe zoals vliegen naar een spinnenweb; ze verbergen zich
alsof ze helemaal niet bestonden en verzekeren aldus hun uitbuiters
tegen alle mogelijke aantijgingen.
(J.B.,
2 juli 2016)
25-06-2016
Europa: terug naar af!
Europa:
terug naar af!
Nu
met de Brexit-perikelen de vrees toeneemt dat de EU uit elkaar zal
vallen, dient men zich te bezinnen over het feit dat de eigenlijke
reden voor de oprichting van de Unie (na de Tweede Wereldoorlog)
gelegen is in het feit dat men een dam wilde opwerpen tegen het
nationalisme.
Met
het nazi-Duitsland van Hitler was een wel bijzonder gruwelijke vorm
daarvan tot ontwikkeling gekomen, waarbij het volk zichzelf als 'ras'
verafgoodde, het land ongebreidelde gebiedsuitbreiding op het oog had
en minderheden als slaven werden ingezet en/of vergast: in
concentratiekampen werden zes miljoen Joden, Roma, maar bijvoorbeeld
ook invaliden, prostituees en homo's omgebracht.
Het
is geen geheim dat oorlogen in een mum van tijd alle betrokkenen
verarmen of vernietigen en het Europese project (dat in 1950 vorm
kreeg in het Schuman-plan, genoemd naar de toenmalige Franse
economieminister en premier) verving als het ware de onderlinge
concurrentie van de BeNeLux, Italië, Frankrijk en Duitsland door hun
samenwerking. Vooreerst economisch, wat uiteraard de welvaart in de
hand werkte. De culturele en de politieke samenwerking zouden
spontaan volgen...
Deze
evolutie geschiedde aldus: in 1952 werd de Europese Gemeenschap van
Kolen en Staal opgericht, in 1958 volgden de samenwerking inzake
economie (de Europese Economische Gemeenschap) en atoomenergie
(Euratom), in 1967 kwam er één Europese raad en commissie (het
Fusieverdrag), in 1987 kwam er Europese politieke samenwerking alsook
gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (de Europese
Akte). De eigenlijke Europese Unie werd opgericht met de verdragen
van Maastricht (het EU-Verdrag, 1993), Amsterdam (1999), Nice (1993)
en Lissabon (2009) voor samenwerking inzake justitie, binnenlandse
zaken en strafzaken. Zo telt de EU vandaag 28 lidstaten na de
Brexit dus nog 27 en een verdere afbrokkeling dreigt.
Een
verdere afbrokkeling en dus ook een verdere opkomst van het
nationalisme staan voor de deur: het opschorten van de onderlinge
samenwerking en het herinvoeren van onderlinge concurrentie, strijd
en eventueel oorlog alsook de verarming en alle andere ellende die
daar onvermijdelijk uit volgen. Bovendien wordt Europa nu een
makkelijke prooi voor Rusland, de Verenigde Staten en nog andere
grootmachten: monetair, economisch, cultureel en militair...
Waar
vandaan toch die haat tegen het westen? zo vragen de leiders
alhier zich in de media af. Maar zij doen slechts alsof hun neus
bloedt want dienen zij niet te weten dat de aanslagen in Maalbeek en
in Zaventem alsook de geplande aanslagen op het Rogierplein beraamd
werden onder de inspiratie van medegevangenen van IS-leider Al
Bhagdadi "in een gevangenis in Irak", zoals de krant HLN
schrijft (1) waaronder uiteraard verstaan moet worden: de Abu
Ghraib gevangenis. (2) Ter opfrissing van wat voorgoed in het
collectieve geheugen van de mensheid gegrift staat, de volgende
documentaire, getiteld: Abu Ghraib Prison. Barbaric torture and
abuse of Iraqi prisoners by the American's:
Past de paus in de kast? â Over de tragedie in Orlando â
-
Past
de paus in de kast?
Over
de tragedie in Orlando
"Wij hopen
allen dat de oorzaken van dit afschuwelijke en absurde geweld, die
het verlangen naar vrede van het Amerikaanse volk en de hele mensheid
zo diep verstoort, kunnen worden aangewezen en doeltreffend en snel
bestreden kunnen worden", aldus
paus Franciscus I volgens de (verder anonieme) 'Kerknet-redactie' in
Kerknet van 12 juni 2016 (met een verwijzing naar de Vatican
Information Service)
(1).
Misschien
kan Zijne Heiligheid zijn licht eens opsteken bij de Telegraph
van 14 juni laatstleden, waar verschillende mensen, onder wie de
waard van de homoclub waar de afslachting plaatsgreep, ervan getuigen
dat de massamoordenaar wellicht een crypto-homo was iemand die
zijn geaardheid angstvallig voor anderen verbergt. (2)
In
diezelfde krant bevestigen verschillende getuigenissen in dat verband
andermaal de onomstotelijke resultaten van het wetenschappelijk
onderzoek daaromtrent: openlijke tegenstanders van homofilie zijn
vaak verborgen homoseksuelen die (vruchteloos) geloven dat hun luide
tegenstem de mogelijke argwaan omtrent hun eigen geaardheid in de
kiem kan smoren.
Uiteraard
verbergen mensen hun geaardheid omdat zij vrezen voor
'onvriendelijke' reacties vanuit hun omgeving: homo's worden zoals
overigens vele andere minderheidsgroepen genegeerd, bedreigd, gepest,
fysiek aangevallen en vermoord door mensen die daartoe worden
aangezet door vijandige denkbeelden welke de wereld ingestuurd worden
door potentaten die geloven de waarheid in pacht te hebben. En wie
durft het vandaag nog tegenspreken dat de katholieke kerk hier altijd
de toon heeft aangegeven maar zich ook hier weer van de domme houdt?
Europa
verbiedt de toetreding van Turkije tot de Unie omdat het land een al
dan niet vermeende genocide miskent?
Er
bestaat doodslag, moord met voorbedachten rade en er is ook nog moord
door schuldig verzuim. In het laatst genoemde geval verzuimt men
opzettelijk om hulp te bieden aan iemand in grote nood
bijvoorbeeld iemand die in levensgevaar verkeert en wiens
uiteindelijke overlijden dan eigenlijk toe te schrijven is aan dat
verzuim. In wezen weegt moord door schuldig verzuim zwaarder dan
doodslag omdat bij doodslag niet gehandeld wordt met voorbedachten
rade. Bij schuldig verzuim is per definitie sprake van voorbedachten
rade.
Genocide
of volkerenmoord is erger nog dan moord omdat het daar gaat om een
moord op een gans volk, het gaat om massamoord, het gaat om het doden
van vele mensen met voorbedachten rade.
Maar
wat dan gezegd van moord door schuldig verzuim op een gans volk? En
wat gezegd van een steeds opnieuw herhaalde moord door schuldig
verzuim op een hele massa mensen een volkerenmoord door schuldig
verzuim die zich maar blijft herhalen? En hoe bestaat het dat zulks
kan en dat het ongestraft gebeuren kan? Of is de volstrekte
straffeloosheid waarvan hier sprake dan misschien de ultieme stimulus
die de moord transformeert tot een soort van perpetuum mobile?
De
wet omtrent het schuldig verzuim maakt van een moreel gebod dat ons
door ons geweten wordt ingegeven, een burgerplicht, wat wil zeggen
dat schuldig verzuim een misdaad is. Gaat het om schuldig verzuim met
de dood van velen tot gevolg, bovendien herhaaldelijk begaan
gedurende vele jaren, dan is er zonder twijfel sprake van massamoord
met voorbedachten rade uiteraard én kennelijk met volledige
afwezigheid van schuldbesef.
Die
laatste toevoeging nu, wijst op het totaal ontbreken van medeleven
met de slachtoffers, het onvermogen als het ware tot ook maar enige
vorm van empathie: zij verraadt niets minder dan psychopathie.
Dat
de genoemde misdaad de moordende waanzin niet alleen mogelijk
is maar bovendien feitelijk, actueel en ook nog eens de regel in
plaats van de uitzondering, om niet te zeggen schering en inslag, in
onze eigen wereld vandaag, spreekt vanzelf uit alle feiten aangaande
de houding van de Europeanen jegens de vluchtelingen uit het Oosten.
De
hele zaak wordt nog driester, in acht genomen het feit dat na de
Tweede Wereldoorlog alle zich beschaafd achtende landen ter wereld
de zogenaamde Verenigde Naties overeengekomen zijn om bij een
herhaling van een oorlogskatastrofe zoals die zich voordeed ten tijde
van het nazisme, de vluchtelingen op te vangen.
Vraagt
men zich nu af hoe die massamoord dan mogelijk is, dan belandt men
uiteraard bij het gegeven van het banditisme, wat wil zeggen de
bendevorming of het handelen in groep, in casu: het plegen van
misdaden moorden, massamoorden in groep. Het plegen van een
misdaad wordt immers 'vergemakkelijkt' door een aantal factoren,
waaronder de gedeelde schuld: in de massa blijken personen afwezig,
zij maken plaats voor onmensen. Daarnaast is er nog de factor van de
afstand (in ruimte en in tijd) tussen dader en slachtoffer: naarmate
die afstand toeneemt, gaat het slachtoffer als het ware
depersonaliseren of er veeleer uitzien als een ding dan als een
persoon. Ook de demonisering van het slachtoffer en het onterecht
afschilderen van het slachtoffer als een dader het slachtoffer
wordt bijvoorbeeld beschouwd als levensbedreigend voor de dader
blijkt moord 'toegankelijker' te maken.
Op
de koop toe krijgt hier de massamoord een legitiem karakter om
niet te zeggen dat moord zich weet te verheffen tot een wettelijke
plicht zo huiveringwekkend werd onze eigen hedendaagse
geschiedenis. De democratie laat immers toe dat een misdadige massa
het gros der Europeanen politici aan de macht brengt die zich
ertoe lenen om in ruil voor politieke macht, de criminele wil van een
gewetenloze, psychopatische meerderheid door te voeren.
En zo
verschilt de EU in helemaal niets meer van het nazi-Duitsland van
Adolf Hitler dat zes miljoen mensen in de gaskamers ombracht. Van
dezelfde orde van grootte dreigt het huidige aantal slachtoffers te
worden onder de vluchtelingen die men opnieuw eensgezind laat
stikken.
Een
Duitse komiek heeft de Turkse premier beledigd en deze laatste spant
een rechtszaak aan tegen zijn boosdoener, die zich echter beroept op
de vrijheid van meningsuiting. De Duitse premier vindt dat hier
sprake is van belediging van een bevriend staatshoofd en derhalve
vindt zij Erdogans reactie terecht. Maar vanwege rechts en extreem
rechts klinkt het dat Erdogan een despoot is en als dit niet meer mag
gezegd worden, is het afgelopen met onze democratie en met onze
vrijheid. De Antwerpse burgemeester en N-VA-voorzitter Bart De Wever
vreest bovendien dat Turkije misbruik maakt van de macht die het land
van Europa kreeg in het kader van de vluchtelingencrisis...
Het
stukje getiteld Het
boontje van loontjeverscheen
intussen bijna twee jaar geleden als antwoord op een klacht van ene
Luckas Van Der Taelen over niet-geïntegreerde vreemdelingen in Vorst
die naar zijn eigen zeggen zijn dochter uitschelden op straat en die
hem aldaar beschouwen als een indringer op hun privéterrein en de
recente klacht van N-VA-kopstuk en minister van binnenlandse zaken
Jan Jambon, namelijk dat de helft van de allochtonen als reactie op
de aanslagen van 22 maart 2016 dansten, kan eender beantwoord worden:
politici blijken de eigen geschiedenis helemaal niet meer te kennen.
Van
Der Taelen, De Wever, Jambon en met hen alle rechtse en
extreem-rechtse politici wensen dat
wij aan de allochtonen onze normen en waarden zouden opleggen maar
het weze herhaald de vraag luidt dan wat zij nu precies op het
oog hebben: bedoelen zij onze werkelijke
normen en waarden ofwel de voorgewende?
Want inzake onze werkelijke
normen en waarden doet alvast de geschiedenis er geen doekjes om,
tenminste als men zijn licht gaat opsteken bij de echte
geschiedschrijvers. Of weten deze politici dan niet hoe wij,
Europeanen, aan de vreemdelingen onze normen en waarden reeds
metterdaad diets hebben gemaakt in het gastarbeiderstijdperk dat zij
toch zelf nog hebben beleefd? Is de bestseller Ganz
Unten
(in het Nederlands verschenen onder de titel Ik,
Ali)
uit 1985 van de allereerste undercover-journalist Günther Wallraff
dan aan hun neus voorbijgegaan? Het boek zou voor minder een
bestseller wezen, want elkeen weet dat het niet niks was wat Wallraff
aan het licht bracht: onze feitelijke
normen en waarden. Iedereen weet intussen wel wat de zogenaamde
dubbele
moraal
betekent maar het behoort uiteraard ook tot de essentie van die
'moraal' om niet uit de biecht te klappen en al liegende het been
stokstijf te houden. In de dubbele moraal wordt gezworen bij
hoogstaande principes... terwijl het eerste feitelijke
principe de meineed is. Het Victoriaanse tijdperk geldt als het
schoolvoorbeeld voor deze feesten van de hypocrisie, ons evenmin
onbekend van (bij uitstek strenge) godsdiensten, van totalitaire
politieke regimes en uiteraard van de eindeloze rij financiële
schandalen waarin onze 'leiders' zelf betrokken zijn.
Voor
wie het nog mochten hebben gemist: de moedige Duitse journalist
Günter Wallraff (°1942) werkte (voor Bild)
vermomd als Turkse gastarbeider en tekende de feitelijk
gehanteerde
normen en waarden van onze voorgewend
christelijke
samenleving op, meer bepaald: de mensonwaardige behandeling en
werkomstandigheden van gastarbeiders in de industrie.
De
zaak is uiteraard deze: wie gelooft te mogen verwachten van de
kinderen en de kleinkinderen van de door Wallraff beschreven hier
uitgebuite gastarbeiders dat zij onze dubbele moraal kunnen
appreciëren, is ofwel niet goed snik, ofwel is hij een struisvogel,
ofwel kent hij de geschiedenis niet. Overigens is het trieste feit
dat men er van overheidswege kennelijk niet meer in slaagt om overal
te lande de orde te handhaven, een rechtstreeks gevolg van dezelfde
hypocrisie en meer bepaald een gevolg van algemene onbekwaamheid
welke uiteraard de nasleep is van een wijd verbreid nepotisme van
politiek despotisme, uitgerekend hetgeen men Turkije nu wil
aansmeren.
Of
is het eerder zo dat Europa het feit niet kan verteren dat het arme
gastarbeidersland Turkije aan enkele miljoenen vluchtelingen asiel
verleent, terwijl het rijke Europa de sukkelaars achter de
prikkeldraad van nieuwe concentratiekampen steekt, alle afspraken
over asielrecht uit de na-oorlogse mensenrechtenconventie aan de
laars lappend? En waarheen met die miljoenen vluchtelingen indien ook Turkije een prikkeldraaddemocratie was geweest?
(Jan
Bauwens, 16 april 2016)
09-04-2016
Tophypocrieten
Tophypocrieten
Het
tart werkelijk alle beschrijvingen maar de katholieke kerk slaagt er
blijkbaar in om de massa instemmend te laten knikken op het ogenblik
dat zij zich bij monde van haar paus bereid verklaart om een beetje
meer vergevensgezindheid te vertonen tegenover homo's, lesbiennes en
uit de echt gescheiden mensen.
En
wij die dachten dat het ogenblik was aangebroken waarop die kerk
vergiffenis zou vragen voor de intussen dan toch niet meer te
tellen doden vaak door zelfmoord maar ook door moord
ingevolge haar meedogenloze veroordelingen van deze
minderheidsgroepen! Voorwaar, eens te meer doet de dader zich als
slachtoffer voor en belaadt prompt het slachtoffer met alle schuld...
en dit kennelijk zonder dat iemand dit boerenbedrog opmerkt.
Anderzijds
echter is een komedie van de bovenste plank ook alles behalve
zeldzaam in kringen die zichzelf 'hoger' achten: de WikiLeaks, de
LuxLeaks en nu ook de Panama Papers laten hier omtrent niet de minste
twijfel bestaan. En het verhaal van de blinde massa is evenmin
nieuws.
Maar
het moet nog eens worden herhaald: de kerk spant de kroon en zij
blijft verrassen. Een dikke proficiat daarvoor!
(J.B.,
8 april 2016)
30-03-2016
Over het katholicisme, het kannibalisme, de Waarheid en het Leven â ter aanvulling op het voorgaande
Over
het katholicisme, het kannibalisme, de Waarheid en het Leven ter
aanvulling op het voorgaande
De katholieke kerk zegt
over zichzelf het mystieke lichaam te zijn van de verrezen Heer wiens
lichaam en bloed zij naar eigen zeggen telkens opnieuw tijdens de
consecratie de kern van de heilige mis uit brood en wijn te
voorschijn brengt. Edoch, men moet opmerken dat in geen van de vier
erkende evangeliën sprake is van een transsubstantiatie of van een
wezens-verandering: tijdens het laatste avondmaal, dat model
staat voor de mis, wordt gezegd dat het brood en de wijn, het lichaam
en het bloed van Christus zijn. Andermaal: er wordt niet
beweerd dat het brood en de wijn veranderen in het lichaam en
het bloed van Christus, er wordt wél gezegd dat zij het lichaam en
het bloed van Christus zijn.
Niet onlogisch, wetende
dat Christus over zichzelf zegt het Leven te zijn "Ik ben de
weg, de Waarheid en het Leven" terwijl wij ook dagelijks
mogen ondervinden dat wij pas in leven kunnen blijven als wij
ononderbroken voedsel leven tot ons nemen, en dat leven is
goddelijk: het is Leven. Niet het katholicisme doch het christendom
zelf is kannibalistisch het Leven is kannibalistisch om de
eenvoudige reden dat een correcte lezing van de woorden bij het
laatste avondmaal ons leert dat het voedsel dat wij dagelijks tot ons
moeten nemen om in leven te kunnen blijven, geen ding
is of geen levenloze zaak, maar het Leven zelf, de bron
van het leven, en dat is, naar zijn eigen woorden, de persoon van de
verrezen Heer: het Leven dat zich, nota bene, offert aan nieuw leven
dat bij de gratie van dit offer voor eeuwig blijft bestaan. Primo
vere, het eerste groen, de altijd terugkerende lente.
Maar meteen volgt daar
ook uit dat het mystieke lichaam van de verrezen Heer niet zomaar
samenvalt met de kerk, laat staan met het politieke instituut dat
zich de kerk noemt, maar dat het in de eerste plaats samenvalt met
het Leven zelf, en dat is wat men kan verstaan onder de
natuur. Wat overigens helemaal niet betekent dat God met de natuur
samenvalt zoals in bepaalde oppervlakkige interpretaties van
Spinoza's "Deus sive natura", waarbij Spinoza er slechts op
wijst dat de natuur door Gods kracht bestaat, want God is ook nog de
Weg en de Waarheid en dat zijn zaken die het natuurlijke (zoals dat
bijvoorbeeld in de wetenschappen wordt opgevat) te boven gaan.
(J.B., 30 maart 2016)
28-03-2016
Twee waarheden over IS
Twee waarheden over
IS
Op grond van wat over
terreurgroepen bekend is, zou de actuele aanpak daarvan door de
bedreigde mogendheden er in feite heel anders mogen uitzien en dat
dit niet het geval is, kan slechts te wijten zijn aan het jammerlijke
feit dat, vooral ingevolge vriendjespolitiek, de macht al te vaak in
verkeerde handen is wat overigens een vorm is van terreur.
Om te beginnen wordt een
terreurbende nooit bezield door heldhaftige idealen: die verkappen
namelijk iets heel anders, namelijk de angst voor de bendeleider.
Meteen is hiermee gezegd dat terreurbendes draaien om een bendeleider
en dat is één spilfiguur weliswaar omringd door handlangers en
tenslotte ook door aanhangers. Zo ziet men bijvoorbeeld bij
motorbendes dat zij hun sterkte halen uit het feit dat de angst van
de bendeleden voor de wet verdwijnt in het licht van hun angst voor
de vertegenwoordiger van de wet van hun bende. Hetzelfde geldt in
dictaturen, die immers dreigen te verdwijnen van zodra de dictator
verdwijnt. Per definitie duldt een dictator geen tweede naast zich en
uiteraard geldt hetzelfde voor een bendeleider, zodat de opvolging
wel altijd een probleem is, vaak vergezeld van lynchpartijen.
Vervolgens is hetgeen de
leider dicteert van secundair belang, om niet te zeggen geheel zónder
belang: van tel is slechts dát hij het beveelt en dat het nagevolgd
wordt. Doorheen de geschiedenis verkondigden leiders theorieën te
gek om los te lopen maar telkens weer heeft men kunnen vaststellen
hoe hun volgelingen deze klakkeloos hebben geloofd en nagevolgd. Dit
instinct tot volstrekt kritiekloze gehoorzaamheid aan het gezag is zo
sterk dat de betrokkenen, ongeacht hun intelligentie, zich diep
verontwaardigd voelen wanneer men hen op die geestelijke blindheid
wijst. Katholieken dulden niet dat men hun kannibalisme verwijt
terwijl zij toch geloven dat zij tijdens de heilige mis het lichaam
van hun leider eten en zijn bloed drinken. (*) De gelovigen van de
zogenaamde 'religies van het boek' het jodendom, het christendom
en de islam stellen zich geen vragen bij het feit dat hun
aartsvader Abraham geenszins aarzelde om het bevel van zijn god op te
volgen om zijn zoon op het altaar de keel over te snijden. En zo mag
het ook niet verwonderen dat leiders die het bevel geven om te doden,
prompt gehoorzaamd worden.
Toegepast op IS
betekent dit dat het terrorisme aldaar niets kan te maken hebben met
de religie die de betrokkenen beweren aan te hangen: hun zogenaamd
geloof verkapt slechts de angst voor hun wrede leider, zodat de
doelloosheid van de hele beweging verdoezeld wordt. Angst is immers
geen beweging naar een doel toe doch een vlucht wég van hetgeen men
vreest. Door alles met religie te omgeven, krijgt het laffe weglopen
het bedrieglijke uitzicht van een reis naar een doel toe. De
buitenstaander wordt misleid en eventueel in de val gelokt wanneer
hij zich op zijn beurt gaat aansluiten bij de bende.
Een terreurgroep kan men
evenmin als een dictatuur uitroeien door de leden ervan te doden
omdat de terreurgroep wezenlijk onaangetast blijft zolang hij een
leider heeft die gevreesd wordt door de bendeleden. Meestal ziet men
dat wel in, echter geheel in tegenstelling tot een tweede waarheid,
met name deze dat men een terroristische groep niet kan vernietigen
door aan te tonen dat de theorie of het geloof die de leden
aanhangen, helemaal geen hout snijdt. Zoals gezegd doet de inhoud van
de ideologie of het geloof er helemaal niet toe: die worden per
definitie niet in vraag gesteld, evenmin als bijvoorbeeld de inhoud
van de kennis na het eten van de verboden vrucht in de tuin van Eden.
Wil de aanpak van IS
slagen, dan moet die zich derhalve zeker niet richten op het geloof
van de betrokkenen of op het decimeren van de bende. Zoals
Nazi-Duitsland viel met de dood van de persoon van Hitler, zo zal IS
pas uitgeschakeld worden op het ogenblik dat haar leider verdwijnt.
Maar uiteraard is daarmee nog altijd niets gezegd over de oorsprong
van dergelijke verschijnselen...
22 maart 2016: Jeder für sich und Gott gegen alle
22
maart 2016: Jeder für sich und Gott gegen alle
De
orde in een samenleving wordt gehandhaafd door wetten die hun kracht
halen uit het bestaan van sancties. Maar het is duidelijk dat daar
waar de straffen geen afschrikkingseffect hebben, ook de wetten geen
kracht kunnen hebben. Dat straffen niet afschrikken kan gelegen zijn
aan twee factoren: aan de straffen zelf, die bijvoorbeeld te zwak
zijn, en aan diegenen op wie ze van toepassing zijn en die,
bijvoorbeeld vanuit de een of andere perversie, de straf veeleer als
een beloning ervaren. Dat laatste blijkt vaker het geval waar
religieuze overtuigingen in het geding zijn omdat god daar als
machtiger ervaren wordt dan elke wereldse koning: de macht van een
wereldse koning beperkt zich tot het tijdelijke terwijl de goddelijke
macht de eeuwigheid betreft. Dat mensen zich bereid tonen om voor hun
geloof te leven en desnoods ook te sterven, is één zaak, die wij
kennen als het martelaarschap. Maar dat sommigen bereid zijn om voor
hun geloof ook anderen te vermoorden, is nog een andere zaak, in
feite volstrekt van het martelaarschap onderscheiden. Dit laatste
geval doet zich vooral voor in politieke dictaturen waar getrouwen
van een regering die zich boven de wet verheft, zich bereid tonen tot
moord in strijd met de goddelijke wet: daarvoor worden zij dan
beloond met een promotie welke zich vertaalt als politieke macht. In
de literatuur kent men dit verschijnsel in de geschiedenissen van wie
hun ziel verkopen in ruil voor wereldse macht en de Faustlegende is
daarvan misschien wel het bekendste voorbeeld. Reeds Jezus Christus
werd door de duivel meegenomen op een hoge berg en daar verzocht om
voor hem te knielen in ruil voor de wereld aan zijn voeten. In de
ideologie van een welbepaalde fundamentalistische islam wordt men
geconfronteerd met een wat bedrieglijke variante op dat thema: moord
wordt daar beloond met de eeuwige gelukzaligheid van een
welomschreven paradijs (dat alvast in de christelijke interpretatie
een sexistisch paradijs van ontucht is, een paradijs voor de man,
waarbij de vrouw herleid werd tot een lustobject). Als een
samenleving moord verbiedt en zij die in extremis met de doodstraf
sanctioneert, terwijl de dood van mensen die het genoemde
fundamentalisme aanhangen, eenmaal gekoppeld aan een specifieke
moord, beloond wordt met de eeuwige gelukzaligheid, dan staat de
samenleving voor een probleem: de sanctie die zij voorziet, werkt
niet voor de genoemde fundamentalisten en derhalve zal men hen op
generlei wijze kunnen aansporen tot het naleven van de wet. En waar
de wet in het teken staat van de veiligheid van de burgers, bestaat
derhalve geen andere oplossing voor dit probleem dan voor de
beschreven groep van 'gelovigen' de toegang tot de (internationale!) samenleving
onmogelijk te maken. Andermaal: daar zij de dood niet vrezen en dus
ook niet de straffen, zullen zij de wet niet naleven die de orde
handhaaft en kunnen zij de samenleving in chaos storten.
De
gehoorzaamheid aan goddelijke wetten kan wereldse wetten ontkrachten
waar de wereldse wetten moord gebieden, en dat is een zaak die de
vrede dient. Maar waar goddelijke wetten de wereldse ontkrachten waar
deze laatste moord verbieden, hebben wij te maken met een god die
elke samenleving en derhalve ook de mens als zodanig tegenstaat.
Alleen de onmens kan in deze god geloven.
(J.B.,
23 maart 2016)
13-03-2016
Ongelijkheid en rechtvaardigheid
Ongelijkheid
en rechtvaardigheid
Individuele levende
wezens kunnen natuurlijkerwijze van hun voorouders eigenschappen
overerven zoals vormen van intelligentie en allerlei gebrekkigheden.
Men zegt soms dat de natuur onrechtvaardig is omdat het recht in
wezen stoelt op iets geheel onnatuurlijks, want dat is het geloof in
de gelijkheid. Het heeft er alle schijn van dat niemand zou morren
indien iedereen 'gelijk' geboren werd, terwijl de natuur streeft naar
de maximalisatie van de diversiteit. Niemand vraagt erom geboren te
worden in een vluchtelingenkamp of als doofstomme en niemand verdient
dat ook totdat het tegendeel bewezen is. Ongelijkheid is een
natuurlijk gegeven en zo ook is onrecht dat, maar de zaak is dat de
natuur niet om rechtvaardigheid maalt. Onrecht stuit ons tegen de
borst omdat wij in ons maatschappelijke handelen oordelen in termen
van verdienste. Wie hard werken, verdienen beter dan wie luieren, en
wij overtuigen ons van de juistheid van deze stelregel omdat wij
ervan uitgaan dat de maatschappij rechtvaardig dient te zijn wij
hebben dan namelijk het gevoel ons eigen lot mee te kunnen bepalen.
De maatschappelijke gelijkheid hoort de natuurlijke ongelijkheid of
het recht van de sterkste in zekere zin te compenseren. Het
natuurlijke wordt aan het maatschappelijke of dus aan het menselijke
onderworpen als in een revanche omdat de mens het natuurlijke al te
vaak noodgedwongen moet gehoorzamen. Het is al erg genoeg dat wij
ongelijk geboren worden, zo lijkt men te redeneren: laten we ons
derhalve vrijwillig onderwerpen aan zelfgemaakte wetten die het recht
van de sterkste aan banden leggen!
Het maken van een
buiging met het doel een anders geheel onmogelijke sprong te kunnen
maken, is een vaker geziene tactiek van levende wezens: wij buigen
voor wetten die er uit zichzelf helemaal niet zijn maar wij buigen
alsnog omdat onze gehoorzaamheid aan die zelf gefabriceerde wetten
ons uiteindelijk vrijer maakt.
Dat de ene een ziekte
erft en een andere gezondheid en kracht, komt ons voor als
onrechtvaardig maar, ook al pogen wij dit in onze samenleving te
overstijgen, toch bootsen wij dat onrecht na, bijvoorbeeld met het
erfrecht: men erft van zijn voorouders niet alleen gezondheid,
intelligentie en allerlei kwalen maar ook rijkdom, bezittingen en
geld. Meer zelfs: niet alleen het individu erft van zijn ouders, ook
de burger erft de rijkdom of de schulden van zijn land. Met de
erfenisrechten bootsen wij de natuurwetten na ofschoon wij die
onrechtvaardig achten, zodat er gegronde redenen zijn om de
oprechtheid van ons streven naar rechtvaardigheid in twijfel te
trekken. Als wij het al onrechtvaardig vinden dat de ene kwalen erft
en de andere snuggerheid en kracht, waarom dulden wij dan dat wij op
de koop toe de rijkdom of de schulden van onze voorouders erven? Nog
absurder is het dat wij een wereldeconomie scheppen waarin wij zelfs
de schulden erven van de natie waartoe wij geheel buiten onze wil en
wens behoren.
Maar aan de basis
hiervan ligt zonder twijfel het privaatrecht of het recht op bezit
beter gezegd: het maatschappelijke recht om wat men eenmaal bezit,
ook te mogen behouden. Bezit ik vandaag een huis, dan is dat een
verworvenheid: het zal ook morgen nog het mijne zijn. En wordt het
niet al duidelijk dat de afschaffing van het erfrecht, ook de
afschaffing van het privaatbezit vooronderstelt? En dat men dan ook
de regel moet laten varen dat wie hard werken, meer verdienen dan wie
luieren? De gelijkheid die wij allen zo graag zeggen te willen,
blijkt alvast helemaal geen natuurlijk gegeven: er zijn mensen die
sterk zijn en hard werken terwijl anderen ziekelijk en vermoeid de
hele dag in bed doorbrengen; er zijn sterken en zwakken; er zijn
mensen die rijkdom verwerven en er zijn er die schulden opstapelen en
dat verschil is er van nature en het kan alleen maar toenemen. Ons
verzet hiertegen heeft een schijn van rechtvaardigheid maar die wordt
pas geloofwaardig waar ze ook consequent is en niet langer duldt dat
rijkdommen en schulden erfelijk zijn. Het gemeenschappelijke bezit of
de afschaffing van het privaatbezit alsook het internationalisme of
de afschaffing van de naties worden in dit licht reële alternatieven
voor het huidige bestel. Omdat er nog veel water door de zee zal
vloeien vooraleer het ook zover is, moet men zich tevreden stellen
met een haalbare tussenoplossing en zit die niet de herhaaldelijke
kwijtschelding van de schulden en in de voortdurende herverdeling van
de rijkdom? En in dat licht is de negatieve rente, welke immers paal
en perk stelt aan het zogenoemde Mattheüseffect, misschien wel een
stap in de goede richting. Het is hoe dan ook stilaan achterhaald om
te blijven belijden dat het hebben van bezit recht geeft op nog meer
bezit terwijl het hebben van schulden aanleiding moet geven tot het
maken van nog meer schulden.
(J.B., 13 maart 2016)
10-03-2016
Europa wordt zijn eigen concentratiekamp
Europa wordt zijn
eigen concentratiekamp
De oorlogen in Syrië
(maar ook deze in Irak, in Libië en in andere streken in het
Midden-Oosten en in Afrika) hebben sinds enkele jaren een enorme
vluchtelingenstroom richting Europa op gang gebracht. Veruit de
grootste vluchtroute loopt via Turkije, dat nu aan 2,6 miljoen
asielzoekers onderdak geeft: velen zitten er in kampen maar nog meer
vluchtelingen verblijven in de Turkse steden. Turkije kan de
toestroom niet meer aan en heeft een hek gebouwd aan de grens met
Syrië waar de ongelukkigen alsnog blijven binnenstromen. Eenmaal in
Turkije, proberen zij de Egeïsche Zee over te steken naar
Griekenland, via de Griekse eilanden. Ook in Europa werden al hekken
gebouwd en zo blijven ontelbaren steken in Turkije en in Griekenland.
Onder de druk van een groeiende massa extreem-rechtse kiezers werden
ook in Europa hekken opgesteld en de E.U. smeekt transitland Turkije
om de vluchtelingen niet naar Griekenland te laten oversteken maar
hen 'voorlopig' in Turkije in kampen onder te brengen. Uiteraard
biedt Turkije Europa het kostenplaatje aan, naast nog een aantal
eisen waaronder de toetreding tot de Europese Unie. Hierover wordt
onderhandeld op enkele Europese tops in maart 2016 waar Turkije wordt
vertegenwoordigd door premier Agmet Davutoğlu.
Deze 57-jarige professor
en diplomaat adviseert Erdoğan sinds 2003, was van 2009 tot 2014
minister van buitenlandse zaken en is sinds anderhalf jaar premier en
leider van de AKP. Onder zijn premierschap groeide het conflict met
de Koerdische PKK waarvan hij de stellingen liet bombarderen samen
met die van ISIS, nadat aan Turkije door de V.S. een laks optreden
tegen (en volgens sommigen zelfs steun aan) die terreurgroep werd
verweten. Davutoğlu staat afwijzend tegenover de Gülen-beweging,
een groep genoemd naar de progressieve prediker Fethullah Gülen
(momenteel in vrijwillige ballingschap in de V.S.) die in het spoor
van de geniale Koerdische sunni-moslimtheoloog Said Nursî
(1877-1960), de moderne wetenschap en de logica hoog in het vaandel
voert en de interreligieuze dialoog nastreeft. Bovendien wordt
Davutoğlu verweten de politieke corruptie niet te bestrijden en
Turkije in de richting van een politiestaat te voeren. Hij wordt een
Neo-Ottomanist en een Pan-Islamist genoemd daar hij zich afkeert van
de moderne seculiere Turkse republiek, maar hij antwoordt enkel de
zogenaamde 'Pax Ottomana' na te streven de stabiliteit en de
vrede van het Ottomaanse Rijk van weleer. Ook wordt hem sympathie
voor het Moslim Broederschap verweten. Ondank het feit dat de AKP
recent nog de grootste krant van het land muilkorfde, trekt Davutoğlu
de pro-westerse kaart en wil hij voor NAVO-lidstaat Turkije het
lidmaatschap van de E.U. Zijn buitenlandse politiek zoekt veiligheid,
dialoog, economische samenwerking en culturele harmonie door
wederzijds respect en lijkt zo in feite 'multi-cultureel' of dus het
tegendeel van wat men hem aanrekent. Wat betreft de Armeense kwestie
struikelblok inzake het E.U.-lidmaatschap erkent hij wel het
inhumane van de Armeense deportaties uit 1915 maar niet de genocide.
Al bij al kan niemand nu nog ontkennen dat aldus met mensen in nood
wordt gemarchandeerd en in deze aanlooptijd naar Pasen, herhaalt zich
voor de zoveelste keer de tragedie van de godmens van 2000 jaar
geleden.
Europa is niet het enige
continent dat kampt met asielzoekers want het probleem is niets
anders dan een van de vele gevolgen van een onrecht dat bekend staat
als de welvaartskloof tussen het rijke Noorden en het arme Zuiden.
Onlangs nog ging de paus naar de Mexicaanse grensstad Ciudad Juárez
bidden voor de talloze omgekomen migranten die van daar uit de
Verenigde Staten trachtten binnen te komen. In werkelijkheid wordt de
illegale immigratie oogluikend toegestaan omdat aldus illegale en dus
spotgoedkope arbeidskrachten (momenteel 11 miljoen!) de VS
binnenkomen: in feite is dat instandhouding van de slavernij.
Deze vorm van slavernij
bestaat uiteraard ook in Europa, getuige een wetsvoorstel uit 2009 om
werkgevers te beboeten die illegalen aanwerven, (2) maar sommige
politici geven zelfs openlijk toe dat bijvoorbeeld de prijzen van
groenten in onze supermarkten de pan zouden uitrijzen indien wij het
zonder illegale werkkrachten zouden moeten doen een 'argument'
dat de vloer aanveegt met de mensenrechten én met het recht als
zodanig. Kennelijk proberen een aantal van onze politici te
verdoezelen dat de zogenaamde 'wederdienst' die zij zouden willen
opleggen aan vluchtelingen in ruil voor het onderdak (waar deze recht
op hebben!), eenzelfde vorm van afpersing is als de chantage die de
slavernij in stand houdt. Bovendien kunnen de sancties tegen
werkgevers die illegalen tewerkstellen, die vorm van slavernij nog
schrijnender maken want om sancties te ontlopen, zal men de slavernij
nog meer proberen te verbergen.
Volgens Celien Moors van
MO* waren er in 2014 wereldwijd al zo'n 51,2 miljoen vluchtelingen
de helft van hen zijn kinderen. De statistieken laten zien dat de
beloften inzake een verhoopte terugkeer weinig geloofwaardig zijn
aangezien steeds minder mensen kunnen terugkeren naar huis en dat wil
zeggen momenteel minder dan één percent jaarlijks. Opmerkelijk is
ook dat arme ontwikkelingslanden meer dan 80 pct. van de
vluchtelingen opvangen terwijl minder dan 20 pct. van hen in rijke
ontwikkelde regio's onderdak vinden. (1) De plaatsing van hekken rond
Europa wordt nu al in de hele wereld beschouwd als de meest laffe en
schandalige politieke handeling in de hedendaagse wereldgeschiedenis
waarmee Europa schaamteloos het volstrekt hypocriete van haar
zogenaamde beschaving te kijk stelt. Een groeiend aantal Europese
burgers raakt gefrustreerd daar zij zich van deze onmenselijkheid
willen distantiëren terwijl de democratie eist dat zij zich
neerleggen bij de wil van een egoïstische meerderheid.
En zo zijn wij reeds
beland in het tijdperk van de Europese hel: steeds meer Europeanen
willen wég uit dit verdoemde continent, maar kúnnen het niet meer
vanwege die hekken, die wij hoe dan ook met ons meedragen, waar wij
ook heen vluchten...
"Bemint elkander",
"Draagt elkanders lasten" of "Draag zorg voor elkaar"
zo luidt het devies van de christelijke beschaving welke het
Westen grondvest.
Nu is het vrijwel
onmogelijk om op een meer accurate wijze de tegenpool van dit
christelijke motto te verwoorden dan met de slagzin "Jedem
das Seine" "Elk het zijne".
Ofschoon die uitdrukking
reeds in de Oudheid gangbaar was, kreeg zij de bittere betekenis van
"Elk krijgt wat hij verdient" sinds
zij als motto prijkt boven de hoofdingang van het concentratiekamp
van Buchenwald. Door de Nazi's gebouwd in 1934-'37, herbergde dit
kamp dwangarbeiders uit Europa en uit de Sovjet-Unie: joden, Polen,
geesteszieken, anders-validen, religieuze en politieke gevangenen,
Roma zigeuners, Sinti, Vrijmetselaars, Jehova's Getuigen, criminelen,
homo's en krijgsgevangenen, van wie er, alleen in Buchenwald, naar
schatting 56.545 omkwamen.
Onwillekeurig
weerklinkt de vloek van "Jedem das Seine"
waar de hedendaagse vertegenwoordigers van de onmens, de bange en
zelfzuchtige menigte opruien tegen de vluchtelingen die dezer dagen
in het Westen om bescherming bedelen tegen een regime dat nog
driester tewerk gaat dan toentertijd de Nazi's deden: Duitsland voor
de Duitsers, Frankrijk voor de Fransen, Nederland voor de
Nederlanders, Vlaanderen voor de Vlamingen of dus "Elk
het zijne" die lelijke
slogan die herinnert aan de plantrekkerij van de Oud-Testamentische
broedermoordenaar Kaïn: "Ben ik soms mijn broeders
hoeder?"
Verder
afdwalen van het christendom is quasi onmogelijk maar, paradoxaal
genoeg, profileren de rechts-extremisten die met een bevreemdende
harteloosheid het ganse continent te schande maken, zichzelf als de
beschermers van de christelijke waarden!
Waartoe
dit uiteindelijk zal leiden, weten we: tot de persoonlijke adviseurs
van de door het Vlaams belang op de handen gedragen Geert Wilders,
behoort de held van massamoordenaar Anders Breivik en in onze Vlaamse
regering zetelen ministers en parlementairen die hulde brengen aan
oud-gedienden bij de Vlaamse vleugel van de Gestapo die toentertijd
miljoenen mensen oppakte om hen in concentratiekampen op te sluiten,
waar hun een gruwelijke dood wachtte.
Zes
miljoen mensen vonden de dood in concentratiekampen: zij werden
veroordeeld en afgeslacht omdat zij niet behoorden tot de
uitverkorenen, omdat zij de uitverkorenen voor de voeten liepen,
omdat zij als minderwaardig werden bestempeld, omdat zij de economie
van het land zouden onderuithalen of omdat zij volgens de zieke
ideologie van hun moordenaars niet beter verdienden. Zij hadden nu
eenmaal geen blonde haren en blauwe ogen, hun moedertaal was niet het
Duits, ze hadden een zichtbaar gebrek of hun religieuze of
ideologische sympathieën werden niet gedeeld door de heersers van
dat ogenblik.
Miljoenen
anderen ontsnapten aan de gaskamers en aan de werkkampen door het
land uit te vluchten. Medelijdende burgers gaven aan deze
vluchtelingen onderdak, ook al riskeerden ze zo hun eigen leven, en
na de oorlog verbonden de Verenigde Naties zich ertoe om in het
vervolg aan alle politieke vluchtelingen asiel te verlenen totdat de
dictator voor wie zij have en goed moesten achterlaten, in de pan
gehakt was.
Maar
geloof het of niet: toen de jongste vluchtelingenstroom op gang kwam,
bleek het Westen geregeerd te worden door politici die over die
overeenkomsten, ingeschreven in de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens, nog nooit hadden gehoord. Velen van hen konden
de twee wereldoorlogen niet onderling onderscheiden. Sommigen kenden
deze histories enkel van populaire televisiefilms. Door het volk
verkozenen ontkenden prompt het bestaan van de concentratiekampen:
kennelijk waren zij ervan overtuigd dat zij de geschiedenis niet
horen te kennen en dat ook de waarheid een resultante van
verkiezingen is. Zoals een volkstribunaal in de rechtszaal beslist
over de schuld van de beschuldigde, zo beslist de kiezer erover wat
gebeurd is en wat niet. Vindt de meerderheid dat concentratiekampen
niet hebben bestaan, dan horen zij uit de geschiedenisboeken te
verdwijnen. Vindt een meerderheid dat Hitler's zieke ideologie
verspreid mag worden, dan kan Mein Kampf naar hartelust worden
herdrukt.
Opnieuw
bevinden zich, verspreid over gans Europa, miljoenen vluchtelingen in
concentratiekampen. Mannen, vrouwen en kinderen leven er in
erbarmelijke omstandigheden, zij lijden honger en kou en worden ziek.
Zij zijn op de vlucht voor een regime van terreur dat in de ganse
geschiedenis zijn gelijke niet heeft gekend. Zoals alle vluchtelingen
weten zij niet waarheen, zij weten alleen waarvoor zij wéglopen, en
toch doen de rijke westerlingen alsof het gaat om soldaten die
welbewust het Westen onder de voet komen lopen. Hoe doortrapt moet
men niet zijn om zo te oordelen over mensen in erbarmelijke
toestanden die wellicht straks iedereen zal delen?
(J.B., 6 maart 2016)
11-02-2016
Vrijheid van meningsuiting en immoraliteit
Vrijheid van
meningsuiting en immoraliteit
Wat
is het verschil tussen het plegen van moorden en het aanzetten ertoe?
Want woorden zijn niet zomaar klanken en krabbels zoals bepaalde
libertijnen ons willen laten geloven: woorden kunnen wapens zijn. Een
bevel aan een gehoorzame kan exact dezelfde uitwerking hebben als het
overhalen van de trekker van een geladen geweer. En heeft men het
over ideologieën die ten strijde roepen, dan worden woorden bommen.
Het
vandaag zo vaak gehoorde onderscheid tussen meer en minder humane
vormen van terechtstelling, verkapt niet alleen de ernst van de
misdaad maar tevens de gevaarlijke leugen dat er zoiets als
'menselijke moord' zou kunnen bestaan. De injectienaald maakt de
doodslag minder bloederig en misschien ook minder pijnlijk en dit
uiteraard vooreerst voor beul en publiek maar geheel
onafhankelijk van het moordwapen handhaaft zich het beoogde
resultaat.
Het
moordwapen kan zelfs volstrekt afwezig zijn en de dader of de daders
buiten schot, zoals in het geval van onze dagelijkse dertigduizend
hongerdoden. Hetzelfde geldt voor de spoorloze moorden van het
spirituele soort, verkapt als suïcide: erkenning wordt uitbundig
geëtaleerd, miskenning daarentegen doodt doeltreffend door het
achterwege laten van handelingen waar deze levensnoodzakelijk
zijn, en dat geschiedt uiteraard altijd zonder getuigen.
De
moordpartijen van het laatst genoemde kaliber voltrekken zich
derhalve op een immaterieel slagveld waarop ons pas een blik wordt
gegund als dit de heersende politiek in de kaarten speelt, wat wil
zeggen dat het vrijwel voor eeuwig en drie dagen aan het oog van de
massa onttrokken blijft. Het volk wordt immers gewend gemaakt aan
opgelegde door sancties bekrachtigde wetten en normen waarvan
het, ingevolge het stilzwijgen dat onafwendbaar voortspruit uit
repressie, op de koop toe gaat geloven dat de navenante plichten en
verbodsbepalingen uit het eigen persoonlijke geweten voortkomen,
algemeen menselijk zijn, vanzelfsprekend en zelfs natuurlijk. De
media zorgen er wel voor dat quasi elkeen 'weldenkend' wordt en zo
onderscheidt men de musts correct en zelfs angstvallig van de
not dones. Een receptiementaliteit perverteert onze zielen.
Wat in is, welke toon men dient aan te slaan, wie respect
verdienen en wie men negeren moet: men komt het te weten als men de
sleutels koopt voor het decoderen van de tekens die de weg wijzen.
Men dient te betalen om erbij te kunnen blijven horen, om mee te
kunnen blijven praten, om niet uit de boot te moeten vallen. Zij die
onze levensmiddelen in beslag namen, heffen een tol en wie weigeren
te betalen omdat zij oordelen dat het leven van iedereen is, krijgen
het stempel illegaal, waarna hen de toegang tot voedsel,
drank, kledij en onderdak wordt ontzegd.
En
zo bestaat het dat anno 2016 in de veelbelovende beschaving van de EU
met zijn luidruchtige universele mensenrechtenverklaringen, niet
alleen een oorlog woedt met in zijn zog miljoenen vluchtelingen: het
ongelooflijke is dat voor die vluchtelingen, aangespoeld op het
continent der rijken, prikkeldraad wordt opgetrokken en
concentratiekampen worden opgericht met daarin, in de prille winter
van dit reeds verdoemde jaar, doodgevroren kinderen. Alle nog
weerbare mannen die ternauwernood ontsnapten aan de gruwelen van de
verdrinkingsdood welke menigeen van hun medereizigers te beurt viel,
worden met ijzeren staven de schedels ingeslagen door neonazi's die
in trance scanderen: "Wir sind das Volk!", "Vreemdelingen
buiten!", Bommen op Syrië!" Ofwel, bij monde van sir David
Attenborough: "Let them starve!" (°)
Het
volstrekt hallucinante van de hedendaagse werkelijkheid deed ons
afdwalen van het thema maar hier is het terug: is het aanzetten tot
moord dan niet even erg als moord? Zijn woorden zomaar krabbels of
kunnen zij ook dodelijke wapens zijn? Bestaat er inderdaad zoiets als
een volstrekt onstoffelijk slagveld waar perfecte misdaden zich
voltrekken, waar moordwapens geheel ontastbaar zijn en moordenaars
voor immer spoorloos? Een strijdperk dat bovendien meer slachtoffers
maakt dan alle oorlogen samen doen?
Woorden
gesproken door mensen met macht maar zonder zin voor
verantwoordelijkheid, kunnen bijzonder vernietigend zijn. Wij weten
dat goden niet zomaar tot mensen spreken en schrijven doen zij ook al
niet. De verantwoordelijkheid van mensen die beweren in naam van een
godheid te spreken, is dan ook bijzonder groot. Wij zijn
groepswezens, wij vormen complexe maatschappijen en elkeen heeft zijn
specialisme zodat wij ons wel op anderen móeten verlaten, wat
betekent dat wij onmogelijk kunnen bestaan zonder vertrouwen of
geloof. Maar die enorme kracht blijkt tegelijk een achilleshiel. Het
mag duidelijk wezen dat geen straf groot genoeg kan zijn voor wie dit
bijzondere vertrouwen misbruiken. Wie pretenderen te spreken in de
naam van een godheid, moeten zich hiervan heel goed bewust zijn.
Nu
bestaan er mensen die beweren te spreken in de naam van God, zowel
vandaag als in het verleden. Er zijn zelfs mensen die zich als de
godheid zelf hebben voorgesteld. Wij kunnen niet met zekerheid zeggen
dat zij allen liegen, maar dat zij niet allemáál de waarheid kunnen
spreken, is een conclusie die ook elk weldenkend mens wel verplicht
is te trekken op grond van het simpele gegeven dat zelfverklaarde
profeten elkaar wel vaker tegenspreken. Religieuze leiders dragen
niet alleen een verpletterende verantwoordelijkheid: zij zijn, op
zijn zachtst uitgedrukt, sowieso verdacht.
Miljarden
mensen krijgen het katholieke geloof met de paplepel toegediend door
de zusters in de kleuterschool: reeds de allerkleinsten leren de
mythologieën kennen van het Oude en het Nieuwe Testament, de
vroomheid van de heiligen, de gebeden, de prenten, de beelden en de
goede daden. Er blijkt een gemachtigde paus en een hele clerus te
bestaan die optreden als bewaarders van het geloof, dat zo belangrijk
schijnt voor ons voortbestaan in de eeuwigheid. Het zou volstaan om
gedwee de tien geboden te volgen maar het ganse opzet van de religie
kan danig intrigeren dat men algauw hunkert naar wat eigenlijk alle
begrip te boven gaat. De katholieke theologie, met stukjes en beetjes
bijgebracht in godsdienstlessen gegeven door de plaatsvervangers van
de zoon van God zelf, heeft dan ook ontelbaren mateloos geboeid.
Zoals wij het alvast allemaal geloofden te begrijpen, zijn wij
gevallen wezens naar het voorbeeld van de duivel. Anders dan de
duivel, die hiervoor gestraft werd met de eeuwige verdoemenis,
beperkt onze straf zich tot dit leven waarin wij gelukkig tot inkeer
kunnen komen, wat dan inhoudt dat wij de zoon van God als onze
verlosser moeten erkennen. In het christendom immers wordt het
heidendom omgekeerd: de mens moet niet langer zijn eerstgeboren zoon
offeren aan God God zelf offert zijn zoon aan de mensheid. Met
zijn lijden en dood koopt Hij ons vrij. Bekeerlingen krijgen
vergeving en keren na de dood terug naar het paradijs. En is dat niet
een wens die elkeen koestert in het diepste van zijn hart?
Velen
blijken zich weliswaar te storen aan de niet altijd goede voorbeelden
van wie zich profileren als vertegenwoordigers van de christelijke
ethiek en zij verliezen hun geloof. Anderen zitten die menselijke
fouten allerminst dwars: als de leer maar volmaakt is en het zo
verlangde inzicht dat zij belooft te verschaffen. En waar het inzicht
achterwege blijft, wijt men dit euvel niet aan de leer doch aan de
eigen gebrekkige kennis en zo besluit men om niet met lezen en
studeren op te houden totdat het verhoopte inzicht wordt bereikt en
quasi alles moet daarvoor wijken.
Het
resultaat van die studie schenkt bij wijlen een grote bevrediging
maar vaak is het een vrede van korte duur: er rijzen vragen, de
theorie blijkt onaf, er duiken innerlijke tegenspraken op en er lonkt
een levenspraktijk die overhelt naar mystiek. In zijn jeugd kan men
in een relatief korte tijdspanne veel uitproberen en ervaren en omdat
men dat alles voor de eerste keer doet, laat men zich er ook
makkelijk door begoochelen. Het leven lijkt geduldig als men jong is,
maar de jaren vliegen en eenmaal zijn gevorderde leeftijd een mens
bewust maakt van zijn eindigheid, gaat de tijd dringen en beseft men
ineens dat het antwoord op die ene grote vraag waarvoor men bijna
alles heeft uitgesteld, nooit komen zal. Het vreemde is dan wel dat
men het zoeken niet opgeeft, integendeel: waar de theorie steken laat
vallen, probeert men die eigenhandig op te rapen; men tracht hiaten
weg te werken en men fabriceert prompt een verhoopt verbeterde versie
van de manke theologie.
Uiteraard
kan dit zelfbedrog niet heel lang duren en men vraagt zich af of men
niet reeds in zijn jeugd op een zijspoor is beland. Hebben diegenen
die bij hoog en bij laag staande hielden dat zij spraken in de naam
van de godheid, ons dan voor de gek gehouden? Hebben zij ons, toen
wij nog weerloze kinderen waren en wij vol vertrouwen openstonden
voor wat onze ouders en onze meesters leerden, dan leugens verteld?
En als dat het geval is: hebben zij dat bewust gedaan of is het
eigen aan de mens dat hij aldus zichzelf als soort om de tuin leidt?
Andermaal: de logica gebiedt ons om aan te nemen dat dit vaker
gebeurt daar velen zich uitgeven voor goden of profeten terwijl zij
elkaar zo vaak tegenspreken. En blijkt nu niet het meest
waarschijnlijke scenario het volgende: dat ons geloof van onszelf
afkomstig is en dat wij het smeden zoals wij ook onze ploegen smeden,
omdat een mens niet leeft van brood alleen?
Maar
opnieuw dwalen wij af van het onderwerp: is er enig verschil tussen
het plegen van moorden en het aanzetten ertoe? En maken zij die in
Gods naam beweren te spreken zich niet schuldig daaraan van zodra
zij, nog voordat de tijden ten einde zijn, in de huid van de
opperrechter kruipen om ons te verdelen in schapen en bokken?
Een
theologie kan danig betoverend zijn, dat men er levenslang in opgaat
omdat men erdoor gestrikt wordt zoals een vlieg in een web: zoals
gezegd, streeft men eerst naar inzicht, maar blijkt de theorie mank,
dan probeert men ze op te lappen in plaats van ze te verwerpen
men is er immers aan gehecht geraakt gedurende de vele jaren van
toegewijde studie. Tegelijk wat zo mogelijk nog erger is
verliest men de feiten uit het oog welke zich, alle geestelijkheid
ten spijt, blijven afspelen in de stoffelijke werkelijkheid. Want
waar Christus, door de duivel meegenomen op een hoge berg, weigerde
om daar voor hem een knieval te doen in ruil voor de wereldse rijken,
blijkt de paus zich de titel van staatshoofd te laten opspelden door
Hitler's evenknie in het fascistische Italië Benito Mussolini.
"Mijn rijk is niet van deze wereld", maar daar ziet de
onfeilbare geen graten in, en hij doet prompt zaken met de duivel,
want voor wat hoort wat: als na de Tweede Wereldoorlog de koningen
van de hel, met op hun geweten zo'n zes miljoen joden, zigeuners,
homo's, geesteszieken en nog andere soorten van uitgerangeerden,
Duitsland willen ontvluchten, is het de hogere clerus die de
koelbloedige moordenaars van valse identiteiten en van reisdocumenten
voorziet: Jozef Mengele, Klaus Barbie en nog talloze andere beulen
kunnen zich in alle sereniteit via de rattenlijn in Latijns-Amerika
gaan vestigen, waar ze op de koop toe kunnen doorgaan met het
beoefenen van hun martelkunsten Barbie als expert-ondervrager van
de Boliviaanse dictators, Mengele in Brazilië als
abortusspecialist...
Kunnen
woorden dan moorden? zo luidde onze eerste vraag en weer dwaalden
wij af, alsof de woorden, geschrokken, voor zichzelf op de loop
gingen. En het verhaal van zopas herinnert onafwendbaar aan Mein
Kampf dat dezer dagen herdrukt
wordt nadat nog niet zo lang geleden de oude Simon Wiesenthal er met
zijn laatste krachten nog in slaagde om de verkoop van het haatboek
in Duitsland aan banden te leggen, daar dit testament van een
grootheidswaanzinnige dat ganse bevolkingsgroepen demoniseert,
tallozen effectief heeft aangezet tot zowat de grootste volkerenmoord
in de geschiedenis. Vandaag herhaalt zich in Europa een scenario, zo
gelijkend op het doemscenario van de nazi's, dat het net zoals dat
vervloekte boek wel een complete herdruk van die geschiedenis lijkt.
Rechtse
fundamentalisten hebben zich verenigd en als het waar is dat de
gematigde islam haar fundamentalisten-terroristen de hand boven het
hoofd houdt, dan heeft zij dat geleerd van de katholieken: de naam
van een hoofdredacteur van het rechts-katholieke blad Catholica
waarin notoire katholieken regelmatig artikels schreven, stond op de
mailinglist van massamoordenaar Anders Breivik, wiens grote
inspiratiebron naar diens eigen zeggen niemand anders bleek dan een
kamerlid van het Vlaams Belang, een rechts-katholieke conservatieve
islamofobe homojager, actief op extremistische weblogs gelieerd aan
Catholica. (°°) Het angstwekkende aan de situatie is dat het
inzake extreemrechts niet langer om een kleine minderheid gaat:
gestaag werkt zich dezer dagen het zieke gedachtengoed van de
intoleranten naar de voorgrond en krijgt het de massa mee. "60.000
Deutsche Mark per dag kost deze zieke: het is ook uw geld,
landgenoten!" met die woorden kreeg Hitler de massa op zijn
hand voor zijn euthanasieprogramma dat het opruimen van alle
'zwakkelingen' op het oog had. (°°°)
Ja,
ook de woorden behoren tot de dingen en het is moordenaars eender
waarmee zij moorden: zij kunnen dat doen met een Kalasjnikovs maar
evengoed met een heiligenbeeld of, als het hun zo best uitkomt, met
woorden. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed dat
beschermd hoort te worden, net zoals heiligenbeelden die behoren tot
het culturele erfgoed, samen met de heilige boeken uit het verre
verleden. Maar als doodslag aantoonbaar gepleegd wordt met
gebruikmaking van een heiligenbeeld, zal geen rechter oordelen dat
het nooit de bedoeling van de moordenaar kon geweest zijn om te
doden, omdat ook hij weet dat in principe om het even wat zich kan
lenen tot moordwapen. Het is niet omdat een heiligenbeeld niet
voorbestemd is om mee te doden, dat het door niemand met dit doel kan
worden gebruikt. En precies hetzelfde geldt voor woorden: zij dienen
allerminst om mee te moorden, maar als moordenaars in welbepaalde
woorden een wapen zien en bovendien een wapen dat tot een perfecte
moord kan leiden, dan zullen zij, zo dunkt het mij, niet aarzelen.
De
voorbeelden hoger in de tekst zijn allerminst overdreven en wij weten
intussen allen dat het ooit zo makkelijk onder de mat geveegde en
vaak louter verbale pestgedrag lang niet zo onschuldig is als
sommigen ons wilden laten geloven. Als de statistieken onmiskenbaar
aangeven dat het zelfmoordcijfer bij jonge homo's ongemeen hoog is,
terwijl homoseksualiteit door menige religie als zondig of doodzondig
wordt beschouwd, is het in feite onbegrijpelijk dat een beschaafd
land nog langer het betreffende godsdienstonderricht niet alleen
duldt maar bovendien financiert, temeer daar het ook nog strijdig is
met de inhoud van de Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens. Waar door toedoen van de godsdienstvrijheid kinderen van hun
vrijheid worden beroofd indoctrinatie is in wezen
vrijheidsberoving , is sprake van een verknechtende vrijheid: het
gaat daar om de vrijheid van de misdadiger die de vrijheid van zijn
slachtoffer verknecht. Hetzelfde geldt uiteraard voor de vrijheid van
meningsuiting: waar woorden belasteren of moorden, wordt weliswaar de
vrijheid van de lasteraar of de moordenaar gerespecteerd, maar de
vrijheid van het slachtoffer wordt met de voeten getreden. Wie dit
goedkeuren, scharen zich derhalve achter het recht van de sterkste:
zij handelen volstrekt immoreel.
De oorzaak van de uitbraak van microcephalie: geen mug maar een vaccin?
De
oorzaak van de uitbraak van microcephalie: geen mug maar een vaccin?
De
Hondurese schrijver, uitgever van de Honduras Weekly en
ruimtevaartdeskundige Marco Cáceres de Iorio uit Tegucigalpa postte
vandaag 3 februari 2016 een goed gedocumenteerd stukje op zijn blog
waarin hij stelt dat de historie van het zikavirus een herhaling is
van de geschiedenis van het poliovirus uit de jaren '50. In de beide
gevallen werd een geïnactiveerd virus weer wakker, volgens hem door
de aanwezigheid in het vaccin van formaldehyde, een stof die ook
gebruikt wordt voor de mummificatie van lijken.
De
conclusie wordt getrokken op basis van cijfers. Tussen 1946 en 1950
werden in de VS muggenplagen bestreden met DDT en er bleek een
duidelijk verband tussen het gebruik van DDT en het aantal gevallen
van kinderverlamming: zij hielden gelijke tred met één jaar
verschil. In 1954 vond Jonas Salk een vaccin tegen polio en opnieuw
nam het aantal poliogevallen flink toe. De oorzaak? Het vaccin
bevatte een gedesactiveerd poliovirus, samen met het genoemde
formaldehyde.
Bovendien
was dat vaccin besmet met het Simianvirus-40: dat virus werd
teruggevonden in zowat de helft van alle hersentumoren bij kinderen.
In
1972 waarschuwde medeontwerpster van het poliovirus, dr. Bernice
Eddy, de senaat in de VS voor een grote toename van het aantal
kankers in de volgende 20 jaar. (1)
Over
het zikavirus schrijft Marco Cáceres de Iorio in zijn stukje van 24
januari 2016 dat het zikavirus gekend is sinds 1947 en nooit
microcephalie heeft veroorzaakt. Microcephalie is ineens opgedoken in
Bazilië vanaf een zekere datum, meer bepaald vanaf 9 maanden nadat
het kinkhoestvaccin voor zwangere vrouwen verplicht werd. Dat werd
verplicht omdat in Brazilië ineens een 200-tal gevallen van
kinkhoest opdoken, een sterke stijging. Het zikavaccin kwam van de
Engelsen GlaxoSmithKline en op de doos stond vermeld dat het
wel was uitgeprobeerd op zwangere ratten en dat het daar geen onheil
veroorzaakte, maar dat het niet op mensen was getest. Vandaar de raad
om het niet te gebruiken tenzij bij hoge noodzaak. Vanaf oktober 2014
werd het toegediend en uitgerekend 9 maanden later was er die
uitbraak van microcephale babies. Uit die twee vaststellingen [(1°)
het virus veroorzaakte 70 jaar lang quasi niets en (2°)
microcephalie dook ineens op 9 maanden nadat in Brazilië massaal met
dat vaccin werd ingeënt] volgt de voorzichtige conclusie dat het
ernaar uitziet dat de muggen en het zikavirus niets met die
microcephalie te maken kunnen hebben, maar wel dat Engels vaccin. (2)
Zullen
alleen zwartkijkers zich nu afvragen of het British Empire,
leverancier van het vaccin, dan misschien niet bezweek voor de
verleiding om eens wat uit te proberen op die kleurlingen, ver van de
deur? Iets dergelijks gebeurde in het verleden wel vaker... (*)
(J.B.,
3 februari 2016)
Bronnen:
(1)
Marco Cáceres de Iorio, Polio, Zika: Past is Prologue:
De vluchtelingen en de overbevolking: twee problemen die er geen hoeven te zijn?
De
vluchtelingen en de overbevolking: twee problemen die er geen hoeven
te zijn?
Sp.a-senator Bert
Anciaux is momenteel een van die uitzonderlijke politici die durven
te stellen dat van de vluchtelingen en van de allochtonen in het
algemeen niet moet gevraagd worden dat ze zich 'aanpassen': zij
moeten vooreerst in hun eigenheid erkend worden. De toenemende
maatschappelijke diversiteit is immers geen tijdelijk verschijnsel
maar een onomkeerbaar gebeuren dat bovendien allerminst
betreurenswaardig is omdat het onze samenleving kan verrijken.
Er is moed nodig om deze
humane visie te handhaven en te verdedigen in tijden waarin Europese
partijen steeds vaker de populistische toer opgaan en hun succes
danken aan een volstrekte immoraliteit: zij pleiten er godbetert voor
om wie voor koppensnellers op de vlucht massaal verdrinken in de
Middellandse Zee, terug te drijven, met prikkeldraad weg te houden en
ook neer te schieten wanneer zij het in de allerhoogste nood alsnog
wagen om het territorium van de 'welvarenden' te betreden.
Er is moed nodig om te
herinneren aan de conventie van Genève: nadat zes miljoen mensen die
er niet in slaagden om te ontkomen aan de nazi's, in
concentratiekampen werden omgebracht, besloten na de Tweede
Wereldoorlog zowat alle landen van de beschaafde wereld om in de
toekomst een herhaling van die catastrofe te voorkomen door de
invoering van het asielrecht. En nu de kersverse E.U., zopas nog
wereldwijd bejubeld als de wieg van de mensenrechten, de historische
kans krijgt om desbetreffend de daad bij het woord te voegen, wordt
Genève door het merendeel van de Europese politici prompt
doodgezwegen ofwel als voorbijgestreefd beschouwd tenminste als
zij daar al weet van hadden.
Het racisme en de
onderliggende haat blijken wereldwijd de groeiende onnadenkende massa
van vreesachtigen binnen het mensdom aan te tasten. Ongetwijfeld ligt
een gebrek aan ontwikkeling mede aan de oorzaak van deze
angstaanjagende trend, maar het gaat dan duidelijk niet om een gebrek
aan technologische of wetenschappelijke ontwikkeling maar wel om de
teloorgang van het waardenbesef dat nochtans het welzijn mogelijk
maakte. Er werd inderdaad kortstondig voor waarden en normen gepleit,
maar alras maakte men er 'onze' waarden en normen van, wat uiteraard
van de zelfzucht het eerste gebod maakte en van de respectloosheid
die nu eenmaal gelijkstaat met de immoraliteit.
Uit alle diepgaande
onderzoekingen gevoerd door maatschappelijk ge-engageerden van
filosofen zoals Karl Marx en Ivan Illich tot undercover-vorsers naar
het model van Günter Wallraff blijkt de in ons kapitalistisch
systeem ingebakken hebzucht als hoofdverantwoordelijke voor
wantoestanden die de wereld in nieuwe en steeds gevaarlijker oorlogen
storten. Goed is wat geld in het laatje brengt en derhalve is het
telen van papaver beter dan het bakken van brood want het eerste
brengt meer op. Misdaad is goed als zij loont en dus als zij de straf
ontloopt, zodat het bedrog wordt verheven tot de hoogste kunst.
Economie en managerschap zijn steeds vaker een wolf in schapenvacht.
En dat het empathische
vermogen van de doorsneeburger steeds vaker faalt wat in feite
betekent dat het aantal psychopaten toeneemt wijst op een
essentieel gebrek dat in feite niemand mag verwonderen, want hoe kan
men verwachten dat wie zich bekwamen in het bedrog, nog enig
inlevingsvermogen koesteren met anderen? Als onze dure opleiding
bestaat in het aanleren van de winstmaximalisatie en dus in het leren
binnenrijven van zoveel mogelijk geld in ruil voor zo weinig mogelijk
inspanningen, dan sluit dit alvast in dat de mede-mens vooreerst een
concurrent is of dus een tegen-mens.
Aan de grond van deze
reeds ingeburgerde psychopathie ligt nu een schromelijke vergissing
die erin bestaat dat wij de maatschappij zijn gaan verwarren met de
natuur: het snijdt immers hout om de natuur te verschalken en om
derhalve bijvoorbeeld met zo weinig mogelijk inspanningen een hoge
berg te beklimmen. Maar waar wij tegenover onze soortgenoten een
gelijkaardige houding aannemen, doen wij aan genosuïcide: wij roeien
onze eigen soort uit. De drang tot zelfbehoud heeft onder de druk van
een ziekelijk gistend egoïsme dergelijke proporties aangenomen dat
de drang tot het soortbehoud er door vernietigd wordt. En zou het
niet zo kunnen zijn dat de zorg voor de eigen soort te lijden heeft
onder nog een andere verlammende vrees: de (foute?) vrees dat de
wereld kampt met een probleem van overbevolking?
(Jan Bauwens, 31
januari 2016)
29-01-2016
Undercover - Wallraff's Aus der schönen neuen Welt, Expeditionen ins Landesinnere
Undercover
Wallraff's
Aus der schönen neuen
Welt, Expeditionen ins Landesinnere
Wie
herinnert zich Günter Wallraff niet? De uitvinder van de
undercover-onderzoeksmethode die toentertijd in Duitsland
wantoestanden aan het licht bracht inzake het misbruik van
gastarbeiders, waarvan "Ganz unten" (in het Nederlands
verschenen onder de titel "Ik, Ali") het meest gekende
voorbeeld is. De man is drieënzeventig en nog steeds een actief
strijder tegen onrecht en uitbuiting. Onlangs ging hij undercover bij
een bakkerij die broodjes levert aan onder meer de keten Lidl waar ze
verkocht worden aan de onmogelijke spotprijs van 1,05 euro. Hoe men
met zo'n prijs nog gigantische winsten kan maken, ontdekte Wallraff
tijdens zijn twee weken durend verblijf als arbeider in de bakkerij
ter plekke: onderbetaald werk, geen ziektekostenvergoeding en een
volstrekte afwezigheid van hygiëne zijn enkele van de geheime
ingrediënten. Deze reportage kunt u hier bekijken:
Het verslag ervan staat
in Wallraff's boek Heerlijke nieuwe wereld uit 2009, samen met
nog een aantal andere van zijn onderzoeksverslagen. Ziehier slechts
enkele uit zijn vele reportages:
"Als ziekenhuizen gevaarlijk worden" - Samenvatting: In Duitse klinieken is er één verpleger voor tien patiënten (ter vergelijking: in Nederland één per vijf; in Denemarken één per vier). Er is een te hoge werkdruk, te weinig personeel. Niet alleen bij de medici en de paramedici: ook op poetsmannen en vrouwen wordt bespaard. Verder wordt ook bespaard op hygiëne in het algemeen: lakens worden niet of niet tijdig ververst, de vloeren worden vuil, bloed blijft aan allerlei zaken kleven. Dé oorzaak van de wantoestanden is het feit dat de ziekenhuizen niet langer het welzijn van de patiënt beogen maar in de eerste plaats het maken van zoveel mogelijk winst. Een minimale dienstverlening tegen een zo hoog mogelijke prijs - dat is het jammerlijk credo. De toestand kan pas veranderen als men opnieuw de patiënt centraal gaat stellen (- maar dat zal dan wel onmogelijk zijn in het kapitalistische systeem?)
Censuur op de bekendmaking van systematische moordpraktijken
Censuur op de bekendmaking van systematische moordpraktijken
Deze
zaken komen ofwel nauwelijks ofwel helemaal niet op radio of Tv; een enkele keer sporadisch in
een krant en dan nog met een vertraging van enkele dagen en dat is het. In het onderhavige geval kwamen de slachtoffers van de moordpoging terecht in een ziekenhuis maar het ziekenhuis verwittigde de politiediensten niet, wellicht uit angst voor rancune.
Men zegge het voort:
Dat de rijken geen scrupules hebben ten aanzien van de
hongerlijders en dat de armlastigen op de koop toe geloven dat zij
voor hun toestand zelf de schuld dragen, is helemaal te wijten aan
het proces van conditionering waarmee onze hedendaagse maatschappijen
worden gerund: het adagium van "wie braaf is, krijgt lekkers,
wie stout is de roe" wordt immers wars van alle logica
omgedraaid tot de overtuiging dat zij die beloond worden, dat ook
verdiend hebben door eigen inspanningen, terwijl van wie geen loon
ontvingen, wordt aangenomen dat zij niet hebben gewerkt. Dit bedrog
verschilt in geen enkel opzicht van de zinsbegoocheling uit het
welbekende en geheel ten onrechte door het westen bejubelde oosterse
geloof in het karma dat ervoor zorgt dat de rijken almaar rijker
worden en de armen steeds armer. In dat laatste geval betreft het een
religie van loon naar werken welke, gekoppeld aan een
reïncarnatiegeloof, resulteert in de overtuiging dat de welgestelden
dit te danken hebben aan eigen inspanningen uit hun vroegere levens
terwijl de misdeelden zich in een eerder bestaan zouden misdragen
hebben. Die overtuiging resulteert op haar beurt in de volstrekte
immoraliteit van 'elk voor zich' of dus het recht van de sterkste,
wat men ook in het westen terugvindt als de religie van het gouden
kalf.
Dat het 'natuurlijke' recht van de sterkste in de
menselijke wereld verschijnt als de religie van het gouden kalf, is
een bijzonderheid welke licht werpt op de perversie die nu eenmaal
moet ontstaan uit de opeising door de mens van een recht dat niet
langer het zijne is: de perversie van dit recht en dus dit
ónrecht verraadt zich immers in de gedaante van de
middel-doelomkering, in de onderwerping van het doel (de mens) aan
zijn middel (het geld, het betaalmiddel), en dus in het tot slaaf
worden van diegene die dan toch allermínst de eigen onderwerping
nastreefde maar daarentegen de (opper)heerschappij.
Dat zich deze vorm van zelfdestructie niet kan voordoen
waar de mens zich ten dienste stelt van zijn medemens, toont aan dat
de dienstbaarheid of de naastenliefde geen eigenschappen zijn die
vloeken met de menselijke natuur maar, juist andersom, dat het
attributen zijn van een wezen dat de mens boven zichzelf of boven
zijn natuur verheft en dat hem derhalve tot mens maakt.
Wie 'conditionering' zegt, zegt 'onvrijheid'. Een
individu conditioneert een ander waar hij aan die ander zijn eigen
wil oplegt middels een vorm van chantage: "Als gij weigert om
voor mij te werken, versper ik u de toegang tot het voedsel dat gij
nodig hebt om in leven te blijven." Hij die aan een ander de wet
stelt, dwingt de onderworpene om aan hem zijn wil over te dragen; hij
stelt hem met andere woorden voor een dilemma: ofwel wordt hij een
willoos instrument in handen van de ander, ofwel gaat hij dood. Het
mechanisme in kwestie wordt weliswaar handig verkapt en sticht aldus
de verwarring die nodig is om dit onrecht in stand te kunnen houden:
de 'werkgever' doodt de 'werknemer' niet maar hij legt beslag op het
geld dat deze nodig heeft om het nodige te kopen om in leven te
kunnen blijven.
Waar sprake is van conditionering, is sprake van
wilsberoving en er ontstaat aldus een piramide van wilsberoving,
waarbij ondergeschikten hun wil overdragen aan hun meerderen; deze
meerderen zijn op hun beurt de ondergeschikten van meerderen die op
hun beurt de wil van hun ondergeschikten opeisen. Noodzakelijkerwijze
instrumentaliseert in deze piramide de ene, de andere en uiteindelijk
zou het dan zo moeten zijn dat er slechts één willend subject
overschiet, namelijk diegene die zich bevindt aan de top van de
piramide. Echter, het sociale reilen en zeilen laat zien hoe
topfuncties bijzonder tijdelijk zijn, hoe zij door velerlei vormen
van machtsstrijd versnipperd en verdeeld worden en hoe zij op hun
beurt nog veel ingrijpender geconditioneerd worden dan het doen en
laten van individuen op de allerlaagste sporten van de
maatschappelijke ladder.
Edoch, de meest verstommende vaststelling is en blijft
wel deze, dat men ook aan de top uiteindelijk allereerst en ten koste
van werkelijk alles, jaagt op geld: het ruilmiddel 'regeert', terwijl
dat middel geen persoon is, doch een willoos ding, dat zijn bestaan
aan niets anders dan aan conditionering dankt: het is niets en zijn
heerschappij houdt in dat aldus niemand regeert, dat de staat een kip
is zonder kop, die wilde en geheel doelloze sprongen maakt, gedoemd
om ten slotte ter aarde neer te storten.
Dat laatste zal zich met zekerheid voordoen en het zal
zich boven elke twijfel verheven vertalen in oorlog omdat de
onmenselijkheid gelijk staat met het onrecht dat luistert naar de
paradoxale benaming van 'recht van de sterkste'.
(Jan
Bauwens, 22 januari 2016)
10-01-2016
Een nieuwe dictatuur
Een
nieuwe dictatuur
Ook toen begon het
allemaal met een aanslag. In de nacht van 27 op 28 februari 1933 werd
de Reichstag het Duitse parlement in brand gestoken,
Hitler en zijn propagandaminister Joseph Goebbels hadden het over een
aanslag van gewapende communisten en zij overtuigden
parlementsvoorzitter Paul von Hindenburg om de noodtoestand af te
kondigen, vergelijkbaar met het huidige terreuralarm.
Omwille van de
veiligheid, zo heette het, moest de vrijheid aan banden worden
gelegd. De persvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid
van vereniging werden bij decreet opgeschort en voortaan mocht de
politie in het privéleven interveniëren: zij kon zonder opgave van
enige reden binnenvallen in privéwoningen, mensen oppakken en
vasthouden zolang zij dat nodig achtte, telefoons afluisteren en de
post onderscheppen. Geheel buiten de wet werden allerlei brigades
opgericht waarmee tegenstanders van het regime werden uitgeschakeld.
Hermann Göring,
minister van binnenlandse zaken in de deelstaat Pruisen in
nazi-Duitsland, richtte de [op het proces van Neurenberg (20.11.1945
1.10.1946) als een criminele organisatie bestempelde] Geheime
Staatspolzei (Gestapo) op, welke het volgende jaar onder de
leiding kwam te staan van Heinrich Himmler. Een uitgebreid netwerk
van verklikkers zorgde ervoor dat alle vermeende tegenstanders van
het Hitler-regime zonder omslachtige juridische procedures
onmiddellijk konden worden opgepakt en uiteraard belandden door die
terreur talloze onschuldigen in concentratiekampen ofwel werden zij
onmiddellijk vermoord.
Leden van de Gestapo
vielen op elk ogenblik van de dag of van de nacht de huizen van
verdachten binnen, pakten hen op en verdwenen ermee. Een van de
beruchtste Gestapo-chefs was Klaus Barbie, 'de slachter van Lyon',
belast met het infiltreren in verzetsbewegingen en het vernietigen
ervan. Hij folterde duizenden mensen tot de dood en 'ontruimde' zelfs
weeshuizen waarbij hij de kinderen deporteerde naar de gaskamers van
Auschwitz.
Slechts één partij
werd in het Derde Rijk als legitiem beschouwd en wie er andere
meningen op nahielden, werden als terroristen beschouwd en behandeld:
zij konden zomaar worden uitgeschakeld. Onder hen: politieke
tegenstanders (of dus mensen die andere partijen aanhingen),
aanhangers van religies en secten, joden, geesteszieken, homo's,
zigeuners, communisten en dan uiteraard ook nog alle verwanten,
vrienden en kennissen van de opgepakten.
Eén-partij-dictaturen
bestaan ook vandaag nog en hun leiders ontvangen niet zelden alle eer
omdat zij gevreesd worden. In de regel profileren zij zich als "enige
ware" zoals katholieken en fundamentalistische islamieten dat
doen, terwijl zij er een dubbele moraal op nahouden: enerzijds is er
de façade van de preutsheid en de heiligheid zoals die tot een
climax kwam in het Victoriaanse tijdperk en anderzijds zijn er de
gruweldaden in het verborgene, waarvan kindermisbruik en kindsoldaten
schrijnende voorbeelden zijn.
Nu heet onze huidige
Belgische minister van veiligheid en binnenlandse zaken weliswaar
niet Hermann Göring of Joseph Goebbels maar van Jan Jambon kan wel
worden gezegd dat hij op 5 mei 2001 een toespraak gaf op een
samenkomst van de Vlaamse Oostfrontgemeenschap Sint-Maartensfonds
v.z.w., een vereniging van oud-vrijwilligers bij het Vlaams Legioen,
in 1941 opgericht door Staf De Clercq (leider van het extreem-rechtse
VNV) onder de vlag van de SS een Vlaamse tak van de Gestapo.
Verschillende ministers van Jambons partij, waaronder Theo Francken
en Ben Weyts, vierden in oktober 2014 overigens de verjaardag van Bob
Maes (°1924), de oprichter van de VMO. De VMO pleegde verschillende
aanslagen en had banden met de Ku Klux Klan (1980) en met Leon
Degrelle (1982).
Dat de nieuwe wetten die
de huidige regering zogezegd omwille van onze veiligheid wil
doorvoeren wetten die de persoonlijke vrijheden aantasten
(waaronder het recht om te allen tijde in privé-woningen binnen te
vallen en de verlenging van de maximale periode van voorhechtenis)
reacties uitlokken van rechters, zoals die van de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg, Luc Hennart, is niet te verwonderen.
Veeleer onbegrijpelijk is het feit dat de huidige rampzalige
ontwikkelingen in de richting van een nieuwe rechtse dictatuur, niet
meer reacties uitlokken. Of moeten wij dan geloven dat het reeds zo
is dat alle kritiek in de kiem wordt gesmoord?
Zonder
rechtvaardigheid is vrede onmogelijk. Geen mens immers kan zich met
(aangedaan) onrecht verzoenen en waar de hoop op rechtvaardigheid
wordt opgegeven kiest men resoluut voor de dood. Hetzij voor de
fysieke dood, door de onmiddellijke suïcide of door een ziekte
waarmee het lichaam zelf zich tegen de onhoudbare toestand van het
onrecht verzet, hetzij voor de geestelijke dood door de participatie
aan het kwaad. In dat laatste geval beëindigt men zijn streven naar
rechtvaardigheid en gaat men aan de kant van de onrechtplegers staan:
men verkiest het dan om met het plegen van onrecht voor zijn fysieke
leven te betalen aan de duivel en aan zijn onmenselijke universum
waarin het recht van de sterkste geldt; het alternatief is leed.
In
Calais en in Duinkerken leven vandaag duizenden mensen op de vlucht
in tenten: de regen heeft alles in een modderpoel herschapen en het
gaat vriezen, de felle wind heeft al tenten vernield, de mensen eten
uit blik, de regering heeft de aanvoer van nieuwe tenten verboden.
Van minder zou men knettergek worden en het is dan ook geen wonder
dat bij sommigen de stoppen doorslaan: in Keulen blijken asielzoekers
'onze' vrouwen in het openbaar lastig te vallen en zelfs aan te randen.
Elk
weldenkend mens kan aanvoelen dat dit alles te maken heeft met het
territoriale instinct. De parlementairen die zich nu sterk maken en
uitbazuinen dat 'de' asielzoekers hun "poten" (sic!) moeten
afhouden van de inheemse vrouwen, "ook al lopen die in bikini
over de straat" (sic!), beseffen kennelijk niet dat ze in feite
uitschreeuwen dat dit gebied hier het territorium van de autochtone
bevolking is en dat allochtonen hier helemaal geen rechten hebben.
Het
dragen van provocerende kledij of het rondlopen in adamspak op
openbare plaatsen is taboe omdat het verbod op een dieper niveau
alles te maken heeft met territorialiteit: op het eigen territorium
kleedt men zich immers zoals men dat verkiest, terwijl men zijn
respect voor andermans territorium of voor het gemeenschappelijke
grondgebied toont door heel bescheiden zichzelf in te pakken en dus
enigszins onzichtbaar te maken. In dictaturen gaat dat heel ver en
draagt men verplicht een uniform alleen de dictator onderscheidt
zich door eigen kledij. In schijnbaar meer tolerante samenlevingen
kleedt men zich naar eigen goeddunken en deze tolerantie kan hier
'schijnbaar' heten omdat men zich in de praktijk niet naar eigen
goeddunken kleedt maar volgens de mode, wat betekent dat men voor die
relatieve extra vrijheid dik betaalt: men huurt ze als het ware zoals
men ook de privéwoning huurt waarin men zich kan kleden zoals men
dat wenst. Het bepotelen, aanranden en verkrachten van de autochtone
bevolking is een voor belegeraars van oudsher beproefde tactiek
waarmee zij de verovering van een grondgebied manifest maken. Men
herinnere zich bijvoorbeeld van heel recent de wandaden van
Amerikaanse militairen in de Irakese Abu Graib gevangenis tijdens de
bezetting van dat land: martelingen en verkrachtingen waren er
schering en inslag en het zal ook niemand meer verwonderen dat dit de
voedingsbodem was voor de beweging van de wraak die IS heet: haar
stichter Al Baghdadi zat vier jaar in Irak gevangen.
Waar
asielzoekers moeten ondervinden dat tegen alle mooie afspraken van de
Verenigde Naties in, geen gevolg wordt gegeven aan hun roep om
bescherming en om hulp en waar men de slachtoffers van een van de
wreedste dictaturen ooit, letterlijk in de kou laat staan, wordt
onrecht gepleegd dat ten hemel schreeuwt. Hoe anders kan men de
houding van het rijke westen nog interpreteren dan als een "maak
dat je hier wegkomt!"? En welke andere reactie kan van de
slachtoffers dan nog worden verwacht dan de uitroep dat zij toch ook
mensen zijn die ergens thuis moeten kunnen horen? En hoe maken
diegenen aan wie elke spreekbuis wordt onthouden zoiets duidelijk?
Hoe anders dan met de beide handen, al was het slechts symbolisch,
de greep naar die thuis te demonstreren, met name door zich in het
territorium dat hun wordt ontzegd terwijl zij er recht op hebben,
vast te bijten zoals alleen volstrekt hopelozen dat doen aan wie men
dat dan ook bezwaarlijk kwalijk kan nemen omdat zij nu eenmaal voor
hun leven vechten?
Politici
die de verworpenen met veel getrompetter beschuldigen van massale
aanrandingen omwille van "sexueel amusement" (sic!) hebben
behalve aan een gebrek aan basiskennis ook nog te lijden aan een
schromelijk gebrek aan empathie, wat er in feite op neerkomt dat zij
volstrekt onbekwaam zijn om aan anderen leiding te geven. En het
gelijkstellen van de zo duidelijke hulpkreet met een der meest
verachte misdaden, betekent niets anders dan de stigmatisering en de
demonisering van deze slachtoffers. En zo herhalen zich de domheid en
de schande die overigens de ganse geschiedenis tekenen: de
slachtoffers krijgen de schuld voor de misdaden die zij moeten
ondergaan en zo ontdoen zich hun onaantastbare belagers van elke
verantwoordelijkheid.
Zij
die onrecht plegen, halen hun gelijk binnen, maar zij beseffen niet
dat er geen vrede mogelijk is zonder rechtvaardigheid en dat het
zwijgen dat zij aldus aan hun slachtoffers opleggen, zeer spoedig
terug zal keren in de gedaante van het zwaard der zelfverdediging
en zelfverdediging is een mensenrecht.
(J.B.,
8 januari 2016)
06-01-2016
Noord-Korea
Noord-Korea (n.a.v. de derde atoomproef van Noord-Korea op 5 januari 2016):
Met
de jaarwisseling komt ook de wisseling der tijdperken ter sprake en
de laatste getuigen van de epoque van paard en kar spreken over een
door de eeuwen verslonden dorp waarin gemotoriseerde vierwielers
bezienswaardigheden waren. De periode der trek- en lastdieren heeft
vele duizenden zoniet miljoenen jaren standgehouden en de waarde van
het paard wordt pas duidelijk wanneer zij die al met één voet in
het graf staan, opmerken dat in ons moderne heden alles onderling
afhankelijk werd en derhalve bijzonder kwetsbaar. Wat immers is nog
de waarde van een auto als het wegennet ontbreekt, bijvoorbeeld omdat
de kosten voor de eeuwigdurende onderhoudswerken daarvan de pan
uitrijzen, omdat de wegen dichtslibben of omdat de bodem van de
olieputten in zicht komt? Het autoverkeer vergt de totale vervanging
van de oorspronkelijke moerassen, rotsformaties en woestijnen door
een verhard en effen wegennet. Ononderhouden banen bezaaid met
putten, modderpoelen en stenen zullen ooit het verkeer op wielen
afstraffen en zij zullen eindelijk opnieuw de glorie aan het licht
brengen van het paard dat immers ogen heeft en poten: Baai en Blesse
kijken en zien waar zij horen te lopen en zij planten hun tenen op de
schaarse veilige plekken tussen alle oneffenheden in. Bovendien doen
zij dat met een behendigheid, met een nauwkeurigheid en met een
snelheid waarvan machines niet eens kunnen dromen. Paarden halen
makkelijk 60 km per uur het record ligt op 88 en anders dan
auto's gaan zij zowat een actief mensenleven mee: makkelijk 30 jaar
het leeftijdsrecord ligt op 56. Tenslotte vervuilen paarden niet
paardenmest is perfect recycleerbaar zij drinken niet, brengen
hun volslagen blinde berijders veilig thuis en zij zien in het donker
zelfs beter dan katten. Dode hoekspiegels zijn overbodig want een
paard ziet bijna alles om zich heen en bruggen over greppels bouwen
paarden zomaar springend door de lucht. Van iemand die goed kan
onthouden, wordt gezegd dat hij een geheugen heeft als van een paard
en van Kluger Hans wordt gezegd dat dit paard kon rekenen wat ook
nodig is, wil men zich aan hoge snelheid door de wildernis
verplaatsen volgens de willekeur van de beteugelende ruiter of
koetsier.
Net
voor de jaarwisseling viel een wel heel bijzondere Kerst: de
reguliere media kennen het natuurlijk niet maar betere nieuwssites
zoals MO* (*mondiaal nieuws) merken wel degelijk op dat op de jongste
Kerst voor het eerst sinds 457 jaar de geboortedag herdacht werd van
zowel Jezus als Mohammed. Jezus was reeds van in de moederschoot een
vluchteling, Herodes stond hem naar het leven daar deze wrede koning
angst had om door Hem van de troon te worden gestoten. En zo gaat
Jezus de miljoenen islamitische vluchtelingen vooraf in dit nog
wredere tijdperk waarin de kindermoordenaar opnieuw de kop opsteekt
en koppen doet rollen: in de gedaante van een wrede terreurgroep van
godsdienstwaanzinnigen maar mogelijks ook in de gedaante van de in
zijn gestolen rijkdommen smachtende westerling, dronken dansend rond
het gouden kalf.
Met
de huidige jaarwisseling komt als nooit voorheen de eindtijd ter
sprake: de derde wereldoorlog is nu van start gegaan, zo zegt de
paus; het klimaat stevent af op een nieuwe zondvloed, zo zingen in
koor vrijwel alle geleerden en gelovigen of bijgelovigen zien het
Armageddon naderen: de islamitische Mahdi zou reeds in aantocht zijn
en over de onthoofdingen in het hedendaagse martelaarschap maken de
heilige schriften gewag.
En
opnieuw zijn daar de paarden, vier in aantal, uit de Openbaring van
Johannes (6: 1-8): de vier ruiters van de apocalyps.
Op de hertekening, vrij naar de prent (een ets en gravure) uit
1563-1574 van Gerard van Groeningen, van rechts naar links: de
Overwinnaar met een boog, de Oorlog met een zwaard, de Honger met een
weegschaal en de Dood met een zeis en in de lucht een Engel die de
Overwinnaar kroont:
"En
ik zag, toen het Lam een van de zegelen geopend had, en ik hoorde een
uit de vier dieren zeggen, als een stem van een donderslag: Kom en
zie! En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een
boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en
opdat Hij overwinne! En toen Hij het tweede zegel geopend had, hoorde
ik het tweede dier zeggen: Kom en zie! En een ander paard ging uit,
dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht gegeven den vrede
te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd
een groot zwaard gegeven. En toen Hij het derde zegel geopend had,
hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een
zwart paard, en die daarop zat, had een weegschaal in zijn hand. En
ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een
maatje tarwe voor een penning, en drie maatjes gerst voor een
penning; en beschadig de olie en den wijn niet. En toen Hij het
vierde zegel geopend had, hoorde ik een stem van het vierde dier, die
zeide: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop
zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd
macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met het
zwaard, en met de honger, en met de dood, en door de wilde beesten
der aarde."
(J.B.,
3 januari 2016, feest van de Openbaring van de Heer)
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: