Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
13-03-2022
Tot stof en as Deel 5: Rosemary's baby
Tot
stof en as
Deel
5: Rosemary's baby
In
dit door Roman Polanski's verfilming alom bekende horrorverhaal van
Ira Levin baart een jonge vrouw de zoon van de duivel door wie zij in
een droom verkracht werd. Tijdens haar zwangerschap moet zij die
waarheid onder ogen zien en het moederinstinct verhindert haar om
daartegen ook maar iets te ondernemen, wat haar absolute eenzaamheid
bezegelt.
Lang
niet zo groot is de eenzaamheid van wie met hun inzichten
vooruitlopen op de massa met miskenning als enig loon want desnoods
kunnen zij nog kiezen voor het martelaarschap: die allerlaatste
uitweg is Rosemary niet gegund; het is haar lot de waarheid immer in
zich op te moeten bergen en zo wordt zij de vergeetput van de
waarheid. Omdat de waarheid naar zijn eigen zeggen God is, zal
Rosemary eeuwig branden in de hel. De tegenpool is zij van de heilige
maagd Maria die de Waarheid baarde omdat in Rosemary de waarheid
sterven moet en het kwaad tot leven komt: de leugen, verpersoonlijkt
in het kind van de duivel.
De
westerse beschaving is een gebouw gefundeerd op de retorica, die
echter de kunst is van het liegen. Alles wat onze cultuur
voortbrengt, zit verpakt en de verpakking belemmert het zicht op de
zaak zelf terwijl zij nochtans pretendeert die zaak te belichten want
zij is de naam en derhalve het doopsel: men mag niet zien wat erin
zit, men moet geloven wat de doos over de inhoud zegt. De verpakking
of de naam, de uitleg, de van de wijs brenging, de omleiding, weg van
het doel: het dwaallicht.
De
oplichterij openbaart zich pas waar de waren slechts hun verpakking
blijken: binnenin is leegte. Het bedrog brengt illusie gevolgd door
desillusie, telkens opnieuw. Onze cultuur bedriegt en het bedrog
verslaaft; de verslaving verziekt en de ziekte doodt. Dit heet
kapitalisme, hebzucht, maar ook eerzucht, de zucht naar roem, het
immer hoger, sneller, sterker, de tomeloze vrijheidsdrang, de
Übermensch, de Godmens, de moordende zelfverheerlijking. Het alom
verheerlijkte geld is de exponent van de lege verpakking. Zij belooft
vrijheid maar brengt alleen verknechtende oorlog.
Heel
anders is de oosterse cultuur, die bescheidenheid predikt en die de
tevredenheid aanprijst: zij leert dat rijkdom niet de bevrediging is
van behoeften maar hun afwezigheid of tenminste hun beperking. Uit
het inzicht in het kwaad van de hebzucht werd het antikapitalisme
geboren dat vorm kreeg in het communisme en sindsdien is de
politiek-ideologische wereld in twee verdeeld en die verdeeldheid
manifesteert zich in eenzelfde zich immer herhalende oorlog die zich
uitstrekt over de hele planeet. De beide ideologieën bevechten
elkaar maar wat zij gemeen hebben, is de oorlog, die daarom, zoals
Herakleitos het zegde, de vader van alle dingen is.
De
strijdende partijen hebben elk hun eigen waarheid: in tijden van
oorlog splitst zich de waarheid in twee leugens op. Het is de
teleurgang van de waarheid die vechten doet. De retoriek zelf is
strijd omdat zij liegt, zij is een geheel van holle frasen wiens
verdedigers lege hulzen zijn: praters zonder ziel, die verkondigen
wat winst oplevert, vandaag dit en morgen iets anders. Zij leven voor
het geld dat de lege verpakking bij uitstek is, zij aanbidden de
mammon, die de onmens bij uitstek is, de niet-persoon, de duivel. En
zij die hem in het vizier hebben, delen het lot van Rosemary: zij
moeten de waarheid van het kwaad verzwijgen omdat dit kwaad hun
eigenste kind is.
(J.B.,
13 maart 2022)
BBC interview met Mikhail Gorbatsjev
BBC interview met Mikhail Gorbatsjev
12-03-2022
Tot stof en as Deel 4: Kiev, de wieg van Rusland
Tot
stof en as
Deel
4: Kiev, de wieg van Rusland
Volgens
de Duitse historicus Ernst Nolte (1923-2016) aan wie het verwijt dat
hij de uniciteit van de holocaust in twijfel trok, zijn het fascisme
en het marxisme (op hun beider antiliberalisme na) elkaars tegenpolen
terwijl zij paradoxaal genoeg dezelfde methoden gebruiken om elkaar
te bestrijden. (1) Het fascisme is bovendien nationalistisch (het
marxisme is internationalistisch), gewelddadig en propagandistisch en
zou een overreactie zijn op het 'spook' van het communisme dat na de
Russische Revolutie van 1917 'door Europa waart' (2) nadat de
Bolsjewieken onder Lenin als overwinnaars uit de bus kwamen na een
jarenlange burgeroorlog tussen deze communisten, de liberalen en de
anarchisten. (3) Vijf jaar later werd daaruit de USSR gevormd, een
communistische eenpartijstaat (bestaande uit 15 geünificeerde SSR's,
een aantal autonome SSR's en een aantal autonome regio's) die
standhield tot 1991. De eerste SSR was de Russische, gesticht in
november 1917, onmiddellijk gevolgd door de Oekraïense op 25 december
1917: niet verwonderlijk daar de Oekraïense hoofdstad Kiev, dat een
handelscentrum was aan de Dnjepr waar omstreeks de negende eeuw de
Roes - dat zijn de Varjagen (een subgroep van de Vikingen) of de
Russen - strandden, in feite de wieg is van het grote Rusland. (4)
Kiev,
de wieg van het duizendjarige Rusland: Amerikaanse multinationals
benijden de waarde van de 'graanschuur van Europa', zoals de Oekraïne
van oudsher heet en zij willen er beslag op leggen, zoals zij ook
elders in de wereld beslag leggen op de bodemschatten om dan na de
plunderingen een berg vergiftigd afval achter te laten. De boeren (in
de stiel sinds duizend jaar en langer) moeten het ginder dan maar
zien te rooien met een uitkering van de staat en om hun nageslacht
dat dan uiteraard geheel buiten de prijzen valt, maalt geen kat meer.
Het praat eventuele bombardementen op de burgerbevolking niet goed,
maar zou men dan niet voor heel wat minder op zijn paard zitten?
Tot stof en as Deel 3: Poetin en zijn denazificatie
Tot
stof en as
Deel
3: Poetin en zijn denazificatie
"De
foto's van Litouwers die groepen joden afmaken met ijzeren staven,
behoren nog altijd tot de schokkendste beelden van de Tweede
Wereldoorlog, zo
schrijft journalist Jorn De Cock in zijn bijdrage over extreemrechts
in Centraal-Europa in de bundel Nieuw
Radicaal Rechts in Europa
(1) dat verscheen kort na de val van het ijzeren gordijn in 1989.
Inzake het voormalige Oostblok heeft hij het over "een
nieuw populisme" en
over "virulent
nationalistische en antisemitische partijen"
in de Baltische Staten maar ook in Polen, Roemenië, Slovakije,
Hongarije, Tsjechië, Bulgarije en... de Oekraïne.
De fascist, racist en antisemiet
László Bárdossy werd in 2000 (onder de regering van Viktor Orban)
openlijk herdacht en geëerd in de Stefansbasiliek in Boedapest. (2) "In de Letlandse
hoofdstad Riga vindt jaarlijks een mars plaats van de oude Letse
SS-ers" - samen
met de Estlanders en de Litouwers namen zij deel aan de massamoord op
joden in W.O.II. (3) In Wit-Rusland werd door de nazi's een
gruwelijke genocide gepleegd waarvoor het bloedbad van Chatyn symbool
staat. (4) Het nazisme onder Adolf Hitler was dermate onmenselijk dat
het Westen een alliantie vormde met de Sovjet-Unie onder Stalin om de
nazi's te kunnen verslaan.
Herhaalt
zich de geschiedenis? Zijn het neo-nazi's, of beter: inter-nazi's die
de coronapandemie of het Panopticum Corona op touw hebben gezet om de
wereldheerschappij te kunnen grijpen? Is deze oorlog tussen Rusland
en de Oekraïne in wezen een heruitgave van de strijd tussen het
communisme en het nazisme dat nu verpopt is tot het internazisme en
dat zich zopas gemanifesteerd heeft met als psychedelisch wapen de
fantastische fabel van de pandemie? Het door Europa zozeer verguisde
nazisme waarvan nu blijkt dat het altijd al de ideologie was van de
westerse elite die nu wil dat haar bevolking ze omarmt en naar het
front holt om ze te gaan verdedigen?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
11 maart 2022)
Verwijzingen:
(1) Alex
Buyse (samensteller) en De Standaard-redactie, Nieuw radicaal
rechts in Europa, Houtekiet,
A'pen/A'dam 2002, pag. 197.
De straf is een genade
omdat zij loutert maar de betekenis daarvan blijft verborgen totdat
verklaard wordt hoe de misdaad niet de oorzaak is van de straf (wat
wordt uitgedrukt als volgt: "Als er misdaad is, dan
volgt straf" - formeel: "als M dan S")
en ook niet in het equivalent daarvan, namelijk in de omkering
waarbij de beide leden in hun negatie geponeerd worden ("Als
er niet gestraft werd, dan werd er geen misdaad
meer gepleegd" - formeel: "alsniet S dan
niet M") maar wel als een geheel nieuw equivalent. De
beloofde (en dus de toekomstige) straf zorgt er immers voor (of: zij
veroorzaakt, meer bepaald vanuit de toekomst waar zij bovendien
alleen als dreiging bestaat) dat er geen misdaad (meer)
gepleegd zal worden. Maar dat betekent meteen dat er helemaal
niet gestraft wordt wanneer zich geen tweede kans meer zal voordoen:
de straf betekent niets anders dan de belofte van een herkansing.
Waar de straf uitblijft,
waar de misdaad onbestraft blijft, geldt daarom de straffeloosheid
als de allerergste straf: zolang men niet bestraft werd voor zijn
misdaad, blijft men in het ongewisse over de mogelijkheid tot
herkansing, met andere woorden: over het terugkrijgen van de vrijheid
(om al dan niet het goede te doen). Het uitblijven van straf brengt
de misdadiger derhalve in een toestand van onvrijheid of
gevangenschap: zijn keuzevrijheid werd opgeheven, hij werd (door zijn
misdaad) geketend en hij zal geketend blijven totdat een straf hem
bevrijdt. Die bevrijding wordt een loutering genoemd en zo zegt men
dat de straf loutert.
Van genadeloosheid is
sprake waar de straf voor altijd uitblijft. Ongenade betekent daarom
veroordeling, ontneming van vrijheid, gevangenneming, stopzetting van
mogelijkheden, beëindiging van het bestaan waarvoor de vrijheid
immers een sine qua non is.
Naar aanleiding van het
verschijnen van de zwarte ballon van de ongenade verwijst de Vlaamse
auteur Ludo Noens naar het door Carl Gustav Jung uitvoerig
bestudeerde verschijnsel van de synchroniciteit: het betekenisvol
gelijktijdig optreden van verwante gebeurtenissen zonder onderling
oorzakelijk verband.
Ook verwijst Noens in
datzelfde verband naar het teken aan de wand ten tijde van het rijk
van de Babylonische koning Belsazar, ons welbekend van een schilderij
van Rembrandt. Het boek Daniël beschrijft hoe tijdens een van zijn
feestmalen deze vorst in het Aramees (1) de volgende tekst ziet
verschijnen op een muur:
מנא
מנא תקל ופרסין
(məne məne
təqel ûfarsîn),
wat letterlijk wil
zeggen:
"Geteld, geteld,
gewogen en verdeeld",
of: "Gewogen en
te licht bevonden",
door de profeet Daniël
verklaard als de aankondiging van de val van Babylon.
Die nacht werd Belsazar
vermoord en zijn rijk werd verdeeld onder de Meden en de Perzen.
Bij ongenade wordt
afgezien van een straf en derhalve van herkansingsmogelijkheden en
wordt het volk waarop de vloek in kwestie rust, kennelijk vernietigd.
(J.B., 7 maart 2022)
Verwijzingen:
(1) Het Aramees is de
vandaag bijna dode taal die Jezus sprak en die nu nog opduikt in
onder meer bepaalde streken in Syrië.
06-03-2022
Tot stof en as
Tot
stof en as
Het is nog vroeg in de
ochtend als niet het zonnewiel doch een zwarte luchtballon achter de
huizen opdoemt en langzaam en laag dichterbij komt, totdat de tekst
erop zichtbaar wordt: "Ongena", zo leest men tegen wil en
dank.
Het is 5 maart 2022, men
zegt dat de derde wereldoorlog begonnen is. Het is niet langer Mark
Van Ranst die dag in dag uit de kijkbuis vult: Vladimir Poetin heeft
hem de loef afgestoken met een ander paard uit de Apocalyps. De
Russische monarch herinnert nu aan zijn landgenoot die 101 jaar
geleden geboren werd, ("What's in a number?", zo
fluistert een lezer die met 1984 zijn mond maskeert) en
bedoeld wordt hier Dostojevsky met, uit zijn Schuld en boete,
de moordenaar Raskolnikov die zich een Uebermensch waant.
Zoroaster, de grote god van het zuiverende vuur.
Is het in Georgië dat
Poetin voor zijn moordpartijen zoveel bijval krijgt met het
commentaar dat hij in dit armageddon - de ultieme strijd tussen goed
en kwaad - de redder van de mensheid is, de Uebermensch van
Nietzsche die opdoemt in de wanen van de ondervoede, vereenzaamde en
zieke Rodion? De held die zich situeert Jenseits von Gut und Böse,
zoals de titel luidt van Nietzsche's genealogie van de moraal. Rodion
Raskolnikov.
Radium is een uiterst
radioactief element met atoomnummer 88 en een lezer van Mein Kampf
fluistert ons toe dat dit getal de Führer symboliseert in de
geheimtaal van de neonazi's die Poetin naar zijn zeggen achterna zit,
vanwege de initialen van ein Meister aus Deutschland. In
Oekraïne gingen zij flink tekeer, de nazi's.
Der Tot ist ein
Meister aus Deutschland, zo klinkt het in
Totesfuge van Paul
Celan en het gedicht begint met de woorden: "Schwarze
Milch der Frühe". In de vroegte, een
zwarte ballon in de lucht, dreigend laag en traag, is het de stilte
voor de storm? - haast raakt hij de takken van de hoge bomen die nog
net niet in bot staan. "Wir schaufeln ein
Grab in den Lüften da liegt man nicht eng."
"Dein goldenes
Haar Margarete
dein aschenes Haar
Sulamith."
Het nieuwe mondmasker,
anders genaamd: de doos jodiumtabletten, moet de schildklier
verzadigen met dit element om te vermijden dat zijn radioactieve
broertje de klier met alsem vult, afkomstig uit de 129 Europese
kerncentrales die gewis readymade atoombommen zijn, te
activeren met wat buskruit vastgemaakt aan een drone van 40 Euro uit
de supermarkt. Jodiumtabletten, tegen elk kwaaltje is een kruid
gewassen, zo leest men boven de deur van de apotheek van god. "Laat
varen alle hoop, gij die hier binnentreedt", zo staat
geschreven boven de hellepoort van Dante Alighieri. De hel, het vuur,
Zarathoestra, Radium en het rijzen van de zwarte ballon.
(J.B., 6 maart 2022)
04-03-2022
Ter gelegenheid van het bombardement op de grootste kerncentrale van Europa d.d. 3 maart 2022: âStille zaterdagâ
Ter
gelegenheid van het bombardement op de grootste kerncentrale van
Europa d.d. 3 maart 2022: Stille zaterdag (1)
In
een recent interview van Jan Jagers, voor Magazine Universiteit Antwerpen,
met Jeffrey Sachs, topadviseur van de secretarisgeneraal van
de VN en 's werelds grootste econoom van dit eigenste ogenblik,
herinnert de eredoctor aan een fenomeen waarover bijvoorbeeld
ook 'de laatste getuigen' [van de holocaust] het hebben en
dat verwant is met wat Primo Levi betitelt als het allergrootste kwaad,
zijnde de onverschilligheid: "(...) Hoewel we kúnnen samenwerken,
lijken we desondanks in een tijd te leven die compleet
gevangen zit in toenemend wantrouwen, waardoor zelfs het
gevaar op wereldwijde vernietiging dreigt. (...) De opkomst van
vooral China, van Azië, betekent het einde van de door het Westen
geleide wereld zoals we die de laatste 250 jaar hebben gekend.
Opmerkelijk
is dat de VS (...) nu zelf onstabiel is en in vele opzichten
een schurkenstaat, a rogue nation. Jammer genoeg. Met een
mentaal zieke president kan je dit moment niet anders zien dan
als dramatisch. (...) Ik vrees een nucleaire oorlog. (...) We zien zoiets
nooit als een optie tot het echt gebeurt, omdat onze psychologie zulke
risicos simpelweg niet kan verwerken. (...) Vliegende ganzen
in radarstralen hebben we geïnterpreteerd als intercontinentale raketten
uit Rusland, ook radarreflectie op de opkomende maan
is daar al voor doorgegaan, en zopas was er in Hawaii vals alarm
over een nucleaire aanval (...). Het is twee minuten voor middernacht.
Alle mensen van goede wil moeten nu opstaan en nee
zeggen (...)" (2)
Onze
psychologie kan dit niet verwerken: als een kwaad maar groot
genoeg is, zal het niet langer als zodanig gelden doch daarentegen als
een goed. Om die reden wordt de naam van Napoleon Bonaparte
(1769-1821), een der grootste massamoordenaars aller tijden,
alom in ere gehouden met reusachtige standbeelden en andere eretekens
bij de vleet; naar hem worden in alle metropolen ter wereld
restaurants en cafés genoemd en zelfs allerlei luxeproduc-
ten,
incluis dranken en bonbons, alsof hij een sinterklaas was of een
paashaas. Hetzelfde geldt voor Nero (37-68), Mao (1893-
1976),
Stalin (1878-1953) en vele andere tirannen. Het droppen van
de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki die in één klap een
kwart miljoen mensen ter plekke deden verdampen zodat het enige
spoor dat van hen restte een zwarte vlek was op de grond, wordt
niet alleen herdacht door de slachtoffers: ook de daders bleven hun
heldendaad vieren, onder meer met de tentoonstelling in het
National Air and Space Museum, in Washington D.C., van de
belangrijkste
onderdelen van de Enola Gay het vliegtuig waarmee de
bommen werden gedropt tot de dag dat het tuig met verf en
bloed besmeurd werd. En de Japanners werden sinds die zwartste dag
uit hun geschiedenis de beste bondgenoten van de moordenaars van
hun volk.
Onze
psychologie kan een zo groot kwaad niet verwerken of toch
niet meteen. Want als er vele, vele jaren overheen gegaan zijn,
blijft uiteindelijk de waarheid over. Zo kwamen heel lang geleden de
eerste mensen Amerika in via het Noord-Westen dat aan het
Noord-Oosten van Azië grenst en zo bevolkten geelhuiden met pikzwarte
haren Chinezen dat continent totdat zij daar door Europese
goudzoekers werden verdreven, gescalpeerd of in reservaten ondergebracht
met gratis alcohol dat de zogenaamde Indianen echt
Chinezen zijn, verraadt ons zelfs hun beider poëzie. (3)
Hollywood
ten spijt met zijn op nog ongerepte breinen mikkende propagandafilms
over heldhaftige cowboys, weet nu stilaan iedereen hoe
gigantisch de leugens zijn die door de oorlogsmachinerie gebrouwen
worden.
Maar
als onze psychologie niet in staat is om een kwaad te verwerken dat
al te groot is, waarom zou hetzelfde dan niet waar zijn voor
een al te groot goed? Het is bijvoorbeeld algemeen geweten dat
het menselijke besef van het mirakel van het leven bijzonder ontoereikend
is. Of spreken de kwistigheid met levensbelangrijke zaken,
met mensenlevens en met levende soorten dan geen boekdelen?
En
het gemak waarmee men oorlog voert, de onbezonnenheid
van landen en hun leiders? Onze psychologie blijkt derhalve evenmin
in staat om een goed dat al te groot is, te bevatten. Vandaar de
vraag: zou het niet kunnen dat niet slechts het leven maar evenzeer
het eeuwig leven of de verrijzenis behoren tot die goederen waarvan
de omvang het bevattingsvermogen van onze psychologie simpelweg
te boven gaan?
Want
dat wij het wonder van het biologische leven altijd zo fel onder zijn
waarde schatten, komt doordat wij eraan gewoon geraakt zijn,
zoals men zo vaak zegt, en gewenning is niets anders dan
ongevoeligheid, psychisch
onvermogen of een tekort aan besef. En gaan
zij die het leven na de dood verwerpen omdat zij zeggen dat niemand
dit bevatten kan, er dan niet verkeerdelijk vanuit dat het leven
vóór de dood wél bevattelijk zou zijn? Ja, zij verwijzen naar de
wetenschappen, die de religie van de nieuwste tijd zijn, maar zij
blijven een religie. Want meer dan beschrijvingen geven de
wetenschappen vooralsnog
niet. Meer kan onze psychologie vandaag kennelijk
niet verwerken. Pasen blijkt een zaak voor veel en veel later
een zaak voor een tijdperk dat nog volgen moet op dat van de
vrede, dat nog lang niet in zicht komt. Wij houden noodgedwongen
halt
bij Stille Zaterdag.
Verwijzingen:
(1)
J. Bauwens, Panopticum
Corona, pp. 34-36: 'Stille zaterdag'. Tekst d.d. Paaszaterdag
2018.
(2)
https://www.uantwerpen.be/images/online/magazine/MUA27/#6/
z
Vijftien
jaar na de Amerikaanse atoombommen op Hirosjima en Nagasaki en
inmiddels dus tweeënzestig jaar geleden, schreef de Antwerpse
meesterverteller Jos Vandeloo een roman over de lotgevallen van drie
met radio-actieve straling besmette arbeiders in een kerncentrale.
Zesentwintig jaar na de publicatie van Het gevaar en meer
bepaald op 26 april 1986 deed zich de door Vandeloo gevreesde
kernramp voor in (het toen Russische) Tsjernobyl. Nog eens
zesendertig jaar later en meer bepaald gisteren, werd Europa's
grootste kerncentrale in Zaporozje gebombardeerd. (1)
Gezond
verstand is een heel mooi sprookje omdat het ons laat geloven dat god
zelf in onze ziel een geweten heeft gelegd dat ons influistert wat
goed is en wat kwaad. De apostel Paulus echter, de stichter van het
Paulinische christendom waarop het katholicisme ge-ent is, wist al
beter: zonder de wet, had ik het onderscheid tussen goed en kwaad
niet eens gekend, zo bekent hij in een van zijn brieven. Wie denken
te handelen vanuit een eigen door god gegeven geweten of vanuit het
gezond verstand, vergissen zich derhalve, zij weten niet of zij
willen het niet weten dat hun motieven gedirigeerd worden door de
sancties welke de wetten bekrachtigen. Wij vinden die dingen goed
waarvoor wij altijd beloond werden en het kwaad is dan datgene waarop
strenge straffen staan. De sociologie en meer bepaald de
cultuurwetenschappen laten zien hoe verschillend morele opvattingen
kunnen zijn en hoe die verschillen wortelen in even verschillende
culturen en in uiteenlopende bestaanscondities. In onderbevolkte
samenlevingen moet men zich schamen kinderloos te blijven terwijl een
overbevolkte wereld het stichten van een groot gezin steeds vaker
gaat beschouwen als 'not done'.
Maffioso
kunnen vaak niet op het rechte pad worden gebracht omdat zij meer te
vrezen hebben van de meedogenloze en ongeschreven wetten van de
onderwereld dan van de veel zachtere bestraffingen in de wereld van
de legaliteit. In het geweten van de racist regeert de plicht om de
anders gekleurde zijn rechten te ontzeggen of zelfs om hem uit te
roeien en waar racisten de meerderheid vormen trachten zij hun
ongeschreven wetten in weerwil van de legaliteit aan anderen op te
leggen. Hannah Arendt beschrijft hoe het nazisme in Duitsland lang
voor het aantreden van Hitler een realiteit was in de clandestiniteit
die alleen maar wachtte op voldoende stemmen vanwege een met
pesterijen en zelfs moorden onder druk gezette massa.
Kinderen
die in een of ander opzicht afwijken van de meerderheid worden in
strijd met alle morele voorschriften uit de groep gepest en soms ook
uit het leven en die misdaden gaan alleen maar door omdat sociale
polarisatie mensen bijna dwingt om zich aan te sluiten bij de groep
van de pesters omdat zij niet willen behoren hun slachtoffers die
bovendien helemaal niet bestaan als groep totdat zij in de
mogelijkheid verkeren om zich te verenigen.
Automobilisten
die zich houden aan de maximum toegelaten snelheid in de bebouwde kom
worden in een al te toegeeflijk bestel steeds vaker gepest en velen
verkiezen het om toe te geven aan de criminele druk om wat sneller te
gaan rijden omdat zij het ongemak van het risico van overdreven
snelheid als minder erg ervaren dan de enerverende pest van het
bumperrijden. De dreiging die uitgaat van een specifieke massa die
vegeteert op clandestien verworven voorrechten, zet de legaliteit
onder druk en daarmee ook de vrijheid en de veiligheid die immers de
meest belangrijke redenen zijn voor het bestaan der wetten.
In de jaren
zestig van de voorgaande eeuw werd al dan niet terecht het morele
devies om onvoorwaardelijk zijn oversten te gehoorzamen aangetast
door het verwijt dat alsnog te doen: gehoorzaamheid aan de autoriteit
was voortaan onwenselijk, ongehoorzaamheid werd het nieuwe normaal en
die subcultuur kreeg stilaan ook de bovenhand en zij werd vaker wet,
zoals bijvoorbeeld daar waar de dienstplicht moest inbinden na het
protest van de gewetensbezwaarden. Talloze actuele wantoestanden
getuigen van de lelijke realiteit van de dubbele moraal en die van de
dubbele boekhouding.
In de
medische zorgsector die met de achteruitgang van het milieu en
derhalve ook van het algemeen welzijn een steeds grotere omzet en
navenante gigantische winsten boekt, blijkt gezondheid te worden
opgeofferd om de winstmarges alsmaar te verleggen en dit via allerlei
bijzonder moeilijk te achterhalen sluikwegen: enerzijds via het
opzettelijk achterwege laten van levensnoodzakelijke zorg en van het
garanderen van rechtszekerheid in de behandelingen en dit ten koste
van de gezondheid van dikwijls onmondige 'patiënten' die vandaag
eigenlijk in de eerste plaats 'klanten' zijn of, beter nog,
lucratieve tussenpersonen in de transactie van gemeenschapsgelden uit
de ziekenkas (die op een door de wet gewaarborgde wijze blijvend
gespijsd wordt) naar de medische sector en anderzijds via de door
leugenachtige reclame aangedreven overconsumptie van geneesmiddelen
en diensten, waarbij de eerste sluikweg dan de armen in de maling
neemt en de laatst genoemde de meer begoeden.
Waar
mensenrechten worden beknot functioneert de massa als een vrijwel
automatisch werkend, partijdig instrument ter ondersteuning van de
onderdrukker en ter bevestiging van zijn gelijk, wat resulteert in de
bescherming en in de handhaving van het kwaad met een ontradend
effect aan het adres van de onderdrukte om zijn rechten nog langer op
te eisen omdat de overgrote meerderheid nu eenmaal de zijde van de
sterkste kiest en zich in kritieke situaties keert tegen de zwakkere
partij. Daarbij komen alle rationele argumenten in de schaduw te
staan van enerzijds het effect van de welbekende roes welke macht
begeleidt en anderzijds de uitwerking van de vrees die optreedt bij
wie het wagen om de heersers en hun meerderheden 'voor het hoofd te
stoten', zoals het opkomen voor de eigen rechten dan gaat heten.
Wie een
sterkere partij al dan niet bedoeld tegen zich in het harnas weet te
jagen, krijgt niet één man tegen zich maar alle anderen in de
gedaante van de massa terwijl aan de druk die uitgaat van de massa
pas kan worden weerstaan mits dezelfde kracht die nodig is om tegen
de stroom in te zwemmen. De massa verplettert geheel gewetenloos wie
haar geweld willen tarten omdat het doen van kwaad gemakkelijker
wordt in de mate dat de verantwoordelijkheid daarvoor zich verdeelt
over een grotere groep. Wie sterker zijn in een geschil, krijgen de
massa aan hun zijde en het kwaad waarmee zij de zwakkere willen
opzadelen wordt door die massa zelf voltrokken die niet de rem van
het geweten kent omdat een massa nu eenmaal niet met de vinger kan
gewezen worden. Wie opkomen voor een recht dat kampt met macht,
riskeren om die reden niet alleen om in het ongelijk te worden
gesteld door het verdict van een menigte die veeleer 'oordeelt'
vanuit een roes dan wel rationeel: vaak schieten zij er het eigen
leven bij in en ook dat van wie het wagen zich met hen te associëren.
De zwakke behoort pas zolang tot de groep als hij zich de rol van
slaaf laat welgevallen en verzet hij zich, dan zal hij zich in
dezelfde beweging ook fataal isoleren.
De
ochlocratie is de te betreuren staatsvorm waarin de democratie
overgaat als het gepeupel de wetten gaat stellen en ingevolge deze
tirannie van de meerderheid moeten de rechten van minderheden het
bekopen. Kritiek en oppositie of de vrijheid van meningsuiting vormt
daartegen het enig resterende wapen.
(J.B., 2
maart 2022)
27-02-2022
Alleen kunst kan de wereld redden
Alleen kunst kan de wereld redden
25-02-2022
De oligarchen en de oorlog-
De
oligarchen en de oorlog
De
oligarchen en de oorlog
Hoe is het mogelijk dat
één machtswellusteling in staat is om een wereldoorlog te starten?
Dat is de vraag die menigeen zich stelt nadat de gevreesde Russische
inval in Oekraïne een feit werd. Dictaturen hebben altijd bestaan en
hun wereldwijde verspreiding is ook heden nog een jammerlijk feit.
Maar dat ongeacht de regeringsvorm de macht onafwendbaar in
handen zal komen van een elite - een kleine groep van oligarchen - is
volgens de Duits-Italiaanse historicus en socioloog Robert Michels
een feit.
Michels werd geboren in
1876 in Keulen en hij stierf op 60-jarige leeftijd in Rome.
Aanvankelijk socialist, werd hij later fascist en aanhanger van het
corporatisme van Mussolini, dat de macht om wetten te maken in handen
geeft van een burgerlijke vertegenwoordiging van de belanghebbenden.
In zijn werk uit 1911, getiteld: Zur Soziologie des Parteiwesens
in der modernen Demokratie. Untersuchungen über die oligarchischen
Tendenzen des Gruppenlebens, verklaart
Michels de zogenaamde 'Ehernes Gesetz der Oligarchie'
of de 'ijzeren wet van de oligarchie': die ligt in de lijn van het
welbekende Paretoprincipe (dat zegt dat 20 percent van bevolking
beschikt over 80 percent van het vermogen) en houdt in dat alle
regeringsvormen, en dus ook de democratische, noodzakelijk verworden
tot oligarchieën. En dat komt, aldus Michels, doordat grote partijen
niet kunnen zonder organisatie, bureaucratie en hiërarchie:
beslissingen zullen dan noodgedwongen door kleine groepen genomen
moeten worden en leiders hebben vooral het eigenbelang op het oog,
zij houden vast aan hun macht en de logge massa laat begaan.
Zowel
Rusland als Oekraïne worden oligachieën genoemd maar ook
bijvoorbeeld de V.S. en Saoedi-Arabië. De Russische oligarchen zijn
er gekomen onder Jeltsin na het uiteenvallen van de U.S.S.R. die dan
kapitalistisch werd: volgens Forbes telde het land in 2003 17
miljardairs die samen 70 percent van het vermogen bezaten. Dat
Amerikaanse oligarchen 'zakenlui' worden genoemd, betekent niet dat
de V.S. geen oligarchie zou zijn, in feite gaat het telkens om
ordinaire 'miljardairs' die mee het bewind bepalen. Men kan zelfs
zeggen dat de wereldregering die alvast op het vlak van de economie
een zich steeds scherper profilerend feit is, oligarchisch van aard
is: een elite bepaalt de wereldhandel en bijvoorbeeld ook de politiek
inzake de wereldgezondheid, zoals sinds de aanvang van de
'coronapandemie' mocht blijken en het is allang geen geheim meer dat
de wereld ook als politiek geheel in handen is van een paar honderd
mensen: de wereld is een oligarchie en dat wil zeggen dat het gouden
kalf de wereld regeert.
Maar
uiteraard is er geen eenheid onder de oligarchen: zolang zij
gemeenschappelijke belangen hebben, houdt de ene de andere de hand
boven het hoofd maar, belust op macht, komen ze vroeg of laat met
elkaar in botsing. Onder machtswellustelingen gaat het eraan toe
zoals onder de beesten: ze vechten om de uiteindelijke heerschappij
over een territorium en een volk waarvan zij eisen dat het hen dient,
desnood tot de dood. Want het is nooit het volk dat om oorlog vraagt,
het zijn de potentaten, en terwijl zij lafhartig zichzelf in veilige
schuilkelders verstoppen, eisen zij van alle mannen dat die voor hen
gaan vechten onder het voorwendsel dat dit hun heilige plicht is
jegens vrouw en kind. Terwijl in de scholen van de vissen de
kleinsten gekoesterd in het veilige midden zwemmen met hun ouders
erom heen, gijzelen de oligarchen de zwakkeren en zij verstoppen zich
achter hen, zij gebruiken hen als uitvlucht: vrouwen en kinderen zijn
hun levend schild.
(J.B., 25 februari
2022)
24-02-2022
Robert Michels
Robert Michels
De
oligarchen en de oorlog
22-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 4: Mendel, Malthus, Hitler en het kapitalisme
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
4: Mendel, Malthus, Hitler en het kapitalisme
Duivenmelkers
en konijnenkwekers kunnen ervan meespreken: om een ras van reisduiven
te veredelen is voor de duivenliefhebber de genetische manipulatie
niet meteen een optie maar middels doelgerichte selectie in de kweek
kan men al goed vorderen en de resultaten bewijzen het. Door de
survival
of the fittest
zorgt de natuur zonder nadenken maar dan wel met enorme
'verkwistingen' van tijd en energie ervoor dat de sterksten overleven
en kwekers van rasdieren of van zekere plantensoorten helpen de
natuur hierin een handje door het zelf selecteren van exemplaren met
welbepaalde eigenschappen welke dan onderling worden gekruist.
Lebensborn
van Hitler baseerde zich op dit principe voor de kweek van het
Germaanse ras met blonde haren en blauwe ogen. Wil men een volk in
zijn totaliteit 'verbeteren' dan luidt
de eerste regel: elimineer alle minderwaardigen of voorkom dat zij
hun erfelijk materiaal doorgeven. Houdt de besten over voor de kweek
en elimineer tijdig alle voortbrengselen met ongewenste eigenschappen
- dit alles met in het achterhoofd de (vier) wetten van Mendel
(1822-1884).
Voorafgaand
echter aan deze maatregelen moet men ervoor zorgen dat de populatie
leefbaar is: er moeten met andere woorden genoeg ruimte zijn alsook
voldoende levensmiddelen. Genoeg ruimte oftewel Lebensraum
voor het ideale ras was wat Hitler ertoe aanzette om ganse
minderwaardig geachte volkeren uit te roeien waarbij vooral de joden
het moesten ontgelden. Tussen haakjes is het allang geen geheim meer
dat de mensheid haar vooruitgang vooral te danken heeft aan joden die
immers oververtegenwoordigd zijn in de wereld van wetenschap, kunst
en cultuur.
De
angst voor een tekort aan levensmiddelen vinden wij paradoxaal genoeg
niet terug bij de armlastigen maar wel bij de edellieden met voorop
de Britse predikant en professor Thomas Malthus (1766-1834), die de
armenwetten wilde afschaffen om zo de 'minderwaardigen' uit te
roeien, een methode die heden gevolgd wordt door de dierenliefhebber
Sir David Attenborough wiens beruchte woorden enige tijd geleden nog
de grootste Britse kranten ontsierden: 'Let
them starve!'
- 'Laat ze verhongeren!' - anders gaan ze zich nog vermenigvuldigen.
Dat
Malthus deel uitmaakte van de Royal
Statistical Society
is niet zonder betekenis, gelet op het feit dat het denken over
mensen in termen van waarschijnlijkheid en van gemiddelden alleen
groepen of massa's op het oog heeft terwijl het met het individu als
zodanig geen rekening houdt, laat staan met de persoon. Statistieken
vindt men overvloedig terug in het Derde Rijk en vandaag duiken
statistici weer op als regulatoren van een verziekte en door hun
toedoen nog verder verziekende economie en derhalve van het leven
als zodanig. De nieuwe volksgezondheid neigt er weer toe om niet
langer ziekten
uit te roeien maar veeleer zieken;
de nieuwe sociale wetten lijken niet langer de armoede
te bestrijden
maar wel de armen
zelf
en
men elimineert de honger steeds vaker door de hongerigen om te
brengen of aan hun lot over te laten. Het teveel aan kinderen wordt
geaborteerd en de onproductieven gaan zich euthanaseren - zij doen
dat zogezegd vrijwillig maar in feite onder de druk van de amorele
media die sowieso gedijen dankzij de reclame welke slechts het
winstprincipe volgt.
In
de context van de pandemie verkondigen op televisie de officiële
'filosofen' de nieuwe theorie die zegt dat wij moeten ophouden te
rekenen in termen van mensenlevens (die verloren gaan) en dat wij
moeten overstappen naar het rekenen in termen van (verloren)
levensjaren, waarmee impliciet doch onomstotelijk publiekelijk wordt
bekend gemaakt dat de waarde van een mens alleen nog afhangt van zijn
economische productiviteit waarbij tevens in rekening moet gebracht
worden dat het beoogde nut in een kapitalistische economie helemaal
niets meer te maken kan hebben met maatschappelijk nut maar wel met
louter financiële winst: wie kopen en verkopen brengen helemaal
niets bij aan de gemeenschap maar zij maken financiële winst en
worden derhalve beschouwd als productief - aan de top van deze
piramide van verdienste staan dan de drugs- en wapenhandelaars en de
bazen van goktenten.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
21.02.2022)
21-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 3: De mens, niet goed genoeg
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
3: De mens, niet goed genoeg
De
menselijke zelfovertreffing welke rondwaart in de fantasie van de
transhumanisten heeft een en ander gemeen met deze in de hedendaagse
topsport en hier wordt meer bepaald gedoeld op het illusoir karakter
van de zogenaamde talrijke nieuwe records. Immers, precies zoals het
breken van records dikwijls aan niets anders te wijten is dan aan de
toename van de precisie van allerlei prestatiemeters, zo ook bestaat
de menselijke zelfovertreffing vaak alleen maar in onze verbeelding
ingevolge een specifieke zelfhypnose welke onze aandacht zodanig
fixeert op één bepaald aspect van één bepaalde werkelijkheid, dat
ook de geringste vooruitgang die wij gebeurlijk geboekt hebben, ons
toeschijnt als gigantisch. Het gaat dan derhalve niet zozeer over
zelfovertreffing maar veeleer over zelfoverschatting.
Wanneer
wij terugkijken op onze ontwikkelingsgeschiedenis en simultaan ook op
deze van onze culturen en hun producten, dan schijnt het ons altijd
toe dat de veranderingen die zich voordoen in een steeds sneller
tempo komen: het lijkt erop alsof er in het afgelopen jaar meer
gebeurd is dan in het voorbije decennium en alsof we in het voorbije
decennium meer vorderingen hebben gemaakt dan in de eeuw voordien.
Tot spijt van wie het benijdt, is dit slechts een schromelijke
vertekening op rekening van onze eigen geest, geheel te wijten aan de
gebrekkige werking van het geheugen: er lijkt in het laatste uur meer
gebeurd te zijn dan in de voorbije week omdat wij ons uit dat laatste
uur ook meer herinneren dan uit de voorbije week. Vandaag gebeurde er
met zekerheid helemaal niet meer dan in het jaar zestienhonderd maar
in ons geheugen nemen de gebeurtenissen van vandaag wel veel meer
plaats in dan die uit het hele jaar 1600. Computers betekenen een
enorme vooruitgang maar als wij eerlijk zijn, moeten wij bekennen dat
wij ons verkijken op die vooruitgang: de uitvinding van het binair
stelsel in de algebra was een onvergelijkbaar veel grotere stap
voorwaarts dan die ene van haar recente toepassingen in de
electronica en de informatica.
Het
getal pi speelt een spelletje met ons waar wij geloven dat wij het
alsmaar dichter benaderen wanneer wij steeds meer cijfers na de komma
vinden maar de desillusie komt bij het inzicht dat dit getal helemaal
onvindbaar blijven moet omwille van de fatale onvergelijkbaarheid van
(de lengten van) rechten en krommen.
Wie
de gang van een spiraal volgen in de richting van het punt waar ze
naartoe lijkt te leiden, komen er uiteindelijk niet beter van af dan
wie meelopen in een processie van Echternach en de paradoxen van Zeno
spotten met onze ijverzucht.
Als
de mens een schepsel is dat nog onaf is, zoals vaak gedefinieerd, dan
is niet het overtreffen van de mens aan de orde maar wel zijn
voltooiing en met die opgave heeft men beslist zijn handen vol voor
een hele poos.
De
idee dat de mens zichzelf voorbij zou kunnen steken, houdt bovendien
in dat hij een statisch gegeven zou zijn, terwijl verandering reeds
de natuur zelf is van het leven in zijn meest eenvoudige vormen.
Een
bril, een hoorapparaat, een vitaminepil en een wandelstok kunnen onze
conditie verbeteren op voorwaarde dat die slecht was, wat wil zeggen
dat wie helemaal niet manken, niets hebben aan een stok, zoals mensen
met voldoende vitamines, niets hebben aan een pil en wie perfect zien
en horen, kunnen brillen een oorapparaten missen als de pest.
Het
is derhalve een bijzonder curieuze ambitie van het transhumanisme
waar het pretendeert dat de mens als zodanig verbeterbaar zou zijn en
dit niet van nature maar wel door toedoen van zijn wetenschap. Wil
men dan een man maken met twee hoofden of een vrouw met drie benen?
Is 'meer' dan vanzelfsprekend altijd 'beter' of geloven wij dat
slechts vanuit de misvormingen waarmee het hebzuchtige kapitalisme
ons heeft behept?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20.02.2022)
20-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 2: De taart en de kers
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
2: De taart en de kers
In
het katholieke christendom is God afgedaald naar de mensenwereld en
wel in die mate dat Hij zelf mens geworden is, en dit met de
bedoeling de mens te verheffen, nog boven zijn oorspronkelijke
toestand die hersteld moet worden, naar een goddelijke vorm van
bestaan. Teilhard de Chardin verhaalt over de kosmos van de dode
stof, waaruit het leven ontstaat en in de schoot van dat leven
ontstaat de geest. Maar die evolutie stopt niet bij het denken van de
enkeling: de mensheid communiceert en vormt een 'kerk', die het
lichaam is waarin de godmens incarneert. Maar waar komt deze
theologie dan vandaan?
De
mens is een zinzoeker, hij heeft niet genoeg aan een stoffelijke
werkelijkheid, in zijn paranoïde geest ziet hij er alras tekenen in
van iets hogers en van zodra hij het hogere denkt te ontdekken,
gelooft hij dat uitgerekend hijzelf met dat hogere samenvalt: uit de
dode stof is leven voortgekomen en uit het leven, geest en het is
uitgerekend in zijn eigenste denken dat de mens met die geest
samenvalt en dat hij dit wereldbeeld ontplooit waarin hij zelf het
centrum is, het summum en het einddoel. De mens fantaseert zich zijn
wereld als zijn koninkrijk, hij acht zichzelf god. Hij moet weliswaar
bekennen nog onvolmaakt te zijn want hij moet lijden en sterven maar
hij gelooft alvast dat hij in de richting van zijn goddelijkheid
evolueert en wel met noodzaak. Die noodzaak situeert hij in de gang
der dingen maar dat is uiteraard opnieuw een sluwe projectie: de nood
aan heerschappij zit in zijn eigenste verlangen. Want voor hetzelfde
geld fantaseert men zich een wereldbeeld waarin men zichzelf moet
beklagen als de gevangene van een eigen gedachtendroom, onvermogend
om in de echte, stoffelijke wereld voet aan wal te krijgen en te
bestaan zoals ook stenen bestaan en wind en vuur en water. Maar dat
gebeurt dus niet: in ons wereldbeeld zijn wij de kers op de taart.
Theologen
die van de mens een medeschepper Gods menen te mogen maken, vergeten
prompt wat de grote filosoof Aurelius Augustinus (354-430) hierover
op een niet mis te verstane, waarschuwende toon heeft geschreven. Hij
wijst namelijk op
de denkfout waarbij een
specifieke, onterechte veralgemening
zich voordoet waar de mens het denken dat uit zijn leefwereld stamt,
roekeloos projecteert op de gehele werkelijkheid.In
dat geval wordt de metafysische vraag naar de ultieme zijnsgrond van
de werkelijkheid verengd tot de technische vraag naar haar ultieme
bouwstenen.
Ten onrechte, want de werkelijkheid is geen constructie. In
zijn De
Fide et Symbolo (II:§2)
verklaart Augustinus deze denkfout en hij bekritikeert ongelovigen
die "vanuit
hun vertrouwdheid met handenarbeiders, huizenbouwers en allerlei
andere artisanen die niets kunnen tot stand brengen zonder
grondstof",
geloven dat ook God (een aan Hem externe) grondstof nodig had om
alles te 'maken'. Maar zelfs indien God dingen tot stand bracht uit
grondstof, dan werd ook die grondstof door Hem uit het niets
geschapen, aldus Augustinus. (1)
Ook Immanuel Kant
wijst er op dat wij de natuur pas kunnen kennen in de mate dat wij in
staat zijn om hem zelf te maken; waarmee hij in feite zegt dat wij de
natuur niet kunnen kennen, want niet kunnen maken. (2) En Spinoza
onderscheidt, enerzijds, datgene wat zijn oorzaak in zichzelf heeft
(- God, de natuur) en, anderzijds, de dingen die hun oorzaak buiten
zichzelf hebben. (3) Ook Gödel wijst op het onderscheid tussen het
scheppen van iets (- uit niets) en het construeren van iets uit iets
anders (- uit iets dat reeds geschapen is.) (4) Ook Martin Heidegger
wijst op het niet-geconstrueerde karakter van de werkelijkheid.
Michael Inwood verwoordt het als volgt: "Het
ingewikkelde is niet samengesteld: het is niet opgebouwd door
eenvoudige elementen te combineren, en het kan niet worden
geanalyseerd alsof dat wel zo is".
(5)
Met
deze waarheden voor ogen lijkt het erop dat het transhumanisme niet
mag hopen op scheppingen die de Schepper van hemel en aarde naar de
kroon steken: schepselen zijn nu eenmaal niet in staat tot het
scheppen van iets uit niets. Wat wij wel kunnen doen, is in het beste
geval: het herstellen van dingen in de richting van hun
oorspronkelijke staat en het ondersteunen van bestaande dingen met
allerlei fabrikaten, er wel op lettend dat zij ons de das niet
omdoen, zoals dat maar al te vaak het geval is met heel wat goed
bedoelde geneesmiddelen, motoren, economieën, theorieën...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20.02.2022)
Verwijzingen:
(1)
Zie: J. Bauwens, Trans-atheïsme
(2003),
I.1.C.3. Voor de oorspronkelijke, integrale tekst, zie: 168587.pdf
(seniorennet.be)
(2)
H. de Vos, Kant
als theoloog,
Het Wereldvenster, Baarn 1968, p. 63.
(3)
Benedictus Spinoza, Ethica
More Geometrico Demonstrata.
Uit het latijn vertaald en van aantekeningen voorzien door Nico Van
Suchtelen, Wereldbibliotheek, Amsterdam 1979 (1974).
(4)
Hao
Wang, Logical
Journey. From Gödel to philosophy,
The MIT Press, Cambridge, Massachusetts 1996, p. 14:
Gödel
distinguishes
creation,
in the sense of making something out of nothing, from construction
or
invention,
in the sense of making something out of something else.
(5)
Michael
Inwood,Heidegger,
Lemniscaat 2000, vertaling: W. de Leeuw (O.U.P., Oxford 1997), p.
110-111.
19-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 1: Godmens, medeschepper, Uebermensch
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
1: Godmens, medeschepper, Uebermensch
"Lustig
in die Welt hinein
Gegen
Wind und Wetter!
Will
kein Gott auf Erden sein,
Sind
wir selber Götter!"
(Franz
Schubert [1797 1828], Winterreise, Mut, laatste
strofe)
In
zijn lijvig boek De
mens voorbij
schetst de Gentse ethicus Gie van den Berghe naar zijn eigen zeggen
"een
gedreven zoektocht naar de denkkaders die mee aan de basis lagen van
de uitroeiing van mentaal, fysiek en raciaal gehandicapte mensen in
de eerste helft van de 20ste eeuw."
(1) Maar van den Berghe is en blijft een verdediger van de
Verlichting: hij wijt de nazi-misdaden aan "een
ontsporing, een catastrofale uitloper van de maakbaarheids- en
vooruitgangsideologie" (2),
terwijl hij de Verlichting als zodanig blijft betitelen als "dat
veelbelovende geesteskind." (3)
Uit de inhoud van dit rijk gedocumenteerd werk werd meermaals
geciteerd in Panopticum
Corona.
(4) Enkele kritische bedenkingen bij de Verlichting als zodanig
vonden hun neerslag vooral in Trans-atheïsme
(5)
en in Het
wordt geregeld
(6), het laatst genoemde handelend over twee toepassingen van deze
ideologie welke de praktijken van abortus en euthanasie wezenlijk
zijn.
Inmiddels
is het humanisme dat de mens en zijn rede vooropstelt en dat zich
afzet tegen het geloof, paradoxaal genoeg vanuit een (exuberant)
geloof
in de menselijke rede en in de kennis, uitgegroeid tot het
transhumanisme dat andermaal gelooft
dat de mens in staat is om de aan hem door de natuur opgelegde
grenzen te verleggen en dat hij dat ook mag en moet doen. Zoals het
door Schubert in diens Winterreise
op toon gezette gedicht van Wilhelm Müller (1794-1827) aangeeft, is
als het ware vanuit een opstand of een verzet ("Gegen
Wind und Wetter!")
de mens zelf God gaan spelen ("Sind
wir selber Götter!")
en zelfs in de theologie wordt hij niet alleen de rentmeester van de
schepping genoemd, maar omdat hij naar het beeld van God geschapen
werd, heet hij nu ook Gods medeschepper. In Genesis
1:28 staat te lezen: "En
God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en
vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt
heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des
hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!" Het
is derhalve niet zozeer het atheïsme maar veeleer het in de
'godsdiensten van het boek' wortelende antropocentrisme waarin de
kiemen van het transhumanisme liggen en waardoor zij ook gevoed
worden. Bij uitstek in het visioen van de Franse paleontoloog en
theoloog, de jezuïet Pierre Teilhard de Chardin, komt dit idee reeds
tot volle ontplooiing.
Volgens
Teilhard is de evolutie nog steeds aan de gang: het leven (van de
kosmos) is een dynamisch proces, dat steeds nieuwe dingen
voortbrengt, dat wil zeggen: dat creatief is. De werkelijkheid is
voortdurend in scheppende evolutie. Het is de elan vital, die de
ontwikkeling voortstuwt. Hij beweegt zich niet in een, maar in
meerdere richtingen. In de dode stof is hij vastgelopen; in planten
en dieren heeft hij verschillende vormen van verwerkelijking
gevonden; in de mens heeft hij zijn hoogste schepping gevonden. De
mens is in staat zelf in deze evolutie in te grijpen, hij is het
handelende wezen, homo faber, dat de wereld vormt. Teilhard ziet een
evolutie van 'dode' materie, naar leven (biosfeer) en tenslotte naar
bewust en zelfbewust leven (noosfeer) dat uiteindelijk zijn
bestemming vindt bij God, het 'punt omega'. Hier volgt een beknopte
weergave van Teilhard's magistrale visioen, zijn 'hyper-fysica',
zoals het bij uitstek vorm kreeg in Le Phenomene Humain (1955)
en in Le Milieu Divin (1957).
In
een poging om de evolutieleer te verzoenen met het Christendom, stelt
Teilhard dat de ganse werkelijkheid in evolutie is: in de schoot van
de kosmos ontstaat het leven (dat het kosmische kwalitatief
overtreft), en uit het leven ontstaat het bewustzijn (dat het levende
kwalitatief overtreft). Dat gebeurt door complexiteitstoename: als de
kosmos complex genoeg is, brengt die iets nieuws, het leven, voort.
Als het leven complex genoeg is, brengt het bewustzijn,
zelfbewustzijn en dus vrijheid voort. Zo evolueert alles naar zijn
zelfbevrijding toe, en dat gebeurt in de mens, die aldus z'n eigen
evolutie in de hand neemt door bewust te arbeiden aan de vooruitgang
van de wereld. Zo evolueert de mensheid naar de spirituele eenheid,
'Christus' genaamd.
Teilhard
ziet de ganse kosmos evolueren naar het Ene, het Goddelijke. Alle
arbeid van de evolutie is gericht op de rechtvaardigmaking en tot de
ontplooiing van een liefde (van God). Teilhard voorvoelt de
eenwording van de mensheid (planetariteit) en de noosfeer (een
denkende en eensgezinde aarde): de volwassenwording van de mens-zin.
Hij ziet Christus als een energie waarvan de duizelingwekkende spin
het heelal doet draaien en de Weltstof dwingt zich tot zichzelf terug
te buigen, maar hij vervalt niet in pantheisme. In de evolutie komen
materie, leven en energie samen in een punt Omega. Gods
tegenwoordigheid is voelbaar overal in de kosmos. Christus' hart
doorstraalt als het ware de hele kosmos totdat het machtige en
veelvormige heelal de gestalte van Christus aanneemt. God straalt op
de top van de materie waarvan de golven de geest meebrengen, en zo
wordt alles 'milieu divin'. Door de materie, de aarde en het leven
hebben wij gemeenschap met God. De priester moet de offerande van de
gehele wereld aan God voltrekken. Verwarmd door de geest, kleurt de
materie zich purper. Om tot God te komen, moet de materie zich
complexificeren en organificeren (levend worden en groeien). Het
geloof is niet irrationeel maar wel transrationeel: meer dan
rationeel. In dat geloof arbeiden wij mee aan deze evolutie naar het
ultramenselijke (dit is: een hogere collectiviteit waar de
bewustzijns elkaar wederzijds verlichten door hun convergentie) naar
het Mystiek Lichaam toe. Het heelal is dus een goddelijke onderneming
waarin God de mens wil laten deelnemen.
Teilhard
in een brief (1923): "Er is op de wereld een enkele operatie
aan de gang, die alleen ons handelen kan wettigen: de ontsluiting van
een of andere geestelijke realiteit, dwars door alle inspanningen van
het leven heen". Teilhard bevestigt dat deze geestelijke
realiteit een Persoon moet zijn, want "het Centrum van de
vergeestelijkte materie, van dit geestelijke Al, moet bijgevolg in de
hoogste graad bewust en persoonlijk zijn. De Oceaan die alle
geestelijke stromen van het heelal in zich verzamelt, is niet Iets
maar Iemand. Ook Hij bezit een gelaat en een hart ( ) Deze
tegenwoordigheid verlicht de diepten van de verborgen zones van elk
ding en elke mens om ons heen. We kunnen haar bereiken in de volle
verwerkelijking (en niet in het genieten zonder meer!) van elk ding
en elke mens" (28.09.'33). In Teilhard heeft zich de liefde
tot God verenigd met het geloof aan de wereld.
Teilhard
heeft het geloof verzoend met de wetenschappelijke evolutieleer,
welke in zijn tijd nog werd verworpen door een groot deel van de
Kerk. Teilhard zegt dat de ganse kosmos niet opgebouwd is uit
materie, maar uit wat hij noemt: 'Weltstof'. 'Weltstof' is meer dan
materie. De stof waaruit alles is opgebouwd, heeft namelijk een
buitenkant en een binnenkant. De buitenkant van de 'Weltstof' is
materie. Haar binnenkant is bewustzijn. 'Weltstof' is dus
'materie-bewustzijn', een soort bipolaire eenheid in elk 'deeltje'
De 'binnenkant', of de 'geest', is alleen bij de mens
'zichtbaar': de binnenkant van de kosmos wordt in de mens, en dan bij
uitstek in de God-mens Christus, gekend en ontwikkeld, om van daaruit
de ganse kosmos tot zijn voltooiing te brengen. Dit proces van
kosmogenese, hominisatie en christogenese in drie stappen.
De
kosmos is niet statisch maar in voortdurende ontwikkeling:
er is 'kosmogenese' of 'kosmosgroei', 'evolutie van het heelal'. De
idee van de evolutie bestond al bij Laplace, die stelt dat de kosmos
zich ontwikkelt uit een gasnevel. Darwin heeft dan de
evolutiegedachte ingevoerd in de biologie. Sinds honderd jaar spreken
nu ook de sterrenkundigen over de evolutie van de kosmos: sterren
zijn kernreactoren die Waterstof omzetten in Helium en in zwaardere
atomen. Ook heerst de idee dat, in die kosmogenese, alles met alles
samenhangt.
Een
ander belangrijk inzicht is dat de evolutie convergeert: alle
dingen en wezens neigen ertoe zich te groeperen tot steeds complexere
grootheden en aldus wordt meer orde en vooruitgang tot stand
gebracht. En dan verschijnt, aan de binnenkant van het complexe, het
bewustzijn, dat vrijheid is, autonomie geeft, en
verantwoordelijkheid. Dit noemt Teilhard de wet van
complexiteitbewustzijn.
Over
het probleem van lichaam en geest zegt Teilhard dat materie (lichaam)
en bewustzijn (ziel, geest) twee fasen zijn van elke realiteit: alles
heeft een lichaam- en een ziel-kant, alleen is het zo dat slechts bij
de mens dat bewustzijn reeds expliciet aanwezig is.
Pascal
spreekt over de oneindigheid van het grote en die van het kleine.
Maar Teilhard voegt nog een derde oneindigheid hieraan toe: die van
het complexe. Complexiteit is nu precies een eigenschap van het
levende. Terwijl de ganse heelal ertoe neigt om uit te dijen, zich te
ontspannen en over te gaan in de meest waarschijnlijke toestand van
totale wanorde of chaos (dit is 'entropie', dat wil zeggen: verval,
toename van wanorde), vormt het leven hierop de uitzondering. Wat
leeft, ordent zich, organiseert zich, vormt grotere, onderling
samenwerkende gehelen (dit is 'negatieve entropie', of:
'negentropie', toename van orde). Atomen voegen zich samen tot
moleculen, megamoleculen en uiteindelijk emergeren die in levende
cellen: eerst eencelligen, daarna meercelligen, eerst eenvoudige,
daarna steeds complexere organismen. Daarom noemt Teilhard de
biologie: de fysica van hoge complexiteiten. En, zoals gezegd, heeft
elke complexiteit een buitenkant (materie) en een binnenkant (geest);
elke complexiteit is een eenheid van materie en geest, ongeveer
zoiets als de god van Spinoza. De evolutie verloopt naar steeds
complexer: de 'dode' stof ordent zich en brengt het leven voort, en
het leven organiseert zich zodanig dat het bewustzijn voortbrengt.
Zodoende is bewustzijn een eigenschap van het heelal. In de evolutie
van het heelal wordt steeds meer materie omgezet in geest: het
geestelijke facet van de 'Weltstof' wordt geboren uit de complexiteit
van de materie. De materie is de 'materia matrix', de (materiele)
matrijs van de geest.
Het
dier 'weet', maar de mens 'weet dat hij weet'. De ontwikkeling van
het denken heeft materiele sporen nagelaten. Die sporen is Teilhard
als archeoloog en als paleontoloog gaan zoeken. Tot dan toe kende men
verschillende lagen of sferen die geleidelijk de aarde omspannen
hebben: de barysfeer (de metalen kern van de aarde), de lithosfeer
(de gesteenten), de hydrosfeer (de watermassa's), de atmosfeer (de
dampkring) en de biosfeer (de sfeer van het leven). Teilhard voegt
hier nog de noosfeer aan toe: de sfeer van het denken, de sfeer van
de mens. In die evolutie is duidelijk een opmars naar steeds meer
orde, complexiteit, bewustzijn en vrijheid merkbaar. In de loop van
de tijd hebben zich bij de Primaten de hersenen steeds meer
ontwikkeld (het proces van cefalisatie), wat het denken mogelijk
gemaakt heeft. Maar sinds ongeveer 20.000 jaar is de schedelomvang
niet meer toegenomen. Om toch nog verder te kunnen ontwikkelen, zijn
mensen zeer intens beginnen samenwerken: zij vormen tesamen
maatschappijen en uiteindelijk een wereldblok. Dat noemt Teilhard de
sociogenese.
De
mens heeft als het ware een gemeenschappelijke stofwisseling
ontwikkeld (de wereldeconomie) en een collectief brein (de cultuur)
en gaat steeds meer solidair optreden, als een subject. Mensen voelen
immers aan dat zij op een dieper niveau samenhangen en een zijn. Zo
zet de complexificatie zich nog steeds voort, en zij emergeert in het
ultra-menselijke: de mens die meer is dan een louter individu, de
mens die rijker wordt omdat hij een is met zijn naaste. Zo blijft de
mensheid evolueren naar eenheid, in de richting van wat Teilhard het
punt 'Omega' noemt.
In
de ontwikkeling van de kosmos is er eerst divergentie
(veelvuldigheid), dan convergentie (vereniging) en dan, door
complexificatie, is er emergentie (het verschijnen van het nieuwe).
Zo verschijnen achtereenvolgens het leven, het denken van de mens
(reflectie) en het samen-denken van alle mensen (co-reflectie), wat
vrijheid en verantwoordelijkheid meebrengt.
Het
menselijk denken, het psychisme, is een eigenschap van de kosmos. De
kosmos evolueert enerzijds entropisch of vervallend, dit wil zeggen:
naar het meest waarschijnlijke, het evenwicht, de chaos of de dood
toe maar anderzijds ook negentropisch of opbouwend, en dus naar het
meest onwaarschijnlijke, naar de orde, naar het leven toe. Door de
complexificatie in die laatst genoemde beweging, ontstaan steeds
nieuwe kwaliteiten. De materie geometriseert zich steeds meer onder
invloed van de geest (bvb.: het geloof zet aan tot kathedralenbouw),
en zij sublimeert zich ook, namelijk door gesloten, steeds complexere
stelsels te vormen (leven, bewustzijn). De geest is de opperste
synthese van materie. De ziel is de vorm van het lichaam. De
wetenschap die lichaam en geest samen bestudeert (namelijk in de
'Weltstof'), heet pan-energetica. De psychische energie is de hoogst
mogelijke, en zij bezielt het heelal en tilt het op naar het eindpunt
Omega. Volgens Teilhard is alles in het heelal naar Omega
gepolariseerd: het heelal 'rolt zich op' en interioriseert zich. Dit
gebeurt in de mens, en zo bevindt zich het eigenlijke centrum van het
heelal (namelijk het complexiteitscentrum) in zijn hoogste prestatie,
namelijk in de zo tot stand gebrachte maximale persoonlijkheid. De
grootste orde situeert zich in de mens en maakt zijn persoon
mogelijk: het zelfbewustzijn dat kan zeggen: "Ik ben en ik weet
dat ik ben"; "Ik ben vrij"; "Ik ben
verantwoordelijk". De persoon verheft zichzelf door zichzelf te
geven in z'n scheppende vermogens. Hij verrijkt zich in de liefde van
een gemeenschappelijke taak. Ware liefde versmelt immers niet, maar
vernieuwt de vitaliteit en differentieert. De kosmos condenseert zich
tot de menselijke persoonlijkheid, zij personaliseert. Het
ultra-persoonlijke (universeel-persoonlijke), dat de wezenskern van
onszelf is, en dat kan zeggen: "Ik ben die ben", is
onomkeerbaar, onvernietigbaar, staat buiten ruimte en tijd, en heeft
in zichzelf aldus het 'eeuwig leven' gerealiseerd in het punt Omega:
een geestelijke, transpersoonlijke bestemming, en tegelijk de
bronenergie van de kosmos, de liefde die, zoals Dante schrijft, "de
zon voortdrijft en de andere sterren". (Paradisum, laatste
zang).
Dit
punt Omega wordt door Teilhard nu in verband gebracht met Christus.
Het Christendom kent God immers als absoluut en persoonlijk. God
incarneert zich in de God-mens Christus in de wereld die hij
liefheeft. Christus sticht de Kerk - zijn Mystiek Lichaam - om zijn
werk voort te zetten door zijn sacramenten. Zo wordt de wereld
gechristificeerd. Bij zijn terugkeer zal Christus in een extatische
wereld de getransfigureerde mensheid meenemen in de schoot van zijn
Vader.
Teilhard
toont dat het geloof aan de wereld en het geloof in God in het
Christendom kunnen samengaan. Christus wordt voorgesteld als de
sluitsteen van het te construeren gewelf. We moeten afstappen van de
statische God, en meer nadruk leggen op de Christus-Omega, de
Christus-Evoluteur, de kosmische Christus. Het Mystiek Lichaam is
geen dood lichaam maar verkeert in voortdurende Wording. God is
dynamisch, de Vader werkt zonder ophouden, en Christus is de
toegangsweg tot de noumenale wereld. Het Absolute geeft zich aan de
geesten die het verbreiden; het is een eeuwig offer, een gave om
niet, want dat is de Liefde.
(7)
(7)
Deze uitwijding over Teilhard de Chardin bestaat uit fragmenten uit
het vierde hoofdstuk, getiteld: Het
visioen van Pierre Teilhard de Chardin, van
J. Bauwens, Het
goede zoeken.
Inleiding
tot een christelijk 'zin-denken'. (Serskamp,
2003).
Zie: 552.pdf
(bloggen.be)
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 32: Gaswagens in de Oekraïne
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
32: Gaswagens in de Oekraïne
Alle
sporen van de massagraven werden uitgewist door speciale eenheden van
arbeiders die dan op hun beurt werden vergast. De konvooien met
gaswagens verplaatsten zich doorheen de veroverde gebieden en vele
duizenden mensen werden aldus omgebracht. We vervoerden
mannen, vrouwen, ouderlingen en kinderen,
aldus een getuigenis: Ze mochten niets bij zich hebben.
Er gingen telkens 50 mensen in een gaswagen. Die dag werden zowat
duizend mensen vervoerd. (1)
Tijdens een bezoek van Italiaanse fascisten werden hen gaskamers
getoond en in zijn dagboek schrijft een getuige dat de bezoekers
hevig geschokt waren.
Ook
in de Oekraïne opereerden tenminste vijf gaswagens. Ziehier een
getuigenis van een commandolid over een operatie in november 1941 in
Poltava (in het zuiden van Oekraïne): Ik zag zelf hoe
het in zijn werk ging met twee gaswagens. Ze reden de gevangenis
binnen en de joden - mannen, vrouwen en kinderen - moesten vanuit hun
cel direct de gaswagens naar binnen gaan. Ik weet ook hoe het er
vanbinnen in de gaswagens uitzag. De ruimte was bedekt met metalen
platen en had een houten vloer. De uitlaat kwam terecht in de
binnenruimte van de wagens. Ik kan nog steeds het geklop en het
geschreeuw van de joden horen - 'Beste Duitsers, laat ons eruit!' De
joden liepen zonder aarzelen de gaswagens in. Van zodra de deuren
dicht waren, startte de chauffeur de motor, dichte rook werd erin
geblazen, dan was er een wirwar van verfrommelde lichamen. Het was
een angstaanjagend spektakel.
(2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 57-59.
(2)
Ib., pp. 60-61.
18-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 31
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
31
De
Nederlandse socioloog Abram De Swaan heeft het grondig onderzocht en
beschreven in zijn Compartimenten
van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders
(2014) aan
de hand van de goed bewaarde gegevens uit onder meer de volkerenmoord
in Rwanda waar de
strijd tussen vermeend andere rassen in 1994 leidde tot een genocide
met een
miljoen Tutsi-slachtoffers:
stelt men zich de vraag naar hoe het allemaal is kunnen gebeuren, dan
kan het antwoord kort en krachtig luiden dat, eenmaal de waanzin van
het moorden aan de gang is, er twee kampen ontstaan en daar waar de
misdaadgolf passeert, sluiten de mensen zich dan aan bij het
moordende en dus het 'winnende' kamp om niet te gaan behoren tot de
verliezende groep op wie jacht wordt gemaakt. (1)
De
cultuur van geheimhouding vindt in dezelfde realiteit zijn reden van
bestaan: niet de slachtoffers jagen angst aan maar wel het
slachtofferschap en dus de daders en derhalve kiest men de kant van
deze laatsten, hetzij op een actieve manier - door te participeren
aan de misdaden - hetzij passief - door de andere kant op te kijken,
door te zwijgen. Het zwijgen van de getuigen is de schijnbare
onverschilligheid en over de onverschilligheid als zodanig schrijft
Primo Levi in Se
questo è un uomo
uit 1947 (2) dat zij erger nog is dan de misdaden zelf welke zij
verzwijgen. Het zwijgen uit angst is ook verwant met het negationisme
dat - nog lang na de gebeurtenissen - doorwerkt als een gesettelde
angst of een trauma. Achter een façade van totaal misplaatste
stoerdoenerij (zoals bij uitstek bij neonazi's het geval is) schuilen
vrees en lafheid: houdingen welke regelrecht in strijd zijn met de
stelling van Plato dat het verkieslijker is kwaad te ondergaan dan
het te doen. (3)
De
oorlog is het verlengstuk van de economie en derhalve zijn de twee
kampen met enerzijds de misdadigers en anderzijds de slachtoffers ook
reeds in het strijdperk van de economie een realiteit welke vaak heel
anders wordt voorgesteld dan deze in feite is. Men spreekt gemeenzaam
over de werkenden en de werklozen en men beschouwt de eersten als de
'gevers' en de laatsten als de 'krijgers' maar in de huidige
socio-economische constellatie is de identificatie van werken met
geld verdienen of een job hebben geheel onterecht en ware het
rechtvaardiger om het te hebben over enerzijds degenen die het geld
naar zich toetrekken en anderzijds zij die het moeten derven. Per
slot van rekening werkt sowieso iedereen naar best vermogen vanuit de
fundamenteel menselijke drang om een bijdrage te kunnen leveren aan
de gemeenschap, terwijl het bovendien helemaal niet waar is dat de
werkelijke verdiensten overeenkomen met de financiële: hardwerkende
mensen met lage lonen sterven gemiddeld tien jaar eerder dan goed
betaalde burgers met een comfortabele, vaste en stressvrije job.
Slaven die helemaal niets overhouden, werken het hardste en sterven
reeds jong. Gemiddeld moeten in de derde en de vierde wereld
vijfenveertig slaven - en dat zijn per definitie mensen zonder job -
werken om de hoge levensstandaard van één doorsnee westerling - mét
job - te garanderen.
In
de economische realiteit streeft men ernaar om aan de kant van de
grootverdieners te staan om aldus te ontsnappen aan wat het
equivalent is van de moord in de eigenlijke oorlog. Steuntrekkers
zijn maatschappelijk buiten spel gezet en zien hun rechten vaak op de
helling komen te staan; zij moeten zich dikwijls tevreden stellen met
willekeurige, onaangepaste en onderbetaalde opdrachten, zonder
werkzekerheid, zonder status en onder de voortdurende spokerige
dreiging de financiële steun waarop zij recht hebben, te zullen
verliezen; zij situeren zich helemaal onderaan de pikorde en de
frustraties die alle carrièremakers oplopen in de nimmer pauzerende
tredmolen van eindeloze uitbreiding, wendbaarheid en overuren, worden
gelijk kwalijke uitlaatgassen genadeloos in hun richting geblazen.
Armen worden niet vermoord, zij sterven alleen vroeger omdat zij
onvoldoende middelen ter beschikking hebben om hun gezondheid te
handhaven, om vijandschap af te wenden en om het geluk te ervaren dat
heden immers verworden is tot een kwestie van sociale vergelijking.
Er zijn momenteel evenwel geen gaskamers in de buurt maar die zijn
quasi overbodig omdat de lucht in de steden de mensen doet stikken:
alleen de rijken hebben nog groene tuinen en kunnen op tijd en stond
op reis naar plekken met voldoende zuurstof. Plato's hoger geciteerde
stelling welke in feite pleit voor het goede geweten of de geruste
ziel belandt in dezelfde papiermand waarin eerder de idee van het
bestaan van de ziel zelf werd weggeworpen.
Na
Hitlers inval in Rusland groeide het aantal om te brengen vijanden
maar de massa-executies ondermijnden de moraal zodat men besloot over
te gaan op vergassing, meer bepaald middels de uitlaatgassen van de
transportvoertuigen. De gevangenen werden van de barakken in de
voertuigen geloodst. Tegen de tijd dat zij bij de ovens arriveerden,
waren ze dood. Ze werden door gevangenen uit de voertuigen gedragen
en hadden de roze kleur die typisch is voor slachtoffers van
koolstofmonoxidevergiftiging. (1)
Het
Rijk bestelde op een keer dertig gaswagens van twee types: de
kleinere konden 25 à 30 personen bevatten, de grote 50 à 60. Ze
werden verder geperfectioneerd, wat wilde zeggen: kleinere ruimtes
met meer mensen zodat het gas sneller zijn werk deed. Zo waren in
1942 gaswagens als mobiele eenheden in gebruik van Belarus
(Wit-Rusland) tot aan de Krim en het noorden van de Kaukasus. Ze
werden bemand door functionarissen behorende tot verschillende
groepen maar met slechts één taak: de fysieke uitroeiing van joden,
zigeuners en politieke tegenstanders. Het staat allemaal beschreven
in de documenten (correspondentie, bestellingen...) van de betrokken
technici, die ook achteraf verklaarden dat zij op de hoogte waren van
wat er gebeurde en dat zij, zoals bevolen, alles geheim hielden. De
gaswagens werden in december 1941 vanuit Berlijn naar Riga gebracht
en deden hun werk in de Baltische staten, Wit-Rusland, Smolensk. Er
zijn meerdere getuigenissen waaronder deze van 9 december 1944 van de
joodse Mendel Vulfovich uit Riga: "In februari 1942 zag ik met
mijn eigen ogen hoe tweeduizend oudere joden uit Duitsland, mannen en
vrouwen, in speciale gaswagens geladen werden. Die wagens waren
geschilderd in grijsgroene kleur en hadden een grote vracht, gesloten
met hermetische deuren. Iedereen binnenin werd door het gas gedood."
(2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 52-54.
(2)
Ib., pp. 54-57. Het citaat (in eigen vertaling) staat op p. 57.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: