Aflevering
5: Haïti, wereldproducent van suiker en koffie 'gratis'...
Het
racisme
heeft deels religieuze wortels ("mensen met een zwarte huid
hebben geen ziel"; "wij zijn het uitverkoren volk"...)
maar is vaak een gevolg
van de slavernij:
racisme en slavernij zijn elkaars
oorzaak en gevolg en vandaar is het niet alleen zo dat de Afrikaanse
slavernij wordt goedgepraat met het argument dat zwarten
minderwaardig zijn maar, andersom, worden zwarten door blanken als
minderwaardig beschouwd precies omdat
zij hun slaven zijn. En soms zijn inzake racisme zowel religie als
slavernij in het geding, zoals in het requerimento
van paus Adrianus VI: hij eist de onderwerping van de Indianen én
omdat hij zich als zelfverklaard goddelijk vertegenwoordiger meer
waard acht dan hen, én omdat zij Spaanse oorlogsbuit zijn. Weliswaar
werkt de beschaving het recht van de sterkste tegen maar het blijft
jammer genoeg vaak de regel dat mensen neerkijken op hun zwakkere
soortgenoten: "[Het
grootschalig gebruik van slavenarbeid (op Jamaica, "een van de
grootste en meest authentieke slavengemeenschappen die ooit hebben
bestaan" (1))]
kleurde
de hele cultuur en legde de basis voor sociale ongelijkheid en
racistische overtuigingen, die ook tegenwoordig nog wijdverspreid
zijn".
(2)
Het
is niet overbodig om iets te zeggen over de concrete
leefomstandigheden van de slaven teneinde een beeld te krijgen van de
menselijke wreedheid en het kennelijk volstrekte onvermogen tot
empathie bij de uitbuiters - alles werd overigens minutieus
opgetekend. Op een suikerplantage waar zowat 80 slaven werkten,
stonden een kasteeltje waar de blanke oversten verbleven, de barakken
voor de slaven, de pakhuizen en de molen. Het werk in de molen, waar
het suikerriet geplet werd en verhit voor de productie van muscovado
(ruwe suiker), melasse en rum, was het zwaarst en eiste de meeste
mensenlevens. In het seizoen werd dag en nacht gewerkt en kregen de
slaven niet meer dan vier uur slaap per etmaal. "[Het werk
bij de molen] was zo gevaarlijk dat als - door slaperigheid of door
onvoorzichtigheid - een uiteinde van een vinger tussen de palen
blijft steken, de rest van het lichaam onvermijdelijk volgt. Om dit
te voorkomen, heeft de volgende neger altijd een kleine bijl klaar om
zijn arm af te hakken, in het geval van een dergelijk ongeluk".
(3) Volgens de codex van Barbados uit 1661 "moesten de
zwarten worden beschouwd als gevaarlijke heidenen. De eigenaar had
geen onbeperkte macht over hen, maar bijna. Hij mocht de slaaf naar
eigen goeddunken straffen en ontsnapte zelf aan straf als hij hem per
ongeluk mishandelde of doodde. In het geval een slaaf werd betrapt,
bijvoorbeeld omdat hij stal, vluchtte of een vluchteling verborg, was
de straf hard, inclusief zweepslagen of brandmerking". (4)
In Jamaica waar begin achttiende eeuw slechts zevenhonderd blanken
woonden maar in 1768 al zeventienduizend, liep tegen 1775 het aantal
slaven op tot 350.000. Slavenkinderen gingen al vanaf de leeftijd van
3 à 4 jaar aan het werk en ook oude slaven moesten aan de slag
blijven. De eigenaars van de plantages verbleven meestal in
Engeland. Ook op de Franse kolonie Saint-Domingue (het huidige Haïti)
was de toestand onmenselijk. Haïti leverde 40 pct. van alle suiker
en 50 pct. van alle koffie in de wereld. In 1731 tekende een bezoeker
op dat de slaven dom en volgzaam waren, niet in staat om voor
zichzelf te zorgen: "Sommigen (...) kunnen niet tot meer dan
drie tellen en het gebed van de Heer niet leren. Ze bedenken nooit
iets uit zichzelf, en het verleden is voor hen even onbekend als de
toekomst. Het zijn machines (...)" (5)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
31 december 2019)
Verwijzingen:
(1)
Dick Harrison, De
geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne
mensenhandel,
Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets
historia,
Historiska Media, Zweden 2015), p. 325.
(2)
Dick Harrison, o.c.,
p. 327.
3)
Dick Harrison, o.c.,
p. 332.
(4)
Dick Harrison, o.c.,
p. 340.
(5)
Dick Harrison, o.c.,
p. 345.