De
klimaatkatastrofe is geen kwestie van eeuwen maar een kwestie van
luttele uren
De
aardatmosfeer is zoals een reusachtige spons. Zij kan meer vocht
bevatten naarmate het warmer is. Zo bijvoorbeeld bevat de lucht in de
Sahara meer water dan de lucht boven de Stille Oceaan. De temperatuur
van de atmosfeer lijkt overal te stijgen. Als een gevolg daarvan
zuigen de luchten zich vol met water. Amper één graad Celsius meer
betekent ongetwijfeld een heuse zee die aan het vocht van de wolken
wordt toegevoegd. Het zeepeil stijgt omdat het poolijs en de
gletsjers smelten, maar het grote gevaar ligt elders. Immers, zolang
de temperatuur blijft stijgen, lijkt het erop dat alles binnen
redelijke perken kan worden gehouden. Een natuurramp dreigt pas op
het ogenblik dat de atmosfeer opnieuw gaat afkoelen. Een daling van
het algemeen gemiddelde van de temperatuur van de atmosfeer, zal
immers ontegensprekelijk de condensatie veroorzaken van het water dat
erin opgeslagen wordt en dan regenen alle in de dampkring opgeslagen
zeeën er ineens uit. Nu zijn er voortdurend
temperatuurschommelingen: overdag is het warmer als des nachts en in
de winter is het kouder dan in de zomer. Maar die schommelingen
heffen elkaar op: is het hier zomer, dan is het aan de andere kant
van de evenaar winter, en is het hier dag, dan is het nacht aan de
andere kant van de aardbol. Van een echte temperatuursdaling kan pas
sprake zijn wanneer het gemiddelde zakt en dus wanneer de lucht
overal tegelijk gaat afkoelen. En het zou zeker niet de eerste keer
zijn dat zich dit verschijnsel voordoet. Het meest voor de hand
liggende scenario waarin zulks in gang kan worden gezet, is een grote
vulkaanuitbarsting die immers de aarde zou verduisteren, een lange
nacht teweeg zou brengen en zo een algemene afkoeling zou
veroorzaken. Een nieuwe zondvloed zou dan geen kwestie zijn van
eeuwen of zelfs niet van tientallen jaren, omdat hij niet het gevolg
zou zijn van de langzame smelting van het ijs. Een zondvloed zou er
onmiddellijk komen door een onmiddellijke afkoeling. De afkoeling
veroorzaakt door een vulkaanuitbarsting is zeker vergelijkbaar met de
afkoeling veroorzaakt door een zonsverduistering, zowel plaatselijk
als over een groter deel van de aarde. Wie ooit getuige was van een
totale zonsverduistering, weet dat bij het zich verbergen van de zon
achter de maan, het op de plek van de volledige eclips eensklaps
koeler wordt: de temperatuur zakt onverwijld met enkele graden en
ware een zonsverduistering geen kortstondig verschijnsel, dan ging het
ook weldra vriezen, zoals het ook vaker doet des nachts. Bij een
algemene afkoeling van de dampkring, zouden wij het waterpeil zien
stijgen.
(J.B.,
22 december 2015)
|