Over het licht van de Verlichting
De vorst van dit
verschrikkelijke tijdperk is het onverstand - uitnemend geïllustreerd
met een verhaal van Kris Vansteenbrugge, getiteld: LGBTQIA+.
Het verhaal gaat over hedendaagse modieuze maar simplistische
opvattingen die elke consistentie missen en zo zal verdraagzaamheid
jegens alles en iedereen onmogelijkheid blijken van zodra men de
proef op de som neemt en inziet dat bijvoorbeeld de verdraagzaamheid
tegenover homo's, onverdraagzaamheid
tegenover homohaters vereist. Men kan bezwaarlijk het racisme
veroordelen en tegelijk tolerant zijn jegens racisten, moord
verwerpen doch nalaten om moordenaars te straffen, mensen in een vak
bekwamen maar geen inspanningen van hen eisen. Dergelijke opvattingen
zijn oneigenlijk omdat zij het ware karakter van de werkelijkheid
ontkennen en zij steunen derhalve op onwetendheid - een van de meest
geduchte kwalen in een tijdperk dat zich alwetend waant. Wie vrienden
heeft, heeft ook vijanden en deze waarheid onderstreept zichzelf in
het onloochenbare gegeven dat geen band onder mensen zo sterk is als
deze die gesmeed wordt door het hebben van gemeenschappelijke
vijanden. Wie zekere waarden huldigen, zullen de tegengestelde
waarden verwerpen: het ideaal van de openbaarheid vloekt met dat van
de geheimhouding, de verheerlijking van de democratie impliceert de
veroordeling van de dictatuur, de erkenning van het privaatbezit
vloekt met de slogan dat alles van iedereen is en de inclusieve
maatschappij verwerpt de fascistische met haar concentratiekampen,
verbeteringsgestichten en goelags.
Ongetwijfeld ligt een
welbepaalde vorm van hypocrisie mede aan de basis van de malaise. Wij
gaan graag uit eten in chique restaurantjes maar het uitvoeren van de
executie van de runderen, varkens, kippen en konijnen die wij aldaar
verorberen, laten wij aan anderen over - aan slaven of aan automaten.
De steelse blikken welke rondwaren over de met kaarslicht betoverde
tafeltjes wensen te vergeten dat de schoonheid slechts zo dik is als
een vel, een strenge omerta bewaakt het genot van de rijken, zij
mogen er niet aan herinnerd worden dat onder de betoverende perfectie
van de gestalten van feestende nimfen en saters een minder
symmetrisch, grotesk organisch en onwelriekend spektakel aan de gang
is dat bij de minste hapering de extatische mens doet belanden op de
spoed. Van de twee zijden van de medaille er slechts eentje willen
zien, is een zelfbedrog dat nimmer nalaat wraak te nemen terwijl het
vereist wordt om de waanzinnige illusie te kunnen handhaven dat men
ongelijk is aan zichzelf: men wil meer zijn dan datgene wat men is:
god in plaats van mens.
Er is iets in de
werkelijkheid dat verhindert dat men ongestraft blijft waar men
zekere wetten overtreedt en ook als Genesis ernaast zit met zijn
bezwering dat wij pas in het zweet ons aanschijns ons brood zullen
eten, blijft gelden dat overdaad schaadt alsook bewegingstekort omdat
onze gezondheid nu eenmaal aan voorwaarden gebonden blijft: een
tekort aan zuurstof maakt ziek en dat tekort doet zich voor bij lui
die zich te buiten gaan aan spijs en drank en luiheid. 'Indien
beweging een pil was, iedereen zou ze nemen', aldus verwoordde het
onlangs nog een specialist ter zake.
Het zijn wetten die misschien niet gelden in de dromen van heel wat
mensen maar in de werkelijkheid waarvan zelfs de dromers deel
uitmaken, oefent de aarde een aantrekkingskracht uit die verhindert
dat wij kunnen vliegen als wij ons niet van vleugels voorzien zoals
Daedalos en Ikaros en dan moeten we ook nog rekening houden met de
wet dat de was waarmee de pluimen aan onze armen vastzitten, smelt
onder de invloed van de hitte van de zon. Waar wij geen acht slaan op
die wetten, maken de goden die deze wetten schiepen, dat wij naar
beneden storten, recht in zee.
Het pacifisme is een
mooie maar eerder nog een mooi klinkende ideologie en er valt wat te
zeggen voor de stelling dat geweld moet worden gemeden omdat het
slechts nog meer geweld uitlokt maar als wijzelf of onze geliefden
fysiek worden bedreigd en aangevallen, hetzij door wilde dieren,
hetzij door kannibalen, dan baat het niet om redevoeringen af te
steken omdat wilde dieren noch kannibalen van woorden kunnen leven.
De ironie van het lot wil dat de zelfverklaarde pacifist Albert
Einstein de atoombom uitvond met de aanwending waarvan op 6 en 9
augustus 1945 in respectievelijk Hiroshima en Nagasaki een eind zou
zijn gekomen aan de Tweede Wereldoorlog. Het geloof in de goede god
maakt van de atheïsten ketters die met alle middelen moeten worden
bestreden met navenante oorlogen en wie de praktijk van de oorlog
verwerpen, spannen zich derhalve in om de godsdiensten uit de wereld
te helpen - uiteraard middels de uiteraard gewelddadige vervolging
der gelovigen. Het krijgen is een genot maar het bestaat slechts bij
de gratie van het geven en het genot is pas een realiteit door het
bestaan van leed waarvan het immers op de keper beschouwd de
afwezigheid is.
Onwetendheid nu, is niet
een gebrek aan wijsheid uit hermetische of heilige geschriften maar
slaat op de onkunde inzake de onloochenbare wetten die de kosmos
mogelijk maken en het leven waaraan ook wij participeren. Alleen het
zich beijveren voor het achterhalen en het zich eigen maken van die
wetten die men dan als het ware moet aanbidden omdat zij nu eenmaal
de waarheid zijn, kan ons behoeden voor het onverstand dat mensen
alras doet afglijden naar simplistische ideologieën die ondoordacht
zijn, daardoor inconsistent en dus onwerkbaar. Waar wij ijdele
deviezen nahollen zoals dat van de 'verdraagzaamheid jegens alles en
iedereen, incluis de onverdraagzamen', spreken wij zaken uit die
zelfs in dromen onmogelijk zijn, zoals reeds de grote Franse filosoof
en wiskundige René Descartes wist. Wiskundige zekerheden of wetten,
zo stelde hij, zijn even waar in de droom als in de werkelijkheid, ze
maken dus geen onderscheid tussen werkelijkheid en droom en derhalve
zijn zij nietszeggend. Voor de wetten die betrekking hebben op de
wereld daarentegen geldt dit helemaal niet (zodat wij bijvoorbeeld
kunnen dromen dat wij vliegen) en daarom ook zijn zij wel degelijk de
dragers van een onloochenbare waarheid met betrekking tot de
werkelijkheid. Waar wij eraan verzaken om ons deze wetten ter harte
te nemen, beladen wij ons met het gigantische onverstand dat, zoals
zekere deviezen verraden, kennelijk geheel onbelemmerd heerst over
het huidige tijdperk.
(J.B., 31 mei 2023)
|