Foto
Foto
Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto


"Trans-atheïsme"

Download dit boek als PDF:

Jan Bauwens - Transatheïsme.pdf (3.6 MB)   

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto



Download dit boek als PDF:

"Het einde der tijden"



Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Tisallemaiet
Alle rechten voorbehouden
Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
20-12-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Waar is Habel, uw broeder?" - Aflevering 3: waarom populisten dictators zijn















"Waar is Habel, uw broeder?"

Aflevering 3: waarom populisten dictators zijn


In een artikel in MO* van 6 december 2018 getiteld De grootste misdaad tegen de mensheid ooit, vat Louis De Jaeger de misdadige kern van het consumptisme mooi samen: de mensen worden (door onder meer de reclame) ongelukkig gemaakt en kunnen pas aan dat ongeluk ontkomen door met zuur verdiend geld overbodige spullen te gaan kopen.

Nu de politiek zelf verworden is tot een industrie, vindt men een toepassing van de valstrik van dit consumptisme terug bij de populistische politici die zich immers bedienen van dezelfde list als de misdadige reclamemakers. Zij maken hun kiezers wijs dat migratie hen ongelukkig zal maken en dat hun partij een oplossing in petto heeft welke hen te beurt zal vallen als zij het gedachtengoed van die partij binnenhalen – kopen – en er derhalve op stemmen teneinde deze criminelen aan de macht te brengen.

Het bedrog is danig complex dat bijna de helft van de Europese bevolking ziende blind in deze val trapt. Vooreerst is de 'reclame' in kwestie doorspekt van leugens en de eerste leugen verschuilt zich in een verzwegen tweevoudige premisse die enerzijds voorhoudt dat migratie een kwaad is en anderzijds dat politieke machthebbers in staat zouden zijn om migratie te manipuleren.

In elk van de twee gevallen wordt kennis voorgewend die er gewoon niet is en in het tweede geval wordt bovendien onbestaande macht voorgewend en deze leugens dienen uiteindelijk geen ander doel dan aan de betrokken populisten een job te gunnen waarvoor zij incompetent zijn: zij parasiteren quasi straffeloos op ons democratische systeem middels elementaire volksverlakkerij.

Zij verdienen daarvoor uiteraard de zwaarste straf maar het feit dat ze die niet krijgen, toont aan dat hier in feite geen scheiding der machten meer mogelijk is: de zieke democratie brengt onafwendbaar de dictatuur.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 20.12.2018)















17-12-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Waar is Habel, uw broeder?" - Aflevering 2: het nationalisme en de mensenrechten














               

"Waar is Habel, uw broeder?"


Aflevering 2: het nationalisme en de mensenrechten


Het nationalisme ziet de staat als een socio-cultureel gegroeid geheel met een eigen identiteit, welhaast zoals een levend organisme. Een misvatting uiteraard omdat voor de vorming van een staat, een constitutie volstaat, precies zoals spelregels volstaan voor het spelen van een spel. Paradoxaal genoeg zien nationalisten de staat bovendien vaak als een volgroeid organisme, daar zij de eigen natie geen verdere verandering of ontwikkeling meer gunnen, wat eigenlijk een naïef essentialisme verkapt: de opvatting dat een staat een bevroren of onveranderlijk (geworden?) wezen is, geheel onafhankelijk van de rest van de wereld. Maar staten komen niet tot stand zoals individuen tot stand komen en zij leven ook niet, het zijn geen schepselen maar constructies, werktuigen die hun functioneren danken aan spelregels – wetten.


Het nationalisme heeft als zorg de eigen natie en dit beginsel impliceert meteen een onafwendbare verdeling van de wereldgemeenschap in twee kampen: wij versus de anderen. De interne contradictie van die leer wordt apert van zodra men zich ook realiseert dat als alle andere staten het nationalisme zouden aanhangen, er uiteraard geen twee kampen ontstaan maar net zoveel kampen als er staten zijn, wat betekent dat deze opvatting de facto de ideologie van de versnippering is en dus een misvatting van dezelfde orde als het egoïsme.


Het egoïsme is niet slechts een morele keuze, het is vooreerst een misvatting en een miskleun omdat het de hefboomfunctie van het principe van de solidariteit miskent. Want zoals de geschiedenis aantoont, creëert het beginsel van de onderlinge solidariteit – in casu de solidariteit tussen staten – zelfs geheel los van het veld van het ethische handelen een win-winperspectief, zoals dat het geval is in alle mogelijke vormen van het internationalisme. Echt eumoreel wordt de onderlinge samenwerking tussen naties pas van zodra zij in de eerste plaats een samenwerking van personen is en dan betreft dit een universalisme, zoals bijvoorbeeld het katholicisme dat althans in woord beweert te zijn, wat betekent dat ongeacht wie er in principe kan tot toetreden: mensen van elke etnie, van elk geslacht enzovoort. En daar waar ook maar één persoon van toetreding uitgesloten wordt, kan geen sprake meer zijn van universalisme en is het universele slechts een voorwendsel, een leugen.


De idee dat er mensenrechten bestaan, is in wezen een bijzonder universalistische gedachte omdat zij impliceert dat deze rechten ook verdedigd horen te worden ongeacht de wetten van de naties waar de betrokken mensen het burgerschap genieten. De erkenning van de mensenrechten door de Verenigde Naties impliceert de bereidheid van de VN om naties die deze mensenrechten schenden, te veroordelen, te sanctioneren of op nog andere manieren onder druk te zetten om daar aldus de eerbiediging voor de mensenrechten af te dwingen. Politici die ervan uitgaan dat elk land zelf mag bepalen welke rechten het aan zijn burgers geeft, verzaken eraan zich het lot van medemensen die geen eigen medeburgers zijn, te behartigen en in feite stellen zij aldus het burgerschap boven het menszijn, wat een perversie is. Hun opvatting impliceert de toelaatbaarheid van wetten wars van de mensenrechten. Dergelijke politici zijn in wezen aanhangers van de dictatuur. Het nationalisme is een staatsvorm die haaks staat op de eerbiediging van de mensenrechten.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 17.12.2018)

















15-12-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Waar is Habel, uw broeder?"













               

"Waar is Habel, uw broeder?"


"En de HEERE zeide tot Kaïn: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?" (1)


(1) Genesis 4,9. Zie: https://www.statenvertaling.net/bijbel/gene/4.html#9


Deze dialoog tussen God en Kaïn volgt op de moord en het antwoord van Kaïn is bedoeld als een rechtvaardiging: Kaïn erkent geen schuld, hij stelt dat elk voor zichzelf moet zorgen: "Jedem das seine", zoals het in grote smeedijzeren letters boven het hek van het concentratiekamp van Buchenwald staat. (2)


(2) Daar werden reeds in 1937 communisten, Jehova's getuigen, Roma, Sinti, criminelen, homoseksuelen en later ook gehandicapten gevangen gezet en in 1938 werden daar samen met daklozen en vooraanstaande joodse kunstenaars en wetenschappers ook duizenden zogenaamde 'werkschuwen' geïnterneerd. Er waren executies, dwangarbeid, kou en ontbering en nadat in 1939 de oorlog was uitgebroken werd een crematorium gebouwd om de talloze lijken te verbranden die eerst werden beroofd van wat er nog bruikbaar aan was – van gouden tanden tot hoofdharen.


Alleen al in Buchenwald verbleven 238.979 gevangenen – een derde waren kinderen jonger dan 20 jaar – waarvan er 56.545 omkwamen en in alle concentratiekampen samen lieten zowat zes miljoen mensen het leven. (3)


(3) https://nl.wikipedia.org/wiki/Buchenwald


"Wir haben es nicht gewusst", zo beweerden de Duitsers na de oorlog. (4)


(4) Zij werden hierin in het gelijk gesteld door "de naoorlogse Duitse bondspresident Richard von Weizsäcker die tijdens de oorlog in de Wehrmacht diende" – zijn vader Ernst "was voor het naziregime eerst staatssecretaris van het ministerie van Buitenlandse Zaken en later ambassadeur in het Vaticaan". (Zie: https://historiek.net/wir-haben-es-nicht-gewusst-de-duitsers-en-de-holocaust/63703/ )


"Ik weet het niet", zo antwoordde Kaïn: "ben ik dan mijn broeders hoeder?" Een uitspraak die ook naar onze tijd gecatapulteerd werd: "Zijn wij dan verantwoordelijk voor de vluchtelingen? Is het dan onze plicht om voor hen te zorgen?" aldus schuift de N-VA-voorzitter de verantwoordelijkheid van zich af en hij doet dat in naam van een steeds groeiende massa kiezers.


Maar hoe kan het ook anders, het christendom immers is niet langer vanzelfsprekend; de gelijkheid van alle mensen vanuit de overtuiging dat wij allemaal kinderen van God zijn, geldt kennelijk niet meer; steeds vaker hoort en leest men dat alleen gekken geloven dat het hun plicht is om voor wildvreemden zorg te dragen en nu de handelaars huishouden in de tempels, (5)


(5) Alom ten lande worden sinds kort kapellen en kerken omgebouwd tot handelsruimten, restaurants en zelfs bars en dit met de toestemming van de verantwoordelijke bisschoppen. Zie bijvoorbeeld: http://www.gondola.be/nl/news/food-retail/delhaize-wil-markthal-openen-gentse-sint-annakerk


weerklinken nergens nog de woorden uit de parabel van de barmhartige Samaritaan: de gift om niet bestaat niet langer, voortaan weergalmen heel andere wetten waarvan sprake in de Apocalyps, over de aanbidding van de onmens die al degenen doodt die hem weigeren te aanbidden – de onmens, de afgod, het geld – want wie de macht van het geld miskennen, aan hen wordt de toegang tot de wereld ontzegd die immers des duivels is. (6)


(6) Apocalyps van Johannes, hoofdstuk 13: "En ik zag uit de zee een beest opkomen, (...) en op zijn hoofden was een naam van godslastering. (...) En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen (...) En het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden (...) En verleidt degenen, die op de aarde wonen, (...) dat zij voor het beest (...) een beeld zouden maken. (...) En hetzelve werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het (...) zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden; En dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal zijns naams. Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig."


Dat de wereld het terrein van de duivel is, spreekt uit het verhaal van de verzoeking van Jezus door de duivel want wanneer deze laatste zich als eigenaar van de aardse koninkrijken opwerpt, spreekt Jezus dit geenszins tegen. Zie: Matteüs 4:8-10: "De duivel nam hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht en zei: ‘Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.’ Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.”’ Zie ook: Lucas 4:5-8: "Toen bracht de duivel hem naar een hooggelegen plaats en liet hem in een en hetzelfde ogenblik alle koninkrijken van de wereld zien. De duivel zei tegen hem: ‘Ik geef u de macht over dat alles en ook de roem die ermee gepaard gaat, want ik kan daarover beschikken en ik geef het aan wie ik wil; als u in aanbidding voor mij neervalt, zal dat allemaal van u zijn.’ Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.”’


De geschiedenis heeft een vreemde wending genomen. De welluidende staatsvorm van de democratie of het recht van de meerderheid is niets anders dan een verschijningsvorm van het onwelluidende recht van de sterkste. Ook vandaag zijn het de sterkeren die heersen over de zwakkeren en dit door middel van de uitbuiting die de kloof tussen beide steeds groter maakt. Alleen het christendom is in staat gebleken om met de wet van de liefde weerwerk te bieden aan de natuur en die wet maakt het christendom dan ook bovennatuurlijk. Mede door de politieke werking van de kerk is het christelijke handelen deels vanzelfsprekend geworden maar evenzeer is het tot de sfeer van het onbewuste en het onpersoonlijke handelen en denken gaan behoren in die zin dat het doen en laten van de door de kerk gevormde menigten in een christelijk gekleurde trend verliep met dezelfde spontaneïteit waarmee elke trend zich doorzet als zijn tijd daar is. Veeleer dan de overtuiging was het dan de wet van de gewoonte die het gedrag van de massa's stuurde en het is dan ook niet verwonderlijk dat het verdwijnen van deze grotendeels onbewuste tendens zich quasi onopgemerkt voltrokken heeft. Verbaasd zoals langslapers die uit een droom ontwaken, staan plotseling fel aanzwellende menigten op die zich afvragen waarom ze eigenlijk nog langer hun naaste zouden beminnen nu ze zijn gaan beseffen dat hun zelfverrijking er aanzienlijk beter zou bij varen indien ze hun naaste zouden beconcurreren, uitbuiten of gewoon verorberen met huid en haar. Een aanzwellende groep ouders wenst niet langer dat hun kinderen goede mensen worden, zij verkiezen zonen en dochters die hun plan kunnen trekken in de strijd welke in de wereld wordt gevoerd om de macht maar ook gewoon om een plaats, een dak en een boterham want de te verdelen koek wordt kleiner en het aantal hongerigen neemt gestaag toe. De idealen van de barmhartige Samaritaan die zich buigt over de beroofde vreemdeling en die hem verzorgt, Sint Maarten die met een stuk van zijn mantel de naakte bekleedt en pater Damiaan die zijn leven deelt met de leprozen, zijn museumstukken geworden en de helden van vandaag heten Bill Gates, Mark Zuckerberg, Madonna en Cristiano Ronaldo. De goedheid heeft plaats gemaakt voor de roem, de schijn heeft de plaats ingenomen van het zijn, het hemelse geluk van weleer dat men pas kan verdienen met opoffering, volharding en toewijding staat voortaan in de schaduw van de 'chance' die aan het blinde lot is toe te schrijven en zo ook zetelt dat blinde en onrechtvaardige lot vandaag op de troon van de vermiste, alziende, rechtvaardige god.


Het stoort ons niet meer wanneer rechtvaardigen die zich het lot van de medemens behartigen, koelbloedig worden vermoord – het stoort ons niet meer in die mate dat we ervan wakker liggen, het is nog slechts 'nieuws' voor een dag, hooguit een week, om vervolgens te verdwijnen in een rugzak gevuld met duizend dergelijke verhalen, het ene feitelijk, het andere fictief, het lijkt niet meer uit te maken, alsof de grens tussen werkelijkheid en droom zelf fictief was zoals ook die tussen wil en wens dat steeds vaker wenst te zijn. Haatdragenden verkiezen geheel democratisch 'leiders' die aan hun haat gestalte geven door de uitingen ervan middels nieuwe wetten te verheffen tot de legitieme praktijk. Populisten die de laagste verzuchtingen van het volk vertegenwoordigen laten zich bijstaan door leugenachtige praatbarakken die zij tot professoren benoemen om aldus de verkrachting van het redelijke door het louter autoritaire te kunnen bewerkstelligen. Zij vullen de media met hun oeverloos gedreun van steeds misselijker makende onzin en zij verplichten de massa's hun lelijke spel toe te schouwen en hen te gaan quoteren in het kiesbureau. Op die manier vernederen de massa's zichzelf, suïcideert zich het mensdom en staat een beest op uit de aarde – een beest dat alsnog spreekt zoals een mens spreekt, echter zonder een mens te zijn: de onmens, de afgod, het geld – want wie de macht van het geld miskennen, aan hen wordt de toegang tot de wereld ontzegd die immers des duivels is.


"En de HEERE zeide tot Kaïn: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?"


(J.B., 15 december 2018)
















26-11-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.n.a.v. de zaak Khashoggi
Klik op de afbeelding om de link te volgen

n.a.v. de zaak Khashoggi:

https://www.boekenbestellen.nl/boek/van-ruilmiddel-tot-god/10840 

Zie ook:

"Saoedi-Arabië in de huidige tijd":

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2306586





12-11-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waarheid en de politiek. (N.a.v. de heisa over het meebesturen van PVDA in Zelzate na de verkiezingen van 2018)













               

De waarheid en de politiek.


(N.a.v. de heisa over het meebesturen van PVDA in Zelzate na de verkiezingen van 2018)




Het belangrijkste punt in de hele heisa is dat er nooit een cordon sanitair is opgetrokken tegen een andere partij dan het Vlaams Blok. Wil men dat doen, dan moet dit gebeuren via een rechterlijke uitspraak, precies zoals dat gebeurd is tegen het Vlaams Blok van weleer: op grond van strafrechterlijke feiten en na een onderzoek de rechtsstaat waardig. Spreken over een 'feitelijk' cordon sanitair inzake andere partijen, is liegen: men verkapt het niet bestaan ervan en men poogt de achterklap te verheffen tot het niveau van de rechtspraak. Of moet men terug naar de tijd van het 'feitelijk' cordon sanitair tegen mensen met een andere huidskleur? Terug naar het 'feitelijk' cordon sanitair tegen vrouwen, tegen homo's, tegen anders-validen en noem maar op? Wil men terug naar die toestanden van wetteloosheid en verdrukking dan belandt men alras in de middeleeuwen: men beseft niet langer dat wetten er zijn ter bevrijding van het volk en ter bescherming van alle burgers tegen allerlei vormen van geweld – onder meer tegen het geweld dat de waarheid wordt aangedaan. Buiten de wet opererende actoren oefenen druk uit – om niet te zeggen dat zij geweld gebruiken – om de rechtsstaat buiten werking te stellen: politici roepen zichzelf publiekelijk uit tot burgemeester vooraleer zij als zodanig rechtsmatig werden benoemd en verliezers van de verkiezingen manifesteren op straat in een poging om zich alsnog door het gezag als winnaars te doen erkennen; allerlei benoemingen gebeuren steeds vaker 'in den duik'; misdadigers gebruiken massamedia – desinformatie – om hun aanklagers een hak te zetten. En helaas ziet men steeds vaker de rechtsstaat bezwijken voor het geld van criminelen – misdaadgeld. Het is de zwakte van dit ruilmiddel dat er niet op vermeld staat waar het vandaan komt en zo kan allerlei geboefte zijn straf trachten af te kopen – van belastingontduikers tot topgangsters. Een staat die toehapt, gelooft verkeerdelijk aldus winst te kunnen boeken: met haar onverstandig opportunisme capituleert zij voor de middel-doelomkering (een Augustiniaans begrip dat werd overgenomen door – jawel – Karl Marx!) welke die misdaad mogelijk maakt en zij verwerpt mét haar geloofwaardigheid niets minder dan het eigen voortbestaan.


Maar in de politiek wordt de waarheid nu eenmaal verkracht en het ergste is – dixit Primo Levi – dat men er massaal onverschillig voor blijft zodat het ganse volk medeplichtig is aan de schanddaden van haar leiders. Indien zoals bij Pinokkio ook de neuzen van de echte mensen langer werden van het liegen, het zou geen zicht meer zijn. Jamal Khashoggi deelt het lot van Lumumba en dat van zijn twaalf miljoen landgenoten op de koloniale rietsuiker- en rubberplantages van Belgisch Congo; het lot van de joden, de roma en de homo's uit de Nazitijd wiens lijken men bij het einde van de oorlog nog rap wilde opgraven om ze te laten verdwijnen; het lot van de Armeniërs onder de Turken en dat van de eerste Christenen onder de Romeinen; het lot van Socrates in het Athene van meer dan tweeduizend jaar geleden – teveel om op te noemen. In alle gevallen heeft men kennelijk geloofd de waarheid mét haar vertegenwoordigers te kunnen uitschakelen. Hoopgevend is dat dit gewis en zeker nooit helemaal zal lukken.




(J.B., 12.11.2018)
















03-11-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de uitroeiing van bejaarden

           

Over de uitroeiing van bejaarden


1.


Grote geleerden uit de voorgaande decennia hebben erop gewezen dat de zorg voor het kroost geen zelfopoffering zou vergen vanwege de ouders omdat mensen zich hierin allerminst onderscheiden van de andere dieren – die immers amoreel handelen – terwijl het er anders zou aan toe gaan inzake de zorg van de kinderen voor hun ouders: alleen mensen zouden hiertoe in staat zijn. Inmiddels hebben etiologen ook bij niet-menselijke dieren altruïstisch gedrag ontdekt dat niet direct zou te maken hebben met het soortbehoud en andersom blijken ook mensen in staat tot vormen van egoïsme die men zelfs bij wreedaardige dieren niet terugvindt maar de interpretaties van die bevindingen blijken nogal uiteen te lopen. Volgens sommigen staat niet het mens-zijn garant voor het overstijgen van het recht van de sterkste maar veeleer het christendom en de daaruit voortvloeiende beschaving die zich immers sterk onderscheidt van talrijke meedogenloze en barbaarse culturen: het ethisch besef is naar hun zeggen niet afkomstig van de menselijke natuur doch van de bovennatuur welke door de Godmens Christus in de natuurlijke wereld wordt naar binnen gebracht om deze op te tillen naar een hoger bestaansniveau. Hoe dan ook ziet men hoe in werelden die niet of nog niet gechristianiseerd werden, vaak een volkomen afwezigheid van de belangeloosheid welke de christelijke caritas kenmerkt waaraan men zo gewoon geworden was. Edoch, nog veel frappanter en tevens redelijk angstwekkend is het in het westen terugkerende egoïsme dat gestaag het wegebben van het christendom begeleidt. Het lugubere verschijnsel blijft voor velen vooralsnog verborgen omdat het verkapt wordt door een sociaal en politiek geïnstitutionaliseerde solidariteit die eveneens haar wortels in het christendom heeft gehad en die men 'normaal' is gaan vinden terwijl zij eigenlijk allerminst natuurlijk is. Maar samen met de christelijke ethiek ziet men in onze contreien deze solidariteit sinds enkele decennia afbrokkelen en dat proces zet zich in met het verdwijnen van het universaliteitsbeginsel: de menselijke solidariteit is niet langer de solidariteit onder alle mensen – wat bij uitstek een christelijk idee is, een gedachte die zich kristalliseert in de betekenis van de term 'katholicisme' want 'katholicos' betekent 'universeel' – maar zij beperkt zich tot de mensen van het eigen werelddeel, tot de landgenoten, tot de streekgenoten of nog enger, zoals bijvoorbeeld daar waar zij zich beperkt tot de leeftijdgenoten. En die verenging houdt allerminst halt bij het egoïsme want ook het ego wordt nog verder opgedeeld, zoals dat het geval is bij allerlei verslavingen, waar deelsystemen van een individu eisen stellen welke de persoon in kwestie moet inwilligen en soms zelfs met zijn leven moet betalen: de maag controleert de hersenen, de morfine-, alcohol- of nicotinereceptoren bepalen de gedachten en de ideologie van het betrokken individu en zij controleren zijn gedrag. En ook in de andere richting – extern aan de mens – geldt niet langer het personalisme – de ideologie waarbij de (menselijke) persoon centraal staat en waar diens geluk het einddoel is van alle streven – maar een volkomen gefragmenteerde en gedepersonaliseerde werkelijkheid die niet langer bestuurd wordt door een wil maar door onpersoonlijke, anonieme en blinde tendensen zoals de koers van een munt, allerlei belangengroepen welke als abstracte eenheden hun belanghebbers overleven en overstijgen, economieën en industrieën, wisselende modes en mentaliteiten of 'geesten' die in feite datgene gemeen hebben met kanker dat aan hun groei nooit een einde kan komen omdat zij als zodanig onverzadigbaar zijn: men kan nooit rijk genoeg zijn, het genot moet zonder grenzen opgedreven kunnen worden, het energieverbruik moet samen met de economische groei eindeloos aangezwengeld worden, het enige moto luidt: altius, citius, fortius en concurrentie vervangt samenwerking, leidt tot monopolievorming, dictatuur en oorlog met als uiteindelijke uitkomst de dood voor allen.


Vreemd genoeg is het pas de bewustwording van onze eindigheid die als enige met een krachtdadige stem aan deze waanzin een halt kan toeroepen: het bewustzijn van de eindigheid gaat gepaard met het zich realiseren van het bedrog van de droom waarin wij het echte leven voor een spel geloofden te mogen houden. De ernst keert pas terug als het de tijd menens wordt, als de krachten beperkt blijken en bijna op, als de bodem van de geldbeugel in zicht komt, als de voorraad aan grondstoffen slinkt, als de krachten uitgeput raken en de honger zich laat voelen. Pas de pijn drukt ons weer met de neus op de feiten, wekt ons abrupt uit het bedrog van de droom, herinnert ons aan de afspraken die ons bestaan dragen en die wij vergaten terwijl zij op hun beurt ons allerminst kunnen vergeten omdat het leven nu eenmaal niet wordt gedragen door wensen en verlangens maar door harde regels en door overeenkomsten met een geheugen zo feilloos als de natuurwetten zelf. En de bevinding van de eindigheid van het bestaan concentreert zich in de bejaarde, in de mens die zijn jaren begint te tellen en die vaststelt dat zijn tijd er bijna op zit: hij kan de verblinding niet langer handhaven, hij wordt met hoogdringendheid en tegen heug en meug tot ziener gemaakt en als hij zich niet in het verderf stort maar daarentegen rechtuit spreekt, blijkt hij in het bezit van een wetenschap waarvoor alle anderen op de vlucht zijn. En dat is ook de eigenlijke reden waarom de bejaarde – uiteraard op onvoorstelbaar gesofisticeerde manieren – door elke beschaving die haar illusies wenst te handhaven, uitgeschakeld wordt.


2.

           

In feite is de bejaarde de door de natuur tot dissident verheven mens – 'verheven', want het heersende regime is alles behalve goed, het is repressief omdat het haar ontmaskering niet kan dulden. Reeds in het jonge christendom wordt bij de vierde-eeuwse Augustinus van Hippo een onderscheid gemaakt tussen het rijk van de wereld (civitas terrena) en het rijk van God (civitas caelestis of civitas Dei), uitvoerig uitgewerkt in de waanzinnige dertiende eeuw door Thomas Aquinas. In de katholieke theologie kan men het geluk pas bereiken doorheen het lijden dat in de navolging van Christus uit de wereldse beproevingen volgt aan welke men dient te verzaken en ook in de hedendaagse theologie geldt dat er zonder de kruisdood geen opstanding mogelijk is. In de Faustlegende ruilt het hoofdpersonage zijn eeuwige ziel voor tijdelijk aards voordeel, wat suggereert dat de twee elkaar uitsluiten en dat derhalve het leed een noodzaak is voor het hemelse geluk waaraan het wereldse moet opgeofferd worden. Atheïsten zien in die opvatting enkel zelfbedrog: de gelovige probeert het lijden te aanvaarden en goed te praten door er een zin aan toe te kennen en het als noodzakelijk uit te leggen maar ook die atheïstische verklaring doet niets af aan de realiteit van het lijden waarmee wij nu eenmaal moeten leven, alle 'pijnstillers' ten spijt. De dood te aanvaarden als de ultieme pijnstiller is een onverstand vanjewelste en te spreken van het meesterschap over het leven waar het euthanasie betreft, is de zaken op hun kop zetten omdat er voor moord nu eenmaal geen andere kennis vereist wordt dan deze waarover zelfs de laagste dieren beschikken, maar wij leven nu eenmaal in de waanzinnige eenentwintigste eeuw.


Alleen al door er te zijn confronteert de bejaarde de mens met de onafwendbaarheid van zijn lot – tenminste als hij zichtbaar is want precies daar ligt het paard gebonden: onze bedrieglijke samenleving doet er alles aan om haar bejaarden onzichtbaar te maken. Zij worden uit het actieve leven gehaald, naar hun mening wordt niet meer gevraagd, zij worden door de jongere en onwetende generaties paternalistisch benaderd, behandeld met pedanterie, betutteld en geïnfantiliseerd. Maar dat is slechts een fase welke voorafgaat aan de eigenlijke doodsteek.


Sinds jaar en dag weten wij allen dat sociale uitsluiting en moord een en dezelfde handeling zijn: karaktermoord gaat vooraf aan moord en bestaat erin dat het slachtoffer niet langer als mens benaderd wordt en het lot deelt van wie zichzelf hebben overleefd. De geschiedenis van de heksen van Salem waarbij weerlozen gedemoniseerd worden en op grond daarvan veroordeeld en omgebracht is het archetype van deze gruwelijke vorm van misdaad. Zij herhaalt zich telkenmale daar waar een bejaarde dement verklaard wordt op grond van het feit dat zijn prestatievermogen achteruitgaat, dat hij trager en vergeetachtiger wordt en zich vaker vergist – allemaal normale verschijnselen bij mensen op jaren. Of ware het dan veeleer normaal wanneer men op tachtigjarige leeftijd rapper kon lopen of spraakzamer was dan als jonge twintiger?


De vernietiging van de oude mens start met het tot patiënt verklaren van de persoon in kwestie – de geneeskundige sector wil immers van elke burger een dossier zoals ook de banksector van iedereen een fiche aanlegt – van klanten én van potentiële klanten en dat is al de rest – en zoals de staat iedereen tot het burgerschap heeft veroordeeld nog van voor zijn geboorte. Soms is dat een zegen, soms ook niet, maar het probleem is wel dat al deze instellingen welke aanvankelijk ten dienste stonden van de mensen, mede onder de invloed van het tanende christendom, het middel met het doel hebben verwisseld zodat zij vandaag in heel wat gevallen de mensen tot hun eigen nut hebben gemaakt. De toestand is dermate ernstig dat ook de directe toekomst van de mensheid aan de haak wordt gehangen: vaak staan zelfs onze scholen niet langer ten dienste van de opvoedelingen maar worden daarentegen de kinderen door hen feitelijk als klanten beschouwd, getuige hun verborgen agenda waarin zij de leerkrachten ertoe aanzetten om geen eisen meer te stellen aan de leerlingen en dat met de verborgen reden dat zij anders de school zullen verlaten zodat het personeel werkloos achterblijft: “Denk eraan dat elke leerling anderhalf lesuur waard is!” – zo klinkt het tijdens de besloten vergaderingen van de leerkrachten uit de mond van een voor zijn eigen job bezorgde directeur, weliswaar nadat deze eerst gewaarschuwd heeft dat voor al het in de vergadering besprokene geheimhouding geldt. Leerkrachten die zich daar niet aan houden, verliezen sowieso hun werk en op deze manier speelt de macht van het geld haar troeven uit... in de civitas terrena. Met betrekking tot de bejaarden die helemaal geen zorgzame ouders meer hebben en vaak ook geen kinderen waarin zij hun vertrouwen kunnen stellen, wordt vanzelfsprekend een nog veel omvangrijker carrousel op touw gezet, temeer daar zij behalve weerloos vaak ook gefortuneerd zijn, wat concreet betekent dat zich plotseling allerlei menslievende personages en instellingen komen aandienen om de last voor de zorg voor dat fortuin van hun schouders te nemen of te helpen dragen. Dat zal de bejaarde waarschijnlijk worst wezen omdat zijn tijd op aarde er bijna op zit maar op de drempel van de civitas caelestis, is het zijn gelatenheid ter zake welke onmiskenbaar waarschuwt voor een lot waaraan geen mens ooit is ontsnapt.


3.


Oud worden als zodanig is niet per se problematisch maar dat wordt het wel vanaf het ogenblik dat men het opgeplakte etiket 'oud' beaamt omdat betutteling heteronoom maakt, de zelfzekerheid aantast en daardoor ook de zelfstandigheid: men wordt afhankelijk van derden die er in feite op uit zijn om zich boven de betuttelden te positioneren in een pikorde waarvan zij de agenda bepalen. Bejaarden worden dikwijls genoeg valselijk voor onverstandig gehouden terwijl zij alleen maar niet antwoorden op vragen omdat ze hardhorig zijn. Bejaarden zijn vaak minder spraakzaam, niet uit onwetendheid maar omdat de staat van hun gebit hun de spraak bemoeilijkt ofwel omdat zij geleerd hebben dat zwijgen soms het beste is. Bejaarden zijn slecht te been terwijl er vaak niets mis is met hun benen, het ontbreekt hen alleen aan ruimte om te lopen in de zorginstelling zonder tuin waarin zij opgesloten zitten. Als gevangenen worden zij onwillekeurig beschouwd als onzelfstandigen of als (geestes)zieken en onder meer om die reden krijgen zij in instellingen zelden bezoek. Zelf hebben zij ook moeite met het overbruggen van de afstanden die hen scheiden van hun bekenden, zodat zij minder converseren en het daardoor op den duur dan ook verleren om te communiceren, precies zoals zij het verleren om te lopen bij gebrek aan ruimte. Het lichaam en de geest zijn er nog maar bejaarden worden al te vaak beroofd van de mogelijkheden om die twee te laten functioneren met reeds na zeer korte tijd het teniet gaan van die bekwaamheden want bijvoorbeeld de atrofie van het spierapparaat dat ons in staat stelt om te lopen, treedt al in na twee weken bedlegerigheid. Voor hun gebreken zijn bejaarden aldus zelden zelf verantwoordelijk: de schuldige is meestal de allerminst bejaardenvriendelijke maatschappij die de schijn hoog wil houden van een aards paradijs met als wetenschappelijk hoogstandje de eeuwige jeugd – alles wat niet beantwoordt aan de bedrieglijke droom, verdwijnt achter de façade in vergeetputten en crypten. En het aantal van die 'verdwijningen' neemt hals over kop toe: in 2016 telde België bijna drie miljoen zestig-plussers – bijna een derde van de bevolking – en in 2050 zullen dat er vier miljoen zijn of bijna de helft van de bevolking. In 2060 zal de helft van de Belgen met pensioen zijn. (°) Maar misschien zal dat het tij doen keren, want de bejaarden worden gewis een meerderheid en wij leven in een democratie...


(J.B., 29.10 – 02.11.2018)


Verwijzingen:


(°) https://wonenna60.be/de-vergrijzingstsunami/


           






           



















28-10-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de medicalisering van de oude dag









                     

 

           




Over de medicalisering van de oude dag


De hoge leeftijd wordt in de westerse cultuur steeds vaker beschouwd als een ziekte en de remedie daar tegen luidt steeds vaker euthanasie. Edoch, alleen al omdat oud worden een teken is van een goede gezondheid, is de medicalisering van de oude dag een absurditeit. De neiging om negentigers en zelfs tachtigers en zeventigers als zieken te benaderen en de tendens om de eigenheden van de oude dag als abnormaliteiten te gaan catalogeren, verraadt een wel bijzonder onnatuurlijke attitude en vandaar ook een niet wetenschappelijk te verantwoorden houding tegenover het gegeven dat elk leven door de band genomen een opgang en een ondergang kent. De medicalisering van de ouderdom getuigt ervan dat men het gegeven van de fysieke ondergang als attribuut van de levensloop weigert te aanvaarden. Deze weigering toont de mens als een wezen dat in het onvermogen verkeert om zijn eigen werkelijkheid – en derhalve de realiteit zonder meer – onder ogen te zien. Het medisch behandelen van de ouderdom is derhalve een wetenschappelijk niet te verantwoorden bedrijvigheid welke helemaal niets te maken kan hebben met wat de geneeskunde hoort te zijn in de oorspronkelijke zin. En de eerste slachtoffers van die bedrijvigheid zijn de bejaarden zelf die, eenmaal zij als patiënten geboekstaafd staan, het worden ingeprent dat zij niet alleen ziek zijn maar dat zij bovendien lijden aan een zogenaamd ongeneeslijke kwaal. Paradoxaal genoeg worden zij daarvoor dan alsnog behandeld, bij uitstek in de geriatrie, en wel tot het einde, tenzij de behandeling niet langer plausibel is – wel te verstaan in economische zin.


De ondergang als een aan het leven inherente fase is bij de mens echter van louter fysieke aard omdat alleen de lichamelijke component van het menszijn materieel is en onderhevig aan entropie of aftakeling. De geest daarentegen blijft in principe groeien en in een welbepaald religieus opzicht vormt de fysieke neergang zelfs een onontbeerlijke component voor de voltooiing van dat geestelijke groeiproces. Binnen het christelijke geloof kunnen het lijden en de dood namelijk gezien worden als noodzakelijk voor de heel-wording en de bevrijding van de geestelijke mens. Het past weliswaar niet altijd meer even vanzelfsprekend in het vandaag hier in het westen gangbare mensbeeld maar niemand kan erom heen dat de ouderling slechts in de louter fysieke zin als een naar de kindertijd teruggekeerde mens beschouwd kan worden, met name in zijn toegenomen afhankelijkheid van andermans hulp. Maar wat betreft het geestelijke kan het verschil tussen twee mensen niet groter zijn dan zoals dat bestaat tussen het kind en de bejaarde. Het lijkt erop dat de geestelijke groei betaald wordt met de fysieke afgang of om het op een meer positieve manier uit te drukken, blijkt het lichaam zich te offeren aan de voltooiing van de geest zoals de was van de kaars zich offert aan de vlam die haar verteert. Pas in dat licht wordt het mogelijk om de hoge leeftijd te aanvaarden als een fysieke ondergang en om die ook naar zijn waarde te schatten.


Het alternatief is de pervertering van de geneeskunde en van de wetenschap in het algemeen, welke dan niet langer de al dan niet vermeende ziekten uitschakelen maar die hun pijlen richten op de zieken zelf. Hierin verschillen zij dan helemaal niet meer van de krankzinnige Hitler en zijn trawanten die van mening waren dat ongewenste mensen zijn zoals rotte appels in een mand en dat zij eruit verwijderd moeten worden. In elk geval is het veel makkelijker om zieken te doden dan om ziekten te bestrijden: voor dat laatste heeft men hoog opgeleide artsen en geleerden nodig; voor het eerste volstaan beulen. De tanende tolerantie jegens onze bejaarden drukt zich uit in de medicalisering van de ouderdom en dat gedoe lijkt wel het voorspel van een nieuwe holocaust.


(J.B., 28.10.2018)

           












21-10-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heer die zichzelf in stukjes hakte










          


"De heer die zichzelf in stukjes hakte":


  https://www.bloggen.be/omskvtdw/archief.php?ID=67





09-10-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 11: de meritocratie

Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

Aflevering 11: de meritocratie

In een schitterend artikel in het MO* nummer van 8 oktober 2018 beschrijft Mathieu Bokestael (onder meer docent Nederlandse letterkunde en cultuur aan de universiteit van Riga) de leugen van de meritocratie – het maatschappijmodel dat voorhoudt dat de meest verdienstelijke burgers het sociaaleconomisch ook het verst schoppen; met andere woorden dat hard werken en succes altijd hand in hand gaan. De meritocratie is ons bij uitstek bekend van de zogenaamde American Dream welke ook in Europa gevierd wordt, namelijk als het neoliberalisme. Bokestael illustreert het bedrog in kwestie middels Steinbecks The Grapes of Wrath (over immigranten die de Amerikaanse droom nalopend hun ongeluk tegemoet gaan), F. Scott. Fitzgeralds The Great Gatsby (waarin het hoofdpersonage anderszins ervaart hoe die droom helemaal geen navenante realiteit garandeert), het geval Walt Withman (die zijn eigen American dream verwezenlijkte door zijn eigen recensies te schijven) en Leonard Bernsteins West Side Story (dat het racisme hekelt en waarin de American dream de vrouwen betovert, hebberig maakt en ze ertoe aanzet hun man te doen 'werken' tot aan zijn burn-out). De realiteit strookt niet met de meritocratie omdat er, aldus Bokestael, structurele ongelijkheden zijn (armoede en kansarmoede) en omdat ook geluk (in de betekenis van toeval of 'chance') een grote rol speelt in het leven en de auteur verwijst daarom naar de louterende werking van het Oudgriekse wereldbeeld zoals tot uitdrukking gebracht in de Helleense tragedie. De meritocratie is eigen aan het kapitalisme en aan het onbehouwen liberalisme, het geloof in the survival of the fittest – een illusie die overigens aan diggelen gaat bij elke beurscrash en bij andere gigantische problemen zoals die inzake het milieu. De meritocratie is verder in strijd met de bevinding dat de succesrijken overwegend bestaan uit blanke heteroseksuele mannen: vrouwen, homo's en kleurlingen verdienen minder of geraken niet aan de bak. Wie de droom nahollen oogsten veeleer een voortijdige burn-out dan succes en het maakt mensen ongelukkig te moeten leven in het zogenaamde 'dubbel bewustzijn' van W.E.B. Dubois (1903) waarin de mens worstelt tussen wie hij is en wie hij (in andermans ogen) zou moeten zijn – de frustratie dus die uit deze gigantische leugen volgt.

Mathieu Bokestael, de moeite van het lezen waard. (Zie bij de verwijzingen hieronder a.u.b.).

(J.B., Serskamp, 9 oktober 2018)

Verwijzingen:

Mathieu Bokestael, Over de illusie van de meritocratie. Hoe ons denken over succes onze mentale gezondheid schaadt, MO* d.d. 8 oktober 2018. Zie: https://www.mo.be/wereldblog/hoe-denken-over-succes-onze-mentale-gezondheid-schaadt .


06-10-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dement met zijn allen









            



Dement met zijn allen


Als de kranten vandaag blokken dat één op de twee vrouwen en één op de drie mannen dement worden, ligt de reden voor het alarmerend karakter van dit bericht in geen geval in het feit dat ouderen nu eenmaal niet meer zo geïnteresseerd zijn in hun eigen toekomst op aarde – dat heel begrijpelijke fenomeen is immers de eigenlijke grondslag van het proces dat met dat grote woord met zijn negatieve connotatie 'dementie' heet.


Als er in dezer een reden voor ophef bestaat, dan ligt die hierin dat men – althans dezer dagen en in onze cultuur – aan ouderen deze afgang niet blijkt te gunnen, dat men van hen blijft eisen dat zij betrokken blijven in de economie, dat zij zich blijven bijscholen, kortom dat zij er moeten naar streven om, tegen beter weten in, eeuwig jong te blijven en te doen alsof de dood alleen maar een kwalijke droom was. En nu is het best mogelijk dat jongeren in staat zijn om het been stijf te houden inzake de ontkenning van het levenseinde – aan mensen van jaren verkoopt men die onzin niet meer.


Omdat oud worden ons aller deel is – als wij tenminste dat geluk hebben – verraadt onze houding tegenover 'dementie' dat de 'beschaafde' mens als zodanig zijn eindigheid niet aanvaardt. De westerse mens verwerpt niet alleen de pijn en de moeite eigen aan het leven maar tevens kan hij de eindigheid ervan niet dulden. En dat het leven eindig is, betekent in de eerste plaats dat het wordt beëindigd buiten de wil van wie aan het leven participeren.


De ervaring dat ons bestaan wordt be-eindigd zonder dat daarvoor naar onze toestemming wordt gevraagd, maakt ons ervan bewust dat het leven als zodanig niet het onze is: wij hebben geen beslissingsmacht, noch over onze geboorte – hoe zou dat ook kunnen als wij er niet eens waren – noch over onze dood – de 'geleerden' ten spijt die beweren dat euthanasie het vermag om die beperking op te heffen.


De ervaring dat het leven ons op een dag wordt ontnomen – dat wij het moeten teruggeven – leert ons dat het bestaan een gift is en geen bezit waarmee wij naar willekeur zouden kunnen handelen en de toestand van hovaardij waarin het merendeel van de rijken leven, zorgt ervoor dat dit gegeven van het onvermijdelijke én niet te voorziene sterven als een vernedering wordt ervaren. En blijft het dan 'voorlopig' onvermijdelijk, dan gaan sommigen er prat op dat men het nu wél kan voorzien of schikken en dat heet dan 'euthanasie' of 'de goede dood'.


Intussen neemt men het aan ouderen kwalijk dat zij, alleen maar door er te zijn, ons allen eraan herinneren dat ons bestaan eindig is en dat niemand ontsnapt aan de wet dat elke bloei gevolgd wordt door een ondergang. Zij die uit de boot vallen – in casu door de ouderdom – worden er welhaast van beschuldigd dat zij oud worden alsof dit zaken waren die zij zelf in de hand hadden.


De hypocriete waanzin van onze huidige westerse samenleving eist van haar bejaarden dat zij zich op zijn minst onzichtbaar zouden maken, dat zij zich zouden 'verkleden' – misschien niet in jongelui maar dan toch in mensen van zogenaamd 'middelbare leeftijd'. Op die manier immers hoeven zij die vooralsnog aan de ouderdom ontsnappen, de gewisse aftakeling niet meer voortdurend voor ogen te hebben. En wie er niet in slagen om met gesofisticeerde opsmuk onze ondergang onzichtbaar te maken, worden met huid en haar achter de muren van gespecialiseerde instituten gestopt welke niet langer 'concentratiekampen' heten maar 'zorginstellingen'. In wezen zijn deze instellingen nog gruwelijker dan de concentratiekampen van weleer want hier komt niemand ooit anders uit dan horizontaal en koud.


Maar hoe geraakt men er in godsnaam in? Heel eenvoudig middels een examen bij iemand die ooit de eed van Hippocrates aflegde maar die kennelijk de betekenis ervan vergat, met name dat men zijn kennis en kunde als arts nimmer zal aanwenden om een mens kwaad te doen. Een onderzoek wordt het genoemd maar het is een heus examen en dan nog een vreemd examen want er valt niets bij te winnen, er valt alleen wat bij te verliezen – en wat dan wel? Het allerkostbaarste bezit: onze vrijheid!


"Waar brengen jullie mij naartoe?", vraagt moeder.


"Je hoeft helemaal niets te vrezen, mamma: je moet eens bij de dokter voor een heel klein onderzoekje, het duurt amper tien minuten".


Edoch, wee hen die voor het examen dat nog zo onschuldig leek, de helft van de punten niet halen, want zij krijgen gewis en zeker levenslang. En de geslaagden mogen, als alles eerlijk verloopt, hun vrijheid behouden. Althans voorlopig, want ongetwijfeld komt er zes maanden later of misschien al eerder een nieuw examen en dat houdt niet op totdat ook zij voor dat examen zakken. In feite is het examen in kwestie een hardnekkige poging tot liquidatie van een oudje. Een poging die kadert in de alomvattende poging van de mens om de schijn op te houden dat de eeuwige jeugd zijn deel is.


Alzo bestaan er op aarde weliswaar dementverklaarden maar er zijn ook nog de dementverklaarders. De eerste categorie van dementen is ons al langer welbekend; de laatst genoemde mag het bij dezer zijn.


(J.B., 6 oktober 2018)







23-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 10: privacy

Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

Aflevering 10: privacy

Privacy is de mogelijkheid om zich af te zonderen met de zekerheid niet door anderen (incluis de overheid) gestoord of bespied te zullen worden. Het is “het recht om met rust gelaten te worden” (definitie uit 1879) en om aan derden informatie over zichzelf te onthouden. (1)

Informatie is een onderdeel van kennis en kennis is macht. Zoals de gelegenheid de dief schept, zo heeft een exponentiële toename van de gelegenheid tot informatievergaring, dit vergaren zelf sterk in de hand gewerkt, ook met betrekking tot het bekomen van informatie over de medemens die dan in feite bespied wordt. De spionage neemt ook toe evenredig met het recht op privacy.

Schendingen van de privacy in de vorm van allerlei bemoeienissen hebben vaak de vrije teugel omdat zij zich impliciet beroepen op een algemene angst voor mogelijkerwijze gevaarlijke personen, waarbij men niet geneigd is om wie waarschuwen voor gevaar daarvan te gaan verdenken dat zij zelf gevaarlijk zijn. Nochtans zijn bemoeials in vele gevallen levensgevaarlijk.

In het protestantse Holland van enkele decennia geleden maakte men zich verdacht als men bij valavond de gordijnen van zijn woonst dicht trok: door ze open te laten, toonde men dat men niets te verbergen had. Mensen die weten dat zij (kunnen) in de gaten gehouden worden, passen hun gedrag daaraan aan: ze conformeren zich aan de verwachtingen van hun toeschouwers; ze zijn zichzelf niet en moeten bovendien vrezen zichzelf te zijn; ze verliezen hun eigenheid en degraderen tot massamensen. Mensen aan wie privacy onthouden wordt, verworden tot vee. Niet het alleen zijn maar het niet meer alleen kunnen zijn, is het meest te vrezen kwaad – dat getuigen alvast de gevangenen en zij kunnen het weten.

Zo blijken hier de bespieders gevaarlijk en niet hun prooien die zij als gevaarlijk afschilderen – zij doen dat slechts teneinde hen ongehinderd te kúnnen bespieden. Bespieders schilderen hun prooien af als gevaarlijk voor anderen of voor zichzelf en in dat laatste geval spreekt men van paternalisme; vaker slaagt men erin iedereen op zijn hand te krijgen als men beweert te handelen voor de bestwil van de ander. Mensen worden aldus op slinkse wijze verdacht gemaakt, gedemoniseerd, geïnfantiliseerd of gewoon 'gedownload' terwijl wie hen bespieden in feite straffeloos lasteren, eerroof plegen of diefstal. Informatie is een immaterieel goed en dat is alles behalve niets.

De vrees dat niet alle mensen altijd verantwoorde beslissingen (kunnen) nemen terwijl zulks noodzakelijk is inzake onomkeerbare beslissingen over kwesties van leven of dood, maakt velen tot tegenstanders van de huidige Belgische euthanasiewet maar dat neemt niet weg dat de verdedigers van het recht op 'waardig sterven' een punt hebben. Niemand immers kan betwijfelen dat zij er volkomen terecht op wijzen dat zieke, bedlegerige of bejaarde mensen die lijden, die nog kunnen willen maar die niet meer in de mogelijkheid verkeren om te handelen, in feite van hun privacy worden beroofd en ook van hun leven(seinde) zelf waar derden op wie zij aangewezen zijn, eraan verzaken om hun wil te respecteren. Men kan wel hopen doch niemand mag verlangen dat men op vraag door medemensen zou worden gedood; men kan echter wel eisen van derden dat zij die handelingen staken die tegen de eigen wil het levenseinde uitstellen. Hoe dan ook kan niemand rechten doen gelden over andermans tijd – laat staan over zijn of haar laatste dagen of uren. Terecht wordt de schending van de privacy aangevoeld als een aanslag op het leven zelf.

Ofschoon het recht op privacy in de huidige tijd belangrijk wordt geacht, wordt het als nooit voordien geschonden. De Securitate van de Roemeense dictator Ceaușescu, de KGB van Stalin en de Gestapo van Hitler mogen dan al gebeurtenissen wezen ver van ons bed – ook wij in ons vermeende luilekkerland ontsnappen niet aan verregaande controle welke ons gedrag stuurt in zo'n mate dat de eigen persoonlijkheid reeds voor het bereiken van de volwassenheid als een illusie wordt beschouwd. Het zich langer vasthechten aan een eigen 'unieke' identiteit, wordt geïnterpreteerd als kinderachtig; het zich toe-eigenen van zichzelf wordt steeds vaker beschouwd als een verraad en de leuze luidt: “Iederéén onderwerpt zich; doe het dus ook, anders ben je een lafaard!”

De mogelijkheid om met rust gelaten te worden is essentieel voor de geestelijke gezondheid. Mensen op wie om welke reden dan ook jacht wordt gemaakt, missen deze rust en gaan gebukt onder een verschrikkelijk leed. Nochtans deelt ook vandaag nog het merendeel van de wereldbevolking in een of andere vorm van dit lijden. Maar jammer genoeg is het verschil tussen de mensen die vervolgd worden en alle anderen slechts illusoir: wie vervolgd worden, weten dat ook en zij vluchten. Maar wie denken dat zij niet vervolgd worden, vergissen zich: zij vluchten niet en zijn derhalve vogels voor de kat.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 23 september 2018)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Privacy .


21-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 9: godsdienstvrijheid


           

Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

Aflevering 9: godsdienstvrijheid


Ongeacht welke vrijheden kunnen nimmer gegarandeerd worden als niet tegelijk welbepaalde beperkingen worden opgelegd zonder welke de garanties in kwestie onbestaande zijn omdat garanties nu eenmaal beperkingen zijn. Als een verkoper aan zijn koper de garantie biedt dat het verkochte product degelijk is, dan beperkt hij zichzelf ertoe om een product dat niet aan die belofte beantwoordt, te vervangen en zonder die beperking – in dit geval een zelfbeperking – is de garantie een spook. Edoch, de betreffende calculus dient wel 'winstgevend' te zijn voor alle betrokken partijen, anders hebben de wetten helemaal geen zin ofwel zijn zij onrechtvaardig en kunnen zij slechts de voorrechten van enkelen dienen.

Zo is het onjuist om te stellen dat de garantie van de veiligheid moet betaald worden met een beperking van de vrijheid, zoals bepaalde dictatoriale regimes ons vandaag willen laten geloven: onder de belofte dat zij de veiligheid gaan verhogen en met het verzinsel dat veiligheid moet betaald worden met vrijheid, weten zij ons quasi ongemerkt van onze vrijheden te beroven. Daarentegen kunnen (rechtvaardige) wetten in geen geval bedoeld zijn om te beperken – zij doelen steeds op bevrijding – zodat ook de wetten welke de veiligheid moeten garanderen, de vrijheid ten goede zullen komen.

Wetten zijn door sancties bekrachtigde maatregelen welke onderling worden afgesproken met geen ander oogmerk dan het bereiken van een hoger niveau van vrijheid middels het stellen van beperkingen op een lager niveau. Zoals een stuwdam het water tegenhoudt met geen andere bedoeling om het wanneer men dit wenselijk acht met des te meer kracht te kunnen laten stromen, zo perken wetten onze vrijheid in om deze waar wenselijk te kunnen maximaliseren – het eindresultaat van de wet is niet beperkend doch bevrijdend en dat geldt zowel voor de vrijheid als voor de veiligheid. Wetten zijn niet plausibel als zij niet winstgevend zijn, wat wil zeggen dat het inleveren van bepaalde vrijheden gecompenseerd moet worden met nog grotere vrijheden. Wetten die niet bevrijdend zijn of waarvan het bevrijdende eindresultaat niet kan verantwoord worden, horen alleen in dictaturen thuis.

Ook bij het garanderen van de godsdienstvrijheid middels wetten, zijn die wetten pas gerechtvaardigd als zij uiteindelijk resulteren in meer bevrijding – voor iedereen. De godsdienstvrijheid in kwestie wordt uitgebreid binnen het persoonlijke leven maar wordt uiteraard bevochten waar haar grenzen de contouren raken van concurrerende religies. Het dulden van verschillende religies naast elkaar zal bijgevolg de maatschappelijke relevantie van de betrokken religies uithollen en wel in dezelfde mate waarin de betrokken wetten de vrijheden van de verschillende godsdiensten garanderen.

De toestand van vrede die aldus ontstaat is vergelijkbaar met de vrede welke resulteert uit het atoomtijdperk: de kracht van de atoombom verliest zijn relevantie waar het onmogelijk geworden is om hem te gebruiken. Op analoge wijze verliest de vrijheid van religie haar betekenis waar zij de met haar concurrerende religies als gelijkwaardig moet erkennen. Bij godsdienstvrijheid worden religies gedegradeerd tot onderling concurrerende ideologisch gekleurde en navenant praktiserende gemeenschappen die reclame kunnen maken voor zichzelf en die aanhangers kunnen winnen zoals de merken van ongeacht welke andere producten dat op de vrije markt kunnen doen.

De godsdienstvrijheid verheft de betrokken religies niet maar zij degradeert hen tot marktproducten die zich zoals alle andere consumptie-artikelen moeten weren om te kunnen blijven bestaan en om succes te boeken. Om niet te hoeven zeggen dat de vrije markt van die aard is dat zij garant staat voor het vroeg of laat sneuvelen van uiteindelijk alle religies op uitzondering van de triomferende welke het monopolie zal hebben verworven. Maar dat deze niet de meest pacifistische van alle religies zal zijn, mag van meet af aan duidelijk wezen.

Dat godsdienstvrijheid als zodanig een goede zaak is voor de staat, valt wellicht niet te betwisten met democratische argumenten maar door het feit dat er vele onderling wedijverende godsdiensten gangbaar zijn, ontneemt de godsdienstvrijheid aan de religie haar diepte en haar inhoud. De wet die de godsdienstvrijheid garandeert is een van de talloze manifestaties van een heel andere en meer fundamentele wet, welke luidt: divide et impera!

(Wordt vervolgd)

(J.B., 21 september 2018)



20-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 8: redelijkheid

Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

Aflevering 8: redelijkheid

Er bestaat zoiets als de ratio, de rede, de logica, de wiskunde en de Verlichting maar de paradox is dat deze zaken raken aan het zogenaamde 'gezond verstand' en aan wat men 'het vanzelfsprekende' noemt en dat zijn nu net hun tegengestelden want deze miskleunen vertegenwoordigen facetten van de onredelijkheid en van de waanzin. De wiskunde, de logica en de welsprekendheid bieden een welbepaalde vorm van zekerheid en van juistheid maar dan alleen binnen het altijd vooraf bepaalde spel waarin zij zich verkneukelen en niet daarbuiten. Een wiskunde beoefenen doet men per definitie binnen het axiomatische kader dat haar constitueert, precies zoals men aan rechtspraak doet in relatie tot een geheel van geldende wetten: worden de wetten op een gegeven ogenblik en in een bepaalde staatsvorm te gortig, dan gaat de rechtspraak vloeken met ons kompas voor goed en kwaad waarmee normbesef en rechten op een dieper niveau correleren. Er ontstaan dan begrippen zoals 'legale misdaad' en 'burgerlijke ongehoorzaamheid' ('illegale rechtvaardigheid') die ons ervan bewustmaken dat de wiskunde, de logica en de rede niet hun eigen grondvesten kunnen zijn maar uiteindelijk berusten op maatstaven die meer te maken hebben met het gevoel en met nog andere duistere zaken – met normen die veranderlijk blijken, organisch haast. Het paradoxale van de hele toestand uit zich binnen de wetenschappelijke context nog het best in het opduiken van zogenaamde paraconsistente systemen, zoals ze zichzelf betitelen – grote woorden die eens te meer miskleunen maskeren waaraan men immers niet ontkomt van zodra men gelooft de kool en de geit te kunnen sparen. In een paraconsistente logica bijvoorbeeld gelooft men de consistentie van het redeneersysteem tijdelijk te kunnen verlaten in functie van een vooraf beoogde uitkomst, waarmee men de kar voor het paard spant; men blijkt blind voor het nochtans aperte feit dat de bewerkingen die men binnen het paraconsistente uiteraard alsnog hanteert, hun geldigheid exclusief ontlenen aan de consistentie van de redeneringen welke moeten bewijzen dat deze bewerkingen van kracht zijn. Zo ontsnappen die feitelijke inconsistenties dan ook niet aan meta-inconsistenties (waarmee wij hier bedoelen: het gelijktijdige gebruik van een consistent en een inconsistent systeem) – ad infinitum.

De verwijzing naar het 'gezond verstand' maskeert al te vaak een onwetendheid en vooral ook een verantwoordelijkheidsvlucht, een onvermogen om persoonlijk te verantwoorden beslissingen te nemen. Wie komt aandraven met het 'gezond verstand' verwijst op die manier dikwijls genoeg naar vastgeroeste gewoonten, vaak lang voorbijgestreefde en zelfs achterlijke denk- en handelwijzen en andere heersende patronen van het moment waartegen elk verzet beschouwd wordt als 'not done'. Het 'gezond verstand' vertegenwoordigt aldus niets anders dan een instrument voor het faciliteren van een zekere sociale druk die noopt tot groepsaffiliatie en betekent zodoende gewoonweg repressie. Terwijl men de goegemeente in de waan brengt dat men alleen maar de kerk in het midden wil houden, worden meningen opgedrongen die allerminst het recht dienen maar die slechts dienen om aan een gevreesde meerderheid de garantie te bieden dat zij het naar haar zin zal blijven hebben, ook al geschiedt zulks ten koste van de rechtvaardigheid. De koppen die dan moeten rollen, zorgen voor de terugkeer van een zekere 'rust' of 'vrede' zoals ook de wraak dat doet, wat betekent dat zij niets anders zijn dan de kiemen voor een gegarandeerde wederwraak – in principe andermaal ad infinitum.

Van rationaliteit is al in het geheel geen sprake meer waar de redelijkheid synoniem geworden is van de waarschijnlijkheid en het wordt dan redelijk om iets voor waar aan te nemen als het alleen maar waarschijnlijk is, ook al houdt het probabiliteitsbegrip sowieso in dat de gevallen waarin de betrokken 'waarheden' onwaar zijn, ook feitelijk zijn en bovendien zijn zij dat in gekende aantallen. Zelfs het ganse hedendaagse werkelijkheidsbeeld van de fysica is op dit drijfzand van waarschijnlijkheden gebouwd, zodat wie nog geloven in het schone, het ware en het goede, doorgaan voor onredelijk – alleen de gokker handelt redelijk. Maar ook hier blijkt men volslagen blind voor de nooit weg te werken contradictie in het feit dat die waarschijnlijkheid dan wel mag gelden voor de inhoud van de theorie terwijl aan de absolute waarheid van de theorie zelf uiteraard niet kan getornd worden.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 20 september 2018)


15-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 7: het geloof in de dood

Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

            Aflevering 7: het geloof in de dood

Inzake het geloof zijn wij eraan gewend geraakt om de vraag te horen en te stellen naar iemands geloof in het eeuwig leven en ofschoon zij even relevant is en misschien wel veel meer ter zake doet, zwijgt men in alle talen over de vraag naar het geloof in de dood. Want men kan er nu eenmaal niet omheen dat wie niet geloven dat het bestaan na de dood voortgaat, wel niet anders kunnen dan geloven dat het bestaan met de dood ophoudt. En van wie aldus geloven dat het bestaan ophoudt, neemt men aan dat zij helemaal geen sluitende argumenten hoeven te geven waarom zij zulks geloven, alsof het ging om een vanzelfsprekendheid – daarover onmiddellijk meer.

Intussen is het inderdaad zo dat sommigen niet liever wensen dan dat het met de dood allemaal zou ophouden te bestaan maar dat men zo makkelijk van zijn leven zou af komen, is wel veel te mooi om waar te zijn. Er zijn immers mensen die op de wereld gezet lijken met geen andere bedoeling dan hen te laten wroeten en lijden en er zijn anderen die dankzij de slavernij en de ellende van deze laatsten hier honderd jaar lang doorbrengen in genot en geluk, alsof de wereld een aards paradijs was – maar dan alleen voor hen.

In feite voelt het als meer vanzelfsprekend aan om aan te nemen dat ons bestaan gewoon voortgaat dan dat het abrupt zou ophouden maar wij laten ons overreden van het tegendeel door het argument dat gegrondvest is in de veronderstelling dat bestaan en leven synoniemen zijn en dat wij aldus volkomen met ons lichaam samenvallen. Indien dat het geval was, dan was er inderdaad geen enkele reden om aan te nemen dat ons bestaan zich na de dood van ons lichaam nog zou verderzetten. Maar er zijn redenen te over om aan te nemen dat ons leven heel wat meer en ook heel wat anders is dan slechts het biologisch functioneren van ons lichaam. Hoe anders verklaart men dat althans het merendeel van de mensen niet bereid zijn om voort te leven tot elke prijs? En er wordt hier niet gedoeld op mensen die voorwaarden stellen aan het leven maar des te meer op hen die liever ophouden met leven dan dat zij hun leven in het teken zouden stellen van een of ander kwaad omdat, zoals Plato het reeds zegde, het beter is om onrecht te ondergaan dan om het te doen. In wat andere bewoordingen kan men zeggen dat het leven en het bestaan pas synoniemen kunnen zijn in een wereld waarin recht en onrecht of goed en kwaad volstrekt irrelevant zijn. En dat zijn ze volstrekt niet.

Omdat wij het concept tijd niet anders kunnen bevatten dan middels ons vermogen om herinneringen en verwachtingen te koesteren en omdat deze zich uitstrekken over de grenzen van het eigen leven heen, bestaan wij in feite ook buiten onze persoonlijke begrenzingen in de tijd. In feite kunnen wij ook na onze eigen dood bestaan in die zin dat wij in staat zijn om tijdens ons leven te denken aan het leven van alle anderen die ons overleven in een tijdspanne die niet meer die van ons persoonlijk is. En in feite is het vermogen om zich te verplaatsen over de grenzen van de eigen dood heen vergelijkbaar met het empatische vermogen of het vermogen om zelf het lijden van anderen te voelen. Welnu, zoals het onvermogen tot empathie een ziekte is – een psychopathie – zo ook is het onvermogen om zich over de grenzen van de eigen dood heen te verplaatsen – of het geloof in de dood – veeleer een gebrek of zelfs een ziekte dan louter een vergissing.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 15 september 2018)


10-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 6: vrede

Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

Aflevering 6: vrede

Het allerdodelijkste wapen ooit is de atoombom, hij werd gefabriceerd in Los Alamos in de VS en getest in de woestijn van New Mexico op 16 juli 1945 om nog geen maand later, op 6 augustus van datzelfde jaar, gedropt te worden op Hiroshima met in één klap 78.000 doden en tegen het eind van dat jaar waren dat er door stralingsziekte 140.000. Drie dagen later werd de frats herhaald op Nagasaki met een onmiddellijk dodental van 27.000, dat tegen het eind van dat jaar opliep tot 70.000. Uiteindelijk zouden een kwart miljoen mensen sterven. Deze bommen hadden een kracht van respectievelijk 15 en 20 kiloton TNT maar de 'tsarenbom', amper zestien jaar later getest op 30 oktober 1961, had al een kracht van 50 miljard kilo TNT. Hij ontplofte op 3000 meter hoogte boven Nova Zembla en deed de ruiten tot in Finland springen; zijn schokgolf ging drie keer rond de aarde; de hitte zou tot 100 km ver derdegraads brandwonden hebben veroorzaakt; de paddenstoelwolk steeg 64 km hoog. (*)

Vrijwel spontaan is onder de atoommogendheden de afspraak tot stand gekomen dat atoomwapens nooit gebruikt zullen worden – men belooft ze immers nooit als eerste te zullen gebruiken. Toch worden ze niet vernietigd en dat zal waarschijnlijk ook nooit gebeuren, het is immers 'dankzij' het bestaan van hun dreiging dat er – althans relatieve – vrede heerst. Maar dat is nu precies de essentie van de vloek die op het mensdom rust.

De wereldvrede is een feit om die ene verschrikkelijke reden dat er geen alternatief meer voor bestaat, het is namelijk de vrede of de dood voor alles en voor iedereen tot in de eeuwigheid, het huidige kernbommenarsenaal (van naar schatting een paar tienduizend kernkoppen) kan immers alle leven op aarde een groot aantal keer vernietigen. De wereldvrede is met andere woorden geen toestand die wij willen, het is daarentegen wel zo dat wij het tegendeel – de algehele dood – niet willen – omdat wij die uiteraard ook niet kunnen willen. Wij leven derhalve niet in een toestand die wij willen en zo zijn wij ook niet langer vrij. Met de vrede behoort ook de menselijke vrijheid voorgoed tot het verleden.

Het liefst zouden wij van de kernkoppen af zijn om dan zoals in de goede oude tijd met de zogenaamde conventionele wapens onze oorlogen lustig voort te kunnen zetten, met aan een grote omgebouwde biljarttafel in een veilige schuilkelder diep onder de grond admiraals in uniform die de aanvalslinies uittekenen en die de bevelen geven, uit te voeren door dappere ondergeschikten die als zij niet gehoorzamen, de dood met de kogel krijgen en als zij dat wel doen, een gezamenlijk monument. Maar die tijd is nu voorgoed voorbij – andermaal, omdat er geen alternatief is voor de vrede.

De vrede is in wezen een kernbommenvrede. De wil om te vechten is er nog maar men kan het niet langer en tegen zijn zin laat men het vechten achterwege. De dreiging echter blijft bestaan en zij kan ook nooit meer weggewerkt worden. Wij leven onder het juk van toestanden die ons bedreigen terwijl zij niet eens kunnen bestaan. Hun algemene en door iedereen voelbare dreiging berust op een even universele angst die pas weggewerkt kon worden op straffe van de terugkeer van het reële gevaar zelf want het is ofwel de angst voor de eeuwige dood ofwel de eeuwige dood zelf terwijl de derde mogelijkheid – die van de tijdelijke hel of het vagevuur – er niet meer is omdat de tijd erop zit, de tijden zijn letterlijk ten einde.

De vrede die wij kennen is in wezen vals, het is een negatieve, een diabolische vrede, een vrede die volgt uit een onomkeerbare conditionering – ooit zo gevreesd in de dreiging van het wereldcommunisme – welke nu vanuit een heel andere hoek het mensdom aan zich onderwerpt. De waarachtige vrede die volgt uit de vrije keuze van de mens is nu voorgoed een spookbeeld.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 10 september 2018)

Verwijzingen:

(*) https://wn.com/discovery_channel_ultimates_explosions_tsar_bomb_segment



08-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 5: bezit

Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

Aflevering 5: bezit


Mensen hebben vaker iets van hamsters, soms kent onze drang om te bezitten geen grenzen, het is bezitterigheid, hebzucht, verzamelwoede, oppotten. De hebzucht kan een tijdelijke bui zijn maar zij kan ook iemands hele leven beheersen. De leugen ligt niet in het feit dat bezit ongelukkig zou maken, de leugen ligt hierin dat het onmogelijk is om iets of iemand te bezitten omdat al wie zich in het bezit van iets of iemand wanen, zelf door hun vermeend bezit bezeten worden.

Waar het bezit een persoon betreft, is het probleem apert: wie iemand menen of trachten te bezitten, zijn door de persoon in kwestie geobsedeerd en hun bezitsdrang loopt vaak heel slecht af omdat bezetenheid tenslotte een ernstige aandoening is. Maar ook wie zich in het bezit wanen van materiële of spirituele zaken, vergissen zich omdat eigendommen niets anders zijn dan dingen waarmee men zich op een bijzondere manier identificeert: men schenkt er zijn volledige aandacht aan en men palmt ze in, welhaast zoals men voedsel tot zich neemt, en dus met zin of smaak. Men maakt ze tot een deel van het eigen lichaam en zo verliest men zich erin: men moet zijn bezit onderhouden en beschermen, het voelt aan als een amputatie of zelfs als doodgaan als men iets kwijtraakt of als men bestolen wordt en het verlies van dingen voelt vaak ook aan zoals het verlies van mensen, wat in feite een jammerlijke perversie is: de liefde van hebzuchtigen voor materiële of spirituele bezittingen is vaak groter dan hun liefde voor mensen – zij ruïneert niet zelden het eigen ik.

Onze bezittingen hebben pas zin als verlengstukken van ons lichaam: het zijn dan onze werktuigen, het zijn de instrumenten voor ons handelen. Bezittingen waarmee wij geen andere relatie hebben dan de relatie uitgedrukt door het werkwoord 'hebben', bezitten ons meer dan dat wij ze bezitten maar omdat deze bezittingen geen personen zijn doch dode dingen, veranderen wijzelf van zodra we ze in ons bezit wanen, in minder nog dan dode dingen. Wie bezeten worden door hun bezit, bestaan niet langer als mens omdat zij de slaaf geworden zijn van levenloze zaken – zij zijn zoals wie de slaaf werden van genot, van pijn of van herinneringen die geen ogenblik van rust meer gunnen: het zijn zaken waarvan men zich niet meer kan distantiëren, men kan het bezit ervan nooit meer ongedaan maken, ook al zou men dat nog zo sterk willen. In de Kindertotenlieder van Friedrich Rückert (1788-1866) klinkt de obsessie door het verloren kind als volgt:


Du bist ein Schatten am Tage

Und in der Nacht ein Licht,

Du lebst in meiner Klage

Und stirbst im Herzen nicht.


De zich altijd opdringende herinnering is zoals een bezit, een schat en derhalve een blok aan het been waarvan men zich niet kan bevrijden, niet bij dag en niet bij nacht – dan pijnigt zij ons als een licht dat ons van de slaap berooft en uitput; zij is tenslotte ook nog een spiritueel bezit dat men niet kwijt raakt, ook al zou men dat nog zo graag willen: zij is een klacht en ze wijkt niet uit onze herinnering.

Het bezit omwille van het bezit kan niets anders dan een obsessie zijn omdat het een doel op zich geworden is. Het jammerlijke is dat mensen geloven dat ze met de vermeerdering van hun bezit, tevens zichzelf vermeerderen, terwijl exact het tegendeel het geval is: de uitbreiding van bezit moet immers betaald worden met kostbare levenstijd en zo zetten de hebzuchtigen met grote ijver en na-ijver al hun levensdagen om in bijvoorbeeld centen; hoe groter het getal op de bankrekening wordt, des te dichter komt men bij zijn dood en zo is het feitelijke object van de bezitsdrang dan ook niets anders dan het eigen levenseinde. Zo zijn de hebzucht en de doodsdrang in wezen een en hetzelfde onmogelijke én onontkoombare 'verlangen'.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 8 september 2018)




















           














06-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 4: normaliteit













Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

Aflevering 4: normaliteit

Het woord 'abnormaal' wordt meestal gebruikt om er een morele kwalificatie mee uit te drukken en wel in de negatieve zin – het woord fungeert met andere woorden vaak als een scheldwoord – terwijl zijn eigenlijke betekenis niets anders uitdrukt dan een afwijking van de norm. Nu hebben normen in feite dezelfde artificialiteit als bijvoorbeeld meetkundige vormen en lichamen, wat wil zeggen dat er in de werkelijkheid quasi niets of niemand aan beantwoordt. Normen drukken dikwijls een gemiddelde uit en zo wordt het gemiddelde lichaamsgewicht van bijvoorbeeld Vlaamse mannen ook het normale lichaamsgewicht genoemd terwijl mogelijkerwijze niemand exact dat lichaamsgewicht heeft. De term 'normaal' kan dan ook vaak verwijzen naar een meerderheid en zo is een normaal huis, een gebouw dat er uitziet zoals de meeste huizen; 'abnormaal' verwijst dan naar een minderheid en een huis kan dan abnormaal groot, klein, hoog of smal zijn.

Een minderheid onder ons is abnormaal sterk terwijl niemand eraan denkt om fysieke kracht moreel te verfoeien en hetzelfde geldt voor koeien die abnormaal veel melk geven, voor planten die abnormaal veel vruchten afwerpen, voor mensen die abnormaal hard werken of abnormaal creatief, intelligent, altruïstisch, leuk, mooi, muzikaal of welbespraakt zijn. En omdat zonder uitzondering elke mens wel de beste is in zijn vak (al gebeurt het vaker dat men zijn ding niet kent, niet doet of niet kan doen) hebben wij allemaal onze eigen abnormaliteiten zonder welke de specialisatie waaraan de maatschappij haar goede functioneren dankt, fictie ware.

De angst om af te wijken van de norm, wordt beschouwd als heel normaal – en vaak terecht omdat minderheden kwetsbaar zijn voor de tirannie van meerderheden – terwijl het verlangen naar uniciteit met enige argwaan wordt bekeken ofschoon unieke mensen en zaken dan ook vaker dan de doorsnee succes boeken – succes is door de band uiteraard niet de norm.

Ons dagelijks brood wordt gebakken met granen die in oorsprong een afwijking zijn van wilde grassoorten. De wilde grassen zijn normaal maar zij dienen ons tot niets; de voedzame granen zijn een abnormaliteit, een toevallige 'vergissing' van de natuurlijke evolutie – zoals overigens de mens zelf. De blauwe planeet is een volstrekt abnormaal verschijnsel in ons zonnestelsel en bepaalde wetenschappers wijzen erop dat indien er in het ganse heelal nog leven was, er dan oneindig veel levensvormen zouden zijn en dus ook intelligentere maar omdat deze nog steeds geen contact met ons opnamen, bestaan zij ook niet: onze planeet is extreem abnormaal.

“Doe normaal”, zo zeggen ze. Of: “Wat is er dan mis mee als wij strijden voor een normaal gezinsleven?” Het is moeilijk te geloven maar hun ledenaantal loopt in de honderden en wellicht in de duizenden, in Vlaanderen alleen. En ze beschikken reeds over een gans wapenarsenaal. (*)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 6 september 2018)

(*) Zie bijvoorbeeld: https://www.hln.be/nieuws/binnenland/spraakmakende-reportage-toont-dubbele-gelaat-van-schild-vrienden-rechtse-jongerenbeweging-heeft-geheime-racistische-agenda~a4f04939/



           

                                  
           


                       















04-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 3: vrijheid












Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren

Aflevering 3: vrijheid


Door de band koesteren mensen helemaal geen verlangen om eeuwig in leven te blijven: het gaat hier om een behoefte die ons werd aangepraat door lieden die garen spinnen bij de beloofde bevrediging ervan. Om dezelfde reden wil men ons laten geloven dat vooruitgang de natuur zelf van het bestaan is en zo neigen wij ertoe om ons in te spannen voor een vermeende, grootse toekomst terwijl bijvoorbeeld reeds onze eigen appeltjes voor de dorst, van zodra we ze opzij hebben gelegd, prompt verorberd worden door gulzige bankiers. Een ander sprookje vertelt ons dat wij allen verlangen naar vrijheid en autonomie, terwijl uit vrijwel alles wat wij doen, blijkt dat we ons mettertijd slechts afhankelijker maken van derden en van externe werkingen.

De vergissing in kwestie ligt hierin dat wij geloven over meer vrijheid te beschikken in de mate dat wij in staat zijn om ook meer behoeften te bevredigen, terwijl onze onafhankelijkheid of onze autonomie in de eerste plaats eigenlijk niets te maken heeft met behoeftebevrediging maar alles met de behoeften zelf. Het getuigt met andere woorden niet van meer vrijheid als wij in staat zijn om als het ons zint, goede wijn te kopen: vrij zijn wij daarentegen als die behoefte aan goede wijn er gewoon niet is. Goede wijn, een dure wagen, een groot huis, een hoge levensstandaard: het is allemaal bereikbaar met handenvol geld maar het is uitgerekend de behoefte aan dat geld die onze autonomie in de weg staat omdat ook voor geld een prijs moet betaald worden en wel de prijs van de vrijheid want time is money; geld verwerft men pas in ruil voor kostbare levenstijd. Het is aldus een fata morgana om vrijheid te zien in de bevrediging van behoeften omdat het bevredigingsmiddel zelf met onze vrijheid moet worden betaald.

Maar om nog een andere reden blijkt dat wij allerminst een maximale autonomie nastreven: de veronderstelde wil tot onafhankelijkheid is namelijk strijdig met onze aangetoonde, diepgewortelde behoefte aan autoriteit waarvan blijkt dat zij zo sterk is dat zij ons kan doen moorden – getuige de geschiedenis van bijvoorbeeld het Derde Rijk maar ook het wetenschappelijke onderzoek zoals Stanley Millgrams gehoorzaamheidsexperiment. Wanneer wij beweren dat wij onafhankelijkheid en vrijheid nastreven terwijl wij in feite kuddedieren blijken te zijn, dan verstaan wij onder vrijheid noodzakelijkerwijze iets heel anders dan vrijheid. Wellicht bedoelen wij slechts de vrijheid om te kiezen aan welke autoriteit wij ons zullen onderwerpen – aan de onderwerping als zodanig willen wij kennelijk helemaal niet ontkomen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 4 september 2018)

                                  


                       















31-08-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren - Aflevering 2. Vooruitgang











           

Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren


Aflevering 2: vooruitgang


Het is helemaal niet zo dat wij allemaal eeuwig willen blijven leven – de levenslust neemt af bij het ouder worden – maar kennelijk spint een zekere elite garen bij dat credo dat ons massaal wordt opgedrongen met alle knepen van de reclame en hetzelfde geldt nu ook voor het vooruitgangsgeloof: onze maatschappij trekt alle registers van de retorica open om het als vanzelfsprekend voor te stellen dat er vooruitgang is, ook al spreken de feiten dit belachelijke verzinsel haast dagelijks tegen.


Uiteraard is het zo dat wat geweten is, niet ongedaan kan gemaakt worden en dat maakt het welhaast onmogelijk voor dieren die beschikken over uitgebreide vormen van geheugen en leervermogen om verworven kennis en kunde te negeren: eens wij een bepaalde kennis of zekere technieken onder de knie hebben, kunnen wij die gewoon niet meer vergeten of ze naast ons neerleggen; eenmaal wij hebben leren fietsen, autorijden of gewoon spreken, kunnen wij dat voorgoed, tenzij het lot ons slaat met een ongeval of een nare ziekte. Maar de opeenstapeling van kennis en kunde mag dan al even vanzelfsprekend zijn als de wet van de traagheid: met vooruitgang in de echte zin van het woord heeft die even weinig te maken als de traagheid van een voortbewegend lichaam te maken heeft met activiteit.


Bekijken we vooreerst de biologische 'evolutie' – wat wil zeggen: 'ontwikkeling' – dan moet opgemerkt worden dat die kan geïnterpreteerd worden als louter verandering en meer bepaald als diversificatie of dus als verandering in allerlei richtingen – gewenste én ongewenste. De vooruitgang over welke wij het hier hebben, wordt meestal in verband gebracht met beschaving maar ook beschaving betreft verandering in allerlei richtingen – richtingen die kunnen gezien worden als vooruitgang maar evenzeer als achteruitgang. En een vaak over het hoofd geziene doch beslissende factor inzake beschaving en zogenaamde vooruitgang is zonder enige twijfel de vandaag gevaarlijk sterk onderschatte invloed van het christendom – wat om diezelfde reden uiteraard een woordje uitleg vergt.


Wanneer we inzake vooruitgang de opeenstapeling van technische vaardigheden reeds om de genoemde reden buiten beschouwing kunnen laten, blijft inderdaad alleen nog de morele kwestie over: de kwestie van goed en kwaad. Maar de invulling van deze ogenschijnlijk makkelijke begrippen is allerminst een sinecure want maakt het geen hemelsbreed verschil of onder 'het goede' dient verstaan te worden 'het optimale profijt voor zichzelf' ofwel 'de best mogelijke zorg jegens de medemens'? Immers, zal een arts die handelt volgens de eerstgenoemde morele stelregel, er dan niet voor zorgen dat hij zoveel mogelijk patiënten maakt – klanten die levenslang voorschriften voor bijvoorbeeld slaappillen nodig hebben – terwijl zijn collega die de laatstgenoemde regel volgt, precies het tegendeel beoogt omdat hij het goede – in dit geval de gezondheid – van zijn medemensen wil en hen derhalve voorhoudt en ook voordoet hoe zij gezond kunnen blijven met een dagelijks uurtje loopsport? Meer zelfs: indien de moraal van het egoïsme in een samenleving de bovenhand krijgt, zal alras ook de wetenschap zelf – de kwestie van waar en onwaar – gecorrumpeerd worden omdat er vanzelfsprekend leugens nodig zijn om mensen ziek te houden onder het mom hen te willen genezen.

En die kant gaat het vandaag al op en wel met rasse schreden: in onze economie staat de pijnstillersindustrie eenzaam aan de top, gevolgd door de handel in legale en illegale drugs, drank en andere gevaarlijke, overbodige, vervuilende en oneerlijke producten. En over de economie zegt men dat zij vooruitgang boekt als zij bloeit, ongeacht of dat een gevolg is van de handel in loopschoenen ofwel van de handel in tabak en wijn. Hoe het dan afloopt met een beschaving die vooruitgang ziet in een bloeiende economie zonder meer, kan men raden als men weet dat de meest winstgevende producten de wapens zijn. En de duurste wapens zijn die met de grootste vernietigingskracht. Zo staat vandaag niet alleen de beschaving maar het voortbestaan van de ganse planeet op de helling. Vooruitgang?


(Wordt vervolgd)


(J.B., 31.08.2018)







           

                                                        


           















27-08-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren. Aflevering 1: het eeuwigheidsverlangen.













Over vreselijke leugens die ons bestaan domineren


Aflevering 1: het eeuwigheidsverlangen


De zaak hier is dat wij een aantal dingen voor waar aannemen terwijl wij tegelijk heel goed weten dat ze absoluut niet waar zijn en dat ze dat ook niet kunnen zijn. Dat klinkt zeker en vast vreemd maar het is niet anders, oordeel zelf maar.


Om te beginnen is er het zogenaamde eeuwigheidsverlangen en voor alle duidelijkheid: niet het duizenden jaren oude sprookje van het eeuwig leven wordt hier geviseerd – hier wordt in het midden gelaten of er misschien wel een leven na de dood zou kunnen zijn – de leugen die hier terechtstaat is een ander sprookje dat blijkbaar al duizenden jaren voor waar wordt aangenomen, namelijk het sprookje dat wij, mensen, het zouden begeren om eeuwig voort te bestaan.


Vrijwel elke ouderling zal het bevestigen met klem: dat het zogenaamde eeuwigheidsverlangen volstrekt uit de lucht gegrepen is. "Ik ben oud", zo zegt de negentigjarige: "ik heb genoten van het leven, al was het niet altijd rozengeur en maneschijn, maar ik zou verduiveld niet opnieuw jong willen worden en nog eens herbeginnen – neen, het is goed geweest maar het is ook genoeg geweest; ik ben welhaast blij dat het er bijna op zit en alles wat ik nog verlang, is rust." Het doet een beetje denken aan de wet van de entropie in de fysica: wij zijn onderhevig aan slijtage, we worden stram, doof, ongevoelig en hardleers – kortom oud en dat betekent dat wij de levensjaren die wij genieten, ook op de een of andere manier betalen en vanaf een zeker ogenblik wordt de prijs te hoog, zien wij de bodem van onze beurs en hangen wij onze levenslust prompt aan de wilgen. Iedereen wenst oud te worden maar niemand wil het zijn: pas als wij die wens vervuld zien, worden wij ons van de paradox bewust en zo worden wij weer een illusie armer.


Is het u overigens nog niet opgevallen dat, als puntje bij paaltje komt en in alle ernst gesproken, geen mens op zijn sterfbed met een ander zou willen ruilen? Niet met een jong iemand, niet met een rijkaard, niet met een vedette: met niemand! Iedereen wil zichzelf blijven, ook de oude lelijkaard, de gehate vrek en de verdoemde moordenaar. Dat sommigen – en wie zijn zij dan? – er blijkbaar in slagen om het eeuwig leven voor te stellen als het summum van alle menselijke verzuchtingen, mag wel een staaltje van zinsbegoocheling heten!


Neen, het eeuwig leven wordt door niemand begeerd, al zijn er wellicht jeugdigen die zich geen idee kunnen vormen van de oude dag en van de verzadiging die optreedt na verloop van tijd. Zij geloven dan dat men oud kan worden zonder een vracht van jaren mee te moeten slepen – een gewicht dat men niet moet onderschatten. En dan zijn er uiteraard ook nog de kopieerfouten – niet alleen de afwijkingen van het DNA van onze lichaamscellen maar evengoed de deviaties van de geest en de vaak groteske veranderingen van wat men het karakter noemt. Dat wij allen het eeuwig leven begeren, is een ons opgedrongen leugen tegen welke wij geen weerstand bieden om geheel onbegrijpelijke redenen maar wellicht is het gewoon de gemakzucht die ons verzet daartegen in de weg staat. De onverschilligheid van de getuigen, zo schreef Primo Levi, is erger nog dan de gruweldaden van de beulen van de Shoa.


Waar de leugen vandaan komt en met welke bedoeling zij in het leven werd geroepen, is nog een heel ander paar mouwen maar de meest plausibele verklaring lijkt wel verwant met die welke de reclame stuurt. Het is immers de reclame die ons behoeften probeert aan te praten die wij van nature helemaal niet hadden en door die voortdurend te herhalen, bezweren zij ons en gaan we ze ook geloven. De reclame bezweert ons dat wij een auto nodig hebben en zij stelt het bezit ervan voor als vanzelfsprekend. De reclame overreedt ons allerminst maar zij maakt ons misselijk en om aan die misselijkheid te ontkomen, doen wij op den duur wat van ons gevraagd wordt: wij kopen een auto alsof wij er inderdaad een nodig hadden. Als men het ons maar dikwijls genoeg voorzegt, gaan wij ook aannemen dat wij de wens koesteren om eeuwig te leven.


En meteen zingen wij dan ook de tweede strofe, dat wij daar iets moeten voor doen: wij belijden en bezegelen aldus een koop en we betalen de prijs – miljarden mensen doen dat en dat brengt ongetwijfeld ergens geld in 't laatje. De waarheid echter is heel anders: geen kat wil eeuwig blijven voortbestaan, elkeen wil als zijn tijd gekomen is gewoon met rust gelaten worden.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 27.08.2018)




           

                                                        
















13-08-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Staat zonder kop








            





Staat zonder kop


Iedereen weet intussen dat werklozen door een goed deel van de werkenden worden gehaat omdat zij zogezegd op de kap van laatst genoemden leven en bovendien is het een publiek geheim dat in het huidige zogenaamde activeringsbeleid, de regering zelf volgens het verdeel en heerspincipe deze haat aanwakkert waar zij aan de werklozen voorliegt dat zij teren op het zweet van de werkenden. Dit terwijl de verantwoordelijkheid van werknemers zich beperkt tot de kennis en de kunde van de eigen job: waar werknemers de schuld krijgen voor de economische crisis en de werkvoorziening, worden zij verantwoordelijk geacht voor regeringstaken. Aan het roer zit met andere woorden niet langer de goede huisvader maar de dief.


Werkenden en werklozen zijn uiteraard geen vaste groepen – de werkende van vandaag kan morgen werkloos zijn en omgekeerd – en uitgerekend de poging om binnen het maatschappelijke bestel die noodlottigheid een beetje te beheersen, heeft het solidariteitsprincipe in het leven geroepen: solidair is men met hen die aan kanker lijden, met hen van wie na een blikseminslag de woonst is afgebrand, met hen die na een verkeersongeval in een rolstoel verder moeten en met hen die behoren tot het percentage slachtoffers die een economische crisis ook op de arbeidsmarkt maakt. Nota bene: in tijden van hoogconjunctuur zijn er helemaal geen werklozen.


Het verhaal van de werkonwilligen is een fabeltje en wel hierom dat niets zo'n sterke druk uitoefent op het gedrag van bijna alle mensen dan sociale druk – de angst om er niet (langer) bij te horen. Om er bij te kunnen blijven horen, gaat men zich uit de naad werken – niet zelden tot der dood – en als dat niet lukt, gaat men vaak liegen en bedriegen, jobs inpikken die eigenlijk aan anderen toekomen en zelfs moorden, zoals bij uitstek de abortuspraktijk bewijst: liever in het geheim het eigen kind vermoorden dan zich openbaar te moeten schamen voor een slippertje. Een welbepaalde schaamtecultuur heeft de plaats ingenomen van de schuldcultuur – het geweten heeft plaatsgemaakt voor de opinie van een welbepaald publiek.


Het erge van de hele zaak is wel dat dit publiek sowieso geen geweten blijkt te hebben: in de algemene en onterechte veroordeling van de werklozen toont zich een maatschappij die de arbeid allerminst beschouwt als een recht – het recht op zelfontplooiing – doch als een leed dat op enigerlei wijze – meestal financieel – gecompenseerd dient te worden. Het werk dat moet gedaan worden, wordt inderdaad gezien als een te verdelen leed dat aan wie het ondergaan, recht geeft op een vergoeding – in principe te betalen door diegenen die dit leed niet ondergaan. De verwisselbaarheid van werkenden en werklozen of het feit dat het noodlot van het ogenblik zelf bepaalt tot welke groep men behoort, verplicht ons het solidariteitsbeginsel te huldigen. Waar men dit in de wind slaat, is men de trappers kwijt en hebben primitieve driften de redelijkheid en de wetten die een samenleving grondvesten, reeds opgedoekt – niet door parlementaire beraadslaging maar onder druk van een meute asociale dwingelanden.


De haatdragenden die de hoger genoemde noodlottigheid miskennen en die derhalve de maatschappij op simplistische wijze opdelen in werkers en profiteurs, blijken over het hoofd te zien dat de niet-werkenden de werkenden niet eens kunnen betalen als zij zelf geen inkomen hebben. Binnen hun logica wordt aan niet-werkenden derhalve niet alleen geen job maar tevens geen bestaan gegund en zo huldigen zij de volstrekte immoraliteit of het recht van de sterkste – de eigenlijke grondslag van een kapitalistische economie. De exponenten van die immoraliteit tonen zich niet alleen in de veroordeling en derhalve de vernietiging van zogenaamd onnuttige elementen: de kortzichtigheidspolitiek maakt dat ook de vooralsnog onnuttigen en hulpbehoevenden worden geliquideerd, zoals in eerste instantie de kinderen. Het korte termijndenken en het onmiddellijke winstbejag maken immers dat er niet langer geïnvesteerd wordt in opleiding en scholing van jongeren en zelfs peuters en kleuters moeten het ontgelden waar zij in crèches gedropt worden omdat wat men beschouwt als een zekere levensstandaard, de voorrang krijgt op elementair (kinder)welzijn.


Vandaag danken onze beleidsmakers hun macht aan de meerderheid binnen de democratie maar tot spijt van wie het benijdt, is, zoals Spinoza al schreef, het uitnemende nog altijd even moeilijk als zeldzaam.


(J.B., 13 augustus 2018)





           






06-07-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het (recht op) leven als koopwaar












               

Het (recht op) leven als koopwaar


"In een reactie bevestigt [minister] De Block dat het inderdaad de gezondheid van de moeder is die doorweegt. "In onze ziekteverzekering is het sinds jaar en dag het geval dat de medische prestaties tijdens het bevallingsverblijf volledig op de moeder gefactureerd worden, en niet op de baby."" (1)


Nauwelijks te geloven, maar het staat er: binnen het menselijk drama waarin moet gekozen worden tussen het leven van de moeder en dat van haar kind, wordt het belang van de moeder tegenover dat van haar baby geplaatst. Begrijpelijkerwijze in de context van onze huidige maatschappij krijgt althans principieel het belang van de moeder voorrang op dat van de baby maar hier dan wel met het onverbloemde argument dat het de moeder is en niet de baby die betaalt voor de bevalling!


Om te beginnen is een bevalling niet iets wat men koopt: het is een natuurlijk gebeuren en meer bepaald is dat het natuurlijke gebeuren waaraan elk van ons zijn leven dankt. Betalen doet men enkel voor de assistentie van derden indien deze geld vragen voor hun hulp. Tussen haakjes: omdat volgens de wet elke burger elke andere burger in nood moet helpen, zou ook assistentie bij een bevalling principieel gratis moeten zijn en is betaalde assistentie bij een bevalling in feite principieel uit den boze. Maar de kwestie is hier dat een baby zijn leven helemaal niet dankt aan deze betaalde assistentie terwijl het omgekeerd wel zo is dat het weigeren van assistentie bij een bevalling – bijvoorbeeld omdat de moeder niet kan betalen – aan een baby het leven kan kosten.


Waar in godsnaam ziet de minister dan een verband tussen enerzijds het recht op leven van een persoon ten koste van een ander en anderzijds het gegeven dat de ene betaalt voor een zekere hulp waarvoor de ander onmogelijk kan betalen? Gesteld dat de hulp gratis was – wat ze volgens de wet principieel ook hoort te zijn – dan sloeg het argument van de minister sowieso nergens op maar levensnoodzakelijke hulp die niet kan betaald worden mag krachtens de wet ook niet geweigerd worden en derhalve kunnen wie ze wél kunnen betalen zich uiteraard onmogelijk beroepen op voorrechten.


In feite niks nieuws onder de zon want er zijn precedenten in die zin, bijvoorbeeld waar ongeveer een decennium geleden het Europees gerechtshof oordeelde dat een moeder haar kind mocht aborteren omdat ongeborenen nog geen en dus geen burgers zijn en derhalve ook geen (burger)rechten kunnen doen gelden. Over mensenrechten geen woord in de beide gevallen: de verzwegen perverse premisse luidt dat men pas mens kan zijn als men eerst burger is – waarachter een nog meer perverse premisse schuilgaat, met name die van het schepsel dat zich schepper waant.


Precedenten vindt men trouwens nog veel vroeger in de tijd, meer bepaald in het Derde Rijk, waar de zwakkeren in de samenleving niet alleen geen voorrang genoten maar bovendien geheel legitiem geliquideerd werden en wel onder het voorwendsel dat een samenleving zonder zwakkeren, een sterkere en derhalve een betere samenleving is.


Elke mens met elementair moreel besef kan inzien dat het gezonder maken van een maatschappij niet hoort te gebeuren door het bestrijden van de zieken maar wel door het bestrijden van de ziekten. Om ziekten te bestrijden, zijn hooggeschoolde artsen nodig, om zieken om te brengen, volstaan beulen. Waar de laatstgenoemde methode gehanteerd wordt, is allang geen sprake meer van beschaving en kan alleen nog worden gewacht op het zich voltrekken van het einde – in de regel middels (de reeds aan gang zijnde) oorlog – het zich effectief manifesteren van het recht van de sterkste.


Achter het ontbreken van het inzicht dat mensen onmogelijk verwisselbaar zijn met appels, daar waar men het heeft over "het verwijderen van de rotte appels uit de mand", schuilt een volstrekt gebrek aan empathie – en derhalve aan de solidariteit welke de bestaansreden en aldus ook het sine qua non van elke samenleving is. De afwezigheid van empathie heet psychopathie: het is de onverschilligheid over welke Primo Levi schrijft dat zij erger nog is dan de genocide waarvan hij onder Hitler een directe getuige was.


Dat de zogenaamde liberalen het gevierde principe van het recht van de sterkste zo ver doortrekken dat zij de zwakkeren niet langer ontzien waar dit het eigen volk betreft, is allang geen nieuws meer; zij aarzelen immers niet om hun duit in het zakje te doen van een extreem rechts beleid dat maatregelen neemt waarmee het meedogenloos de zwakkeren uit de samenleving weert door hen van hun bestaansmiddelen te beroven. Maar dat hun onverschilligheid zich uitbreidt naar het eigen kroost, klinkt niet alleen fascistisch maar bovendien ziek zonder meer. Alleen al omdat op dit punt gekomen, zelfs de solidariteit met zichzelf ontbreekt. Of lopen er dan burgers rond die hun geboorte niet hebben hoeven mee te maken? Mensen zonder kindertijd of lui die niet geven om hun eigen oude dag?


(J.B., 6 juli 2018)















17-06-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beste paus Franciscus











           

Beste paus Franciscus,


Gij die ons onlangs geheel overeenkomstig het modieuze overbevolkingsgeloof hebt aangemaand om niet te gaan kweken zoals de konijnen doen, komt nu te zeggen dat homoseksuele stellen geen gezin vormen omdat, althans zoals gij nog steeds beweert, een gezin naar het evenbeeld van God alleen bestaat uit man en vrouw. (1) En laten we eens aannemen dat dit waar is.


Wat, beste vertegenwoordiger van God op aarde, is dan een mens naar het evenbeeld van God? Voorwaar is God volmaakt en maakt hij ook geen fouten en dit zeer in tegenstelling tot wat Lucifer, zijn stadhouder, geloofde: God maakt geen foute gezinnen maar nog veel minder maakt hij foute mensen – gezinnen immers zijn samengesteld uit mensen.


In de middeleeuwen geloofde men eerst dat de zon rond de aarde draaide – Gods Zoon zou immers geboren zijn in het centrum van het heelal en niet ergens in de marge. Toen die stelling niet langer houdbaar bleek, geloofde men dat in Gods volmaakte schepping de planeten zich in perfecte cirkelbanen rond de zon bewogen. Toen ook dat niet langer houdbaar bleek, hebben de middeleeuwers evenwel niet besloten om de aarde, Mars, Juppiter en alle andere rond de zon draaiende hemellichamen geen planeten meer te noemen: de middeleeuwers waren verstandig genoeg om te kunnen aanvaarden dat hun eigen idee over volmaaktheid alles behalve volmaakt bleek. Niet de baan der planeten was fout maar wel de baan van het menselijk denken!


Moeten wij nu geen voorbeeld nemen aan de wijze middeleeuwers en met hen besluiten dat niet alleen inzake de planeten maar ook inzake de mensen kan gezegd worden dat niet de mensen fout zijn – wij zijn immers schepselen naar het evenbeeld van God – maar wel ons eigenste idee over hoe wij horen te zijn? Of ware het dan beter indien wij onszelf hadden kunnen maken?


En als wij aldus ten onrechte dachten dat planeten anders horen te draaien dan zij feitelijk doen, als wij ten onrechte dachten dat mensen anders horen te zijn dan ze feitelijk zijn: moeten wij dan ook niet geloven dat het geheel onterecht is waar wij denken dat gezinnen anders horen te zijn dan zij feitelijk zijn?


Want homoseksuele stellen zijn een feit, hoe men het ook draait of keert: niet alle stellen zijn heteroseksueel. En de mensen die niet helemaal 'man' of 'vrouw' zijn, vormen een meerderheid in Gods natuur. Als sommigen onder ons een idee koesteren over hoe alles hoort te zijn, terwijl dit idee de feiten tegenspreekt – ongeacht of het nu gaat over planetaire constellaties of over menselijke stellen – dan lijkt het mij op grond van het hoger aangehaalde redelijker om aan te nemen dat het idee fout is en niet de feiten. Al is – volledigheidshalve – ook dit slechts een idee.


(J.B., 17 juni 2018)


Verwijzingen:


(1) http://www.standaard.be/cnt/dmf20180616_03565937

                                                                        














12-06-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ze is terug







            

Ze is terug


Ter gelegenheid van het jongste prinselijke huwelijk in Engeland dat de wereld rond op de buis gevolgd werd, zijn er wellicht televisiekijkers die zich bij het aanschouwen van het sprookjesachtige Windsor Castle misschien afvragen waar al die uitgestalde rijkdommen waarvan de trotse bezitters op algemeen applaus worden onthaald, eigenlijk vandaan komen. Velen blijken immers niet meer te weten dat geen honderd jaar geleden The British Empire het grootste rijk was aller tijden met omstreeks het begin van de twintigste eeuw zo'n half miljard inwoners die ook goed van pas kwamen in de wereldoorlogen: de aandachtige bezoeker van de eindeloze kerkhoven in de westhoek zal opmerken dat zij bezaaid liggen met zwarten, Indiërs, kortom met mensen met alle kleuren van de regenboog – kinderen van de talrijke kolonies. (1) En het Britse rijk is geen uitzondering, zowat alle Europese landen hebben kolonies gehad waaraan ze zich te goed deden. En wel zonder veel scrupules, zoals ook de Belgische koloniale geschiedenis leert.

Maar louter geschiedenis is het niet: in die trappenhal van dat woonblok daar staat iemand te dweilen, langzaam maar gestaag en op het ritme van een wijsje dat wij kennen van onze zomerse bluesfestivals; hij heeft een doek om het hoofd geknoopt, is zowat zestig jaar oud, heeft een verdrietige blik, gaat vriendelijk opzij voor een passerende bewoner en lijkt zo weggelopen uit De negerhut van oom Tom. (2)

Schuldslavernij is erger nog dan slavernij: aan vluchtelingen uit Afrika die zich krachtens de Conventie van Genève (3) kunnen beroepen op het onvoorwaardelijke recht op asiel, wordt te verstaan gegeven dat zij iets terug moeten doen voor de ontvangen hulp, alsof het niet ging om een recht doch om een gunst en zo keert anno 2018 die ellendige tijd van toen weer met de verwende, arrogante bourgeois die zich ongegeneerd laten dienen door onschuldige dwangarbeiders. De slavernij is terug. Verrechtsing is niet zomaar een woord.

(J.B., 12 juni 2018)

Verwijzingen:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Britse_Rijk

http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/14-18/1.2530620#

http://www.wo1.be/nl/db-items/menenpoort

(1) In 1914 en 1915 sneuvelden alleen al in Ieper respectievelijk 127.145 en 87.979 soldaten waarvan respectievelijk 13.227 en 38.500 Britten waaronder ook Canadezen en Indiërs. De namen van de helft van uiteindelijk meer dan 100.000 gesneuvelden van de Commonwealth staan op de Menenpoort:

https://www.trouw.nl/home/afrikaanse-soldaten-in-vlaamse-loopgraven~aeb68ea2/

http://necrometrics.com/20c5m.htm

(2) Lees of beluister deze roman van Harriet Beecher Stowe hier:

https://librivox.org/de-negerhut-by-harriet-beecher-stowe/ en hier:

https://bukubooks.wordpress.com/oom_tom/

(3) https://www.cgvs.be/sites/default/files/content/download/files/verdrag_van_geneve.pdf

         




17-05-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Andermans hoofd






         

           




Andermans hoofd


Met insecten zoals mieren en bijen heeft de mens het gebrek gemeen – maar is het niet tegelijk een voordeel? – dat hij als enkeling een vogel is voor de kat: het maatschappelijke leven is voor ons een absolute noodzaak en zonder samenwerking – aanvankelijk in stamverband, later in staatsverband en vandaag soms ook internationaal – zijn wij volstrekt hulpeloze wezens. Edoch, over dat belang van – vooralsnog – de staat lopen de meningen nogal uiteen en in feite moet men hier spreken over ideologieën: voor de communisten kunnen enkelingen best opgeofferd worden aan vadertje staat – het doel van alle streven – terwijl wij met onze personalistische overtuiging nog altijd geloven dat de maatschappij voor ons een instrument is en derhalve een middel.


Onze organen zijn instrumenten in en van ons lichaam als geheel en dat lichaam op zijn beurt is een instrument in onze handen en misschien kan men ook beweren dat bijen en mieren niet meer zijn dan cellen van een groter organisme – de kolonie – maar de staat blijven wij gelukkig beschouwen als een instrument in onze dienst. Een bijzonder instrument weliswaar omdat wij op onze beurt ook instrumenteel zijn waar wij dit instrument fabriceren en in werking houden. Waar ik werk aan de bouw van een auto, ben ik een instrument in de sector van de autofabricage en deze fase is noodzakelijk voor de eindfase waarin ik de auto kan beschouwen als een instrument onderworpen aan mijn wil. Zoals de auto is heel onze wereld een instrument voor ons maar het komt pas tot stand mits wij onszelf eerst tot instrumenten maken. De natuur wordt immers pas bedwongen als wij en in de mate dat wij eerst haar wetten erkennen en respecteren en zonder die knieval kunnen wij helemaal niets aanvangen.


Het staat buiten kijf dat wij maatschappelijke wezens zijn, dat wij moeten arbeiden in de omschreven zin en dat wij ons daarom in zekere zin ook moeten onderwerpen aan de eisen die de maatschappij stelt. Op die manier komt er een wet tot stand – de wet van vraag en aanbod – waarmee wij rekening dienen te houden. Maar hier is wat aan de hand.


Er is iets niet pluis met de wet van vraag en aanbod welke het verkeer regelt op de vrije markt en meer bepaald knelt het schoentje waar de vraag niet spoort met de reële noden en dan wel vooral daar waar de vraag deze noden regelrecht tegenspreekt. In Werk en waarde werd reeds het voorbeeld aangehaald van de discrepantie tussen de geringe vraag naar (immers onbetaalbare) artsen en de (des te grotere) nood eraan in Mozambique: dat arme land telt per inwoner bijna honderd keer minder dokters dan België, zodat het werk van een arts ginder veel meer waard is dan hier, ook al brengt het hier financieel veel meer op. Maar deze factor is extern aan de arts zelf en met die externe factoren kampt elke werknemer: hij is meestal wel verantwoordelijk voor zijn vakkennis en kunde maar aan de vaak sterk schommelende constellaties welke te maken hebben met de schaarste van zijn beroep en met de betaalbaarheid ervan kan hij vaak helemaal niets wijzigen. Er zijn Mozambikaanse artsen die naar België verhuizen omdat ze hier meer kunnen verdienen en omdat ze er hier persoonlijk rijker van worden maar er zijn er ook die ginder blijven omdat ze in het eigen land veel meer kunnen betekenen voor anderen – voor iedereen: de waarde van hun werk stijgt naarmate hun ontvangen loon geringer is. En dat wil nu precies zeggen dat de vraag niet spoort met de nood: de wet van vraag en aanbod zoals ze nu en hier bestaat, is wereldvreemd en ze is dat op een bijzonder rampzalige manier waarvan de exponenten goed gekend zijn: de handel in producten die de volksgezondheid ondermijnen, doet de economie floreren terwijl de zorg voor mensen met grote noden verlieslatend is. En waar deze realiteit genegeerd wordt, geschiedt zulks op lange termijn ten koste van het leven zelf.


Nu worden steeds meer mensen zich dankzij de groeiende bewustmakingscampagnes van maatschappijcritici en kunstenaars stilaan bewust van deze gang van zaken maar tegelijk blijft door de wet van de traagheid de logge mastodont van onze in wezen fataal verouderde economie voortbestaan en dwingt zij ons met al haar tentakels om tegen beter weten in te handelen: wij blijven teveel energie verbruiken en we produceren teveel afval, we blijven autootje rijden, we blijven zonder veel protest onze kinderen slachtofferen aan onveilig verkeer, vuile lucht en vooral ook aan de leugens en de onzin welke de leefbaarheid van onze wereld sterk beperken. Er is een gigantische kloof ontstaan tussen wat wij willen en wat wij doen en die kloof weerspiegelt zich in een andere: de kloof tussen datgene wat goed is voor onze economie en datgene wat goed is voor ons.


Want neen, niet alles wat onze economie sneller doet draaien, komt ons ten goede, er zijn immers grenzen aan de groei – ongeremde groei is tegendoelmatig en in de fysiologie heet dat 'kanker' – en daarom moeten wij tot onze eigen scha en schande ondervinden dat het verstand het eindelijk moet overnemen van een zucht en meer bepaald de hebzucht. Een zucht is een verslaving, zij is onbevredigbaar, een bodemloze put. Die zucht moet veld ruimen voor het verstand: het juiste midden, de maat, het evenwicht. Een huis moet niet zo groot mogelijk zijn, het is ideaal om in te wonen als het gepast is en dat geldt voor zowat alles in onze wereld: 'te' is nooit goed. De Oude Grieken wisten het al: de dapperheid houdt het midden tussen de lafheid en de overmoed, de vrijgevigheid houdt het midden tussen de verkwisting en de gierigheid en de regel luidt derhalve: de deugd houdt het midden tussen twee ondeugden.


En dat geldt evenzeer voor onze economie. Wij verkijken ons op het draaien ervan en wij zien pas dat alles zot draait als het al veel te laat is. Voor die tijd moeten wij protest aantekenen, moeten wij een dam opwerpen tegen het logge gevaarte van een suïcidale economie die nog maar moeilijk tot stilstand gebracht kan worden maar die gestopt moet worden op straffe van de ondergang van ons geluk, van onze gezondheid en van onze toekomst zonder meer. Want waar wij zomaar blindelings werken omdat de staat dat schijnbaar eist overeenkomstig de wet van vraag en aanbod, denken wij niet na en als wij al nadenken, dan doen wij dat zeker niet met ons eigen hoofd maar met het veronderstelde hoofd van de staat. Edoch, omdat de staat geen hoofd heeft, denken wij dan met andermans hoofd. En dat terwijl ons eigen hoofd ons waarschuwt omdat wij tenslotte in een gevarenzone terechtgekomen zijn, getuige de massale vervuiling, de woekering van allerlei nieuwe kankers, het floreren van de drughandel, de om zich heen grijpende waanzin en de dreigende triomf van de dood.


Het is nooit goed om met andermans hoofd te denken want dat staat gelijk met gedachteloosheid. En gedachteloosheid is wat alleen machines van hun onderdelen eisen. Machineonderdelen zijn wij niet, of tenminste: dat willen wij niet zijn, heel eenvoudig omdat het ons geluk in de weg staat en ons leven.


(J.B., 17 mei 2018)




           






13-05-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Neo-nazi's: nihil novi sub sole







              

Neo-nazi's: nihil novi sub sole


In een recent boek openbaart de Leuvense psychiater Erik Thys hoe onder het naziregime psychiatrische patiënten (ook in België) massaal werden afgemaakt. Dit geschiedde onttrokken aan de ogen van alle burgers en zelfs het personeel van de betrokken instellingen wist er niets van – behalve dan de artsen die daar werkzaam waren. Zij waren de enigen die met zekerheid het lot van de patiënten konden voorspellen omdat alleen zij wisten dat het volstrekt vetarm dieet waaraan hun niets vermoedende patiënten verplicht onderworpen werden, al na amper enkele maanden fataal zou worden voor deze volgens de nazi-ideologie nutteloze, armlastige en derhalve te euthanaseren burgers. De massamoord gebeurde onder het toezicht van de aan de instellingen verbonden psychiaters en artsen onder wie er slechts een handvol tegen deze moordende praktijk verzet durfden te bieden. (1)


Vol ongeloof werd na de oorlog onderzocht hoe geleerde en welopgevoede mensen daartoe in staat waren geweest en kijk, dergelijke praktijken bleken geheel in overeenstemming met de resultaten van het zogenaamde gehoorzaamheidsexperiment van Stanley Milgram uit 1963: twee derden van alle mensen blijken probleemloos bereid om op bevel van hogerhand medemensen om te brengen.


Vandaag is dat jammer genoeg niet anders en de hedendaagse geschiedenis laat hieromtrent niet de geringste twijfel bestaan: nauwelijks verkapte vormen van moord en massamoord zijn ook in de westerse wereld van het derde millennium schering en inslag en het ten hemel schreiende onrecht inzake de mensonwaardige behandeling van oorlogsvluchtelingen is nu reeds de schande van deze tijd die over de hele aarde het Europese werelddeel én zijn 'beschaving' voor immer in diskrediet brengt. Want terwijl de Verenigde Naties naar aanleiding van de genocide onder het Derde Rijk zich ertoe verbonden om bij het verschijnen van een nieuwe Hitler asiel te verlenen aan allen die dan op de loop moeten voor hun leven, betalen hun eensklaps verrechtste regimes godbetert de Turkse dictator om de miljoenen vluchtelingen voor een regime dat nazi-Duitsland in zijn schaduw stelt, uit Europa weg te houden – wat gebeurt door de ongelukkigen in kampen gevangen te zetten voor onbepaalde tijd, wat wil zeggen: totdat zij van ontbering omkomen zoals destijds hun lotgenoten in Auschwitz en elders in de hel.


Een gelijkaardige vorm van mishandeling en doodslag voltrekt zich op een bijna onzichtbare manier waar onze ambtenaren klakkeloos de bevelen van dezelfde extreemrechtse regimes uitvoeren welke rampzalig zijn voor de zogenaamde armlastigen van het eigen volk, zoals de ouderen, de andersvaliden en de werklozen.


Wat betreft deze laatste groep, bestaat de vandaag gehanteerde en bijzonder gemene tactiek om werkzoekenden uit te schakelen hierin, dat extreemrechtse regeringen hun slachtoffers de schuld geven van het eigen wanbeleid. Het is immers nimmer de verantwoordelijkheid van de arbeiders om het land van jobs te voorzien – arbeiders moeten hun vak onder de knie hebben en waar zij het niet kunnen uitoefenen is het de regering die jegens hen in gebreke blijft en die hun daarvoor ook schadeloosstelling verschuldigd is.


Het getuigt overigens van een ongehoorde arrogantie – maar zo is nu eenmaal de arrogantie van de macht – wanneer deze extremisten er niet alleen aan verzaken om schuld te bekennen maar waar zij bovendien proberen en er blijkbaar zonder veel moeite ook nog in slagen om de schuld voor het eigen wanbeleid in de schoenen van de slachtoffers te schuiven door de arbeiders gaan te straffen voor het feit dat zij, die moeten regeren, niet in staat blijken om voldoende en gepaste werkgelegenheid te verschaffen. Op de koop toe doen zij dit onder de zware en bijzonder mensonterende beschuldigingen van werkonwilligheid en parasitisme – beschuldigingen die worden uitgesproken als authentieke vonnissen welke zich echter voltrekken in compartimenten die zich onttrekken aan het oog van de openbaarheid, zoals socioloog Abram de Swaan het zo treffend beschrijft en illustreert in zijn werken over hedendaagse massamoord. (2)


De extreemrechtse regeringen slagen er niet alleen niet in om aan het volk werk te verschaffen – zij blijken tevens onbekwaam om passend werk te verschaffen en in dezelfde beweging van demonisering van de groep van de werkloze arbeiders, voeren zij ook nog eens de schuldslavernij in waar zij geloven de mensen met ongeacht welk werk te mogen opzadelen ter compensatie van hun uitkering, alsof de arbeiders daarvoor niet zelf hadden gezorgd en alsof het derhalve niet ging om een recht doch om een aalmoes. In hun malafide ijver om de moeizaam verworven sociale wetten te ondermijnen, wordt volgens het verdeel en heersprincipe gepoogd om onder de werknemers verdeeldheid te zaaien en stellen handlangers van kapitalisten die zich uitgeven voor politici, de zaak zo voor, alsof de werklozen profiteren van de werkenden – als ze met hun bedrieglijke neologismen zoals 'loonlast' en 'vergrijzing', al niet de indruk willen wekken dat het de grootgeldbezitters zijn die voor de werklozen moeten opdraaien.


Maar de regel zou niet de regel zijn indien er geen uitzonderingen waren en alle hoop van het mensdom gaat uit naar deze mensen die de verrechtsing ten spijt doch naar het goede voorbeeld van wie onder de Duitse bezetting op zolder joden en andere vluchtelingen verborg, toch een of andere vorm van onderdak trachten te schenken aan armlastigen, ook al doen zij dit vaak ten koste van hun carrière of hun job en soms ook ten koste van het eigen leven.


(J.B., 13 mei 2018)


Verwijzingen:


(1) Erik Thys, Psychogenocide. Psychiatrie, kunst en massamoord onder de nazi's, Epo, Berchem 2015, pp. 292-293. Zie ook: Aan de feesttafels der kannibalen: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3016740 en Genosuïdide in de opmars: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1556061


(2) Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders, Prometheus, 2014).





           







10-05-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werk en waarde










           

Werk en waarde


Met zes geneesheren per honderdduizend inwoners is Mozambique een arm land met een tekort aan artsen: er is geen geld en dus geen plaats voor hoogopgeleiden en dus is er ook geen economische vraag naar artsen. Maar des te groter is de nood eraan.


Paradoxaal genoeg volgt de grotere nood uit de kleinere vraag (die dan weer een gevolg is van de onbetaalbaarheid): de (economische) vraag en de (reële) nood spreken elkaar tegen.


In economische zin rendeert een dokterspraktijk in Mozambique niet zoals in België maar de werkelijke waarde ervan is daar wel groter, precies ingevolge de grotere nood. En zo bestaat er tussen de economische vraag en de reële noden niet alleen een conflict maar de twee dreigen elkaar zelfs uit te sluiten: waar de wet van vraag en aanbod heerst, doet zij dat vaak ten koste van de levensnoodzakelijke bevrediging van reële noden.


Edoch, een wet die geen rekening houdt met de reële noden is wereldvreemd. Een economie gebaseerd op de wet van vraag en aanbod is een wereldvreemde economie.


Op de koop toe maakt het korte termijndenken dat eigen is aan het winstbejag – de motor van onze economie – dat een economische vraag vaak nutteloos en zelfs contraproductief werk meebrengt: tabakshandel rendeert voor enkelingen en op korte termijn maar ruïneert de volksgezondheid. Alle inspanningen die geleverd worden door telers van en handelaars in tabak zullen, alle economisch profijt ten spijt, uiteindelijk resulteren in een ramp omdat zij de volksgezondheid ondermijnen.


Men verkijkt zich op het draaien van de economie waar het allerminst gaat om stichtend werk want de teelt van drugs is afbraak. Een wereldvreemde economie maakt geen onderscheid tussen stichtende en vernietigende activiteiten omdat zij zich verkijkt op de activiteit als zodanig: zij vereist zaken die ons ten gronde richten en ziet godbetert zelfs soelaas in het scheppen van werk terwijl de wezenskern van de economie de zuinigheid is welke een maximaal resultaat nastreeft middels minimale inspanningen en investeringen van (per definitie) kostbare tijd.


Inzake de waarde van werk zijn talloze factoren in het geding, waaronder efficiëntie, en die heeft betrekking op onder meer de kwaliteiten van de arbeider: op zijn intrinsieke kwaliteiten, zoals aanleg, scholing en ervaring maar ook op zijn extrinsieke kwaliteiten, zoals zijn schaarste. Omwille van de schaarste aan artsen in Mozambique zijn artsen die daar gaan werken (in absolute termen) waardevoller dan hun collegae in België. Dat er in Mozambique een schaarste is aan artsen, betekent in termen van onze wereldvreemde economie in feite dat er een overschot is aan onbetaalbare artsen.


Vrij vertaald wil dit zeggen dat naar onze (wereldvreemde) maatstaven de bevrediging van noden als onbetaalbaar wordt beschouwd, wat vloekt met de mensenrechten. Dit feit rechtvaardigt een verzet en verplicht daar ook toe in ethische zin.





Met bijna honderd keer meer artsen dan Mozambique – vier per duizend inwoners – is België een rijk land: er is geld en dus plaats voor hoogopgeleiden en de vraag naar artsen is min of meer in overeenstemming met de nood daaraan omdat zij betaalbaar zijn.


Edoch, zoals de schaarste aan artsen in Mozambique in termen van onze wereldvreemde economie betekent dat er een overschot is aan onbetaalbare artsen, betekent de schaarste aan filosofen in België dat er een overschot is aan onbetaalbare filosofen.


Er zijn filosofen maar zij worden niet betaald om te filosoferen en teneinde in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, zien zij zich verplicht om hun tijd te verdoen met jobs die niet de hunne zijn – en dat is een ware ramp omdat aldus hun levensnoodzakelijk werk dreigt te blijven liggen.


Het behoort immers tot de taak van filosofen om wantoestanden zoals de onderhavige aan het licht te brengen: de rampzalige contraproductiviteit van onze huidige economie die immers bewerkstelligt dat primaire noden onbevredigd blijven doordat zij niet sporen met de economische vraag. Tot die primaire noden behoort de maatschappijkritiek of de (sociale) filosofie omdat zij niet alleen aan de grondslag ligt van onze beschaving maar tevens een sine qua non is voor het voortbestaan ervan.


Uiteraard is er geen vraag naar maatschappijkritiek in een maatschappij die blasé is en derhalve eerder onwillig om zichzelf in vraag te stellen en dus moeten filosofen die hun tijd alsnog aan de beoefening van hun job willen besteden, hun taak dan maar onbezoldigd vervullen. In het beste geval moeten zij vrede nemen met een uitkering welke hen toelaat om in leven te blijven en naar best vermogen te werken. Net zoals de kunstenaars kunnen zij enkel rekenen op het begrip van lotgenoten. Kunstenaars en filosofen (maar ook huismoeders en nog tal van andere roepingen) halen hun moed uit de wetenschap dat hun werk dan misschien niet financieel rendeert maar wel de hoop mag voeden dat het die vruchten afwerpt zonder welke er geen alternatief zou zijn voor een verdere afglijding van de beginsel- en cultuurloosheid van het recht van de sterkste met zijn bizarre wet van vraag en aanbod naar de immer zo jammerlijke oorlog.


(Jan Bauwens, Hemelvaart 2018)





                                                        














25-04-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Helden en heldinnen. Over schone schijn, schaamte en schande

Helden en heldinnen

Over schone schijn, schaamte en schande

In de jaren zeventig van de voorgaande eeuw sloeg de Gentse moraalfilosoof Jaap Kruithof de gasten in een brt-programma van Paula Semer met verstomming met zijn antiautoritaire opmerking dat de jeugd toegang zou moeten krijgen tot voorbehoedsmiddelen. (1) De kwestie was revolutionair, niet zozeer omdat het toentertijd hete hangijzer van de seksualiteit in het geding was, maar omwille van een veel dieper gelegen ethisch dilemma, met name de paradox van schuld en schaamte. Toen in onze contreien het gebruik van anticonceptiva nog zonde en taboe was, geraakten heel wat jonge vrouwen ongewenst zwanger en het was een publiek geheim dat zij dan naar Nederland trokken om aldaar abortus te plegen. Deze toenmalige praktijk laat zien hoezeer schaamte de bovenhand had over schuld, wat wil zeggen dat men zich veeleer zorgen maakte over zijn goede naam dan over het leven van een eigen ongeboren kind: er was een schaamtecultuur, schaamte gold als erger dan schuld. Wars van Plato's gezegde dat het beter is om kwaad te ondergaan dan het te doen, blijken heel wat mensen bereid om het leven van een eigen (verwacht) kind op te offeren aan het continueren van hun status van onbesproken gedrag. Dat men liever moordt dan over de tongen te gaan, verraadt hoe een overheersende schaamtecultuur hand in hand gaat met een verregaande verdringing van het schuldbewustzijn. Een cultuur van schaamte blijkt een cultuur van gewetenloosheid.

De abortusproblematiek was overigens lang geen alleenstaand gevolg van de verschrikking van de schaamtecultuur. Volgens een wet uit het begin van de twintigste eeuw werden tot op het ogenblik van de protesten door onder meer Gerard van het Reve in 1971, ook mannen naar Nederland gebracht met het oog op een speciale behandeling voor zaken waarvoor zij zich moesten schamen. Het ging meer bepaald om onder meer homoseksualiteit, dat toen nog als een ziekte gold en homoseksuelen bezochten in Heiloo de katholieke Willibrordusstichting waar ene dokter Aimé Wijffels hen castreerde – wat meestal gebeurde met de instemming van de patiënt die in geval van 'delict' aldus al eens op strafvermindering kon rekenen. Men liet zich verminken uit vrees voor de schaamte en aldus verdonkeremaande de schaamtecultuur het schuldbewustzijn dat normaliter een dergelijke (zelf)verminking in de weg staat.

Maar wie denken dat wij er na de vrouwenemancipatie – “baas in eigen buik” – en het homohuwelijk in moreel opzicht op vooruit gegaan zijn, houden helemaal geen rekening met het feit van een toenemende cultuur van het wegmoffelen waar het zieken, gehandicapten en ouderlingen betreft: meer dan ooit worden wie niet beantwoorden aan het door de manipulerende media voorgehouden ideaal van de gezonde, mooie, snuggere en jonge helden en heldinnen, genadeloos opgeborgen in instellingen en zo niet worden zij gestigmatiseerd en belanden zij aldus in virtuele concentratiekampen, afgezonderd van het zogenaamd 'normale' leven. In dat normale leven wringt men zich in alle mogelijke bochten en werkt men zich uit de naad om er bij te kunnen horen – om er bij te kunnen blijven horen, wat wil zeggen: zo lang mogelijk, want het liedje van het eeuwig leven is voorgoed voorbij, voortaan komt er aan alles hoe dan ook een eind. Mensen als speelballen van modemakers, ideologen, politici, technocraten, bankiers – mensen als speelballen van een schaamtecultuur die op het eind van de rit ook de meest eerzuchtige met een blos op de wangen te kijk zet – zoals de kijkcijfers aangeven is het dan feest voor de aasgieren die wij geworden zijn en zoals in De ballade van Arie Hop werden wij zowaar onze eigen kannibaal.

Vaak gaat schaamteloosheid door voor een ondeugd en derhalve schaamte voor een deugd maar dat gebeurt dan geheel onterecht omdat schaamte geen handeling is en ook geen attitude: schaamte wordt ondergaan – zij het vaak door eigen toedoen. De vrees voor schaamte blijkt sterker dan die voor schuld en aldus fnuikt zij het schuldbewustzijn en maakt zij van mensen slaven, misdadigers en soms ook moordenaars. Bovendien kan men vermoeden dat daar waar men zijn kinderen en zijn ouders opoffert, het geen god kan zijn die zulk een offers eist maar veeleer een demon en derhalve weet men dat als de status van onbesproken gedrag – met andere woorden de eer – het toegangsticket is tot deze wereld, de eer evenmin als de schaamte een deugd kan zijn. Door het thema van de anticonceptiva aan te kaarten, legde Jaap Kruithof de vinger op de wonde – de etterende wonde van de eerzucht, de tweelingzuster van de hypocrisie. En eerzucht is wél een ondeugd en met betrekking tot een al te verregaande permissiviteit inzake de abortuspraktijk, de opsluiting van dementerenden en de stigmatisering van dissidenten, is het een ondeugd die tot moord aanzet. Eerzucht, fierheid, trots, hoogmoed of arrogantie is de ultieme eigenschap die de duivel parten speelde bij zijn fatale val waarin hij de mens tracht mee te sleuren.

O Lucifer, ghy zult dien hooghmoedt u beklagen.

Ghy fenix, onder al wat Godt daer boven looft,

Hoe steeckt ghy, onder 't heir, zoo fier met hals en hooft,

En helm, en schoudren uit! hoe heerlijck past u 't wapen,

Als waer 't naturelijck uw wezen aengeschapen !

0 hooft der Engelen, niet hooger: keer weerom.

(De aartsengel Rafaël aan het woord in: Joost van den Vondel, Lucifer, vijfde bedrijf, versregels 1791-1796)


Maar de tijden blijken in dit opzicht niet zo veel veranderd en nog steeds blijken massa's mensen schijnbaar moeiteloos anderen én zichzelf wat voor te liegen in het bizarre spel van de hypocrisie dat kennelijk tot elke prijs in ere moet worden gehouden. Dat dit ook en vooral inzake de menselijke seksualiteit het geval blijkt, legt zowel de diepte van de menselijke ziel bloot als het mysterie van het kwaad: schuilt het kwaad in onze onderworpenheid aan het irrationele – bron van romantiek, passie en lust – of bestaat het in de sociale uitsluiting door mensen die de schijn ophouden van een redelijkheid die er helemaal geen is? Schuilt het kwaad met andere woorden dan niet in het feit dat wij ondoorgrondelijke wezens zijn die tegen heug en meug geloven in de ultieme kennis en in de rede en die anderen die ons als onredelijk ontmaskeren, uitstoten? Is het dan een groter kwaad om uitgestoten te worden door een hypocriete wereld omwille van zijn trouw aan de waarheid dan om de waarheid te verloochenen in ruil voor zijn wereldburgerschap? Ofschoon het alle schijn tegen heeft, blijkt de zozeer geprezen eer de grootste rivaal van de waarheid en de beste bondgenoot van de leugen. Socrates, Tijl Uilenspiegel, Han van Meegeren, Aleksandr Solzjenitsyn, Edward Snowden en vele andere dissidenten illustreren hoe deze diepe filosofische waarheid zich weerspiegelt in de dagelijkse praktijk.

De schaamte suggereert al te vaak een schuld die er helemaal niet is en zij speelt aldus de schuldeloze parten – hij schaamt zich omdat men hem met de vinger wijst, ook waar dit onterecht gebeurt – terwijl heel wat criminelen schaamteloos lijken te werk gaan – hoe vaak immers wordt trots niet op applaus onthaald? Maar tegelijk zijn het even vaak degenen zonder schuldbesef die de schaamte vrezen, terwijl vermeende schaamteloosheid dikwijls slechts een volstrekte afwezigheid van schuld verkapt. Schuldbewustzijn voorkomt kwaad en derhalve schuld precies zoals besef van onze onwetendheid ons behoedt voor onverstand en zo ook kan de joodse filosofe Hannah Arendt zeggen dat een gebrek aan intelligentie aan de basis ligt van heel wat kwaad want paradoxaal genoeg leidt het kritiekloze navolgen van autoriteiten – afhankelijk van wie die autoriteiten zijn – even vaak tot (althans van buitenaf gezien) vreedzame samenlevingen als tot de hel van Mao, Ceaușescu en Hitler.

De vrees voor schaamte blijkt de motor achter de hebzucht die op haar beurt niet alleen de jacht op carrière aandrijft maar ook en vooral de fraude en de vele andere misdaden welke mensen rijk maken, eer bezorgen en vervolgens toegang verschaffen tot de wereld – die in dit opzicht inderdaad onmiskenbaar 'des duivels' is want niemand komt erin zonder de genoemde ondeugden in afdoende mate te hebben beoefend. Want niet door hard labeur wordt men rap rijk – de beste trekpaarden verslijten eerst – het pad naar instant rijkdom is dat van de uitbuiting.

Uit angst voor sociale uitsluiting – uit schaamte – wenden arme mensen de schaarse middelen bedoeld om te overleven aan om de valse schijn op te hangen van een welstellendheid die zij niet hebben en op die manier verliezen wie geen sociale status hebben tevens de levensmiddelen bedoeld voor het bevredigen van de primaire behoeften.

Gelijk krijgen is belangrijker geworden dan het te hebben, wat betekent dat de waarheid niet langer objectief is maar voortaan gemaakt wordt, meer bepaald door wie over voldoende wereldse macht beschikken en via de navenante triomf van de leugen, ontvouwt zich een schaamtecultuur die eist dat niet langer degenen blozen die abortus plegen maar zij die de rechten van de ongeborenen verdedigen. De heerschappij van de leugen herstelt de standenmaatschappij in ere alsook de slavernij, en wel via de zozeer bedrieglijke weg van de geboortebeperking in de derdewereldlanden:

“We wensen geen massamoordenaars te zijn maar we zijn het tegen heug en meug en bij uitstek de aanwending van massale uithongering (– dagelijks ca. 30.000 slachtoffers) in functie van de continuering van de slavernij toont dit aan. De perversie schuilt in het feit dat derde wereldburgers in slavernij gehouden worden door hun naast een pensioen ook nog het recht op kinderen te ontzeggen onder de dreiging dat hun kroost een overbevolking zou veroorzaken terwijl hun ecologische voetafdruk verwaarloosbaar is – of hoe slachtoffers de schuld krijgen van het kwaad waarvan zij de dupe zijn.”

(http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3047472 ; zie ook: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/334015.pdf )

De schaamte blijkt de dienstknecht van de ondeugd van de eerzucht, bron van ontelbare misdaden. De inspirerende 'schaamteloosheid' van een reus zoals Jaap Kruithof blijkt, tegen de bedrieglijke intuïtie in, het ultieme werktuig voor het aan het licht brengen van diep verborgen, onfrisse praktijken welke dikwijls letterlijk moorddadig zijn. Het is immers vaak de schaamteloosheid die de schande aan het licht brengt van de verdoken schuld van misdaden, precies omdat die zich kunnen handhaven middels de schaamte.

(J.B., 25 april 2018)

Verwijzingen:

(1) http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/cultuur%2Ben%2Bmedia/media/1.2289050





       

   
















09-04-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De triomf van de dood









De triomf van de dood

           

            De islamieten hebben een punt in de discussie over het al dan niet verdoofd slachten van offerdieren waar zij stellen dat zij best bereid zijn om zich te schikken naar de eisen van de dierenrechtenverdedigers op voorwaarde dat men eerst schoon schip maakt met ander en groter dierenleed – en zij doelen zeer terecht op dierenleed veroorzaakt door wettelijk beschermde vormen van moordlust waarvan de jacht het typevoorbeeld is.


De jacht is zowat twee miljoen jaar oud – dan immers verschenen de eerste mensen – die op deze manier aan voedsel kwamen. Toen ongeveer tienduizend jaar geleden planten en dieren gedomesticeerd werden – of dus met het ontstaan van de landbouw en de veeteelt – nam het belang van de jacht af maar verdwijnen deed zij niet omdat zij nog andere doeleinden dient. Jagen wordt als geoorloofd beschouwd bijvoorbeeld als bestrijding van de beschadiging van veldgewassen door konijnen maar steeds meer stemmen gaan op om alvast de plezierjacht te verbieden.


De tegenstanders van de vrije jacht – die in oorsprong een recht is van de grondbezitter – zijn meestal dierenvrienden en aan hen wordt vaak verweten dat hun (selectieve) empathie voor dieren in feite slechts een verkapte affectie is, opgewekt door de aaibaarheid van de betrokken soorten en zo zouden bijvoorbeeld stokstaartjes er fel onder lijden dat zij worden ingezet als gezelschapsdier terwijl slakken, bromvliegen en vissen geen enkel gevaar lopen.


Maar er zijn ook ernstige argumenten voor de bescherming van de planten- en de dierenwereld tegen de plezierjacht en daar gaat de discussie vooral over het ecologisch evenwicht als noodzakelijke voorwaarde zonder meer voor alle leven op deze planeet. Want is het geen zonde als primitieve moordlust – botgevierd met alles behalve primitieve middelen – het leven als zodanig in de weg staat?


Een sprekend voorbeeld van verstoring van het natuurlijk evenwicht door de mens is de ontbossing. Reeds Plato waarschuwde tweeduizend vierhonderd jaar geleden tegen de ontbossing van Griekenland en bij de deur zien wij hoe ten tijde van de industriële revolutie de houtkap voor de hoogovens het ooit dichtbeboste Schotse landschap herschapen heeft tot een aaneenschakeling van reusachtige meren. Sinds de kap van het Amazonewoud wereldnieuws werd, weten wij dat het hier gaat om de longen van de aarde zonder welke wij straks allemáál zullen moeten puffen en nog erger want wij verliezen niet minder dan zeventien voetbalvelden bos per minuut. Grosso modo is het zo dat wat de dieren uitscheiden en uitademen, voedsel is voor de planten, terwijl de planten en hun uitwasemingen mens en dier tot voedsel en tot adem zijn. Op die manier leven plant en dier bij de gratie van elkaar – een symbiose nota bene zonder ook maar één grammetje afval.


Maar ook een andere kijk op de plezierjacht kan een verbod plausibel maken want het gaat hier om de pertinente vraag of de menselijke moordlust wel kan voorgesteld worden als een (nota bene per definitie gesubsidieerde want erkende) sport teneinde haar te kunnen botvieren. Moeten met andere woorden arme mensen belastingen betalen om het botvieren van de moordlust van de rijken te bekostigen? Moet de staat voorzien in accommodatie, propaganda en zelfs eerbetoon aan het doden van andere levende wezens terwijl dit doden geen andere noodzaak dient dan het 'bevredigen' van een moordlust? En kunnen geen vraagtekens gesteld worden bij iets zoals moordlust als er dan toch ook mensen zijn die lust beleven aan het redden van levens – van mensen of van dieren – hetgeen heel wat meer opleiding, studie, oefening en inspanningen vraagt dan het overhalen van een trekker? Valt er geen inconsistentie te bespeuren in de finaliteit van onze wetten wanneer zij zowel het redden van levens als het vernietigen ervan aanmoedigen?


Maar nu horen we de jagers al kijven dat de jacht niet de mens betreft doch de dieren en zij bedoelen uiteraard de andere soorten, alsof het doden van andere soorten geoorloofd is en dan wel op grond van het argument dat het nu eenmaal om andere soorten gaat, alsof de empathie met andere soorten dan pervers was. Dit verwijt sneed weliswaar hout in de jungle van weleer waar de wet van de sterkste gold en waar de prijs voor een affectieve band met de prooi het eigen leven was. Iets gelijkaardigs houden wij ons ook voor in tijden van oorlog wanneer bijvoorbeeld de Belgen ervan overtuigd zijn dat zij de Duitsers mogen doden omdat het geen Belgen zijn en, omgekeerd,wanneer de Duitsers ervan overtuigd zijn dat zij de Belgen mogen doden omdat het geen Duitsers zijn en erger nog, want zij geloven dat zij hen ook móeten doden – dienstweigeraars kregen tot voor kort de dood met de kogel. En waar houdt die logica dan op, want in dezelfde lijn is het geoorloofd om leden van een andere clan te doden omdat ze niet tot mijn clan behoren of om anderen te doden omdat ze niet samenvallen met mezelf. En tenslotte is ook de zelfmoord geoorloofd, hetzij omdat zij niet bestraft kan worden, hetzij omdat men steeds vaker zichzelf beschouwt als eigenaar van zichzelf. Of heeft de perversiteit van het zogenaamde paraconsistente denken het nu voor het zeggen? In dat geval hoeven wij ons uiteraard niet langer uit te sloven met het houden van betogen en kunnen wij uiteindelijk alles beamen zonder meer: de jacht op hazen en patrijzen, de vossenjacht, de olifantenjacht, de jacht op luipaarden en mensapen, de jacht op mensen, het kannibalisme, de praktijk van de onthoofding, de genocide, abortus en euthanasie. En is dat niet De triomf van de dood, uitgebeeld in 1562 door Pieter Bruegel de Oude?


(J.B., 9 april 2018)


Verwijzingen:


https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacht_(activiteit)


https://nl.wikipedia.org/wiki/Homo_habilis


https://nl.wikipedia.org/wiki/Homo_erectus


https://nl.wikipedia.org/wiki/Domesticatie


https://nl.wikipedia.org/wiki/Aaibaarheidsfactor


https://nl.wikipedia.org/wiki/Ontbossing


https://nl.wikipedia.org/wiki/Natuurlijk_evenwicht


https://nl.wikipedia.org/wiki/De_triomf_van_de_dood

                                            














05-04-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren

Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren.




31-03-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stille Zaterdag








                     

 

           

Stille zaterdag


In een recent interview van Jan Jagers, voor Magazine Universiteit Antwerpen, met Jeffrey Sachs, topadviseur van de secretaris-generaal van de VN en 's werelds grootste econoom van dit eigenste ogenblik, herinnert de eredoctor aan een fenomeen waarover bijvoorbeeld ook 'de laatste getuigen' [van de holocaust] het hebben en dat verwant is met wat Primo Levi betitelt als het allergrootste kwaad, zijnde de onverschilligheid: "(...) Hoewel we kúnnen samenwerken, lijken we desondanks in een tijd te leven die compleet gevangen zit in toenemend wantrouwen, waardoor zelfs het gevaar op wereldwijde vernietiging dreigt. (...) De opkomst van vooral China, van Azië, betekent het einde van de door het Westen geleide wereld zoals we die de laatste 250 jaar hebben gekend. Opmerkelijk is dat de VS (...) nu zelf onstabiel is en in vele opzichten een schurkenstaat, a rogue nation. Jammer genoeg. Met een mentaal zieke president kan je dit moment niet anders zien dan als dramatisch. (...) Ik vrees een nucleaire oorlog. (...) We zien zoiets nooit als een optie tot het echt gebeurt, omdat onze psychologie zulke risico’s simpelweg niet kan verwerken. (...) Vliegende ganzen in radarstralen hebben we geïnterpreteerd als intercontinentale raketten uit Rusland, ook radarreflectie op de opkomende maan is daar al voor doorgegaan, en zopas was er in Hawaii vals alarm over een nucleaire aanval (...). Het is twee minuten voor middernacht. Alle mensen van goede wil moeten nu opstaan en nee zeggen (...)" (1)


“Onze psychologie kan dit niet verwerken”: als een kwaad maar groot genoeg is, zal het niet langer als zodanig gelden doch daarentegen als een goed. Om die reden wordt de naam van Napoleon Bonaparte (1769-1821), een der grootste massamoordenaars aller tijden, alom in ere gehouden met reusachtige standbeelden en andere eretekens bij de vleet; naar hem worden in alle metropolen ter wereld restaurants en cafés genoemd en zelfs allerlei luxeproducten, incluis dranken en bonbons, alsof hij een sinterklaas was of een paashaas. Hetzelfde geldt voor Nero (37-68), Mao (1893-1976), Stalin (1878-1953) en vele andere tirannen. Het droppen van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki die in één klap een kwart miljoen mensen ter plekke deden verdampen zodat het enige spoor dat van hen restte een zwarte vlek was op de grond, wordt niet alleen herdacht door de slachtoffers: ook de daders bleven hun heldendaad vieren, onder meer met de tentoonstelling in het National Air and Space Museum, in Washington D.C., van de belangrijkste onderdelen van de Enola Gay – het vliegtuig waarmee de bommen werden gedropt – tot de dag dat het tuig met verf en bloed besmeurd werd. En de Japanners werden sinds die zwartste dag uit hun geschiedenis de beste bondgenoten van de moordenaars van hun volk.


Onze psychologie kan een zo groot kwaad niet verwerken – of toch niet meteen. Want als er vele, vele jaren overheen gegaan zijn, blijft uiteindelijk de waarheid over. Zo kwamen heel lang geleden de eerste mensen Amerika in via het Noord-Westen dat aan het Noord-Oosten van Azië grenst en zo bevolkten geelhuiden met pikzwarte haren – Chinezen – dat continent totdat zij daar door Europese goudzoekers werden verdreven, gescalpeerd of in reservaten ondergebracht met gratis alcohol – dat de zogenaamde Indianen echt Chinezen zijn, verraadt ons zelfs hun beider poëzie. (2) Hollywood ten spijt met zijn op nog ongerepte breinen mikkende propagandafilms over heldhaftige cowboys, weet nu stilaan iedereen hoe gigantisch de leugens zijn die door de oorlogsmachinerie gebrouwen worden.


Maar als onze psychologie niet in staat is om een kwaad te verwerken dat al te groot is, waarom zou hetzelfde dan niet waar zijn voor een al te groot goed? Het is bijvoorbeeld algemeen geweten dat het menselijke besef van het mirakel van het leven bijzonder ontoereikend is. Of spreken de kwistigheid met levensbelangrijke zaken, met mensenlevens en met levende soorten dan geen boekdelen? En het gemak waarmee men oorlog voert, de onbezonnenheid van landen en hun leiders? Onze psychologie blijkt derhalve evenmin in staat om een goed dat al te groot is, te bevatten. Vandaar de vraag: zou het niet kunnen dat niet slechts het leven maar evenzeer het eeuwig leven of de verrijzenis behoren tot die goederen waarvan de omvang het bevattingsvermogen van onze psychologie simpelweg te boven gaan?


Want dat wij het wonder van het biologische leven altijd zo fel onder zijn waarde schatten, komt doordat wij eraan gewoon geraakt zijn, zoals men zo vaak zegt, en gewenning is niets anders dan ongevoeligheid, psychisch onvermogen of een tekort aan besef. En gaan zij die het leven na de dood verwerpen omdat zij zeggen dat niemand dit bevatten kan, er dan niet verkeerdelijk vanuit dat het leven vóór de dood wél bevattelijk zou zijn? Ja, zij verwijzen naar de wetenschappen, die de religie van de nieuwste tijd zijn, maar zij blijven een religie. Want meer dan beschrijvingen geven de wetenschappen vooralsnog niet. Meer kan onze psychologie vandaag kennelijk niet verwerken. Pasen blijkt een zaak voor veel en veel later – een zaak voor een tijdperk dat nog volgen moet op dat van de vrede, dat nog lang niet in zicht komt. Wij houden noodgedwongen halt bij Stille Zaterdag.


(J.B., Paaszaterdag 2018)


Verwijzingen:


(1) https://www.uantwerpen.be/images/online/magazine/MUA27/#6/z


(2) https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3062603











23-03-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Taiwan




     




Taiwan


Altijd onvoorspelbaar – zo is de toekomst. En ook nu alle ogen gericht zijn op Rusland dat massaal troepen naar zijn grenzen met Europa stuurt of op de V.S. in twist met Noord-Korea of op Israël en de Palestijnen: na de oorlogszuchtige uitspraken van de Chinese leider Xi Jinping, blijkt plotseling het lot van de wereld af te zullen hangen van dat van het zogenaamde Eiland van Pracht, want dat is de naam die de Portugese ontdekkingsreizigers in 1583 gaven aan het huidige Taiwan dat sinds 1949 de eigenlijke Republiek China herbergt, afgescheiden van het vasteland dat, toen ingepalmd door de communisten, aangeduid wordt als de Volksrepubliek China.

                    Het eiland Taiwan ligt op ruim honderd kilometer ten oosten van het Chinese vasteland (op zowat 200 km ten Noordoosten van Hong Kong), en daarvan gescheiden door de Straat van Formosa (of het Kanaal van Taiwan), tussen de Oost-Chinese, de Zuid-Chinese en de Filipijnse Zee. De Filipijnen liggen 200 km ten zuiden en Japan 400 km ten Noordoosten van Taiwan. Met een oppervlakte van 35.980 km² is het eiland qua grootte vergelijkbaar met België maar met 23,5 miljoen inwoners het is dubbel zo dicht bevolkt.

Taiwan beschouwt zichzelf als onafhankelijk van China dat in twee gespleten werd onder invloed van het Russische communisme na de Oktoberrevolutie aldaar in 1917: Mao stichtte met zijn communistische partij gesteund door de Russen de Volksrepubliek China (in 1949) terwijl de anti-communisten met hun nationalistische Republiek China (sinds 1912) en met steun van de V.S. (in 1949) naar het eiland vluchtten en zich daar vestigden als een westers gekleurde democratische partij. (1)

            De huidige Chinese communisten beschouwen Taiwan als een afvallige provincie en ze willen die terug, precies zoals Irak zijn voormalige provincie Koeweit terug wilde – wat mislukte – of zoals Rusland aanspraak maakte op de Krim die prompt door Poetin werd heroverd. En als het mogelijk bleek voor de Russen om quasi zonder enige westerse tegenstand de Krim te heroveren vlakbij de Europese grens, hoe zou het dan onmogelijk zijn voor de Chinezen om hun naburige voormalige provincie opnieuw in te palmen, te meer daar zij zo veraf ligt van het westen? Xi Jinping sprak zich enkele dagen geleden daarover uit in niet mis te verstane bewoordingen. De kwestie is alleen dat het Westen de Taiwanezen waarschijnlijk niet zomaar aan hun lot zal overlaten en dat betekent oorlog.

            Sinds de Oktoberrevolutie (in 1917, gevolgd door een burgeroorlog die in 1922 uitmondde in de stichting van de USSR) heeft de ganse politieke wereld zich in twee gespleten: een kapitalistisch en een communistisch deel. De kiemen van die strijd lagen in feite al bij de Franse Revolutie (in 1789-1799) of, eerder nog, bij de opstand in Engeland onder Cromwell (met de afschaffing van de monarchie in 1649, welke zich echter herstelde twee jaar na zijn dood – in 1660): dit waren volksopstanden gericht tegen clerus en adel; de communistische revolutie richtte zich weliswaar tegen de Tsaren maar ook en vooral tegen de geldadel – de zogenaamde kapitalisten. Het lelijke kapitalisme dat immers verregaande ongelijkheid brengt, volgt paradoxaal genoeg uit de mooie ideologie van de vrijheid die vertrekt vanuit een (al te) groot (en daarom vaak rampzalig) vertrouwen in het volk. Het communisme verwerpt die ongelijkheid maar kan dat niet doen zonder het vertrouwen in het volk op te geven en de individuele vrijheid aan banden te leggen. Het communisme biedt onderling gelijke doch verknechte enkelingen waar het kapitalisme dreigt te stranden in een rampzalige vrijheid waarvan de milieuverloedering ingevolge ongeremde concurrentie en verkwisting slechts één van de vele exponenten is. Een bijkomend en in zekere zin onvoorzien doch nu alles overschaduwend probleem is dat van de tegenstelling tussen deze twee wereldvisies.

            De spanningen tussen China en Taiwan weerspiegelen zich sinds 1949 op het wereldtoneel met betrekking tot de erkenning van hetzij het ene hetzij het andere China, want er moet nu eenmaal een keuze worden gemaakt door elk land dat handelsbetrekkingen wil aanknopen met een van beide. China misprijst landen die Taiwan erkennen en geeft aan dat misprijzen ook uiting door met die landen geen politieke betrekkingen aan te knopen en landen die politieke betrekkingen aanknopen met China, mogen dan weer Taiwan niet in. Zo bijvoorbeeld erkennen de VS Taiwan wél en zij hebben er een ambassade maar bijvoorbeeld België staat op goede voet met het communistische China...

(J.B., 23 maart 2018)

Verwijzingen:

(1) Meer in detail: zie het artikel over China: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3062603 of

http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3062605            

  









21-03-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.china - een beknopte geschiedenis (herhaling, met herstelde afbeeldingen)

China
een beknopte geschiedenis (°)

– een herhaling van het artikel d.d. 8 maart 2012 –

 

'Het porceleinen paviljoen'
(Li Tai Po)


Midden in den kleinen vijver

Staat een paviljoen van grasgroen

En van melkwit porcelein.


Als een tijgerrug zoo welft zich,

Maanbeglansd, de brug van jade

Naar het groenwit paviljoen.


In het huisje zitten vrienden,

Fraai gekleed en drinken, praten –

Velen schrijven lenteverzen.


En hun zijden mouwen glijden

Achterwaarts, hun zijden mutsen

Zitten vroolijk in hun nek.


Op de stille kristallijnen

Oppervlakte van den vijver

Spiegelt alles wonderbaar.


De omgekeerde boog van ’t brugje

Lijkt een halve maan. De vrienden,

Fraai gekleed, zij drinken, praten,


Alle staande op hun hoofden,

In het paviljoen van grasgroen

En van melkwit porcelein. (1)





Wellicht werkt niets eerlijker en sneller om van een volksziel iets te zien te geven dan een mondvol frisse verzen. Ook al is ze meer dan duizend jaar oud: de poëzie van Li Tai Po klinkt altijd verrassend nieuw. Mystiek én epicuristisch weerspiegelt zij de schoon bezongen jade en de lente en de jeugd, de nostalgie, de onverbiddelijkheid van de tijd in fel contrast met de lenigheid der verzen en de behendigheid van fantasie. Grote kunst brengt de uitersten aldus samen in harmonieuze tegenstellingen, en zo ook de uitersten van de tijd: verleden en toekomst, herinnering, heimwee, verwachting, wanhoop, hoop.

 

In 2005 werden in China tanden van de Jianshi-mens gevonden die zowat twee miljoen jaar oud moeten zijn. Van de beroemde Peking-mens, een homo erectus of een mens die rechtop begon te lopen, werden vijf schedels en ook kaakbeenderen gevonden die wellicht een miljoen jaar oud zijn. Zowat 6000 vóór Christus leefden langs de Gele Rivier al culturen die gierst verbouwden en die honden, varkens en pluimvee hielden. Afgezien van enkele tekens op aardewerk uit de 13de eeuw v.C. - het einde van de Shang-dynastie - zijn er pas eigenlijke geschriften vanaf de aanvang van het eigenlijke Chinese keizerrijk in 221 v.C.

Het Chinese Keizerrijk overspant de hele geschiedenis van het land van de rijzende zon... tot in 1911. Dan brak in Wuhan, in het hart van China, de Xinhai-revolutie uit onder leiding van Sun Yat Sen (Sun Zhongshan), die de Qing-dynastie deed vallen en in 1912 werd de Republiek China uitgeroepen, aldus vandaag een eeuweling.

De poëzie van Li Tai Po is die van de rijke klasse, de gunstelingen van de keizer, maar een meerderheid van het volk had voor het componeren van lenteverzen helemaal geen tijd. Sun Yat Sen (Yat Sen is eigenlijk een van zijn vele pseudoniemen die overigens niet overbodig bleken daar hij meermaals ternauwernood ontsnapte aan de klauwen van de vijand) was zelf een volksmens die geneesheer werd en hij behartigde de sociale zaak: hij wilde nationalisme, socialisme en democratie. In 1895 had hij al eens een opstand willen ontketenen, wat toen mislukte. Hij beschouwde het Westen en meer bepaald Amerika als model voor China en hij verspreidde die overtuiging via het christelijke netwerk waarvan hij deel uitmaakte. Later, na de oktoberrevolutie in Rusland (in 1917), riep hij de hulp in van de Russische communistenregering voor zijn partij, de Kwomintang of 'volkspartij', en hij kreeg militaire steun en veroverde ook Zuid-China. Maar onder de Russische invloed kleurde zijn partij zo rood dat het zijn opvolger Chiang Kai-Shek zeer tegenstond. Later scheurde de nationalistische Chiang zich met zijn volgelingen als de Republiek van China van het communistische China - de Volksrepubliek China - af, en zo splitste China zich in twee. Sun Yat Sen stierf plotseling in 1925. Hij wordt nog steeds door alle Chinezen (communisten én nationalisten) als 'Vader des Vaderlands' erkend en aldus maakt hij China in feite weer één.

Chiang Kai-Shek kreeg een militaire training in Moskou in 1923 maar keerde in 1924 als overtuigd anti-communist naar China terug waar hij Sun Yat Sen na diens dood opvolgde. In 1928 brak hij met de communisten en hij ging hen zelfs vervolgen. Door zijn vrouw werd hij in 1930 methodistisch christen.

Van 1931 tot 1945 vormden de nationalisten (onder Chiang Kai-Shek) en de communisten (onder Mao Zedong) één front tegen de invallende Japanners maar in feite bevochten ze steeds meer elkaar en Stalin bewapende de communistische Chinezen tegen de nationalisten die in 1948 werden verslagen. In 1949 werd de Volksrepubliek China (het communistische China) gesticht. Intussen volgde Li Tsung-Jen de afgetreden Sun Yat Sen op die samen met 2 miljoen volgelingen naar Taiwan vluchtte, waar hij (in hoofdstad Taipei) de Republiek China (het nationalistische China) vestigde en in 1950 werd hij daar president met de steun van de V.S. Tot 1971 was de Republiek (Taiwan) het enige erkende China (met vandaag 23 miljoen inwoners). Pas daarna werd ook de Volksrepubliek China erkend (met nu 1,3 miljard inwoners).

In 1975 overleed Chiang Kai-Shek, zijn zoon Chiang Ching-kuo volgde hem op en regeerde in Taiwan tot 1988. Na hem regeerden Lee Teng-hui (tot 2000), Chen Shui-bian (tot 2008) en Ma Ying-jeou (herkozen in 2012).

In de Volksrepubliek China werd Mao na zijn dood in 1976 opgevolgd door de pragmatische Deng Xiaoping die een staatskapitalisme invoerde dat China grote welvaart bracht. Na hem regeerden Jiang Zemin (1993-2003) en Hu Jintao (2003-heden).

*

Sun Yat Sen wilde een China naar het voorbeeld van de Verenigde Staten, maar het noodlot wil dat de oorspronkelijke bewoners van Amerika, Indianen zijn: geen mensen uit Indië afkomstig zoals Colombus verkeerdelijk geloofde toen hij in 1492 Amerika voor Indië hield, maar wel Chinezen. Heel lang geleden kwamen zij Amerika via het Noord-Westen dat aan het Noord-Oosten van Azië grenst, naar binnen en zo bevolkten zij dat continent totdat zij daar door Europese goudzoekers werden verdreven, gescalpeerd of in reservaten ondergebracht met gratis alcohol. En dat de Indianen echt Chinezen zijn, verraadt ons de Chinese poëzie, andermaal van Li Tai Po, met name in zijn drinklied, getiteld: Alleen drinkend bij het licht van de maan, zoals het vertaald is en ook herschreven door de grote Nederlandse dichter Jacob Slauerhoff. Deze arts, te groot om niet feitelijk te worden verstoten door de kleinburgerlijke Hollanders, werd scheepsarts en belandde aldus met de vloot in 't Oosten. Li Tai Po komt helemaal tot zijn recht en ook de dichterlijke wijsheid van de oude Indianen herkent men direct in deze enkele magische verzen:


'Alleen drinkend bij het licht van de maan'
(J. Slauerhoff naar Li Tai Po)

‘k Verkeer in weelde tusschen de bloemen met wijn,
Maar ook in armoe: drinkend zonder vriend.
De opkomende maan, mij zoo verlaten ziend,
Wekt mijn schaduw, zoodat we met zijn drieën zijn.
(2)




Noten:

(1) Het porceleinen paviljoen is een gedicht van de grote Chinese dichter Li Tai Po (ook wel Li Po of Li Bai genoemd) [701-761] in een vertaling van de Nederlandse Hélène Swarth (1859-1941) [in: De chineesche fluit, Meulenhof, Amsterdam 1922] die gebaseerd is op de Duitse vertaling van de hand van Hans Betghe (1876-1946) [in: Chinesische Flöte], die op haar beurt steunt op de eerste vertaling [in: Le livre de jade] van Judith Gautier (1845-1917). Zie:
http://www.tragevuur.com/nummer41-ontdekking.htm#_edn1 . Het gedicht heeft bij ons bekendheid verworven mede door het feit dat het, samen met nog andere verzen van Li Tai Po, werd opgenomen in Gustav Mahler's Das Lied von der Erde uit 1908-1909, dat in première ging na Mahlers dood in 1911 te München.
(2) 
Dit gedicht werd aangetroffen in de nalatenschap van Slauerhoff (1898-1936). Het telde oorspronkelijk veertien regels, Slauerhoff reduceerde ze tot vier. Zie: http://www.tragevuur.com/nummer41-ontdekking.htm#_edn1 .
(°) Voor alle persoonsnamen en trefwoorden, zie ook Wikipedia, o.m.:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Das_Lied_von_der_Erde

http://nl.wikipedia.org/wiki/Jiang_Zemin

http://nl.wikipedia.org/wiki/China

http://nl.wikipedia.org/wiki/Deng_Xiaoping

http://nl.wikipedia.org/wiki/Christoffel_Columbus

http://nl.wikipedia.org/wiki/Taiwan

http://www.hyperhistory.com/online_n2/people_n2/persons4_n2/litaipo.html

http://fr.wikipedia.org/wiki/Judith_Gautier

http://en.wikipedia.org/wiki/Hans_Bethge

http://nl.wikipedia.org/wiki/Volksrepubliek_China

http://nl.wikipedia.org/wiki/Republiek_China

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chiang_Kai-shek

http://nl.wikipedia.org/wiki/Sun_Yat-sen

http://nl.wikipedia.org/wiki/Xinhai-revolutie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kwomintang

http://nl.wikipedia.org/wiki/Tongmenghui

http://nl.wikipedia.org/wiki/Japan

http://nl.wikipedia.org/wiki/Republiek_China_(Taiwan)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Mao_Zedong

http://nl.wikipedia.org/wiki/Yuan_Shikai

http://nl.wikipedia.org/wiki/Mao%C3%AFsme

http://nl.wikipedia.org/wiki/Communistische_Partij_van_China

http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_China

http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlanders_op_Formosa

http://nl.wikipedia.org/wiki/Shang-dynastie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Zhou-dynastie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Qing-dynastie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chinese_oudheid

http://nl.wikipedia.org/wiki/Traditionele_Chinese_opvatting_over_de_oudste_Chinese_geschiedenis

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chinees_keizerrijk



(J.B., 8 maart 2012)






















19-03-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pasen 2018







                     

Pasen 2018

           




Het christendom zou zijn bestaansreden verliezen als dit geloof niet de onsterfelijkheid of het eeuwig leven beloofde, inbegrepen, niet mis te verstaan, de opstanding van het lichaam uit de dood – want dat zijn uiteraard twee onderscheiden zaken.


De herinnering aan de bestaansreden van het christendom geschiedt met Pasen – de herdenking van de verrijzenis van de Messias en meteen het grootste kerkelijk feest van het jaar. Jezus wordt meer bepaald de eerst verrezene genoemd; Hij die voorafgaat aan allen die het eeuwig leven zullen beërven en die dat aan Hem te danken hebben; Hij die de erfschuld uitboette waarmee wij beladen werden sinds de zondeval die ons sterfelijk maakte. (1)


Want op de keper beschouwd gaat Pasen niet over de creatie van het eeuwig leven maar over het herstel van de onsterfelijkheid waarmee de mens immers geschapen werd maar die hij door zonde verspeelde. Andermaal, de opstanding uit de dood is een andere zaak dan het eeuwig leven, aangezien diegenen die uit de dood werden opgewekt, daardoor allerminst onsterfelijk werden, en er zijn er wel wat.


Behalve de door Jahweh opgewekte drie gevallen zoals vermeld in het boek Koningen in het Oude Testament – de zoon van Elia's gastvrouw (2), de zoon van de Sunamitische (3) en de dode die in Elisa's graf werd gelegd (4) – alsook de mensen die zoals vermeld in de Evangeliën door Jezus zelf werden opgewekt – de zoon van de weduwe van Naïn (5), het dochtertje van Jaïrus (6) en Lazarus van Bethanië (7) – alsook de door Petrus opgewekte Dorcas en de door Paulus opgewekte Eutychus (8) – zijn er nog de 'vele heiligen' die onmiddellijk na Christus' dood verrezen en in Jeruzalem verschenen. (9) Als mag aangenomen worden dat Jezus de eerst verrezene is, dan moeten allen die voordien uit de dood werden opgewekt, niet beschouwd worden als opgestaan tot het eeuwig leven doch enkel als opgestaan uit de dood of dus teruggekeerd uit de dood – tot het aardse leven.


Aldus verdwijnt meteen een schijnbare inconsistentie in de bijbelse verhalen over het verrijzenisgeloof, meer bepaald aangaande de door sommigen gemaakte opmerking dat de verschijning in Jeruzalem van de vele reeds gestorven heiligen plaatsvond nog voor de verrijzenis van Jezus uit zijn graf – zij kunnen immers uit de dood zijn opgewekt naar het aardse leven, net zoals bijvoorbeeld Lazarus, echter zonder verrezen te zijn en dus zonder reeds het eeuwig leven te hebben ontvangen – zoals gezegd zijn dit dan twee verschillende zaken.


Volgens de bijbel is er overigens ook tenminste één mens die nooit gestorven is aangezien zij niet met de erfzonde besmet was, met name Maria, de moeder Gods – zij werd evenwel 'ten hemel opgenomen', wat dan ook haar fysieke afwezigheid onder de stervelingen verklaart. Geheel onverklaarbaar echter blijft het gegeven dat verder ook Henoch en de profeet Elia als stervelingen ten hemel zouden zijn opgenomen zonder de dood te hebben moeten smaken. (10)


Jezus verrees pas drie dagen na zijn overlijden en in die tussentijd – op 'Stille Zaterdag' – zou Hij, althans volgens de apostolische geloofsbelijdenis, afgedaald zijn ter helle, met name om aldaar in het voorgeborchte van de hel de zielen te gaan verlossen van al diegenen die al gestorven waren – dezen hebben namelijk niet de kans gehad op het doopsel dat immers pas na het offer van het Lam van kracht was en derhalve waren zij niet verantwoordelijk voor hun toestand.


Naast het vreemde verschijnsel van de opwekking uit de dood tot een terugkeer in het aardse leven – in tegenstelling tot de opstanding welke een intrede in het eeuwig leven betreft – blijft nog een element de geloofwaardigheid van het paasgebeuren aantasten, namelijk de oudtestamentische grondslag voor pasen. Er wordt namelijk verteld dat een engel op bevel van Jahweh alle eerstgeborenen in de Egyptische gezinnen doodt teneinde de Egyptenaren duidelijk te maken dat het Jahweh menens is met zijn beschermheerschap van zijn volk Israël. (11)


Ofschoon Jezus liet verstaan dat hij niets wilde afdoen aan het Oude testament, (12) lijkt dit toch andermaal een grondige reden om op zijn minst de al te letterlijke interpretaties van het Oude Testament ten stelligste te moeten veroordelen. Jahweh die zijn engel gebiedt om een genocide te plegen vergelijkbaar met die van de legendarische Herodes – een moordpartij met als slachtoffers nota bene geheel onschuldige kinderen – is een zoveelste niet langer door de vingers te zien 'feit' dat de heiligheid van de Schrift ontsiert, zoniet op de helling zet. (13) Men herinnere zich vooral de mensenoffers die kennelijk gangbaar waren tot bij de aartsvader Abraham die net niet zijn zoon onthoofdde op het altaar van de Heer – die via zijn engel liet weten dat Hij voortaan genoegen zou nemen met een offerdier. (14)


Wie zich vasthechten aan dit geloof, moeten zich uiteindelijk in allerlei bochten gaan wringen om middels zogenaamd 'figuurlijke' interpretaties de Heilige Schrift minder wreed te laten lijken dan ze in feite is, want tenslotte waren de stammentwisten ook in die tijd gevechten op leven en dood en gold het als een roemrijke heldendaad zijn vijanden te hebben verslagen en gedood – onder de vele duizenden jaren later nog steeds weerklinkende strijdkreet waarmee alle oorlogzuchtigen zich moed inspreken: "zo helpe ons God!" – en ligt er niet een ganse wereld tussen, enerzijds, deze primitieve kreet en, anderzijds, het Nieuw Testamentische devies: "Bemint uw vijanden!"? Maar wie hier nog steeds de kool en de geit willen sparen, dreigen daarvoor te zullen moeten betalen met de prijs van hun geloofwaardigheid: de wortels van het paasfeest kunnen bezwaarlijk kosjer worden genoemd. En onvermijdelijk doch niet geheel ten onrechte gaat ook de rest van de Heilige Schrift aan geloofwaardigheid inboeten.


Met de historie van de lijkwade van Turijn werd meermaals getracht om de geloofwaardigheid van de christelijke verrijzenis enigszins te herstellen – herhaaldelijk met bijzonder matig succes omdat men nu eenmaal, alle goed bedoelde goedgelovigheid ten spijt, in het jammerlijke onvermogen verkeert om van een ezel een koerspeerd te maken. Twee bijzonder grondig gedocumenteerde studies hierover zijn Subliem licht op de lijkwade van Turijn. Ware herkomst van een middeleeuwse relikwie (Aspekt, 2015) (15) en De terugkeer van de Nazoreeër. Fabuleuze lotsbestemming van een bliksemsjamaan (Aspekt, 2016) (16) van de Vlaamse auteur Ludo Noens.


Het laatst genoemde boek gaat over Jezus, de zoon van god, die na zijn dood is verrezen en de verrezen heer zou menigmaal verschenen zijn, zoals vele bronnen getuigen. En dat gegeven trekt Ludo Noens ook helemaal niet in twijfel, alleen blijken de doden vaker aan hun nabestaanden te verschijnen en menig strenge wetenschapper heeft daarvan getuigd, ofschoon niemand daarvoor ooit een bevredigende verklaring vond. Maar dat is geen bezwaar, zo blijkt immers uit het feit dat ook het leven zelf, dat onderwerp is van de biologie en van menige andere wetenschap, het met slechts beschrijvingen moet doen terwijl de grondvraag naar wat het leven is en hoe het dan überhaupt mogelijk is, uiteindelijk onbeantwoord blijft.


Het christendom is een mysteriegodsdienst, maar het is lang niet de eerste en evenmin de enige: over de mysterieculten licht ons Noens' boek uitgebreid in maar ook over de daarmee samenhangende problematiek van de Bijna-Dood-Ervaringen (BDE) die een empirische grond geven voor het geloof in wat het louter stoffelijke en het tijdelijke te boven gaat. De geschiedenis staat bol van sekten, geschriften en getuigenissen afkomstig uit alle hoeken van de wereld waarin sprake is over steeds weer hetzelfde fenomeen dat wij ook in het ons min of meer vertrouwde christendom ontwaren, alleen blijkt het bijzonder verhelderend om zich te realiseren dat naast de door de kerken erkende geschriften en documenten, nog andere bronnen bestaan: teksten die verdonkeremaand werden omdat zij de potentaten niet in de kaarten speelden maar die onontbeerlijk zijn om de waarheid dichterbij te komen omtrent — in dit geval — de Nazoreeër.


Noens' nauwgezette duiding van het sjamanisme laat er geen twijfel over bestaan dat ook de Nazoreeër in deze groep thuishoort — een groep van bijzondere figuren die de link verzorgen met de wereld aan gene zijde zonder welke ons bestaan aan deze zijde uiteindelijk belofteloos blijft. Noens schrijft: “(...) Wat men in onze alsmaar rationeler wordende samenleving meer en meer onder de mat schuift, zal de essentie van Jezus' betekenis blijken te zijn”. De waarheid blijft verborgen voor de verstandigen en wordt slechts aan de eenvoudigen onthuld; het koninkrijk Gods is slechts voor wie bereid zijn al het wereldse achter te laten. Is de verrijzenis van Christus als een eenmalig gebeuren voorgoed achterhaald? Het lijkt erop dat het biologische sowieso bestemd is om uit het leven een post-biologische ziel te laten geboren worden. (17)


(J.B., 19 maart 2018)


Verwijzingen:

            (1) I Korintiërs 15: 20-23: "Maar: Christus ís uit de dood opgestaan! Hij was de eerste van alle gestorven mensen die dat deed. Vroeger is door een mens (Adam) de dood in de wereld gekomen. Nu is ook door een Mens de opstanding uit de dood in de wereld gekomen. Alle mensen zullen door de schuld van Adam sterven. Maar nu zullen alle mensen door Christus levend gemaakt worden. Maar ieder op zijn beurt: Christus als eerste en daarna de mensen die van Christus zijn als Hij terugkomt."            

            (2) I Koningen 17:17-24.

            (3) 2 Koningen 4:8.

            (4) 2 Koningen 13:20,21.

            (5) Lucas 7:11-15.

            (6) Marcus 5:22-43 en Lucas 8:41-56.

            (7) Johannes 11.

            (8) Handelingen 9:36 resp. Handelingen 20:9.

            (9) Mattheüs 27:52-53: “En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt; en uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.”

            (10) Wat betreft Henoch, zie: Genesis 5:18-24: "Jered leefde honderdtweeënzestig jaar, en verwekte Henoch. En Jered leefde, nadat hij Henoch verwekt had, achthonderd jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Al de dagen van Jered waren negenhonderdtweeënzestig jaar; en hij stierf. Henoch leefde vijfenzestig jaar, en verwekte Methusalach. En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach verwekt had, driehonderd jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Al de dagen van Henoch waren driehonderdvijfenzestig jaar. Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg." Alsook:

            Hebreeën 11:5: "Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien. En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had. Vóór zijn wegneming kreeg hij namelijk het getuigenis dat hij God behaagde."

            Wat betreft Elia, zie: 2 Koningen 2:1-12: "Het geschiedde nu, als de Heer Elia met een onweder ten hemel opnemen zou, dat Elia met Elisa ging van Gilgal. En Elia zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de Heer heeft mij naar Beth-el gezonden. Maar Elisa zeide: Zo waarachtig als de Heer leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Alzo gingen zij af naar Beth-el. Toen gingen de zonen der profeten, die te Beth-el waren, tot Elisa uit, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de Heer heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil. En Elia zeide tot hem: Elisa, blijf toch hier, want de Heer heeft mij naar Jericho gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de Heer leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Alzo kwamen zij te Jericho. Toen traden de zonen der profeten, die te Jericho waren, naar Elisa toe, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de Heer heden uw heer van uw hoofd [d.i.: uw meester – n.v.d.a.] wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil. En Elia zeide tot hem: Blijf toch hier, want de Heer heeft mij naar de Jordaan gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de Heer leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! En zij beiden gingen henen. En vijftig mannen van de zonen der profeten gingen henen, en stonden tegenover van verre; en die beiden stonden aan de Jordaan. Toen nam Elia zijn mantel, en wond hem samen, en sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld; en zij beiden gingen er door op het droge. Het geschiedde nu, als zij overgekomen waren, dat Elia zeide tot Elisa: Begeer wat ik u doen zal, eer ik van bij u weggenomen worde. En Elisa zeide: Dat toch twee delen van uw geest op mij zijn! En hij zeide: Gij hebt een harde zaak begeerd; indien gij mij zult zien, als ik van bij u weggenomen worde, het zal u alzo geschieden; doch zo niet, het zal niet geschieden. En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden, die tussen hen beiden scheiding maakten. Alzo voer Elia met een onweder ten hemel. En Elisa zag het, en hij riep: Mijn vader, mijn vader, wagen Israëls en zijn ruiteren! En hij zag hem niet meer; en hij vatte zijn klederen en scheurde ze in twee stukken."

            (12) Mattheüs 5: 17: "Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen." (Statenvertaling van de bijbel).

            (13) "De Israëlieten kreunden onder slavernij en mishandeling door Farao. Moegetergd liet die zijn slaven onder leiding van Mozes vertrekken nadat een engel van God het oudste kind van alle Egyptische gezinnen had gedood. De kinderen van Israël werden gespaard: de engel ging voorbij – Pesach – aan hun huizen omdat ze op hun deurposten bloed hadden gesmeerd van een lam dat die avond werd gegeten." – aldus een verklarende paastekst op de internetsite van Kerknet – zie:

https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/artikel/wat-vieren-we-met-pasen-de-verrijzenis-van-jezus


(14) Genesis 22: 1-13: “Hierna gebeurde het dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tot hem: `Abraham.' En hij antwoordde: `Hier ben ik.' Hij zei: `Ga met Isaak, uw zoon, uw enige, die gij liefhebt, naar het land van de Moria, en draag hem daar, op de berg die Ik u zal aanwijzen, als brandoffer op.' De volgende morgen zadelde Abraham zijn ezel, nam twee knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, en kloofde hout voor het brandoffer. Daarna begaf hij zich op weg naar de plaats die God hem aangewezen had. Op de derde dag zag Abraham in de verte de plaats liggen. Toen zei Abraham tot zijn knechten: `Jullie blijven hier bij de ezel; ik ga met de jongen daarginds heen. Nadat wij ons in aanbidding neergebogen hebben, komen wij weer terug.' Daarop gaf Abraham zijn zoon Isaak het hout voor het brandoffer te dragen; zelf droeg hij het vuur en het offermes. Zo gingen zij samen op weg. Toen zei Isaak tot zijn vader Abraham: `Vader.' Hij antwoordde: `Ja, mijn zoon.' Isaak zei: `Wij hebben wel vuur en hout, maar waar is het offerdier?' Abraham antwoordde: `God zelf zal wel voor het offerdier zorgen, mijn zoon.' En samen gingen zij verder. Toen zij de plaats bereikt hadden die God hem had aangewezen, bouwde Abraham daar een altaar, stapelde er het hout op, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, boven op het hout. Toen Abraham echter zijn hand uitstak naar het mes om daarmee zijn zoon de keel af te snijden, riep de engel van Jahwe hem van uit de hemel toe: `Abraham, Abraham!'En hij antwoordde: `Hier ben ik.' Hij zei: `Raak de jongen met geen vinger aan en doe hem niets! Ik weet nu dat gij god vreest, want gij hebt Mij uw zoon, uw enige, niet willen onthouden.' Abraham keek om zich heen en bemerkte een ram, die met zijn horens in het struikgewas vastzat. Hij greep de ram en droeg die als brandoffer op, in plaats van zijn zoon." (Willibrordvertaling 1975)

15) http://www.bloggen.be/ludonoens/archief.php?ID=2624427 ;


https://www.youtube.com/watch?v=sUqEj9aqOgE


(16) http://www.bloggen.be/ludonoens/archief.php?ID=2905285


(17) http://bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2909662



           





           


                       










13-03-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De arrestatie






         

           




De arrestatie

           



"Ik schrijf zelf, ik redigeer zelf, ik censureer zelf, ik geef zelf uit, ik verspreid zelf en ik zit er zelf een straf voor uit."

– aldus definieert de voormalige Sovjet-dissident Vladimir Boekovski de 'Samizdat': de dissidente geschriften die clandestien circuleerden in de voormalige USSR. (1)


In de jaren vijftig van de vorige eeuw was een van die 'Samizdat' De Goelag Archipel van de Nobelprijswinnaar voor de Literatuur in 1970, Aleksandr Solzjenitsyn (1918-2008) die in 1945 gearresteerd werd en in de strafkampen verdween tot 1953. (2) De Goelag Archipel verscheen in Parijs tussen 1973 en 1975 en is een ooggetuigeverslag over die strafkampen waarin achttien miljoen mensen terecht kwamen zonder enige vorm van proces omdat zij ervan verdacht werden het Stalinistische regime (1922-1953) niet genegen te zijn en van deze gevangenen kwamen er 2.749.163 om. (3) Na de publicatie van enkele delen van zijn boek werd Solzjenitsyn opnieuw gearresteerd en uitgewezen – in 1974 – waarna hij via Zwitserland nog twee jaar later in Vermont (USA) belandde. (4)

Over de hallucinante manier waarop Sovjet-burgers welhaast volkomen willekeurig gearresteerd werden en (vaak voorgoed) verdwenen achter de muren en de staketsels waar men achteloos voorbij liep terwijl niemand kon vermoeden welke hel ze verborgen, handelt het eerste hoofdstuk van zijn meesterwerk.



“Een arrestatie of een aanhouding is het ontnemen van de bewegingsvrijheid van een persoon door politiediensten of, in geval van heterdaad, door burgers”. (4a)


Gearresteerd worden – onder Stalin kon het iedereen overkomen: men werd van zijn bed gelicht of onder een of ander voorwendsel ergens heen gelokt en prompt ingerekend; de slachtoffers vermoedden dat het een vergissing was, maar neen: hun leven bleek op slag voorbij en zou voortaan alleen nog maar bestaan uit dwangarbeid op een onbekende en onbereikbare plek. (5)

Men moet het eerste hoofdstuk over de arrestatie in De Goelag Archipel van Aleksandr Solzenitsyn gelezen hebben om een idee te kunnen hebben van de verschrikkelijke realiteit achter zoveel koele historische data. Deze literaire meesterwerken ten spijt, blijkt het echter niet te willen doordringen tot het leeuwendeel van de huidige wereldbevolking – waarvan toch mag aangenomen worden dat zij een zeker beschavingspeil heeft bereikt – dat gelijkaardige mistoestanden van een mogelijks nog grotere omvang in de huidige tijd schering en inslag zijn in grote gedeelten van de wereld en dat de betrokken tirannen door iedereen niet alleen met rust worden gelaten maar bovendien kunnen rekenen op applaus vanwege de door hen verdrukte massa, op eretekens vanwege politici en vorsten wereldwijd en op een oorverdovend stilzwijgen omtrent het ten hemel schreiend onrecht waarvan zij elk hun handelsmerk hebben gemaakt.


Zo heeft recentelijk Xi Jinping zichzelf in maart 2018 voor het leven benoemd tot leider van straks een kwart van de wereldbevolking – zowat anderhalf miljard Chinezen (6) en hij werd bij die gelegenheid toegejuicht door de Amerikaanse president Donald Trump: “He’s now president for life. President for life. And he’s great (…) And look, he was able to do that. I think it’s great. Maybe we’ll give that a shot some day.” (7) Verheerlijkt de huidige president van het land van de voortrekkers van de vrijheid en de vooruitgang hier de dictatuur of hebben wij hem dan fout verstaan? Want in zijn toespraak op het 19de Nationaal Congres van de Communistische Partij van China, gehouden in oktober 2017, liet Xi er geen twijfel over bestaan dat het hem erom te doen is met China op het voorplan te treden in de wereldpolitiek, zich te keren tegen de westerse democratieën en Taiwan alsook Hong-Kong opnieuw in te lijven. (8) De mooie beloften om de bureaucratie, de genotzucht, de verkwisting en de corruptie te bestrijden blijken verkappingen van censuur (van onder meer het internet) en van grootschalige vervolgingen met folterpraktijken. (9) Homoseksualiteit wordt er sinds kort opnieuw beschouwd als een ziekte (10) en in dezer steken de Verenigde Staten de communisten zelfs naar de kroon met de 'verwezenlijkingen' van hun vicepresident Pence die het als gouverneur van Indiana (althans voor een zekere periode) voor elkaar kreeg om aan homofobie een wettelijk statuut te verlenen ten koste van de mensenrechten. (11)

Ook in Turkije – een land met tachtig miljoen inwoners – worden de mensenrechten met de voeten getreden – onlangs nog werden duizenden kritische journalisten gearresteerd en kranten opgedoekt (11a) en op de jongste gay parade in Istanboel werden de manifestanten prompt beschoten door de politie (12) – Erdogan loopt in dezer kennelijk in het spoor van de Russische president Poetin (13) en van zijn collega Kadyrov van de Tsjetsjeense Russische autonome republiek die ervan beschuldigd wordt middels folterende en moordende doodeskaders terreur te zaaien in het ganse land. Het herinnert aan de joodse filosofe Hannah Arendt die wreedheid koppelt aan een gebrek aan intelligentie, als men moet vernemen dat Kadyrov de lagere school niet afmaakte. (14) En het Internationaal Olympisch Comité blijkt de wortels van de Spelen wel helemaal vergeten waar het de Russische vijandige opstelling jegens holebi's en transgenders steunt en atleten bedreigt met bestraffing als zij het wagen om op de Russische homofobie kritiek te hebben en de mensenrechten – in casu de homorechten – te verdedigen. (15) En dan hebben we het nog niet gehad over de opvattingen en de praktijken in Azië, Afrika en de islamwereld.


Sinds Hitler, Stalin en Mussolini waren er nog vele dictators waarvan men zich deze West-Europese nog zal herinneren – en, andermaal: dit zijn slechts de droge data; alleen een literair meesterwerk zoals dat van Solzjenitsyn kan ons hun eigenlijke betekenis onthullen. Er was Georghiu-Dej die in 1945 de drie maanden geleden op 96-jarige leeftijd in Zwitserland overleden koning Michaël van Roemenië tot aftreden dwong en die er aanbleef tot 1965 gevolgd door de paranoïde Nicolae Ceaușescu die in 1967 aan de macht kwam en die in 1989 samen met zijn vrouw werd vermoord (16); Salazar in Portugal (1932-1968); de drie Griekse dictators Zoitakis, Papadopoulos en Ghizikis van 1967 tot 1974; de wrede generaal Franco in Spanje (1939-1975) die zich 'leider van Spanje bij de Gratie Gods' liet noemen (17) en Jaruzelski in Polen (1981-1990). (18) In de rest van de wereld herinnert men zich vooral Papa Doc (1957-1971) en Baby Doc (1971-1986) in Haïti ; Mao in China (1945-1976); Pol Pot in Cambodja (1975-1979); Idi Amin in Oeganda (1971-1979); Tito in Joegoeslavië (1953-1980); Vileda in Argentinië (1976-1981); Marcos op de Filippijnen (1965-1986); Kádár in Hongarije (1956-1988); Pinochet in Chili (1973-1990); Kim-Il-Sung (1972-1994) en Kim Jong-il (1994-2011) in Noord-Korea ; Mobutu in Zaïre (1965-1997) en in zijn spoor Laurent-Désiré Kabila (1997-2001) en zijn zoon (2001-2018) in de republiek Congo; Soeharto in Indonesië (1967-1998); Hafiz al-Assad (1971-2000) en zijn zoon (2000-2018) in Syrië; Milošević in Joegoslavië (1997-2000); Saddam Houssein in Irak (1979-2003); Fidel Castro (1976-2008), opgevolgd door zijn broer Raoel (2008-2018) in Cuba en dan zijn er nog de tijdens de Noord-Afrikaanse revolutie in 2011 afgetreden dictators Ben Ali in Tunesië (1987-2011); Moebarak in Egypte (1981-2011) en al-Qadhafi in Libië (1967-2011). (19)

Vandaag zijn er nog de absolute monarchieën van Bruneï, Oman, Bahrein en Saoedi-Arabië. Dictaturen zijn ook de presidentiële republieken van Equatoriaal Guinea, Angola, Zimbabwe, Kameroen, Oezbekistan, Tsjaad, Kazachstan, Eritrea, Soedan, Gambia, Wit-Rusland, Algerije, Djibouti, Syrië, Rwanda, Congo, Azerbeidzjan, Cuba, Noord-Korea en Turkije. (19)


Een dictator blijkt een gestoorde persoonlijkheid: narcistisch, grootheidswaanzinnig, paranoïde en wreed, dikwijls opgegroeid in een gezin met een onderdrukkende vader; hij dringt zijn eigen persoonlijke visie op aan het volk dat hij onderwerpt; hij arresteert zijn tegenstanders massaal, wat betekent dat hij hen de bewegingsvrijheid ontneemt – in vele gevallen gaat hij over tot (massa)moord. Leven onder een dictator is bestaan onder een voortdurende dreiging. Omdat men gearresteerd kan worden van zodra men zich veroorlooft om alleen nog maar te denken wat men wil, omdat er in een dictatuur totale willekeur heerst en er derhalve geen reden hoeft te zijn waarom iemand wordt gearresteerd, leeft iedereen er in feite in voortdurende gevangenschap, ook al is men niet of nog niet aangehouden. Solzjenitsyn beschrijft die realiteit ook treffend in het verhaal over de priester Irakliej die, na acht jaar ondergedoken geleefd te hebben bij zijn parochianen, zo opgejaagd was dat hij bij zijn uiteindelijke arrestatie van pure blijdschap de lof zong van de Heer. Het slachtoffer gaat zijn lot uiteindelijk beminnen – omdat dit nu eenmaal zijn eigenste lot is...


De dictatuur is verwerpelijk omdat zij mensen verhindert mens te zijn; zij reduceert mensen tot minder nog dan dieren – tot werktuigen van de alleenheerser. Dictators hoeven niet elke burger feitelijk te arresteren opdat elkeen ook echt beroofd zou zijn van zijn bewegingsvrijheid want de dreiging tot arrestatie heeft hetzelfde effect als de arrestatie zelf ofwel overtreft zij dit effect nog; tirannen hoeven niet iedereen te vermoorden opdat het volk helemaal geen mensen meer zou tellen. Maar van zodra het volk kan, grijpt het zijn kans: de potentaat in rouw die elk van zijn onderdanen kan dwingen tot het plengen van tranen, wordt van zodra hij de kans schoon ziet, door dezelfde onderdanen onder luid gejubel in een ontembare feestvreugde gelyncht.


Arrestatie of aanhouding betekent letterlijk: afremmen en tot stilstand brengen, verhinderen om nog voort te gaan, doen stoppen en doen ophouden. Als we de bijbel mogen geloven zijn er slechts een handvol uitzonderingen op de regel dat het leven zelf alle mensen vroeg of laat tot stilstand dwingt. De ouderdom en de kwalen remmen de levensloop af, zij brengen ons letterlijk tot stilstand, tot stil zitten of tot stil liggen en zo worden we aan ons bed gekluisterd – als we al niet abrupt uit het leven worden weggeplukt. Het leven zelf rekent ons in en lijkt wel om verantwoording te vragen zoals de engel aan Job, na diens klacht, om verantwoording vroeg: Op grond van welk recht bestaat gij? Gij hebt helemaal geen recht om te bestaan, zegt gij? Wees dan zo goed mij te volgen! – en zo worden wij dan door de laatste poort geleid en is dat niet de arrestatie bij uitstek? Er staat geschreven: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Toen gij jonger waart, omgorddet gij uzelf en gij gingt, waar gij wildet, maar wanneer gij eenmaal oud wordt, zult gij uw handen uitstrekken en een ander zal u omgorden en u brengen, waar gij niet wilt.” (Johannes 21, 18) (20)

(J.B., 13 maart 2018)

Verwijzingen:

(1) Vladimir Boekovski, En de wind keert terug, autobiografische roman, New York, Хроника, 1978: 126. Vladimir Boekovski (°1942) [niet te verwarren met Charles Bukovski – ook een dichter] schreef over de dwangbehandelingen in psychiatrische klinieken die dienst deden als speciale gevangenissen in de USSR. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Vladimir_Boekovski ;

https://nl.wikipedia.org/wiki/Samizdat ;

(2) Aleksandr Solzjenitsyn zat gevangen in de goelag van 1945 tot 1953 (onder Stalin). Hij schreef De Goelag Archipel tussen 1958 en 1968. Zie ook: (4). Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Goelag_Archipel

(3) https://nl.wikipedia.org/wiki/Goelag#Aantal_slachtoffers

(4) https://nl.wikipedia.org/wiki/Aleksandr_Solzjenitsyn

(4a) https://nl.wikipedia.org/wiki/Aanhouding

(5) Voor de Engelstalige tekst "The Gulag Archpelago" (in 3 volumes), zie: https://archive.org/stream/TheGulagArchipelago-Threevolumes/The-Gulag-Archipelago__vol1__I-II__Solzhenitsyn#page/n13/mode/2up

(6) https://nl.wikipedia.org/wiki/Xi_Jinping

(7) https://www.theguardian.com/us-news/2018/mar/04/donald-trump-praises-xi-jinping-power-grab-give-that-a-shot-china ;

https://www.telegraaf.nl/nieuws/1745003/trump-feliciteert-xi-met-levenslange-baan

(8) https://www.theguardian.com/world/2017/oct/18/xi-jinping-speech-five-things-you-need-to-know

(9) https://www.volkskrant.nl/archief/partijlid-in-china-verdronken-bij-verhoor~a3504069/

(10) https://www.vpro.nl/programmas/door-het-hart-van-china/kijk/afleveringen/door-het-hart-van-china-2.html

(11) http://time.com/4406337/mike-pence-gay-rights-lgbt-religious-freedom/

(11a) http://www.knack.be/nieuws/wereld/wij-waren-journalisten-getuigenis-van-een-turkse-journalist/article-opinion-892359.html

(12) https://www.hln.be/nieuws/buitenland/politie-istanboel-schiet-rubberkogels-om-gay-pride-te-verhinderen~a28bbab9/

(13) http://www.slate.com/blogs/the_slatest/2013/06/29/gay_pride_st_petersburg_rally_ends_in_arrests_over_gay_propoganda_law.html

(14) https://nl.wikipedia.org/wiki/Ramzan_Kadyrov#Kadyrov_en_beschuldigingen_van_wreedheden

(15) “IOC gaat atleten straffen wanneer die opkomen voor holebi's en transgenders”: http://holebi.info/phpnews/kortnews.php?action=fullnews&id=12007

(16) https://nl.wikipedia.org/wiki/Gheorghe_Gheorghiu-Dej ; https://nl.wikipedia.org/wiki/Micha%C3%ABl_I_van_Roemeni%C3%AB

(17) https://nl.wikipedia.org/wiki/Francisco_Franco

(18) https://nl.wikipedia.org/wiki/Wojciech_Jaruzelski

(19) http://nl.wikisage.org/wiki/Lijst_van_dictaturen

(20) Vertaling volgens het NBG, 1951.







08-03-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Excuseer mijnheer maar u bestaat niet meer





         

           


Excuseer mijnheer maar u bestaat niet meer


Onlangs dook in het nieuws het lugubere verhaal op van een Belg die op reis in Indië onwel geworden, werd afgevoerd en nog voor zijn aankomst in de kliniek aldaar overleed. Het gebeuren had plaats in februari 2016. Het lijk van de ongelukkige werd overgebracht naar België en een autopsie hier ten lande wees uit dat het lichaam een schedelwonde vertoonde als van een slag van een stomp voorwerp en bovendien bleken het hart en de beide nieren te ontbreken. (1)


Aan de verhalen over rijke westerlingen die dringend een ruilorgaan nodig hebben en die dat dan voor een grote som geld kopen bij een gespecialiseerde bende die het wegsnijdt uit het lichaam van een Indische paria, hebben we in de afgelopen decennia al kunnen wennen. Ter gelegenheid van zijn verzoek aan de Europese Commissie om de illegale handel in menselijke organen te bestrijden, stelde Aldo Patriciello van de Europese Volkspartij op 25 mei 2010 onder meer het volgende: “(...) Onder de landen waar illegale handel in menselijke organen plaatsvindt bevinden zich rijke industrielanden waar tegen betaling illegaal verwijderde organen worden ingevoerd, en arme landen, waar deze organen vandaan komen. (…) volgens een onderzoek wordt geschat dat het om 15000 nieren per jaar gaat, en dat de meeste daarvan afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden, omdat daar nog veel armoede heerst en de illegale handel in organen soms de enige manier is om geld te verdienen. (…) De handel in organen is meestal in handen van criminele organisaties (...)” (2)


Dit in acht genomen is het niet ondenkbaar dat derde wereldburgers die in hun leefkring moordpartijen om organen en derhalve om grof geld moeten dulden, wel eens het plan konden opvatten om niet langer het eigen volk te slachtofferen maar in de plaats daarvan de westerlingen die de organen ook bestellen – het is alvast een veronderstelling die niet gespeend is van een zekere logica, zij het dan een oorlogslogica. Het klinkt zelfs plausibel als bovendien een ander feit in rekening wordt gebracht waarvan de gruwel zo mogelijk nog meer verbijstert.


In het eigen westen blijkt men namelijk de vitale organen voor transplantatie weg te nemen uit de nog levende lichamen van donoren terwijl wie zich als donor laten registreren, in de waan verkeren dat hun organen pas na hun dood zullen worden weggehaald. De waarheid immers is dat organen worden weggehaald uit doodverklaarde maar niettemin nog levende lichamen. Doodverklaring geschiedt van zodra het elektro-encefalogram vlak is en dat heet 'hersendood'. Hersendood wordt gelijkgesteld aan dood, terwijl een aantal hersendoden (soms na vele jaren) zijn opgestaan en dikwijls zonder enig letsel.


In dat verband reist de nu vijfentachtigjarige kinderarts Paul A. Byrne de wereld rond met lezingen over het onderwerp. Hij stelt dat de term 'hersendood' slechts aanduidt dat de ziekenhuisapparatuur niet meer in staat is om nog hersenactiviteit te registreren en dat de dood van orgaandonoren pas intreedt op het ogenblik dat hun organen worden weggehaald. (3)


Ook de Nederlander Ger Lodewick schreef een schokkend boek over orgaandonatie en klaagt daarin aan dat de ganse bevolking inzake orgaandonatie belogen wordt. De donoren van organen zijn immers helemaal niet dood, zo stelt hij; ze zijn wel doodverklaard omdat de hersenactiviteit niet meer kan gemeten worden terwijl de rest van de lichaamsfuncties onaangetast blijft en wel in die mate dat zwangere vrouwen nog kinderen kunnen baren en dat donoren op het ogenblik dat men in hun lichaam gaat snijden om hun organen te verwijderen, felle reacties vertonen: de pols en de bloeddruk stijgen significant en soms komt de donor overeind en maakt hij afwerende gebaren. (4)


We weten dat in het verleden mensen vaker onterecht werden doodverklaard en zo vindt men op begraafplaatsen soms sporen van verwoede pogingen van 'levende doden' om uit hun kist te komen. Sommigen stonden op als ze al in het dodenhuisje lagen of in het graf – denk maar aan Jezus van Nazareth (5) – en enkelen werden uit de dood opgewekt – zeer zeker omdat ze helemaal niet dood waren en Lazarus die vier dagen na zijn al dan niet vermeend overlijden door Jezus werd opgewekt, is hiervan het typevoorbeeld. (6)


Het criterium om iemand dood te verklaren werd immers lange tijd geassocieerd met de ademhaling en de hartslag die soms bijzonder moeilijk kunnen gedetecteerd worden en geslaagde reanimatiepogingen alsook de nood aan orgaandonoren vereisten een nieuw criterium en zo kwam vanaf de jaren zestig van de voorgaande eeuw stilaan het begrip 'hersendood' in voege. Echter, zoals reeds gezegd, blijkt het probleem hiermee slechts te zijn verschoven want het is niet omdat men iets niet waarnemen of meten kan, dat men ook mag besluiten dat het er niet is en dat geldt behalve voor de ademhaling en de pols ook voor de hersenfunctie.


Marie Curie overleed ingevolge de onzichtbare Röntgenstraling in verband waarmee zij in 1903 de Nobelprijs voor de Fysica ontving en dat zij vaak seances bijwoonde, toont aan dat zij ook de mogelijkheid van de onzichtbare aanwezigheid van overledenen ernstig nam en alvast onderzocht: zoals het elke authentieke man of vrouw van de wetenschap past, wachtte zij zich ervoor om te concluderen dat wat wij niet of nog niet kennen, ook niet kan bestaan.


Van zodra wordt aangenomen dat de hersenen niet de producenten van ons bewustzijn zijn maar slechts de ontvangers, verschuift niet alleen ons mensbeeld maar vergt evenzeer het criterium waarmee men doodverklaard wordt een grondige aanpassing. Een en ander wordt besproken door de Nederlandse cardioloog Pim Van Lommel die er onderzoek naar deed en ook over publiceerde. (7) Wie echter blijven zweren bij de genoemde materialistische hypothese, moeten vanzelfsprekend het feit van de beperktheid van onze meetapparatuur erkennen. Ofschoon de geschiedenis aantoont dat dit veeleer de regel is dan de uitzondering, blijft het verbazingwekkend hoe makkelijk 'wetenschapslui' – mensen van wie mag aangenomen worden dat zij de waarheid zoeken – ermee weg blijken te kunnen komen als zij, verblind door winstbejag, de meest elementaire logica onder de mat vegen. Wie doodverklaard zijn, hebben niet tegen te pruttelen, ze delen bijna hetzelfde lot als de sans-papiers, die allemaal tegen een gelijkaardig door onze bureaucratie gemodelleerd antwoord aankijken: “Excuseer, mevrouw, meneer, maar u bestaat helaas niet of niet meer”.


(J.B., 8 maart 2018)


Verwijzingen:


(1) http://www.standaard.be/cnt/dmf20180223_03373607


(2) http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+WQ+E-2010-3600+0+DOC+XML+V0//NL


(3) http://www.wijwordenwakker.org/nl/gezondheid/artsen-aan-het-woord/p2002


(4) Ger Lorwick, Wat je over orgaandonatie zou moeten weten, Succesboeken.nl, 2014. Zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=k4a2j3g8T8o&feature=youtu.be


(5) Zie het Evangelie volgens Johannes: Joh. 20, 1-2 en 11-18: https://bijbel.eo.nl/bijbel/johannes/20


(6) Zie het Evangelie volgens Johannes: Joh. 11:1-54: https://www.bible.com/nl/bible/75/JHN.11.1-54.htb


(7) Pim Van Lommel, Eindeloos bewustzijn. Een wetenschappelijke visie op de bijna doodervaring, Ten Have, 2015.




28-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over onderwijs en vorming - Deel 6: Het Belgische onderricht over Tsjernobyl en Lumumba




         

Over onderwijs en vorming


Deel 6: Het Belgische onderricht over Tsjernobyl en Lumumba


Hoe men het ook draait of keert, inzake onderwijs en vorming is de allereerste aan te leren taak altijd heel goed begrepen geweest door het volk, dat deze verwoord heeft in het volgende legendarische vers:


“Eerste plicht, mondje dicht!”


Onderwijs heeft als eerste doelstelling inderdaad diets te maken aan eenieder wie de baas is – de koning, god, de paus – en in een afgeleide zin gaat het dan over wat de waarheid is, hoe men zich dient te gedragen, wat het goede onderscheidt van het kwaad enzovoort. Naar gelang de plaats, de tijd en de omstandigheden, wisselen de bazen, de goden, de waarheden, de waarden en de normen, de obligate kranten, de goede voorbeelden, de ideologieën en de idealen en men moet zich geen illusies maken over een oppergod, een eeuwige baas, een absolute waarheid, een absoluut goed of een blijvend schoonheidsideaal.


Wat dit laatste betreft laat de geschiedenis van de kunst geen zweem van twijfel over: waar men genoeg heeft van de hyperrealistische afbeeldingen, verheft men binnen de kortste keren abstracte figuren en lijnen – gewoon krabbels – tot kunst en omgekeerd; waar men het harmonische gezang van geoefende stemmen moe is, wordt het gesnerp van de cirkelzaag het nieuwe geluid en waar het verhaal uitgeput lijkt, verschijnt het absurde gepraat dat kant noch wal raakt als kandidaat voor de Nobelprijs voor de literatuur.


Men zou het misschien niet vermoeden maar de zaak van de waarheid is in hetzelfde bedje ziek als die van het schone: tweeduizend jaar lang twijfelde in het hele westen geen kat aan het zelfgeproclameerde eeuwige, ware en alleenzaligmakende geloof van de katholieke kerk met haar devies van “Gaat en vermenigvuldigt u!” terwijl de huidige paus van op zijn romeinse katheder waarschuwt dat mensen niet moeten gaan kweken zoals... – en toen hij dat zegde werd mijn kennis van het Italiaans verrijkt met het door Zijne Heiligheid gebruikte woord: 'conigli'.


Terwijl de kerk bezig is aan een opmars in de derde wereld (die, tussen haakjes, heel wat meer zieltjes telt dan de onze), heeft zij hier afgedaan: de religie van deze tijd is nu de wetenschap en de nieuwe clerus bestaat uit wetenschapslui waarvan de geneesheren en de specialisten ons het meest nabij zijn en ons ook het meest ontzag inboezemen daar zij het meesterschap lijken te hebben over het leven, de pijn en de dood, nu het verhaal van het eeuwige hellevuur in een leven ná de dood elk krediet verloren heeft.


Maar ook het onderwijs, voortspruitend uit de schoot van de kerk, deelt in de klappen: niet langer de paus van Rome vertelt ons de waarheid maar de nieuwslezeres op televisie – amper enkele jaren geleden werd zij ternauwernood vervangen door een sprekende robot. En dat is zij in wezen ook, want terwijl het erop lijkt dat zij zichzelf is en spontaan vertelt wat zij die dag zo allemaal gezien heeft vanuit haar hoge toren in de hoofdstad, is zij welhaast een opgezette pop geheel verscholen onder een dikke laag verf en poeder en leest zij met ingeoefende en gedisciplineerde trekken en intonaties nauwgezet haar rollen af zoals voorgeschreven door de copywriters van de heersers van het ogenblik. Nieuwslezers, nieuwsduiders, reportagemakers en zelfs weermannen liegen dat het niet meer schoon is en hier wordt niet gegrapt over de eeuwige onvoorspelbaarheid van het weer maar over – ja, andermaal! – het verschrikkelijke feit dat na de kernramp van Tsjernobyl in 1986, toen een radio-actieve wolk zich over West-Europa verspreidde met de doem van een gewisse stijging van het aantal kankers met vele tienduizenden, de toenmalige weerman Armand Pien (zoals hij kort voor zijn dood nog heeft opgebiecht voor de Vlaamse televisie) het bevel kreeg van de toenmalige staatssecretaris voor Leefmilieu Miet Smet om zijn weerpraatje van 2 mei opnieuw te maken: de mededeling namelijk dat de radio-activiteit in ons land met een factor duizend de norm had overschreden, moest daarin vervangen worden door het geruststellende bericht dat er geen merkbare stijging van de radio-activiteit meetbaar was en dat er derhalve helemaal geen gevaar was voor de volksgezondheid. Als dat niet geruststellend is! Pas vijfentwintig jaar later (!) – en dus als het politieke gevaar geweken was maar allerminst de afschuwelijke gevolgen ervan – wordt dit gebeuren in de kranten bestempeld als “Het gevaarlijkste weerpraatje uit de vaderlandse geschiedenis”. (1)


Dit voorbeeld van desinformatie is echter geen alleenstaand feit. Vandaag weten we dat in Belgisch Congo in het begin van de voorgaande eeuw de slaven werkzaam in de rubber- en suikerrietplantages werden afgeslacht: de Congolese bevolking kromp in een tijdspanne van amper enkele decennia van twintig naar acht miljoen. De toenmalige Congolese volksheld Patrice Lumumba uitte zijn ongenoegen hierover tijdens een bezoek van de bijna heilig verklaarde koning Boudewijn aan het land en kort daarop werd hij (in 1961) vermoord – volgens recente berichtgeving weet men inmiddels dat de moord besteld werd door de Belgische regering onder Paul-Henri Spaak met de medewerking van de Amerikaanse CIA onder Dwight Eisenhouwer en dat het eigenlijke motief luidde dat de goede relaties tussen de Belgische en de Congolese staat niet mochten vertroebeld worden door één man. (2) En wat anders kon men dan bedoelen met die 'goede relaties' dan de continuering van de slavernij en de voortzetting van de uitbuiting van de kolonie, ook na de onafhankelijkheid van het land?


De geschiedenislessen in ons o zozeer geprezen onderwijs werden prompt afgeschaft nadat de Britten in een historische reportage de wanpraktijken van de Belgen in hun koloniale tijdperk aan het licht hadden gebracht: men had het over een nieuwe aanpak van de lessen geschiedenis op school en allerlei theorieën werden verzonnen om de eigenlijke bedoeling te kunnen camoufleren, namelijk het verborgen houden van de genocide.


(Wordt vervolgd)

(J.B., 28 februari 2018)

Verwijzingen:

(1) https://www.demorgen.be/wetenschap/het-gevaarlijkste-weerpraatje-uit-de-vaderlandse-geschiedenis-ba56002b/

(2) http://www.knack.be/nieuws/wereld/patrice-lumumba-was-een-paria-in-eigen-land/article-normal-883257.html

           



27-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over onderwijs en vorming - Deel 5: Middel-doelomkering in het onderwijs



     

Over onderwijs en vorming

Deel 5: Middel-doelomkering in het onderwijs

Gelukkig wordt de teleurgang van het onderwijs gecompenseerd door buitenschoolse vorming, nu vooral voorradig op het internet maar ook beschikbaar gesteld in allerlei workshops en bedrijven. Er zijn uiteraard nadelen verbonden aan die kentering maar de voordelen zijn legio en wel in de allereerste plaats omdat geïnstitutionaliseerd onderwijs niet zelden misvorming inhoudt in de plaats van vorming: indoctrinatie, desinformatie en het doodzwijgen van alles wat de (dikwijls politiek gekleurde) inrichtende macht van dat onderwijs kon schaden. Reeds in 1971 publiceerde de grote cultuurfilosoof Ivan Illich hierover enkele belangrijke werken waaronder het befaamde Deschooling society. (1) In dat werk dat aanvankelijk werd afgedaan als 'te links' maar waarvan nu de enorme waarde blijkt, wordt de verschooling van onze consumptiemaatschappij aangeklaagd en de reductie van het onderwijs tot een verbruiksgoed dat geproduceerd wordt door een zich als onfeilbaar opdringende instelling geregeerd door technocraten. Dit terwijl lering en vorming spontaan en speels horen te zijn: opgedrongen waarheden zijn uit den boze, er is alleen de vraag van het kind welke dan in waarheid beantwoord moet worden door de juiste mensen en niet door al te vaak politiek geplaatste en corrupte tentakels van de macht die liegen om den brode. Ivan Illich schrijft: “In feite is leren die menselijke activiteit die het allerminst behoefte heeft aan manipulatie door anderen. De meeste kennis en vaardigheden zijn niet het resultaat van onderricht, maar veeleer het resultaat van een onbelemmerde participatie in een zinvolle omgeving.” (2)

Dat het geenszins overdreven is om de deugdelijkheid van het onderwijs in vraag te stellen, illustreerde dezelfde auteur overigens overtuigend in onder meer zijn Medical Nemesis (3) waar bijvoorbeeld het vervalsende impact van sponsorende farmaceutische bedrijven op het zogenaamde wetenschappelijke onderzoek naar geneesmiddelen aangekaart wordt. Het thema kwam onlangs weer in de actualiteit naar aanleiding van het door de auto-industrie betaalde onderzoek naar de invloed van uitlaatgassen op onze gezondheid en frappant genoeg bleek een bekend toxicoloog (maar kennelijk allerminst een logicus) aan de Leuvense universiteit daar geen bezwaar tegen te hebben wegens, naar zijn eigen zeggen, een gebrek aan middelen bij de overheid.

Plato – over wie gezegd wordt dat de ganse westerse filosofie hooguit een voetnoot bij zijn werk kan zijn – wist reeds dat onderwijs en vorming in wezen een proces van zelfonderzoek hoort te zijn: de Socratische maieutiek of verloskunde, genoemd naar het hoofdpersonage uit Plato's dialogen, onderwijst ons dat de waarheid in onze eigen ziel verscholen ligt en dat wij die zelf kunnen opdiepen door het stellen van de juiste vragen. Mensen blijken inderdaad niet geïnteresseerd in informatie en ook niet vatbaar voor wijsheid als er bij hen zelf niet eerst een nood daaraan bestaat.

In dat verband moet ook gezegd worden dat onze huidige kapitalistische wereld het gevaar inhoudt dat de interesse voor informatie bij studenten in feite verdraaid of in zekere zin oneigenlijk is, aangezien men door de band studeert om de kansen op een baan, op participatie aan de maatschappij en op sociale status te maximaliseren, terwijl diegenen voor wie de vruchten van de beroepsuitoefening bedoeld zijn, niet altijd op de eerste plaats komen. Om bij het gegeven voorbeeld in de lijn van Ivan Illich zijn werk te blijven, hoeft het ons niet te verwonderen wanneer een toxicoloog zijn kritiek op de auto-industrie inslikt, wanneer een dokter pillen voorschrijft in plaats van een dagelijkse wandeling of wanneer leraren het hun leerlingen te gemakkelijk maken om hen in de eigen school te houden – inderdaad als cliënten aan wie zij wat kunnen verdienen en waarbij zij het eigenlijke doel van het onderwijs vergeten – in feite wordt ook hier andermaal het doel verwisseld met de middelen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 27 februari 2018)

Verwijzingen:

(1) Ivan Illich, Deschooling Society (1971) ISBN 0-06-012139-4 (Nederlandse vertaling: Ontscholing van de maatschappij: het einde van een illusie?, door P. M. A. Vermijmeren e.a., Baarn, Wereldvenster 1972). Het Engelstalige boek staat integraal op het internet als PDF: http://learning.media.mit.edu/courses/mas713/readings/DESCHOOLING.pdf

(2) https://ppw.kuleuven.be/ecs/onderwijs/klassiekers/boekpaginas/illich#citaten

(3) Ivan Illich, Medical Nemesis (1976) ISBN 0-394-71245-5 (Nederlandse vertaling: Grenzen aan de geneeskunde: het medisch bedrijf - een bedreiging voor de gezondheid?, door D. L. Uyt den Bogaard, Bussum, Wereldvenster, 1975.



26-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over onderwijs en vorming - Deel 4: 'Missing link' tussen aap en robot


                   

Over onderwijs en vorming

Deel 4: 'Missing link' tussen aap en robot

Als onze beschaving binnenkort ten onder gaat, dan zal het waarschijnlijk niet zijn ingevolge een atoomoorlog of een pandemie maar veeleer ingevolge een nog groter kwaad dat aan de oorsprong ligt van onder meer de zo ergerlijke en mateloze verbureaucratisering en die bestaat helaas ook in het onderwijs en werkt daar als een dodelijk gif.

Leraren moeten hun lessen voorbereiden, uiteraard, maar zij dienen bij elke inval van de inspectie op ongeacht welk ogenblik een gedetailleerd schema te kunnen voorleggen waarin zij beschreven hebben welk thema zij thans behandelen, wat de doelstellingen zijn, welke lesmethode zij zullen hanteren en hoe de zaak geëvalueerd zal worden. Maar wat meer is: dit schema dient te worden opgesteld overeenkomstig een te volgen programma zoals voorgeschreven door de overheid. Inhoud, werkmethode, timing, evaluatie en zo verder worden bepaald door de minister in Brussel en de boodschap luidt: volgen maar!

Onlangs vertelde mij een leerkracht uit het technisch onderwijs dat zijn lesvoorbereidingen voor de hogere cyclus deze week over de wetten van Newton dienen te gaan, terwijl hij zich in werkelijkheid noodgedwongen bezighoudt met het bijbrengen van de Nederlandse taal, het aanleren van de basis rekenkunde en het maken van leesoefeningetjes. Uiteraard zijn er leerlingen die met de wetten van Newton spelen maar de uniformiteit en het gelijkheidsbeginsel blijken nu eenmaal zodanig te worden geïnterpreteerd dat iedereen over dezelfde kam kan worden geschoren alsof het een massaproductie betrof zoals een andere.

Het jammerlijke is dat alle werknemers – en dus ook leerkrachten – in deze tijd herleid worden tot uitvoerders van programma's die door anderen worden opgesteld – lieden die zich op grote afstand van het front bevinden en die derhalve elke feedback missen. Bevelen en dan (laten) controleren of hun wetten ook worden nageleefd, is wat zij doen vanuit hun kabinet in de hoofdstad van het land.

De leerkrachten zelf krijgen uiteraard een analoge opdracht die erop neer komt leerlingen dusdanig te vormen dat zij in staat zijn en vooral ook gewillig worden gemaakt om door anderen (die geacht worden het beter te weten) voorgeschreven programma's uit te voeren. En nu komt het: het eigen initiatief, de creativiteit, de zelfstandigheid, het eigen oordeelsvermogen, het inschattingsvermogen, de plasticiteit om zich aan de gegeven en altijd veranderende mensen en omstandigheden aan te passen – nota bene allemaal eigenschappen die sinds het begin der tijden werden aanzien als de voornaamste aan te leren kundigheden – worden vandaag kennelijk als niet ter zake doende capaciteiten terzijde geschoven en alleen het vermogen om na te apen wordt vereist als enig zaligmakend talent!

Warempel, het is vandaag zo ver gekomen dat wij een voorbeeld dienen te nemen aan robots; de beste leerkracht is deze die alle voorgedrukte formulieren van het ministerie netjes invult; hij die in staat is om elke kwalitatieve omschrijving in een droog cijfertje om te zetten; hij die de kunst verstaat om het menselijke denken, oordelen en redeneren om te turnen naar een geheel van kruisjes op een blad vol vakjes. Reeds daagt de onmenselijkheid waar men bepaalde politici de verzuchting hoort slaken: “Wij zijn helaas geen robots!”, terwijl de sociale sector het in een recente mars tegen armoede in Brussel uitschreeuwt: “Wij zijn geen robots!” (1)

Achter die scheefgegroeide handelwijze met een zo verregaande centralisering van het bestuur, schuilt een kwaad dat zowat elke sector in de jongste jaren fnuikt en dat is het kwaad van de argwaan. Het vertrouwen bij de werkgevers is zoek en op hun beurt hangen de werknemers hun laatste restje zelfvertrouwen aan de wilgen. Maar het is een publiek geheim dat de argwaan een van de belangrijkste kenmerken is van een dictator. Alleenheersers immers delegeren niet omdat zij niemand vertrouwen uit angst hun macht te zullen verliezen.

Tirannie is geen democratisch verschijnsel, zij ontstaat door een machtsgreep met geweld – acuut geweld maar ook en steeds vaker structureel geweld dat zoals een adder onder het gras hand in hand gaat met corruptie en vriendjespolitiek. Aan tirannie ontbreekt elke redelijkheid, tirannie geeft alleen ruimte aan het recht van de sterkste, zij kent slechts het brute geweld.

Op een muur in Amsterdam – het monument van Henk van Randwijk op het Weteringplantsoen – staat de volgende tekst te lezen:

“Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht...”

(Wordt vervolgd)

(J.B., 26 februari 2018)

Verwijzingen:

(1) https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/02/22/-we-zijn-geen-robots---sociale-sector-pleit-met-waardigheidsmars/







Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over onderwijs en vorming - Deel 3: Later bestaat niet?

       

Over onderwijs en vorming

Deel 3: Later bestaat niet?

Er is momenteel een kentering gaande bij althans een deel van de pedagogen, maar algemeen worden de opvoeding en het onderwijs voorgesteld als een voorbereiding op 'later'. Een voorbereiding wil zeggen: niet een zaak die haar doel vindt in zichzelf maar een zaak die in functie staat van een zekere toekomst, zoals een knecht in dienst staat van zijn heer. Aan de opvoedelingen wordt geleerd dat zij moeten werken voor later; dat in het heden dient gezaaid te worden opdat morgen geoogst zou kunnen worden. Vandaag moeten offers gebracht worden die ons morgen ten goede zullen komen; in onze jonge jaren moeten wij sparen om onze oude dag te verzekeren.

Deze aangeleerde toekomstgerichtheid heeft een schijn van hoop en optimisme maar in feite verkapt zij een heel andere realiteit: wanneer ons geleerd wordt om toekomstgericht te denken, is dat allerminst met het oog op een of ander paradijs dat ons te wachten staat maar, precies integendeel, heeft het alles te maken met de wetenschap dat na de jeugd en de bloei van het leven, de aftakeling, de ziekten en een gewisse dood ons wachten, omdat na elke opgang een ondergang volgt, zoals ook Friedrich Nietzsche dicht in zijn machtige meesterwerk:

"Was gross ist am Menschen, das ist, dass er eine Brücke und kein Zweck ist: was geliebt werden kann am Menschen, das ist, dass er ein Übergang und ein Untergang ist.

Ich liebe Die, welche nicht zu leben wissen, es sei denn als Untergehende, denn es sind die Hinübergehenden.” (1)

En aan die weinig benijdenswaardige toekomst is het dat wij moeten denken zoals de voorbeeldige mier doet in één van de tweehonderddrieënveertig educatieve fabels van Jean de La Fontaine die, in het spoor van de Griekse dichter Aisopos, De krekel en de mier herschreef. Terwijl in de zomer de mier hard werkt, doet de krekel niets dan zingen en als het winter wordt, klopt de krekel bij de mier aan om voedsel maar de mier weigert. Bij de slotzin kan men zich vragen stellen daar hij uitgerekend door een dichter werd verzonnen: steekt ook hij dan niet de draak met de moraal van de oude verzen?

“Wie leeft van kunst gaat door voor gek.

Vaak lijdt hij honger en gebrek.” (2)

De toekomstgerichtheid en het vooruitgangsgeloof, het vooruitgangsoptimisme ook, welke ons met zoveel vuur worden bijgebracht in onze jonge jaren, lijken alleen maar de hemel op aarde te beloven: in werkelijkheid verraden ze de komst van een ware hel en trachten ze ons aan te zetten om dan toch te proberen om het leed dat ons te wachten staat wat te verzachten of het met hooguit enkele jaren uit te stellen.

Edoch, als klap op de vuurpijl blijken wij in de zogenaamde toekomst te zijn beland in een wereld die de in haar fabels gedane beloften allerminst nakomt: de naarstige spaarders zijn blut doordat de banken met hun centen gaan lopen; het geld bedoeld om ziektekosten mee te dekken verdwijnt in de zakken van malafide genezers die het lustig opsouperen. Zo heeft men nog net de tijd om de leugens die men heeft geleerd, aan zijn kinderen door te geven want onmiddellijk daarna verliest men de geleerde verzen door een plotse groei van grote gaten in 't geheugen die de gewisse komst aankondigen van de man met de zeis die niemand over 't hoofd ziet.

De grote poëet P. C. Boutens (die in 1830 overigens kon fluiten naar zijn koninklijke onderscheiding wegens godbetert geruchten over zijn homoseksualiteit), zegt over de Goede Dood:

“Alle schoon dat de aard kan geven
Blijkt een pad dat tot u voert (…)”
(3)

Alweer een classicus en derhalve iemand die zich de Helleense cultuur heeft eigen gemaakt met haar eeuwige tragiek van de tegendoelmatigheid welke in alle eerlijkheid het leven weerspiegelt.

Dat zogenaamde pessimisme staat zeer in tegenstelling tot de christelijke cultuur of althans tot wat men van die christelijke cultuur gemaakt heeft nadat zij werd opgeslokt door het Romeinse Rijk die haar tot staatsgodsdienst maakte, want Jezus Christus is verwant aan Zarathustra of Zoroaster die Nietzsche inspireerde. Het zoroastrisme, het mazdeisme of het parsisme is ook een monotheïsme met een messias maar dan nog duizend jaar ouder dan het christendom, het is de religie van de Meden en de Perzen, sinds de zevende eeuw wat verdrongen door de islam maar zij telt toch nog meer dan twee miljoen aanhangers (onder wie de legendarische Freddie Mercury); deze mondeling overgeleverde leer werd in de derde eeuw opgetekend in de Avesta en bewaard door de Parsi's in Bombay die afstammen van de Sassanieden.

Later, zo herhaalt men tot vervelens toe in zijn beloftevolle hersenspinsels en ook een van onze grootste dichteressen steekt de draak met 'later' waar zij in een van de prachtigste gedichten in de Nederlandse letterkunde een oude grootvader een belofte laat doen aan zijn kleinzoon:

"Toekomende jaar misschien,

Als gij wel leert en braaf zijt,

(...) wij zullen zien.” (4)

Het gaat om het gedicht Het geschenk van Rosalie Loveling. De belofte kan niet waar gemaakt worden omdat de toekomst er heel anders blijkt uit te zien dan gedacht: 'later' blijkt eens te meer niet te bestaan.

'Later' blijkt een fabeltje, een belofte waarmee zowat iedereen kan zoet gehouden worden; 'later' is het afstel dat zich vermomt als uitstel; 'later' is de valse belofte, de leugen, het gemene bedrog. Wie het hebben over 'later', vertrouwen wij gewoon niet meer, dat tijdperk is voorgoed voorbij.

De wereld is gevuld met mensen van alle leeftijden, mensen in alle mogelijke levensstadia en niemand kan zeggen welk stadium het begin is en hetwelk het einde. Draait het ganse leven om de wijze ouderling en is hij het doel van het bestaan? Edoch, weinigen willen met hem ruilen! Leven wij dan eigenlijk om kind te kunnen zijn en wordt al de rest er maar bij genomen? Of is de volwassenheid het zwaartepunt van het bestaan, de periode dat wij werken en voor niets anders oog hebben of tijd? Iedereen wil oud worden maar niemand wil het zijn; iedereen wil jong zijn maar kinderen kunnen niet rap genoeg groot worden; iedereen vindt de middelbare leeftijd de allerbeste tijd maar eenmaal de vijftig voorbij verlangen wij naar ons pensioen en eenmaal met pensioen begint die nostalgie te knagen: “On se croit à la page de l' amour et on est déjà à la page de la mort.” (5) En hoe zit dat dan met het onderwijs?

Is de leerling een voorlopige mens, iemand die goed zijn best moet doen om later leerkracht te kunnen worden? Of is het net andersom en zijn de leerkrachten er voor de leerlingen omdat de leerlingen het doel zijn van het ganse gebeuren? Een ding is zeker: als wij leven met het oog op later, dan zullen we nimmer leven in het nu. Edoch, wat is moreel verantwoord?

Wij willen leerkracht worden, zo zeggen de leerlingen in koor, zodat wij er voor de leerlingen kunnen zijn. Echter, heimelijk vinden de leerkrachten dat de leerlingen er voor hen zijn en

op een lerarenvergadering achter gesloten deuren zei in het bijzijn van schrijver dezes ooit een directeur: “Geef aan niemand slechte punten, collega's, en knoop het in uw oren: elke leerling is anderhalf lesuur waard!” – Voor de slechte verstaander: alvast deze school blijkt er helemaal niet te zijn om aan kinderen iets bij te brengen; zij is er voor het personeel dat immers aan de leerlingen dik verdient en dat hen daarom veeleer zoekt te verwennen. En zo zie je maar, want dit zijn nu de lieden die ook werkelijk blijken te geloven dat later niet bestaat...

(Wordt vervolgd)

(J.B., 25 februari 2018)

Verwijzingen:

(1) Friedrich Wilhelm Nietzsche, Alzo sprach Zarathustra. Ein Buch für Alle und Keinen, hoofdstuk 5.

(2) Jean de La Fontaine, De krekel en de mier. Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Fabels_van_Jean_de_La_Fontaine

(3) P.C. Boutens, Goede Dood. Zie ook: http://www.gedichten.nl/nedermap/poezie/poezie/46550.html

(4) Rosalie Loveling, Het geschenk, fragment. Zie ook: http://www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3056290

(5) Kris Vansteenbrugge, Grijsloke 2000, Grijsloke 2000.


24-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over onderwijs en vorming - Deel 2: De teleurgang van de wijsheid








        

           


Over onderwijs en vorming

Deel 2: De teleurgang van de wijsheid

Reeds 3000 jaar geleden werd onderwijs gegeven in China maar de oorsprong van ons Europese onderwijs ligt in de Griekse Oudheid: de Platoonse academie en het lyceum van Aristoteles. Dit waren weliswaar veeleer praatgelegenheden voor lui die niet hoefden te werken en die derhalve beschikten over 'vrije tijd' – in het oud Grieks is vrije tijd 'σχολή' of 'school'. In Europa ontstond het onderwijs in de middeleeuwse kloosters – het was de tijd van de Scholastiek, volgend op het tijdvak van de kerkvaders of de Patristiek – en aanvankelijk ging het om gebed, liturgie en Bijbelstudie. De godgeleerdheid gaf aanleiding tot discussie en zo ontstonden de redeneerkunsten – de logica en de retoriek of de welsprekendheid, noodzakelijk voor de geloofsverspreiding door de predikers. Wijsheid kon drievoudig verkregen worden: naast Gods woord (de Bijbel) waren tevens de eigen ziel en de natuur bronnen van kennis, respectievelijk toegankelijk door introspectie en observatie. (1)

Voor de geschiedenis van het onderwijs wende men zich tot de encyclopedieën – hier beperken wij ons tot een bedenking dienaangaande, want als men de evolutie van de menselijke zoektocht naar kennis en meteen ook de evolutie van het onderwijs van wat naderbij bekijkt, dan kan men zich niet van de indruk ontdoen dat daar een bijzondere verschuiving heeft plaatsgevonden.

De aanvankelijke zoektocht naar wijsheid is namelijk veranderd in een zoektocht naar kennis. De queeste naar de oorsprong en de zin van het bestaan heeft als het ware plaats gemaakt voor vragen die te maken hebben met know-how en techniek, met andere woorden: het nut. En als men goed kijkt, dan ziet men ook dat deze overgang paradoxaal genoeg te maken heeft met het wegdeemsteren – of is het een wegmoffelen? – van onze eigen subjectieve betrokkenheid bij de wereld. Want waar in de zinvraag het subject zelf noodzakelijk betrokken is, wordt dit subject uit de technische en uit de wetenschappelijke kennis geweerd – zelfs waar deze kennis het subject zelf betreft, wordt dit subject geobjectiveerd. 

Zo bijvoorbeeld laat de patiënt zich door zijn behandelende arts als een passief voorwerp (een wetenschappelijk object) onderzoeken. Het lijkt dan wel alsof hij met zijn lichaam naar de dokter gaat zoals een automobilist met zijn wagen naar de garagist gaat en in elk van de twee gevallen zonder onderscheid, gaat het gesprek over de wagen en over het lichaam: de chauffeur staat los van zijn wagen maar ook de patiënt gedraagt zich alsof hij los staat van zijn lichaam, terwijl hij in werkelijkheid met zijn lichaam samenvalt. Deze verschuiving in de aard van de nagestreefde kennis die meteen een verschuiving is in de aard van het onderwijs, is in wezen een verzieking van zowel de kennis als de vorming en zelfvervreemding is het wezenlijke van deze verzieking. 

Zelfvervreemding, omdat men vergat dat men niet de chauffeur is van zijn lichaam; men vergat dat men met zijn lichaam samenvalt; men waant zich boven zijn lichaam verheven zoals men ook naast zijn schoenen loopt. Waar ons gezegd wordt dat wij van stof en as zijn en tot stof en as zullen wederkeren, doen we alsof dit feit niet onszelf betreft maar slechts ons lichaam, alsof wij ook zouden beschikken over de mogelijkheid om ons eigen lichaam af te danken en te vernieuwen zoals we ook een versleten wagen kunnen afdanken en hem kunnen vervangen door een nieuw exemplaar.

Deze hoogmoed – maar in feite is het veeleer waanzin dan moed – neemt vooral in de oosterse religies proporties aan die niet meer ernstig zijn: de mens beschouwt daar alle wezens als voortdurend reïncarnerend op weg naar het nirwana. De achterliggende gedachte is het geloof dat onze status van schepsel in feite een illusie is en dat wij in wezen goden zijn. Hetzelfde geldt dan uiteraard voor onze wereld en voor de ganse kosmos: die is er slechts voorlopig en als wij wat geduld oefenen, zullen wij ook zien dat hij weldra vervangen wordt door een definitieve, veel betere en volmaakte wereld, een wereld zoals wij, goden, die ook verdienen. 

Er is sprake van verzieking, ook omdat de vergaarde kennis niet langer ten dienste staat van het leven: het doel wordt andermaal verwisseld met het middel waar het leven ten dienste gesteld wordt van de wetenschap en dat laatste heet op de koop toe een deugd te zijn. Men offert zijn leven (of eerder nog dat van anderen) op aan de wetenschap zoals men het een paar duizend jaar geleden opofferde aan Jahweh of aan nog talloze andere goden. Het verschil met toentertijd bestaat erin dat wij vandaag zelf de goden zijn aan wie wij dit offer van ons leven wensen te brengen. Maar dit is een schromelijke vergissing. Het is immers pas omdat ons leven een gave is en dus niet aan onszelf te danken is maar aan een externe macht die wij god noemen, dat wij de teruggave van dat leven aan die externe macht kunnen rechtvaardigen. Waar wij daarentegen geloven dat wij ons leven kunnen offeren aan onszelf, snijden we het als het ware van zijn oorsprong af waardoor het uiteraard zijn levenskracht verliest.

Vandaag offert men zijn leven aan de wetenschap, edoch: in een kapitalistisch bestel wordt de wetenschap geregeerd door de economie en bijgevolg komt het leven in dienst van de economie te staan. Wij drijven niet langer handel om te leven maar wij leven om handel te drijven en waar wij niet langer in staat zijn om handel te drijven, worden wij vriendelijk doch dringend verzocht om de markt te verlaten – om als het ware uit het leven te stappen, zoals men dat vandaag zo bedrieglijk uitdrukt. Aldus doet de hoogmoed zichzelf de das om.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 24 februari 2018)

Verwijzingen:

(1) Zie ook: http://www.bloggen.be/hetgoedezoeken/archief.php?ID=33







                       










23-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over onderwijs en vorming – Deel 1: Opstanding versus barbarij







        



Over onderwijs en vorming 

Deel 1: Opstanding versus barbarij

Vooruitgang is één zaak maar een andere is de handhaving ervan want de onwetendheid reproduceert zich met een niet te evenaren hardnekkigheid. De Italiaan Antonio Meucci (1808-1889) hoefde de telefoon slechts een enkele keer uit te vinden (1) maar de uitvinding dient wel gehandhaafd te worden: zij moet beschreven worden, gepatenteerd en in gebruik genomen. Dat een uitvinding wordt erkend en bewaard, blijkt immers allerminst evident: doordat Heron van Alexandrië die reeds ten tijde van Jezus Christus een stoommachine ontwikkelde, commercieel talent miste, ging de industriële revolutie die toen van start had kunnen gaan, de koelkast in voor vele eeuwen. (2)

Uitvindingen worden eenmaal gedaan maar moeten dan bewaard worden en hun opslagplaatsen zijn de menselijke hersenen. Uitvindingen worden doorgegeven van oudere aan jongere breinen – in het onderwijs. Waar het doorgeefluik gebrekkig is, dreigt men soms binnen de termijn van amper één enkele generatie te vervallen in absolute barbarij. Een hapering in het doorgeven van slechts één kundigheid kan catastrofaal zijn. Onkunde inzake lezen en schrijven resulteert in analfabetisme en niet zomaar valt dit samen met armoede – het rijke noorden en het arme zuiden zijn tegelijk de geletterde en de ongeletterde wereld. (3) Waar mensen de taal van de wereld waarin zij leven onmachtig zijn – zoals bij immigranten aan wie integratie- en ontwikkelingskansen worden onthouden – is hun lot dikwijls nog minder benijdenswaardig dan dat van onze doofstommen. 

Blijkbaar realiseert men zich in onvoldoende mate dat de kennis en de vaardigheden die middels het onderwijs worden doorgegeven, behoren tot de essentie van het leven. Ons lichaam is weliswaar ons meest nabije instrument maar onze handen komen pas tot hun recht als zij getraind zijn tot werkende handen. De handen van een concertpianist verschillen wezenlijk van ongeoefende handen en dat verschil komt tot stand door onderwijs en vorming want pas door die vorming worden onze handen 'bruikbaar' gemaakt om een muziekinstrument te bespelen, om een pen te hanteren, om een kathedraal te bouwen, om te schilderen en te weven. Pas door onze vorming krijgen de geluiden die wij met onze stembanden kunnen voortbrengen betekenissen die zij voordien niet hadden. Pas door vorming kunnen wij een wereld betreden die er tot op dat ogenblik voor ons helemaal niet was omdat een ongevormd lichaam er geen toegang toe heeft. Een beroemd schrijver drukt deze waarheid treffend uit waar hij vermeldt hoe analfabeten boeken slechts gebruiken als hulpstukken om bijvoorbeeld een tafel met een te korte poot te stabiliseren – wat uiteraard zonde is. Het onbenut laten van de mogelijkheid tot vorming is zonde. Ons lichaam komt pas tot zijn recht door een vorming welke het uit zijn loutere dierlijkheid optilt. Door vorming verlengen zich onze handen met muziekinstrumenten, pennen, kranen, auto's, klavieren, geweren. Vorming maakt ons lichaam beter dan het natuurlijkerwijze was: citius, altius, fortius – sneller, hoger en krachtiger. Door vorming vertakken zich onze lichamen en brengen zij een wereld tot stand waarin zij met elkander interageren en samenwerken, bijna zoals de vele miljarden cellen van een menselijk lichaam dat doen waar zij samen weefsels, organen en stelsels vormen en zij laten zich sturen door bewegingen welke hun zin aankondigen door de beloningen die zij aan elk van de cellen afzonderlijk toekennen waar deze doen wat van hen gevraagd wordt. Vorming transformeert ons lichaam tot een werktuig binnen een bovenstoffelijke wereld en daarom resulteert vorming in niets minder dan in de vergeestelijking van het vlees. Het devies Gaat en onderwijst alle volkeren! is de goddelijke oproep tot de vergeestelijking van de stoffelijke wereld, het is het bevel tot Opstanding en onsterfelijkheid.

Maar de vergeestelijkte wereld die aldus tot stand komt, is niet blijvend zonder meer: alle moeizaam en door jarenlange training gevormde enkelingen blijven fysiek sterfelijk en moeten tijdig worden vervangen door nieuwelingen die bij de geboorte louter stoffelijk zijn en die pas deel gaan uitmaken van de geestelijke wereld wanneer ook zij door hun vorming veranderen in de dragers van onstoffelijke zaken, functies of betekenissen waarmee zij zich kunnen identificeren. Wie de mond vol hebben over de grenzeloze vooruitgang en over het hoge niveau van een cultuur, dienen zich derhalve goed te realiseren dat het op peil houden van dat niveau geen vanzelfsprekendheid is en dat niets minder dan de áchteruitgang om de hoek loert van zodra de opvoeding of de scholing steken laten vallen. De onafgebroken en doorgedreven scholing welke in principe geen enkel individu over het hoofd mag zien, is absoluut noodzakelijk en neemt een mettertijd groeiend deel in beslag van de levenstijd van elke enkeling. Deze druk van de studietijd welke de instandhouding van het beschavingspeil moet garanderen, is vergelijkbaar met het werk van een tuinier wiens onafgebroken arbeid er moet voor zorgen dat de bloembedden niet door onkruid overwoekerd worden. De investering in de studie en de vorming van de nieuwe generaties is in die zin ook vergelijkbaar met het onderhoud van en de herstellingen aan onze gebouwen, ons wegenweb en de gehele infrastructuur van onze wereld. Ter gelegenheid van het Bariloche-rapport voor de Club van Rome werd inzake het thema van de grenzen aan de groei de vergelijking gemaakt met de eindige groei van een toren – de legendarische toren van Babel: de groei moet op een gegeven ogenblik wel ophouden omdat een steeds groter deel van de bouwstenen – en tenslotte alle bouwstenen – besteed worden aan het onderhoud onderweg naar boven. Wat wij ook tot stand brengen: het blijft evenmin op zichzelf bestaan als ons levende lichaam dat zonder de voortdurende toevoer van voedsel en zuurstof snel en onherroepelijk wederkeert tot stof en as. 

(Wordt vervolgd)

(Jan Bauwens, 23 februari 2018)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Antonio_Meucci. In het geval van de uitvinding van de telefoon werd deze gepatenteerd door Alexander Graham Bell: https://nl.wikipedia.org/wiki/Alexander_Graham_Bell.

(2) Een tweede maal miste men de trein in 1543: een heus stoomschip kwam de haven van Barcelona binnenvaren maar de eigenaar – de Spanjaard Blasco de Garay, die zijn uitvinding eigenlijk uit China haalde waar men al met stoommachines werkte sinds de viérde eeuw – hield de uitvinding liever geheim. En zo duurde het nog totdat de Schot James Watt aan de stoommachine de plaats gaf die maakte dat zij het tijdperk der fabrieken ontketende. Zie ook: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=214974   

(3) https://nl.wikipedia.org/wiki/Analfabetisme            

https://nl.wikipedia.org/wiki/Onderwijs            

https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_het_Europese_onderwijs



















13-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nazi-praktijken in de dictatuur België anno 2018







        



Nazi-praktijken in de dictatuur België anno 2018

Volgens Het Nieuwsblad van 13 februari 2018 volstaat het dat tegen een leerkracht een klacht wordt ingediend opdat deze 'preventief' geschorst zou kunnen worden en het voorbeeld wordt gegeven van een schooldirecteur in Ronse die geschorst werd “nadat hij in een mail aan Vlaams viceminister-president Liesbeth Homans (N-VA) de aanpak van de asielcrisis door haar partijgenoten met nazipraktijken had vergeleken”. (1) Dat de man in kwestie werd vrijgesproken nadat de N-VA tegen hem een klacht wegens laster en eerroof had ingediend, blijkt van geen tel. (1) In het schooljaar 2015-16 zouden 95 leerkrachten hetzelfde lot hebben moeten ondergaan. (1) Mag de aanpak van de asielcrisis door de N-VA dan geen nazi-praktijk genoemd worden – de 'preventieve schorsingen' in het onderwijs zijn dat ongetwijfeld.

In al die gevallen eigenen politici ofwel hun handlangers zich justitiële macht toe en dit naar het voorbeeld van minister Jambon die in de media de taak van een advocaat prompt beschrijft als iemand die er moet op toezien dat een beschuldigde de gepaste strafmaat krijgt. En wij die dachten dat dit de taak was van een rechter? Wel neen: dat is immers alleen het geval in moderne democratiën waar het principe van de scheiding der machten van kracht is! Bovendien wil minister Jambon de beschuldigde in kwestie veroordeeld hebben nog vooraleer het proces van start gaat; ja, hij gunt de beschuldigde geen proces, kennelijk omdat deze reeds door de media veroordeeld werd. Dat de Hoge Raad voor Justitie hiervoor een minister van binnenlandse zaken moet berispen – wat ook is gebeurd op 12 februari l.l. (2) – laat geen zweem van twijfel over inzake het niveau en de bekwaamheid van onze betrokken actuele regeerders – of is hier veeleer kwaad opzet in het spel? De opmerking van de schooldirecteur uit Ronse blijkt terecht en moedig en de man werd terecht vrijgesproken maar dat hij desondanks geschorst blijft, maakt dat wij ons land best mogen vergelijken met het Turkije van Erdogan, met het Rusland van Poetin en met al die andere dictaturen ver hier vandaan waarvan men de mond vol heeft. Aan mensenrechtenkwesties – daarvan konden we hier in de jongste jaren vrijwel dagelijks getuigen – alsook aan internationale afspraken daaromtrent onder de vlag van de VN, laten de betrokken huidige Belgische politici zich kennelijk helemaal niets gelegen zijn: zij voeren een eigenzinnige bekrompen en immorele politiek en geen haan die er naar kraait – té gevaarlijk ook, zo blijkt. (3)

(J.B., 13 februari 2018)

Verwijzingen:

(1) https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20180213_03354477

(2) https://www.hln.be/de-krant/hoge-raad-voor-justitie-berispt-jambon~a1ff987e

(3) De jongste 'democracy index' liegt er niet om. De democratie in België zinkt sinds enkele jaren naar een dieptepunt - dit jaar haalt België nog de 32ste plaats: 

DEMOCRACY INDEX

            













12-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de perversies van onze cultuur. Deel 7. De tragedie van een cultuur van de komedie








Over de perversies van onze cultuur

Deel 7. De tragedie van een cultuur van de komedie


Naast het welbekende instinct van het zelfbehoud is er in de dierenwereld ook nog het niet te veronachtzamen instinct van het soortbehoud: het individu kan niet zonder de soort en zal daarom waar nodig de soort verdedigen ten koste van het eigen leven. Het uit de antieke wereld stammende spreekwoord homo homini lupus – de mens is een wolf voor zijn medemens – wekt een schijn van strijdigheid van de intermenselijke concurrentie met het beginsel van het soortbehoud maar in wezen gaat het hier om het mechanisme van de wedijver welke de wet van de sterkste laat spelen binnen de eigen soort met als resultaat de eliminatie van zwakkere soortgenoten en de relatieve toename van sterkere, zodat ook hier het 'bestrijden' van soortgenoten de versterking van de eigen soort tot doel blijft hebben.

Edoch, deze zaken betreffen het dierenrijk en de natuur – een wereld waarvan de mensenwereld zich – godzijdank – wil onderscheiden met een cultuur waarin elke menselijke persoon telt – een christelijk beginsel zoals verwoord in de parabel van de goede herder: desnoods laat hij zijn kudde in de steek en begeeft zich in het onherbergzame om één verloren schaap te redden. Deze – in wezen christelijke – cultuur wordt echter aangevreten door persisterende tendensen van het louter natuurlijke die haar proberen uit te hollen en het zijn die culturele perversies welke binnen de cultuur aan het licht gebracht en bestreden dienen te worden. Eén van de vele culturele perversies is die van het bedrog dat deel is gaan uitmaken van ons cultureel gekleurd gedrag en waardoor het menselijke doen en laten het uitzicht krijgen van een ware komedie, intussen een half millennium geleden uitnemend beschreven door de Nederlandse humanist Desiderius Erasmus in zijn wereldberoemd werk Moriae encomium, sive Stultitiae laus of de Lof der zotheid.

Zoals wijd en zijd bekend, begint het bedrog met het misbruik van de vrijheid welke in onze samenlevingen gestalte krijgt als het liberale principe van de vrije markt gekoppeld aan concurrentie en winstbejag ingevolge een onderliggende kapitalistische ideologie waarin reeds de fatale perversie bestaat van de middel-doel-omkering: een verkoper kan nog slechts overleven als hij het principe van het winstbejag aanbidt, welke inhoudt dat men voor het product dat men aan de man brengt, meer moet vragen dan wat het waard is en in de praktijk vraagt men uiteraard zoveel mogelijk. Het behoeft geen tekeningetje dat zulks pas kan middels een zeker 'noodzakelijk bedrog' en dit bedrog doet zelfs helemaal geen moeite meer om zich te verbergen omdat inmiddels iedereen weet dat reclame leugenachtig is en dat het 'gratis'-verhaal van twee kopen en één betalen, een aperte leugen verk(l)apt.

Deze komedie verandert alras in een tragedie waar ingevolge de privatisering van noodzakelijk onafhankelijke overheidsdiensten en instellingen van algemeen belang – waardoor deze op hun beurt afhankelijk worden van de markt en aldus onderhevig aan het winstprincipe – ook deze edele instituten door het bedrog worden aangevreten. En het gaat hier om waarden die tenietgaan van zodra zij niet langer gedragen worden door de waarheid: leugenachtige berichtgeving is immers niet langer berichtgeving doch desinformatie en (politieke) propaganda; onderwijs dat de feiten verdraait of verzwijgt is niet langer vorming maar misvorming en zo delen ook de wetenschappen in de klappen van zodra het wetenschappelijke onderzoek gefinancierd wordt door de industrie – de gezondheidszorg incluis. Wij krijgen dan te horen dat het wetenschappelijk bewezen is dat uitlaatgassen van benzinemotoren onschadelijk zijn voor onze gezondheid 'omdat' de auto-industrie dit zogenaamde wetenschappelijke onderzoek heeft bekostigd. De (corrupte) politiek laat begaan want het brengt allemaal geld in het laatje – ten koste van de waarheid, ten koste van de gezondheid, ten koste van de wetenschappen maar ook ten koste van de geloofwaardigheid van de wetenschappen.

Waar de geloofwaardigheid van de wetenschappen in het gedrang komt, kan de totale ondergang van de samenleving niet ver meer af zijn; ingenieurs die promoveren op foute stellingen omdat hun promotoren corrupt zijn, zorgen er uiteraard ook voor dat hun fysieke stellingen instorten en zo lopen de wetenschappers in het aloude spoor van hun voorgangers, de theologen, en zoals het vertrouwen in de kerk wegsmolt zoals sneeuw voor de zon omdat zij niet langer de weg, de waarheid en het leven veilig stelde maar wel de eigen beurs, zo ook vergaat het de wetenschappen die zich verrijken voor de prijs van de waarheid.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 12 februari 2018)
















08-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de perversies van onze cultuur - Deel 6. Mens zonder medemens







Over de perversies van onze cultuur

Deel 6. Mens zonder medemens

Op 31 oktober 2011 telden de Verenigde Naties 7 miljard mensen en hoogst waarschijnlijk hebben op aarde nooit meer mensen geleefd dan vandaag. (1) Het is daarom een onthutsende paradox om vast te moeten stellen dat de medemens nooit voordien zo ver zoek is geweest. De individualisering bereikt nu zijn hoogste top en wellicht gaat dit fenomeen niet geheel toevallig gepaard met massaproductie. Er is massaproductie van consumptiegoederen maar ook van mensen – die immers zichzelf ongemerkt maar gestaag tot massaproducten herleiden.

Er is niets mis met massaproductie: zij verbetert de kwaliteit van onze consumptiegoederen omdat dan eenmaal fors geïnvesteerd wordt in de constructie van het beste dat dan principieel voor iedereen betaalbaar wordt. Fout gaat het echter wel waar de economie zozeer centraal komt te staan dat mensen en dingen over eenzelfde kam worden geschoren. Men zegt dan niet langer dat een vliegtuig gebouwd wordt naar het model van een vogel en een robot naar het model van een mens: die gang van zaken wordt gewoon op zijn kop gezet waar een zichzelf aanbiddende en vergoddelijkende mens in zijn grootheidswaan gaat geloven dat hij de natuur overtreft. Een vogel heet dan een gebrekkig vliegtuig en een mens die zich niet met de auto verplaatst, een sukkelaar of een gebrekkige robot. Onze wispelturigheid – lees: onze vrijheid – wordt aan banden gelegd middels psychofarmaca die de onvoorspelbaarheid uit ons gedrag wegfilteren en hetzelfde doet een welbepaalde sociale druk veroorzaakt door wetten, normen en waarden (of de afwezigheid ervan), ideologieën, religieuze overtuigingen, modes en trends. Mensen worden dan gespecialiseerde producten, gevormd uit een natuurlijke grondstof – de grondstof 'mens', maar dan vooraleer die mens volwaardig burger werd – door verregaande scholing, training en opleiding welke een steeds groter deel van onze leeftijd in beslag neemt.

De vorming van een oorchirurg duurt een half mensenleven en onvermijdelijk vergroeit de specialist in kwestie zodanig met zijn functie dat hij een workaholic wordt die alleen nog afziet van zijn pensioen als zijn gezondheidstoestand hem verbiedt om nog langer door te gaan met werken. Hetzelfde lot delen uiteraard alle specialisten maar specialisering is het streefdoel dat principieel voor elkeen wordt beoogd. Worden wij gepromoveerd tot specialisten of worden wij ertoe gereduceerd? En is het niet bijzonder alarmerend dat een antwoord op deze vraag niet langer vanzelf spreekt?

Hoe dan ook heeft doorgedreven specialisatie de bijzondere bijwerking dat mensen enerzijds bijna gelijk worden aan elkaar omdat elke universitair gevormde oorchirurg ter wereld (functioneel) principieel dezelfde is – hij is (in die hoedanigheid) door elk van zijn collega's vervangbaar. Anderzijds maakt specialisatie dat mensen onderling zozeer gaan verschillen dat hetgeen zij gemeenschappelijk hebben tegelijk uiterst belangrijk wordt voor het mogelijk maken van communicatie maar tevens buiten ieders bereik dreigt te komen omdat het hier, zoals gezegd, de pre-burgerlijke mens betreft. En wij kunnen dagelijks getuigen van het feit hoe groot de geringschatting voor de niet-burger wel is: wij kennen het weinig benijdenswaardige lot van de sans-papiers, wij leggen ons kritiekloos neer bij de rechteloosheid van de pre-burgers die in steeds groteren getale geaborteerd worden en bij de extinctie van de ex-burgers aan wie euthanasie verkocht wordt als de ultieme pijnstiller en wegens het toenemend gewicht van een zogenaamde levenskwaliteit – welke in feite een direct renderende maatschappelijke functionaliteit verkapt. Wij hebben er geen probleem mee dat wij een buitenproportionele levensstandaard danken aan de instandhouding van de slavernij, de honger en de oorlog waarvan wij de vluchtelingen terugdrijven naar de door ons geschapen plek van onheil.

Niemand kan er nog omheen: naarmate er meer mensen zijn, zijn er ook minder medemensen. Elk individu lijkt een exemplaar van een beperkt aantal (burgerlijk gevormde) ondersoorten waarbij de grondstof – de natuurlijke mens maar evenzeer de mens als medemens – verwaarloosd dreigt te worden. Functies gaan een rondedans aan met elkaar, een ware danse macabre, waarbij “de xylofoon de indruk wekt dat de muziek gespeeld wordt op menselijke schedels.” (2) Want aan de botten van de dansers zit geen grammetje vlees meer, zoals ook aan de functies van de burgers kennelijk geen beetje mens meer vastzit.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 8 februari 2018)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Wereldbevolking

(2)  

https://nl.wikipedia.org/wiki/Danse_macabre_(Saint-Sa%C3%ABns)












07-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de perversies van onze cultuur - Deel 5. Mens zonder ethiek






Over de perversies van onze cultuur

Deel 5. Mens zonder ethiek

Ten onrechte geloven wij dat er na de dood een vergelding komt voor onrecht dat men tijdens zijn leven moet ondergaan. Er bestaat geen goede reden voor rechtvaardigheid of vergelding na de dood als deze al niet tijdens het leven een feit is. Immoreel als wij zijn, denken wij immers in termen van wraak en zo diep zit deze immoraliteit dat we ze zelfs in ons zogenaamd religieus denken hebben ingeplant: onze god beloont het goede en hij bestraft het kwaad – zo immoreel blijkt onze religie.

De eigenlijke reden waarom wij onrecht moeten ondergaan als wij het goede beogen, ontgaat ons: leven is vrijheid en vrijheid manifesteert zich niet anders dan als een handelen vrij van conditionering of dus een handelen alle pijnlijke gevolgen ten spijt. Indien het leven vrij zou zijn van alle mogelijke onaangenaamheden, dan ware de manifestatie van iets dat het louter aangename overstijgt, onmogelijk.

Het overstijgen van het louter aangename is ons bekend uit het leven van alledag, waar wij het minder aangename verkiezen omdat wij anticiperen op nog grotere onaangenaamheden en zo vermoeien wij ons met het dagelijkse uurtje sport omdat deze inspanning niet opweegt tegen de hel van de ziekten die het gewisse gevolg zijn van gemakzucht. Meer nog: als wij ons goed bewust zijn van de weldaad van de sportbeoefening, dan ervaren wij de dagelijkse training niet langer als een lastige inspanning maar voortaan ook als een deugddoende inspanning. De dagelijkse training blijft weliswaar een inspanning, maar deze wordt niet langer ervaren als lastig omdat de last niet langer opweegt tegen de lust – zoals overigens talloze andere inspanningen worden ervaren als lustig en niet als lastig: muziek beluisteren en musiceren, componeren, schrijven, werken, mensen helpen en meer algemeen: andermans lasten dragen. En eenmaal men zich dit inzicht heeft eigen gemaakt, smelt het aloude immorele idée fixe van de rechtvaardigheid en de vergelding als sneeuw voor de zon. Een ethisch verantwoord leven is een bestaan waarin zich het leven ten volle manifesteert – het is immers 'zonde' waar deze mogelijkheid onbenut gelaten wordt – en dit gebeurt door het zich manifesteren van de vrijheid: het handelen wars van rechtvaardigheid, wraak en vergelding. De bekrompenheid van de zogenaamde wereldreligies in acht genomen, zou men zelfs kunnen zeggen dat een moreel verantwoord bestaan samenvalt met een welbepaald atheïsme. Niet het primitieve atheïsme maar wel datgene dat met de immorele religie een komaf maakt.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 7 februari 2018)
















04-02-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spot en moord






        

Spot en moord

De openbare omroep gaat er prat op een opvoedende taak te hebben ten aanzien van het volk en heeft daarom ook een enorme verantwoordelijkheid voor het gedrag van de massa en voor het welzijn van de maatschappij – en in het geding is hier vooreerst de vrede. Die roeping geldt overigens voor al wie op het voorplan staan – of moet men vandaag niet veeleer spreken over wie zich naar dat voorplan hebben gemaneuvreerd? Want velen blijken er als de kippen bij om de (niet altijd even onterechte) 'riante' vergoedingen op te strijken voor de (immers) veeleisende jobs waar omtrent zij (echter) hun volslagen onkunde uiteraard niet eeuwig kunnen blijven wegsteken voor het grote publiek. Een actuele illustratie hiervan is de propaganda van de spot met mensen die juist nood hebben aan steun en het middels de lachlust openlijke aanzetten van een welbepaalde sector van een televisiekijkend land tot geweld jegens noodlijdenden. Het betreft hier meer bepaald de aflevering d.d. 3 februari 2018 van het programma Voetbal inside op de Nederlandse televisie. Cf.: https://www.youtube.com/watch?v=XhhItV06-18 .

Ook hier weer moet de in de eigen blindheid als 'nuchtere kijk' bestempelde onnadenkendheid doorgaan voor het zogenaamde 'gezond verstand' dat niets anders maskeert dan een in deze context wel heel pijnlijk tekort aan empathie en kennis. Lang niet ongevaarlijk: men herinnere zich het feit dat massamoordenaar Breivik in zijn racistisch manifest meer dan tachtig keer zijn grote held Paul Belien – gewezen hoofdredacteur van 't Pallieterke – citeerde. Cf.: https://www.trouw.nl/home/nieuw-katholiek-bloedfanatiek-en-op-de-adreslijst-van-breivik~a6e14d47/ .

Maar geheel afgezien daarvan zullen verantwoordelijke instanties nu zeker heel dringend moeten optreden om de reeds aangerichte schade binnen de perken te kunnen houden want het is allang niet meer denkbeeldig dat iemand morgen een transgender van de baan rijdt, of eender welk slachtoffer van gemene spot: http://joodsactueel.be/2018/02/03/spectaculaire-camerabeelden-leiden-tot-arrestatie-na-antisemitisch-incident-in-antwerpen/

(J.B., 4 februari 2018)











29-01-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Adagio" - Liedcyclus (Jan Bauwens, 2004) getoondicht op elf gedichten uit "Adagio" van Felix Timmermans (1886-1947).
Klik op de afbeelding om de link te volgen

"Adagio" - Liedcyclus (Jan Bauwens, 2004) getoondicht op elf gedichten uit "Adagio" van Felix Timmermans (1886-1947).

[De muziekpartituren zijn verkrijgbaar bij de componist]



26-01-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leeg

leeg


25-01-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de perversies van onze cultuur - Deel 4. Mens zonder lichaam





           

Over de perversies van onze cultuur

Deel 4. Mens zonder lichaam

Het schuldbesef, het geweten en de wil zijn 'onstoffelijke' zaken, het zijn dingen van de geest en van de ziel: wij hebben er een tekort aan en zo zou het dan lijken alsof wij het geestelijke verliezen en alleen nog fysiek bestaan. Edoch, het is wellicht net andersom: de westerling van de eenentwintigste eeuw is een mens zonder lichaam en daar ligt de oorzaak van ons gebrek aan geest, ziel, gevoel en gemoed.

Het lijkt wel een heel paradoxale stelling maar dat is het helemaal niet; we moeten slechts indachtig zijn dat ons lichaam niet alleen de drager is van onze ziel maar tevens de onmisbare eerste vorm ervan en om het met een tekenend voorbeeld vooraf te schetsen, zien wij dat niet alleen de beeldspraak van onze taal maar ook onze taal zelf, die tenslotte al het geestelijke draagt, bestaat uit woorden die verwijzen naar – uiteindelijk – fysieke dingen. Verstaan wij die fysieke dingen niet, dan kunnen wij ook onze woorden niet verstaan en dan klinkt onze taal hol, dan heeft de spirit van wat wij vertellen ook letterlijk geen gewicht en niets om het lijf. Wat wij vertellen, heeft geen diepgang, blijft oppervlakkig en wat wij te horen krijgen, verstaan wij niet echt.

Zo kunnen wij wel spreken en schrijven over bijvoorbeeld zweten, maar wie zich nooit in het zweet hebben gewerkt, kunnen ook niet verstaan wie Jantje Verdure van Stijn Streuvels is en evenmin kunnen zij De oogst ten volle smaken. Een lijf dat te zeer verwend werd en gespaard van inspanningen en van pijn, wordt op den duur niet alleen ziek, maar gaat ook in het onvermogen verkeren om nog te kunnen verlangen en de ziel die in dat lijf huist, wordt blasé – ongevoelig of afgestompt.

Het besef van het belang van het fysieke bestaan kwijnt weg waar men gelooft dat men zichzelf fysiek kan sparen, waar men zichzelf overmatig beschermt tegen kou en regen en tegen hard labeur. Een mens die enkele weken bedlegerig in een kliniek moet doorbrengen, verliest niet alleen de kracht in zijn benen: ook zijn benen zelf kwijnen weg omdat hij ze niet meer gebruikt. Op dezelfde manier kwijnt alles aan ons lichaam weg dat wij willen behoeden voor inspanningen en het doet dat ook in de mate dat wij het willen sparen. Samen met die lichaamsdelen kwijnen de lichamelijke functies weg en ook de gevoelens en de begrippen die daarop geënt zijn en die eraan ontleend zijn.

Nu afstanden op gemotoriseerde wijze overbrugd worden te land, ter zee en in de lucht, moet men niet zozeer spreken over een overwinning op de weidse ruimten: naast de opmerking van Ivan Illich dat wij tegelijk meer afstanden scheppen dan mogelijkheden om ze te overbruggen, bestaat een ander gevolg van deze vermeende overwinning hierin, dat wij zodoende de ruimte als het ware vernietigen omdat de afstanden die wij overbruggen, uiteindelijk ook ruimten zijn welke tot bruggen worden gereduceerd. De sneltrein met vertrek in Brussel en aankomst in Parijs, herschept alle plaatsen die er tussen liggen en waar de trein geen halt houdt in feite tot on-plaatsen die alleen nog dienst doen als verschaffers van faciliteiten aan de spoorwegen. De route snijdt de plekken waar de trein passeert in twee en hetzelfde doen de klok rond alle auto's met alle plaatsen waar zij voorbijrazen en die geen vertrekpunten of bestemmingen zijn. Het verkeer verhakkelt de ruimte en vernietigt ze, tegelijk met de mogelijkheid om zich daarin nog voort te bewegen. Wij allen bewonen eilandjes ter grootte van een zakdoek en ingesloten door straten die wij – en vooral onze kinderen – niet kunnen oversteken zonder ons leven te wagen. Wij hebben met onze zogenaamde overwinning op de afstanden en op de ruimte, onszelf in een wirwar van ontelbare wegenwebben ingesloten en gevangen gezet. Waarheen wij ons ook begeven: overal belanden wij in gelijkaardige cellen voorzien van de meest wrede tralies die men zich maar kan indenken. In onze waan om ons te begeven naar de verste uithoeken van het heelal, hebben wij onszelf volkomen immobiel gemaakt voor immer.

De machines bedoeld om onszelf fysieke inspanningen te besparen, resulteren in het atrofiëren van onze spieren, onze pezen en ons gebeente en de instrumenten waarmee wij ons willen verlossen van intellectueel werk, verzwakken ons geheugen en beroven ons uiteindelijk van ons verstand. Spiercellen, bindweefselcellen, beendercellen, zenuwcellen: ze gaan allemaal ter ziele en alleen vetcellen schieten over – een reserve-energie welke evenmin als de reserves op onze bankrekeningen ooit zal aangesproken worden omdat wij voor die tijd al zullen omgekomen zijn.

De minachting voor het lichaam dat nochtans de bron is van al ons leven, is danig groot dat wij er niet alleen naar trachten om zo rijk te worden dat wij nooit meer te hoeven werken, maar dat wij ons bovendien een gelukzalig hiernamaals voorstellen als een 'zuiver' geestelijke toestand waarin wij voorgoed van het lichaam bevrijd zullen zijn en – vatte wie kan – bij die gelegenheid wordt hetzelfde lichaam dat ons zoveel leven en levensgenot heeft geschonken, op een onnavolgbaar abrupt ondankbare manier een 'kerker' genoemd. En het is met deze dwaasheid gesteld zoals met alle andere: hoe langer wij leven, hoe meer wij ervan overtuigd zijn dat we ook zullen blijven leven. En hoe onrechtvaardiger wij in dit leven behandeld worden, des te groter wordt onze zekerheid dat er na de dood een vergelding komt. Maar geef mij één enkele goede reden waarom de wet der gewoonte rechten zou verdienen en geef mij één goede reden waarom er in een eventueel voortbestaan na de dood rechtvaardigheid zou heersen als dit niet nu reeds het geval is. Ja, men durft zelfs te geloven dat er in het hiernamaals niet alleen rechtvaardigheid zal zijn met betrekking tot het toekomende leven maar tevens met betrekking tot het huidige – wat wil zeggen: rechtvaardigheid met terugwerkende kracht of met vergelding. Edoch, mocht men de moed hebben om de feiten onder ogen te zien, dan zou men wel eens kunnen beginnen zeggen dat een eventueel leven na de dood zeer te duchten was en dat het ongeluk van een mens zeker niet zou liggen in zijn eindigheid – gesteld dat het bestaan ook eindig was – maar daarentegen in de onmogelijkheid om het voortbestaan te doen ophouden – gesteld dat het eeuwig was. Menigeen immers verlangt naar een beëindiging van het onrecht en dit onrecht neemt niet zelden dergelijke proporties aan dat men er geheel probleemloos zijn leven veil voor heeft om het te doen ophouden. Indien wij redelijk waren, dan zouden wij niet langer verlangen naar een leven na de dood: wij zouden daarentegen goed verstaan dat als hier en nu het onrecht de regel is, dit in de toekomst eveneens het geval zal zijn. Als er een rechtvaardige god bestaat, dan is er immers geen enkele reden denkbaar waarom hij vandaag het onrecht wél zou toelaten en morgen ineens niet meer. Het is erg genoeg dat het tot in zijn oude dag moet duren vooraleer een mens bereid is om onder ogen te zien dat al die beloften op vergoeding en vergelding voor de huidige lasten en voor al het doorstane leed, alleen maar tot doel hebben om hem als trekpaard – zeg maar als ezel – aan de slag te houden. Dat het zo ver is kunnen komen, dat hij zijn lichaam een kerker en het verlies van zijn lijf een bevrijding noemt, bewijst slechts hoe gigantisch het bedrog is waarvan de mens te lijden heeft en zo hoeft het ons ook niet te verwonderen dat de moordende job het meest begeerde product is op de hedendaagse markt en dat vrijwel allen het echte stoffelijke leven spontaan inruilen voor een geheel virtueel bestaan op plastic schermpjes welke leiden tot de algehele afstomping van de soort – om nog niet te spreken over een collectieve zelfmoord.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 25 januari 2018)
























16-01-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de perversies van onze cultuur - Deel 3. Mens zonder wil.




                     

Over de perversies van onze cultuur

Deel 3. Mens zonder wil

Het verhaal doet de ronde van een jood die geplaagd werd door een bende straatkinderen die elke dag belletje trek deden aan zijn deur. Maar ziehier hoe hij zich van dit ongemak bevrijdde. Telkenmale als de kinderen aan zijn bel kwamen hangen, gaf hij hun vijf cent. Maar wat doet hij nu, zo zou men zich afvragen, want op die manier blijven ze uiteraard komen? Edoch, na enkele dagen gaf hij hun nog vier cent. Vier cent, zo dachten de kinderen: dat is nog steeds de moeite waard! En ze bleven komen. Vervolgens verlaagde hij zijn tarief naar drie cent, naar twee cent en naar één cent. Maar één cent, dat vonden ze de inspanning al niet meer waard en ze bleven weg!


Het is zo simpel als pompwater maar men moet erbij komen: de jood beroofde zijn plaaggeesten van hun eigen motivatie – leedvermaak – door hen ertoe te verleiden deze te verwisselen voor een beweegreden die hijzelf kon sturen – een beloning. De plaaggeesten verloren de lust om nog te doen wat zij deden, zij vervreemdden van hun eigen daden en zij waren niet langer meester over hun handelingen: voortaan werd hun gedrag gestuurd door een derde; ze waren hun eigen wil kwijt.

Nu blijkt exact hetzelfde te zijn gebeurd met de arbeidende bevolking van de westerse wereld. Van nature geneigd tot het levensnoodzakelijke werk dat in het verlengde ligt van het spontane spel, heeft een klasse van 'bestuurders' – sommigen noemen hen 'machtswellustelingen' – de spontane beweegredenen die mensen van in den beginne tot arbeid aanzetten, middels het loonstelsel geperverteerd en op die manier worden de arbeiders ook gemanipuleerd: zij werken niet langer om de intrinsieke waarde van hun werk maar omwille van een loon en derhalve verliezen zij de natuurlijke band tussen hun werk zelf en de finaliteit ervan; zij vervreemden van wat hun handen voortbrengen – het laat hen op den duur koud wat ze voor de kost moeten doen – en zo zijn ze ook niet langer meester over hun eigen lot; een ander heeft van hun handen bezit genomen; de handen van alle arbeiders zijn voortaan ontkoppeld van hun eigen wil of brein en ze zijn verworden tot de tentakels van een centrale die zij helemaal niet controleren maar door welke zij gecontroleerd en gemanipuleerd worden. Het lichaam van de burger behoort hem niet langer toe omdat het ook niet langer gehoorzaamt aan zijn wil: het lichaam van de burger gehoorzaamt immers aan de wil van een centraal bestuur en het doet dat ook omdat het van dit centraal bestuur geld en dus voedsel en nog andere levensnoodzakelijke dingen moet krijgen. Edoch, tegelijk doemt het gevaar op dat wij aan die vreemde wil gehoorzamen met dezelfde blindheid waarmee wij gehoorzamen aan ons hongergevoel: wij eten omdat wij honger hebben en zo ook spreken wij het woord van wie ons voeden en dus spreken wij niet langer ons eigen woord – onze eigenste wil en geest en lust werden buitenspel gezet.

Het is uiteraard niet verkeerd op zich wanneer mensen samenwerken en aldus een maatschappij vormen waarbij zij zich in functie van een optimale samenwerking gaan specialiseren – het bevordert zelfs de samenhang van het geheel en zo ook het welzijn van elk onderdeel als men elkaars werk doet of in wat andere bewoordingen als men elkanders lasten draagt. Voorwaarde is dan wel dat er dan inderdaad sprake is van samenwerking en van medewerking – wat echter niet langer vanzelfsprekend blijkt waar deze authentieke maatschappelijke motor vervangen werd door de oneigenlijke drijfveer van de concurrentie – die immers een wedloop inhoudt waarbij men niet langer elkaars medestander is doch elkaars tegenstander of vijand. De natuurlijke doch negatieve motivatie van het recht van de sterkste – “doden of gedood worden” – mag dan wel dwingend zijn en derhalve sterk en zij mag dan al binnen zekere perken gehouden worden door de wet: zij ondermijnt op termijn de samenwerking en de staat zelf omdat zij van medeburgers vijanden maakt – waarvandaan: homo homini lupus.

De ontkoppeling van de arbeider van het resultaat van zijn werk brengt een vervreemding mee die hem om te beginnen berooft van zijn werklust maar die vervreemding heeft nog een ander ernstig effect: omdat men voortaan de finaliteit van zijn werk gedwongen overlaat aan anderen – aan een verondersteld bestuur – werkt men niet langer omwille van de intrinsieke waarde van zijn arbeid maar enkel nog omwille van het loon, zodat het de werknemer op den duur eender is wat hij moet doen zolang hij maar betaald wordt.

Er zijn werknemers die betaald worden om te slapen en die daar helemaal geen graten meer in zien en er zijn ook werknemers die tabak verdelen, alcohol en verslavende computerspelletjes; er zijn medici die zich goed bewust zijn van de door Ivan Illich te berde gebrachte problematiek van de iatrogene werking van de geneeskunde maar die maar laten betijen; internetvirussen worden verspreid door de producenten van computerbeveiligingsprogramma's en antivirale software; diepvrieskasten en stofzuigers worden gefabriceerd om al na drie jaar te verslijten, advocaten stoken de ruzies aan waaraan zij dik verdienen, verzekeringsmakelaars werken samen met inbrekers om bangeriken onder druk te zetten, het geschiedenisonderwijs houdt de kinderen dom, de chemiereuzen die antigif en medicijnen fabriceren zijn ook de producenten van sproeimiddelen en andere carcinogenen en straks moeten wij wel gaan geloven dat griepvirussen gefabriceerd worden tezamen met inentingen ertegen. Edoch, de volksgezondheid, de algemene ontwikkeling, de eerlijkheid, het recht, de veiligheid, de waarheid en noem maar op, blijken geheel ondergeschikt aan de economie: goed is nog slechts wat geld in het laatje brengt en hetzelfde geldt voor wat waar en wat schoon is. De economie moet draaien, en de snelheid waarmee ze draait werd uitgeroepen tot de eindwaarde van alle maatschappelijke leven. De productie dient gemaximaliseerd te worden en zo ook de consumptie; er bestaan geen grenzen en in een tijd die beweert zich van alle taboes te hebben bevrijd, werd een nieuw en onoverwinnelijk taboe geboren: het woord 'genoeg'. De menselijke wil werd totaal onderworpen aan de wetten van een nieuwe, alles beheersende en letterlijk moordende economie. Steeds meer mensen willen afremmen, vertragen, rusten, langzaamaan doen of stoppen maar de autoriteiten wijzen erop dat wie niet meer kunnen volgen, onherroepelijk uit de boot zullen vallen.

“RVA=zelfmoordfabriek”: het staat met roetzwarte letters zo groot als mensenlichamen op een blanke muur in het centrum van de stad – één etmaal lang en dan is het alweer overschilderd want deze informatie dient te worden achtergehouden om met de verfijnde en meedogenloze vernietigingspolitiek door te kunnen gaan. Gaskamers zijn niet langer nodig nu sociologen erachter zijn gekomen dat uitstoting uit de groep en sociale vernedering eenzelfde effect hebben als gifgas terwijl dit nieuwe moordwapen clean is en helemaal geen sporen meer nalaat: zo worden plaatsen vol mensen 'opgekuist'. De compartimenten waarin zich de opruiming van het maatschappelijke ballast voltrekt, zijn geheel onzichtbaar geworden en van een genocide is geen sprake meer, men dient er alleen nog over te waken dat het verband tussen de massale zelfmoorden en de even massale doorverwijzing van mensen zonder maatschappelijke functie – mensen 'ten laste' – naar de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, onontdekt blijft of dan toch onbesproken en alvast onaantoonbaar want niemand zal ooit in staat zijn om een link tussen beide te bewijzen. Hoe stuntelig waren de moordtechnieken van de nazi's!

(Wordt vervolgd)

(J.B., 16 januari 2018)


















13-01-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de perversies van onze cultuur - Deel 2. Mens zonder geweten



             

Over de perversies van onze cultuur

Deel 2. Mens zonder geweten


Volgens de katholieke leer is de stem van het geweten, de stem van god zelf die ons toelaat goed en kwaad te onderscheiden. Edoch, in het licht van de vergelijkende cultuurwetenschappen blijkt vanuit deze definitie dat zo'n geweten bezwaarlijk universeel kan zijn aangezien verschillende religies ook verschillende goden met verschillende wetten presenteren en derhalve moet aangenomen worden dat het geweten niet van nature in de mens ingeboren kan zijn maar de resultante is van geïnterioriseerde wetten. Zelfs in het christendom luidt het dat de wet – in dit geval de Thora, de joodse en derhalve de goddelijke wet – aan het geweten voorafgaat: “Zonder de wet zou ik nooit geweten hebben wat zonde is”, zo schrijft de apostel Paulus. (1)

Intussen echter leven althans wij hier in het westen niet langer in een theocratie en zijn onze wetten ook niet meer van goddelijke maar van menselijke makelij. In verlichte en derhalve seculiere staatsvormen zoals onze moderne democratieën, resulteren de wetten uit meerderheidsbeslissingen en lijkt het wel of het geweten voor ons niet langer de stem is van god maar die van een anonieme meerderheid van mensen, meer bepaald burgers, waartoe de mensen op een listige manier herleid werden – waarover verder meer. Afgezien van het feit dat een 'massa' geen persoon is en dus ook geen bewustzijn en geen kennis kan hebben, beantwoordt de vraag of de massa dan weet wat goed is, zichzelf van zodra men zich bezint over de uitspraak van Spinoza dat alle voortreffelijke dingen even moeilijk als zeldzaam zijn. (2) De waarheid is niet het deel van de massa maar wordt gevonden door uitzonderlijke enkelingen zoals Galileo Galileï, Isaac Newton en Etienne Vermeersch; de ontdekking en de creatie van het schone is slechts aan weinigen gegeven zoals Michelangelo, J.S. Bach en Herman Brusselmans; het goede manifesteert zich alleen in het werk van rechtvaardigen en martelaren zoals pater Damiaan, Oscar Romero en Jef Vermassen. Bijgevolg heeft het er alle schijn van dat een geweten dat aanspraak maakt op universaliteit, noch de ingeboren stem van een of andere god kan zijn, noch het resultaat van geïnterioriseerde wetten. Is het geweten dan het juiste midden tussen die twee, met een navenante voorlopigheidsmoraal – de 'morale provisoir' van de vrijzinnigen – en bestaat er niet zoiets als een onveranderlijk, altijd en overal geldig geweten omdat het goede bestaat uit daden welke steeds antwoorden zijn op per definitie altijd wisselende of nieuwe problemen?

De Thora, het Evangelie, de tien geboden en de geboden van de Heilige Kerk – om maar bij de hier meest gangbare godsdiensten te blijven – zijn geschreven voor jonge en gezonde mensen, niet voor psychopaten die het immers niet helpen kunnen dat zij goed en kwaad niet ofwel heel anders zien; zij hebben het nog slechts over mannen en vrouwen – Adam en Eva – en niet over de 'tussengeslachten' waarvan wij ons pas sinds het gevorderde chromosomenonderzoek bewust zijn of over de transgenders die met de stand van de medische wetenschap toentertijd ondenkbaar waren, trouwens evenals de vele ethische vraagstukken omtrent het 'mogen' van het nieuwe 'kunnen'. En dan werden de dieren nog buiten beschouwing gelaten over welke Toon Hermans schreef dat er geen hemel is voor hondjes: de onfeilbare paus Pius IX ontzegde een bewustzijn aan dieren – waarvan vandaag wetenschappelijk wordt aangetoond dat ook zij kunnen voelen, denken, samenwerken en misschien wel bidden: is het doden van dieren moord in weerwil van de toegeeflijkheid omtrent vleesconsumptie in de Heilige Schrift en moet de verantwoordelijke mens nu vegetariër worden? En wat dan met de geesten? Jezus leefde nog ten tijde van de vandaag zo gelaakte praktijk van de duiveluitdrijvingen waaraan hij trouwens zelf gretig participeerde maar wanneer men hardleerse katholieken herinnert aan het evangelische verhaal van de Heiland die, nadat hij voor zo'n uitdrijving opgeroepen werd, het legioen duivels in een kudde zwijnen drijft die zich daarop prompt in de afgrond storten, waarop de veehouders reageren met de woorden: “Dat hij maar elders geesten gaat uitdrijven of straks zijn we onze hele veestapel kwijt!” – dan kunnen zij daar nog steeds niet om lachen.

Maar keren wij terug naar de listige reductie van de mens tot burger – een perversie zoals bij uitstek het probleem van de sans-papiers aan het licht brengt, waarbij het mens-zijn beschouwd wordt als een deelverzameling van het burgerschap in plaats van andersom, met het gevolg dat aldus mensenrechten ontzegd worden aan wie geen ingeschreven burgers zijn en dit overeenkomstig de perversiteit waarbij de mens – in de hoedanigheid van soeverein – zich de Schepper zelf waant en welke zich uitnemend weerspiegelt in de spreuk: Quod non est in scriptis (/actis), non est in mundo.

Er wordt dan meer bepaald uitgegaan van de hypothese dat het denken – en derhalve de geest die een mens tot mens maakt – niet meer is dan een verinnerlijking van de dialoog, welke op zijn beurt plaatsvindt tussen de inzittenden van eenzelfde taalgemeenschap en cultuur. Een staat telt vele burgers en zij danken hun burgerschap aan die staat. De staat of het medeburgerschap ligt met andere woorden aan de wieg van de menselijke geest en dus aan de oorsprong van de mens tout court; het burgerschap gaat aan het mens-zijn vooraf; men is pas mens omdat men burger is; het mens-zijn is een schepping van de staat; de mens is een creatuur van de politici of de machthebbers; iemand is mens en heeft mensenrechten als hij als zodanig erkend wordt door wie de macht bezitten. En ook omgekeerd geldt dat wie door potentaten niet als mens erkend worden, ook niet als mens behandeld zullen worden: zij hebben geen papieren, geen naam, geen rechten en zelfs geen stand, geen plaats in de maatschappij. Aangezien alle territorium hetzij in privaatbezit is, hetzij in bezit van de staat, hebben mensen zonder papieren zelfs geen plaats om op te staan. Zij dweilen de straten af zoals verdoemden, zij zijn eeuwig op de vlucht, zij zwalpen rond op de golven van de wereldzeeën en als zij niet verdrinken, dan spoelen zij ergens aan om daarna te worden teruggestuurd. “Waar zijn uw papieren?” – zo wordt hun gevraagd door de autoriteiten. “U hebt geen papieren? Welnu, dan bestaat u niet: u mag hier niet staan, u moet verdwijnen en wel onmiddellijk!”

Zij die geloven dat de geest niet meer is dan de resultante van een verinnerlijkte dialoog tussen medeburgers, zien de geest als een creatie van de staat, van de politiek of van de mens: het bewustzijn, zo zeggen zij, ontspringt aan de werking van de hersenen en die hersenen werken waar mensen woorden spreken met elkaar of in zichzelf. De geest resulteert uit de taal en is niets meer dan de betekenisvolle woorden, de volzinnen en de paragrafen die gezegd en geschreven worden; de muzikale frasen die gespeeld worden en de figuren die getekend worden. Maar deze opvatting is in hetzelfde bedje ziek als de fysicalistische, zij ontspringt aan exact dezelfde denkfout. Want waar in het fysicalisme, inzake de relatie tussen enerzijds de wereld en de wereldse dingen en anderzijds de natuurlijke werkelijkheid van de schepping, de oneigenlijke opvatting heerst dat de ganse werkelijkheid (slechts) een constructie zou zijn (en deze opvatting is oneigenlijk omdat zij resulteert uit een ongeoorloofde inductie), zo wordt ook inzake de relatie tussen enerzijds de wereld van de taal of die van het denken in het algemeen en anderzijds de werkelijkheid van de geest onterecht gedacht dat de geest niet meer zou zijn dan een product van het denken. Zoals de ‘naïeve realist’ verkeerdelijk gelooft dat hij de natuur en de gehele schepping mag beschouwen als het ‘maaksel’ van een ‘grote bouwmeester’ – en dit in analogie met het menselijke maakwerk dat onze wereld voorstelt – zo ook neigt hij ertoe om te geloven dat de geest niets anders en niets meer kan zijn dan de resultante van (zijn) taal en van (zijn) denken. Edoch, net zoals de natuur — al het geschapene — duidelijk onderscheiden is van de menselijke constructies, en zoals hij ook van een meer fundamentele oorsprong en orde is dan deze laatste, zo ook is de geest als zodanig van een heel andere oorsprong en orde dan het geheel aan gedachten, theorieën, kunstwerken en eventueel nog andere zaken. Deze laatste worden mede middels het menselijke taalgebruik tot stand gebracht — de geest daarentegen is geen product van het (menselijk) denken. Meer gevat: zoals de natuur noodzakelijk ontisch voorafgaat aan alle wereldse zaken, zo ook is de geest noodzakelijk ontisch primautair op de taal, op het denken en op het gedachteleven — het menselijke gedachteleven dat sommigen al te voorbarig en in feite op geheel oneigenlijke gronden geloven te mogen identificeren met de geest. (3)

De politiek inzake de sans-papiers en het Europese vluchtelingenbeleid zijn enkele van de talloze hallucinante gevolgen van de genoemde misvatting die er tevens voor zorgt dat een volstrekte gewetenloosheid de mensheid naar de eigen afgrond voert. Want ook de ziel en het geweten delen in de klappen welke de geest te verduren krijgt onder het juk van een megalomaan menstype dat zich god waant, zodat met het vergaan van de waarheid ook het goede als zodanig op de helling komt te staan – trouwens samen met het schone dat andermaal als zodanig gecreëerd wordt door niets anders dan een beslissing van de potentaat.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 13 januari 2018)

Noten:

(1) Brieven van Paulus aan de Romeinen: 7:7.

(2) Spinoza, Ethica, 5:42.

(3) Voor een uitwerking in detail, zie: Trans-atheïsme (https://www.boekenbestellen.nl/boek/trans-atheisme-de-metafysica-van-het-lam/10436 en http://www.bloggen.be/bethina/) en Spiritus (https://www.boekenbestellen.nl/boek/spiritus/16920 en http://www.bloggen.be/spiritus/).
























10-01-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de perversies van onze cultuur - Deel 1. Schuld en schaamte


 

           

Over de perversies van onze cultuur

Deel 1. Schuld en schaamte


Het verschil met vroeger inzake genocide, aldus de Nederlandse socioloog Abram de Swaan, zit niet in het feit dat wij geen massamoordenaars meer zouden zijn – het zit in het feit dat onze huidige cultuur zich voor massamoord schaamt: “Modern is niet de massamoord maar de schaamte erover.” (1) De middeleeuwse kruisvaarders gingen er prat op ontelbaren uitgemoord te hebben terwijl de huidige massamoordenaars de Shoah verborgen wensen te houden – uit schaamte. We wensen geen massamoordenaars te zijn maar we zijn het tegen heug en meug en bij uitstek de aanwending van massale uithongering (– dagelijks ca. 30.000 slachtoffers) in functie van de continuering van de slavernij toont dit aan. De perversie schuilt in het feit dat derde wereldburgers in slavernij gehouden worden door hen naast een pensioen ook nog het recht op kinderen te ontzeggen onder de dreiging dat hun kroost een overbevolking zou veroorzaken terwijl hun ecologische voetafdruk verwaarloosbaar is – of hoe slachtoffers de schuld krijgen van het kwaad waarvan zij de dupe zijn.

Zich schamen is zich afschermen, zich verbergen, zijn gezicht verbergen en zo verbergen zij die de uitbuiting continueren zich onder de valse beschuldigingen aan het adres van hun slachtoffers: kwaad verbergt zich steeds opnieuw onder een scherm van nieuw kwaad, slachtoffers vergen steeds weer nieuwe slachtoffers om hen te bedekken.

Ofschoon dit de intuïtie wel eens kon tegenspreken daar schaamteloosheid in de regel wordt gelaakt, is schaamte op zich helemaal geen deugd want het is niet iets wat iemand zomaar doet, het is een spontane reactie, een verweer of althans een poging daartoe, voor een dreiging uitgaande van een (openbare) veroordeling die iemand (zij het in de regel door zijn of haar eigen schuld) overkomt of ondergaat. Men ondergaat de schaamte op de manier waarop men zijn kwetsbaarheid ondergaat. Wat de dief ertoe aanzet om zijn misdaad te plegen in het holst van de nacht is zijn vrees voor de schaamte want de schaamte is het bevangen worden door een (al dan niet terechte) veroordeling op het ogenblik dat iemands daden (of misdaden) aan het licht komen en meer bepaald is de schaamte het plotse failliet van een voorgewende persoonlijkheid: iedereen ziet dat men niet diegene is voor wie men kennelijk wenst door te gaan.

De crimineel is te laf om voor zijn daad uit te komen, hij kan best anderen bedriegen en kent derhalve geen schuldbesef maar hij tracht wél te vermijden dat anderen ontdekken dat hij hen bedriegt en om die reden wil hij zijn misdaad verbergen en is hij allerminst schaamtevrij. Misdadigers zijn niet per definitie schaamtevrij – zij blijken dat enkel waar zij eerder ziek dan slecht zijn – en andersom kan schaamteloosheid makkelijk met (bijvoorbeeld kinderlijke) onschuld samengaan.

Misdadigers kunnen leven met schuld maar slechts zolang totdat die aan het licht komt, terwijl bij wie eerlijk zijn, het er net andersom lijkt aan toe te gaan omdat zij er kennelijk niet in slagen om met een schuld te leven en zij derhalve spoedig alles wensen op te biechten. Maar op zich is deze vorm van 'eerlijkheid' evenmin per definitie deugdzaam aangezien hij wordt gestuurd door een openbaar oordeel dat immers objectief immoreel kan zijn zoals bijvoorbeeld onder het juk van misdadige regimes: voor misdaden begaan onder de nazi's plegen burgers zich achteraf vaak te hebben 'verontschuldigd' met het 'argument' van Befehl ist Befehl.

Schaamte ontstaat bij het aan het licht komen van schuld en zo onthult zij in dat geval ook de lafheid van wie hun schuld verborgen wensen te houden. Dat de misdadiger geen schuldbesef kent maar wel schaamte, betekent dat hij niet met de ander begaan is maar slechts met zichzelf: hij schermt zichzelf af voor de mogelijke wraak van wie hij kwaad aandeed.

De realiteit van de schaamte verraadt zich in compartimentering of dus in het afschermen van zijn handelingen voor het daglicht, voor de openbaarheid en voor het licht van het bewustzijn of de taal – in dat laatste geval middels het zwijgen, het taboe, de omerta maar ook middels de cultuur van het verzwijgen en het verbloemen, de ontkenning, het negationisme en de leugen. Omdat pas het woord de mensen en de dingen door ze een naam te geven, door ze bij hun naam te noemen of door ze aan te spreken, aan het licht (van het bewustzijn) brengt of tot leven brengt en ordent, zal hun verzwijging hen achterlaten in een prehistorische of pre-culturele duisternis of chaos. Zo ligt de bedoeling van het spreekverbod in het verhinderen dat waarheid aan het licht komt omdat de taal het licht (van het bewustzijn) is. Door niet over de dingen te spreken, lijkt het wel alsof men aldus kan bewerkstelligen dat zij ook niet bestaan – zij worden, zoals men dat zo tekenend zegt, doodgezwegen of daar heeft het dan toch alle schijn van.

Zo komt pas ruim een halve eeuw na de moord op Patrice Lumumba met stukjes en brokjes aan het licht dat de misdaad bevolen zou zijn door de Belgische regering (onder de verantwoordelijkheid van Paul-Henri Spaak) en met de medewerking van de Amerikaanse regering (in de persoon van Dwight Eisenhouwer) en de CIA en het motief voor de liquidatie zou gelegen zijn in het feit dat deze Congolese onafhankelijkheidsstrijder de zogenaamde goede relaties tussen de Congo en zijn kolonisator, de Belgische staat, onder geen beding in de weg mocht staan – waaruit men dan wel moet verstaan dat men deze held opofferde aan de continuering van de plundering van het Congolese volk en van de op dit volk gepleegde genocide waarbij onder Leopold II zowat twaalf van de twintig miljoen Congolezen door hun kolonisatoren werden omgebracht. De moord op Lumumba – de feitelijke leider van het mishandelde volk – gebeurde in een speciaal daartoe opgetrokken compartiment – een fysiek compartiment maar tevens en vooral een onzichtbaar compartiment van listen en intriges, dat pas nadat de tand des tijds er ruim een halve eeuw had aan geknaagd, lacunes ging vertonen.

Schaamte ontstaat pas waar schuld aan het licht gebracht wordt en dat licht betreft de openbaarheid of dus de plek waar zich de gemeenschappelijke dialoog situeert en derhalve het bewustzijn. Schaamte ontstaat bij schuldenaren pas door het aan het licht (van het bewustzijn) gebracht worden van hun schuld terwijl schuldbesef te maken heeft met het al dan niet aanwezig zijn en ter harte genomen worden van dat licht in de ziel van de betrokkenen.

De schuldigen vermijden het licht (van het bewustzijn), zij vermijden daarom de dialoog als plek waar zich de waarheid kan openbaren en zij wimpelen alle woorden af, zij doen er alles aan om hen die spreken – en in de eerste plaats zijn dat hun slachtoffers – monddood te maken of hun nog anderszins het spreken te beletten en het zwijgen op te leggen. Op die manier leiden de leugen en het bedrog uiteindelijk tot de moord – soms in de vorm van een zelfmoord – waarvan zij de kiemen bevatten en waaraan zij om die reden gelijk zijn. Onmiddellijk nadat Oscar Romero het zwijgen over de schendingen van de mensenrechten in El Salvador verbroken had, kreeg hij een eredoctoraat aan de K.U. Leuven maar enkele weken later ook een kogel van de doodseskaders van extreem-rechts.

Zij aan wie onrecht wordt aangedaan, zoeken dit mede te delen aan anderen, maar dat is geen gemakkelijke klus en dikwijls een gevaarlijke. Zij vinden geen gelegenheid tot spreken ofwel vinden zij geen gehoor. Enerzijds streven daders ernaar om hun slachtoffers fysiek het zwijgen op te leggen door hen te gaan overstemmen van zodra zij het wagen om iets over het hen aangedane onrecht te zeggen: zij roepen, zij intimideren met lawaai of met fysiek geweld hun slachtoffers, paaien de toehoorders en demoniseren hun slachtoffers bij de mogelijke toehoorders van de klachten. Zij maken hun slachtoffers monddood en gaan daarbij over tot ernstige vormen van laster, vaak worden zij geheel onterecht geloofwaardig geacht en krijgt het slachtoffer niet eens de gelegenheid zich tegen de aantijgingen te verdedigen, vooreerst al omdat dit slachtoffer daarvan niet op de hoogte is – en in het bijzonder is dit het geval waar het slachtoffer letterlijk voor de gek wordt gehouden omdat omwille van stigma en reputatie niemand aan een ander zal gaan vertellen dat men hem of haar voor gek houdt.

Volgens recent onderzoek inzake huiselijk geweld komt het vaak voor dat een zwakkere persoon door een dader fysiek maar nog vaker psychisch ernstig toegetakeld wordt bij een gelegenheid zonder getuigen; waagt het slachtoffer het om daarover te spreken met een derde, dan blijkt de dader er vaak reeds voor gezorgd te hebben dat zijn slachtoffer als ongeloofwaardig gebrandmerkt werd terwijl hij de eigen geloofwaardigheid buiten kijf tracht te zetten, en dit blijkt jammer genoeg uitnemend te lukken waar de dader zich verbergt achter een geveinsde bezorgdheid over een slachtoffer over wie hij laat uitschijnen dat het (geestes)ziek zou zijn. Bovendien is er de (terechte) angst van het slachtoffer voor wraak vanwege de dader die zijn slachtoffer vaker probeert te chanteren, waarbij dan dikwijls ook nog eens derden betrokken worden. Jammer genoeg levert onze huidige cultuur talloze voorbeelden van dergelijk ten hemel schreiend onrecht, zoals in het geval waar ganse bevolkingsgroepen, en bij uitstek de ouderen, levenslang krijgen (in zorginstellingen) telkenmale waar zij onterecht dement werden verklaard en beroofd van hun bezit maar ook van hun vrijheid, hun geloofwaardigheid, hun zelfstandigheid en hun integriteit.

Het schuldbesef vindt zijn oorsprong in de interiorisering of het zich eigen maken en het zich behartigen van de waarheid die soms in de openbaarheid aan het licht komt maar soms ook niet. In de huidige westerse cultuur – een 'cultuur van de dubbele boekhouding' en een 'cultuur van de dubbele moraal'– wordt de schaamteloosheid gelaakt terwijl het optreden van schaamte vaak alleen maar een gewezen tekort aan schuldbesef verraadt, wat betekent dat in deze cultuur het schuldbesef en het geweten voor een stuk afwezig zijn. Waar de schaamte alsnog optreedt, brengt zij aan het licht dat de dialoog, de aanspreking of het licht van de intersubjectiviteit niet geïnterioriseerd werden en dat de ziel verstoken is gebleven van datgene wat gecultiveerde mensen van wilden onderscheidt. Omdat zij van een tekort aan schuldbesef getuigt, zal een cultuur van louter schaamte paradoxaal genoeg een afwezigheid van humane cultuur verraden want waar mensen zich voor hun daden schamen – per definitie nadat die daden aan het licht kwamen – moeten zij in feite erkennen dat zij hun daden verborgen hielden voor de ogen van anderen en uiteraard deden zij dat omdat zij er anderen bewust mee bedrogen. Dat zij hun misdaden trachten te perfectioneren, verraadt slechts hun streven om ze te kunnen plegen zonder angst voor mogelijke gevolgen. Compartimentering heeft te maken met achterbaksheid en deze vergt evenals de aan haar verwante leugenachtigheid en het bedrog, inspanningen om zich overeind te houden in weerwil van het licht van de waarheid.

Het maken van compartimenten – schermen, schaamte – staat in functie van het verhinderen dat waarheid aan het licht komt, het is het afschermen van handelingen van de openbaarheid omdat men zich ervoor zou schamen en op die manier zijn compartimenten tevens voorafspiegelingen van de schaamte. Compartimenten zijn schuttingen binnen de werkelijkheid die er moeten voor zorgen dat er geen licht kan schijnen op de dingen die in deze compartimenten ondergebracht worden; zij zorgen ervoor dat handelingen verdoken blijven en het is dan ook hun finaliteit om voor bepaalde – meer bepaald bedrieglijke – handelingen een werkelijkheid apart te scheppen waar deze in de openbaarheid onmogelijke handelingen alsnog kunnen overleven. Compartimentering is derhalve een activiteit welke rechtstreeks voortspruit uit de wens om aan zichzelf meer vrijheid toe te kennen dan werkelijk mogelijk is, het is daarom een miskenning van de objectieve werkelijkheid, het is een volharding in de boosheid van de leugen, het is de ongeoorloofde reductie van wat ernst hoort te zijn tot een louter spel, het is een verwisseling van de wil met de wens.

Zoals gezegd is van compartimentering bijvoorbeeld sprake waar een dader iemand onder vier ogen en dus zonder de aanwezigheid van getuigen bedreigt: de bedreiger schept op deze manier een compartiment waarin hij zijn slachtoffer als het ware opsluit en gevangen houdt omdat dit slachtoffer, precies door de afwezigheid van getuigen van het kwaad dat hem of haar wordt aangedaan, het bestaan van de misdaad niet hard kan maken voor de buitenwereld en derhalve blijft ook de dader onzichtbaar. Voor de buitenwereld immers blijft de dader doorgaan voor de onschuldige die hij echter helemaal niet is – alleen het slachtoffer ziet wie hij werkelijk is maar dit slachtoffer staat met die kennis volkomen alleen. De eenzaamheid waarin het slachtoffer verkeert, is de sinds oudsher beschreven ondraaglijke eenzaamheid van wie een kennis bezitten waaraan niemand anders participeert. Het niet aan het licht kunnen brengen van die kennis of het verdoken moeten houden van de waarheid waaraan het slachtoffer gekluisterd is wegens het navenante gevaar, brengt een specifiek, intens psychisch leed mee, vergelijkbaar met het diepe en eenzame leed van het verlies van een geliefde die bijvoorbeeld niemand anders' kind is:

Du bist ein Schatten am Tage

Und in der Nacht ein Licht;

Du lebst in meiner Klage

Und stirbst im Herzen nicht. (2)

Wordt dit leed door onrecht veroorzaakt, dan concentreert zich het gepleegde onrecht in dit leed waarin het resulteert, het leed is de feitelijke vrucht van het gepleegde onrecht en van die finaliteit kan de onrechtpleger zich niet ontdoen, zijn eventueel 'excuus' dat het niet dit was wat hij beoogde, kan onmogelijk hout snijden omdat zijn daad zelf dit 'excuus' apert tegenspreekt met dezelfde overtuigingskracht waarmee de waarheid aan het licht komt in een salomonsoordeel. Bij de twist tussen twee vrouwen om een kind, waarover Salomon beslist het te zullen halveren, bewijst de daad van haar die het onverwijld afstaat om het te redden haar moederschap. Over de primauteit van de daad over het woord spreekt ook Augustinus waar hij duidelijk maakt dat iets zoveel waard is als men bereid is ervoor te betalen: De prijs van het graan is uw geld; de prijs van een stuk land is uw zilver; de prijs van een parel is uw grond; maar de prijs van de naastenliefde zijt gijzelf. (3) In extenso toont zich de perversie van onze cultuur in de spot, waar immers de mooiste woorden aangewend en derhalve verkracht worden om de lelijkste daden te verwezenlijken.

Onze seculiere, westerse cultuur kan pas ontkomen aan een spoedige en gewisse fatale ondergang als zij een nieuwe schaamteloosheid invoert met het doel de gespeelde schaamte en de gemakkelijke excuses waarvan zich op hun privacy beroepende en daarom legaal gemaskerde criminelen zich steeds guller en frequenter gaan bedienen, aan het licht te brengen in hun ware draagwijdte, meer bepaald in hun eigenlijke betekenis van misdaad. Want het probleem voor de misdadiger heeft zich verplaatst van zijn schuld naar zijn schaamte: waar eertijds de slechterik in gewetensnood verkeerde en om een biechtvader smeekte en de kwijtschelding van schulden om te kunnen ontkomen aan de eeuwige hellestraf, maakt zijn huidige ongeloof deze immense angst geheel ongedaan en zal hij nu veeleer vrezen voor de straf van een veroordeling hier en nu.

(Wordt vervolgd)

(Jan Bauwens, 10 januari 2018)

Noten:

(1) Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders, Prometheus, 2014), pag. 254.

(2) Friedrich Rückert, Kindertodtenlieder, fragment.

(3) Zie de geschriften van Augustinus van Hippo.

    


           


















01-01-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan de feesttafels der kannibalen


Aan de feesttafels der kannibalen





Foto

Foto


Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Kerststal 2021

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Zo zweeft de wereld

Van ruilmiddel tot god




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto



Foto

Foto

Foto

Foto

Koningin Elisabethwedstrijd
 2013
voor Piano:
http://www.cmireb.be/nl/ 


Foto

 

http://fieldliberation.wordpress.com/ 
http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 

Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie:

http://naturalsociety.com/safety-group-blows-lid-on-secret-virus-hidden-in-gmo-crops/ 





Foto

Foto

Foto

Foto

Inhoud blog
  • Waarom de katholieke duivel een persoon is
  • 'Teamwork'
  • Mijn oude grootmoeder (J.B., 2011)
  • https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/wedstrijden-details-multimedia/activiteiten/piano-2025/
  • Over de dood - Aflevering 7.
  • Over de dood - Aflevering 6.
  • Wij waren (muziekvideo)
  • Meilied
  • Over de dood - Aflevering 5.
  • Over de dood - Aflevering 4.
  • Over de dood - Aflevering 3.
  • Over de dood - Aflevering 2.
  • Over de dood
  • Dovemansgesprekken - Aflevering 2.
  • Dovemansgesprekken
  • De leer van Augustinus - Aflevering 6.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 5.
  • De tijd
  • De leer van Augustinus - Aflevering 4.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 3.
  • José Mujica en Leo XIV
  • De leer van Augustinus - Aflevering 2.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 1.
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 3
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 2
  • Over de illusie van kennis
  • Werkplekken Leo 14
  • De pausverkiezing en de kippen zonder kop
  • https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions-details-watch-listen/events/piano-2025/
  • https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/nieuws/volg-pianowedstrijd-vanaf-eerste-ronde-live/
  • competitie
  • Macht en geweld
  • Herdenking: 12 jaar na de milieuramp van 4 mei 2013
  • Struisvogelpolitiek in Wetteren (d.d. mei 2013)
  • sv bespr pdf
  • Blasfemie
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 6
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 5
  • kruithof neoliberalisme synthese jb
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 4
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 3
  • Shostakovich: Strijkkwartetten en Pianokwintet
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 2
  • De gevaarlijke kerk
  • De mot in het geloof - Aflevering 6. Martelaarschap en hypocrisie
  • De mot in het geloof - Aflevering 5. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 2)
  • De mot in het geloof - Aflevering 4. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 1)
  • De mot in het geloof - Aflevering 3. Costica Bradatan over sterven voor een idee
  • De mot in het geloof - Aflevering 2.
  • De mot in het geloof
  • De alerte lezer: het schrikkeljaar van Stijn Streuvels
  • De aanbidding der wijzen, c.1455 (eiken paneel) (The Adoration of the Magi, c.1455 (oak panel)) Rogier van der Weyden
  • Mattheuspassie Bach
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Trump en Harvard
  • Hedendaagse kunst: Dirk D'Hulster: De geboorte van de oorlog
  • Audio-visuele installatie
  • Cryptofascisme
  • Verschijnt binnenkort-
  • De transformatie van de wereld
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 9: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg 2 en slotwoord)
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 8: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg: de derde filter)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 7: Het propagandamodel en zijn vijf filters
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 6: Het voorwoord van de auteurs
  • MANUFACTURING CONSENT vandaag in de praktijk:
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 5: Actualisering van de casestudies (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 4: Actualisering van de casestudies
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 3: Actualisering van het propagandamodel
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 2: Inleiding (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 1: Inleiding
  • Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:
  • Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')
  • Gounod, Faust, soldats
  • Gounod: Faust - Le veau d'or
  • Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 18: Strategie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 17: Orde
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 Aflevering 16: Ideologie en ethiek
  • Jaap Kruithof, citaat
  • Jaap Kruithof
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 15: Televisie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 14: Entertainment
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 13: Individualisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 12: Veiligheid
  • Requiem for the American Dream with Noam Chomsky
  • Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme
  • psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 9: Nationalisme
  • Spielt auf nun zum Tanz! (Andermaal Van Togenbirger)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur
  • Jaap Kruithof--
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 7: Democratie
  • Kruithof, Jaap -
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 6: De jungle versus de overheid
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 5: Privatisering
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 4: De economische dictatuur
  • Het lezen waard:
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 2: Een veranderende economie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 3: Het alternatief is de muur
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”
  • Satyagraha
  • De wet, zijn letter en zijn geest
  • Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”
  • “Vrijwillige legerdienst”!?
  • De fraude en de dood - Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • "Kom op tegen fraude"
  • De waarden van de windhaan
  • Oorlogavond
  • Kaos
  • Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1
  • Superbia - Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem
  • Het nieuwe verhaal
  • George Orwell
  • Homeros: Odysseus (film 1997)
  • Sisyphus en Simone Weil
  • De mythe van Sisyphus van Albert Camus
  • Over wolven en schapen
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 11. Over het lot van activisten
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 10. Mensenrechtenactivisme, een bedreiging voor de gevestigde orde
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 9: De dwingende conclusie
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 8: De arts, zijn Orde en de WHO
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 7: Een vurig protest tegen de omerta
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 6: Een ontmaskering van het totalitarisme
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 5: Over heldenmoed
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 4
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 3
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 2
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte)
  • Schuldig verzuim 1
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 2. Intermezzo
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 1. De wereldoorlog, de kwantumtheorie en het Mystieke Lam
  • De splijtzwam en het schip der dwazen
  • God en de oorlog
  • Het fascisme, gisteren en vandaag
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-maga-granny-weigert-trumps-gratie-voor-bestorming-capitool-we-zijn-die-dag-in-de-fout-gegaan~a032fdd8/
  • https://www.hln.be/buitenland/een-dag-na-trumps-inauguratie-beloven-rusland-en-china-relaties-naar-hoger-niveau-te-tillen~a9450138/
  • https://www.hln.be/buitenland/achttien-staten-vechten-trumps-afschaffing-van-geboorterecht-aan-hij-kan-grondwet-niet-zomaar-aan-de-kant-schuiven~aca34aac/
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-bisschop-haalt-uit-naar-trump-tijdens-dienst-en-het-staat-nieuwe-president-duidelijk-niet-aan~a3e91958/
  • Executies
  • Een gigantische opstand in het verschiet?
  • Democratie en immoraliteit
  • Ongewenste mensen
  • p p5
  • Niet Trump komt aan de macht maar Mammon
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 5.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 4.
  • Trump
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 3.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 2.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 1.
  • Pieter Brueghel de Oude, De parabel van de blinden (1568)
  • De mens en zijn maskers
  • Informatie en Big Brother
  • Sibelius Vioolconcerto
  • Over het lot van de mens - 21. 28 december
  • Over het lot van de mens - 20. Opstand
  • Over het lot van de mens - 19. Het lot, het doel en de onbestemdheid
  • Over het lot van de mens - 18. De waarheid in pacht hebben
  • Het ingebeelde universum (Ludo Noens)
  • Moreels
  • Over het lot van de mens - paragraaf 17 (12)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 16 (11)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 15 (10)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 14 (9)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 13 (8)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 12 (7)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 11 (6)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 10 (5)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 9 (4)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 8 (3)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 7 (2)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 6 (1)
  • Krieg und Leichen
  • Over het lot van de mens - paragraaf 5
  • Over het lot van de mens - paragraaf 4
  • http://www.dirkdhulster.org/
  • Over het lot van de mens - paragraaf 3
  • Over het lot van de mens - paragraaf 2
  • Over het lot van de mens - paragraaf 1
  • LGBTQIA+, geen minderheid?
  • Euthanasie, sedatie en menswaardigheid
  • Pijnstillers
  • De hergeboorte van de kwakzalverij
  • Hoog in een kuuroord
  • De zwarte paus - Zo werkt extreemrechts (artikel d.d. 8 juni 2020)
  • En liegt de laatste paus dan niet? (een artikel d.d. 29 juli 2013)
  • Fundeert het katholicisme onze beschaving? (10-22 november 2019)
  • Wereldbeeld en diagnose
  • jp c f m
  • dein Geld-
  • Verkapte euthanasie
  • Tijdelijkheid
  • Oh dichosa ventura

    Archief per week
  • 26/05-01/06 2025
  • 19/05-25/05 2025
  • 12/05-18/05 2025
  • 05/05-11/05 2025
  • 28/04-04/05 2025
  • 21/04-27/04 2025
  • 14/04-20/04 2025
  • 07/04-13/04 2025
  • 31/03-06/04 2025
  • 24/03-30/03 2025
  • 17/03-23/03 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 24/02-02/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 10/02-16/02 2025
  • 03/02-09/02 2025
  • 27/01-02/02 2025
  • 20/01-26/01 2025
  • 13/01-19/01 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 23/12-29/12 2024
  • 16/12-22/12 2024
  • 09/12-15/12 2024
  • 02/12-08/12 2024
  • 11/11-17/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 14/10-20/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 26/08-01/09 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 05/08-11/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 03/06-09/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 11/12-17/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 26/09-02/10 2005
  • 27/11-03/12 2000
  • 06/11-12/11 2000
  • 25/09-01/10 2000
  • 29/05-04/06 2000
  • 22/05-28/05 2000
  • 24/04-30/04 2000
  • 31/01-06/02 2000
  • 25/10-31/10 1999
  • 28/02-06/03 1994
  • 19/03-25/03 1990
  • 12/03-18/03 1990
  • 05/02-11/02 1990
  • 30/04-06/05 1984
  • 02/04-08/04 1984
  • 12/03-18/03 1984
  • 21/09-27/09 1981
  • 29/06-05/07 1981
  • 30/03-05/04 1981
  • 02/02-08/02 1981
  • 08/12-14/12 1980
  • 24/11-30/11 1980
  • 17/11-23/11 1980
  • 10/11-16/11 1980
  • 03/11-09/11 1980
  • 08/09-14/09 1980
  • 19/05-25/05 1980
  • 10/03-16/03 1980
  • 18/02-24/02 1980
  • 04/02-10/02 1980
  • 28/01-03/02 1980
  • 10/12-16/12 1979
  • 19/11-25/11 1979
  • 15/10-21/10 1979
  • 17/09-23/09 1979
  • 06/08-12/08 1979
  • 12/03-18/03 1979
  • 27/02-05/03 1978
  • 06/02-12/02 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 25/12-31/12 1978
  • 12/12-18/12 1977
  • 05/12-11/12 1977
  • 03/10-09/10 1977
  • 30/05-05/06 1977
  • 02/05-08/05 1977
  • 14/02-20/02 1977
  • 15/11-21/11 1976
  • 12/01-18/01 1976
  • 08/12-14/12 1975
  • 10/11-16/11 1975
  • 07/07-13/07 1975

    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto


    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2000
  • 1999
  • 1994
  • 1990
  • 1984
  • 1981
  • 1980
  • 1979
  • 1978
  • 1977
  • 1976
  • 1975





    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs