Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
16-08-2025
Over de begeerte - Aflevering 7. De nachtmerrie
Over de begeerte
Aflevering 7. De nachtmerrie
Scheppende geesten brengen dromen in de werkelijkheid naar binnen: de telefoon en de computer, de maanreizen, de dichtkunst en de opera, de grootsteden, de universiteiten, de auto, het bushokje en de atoombom - om er slechts enkele te noemen. Die dromen worden niet vernietigd, zij worden erkend en dat gebeurt omdat zij erin slagen om ons te verleiden. De auto verwisselt de inspanning van de verplaatsing met een rustige zetel, de telefoon maakt verplaatsingen overbodig en de atoombom verschaft veiligheid, de universiteiten delen kennis uit, de dichtkunst schoonheid.
Het verlangen naar gemak schept eerst de droom van de auto en vervolgens de auto zelf. Wij worden verleid om mee te dromen en wij integreren de auto in ons leven, hij gaat van onze wereld deel uitmaken. Onze wereld is een geheel van door ons geaccepteerde en in ons leven geïntegreerde dromen. Onze wereld is het geheel van die dromen die erin geslaagd zijn ons te verleiden om ze als werkelijkheid te accepteren.
Want op de keper beschouwd zijn al die dingen niets als we ze niet accepteren: de auto accepteren betekent dat wij chauffeur moeten worden, de computer accepteren wil zeggen dat wij voor het scherm en het klavier gaan wonen, maanreizen vereisen de bereidheid om daar handenvol geld aan uit te geven, universiteiten vergen de discipline van het docenten- en studentenleven. Al deze dromen komen pas in de werkelijkheid naar binnen als wij ons schikken naar hun aard.
Het is niet niks voor de mensheid om zich te alfabetiseren met het oog op het verwerkelijken van de droom van de dichtkunst, de taal en de communicatie. Het is niet niks om pakweg twee uur per dag achter een stuur te gaan zitten op een immer levensgevaarlijke autoweg. Of om onze levende gesprekken met hun genuanceerde gebaren grotendeels op te offeren aan het domme tokkelen op een klavier. Maar als wij geen bedienden worden van al die instrumenten, kunnen we er niets mee aanvangen en betekenen ze ook twee keer niets.
Dromen komen in onze wereld naar binnen op voorwaarde dat wij bereid zijn om ons aan die dromen aan te passen en dat betekent de bereidheid om voor een stuk het levende lichaam in een robot te laten veranderen want dat is wat er gebeurt als van ons gevraagd wordt dat wij die machines gaan besturen. Ja, ze verleiden ons en ze doen niets meer dan dat omdat zij helemaal niets betekenen als wij ze met de prijs van onze levenskracht en onze tijd niet binnenlaten in ons leven.
Zij verleiden ons, ze laten ons geloven dat wij ze nodig hebben maar in feite hebben zij ons nodig: het verkeer heeft chauffeurs nodig, de maanreizen belastingbetalers, de communicatie geletterden en bedienaren van allerlei klavieren. En onze lichamelijkheid boet daarbij aardig in, ons lijf moet zich in nare bochten wringen en wij krijgen navenante kwalen: artrose, gewrichtsklachten, spieratrofie, scoliose, hoge bloeddruk, suiker en noem maar op. Daar zijn uiteraard dan weer klinieken voor met veel verdiepingen, elke etage heeft zijn orgaan met bijhorende specialisten en zo geraken wij met al die dromen die samen onze wereld uitmaken verwikkeld in een heuse nachtmerrie.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 16 augustus 2025)
15-08-2025
Over de begeerte - Aflevering 6. De duisternis der Verlichting
Over de begeerte
Aflevering 6. De duisternis der Verlichting
Verlichte geesten hebben het over de openbaarheid welke moet waken over goed en kwaad maar tevens over recht inzake de waarheid. De waarheid is een zaak van rechtspraak en recht wordt niet gesproken onder vier ogen maar waar principieel iedereen het horen kan en het kan zeggen als hij niet akkoord is en waarom dan niet. Edoch, de openbaarheid waar ieder, ieder ander ziet en hoort, garandeert geenszins dat wij in volle vrijheid naar de dingen kijken en luisteren.
De openbaarheid immers is ook die van de openbare ruimte waar in de coulissen de handlangers van de potentaten defileren met het geweer in de aanslag, zoals onder de nazi's in de propagandacinema's waar derhalve geen kat het waagde om ook maar een woord kritiek te uiten op de geëtaleerde leugens. Maar blijven wij wat dichter bij huis, met de neonazi's, waar de dictator openlijk en schaamteloos en met de trots van de waanzinnige voor de ogen van de wereld uitlegt hoe hij met puur bedrog slag na slag binnenhaalt.
In de openbare ruimte neemt iedereen plaats en derhalve ook de leugenaars die het omwille van allerlei profijten niet zullen nalaten om vals te getuigen als de gelegenheid zich voordoet. Wij kennen hen vandaag ook als de jaknikkers, de hielenlikkers en de volksverlakkers die azen op de koek die toekomt aan het volk, die zij niet nodig hebben en die bedoeld was om de hongerigen te spijzen.
In die openbaarheid liggen goed betaalde advocaten altijd op de loer om wat recht is, krom te trekken met al dan niet gegronde ontdekkingen van procedurefouten en zij kunnen zijsporen creëren die eeuwig zullen duren en die de openbare tijd en ruimte helemaal bezetten of dus ongedaan maken met die giftigste knepen van hun leugenaarsvak dat keurig luistert naar de naam retorica, de door velen begeerde maar enkel voor criminelen betaalbare kunde van de onrechtpleging.
Ook ziet en hoort men in de openbaarheid allerminst wat er gezegd wordt omdat wij oren worden aangenaaid en ogen die enkel waarnemen wat zij mogen zien en horen. In het publiek houdt men zich in omdat men weet dat niet alleen de rechter luistert maar ook degenen van wie men repercussies kon verwachten, wraak met andere woorden, als men hun terrein betreedt van voorrechten en van obligaat als weldaden voor te stellen criminele feiten.
Wie de dupe zijn van een door het vijandelijke kamp geprepareerde slechte reputatie, worden door een uiteraard zichzelf hoogachtend publiek zelfs niet aangehoord en zij weten dat ook en beginnen van zodra zij de mond openen om zich te verdedigen alras te stotteren en te beven. Sinds oudsher in de hoek gedrumd door usurpators de middelen ontberend om menswaardig te overleven, leidt als zij spreken hun tandeloze mond de aandacht af en hij ontsteekt zowaar de lach en dan neemt de spot het over: de spot, bedoeld voor misdadigers en leugenaars die zich verspreken, treft nu hun slachtoffers en geheel weerloos staan zij daar, zelfs niet de mond vol tanden, in een openbaarheid die zich lek rijdt op haar eigen scherven.
Bedankt, Verlichting: gij zijt een te schone droom die door wil gaan voor heilig maar die enkel duisternissen herbergt, rommel, klatergoud en mooie woorden. Maar bovenal uw aanmatigend toontje staat menigeen tegen: na verloop van tijd gaan de opdringerige betogen klinken zoals het lawaai van keffers.
(Wordt vervolgd)
(J.B., Halfoogst 2025)
Over de begeerte - Aflevering 5. Het spook
Over de begeerte
Aflevering 5. Het spook
Zoals oorlog de normale toestand van de wereld is en vrede een uitzonderingstoestand of zoals het conflict, de onrust, de onvrede en de inspanning de norm uitmaken terwijl vrede en rust zeer tijdelijke onderbrekingen daarvan zijn - zo ook is de droom alomtegenwoordig en allesbeheersend, terwijl het zogenaamd 'reële' (of het 'wakkere') een dermate uitzonderlijke en kortstondige toestand is dat zijn fictief karakter (u leest het goed!) onloochenbaar is. Het zogenaamd reële is zoals het topje van de ijsberg die onder de waterspiegel uit alleen maar dromen bestaat.
Zekere realisten scharen zich graag achter Herakleitos' gezegde dat, in tegenstelling tot de slapenden die elk hun eigen wereld bewonen, de wakkeren leven in een gemeenschappelijke wereld maar kennelijk zien zij daarbij over het hoofd dat ook die gemeenschappelijkheid geen objectief gegeven is maar de resultante van het gebruik van gemeenschappelijke conventies.
Deze openbaren een angstwekkend facet van de realiteit, door René Descartes een spook genoemd, meer bepaald bij zijn ontdekking dat wiskundige waarheden helemaal geen onderscheid maken tussen werkelijkheid en droom omdat zij even waar zijn in die beide werelden. Dat de som van de hoeken van een driehoek honderdtachtig graden is en dat hij dat zowel is in de wereld van de wakkeren als in de droom, illustreert dat de 'wis en konstige' waarheden zich er helemaal niets van aantrekken of zij opereren in de wereld van de wakenden of in die van de slapenden: zij maken dit onderscheid gewoonweg niet, wat bewijst dat zij er buiten staan. Wiskundige of exacte waarheden hebben niets te maken met de werkelijkheid: zij kunnen er ook niets mee te maken hebben.
Wij zien dezelfde wereld zoals wij dezelfde winnaars en verliezers zien waar wij eenzelfde spel spelen. Hoe scherper de eis dat de waarheid contrasteert met het onware, des te vager wordt het onderscheid tussen werkelijkheid en droom. En waar duidelijkheid geëist wordt inzake het onderscheid tussen werkelijkheid en droom, veranderen waarheden in waarschijnlijkheden en in mogelijkheden, of wordt met andere woorden in de werkelijkheid voor de droom de rode loper uitgerold.
Het vermeende onderscheid tussen werkelijkheid en droom is een kostelijke illusie, voortgekomen uit de angst om uiteindelijk zonder enig houvast te zijn. Die laatste waarheid schept echter de mogelijkheid om zelf te gaan timmeren aan aanlegplaatsen voor onze enkel met onzekerheden volgestouwde schepen. Dat timmerwerk heet creativiteit en het vertegenwoordigt zoals gezegd het naar binnen sluizen van de dromen in het bestaande dat zonder deze (dromen) noch iets noch niets zou zijn gebleven.
(Wordt vervolgd)
(J.B., Halfoogst 2025)
14-08-2025
Over de begeerte - Aflevering 4. Droom en werkelijkheid
Over de begeerte
Aflevering 4. Droom en werkelijkheid
Zoals gezegd: de wens onderscheidt zich van de wil daarin dat hij geen rekening houdt met de 'bestaande' werkelijkheid. De wil doet dat wel, wat eigenlijk betekent dat hij die faculteit is die zich bij het bestaande neerlegt. Dit in tegenstelling tot de wens die tegen de bestaande werkelijkheid verzet pleegt. Met andere woorden poogt de wens de bestaande werkelijkheid te veranderen terwijl de wil conservatief is en geheel inschikkelijk het zijnde aanvaardt als niet te veranderen.
De wil drukt daarmee ook de wanhoop uit, de wens echter vertegenwoordigt de hoop. De wil is in strijd met de feiten daar de werkelijkheid apert in een staat van voortdurende verandering verkeert en dit is het geval mede krachtens de ingreep van de creativiteit in de wereld, wat inhoudt dat scheppende krachten ervoor zorgen dat dromen gerealiseerd worden, dat zij uit het 'niets' in de realiteit naar binnen gesluisd worden en er ook bezit van nemen.
Wie de ogen openen zullen ook zien dat al wat in de wereld is, uit dromen is geboren: dromen zijn geen marginaliteit naast het 'ware', zoals de naïef-realisten, de materialisten, de fysicalisten en de zelfverklaarde logici dat voorhouden, doch zij zijn de moeder zelf van al wat is. Er is namelijk geen 'ware' werkelijkheid die los zou staan van de droom en de fictie: zonder de droomactiviteit of de scheppende kracht van de geest is er helemaal niets, is er slechts chaos, noch zijn noch niet-zijn, gevuld met huiver, leed en vandaar ook verlangen.
In de verwevenheid van de zogenaamde fictie met de zogenaamde realiteit1 (om het maar in die absurde tweedeling uit te drukken) gaat de fictie vooraf aan wat het reële heet en dat laatste is aan de fictie gelijk maar het heet 'reëel' vanwege het feit dat het (deze fictie dus) erin geslaagd is de wereld daarvan te overtuigen dat zij 'echt' is. Reëel is derhalve die fictie waarvan de betoveringskracht (de overtuigingskracht) dermate groot is dat zij 'heilig' wordt of dus onaantastbaar, anders genoemd 'reëel' of 'echt'.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 14 augustus 2025)
1Dit onderwerp vormt een kernthema in het werk van de Vlaamse auteur Ludo Noens die zich heel bescheiden opstelt in de gelederen van de verhaalschrijvers binnen het genre van de fantastiek terwijl hij eigenlijk de fictie aanwendt als mantel van een nieuwe metafysica die naar de wezenskern van de waarheid zoekt.
13-08-2025
Over de begeerte - Aflevering 3. Aldus voltrekt het zich
Over de begeerte
Aflevering 3. Aldus voltrekt het zich
De verwisseling van de werkelijkheid met een droom, de wens die wil wil worden, het verlangen aangevuurd door het leed van het gemis: als de liefde maar groot genoeg is, zal het leed zodanig toenemen dat het verlangen, dat men voor een wens hield, wil wordt. Dan richt men zich op de realisatie van de droom - in de werkelijkheid.
Deze handelwijze is helemaal niet vreemd, zij is zelfs de norm in het menselijke bestaan dat op zich helemaal niets is, chaos, noch zijn noch niet-zijn, alle tegenstellingen overstijgend, Brahman (बà¥à¤°à¤¹à¥à¤®à¤¨à¥), het vuur, waarvan elk wezen een vonk is, Atman. Chaos is het niets, in de gruwelijke leegte van het niets ontstaat een ondraaglijk leed dat het verlangen voortbrengt, Eros. Het verlangen be-droomt de leegte. Dat is wat de componist doet die begint te schrijven op een sneeuwwit blad. Het onmogelijke gebeurt: uit de leegte van de stilte klinkt muziek. Ziedaar de schepping. De componist, de dichter, de uitvinder: zij dromen en leiden hun dromen vertrouwensvol in de gruwelijke leegte naar binnen die ze niet weigeren kan. De duivel biedt weerstand maar wordt overwonnen door Michaël wiens naam in zijn schild geschreven staat: Quis ut Deus? Wie is zoals God? De werkelijkheid - of beter: wat men voor de werkelijkheid hield - wordt verwisseld met een droom. Onze wereld, ons hele leven is een droom. Niets staat de droom in de weg. En de dood blijkt oneigenlijk.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 13 augustus 2025)
12-08-2025
Over de begeerte - Aflevering 2. De liefde en de dood
Over de begeerte
Aflevering 2. De liefde en de dood
Over de begeerte, verwant met de wens, zegden wij onder meer dat zij zich hierin onderscheidt van de wil dat zij de werkelijkheid veronachtzaamt. Dat is des te meer het geval wegens haar uiteindelijke onvervulbaarheid. Het koesteren van de begeerte brengt een nooit eindigend leed mee dat bestaat door de kloof tussen enerzijds wat is en anderzijds wat men wenst maar wat niet is. Die kloof kan niet overbrugd worden omdat de begeerte per definitie haar object mist en dat gemis is een leed dat als het ware haar brandstof is.
Maar nu spraken wij ons allerminst volledig afwijzend uit over de begeerte: zij mag niet zomaar worden verworpen; het is het verwerpelijke begeren te begeren dat haar einde betekent. En wij herinneren ons dat met het oog op een bijzonderheid van het christelijke geloof die er ook de wezenskern van uitmaakt, namelijk de door het geloof gedragen stelling dat de liefde sterker is dan de dood.
In het licht van wat we zegden over de begeerte, impliceert het geloof in de stelling dat de liefde sterker is dan de dood noodzakelijkerwijze een verwisseling van de werkelijkheid met een droom. Waar men verlangt overleden beminden terug te zien - een verlangen waarvan de handhaving van de liefde voor de overledenen getuigt - is door de aanwezigheid van het verlangen of de begeerte duidelijk sprake van een wens en derhalve van een veronachtzaming van de werkelijkheid - in casu deze van de dood. De wens om de beminden terug te zien ofschoon zij rusten in de schoot van de dood, verandert zich in een wil waar hij aanzet tot daden die de realisatie van het gewenste kracht bijzetten. Die daden bestaan zoals gezegd uit het voortduren van de liefde - een activiteit welke absurd was indien men aannam dat de geliefden er helemaal niet meer waren.
De activiteit waarmee de genoemde wens wordt omgevormd tot een wil heeft werkelijkheidswaarde op een manier gelijkaardig aan deze waarmee totalitaire regimes de werkelijkheid met een fictie verwisselen maar dan met dat verschil dat inzake de liefde (die wordt volgehouden na het overlijden van de beminden), het geloof (dat de werkelijkheid moet overwinnen ten bate van een zekere 'fictie') en de hoop (de wens of de begeerte die een leed meebrengt dat als het ware haar brandstof is) er voor de betrokkenen helemaal niets in de weg staat om die 'omkering' ook daadwerkelijk te voltrekken. In een totalitair regime geschiedt de verwisseling van de werkelijkheid met een zekere fictie ten koste van waarheid en recht maar inzake het geloof zijn die belemmeringen geheel afwezig. Het referentiekader van de werkelijkheid wordt hier immers gevormd door uiteindelijk het ultieme criterium van het leed dat het afleggen van het getuigenis mogelijk maakt.
Het gaat hier om een realiteit welke in de poëzie tot leven komt. Nimmer zo treffend als in de Orpheusmythe maar ook bijvoorbeeld in Solvejgs Lied in Henrik Ibsens Peer Gynt, op muziek gezet door Edvard Grieg1 of in het (door Aleksandr Lokshin op muziek gezette2) gedicht uit 1941 van Konstantin Simonov: Ðди Ð¼ÐµÐ½Ñ of:Wacht op mij, waarvan de tekst hierna in het Duits:
In tegenstelling tot de wil, die gevolgd wordt door daden met het oog op het realiseren van het gewilde, is de begeerte een wens en de wens verschilt van de wil doordat deze geen rekening wil houden met de werkelijkheid. Men kan met andere woorden niet iets willen wat niet mogelijk is maar men kan het wel wensen of begeren.
Wat men begeert, kan wel bekomen worden maar op het ogenblik dat men het bezit, verplaatst zich de begeerte naar wat men (nog) niet bezit en op die manier kan de begeerte als zodanig nooit worden vervuld. In nog andere bewoordingen is het niet het object dat de begeerte bepaalt, het is daarentegen de begeerte die een object zoekt en de voor de begeerte cruciale eigenschap van dat object bestaat erin dat men het (nog) niet in zijn bezit heeft.
Dat brengt uiteraard mee dat van zodra het begeerde object bezit wordt, het voor een ander object verwisseld zal worden. Nog anders uitgedrukt is de begeerte aldus niet alleen gericht op wat men niet bezit maar, meer nog dat dat, is zij gericht op wat men niet kan bezitten.
Vandaar ook kunnen begeerten niet definitief worden vervuld, alleen tijdelijk en wel bijzonder tijdelijk want reeds vanaf het ogenblik zelf dat men het begeerde in zijn bezit meent te hebben, wordt het niet langer begeerd en zoekt de begeerte onverwijld een ander object. De begeerte blijft omdat die per definitie onvervuld is.
De rusteloosheid van de begeerte en haar wezenlijke onverzadigbaarheid maken dat het volstaat voor een object om onbereikbaar te zijn opdat het begeerd zou worden. Wie rijk willen worden moeten dromen verkopen.
Deze wrede werkelijkheid is zo pervers dat zij alle mogelijke eigenschappen van de dingen in haar schaduw stelt en uiteindelijk ook dooft of doodt. De droom steekt de werkelijkheid de loef af.
In de kunstwereld stelt men vast dat het onbetaalbaar maken van een kunstwerk ervoor zorgt dat men het wil kopen, ook al kan het kleinste kind zien dat het op zich helemaal niets voorstelt. In de wereld van de 'liefde' bestaat de ultieme verleidingskunst in het zich onbereikbaar maken. En het kapitalistische marktsysteem dat op de begeerte berust, is om die reden ook suïcidaal én moordend voor al degenen die ermee te maken hebben.
Het einde is in zicht waar de begeerte zelf begeerd wordt en zo gaan sommigen ervan houden verliefd te zijn, zij begeren het om te begeren. Paradoxaal genoeg is daar het einde in zicht omdat daar de begeerte dood is.
(J.B., 11 augustus 2025)
09-08-2025
Genocide... en geheel apert! - Over een zorgwekkende evolutie
Genocide... en geheel apert!
Over een zorgwekkende evolutie
Dat anno 2025 (leiders van) landen (en dan nog landen die zichzelf profileren als voortrekkers van de beschaving) genocide plegen is een verschrikking voor het mensdom maar dat zij dat geheel openbaar doen zonder een spoor van schaamte, is verbijsterend. Spontaan herinnert men zich hierbij de woorden van Primo Levi, dat onverschilligheid over genocide nog erger is dan de genocide zelf.1 De vraag rijst uiteraard hoe dat dan mogelijk is.
Wat hier ongetwijfeld een rol speelt, is de alomtegenwoordigheid van schandalen. Het zal wel onwaar wezen maar het verhaal klinkt niet geheel ongeloofwaardig: iemand die bij de politie aangifte deed van de diefstal van zijn fiets, kreeg daar de raad zich een andere fiets... te stelen.
Waar een misdaad de norm werd, kan er nog moeilijk tegen opgetreden worden, hij wordt zelfs een must en wie er aangifte van doen of zich er niet aan bezondigen, worden uitgescholden voor nerd of zelfs voor autist.
Fietsdiefstallen, druggebruik en andere door de daders als 'studentikoze grappen' opgevatte misdrijven getuigen niet slechts van een misprijzen voor de wet maar vooral van het tekort aan empathie waaraan uitgerekend autisten zouden lijden: dronken chauffeurs staan er niet bij stil wat ze een ander aandoen en waar zij aldus een schandaal uitlokken, blijkt hun enige zorg te bestaan in het ontlopen van een straf en het publiek roert niet.
Maar naast gewenning is hier nog een ander euvel van de partij en hier moet eerst onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds het duo schaamte en schande en anderzijds dat van het geweten en de wet. Om met het laatst genoemde tweetal van start te gaan, leert de moraalfilosofie dat het geweten de verinnerlijkte wet is en niet alleen de wetenschap zegt dit: de apostel Paulus schrijft in zijn brieven dat pas met de wet het goede en het kwade worden onderscheiden.2 Derhalve blijft het geweten bestaan zolang de wet respect afdwingt; met andere woorden verdwijnt het waar wetteloosheid de bovenhand krijgt.
Wat betreft het tweetal van de schaamte en de schande lijkt het alsof mensen die kennelijk gewetenloos handelen, hun geweten plotseling terugkrijgen op het ogenblik dat hun misdaad openbaar wordt: niet het eigen geweten beschaamt hen, het is de openbaarheid die bij hen paniek opwekt.
Maar nu blijkt het openbaar worden van misdaden bij een steeds geringer deel van de mensen schaamte op te wekken. De kennelijk schaamtelozen zullen wel beweren beschaamd te zijn om de beschuldiging van schaamteloosheid te ontlopen maar dat zij liegen blijkt hieruit dat hun schaamte pas optreedt bij het uitbreken van een schandaal en dus als de misdaad openbaar wordt.
Uiteraard heeft dat te maken met de straf en met de wens om die alsnog te ontlopen. Er is derhalve helemaal geen sprake van tot inkeer komen, van besef of van medeleven met slachtoffers: er is slechts conditionering in het geding en dat is bijzonder zorgwekkend. Want zo bijvoorbeeld ziet men dat gangsters onverbeterbaar worden waar zij meer vrees tonen voor de straffen van de bendes waarvan zij deel uitmaken dan voor de rechtsstaat die ons aller leven moet beschermen.
2Brieven van Paulus aan de Romeinen: 7: ”Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.”
Het lezen waard: artikel uit: De-lage-landen: De-sterk-oprukkende-online-cancelcultuur-leidt-bewust-en-onbewust-tot-zelfcensuur/
Kunnen de honderdduizenden slachtoffers van de atoombommen op Hirosima en Nagasaki van 6 en 9 augustus 1945 worden goedgepraat en kan derhalve het gebruik van kernwapens in de toekomst gerechtvaardigd zijn - dat is een kwestie waarover veel gepraat wordt maar de kern van de zaak heeft te maken met een arrogantie die even oud is als het geloof.
In onze contreien heerst godsdienstvrijheid, elk mag geloven wat hij wil, die Gedanken sind frei maar begrijp het goed: dat zijn ze pas waar politici ze onschuldig achten. In het andere geval wordt onverhoeds werk gemaakt van libricide met in haar zog genocide.
De teleologie, de eschatologie, de leer van de laatste doelen of finaliteiten volgt uit een zeker deterministisch geloof in de onveranderbaarheid van de geschiedenis, het teleologisch determinisme, verdedigd door Aristoteles (384-324 v.C.) maar reeds beleden in het zoroastrisme (Zarathustra of Zoroaster leefde tussen 1400 en 1200 v. C.) en van de Abrahamitische religies, genoemd naar Abraham1 (die leefde rond 1800 jaar voor het begin van onze jaartelling): joden, christenen en islamieten geloven in een 'Dag des oordeels' en een einde aan de tijd.
Het mag duidelijk zijn dat wie geloven in het bestaan van een Eindtijd met een Laatste oordeel, hun denken en doen ook daarop zullen richten. Oppervlakkig bekeken is dat ook hun goed recht maar wie er echt van overtuigd zijn dat ze het met hun geloof bij het rechte eind hebben, zullen er uiteraard ook van uit gaan dat wat zij geloven, eveneens voor anderen moet gelden en hier wringt het schoentje, hier wordt religie een gevaar, hier dreigen theocratie, dictatuur, onvrijheid en wreedheid.
Het machiavellisme of de leer dat het doel de middelen heiligt, is een vreeswekkende overtuiging in het verlengde van dit geloof maar ook zij die hun volle vertrouwen in de uiteindelijke almacht van de wetenschappen stellen, blijven hier niet buiten schot: al dan niet naar het voorbeeld van de religies, persen zij via retorica, geweld en macht van de staat gelden af ter financiering van wat zij vanuit hun eigen geloof onwrikbare waarheden achten en zo bestaat het dat wij belastingen betalen, niet alleen om het voortbestaan van de religieuze waanzin te garanderen maar ook voor godbetert de promotie van het darwinisme onder het volk.
Het doel heiligt de middelen en wie geloven in een Eindtijd zullen ook ongelovigen willen dopen onder dwang. Wie de Verlichting genegen zijn, welke zich concretiseert in het wetenschappelijk vooruitgangsgeloof, krijgen gewis gelijkaardige trekjes. Zij horen zekere lessen te leren uit het besef dat nucleaire wapens, waarvan de aanwending absolute barbarij betekende, zowat de ultieme bekroning zijn van het wetenschappelijk-technische kunnen.
(J.B., 6 augustus 2025)
1 Abraham en Zarathustra zijn heel wat ouder dan Aristoteles die misschien bij hen de mosterd haalde.
Ergens op een bescheiden plekje op het internet beschrijft de veelzijdige (niet Kafkaëske) auteur K. raak maar met een zekere berusting de verschrikking van de oude dag in het kader van enerzijds de relationele aard van het menselijk bestaan en anderzijds de niets of niemand ontziende natuur en de hardnekkige onwetendheid waarin wij ons kennelijk vermeien, gevangenen als wij zijn van een sociaal systeem dat naast solidaire ook bijzonder wreedaardige trekken heeft.
Heel tastbaar in het melancholische verhaal met de verlatenheid als achterliggend thema is de zich aan ons meestal pas in de hoge ouderdom openbarende paradox van de symbiose van het aan de wet van de entropie onderhevige lichaam en de gedachten welke zich als geheugen nog onttrokken kunnen wanen aan de tand des tijds die hongerig aan onze botten knaagt. Gedachten missen botten, ofschoon zij vleugels hebben: zij ontstijgen de kerker van het heden en gaan ver in de tijd terug maar uitgerekend deze kunst rolt de rode loper uit voor de gedachte aan de andere richting van de tijd, de gedachte aan ons einde met in haar zog de aftakeling.
De ouderling voelt zich niet oud vanbinnen maar signalen die van buiten komen verijdelen zijn stiekeme hoop dat het allemaal nog wel kan meevallen. Die wordt de kop ingedrukt wanneer na een uitstapje naar een plek uit zijn jeugd, waar niemand hem nog opmerkt, de verteller op weg naar huis verslonden wordt door het besef dat daar niemand meer op hem wacht.
Thuiskomen is niet de aankomst op een plaats maar bij de mens (van wie men tijdelijk afstand had genomen). Naar een plek kan men terug - ook naar een mens maar pas in zoverre die aan een plek gebonden is en dat heeft dan te maken met het lichaam dat zoals de plek van stof en as is. Het lichaam dat de stof verbindt met iets dat daaraan ontsnapt, maar soms voorgoed.
– Omsk Van Togenbirger, de huidige politieke toestand... hebt u een ogenblik?
– Zeer zeker.
– Een kind kan het zien en iedereen zegt het nu ook: de V.S. persen Europa af!
– Dat is de gewone gang van zaken, ja: het recht van de sterkste.
– Is daar dan niets tegen te doen, tegen die... handelsoorlog?
– Men noemt het een handelsoorlog maar het is een oorlog en wel om meer dan één reden.
– Is het dan geen handelsoorlog?
– Het is een oorlog maar fysieke wapens komen er maar aan te pas van zodra Europa niet akkoord gaat met de afpersing.
– Zou men die dan echt gebruiken?
– Het zal wellicht niet nodig blijken maar dat is alleen maar zo omdat die wapens er inderdaad zijn. Stel dat de V.S. geen militaire overmacht hadden, dan kon Europa gewoon afhaken. Het is omwille van die overmacht dat Europa buigt.
– Maar zouden de Amerikanen hun wapens dan echt gebruiken tegen ons, Europeanen?
– Waarom betwijfelt u dat dan? Ze doen het reeds, in de Oekraïne.
– Hoezo?
– De Oekraïne is opgezet als een zoveelste buffer tussen Oost en West. U weet dat Zelensky een acteur is, hij speelde op Tv de rol van iemand die president werd in zijn land en hij is dat nadien ook echt geworden. De wereldpolitiek wordt voorgedaan in Hollywood en vervolgens ook echt uitgevoerd. Israël is van hetzelfde laken een broek.
– Is dat zo?
– Meer dan honderd jaar geleden, het tijdperk van de verdoemde Ahasverus, toen de joden nog rondzwierven over de hele aarde, toen nog geen sprake was van een joodse staat, verscheen een roman waarin zij het beloofde land veroverden. Zegt de naam Theodor Herzl u dan niets?
– Was hij niet samen met Max Nordau een medestichter van het Zionisme?
– En de auteur van de 'utopische' roman Altneulanduit 1902. "Wij zullen er voor Europa een bruggenhoofd naar Azië vormen”, zo schrijft hij daarin: “een bolwerk van de Beschaving tegen de Barbarij." Na de Tweede Wereldoorlog met zijn holocaust werd in 1948 die fictie realiteit met de vorming van de staat Israël. Herzl stierf in 1904 en op zijn graf staat geschreven: "Wenn ihr wollt, ist es kein Märchen."1
– U bedoelt dat in de Oekraïne iets dergelijks zich gewoon herhaalt?
– Israël heeft negentig kernwapens, misschien zijn het er intussen meer, en het geniet al die tijd de volle steun van het Westen, vooral dan van de V.S., de hedendaagse kritiek van Europa zal waarschijnlijk weldra luwen. Israël is de aanwezigheid van de V.S. in de Arabische wereld. Op een gelijkaardige manier zit Oekraïne met zijn neus tegen Rusland aan.
– Blijkbaar...
– De oorlog daar, mijn beste, werd door de V.S. uitgelokt. Hij zal gevoerd worden met Europees geld én bloed en heeft geen andere doel dan de vijand van Amerika te verzwakken zonder dat het de Yankees ook maar een duit zal kosten, in tegendeel: op de koop toe slaan zij er munt uit. Het zijn niet twee maar vier vliegen in één klap: economisch hebben we de invoertaksen, dan de vijf procent van het BNP ter verplichte investering in de oorlog, ten derde het verplicht afnemen van Amerikaanse producten en in de eerste plaats oorlogswapens en ten vierde het Europees bloed waarmee Amerika's vijand nummer één wordt zwak gehouden.
– En er is niets aan te doen?
– Tja, kan men iets anders verlangen van gangsters?
Men jaagt niet op konijnen om de honger te stillen: het stillen van de honger is slechts het voorwendsel om de moordlust te kunnen botvieren. Zo ook jaagt men niet op homo's om de maatschappij van zonden te bevrijden: de bestraffing van de zonden (in de naam van god) is het voorwendsel om de jacht (en de moord) op mensen mogelijk te maken.
Er bestaat namelijk geen grotere machtsuitoefening dan die over het leven van andere mensen. De effectieve uitoefening van die macht gaat derhalve gepaard met een ongekende lust, het toppunt van de machtswellust ofwel de moordlust. Middels de strenge bestraffing van moord, tracht men die misdaad uit de wereld te houden en zo kent quasi niemand nog de lust die ermee gepaard kan gaan maar dat betekent niet dat die onbestaande is.
Het is de grootste zorg van de maatschappelijk verantwoordelijken ter zake om te voorkomen dat het hek hier van de dam geraakt want zoals men dat her en der in de wereld kan zien gebeuren, is er geen houden meer aan eenmaal een massamoord ontketend werd.
Het wordt een oorlog genoemd en een oorlog is zoals een groot om zich heen grijpend vuur, de haat is de wind en met het verloop van de tijd is het steeds moeilijker te blussen. Als een oorlog stopt, komt dat meestal doordat de voorraden aan munitie uitgeput zijn, omdat alle soldaten sneuvelden of omdat een atoombom iedereen op de vlucht heeft gejaagd. De oorlogsmodus wordt niet zomaar uitgedraaid zoals een gasknop.
Edoch, er wordt meer gemoord in den duik dan op het slagveld en vele zelfmoorden zijn verkapte moorden. Bij heel wat verkeersdoden werd het verkeer gebruikt als (zelf)moordwapen. Men mag er niet aan denken wat er vandaag allemaal mogelijk is om zichzelf of anderen om te brengen.
Moord is wreedheid. Nergens wordt de wreedheid zo tastbaar als in het levensverhaal van Oluale Kossola. Sinds de 'ontdekking' van Amerika door Columbus in 1492 namen rijke Europese avonturiers op zoek naar goud het continent met veel bloedvergieten in beslag (waarbij de oorspronkelijke bevolking, wiens culturen en talen vernield werden, bijna volledig omkwam, hetzij door de wapens, hetzij door uit Europa geïmporteerde ziekten) en zij vestigden er plantages van vooral katoen en suiker1 die zij bemanden met slaven: gedurende drie eeuwen werden Afrikanen gevangen genomen en opgekocht en dan zoals vee per slavenschip getransporteerd naar die plantages2 waar zij de facto tot levenslange dwangarbeid veroordeeld waren en onder hard labeur en zweepslagen crepeerden.3
De 'negerslaven', zijn ons bekend van Harriet Beecher Stowe's De negerhut van oom Tom (1851-1852) maar over de transatlantische handel met twaalf miljoen Afrikaanse negerslaven werd helemaal niets opgetekend4, behalve één unieke getuigenis van een der laatste opvarenden van de slavenschepen, Oluale Kossola (ca. 1847-1935), genoteerd door Zora Neale Hurston in 1927 maar pas integraal gepubliceerd in 2018 onder de titel Barracoon: The Story of the Last "Black Cargo",5 een boek dat omtrent de onverschilligheid van de betrokken criminelen helemaal niets aan de verbeelding over laat.
Oluale Kossola vertelt hoe hij na zijn bevrijding trouwde en vele kinderen kreeg, die echter allemaal, de ene na de andere, koelbloedig werden vermoord omdat zij zwart waren. Onder de moordenaars van een van zijn kinderen bevond zich een dominee, die gaf als uitleg dat hij wel eens had kunnen aangevallen worden door het kind. “De man heeft zich niet eens geëxcuseerd”, zo vertelde Oluale. Sanda Dia is van alle tijden. 's Nachts als het koud werd ging de moeder van de dode kinderen toen zij nog leefde naar hun graven met dekentjes om hen een beetje in te dekken.
Er zijn nog mensen die niet weten waar de zwarten in de V.S. vandaan komen. Een zwarte betekende niets voor een blanke, met een zwarte kon men alles doen, zoals ook met vrouwen, homo's, kinderen, illegalen, vluchtelingen, bedelaars: men heeft niets van hen te vrezen en derhalve bestaan ze ook niet. Trump jaagt de 'inwijkelingen' gewoon weg en vertelt dan aan zijn kiezers hoeveel dollar hij daarmee buit gemaakt heeft. En Francken en compagnie 'kuisen' de pleinen in onze steden 'op'. Zij zijn volwassen en bij hun zinnen en kunnen dus ook heel goed weten dat zij hun ministerpostjes enkel danken aan de stemmen van hun idool: het volstrekt gewetenloos legioen.
2Tien jaar geleden verscheen hierover van de hand van de Zweedse historicus Dick Harrison het ophefmakende boek: De geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel bij Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets historia, Historiska Media, Zweden 2015).Voor een synthese, zie: Jan Bauwens, Hoe Europa groot en rijk werd: https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf
4Dick Harrison wijdde aan de trans-Atlantische slavenhandel in zijn lijvige “Geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel” uit 2019 een uitgebreid deel.
Homofobie - Aflevering 3. Werkkampen en onderbetaalde jobs
Homofobie
Aflevering 3. Werkkampen en onderbetaalde jobs
De Europese Unie is wereldberoemd geworden als instelling die de mond vol heeft over mensenrechten welke zij echter bijzonder selectief waardeert. De waarheid is dat welluidende rechten het rookgordijn vormen waarachter zich de eigenlijke drijfveer van het systeem verschuilt die luistert naar één naam: profijt. Dat kan ook niet anders in het kapitalisme want winst is de eindwaarde waarvoor alles en iedereen maar moet inbinden. De redenen en de eigenlijke drijfveren voor het handelen kunnen nooit verder uit elkaar liggen dan daar waar de leugen vrij spel heeft en de leugen is uitgerekend wat de winst mogelijk maakt: de meest bedrevenen in het bedrog boeken de hoogste winsten omdat zij uitmunten in het spel van zo weinig mogelijk geven en in ruil daarvoor zoveel mogelijk terugkrijgen. Ofschoon ook in Europa onder de dekmantel van desinformatiebestrijding de media aan banden liggen, wordt hier nog een vorm van oppositie geduld terwijl in de V.S. het huidige regime uitgroeit tot een ware dictatuur met een dictator die denkt verkozen te zijn om de hele wereld te regeren, zoals de Braziliaanse president Lula da Silva het verwoordt.1 Nergens ter wereld is de kloof tussen de opgegeven redenen en de eigenlijke motieven zo gigantisch als in de huidige V.S.
De jager verdedigt de praktijk van de jacht om zijn moordlust te kunnen botvieren met als reden het stillen van de honger of het op orde houden van het bosbestand. Edele argumenten dekken stinkende motieven en die kunst van het liegen is de hooggewaardeerde retorica die begeerd wordt door al wie belust zijn op wereldse rijkdommen en macht: het is de uitgelezen kunst van Lucifer die daar zijn naam aan dankt: de drager van het licht, van de rede, van het verstand. Volgens het naar deze duivel genoemde marathongedicht van Joost Van Den Vondel nam Lucifer het de Schepper kwalijk dat hij naar zijn maatstaven de kosmische orde verstoorde door de zuivere geesten te verzoeken om het deels vleselijke wezen dat de mens is, te gaan dienen. Voor Lucifer was de liefde een zwakheid van het vlees die zelfs de Schepper verleid zou hebben en als wraak verleidde derhalve de demon de mens en bracht hem ten val.
Het ombrengen van een kind net voor het de moederschoot heeft verlaten, is een door de moeder uitgeoefend mensenrecht maar gebeurt dit net na de geboorte, dan heet het moord of, erger nog: kindermoord. De argumenten die worden aangebracht om het genoemde mensenrecht te ondersteunen, kunnen weliswaar begrip doen ontstaan voor aldus uitgespaard leed aan zekere betrokkenen maar dat die rekening moet vereffend worden met het leven van een onschuldig kind, kan zelden succesvol moreel worden verdedigd. De advocaat van de duivel klinkt even rationeel als liefdeloos omdat hij als zuivere geest het vlees minacht. De abortuspraktijk heeft zich van uitzonderingsgeval ontwikkeld tot algemene regel: hij heeft het uitzicht gekregen van een ware genocide.
Maar de genocide blijft niet beperkt tot ongeboren kinderen want deze gang van zaken is gericht op de maximalisatie van genot en kent derhalve helemaal geen remmen. En zo krijgt men regimes die in den duik het vervolg voltrekken van een met abortus in gang gezette massamoord. Eerst in den duik maar niet veel later worden die praktijken ook wet, zoals gebleken is in onder meer het Europese naziregime van bijna een eeuw geleden. Op abortus provocatus volgt euthanasie, wat een bedrieglijke benaming is voor regelrechte moord. Er is vraag naar die moord door de slachtoffers zelf, zo vertelt ons het regime, en het voegt eraan toe dat het een progressieve en zeer goede zaak is het leed te bestrijden. Met de dood? Wel, het lijkt heel humaan om leed te verminderen maar waar men mensen ombrengt in plaats van (te proberen) hen te genezen, vervangt men dokters door beulen: men helpt de natuur dan een handje door het recht van de sterkste te legaliseren en het onrecht heeft zich dan warempel verheven tot recht.
De nazi's brachten massaal mensen om en zij maakten ook werk van sterilisatie. Ouderen, gehandicapten, geesteszieken en nog andere 'lastposten', werden eerst bestempeld als 'lebensunwertes Leben' en vervolgens op industriële wijze afgemaakt, waarna de boekhouders verslag uitbrachten van in Reichsmark uitgedrukte winsten die deze opruimacties opleverden aan de staat.2 Economisch niet rendabele mensen werden massaal omgebracht, anderen werden eerst gedemoniseerd en dan in werkkampen opgesloten om de economie van de rijken te ondersteunen en voor een meer rendabel superras werden kweekplaatsen gebouwd, zoals 'Lebensborn': rassenwaanzin onder de vlag van wetenschap en eugenetica.
De werkkampen waren voorzien voor zekere categorieën van maatschappelijk ongewenste mensen zoals homoseksuelen3 waarvan men alsnog wilde kunnen profiteren en van wie men daarom het leven spaarde, zij het tijdelijk, want velen van de gevangenen kwamen door ontbering om. Zo was er sinds 1933 onder meer Kamp Börgermoor, een van de vijftien strafkampen voor tegenstanders van het naziregime aan de Duits-Nederlandse grens nabij Papenburg waar de gevangenen dienden voor de ontginning van het veengebied en waar ongeveer dertigduizend mensen vermoord werden.4
Vandaag lijken deze kampen in Europa niet langer te bestaan maar als men in rekening neemt dat discriminatie van homo's feitelijk beroepsverbod betekent, moet men ook erkennen dat homo's uit de gelederen van de gesettelde burgers worden verdreven en op straffe van honger en ontbering vrede moeten nemen met jobs waar ook vluchtelingen en illegalen naartoe gedreven worden.
2Zie: Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale University Press, New Haven and London, Englishlanguage edition 1993 by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983),
In een Tv-reportage werden aan een zwart jongetje van een jaar of zes de portretten getoond van een blanke en een zwarte man en werd gevraagd wie van de twee de beste was; het jongetje wees schijnbaar zonder aarzelen het portret aan van de blanke. De persoon die het kind confronteerde met de vraag, was een blanke man. Is het niet hartverscheurend dat een kind bang moet zijn voor u omdat het zwart is?
Discriminatie maakt diepe littekens in de ziel. Discriminatie heeft te maken met doodsangst, vluchtreacties en het zenuwachtig uitdenken van strategieën om te overleven. Discriminatie heeft te maken met het angstvallig zoeken naar uitwegen uit een toestand die helemaal hopeloos is. Helemaal hopeloos is geen grammetje overdreven want als men moet vrezen voor wie men is, wordt al de rest bijzaak. Het gaat om een zeer ernstige vorm van preoccupatie.
Het geluk, of althans wat men het geluk noemt, wordt bijzaak voor wie in de overlevingsmodus verkeren. Vrienden worden bijzaak, een goed rapport op school, afstuderen, een fijne job, een huwelijk en kinderen: men doet eraan mee als het zo hoort maar met de overlevingsmodus aan, zijn al die dingen bijzaak. Het gaat zelfs zo ver dat op den duur ook het leven zelf bijzaak wordt: voor wie zichzelf moeten verbergen, is het tenslotte allemaal toneel. Of als de eer op het spel staat: een vrouw die bij toeval de ramp met de Titanic overleefde, vertelt hoe zij opzij geduwd werd door een man die zo het eigen hachje redde en zij dacht: doe maar op. Zij vertikte het zichzelf te vernederen met verzet.
Is het niet hartverscheurend dat een kind bang moet zijn voor u omdat het zwart is? Of gebrekkig? Of seksueel georiënteerd op hetzelfde geslacht? Wat dat laatste geval betreft, worden niets vermoedende kinderen van wie aan het licht komt dat zij homo zijn, daarmee geconfronteerd door de eigen ouders, opvoeders, huisarts en biechtvader. De kinderen in kwestie worden door deze mensen, in wie alle kinderen van nature een blind vertrouwen hebben (!), voor de rest van hun leven de stuipen op het lijf gejaagd. Zij worden in de kast gestopt en kunnen daar nooit meer uit. Dat gebeurt ook hier te lande, tot voor kort was het de algemene praktijk. In twee woorden gaat het als volgt.
Het kind van wie ontdekt werd dat het homo is, wordt ontboden bij de huisdokter die hem (of haar) onder vier ogen spreekt. U moet weten, zo legt hij uit, dat homofilie een vreselijke schande is. U hebt brave en hardwerkende ouders. U gaat hen dat toch niet aandoen? Verberg het dus, maak dat niemand het ooit aan de weet komt. Ik heb aan uw vader uitgelegd dat het tijdelijk is, dat het de puberteit is. Ga nu naar huis en als uw vader u vraagt of het over is, wees dan flink en bevestig dat. Zullen we zo afspreken?
Men staat er niet bij stil dat men aldus zijn kinderen levend begraaft. In enkele minuten tijd moet het kind verwerken dat het beter niet bestaan had, wat uiteraard geen mens kan verwerken. En het is een halve afspraak tussen ouder en arts, een soort van halfbewuste samenzwering, maar alle daarbij betrokkenen zijn volwassen en bij hun zinnen, zij kunnen heel goed weten wat zij aanrichten. Alleen blijkt de angst voor de blik van anderen dermate groot dat men liever het eigen kind doodmaakt dan hem of haar te gaan verdedigen. De kuddegeest primeert over de liefde voor het eigenste kroost. Men schuwt de schande maar niet de moord. Ook al gaat het om een schande in de ogen van vreemden en is het een moord op het eigen kind. En niemand zal met een beschuldigende vinger wijzen want de gruwel wil dat aan het kind helemaal niet te zien is dat het dood is. Maar leven doet het niet meer. Een kind dat dit kan over-leven, zal zich als oudere man of vrouw pijnlijk bewust worden van het bestaan van de ware toedracht van de zaken. Het zal moeten aanvaarden dat mensen die het oprecht heeft bemind en in wie het heeft geloofd, door lafheid zijn of haar levensgeluk onherroepelijk teniet hebben gedaan.
Zeldzaam waren toentertijd de vaders die hun homofiele zonen verdedigden, die een vuist durfden te maken en zegden: geen voet zetten wij nog binnen in de kerk! Kom, we vinden wel een andere school! Als ze niet willen groeten, dat ze hun goedendag dan voor zichzelf houden!
Een vader die zijn zoon niet terecht wees, niet verraadde, niet naar het klooster stuurde of naar het seminarie, verloor zijn werk en had voor zijn gezin niets meer te eten. Daarover beslisten namelijk de notabelen die aan huis kwamen om vrank en vrij het beloop van de zaken in ogenschouw te nemen. Onder hen: de eerwaarde, de onderwijzer en de huisdokter. Deze laatste stuurde onvolwassen jongens met het probleem naar een plek in Nederland, meer bepaald naar Heiloo, bij de beruchte dokter Aimé Wijffels, de psychiater die castreerde, hij deed het in serie, voor ontelbaren, dagelijks en in den duik. De praktijk was gekend bij de medici in binnen- en in buitenland en werd verzwegen zoals ook al het andere wat met homofilie te maken had taboe was. Dit gebeurde niet alleen honderd jaar geleden in nazi-Duitsland1 maar ook hier te lande en tot voor kort. Castratie werd toegepast tot in 1975 protest uitbrak. Overigens niet zo lang geleden kwam de bewuste plek waar het gebeurde weer in het nieuws.2
In Panopticum Corona hebben wij gesproken over De geschiedenis van de waanzin die de geschiedenis is van de psychiatrie en derhalve gaat het in dit werk van Michel Foucault over de waanzin die psychiatrie heet. Het boek dateert van 1961 en zowat 15 jaar later schreef Ivan Illich zijn Medical Nemesis over de waanzin van de geneeskunde. Foucault beschrijft de degradatie van arbeiders tot slaven omstreeks 1650: het teveel aan arbeiders ingevolge de economische omwentelingen wordt werkloos en deze 'leeglopers' worden ondergebracht in 'verbeteringsgestichten' waar zij zogezegd moeten werken voor de kost terwijl zij in feite rechteloze en spotgoedkope arbeiders zijn waarmee de resterende fabrieksarbeiders niet meer kunnen concurreren zodat ook zij moeten afgedankt worden en als leeglopers in gestichten belanden waar zij onbetaald dwangarbeid verrichten en zo verworden in principe alle arbeiders tot slaven.3De verbanning buiten de stadsmuren van werklozen, gehandicapten, vreemdelingen, armen en noem maar op, vervolmaakt zich in hun opsluiting die immers elke terugkeer onmogelijk maakt en de waanzin van de psychiatrie bestaat er nu in dat het deze onrechtvaardige en wrede verbanning en opsluiting is die de slachtoffers razend maakt of waanzinnig: "Opsluiting maakt krankzinnig. 'De gevangenis kweekt gekken.'", aldus citeert Foucault de Franse revolutionair Mirabeau.4 Met andere woorden is het niet zo dat de waanzinnigen opgesloten worden maar precies andersom worden onterecht van hun vrijheid en waardigheid beroofde mensen razend of waanzinnig. Met andere woorden: terwijl de razernij het onrecht uitschreeuwt, wordt zij moeiteloos geneutraliseerd door erover te zeggen dat zij op niets slaat, redeloos is, of waanzin. De arme wordt geculpabiliseerd én uitgeschakeld door hem te stigmatiseren als gek.
Ook vandaag nog en meer dan ooit worden pogingen gedaan om met dezelfde laffe methoden repressie te voeren en zo bestaat het dat exact dertig jaar na de schrapping van homofilie als geestesziekte, het hoofd van de katholieke psychiatrische instellingen van de Broeders van liefde eist dat het vers uit Genesis (1, 27) "man en vrouw schiep Hij hen" opnieuw ernstig genomen wordt en ook in het onderwijs de voorrang krijgt boven de wetenschappelijke bevindingen omtrent geslacht en gender.5 Homo's dreigen opnieuw gek verklaard te worden, 'medisch' behandeld, uitgestoten en opgesloten; alom wordt reeds teruggegrepen naar gebedsgenezers en moordende conversietherapieën6 en gevaarlijke potentaten die zich uitgeven voor zogenaamde 'gladiatoren voor het christendom' vergaderen in kloosters in de nabijheid van Rome om van daaruit gefinancierd door extreem rechts een heuse coup voor te bereiden met het oog op het herstel van de aloude repressieve machtsstructuren.7 Wat inmiddels ook gebeurd is met de vestiging van de extreemrechtse subversieve regering Trump in de V.S. Dezelfde methoden waarmee zoals bij Foucault beschreven in het Frankrijk van 1650 de verdrukten onschadelijk werden gemaakt, worden vandaag opnieuw toegepast.8910
3 Bauwens, Jan. (2021), deel III, par.: De reconstructie van de slavernij, verwijzend naar Foucault, Michel. (2013), pp. 55-72.
4Mirabeau zat zelf twee en een half jaar lang gevangen in Château de Vincennes. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Honor%C3%A9_Gabriel_de_Riqueti . Zie: Foucault, Michel. (2013), p. 263-264. Bij de oproer in de aanloop van de Franse Revolutie deed de kerk haar best om eraan mee te helpen de arbeiders 'onschadelijk' te maken met een methode gelijkaardig aan de redeloosheid- of krankzinnigverklaring: "(...) de kerk (...) stelt de geheime arbeidersgroeperingen op één lijn met 'het uitoefenen van tovenarij'. Een besluit van de Sorbonne (van 1655) verklaart allen die tot zulke boze gemeenschappen behoren tot 'heiligschenners' die bovendien nog 'in doodzonde verkeren'". (Foucault, Michel. (2013), p. 65.)
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: