Tot
stof en as
Deel
5: Rosemary's baby
In
dit door Roman Polanski's verfilming alom bekende horrorverhaal van
Ira Levin baart een jonge vrouw de zoon van de duivel door wie zij in
een droom verkracht werd. Tijdens haar zwangerschap moet zij die
waarheid onder ogen zien en het moederinstinct verhindert haar om
daartegen ook maar iets te ondernemen, wat haar absolute eenzaamheid
bezegelt.
Lang
niet zo groot is de eenzaamheid van wie met hun inzichten
vooruitlopen op de massa met miskenning als enig loon want desnoods
kunnen zij nog kiezen voor het martelaarschap: die allerlaatste
uitweg is Rosemary niet gegund; het is haar lot de waarheid immer in
zich op te moeten bergen en zo wordt zij de vergeetput van de
waarheid. Omdat de waarheid naar zijn eigen zeggen God is, zal
Rosemary eeuwig branden in de hel. De tegenpool is zij van de heilige
maagd Maria die de Waarheid baarde omdat in Rosemary de waarheid
sterven moet en het kwaad tot leven komt: de leugen, verpersoonlijkt
in het kind van de duivel.
De
westerse beschaving is een gebouw gefundeerd op de retorica, die
echter de kunst is van het liegen. Alles wat onze cultuur
voortbrengt, zit verpakt en de verpakking belemmert het zicht op de
zaak zelf terwijl zij nochtans pretendeert die zaak te belichten want
zij is de naam en derhalve het doopsel: men mag niet zien wat erin
zit, men moet geloven wat de doos over de inhoud zegt. De verpakking
of de naam, de uitleg, de van de wijs brenging, de omleiding, weg van
het doel: het dwaallicht.
De
oplichterij openbaart zich pas waar de waren slechts hun verpakking
blijken: binnenin is leegte. Het bedrog brengt illusie gevolgd door
desillusie, telkens opnieuw. Onze cultuur bedriegt en het bedrog
verslaaft; de verslaving verziekt en de ziekte doodt. Dit heet
kapitalisme, hebzucht, maar ook eerzucht, de zucht naar roem, het
immer hoger, sneller, sterker, de tomeloze vrijheidsdrang, de
Übermensch, de Godmens, de moordende zelfverheerlijking. Het alom
verheerlijkte geld is de exponent van de lege verpakking. Zij belooft
vrijheid maar brengt alleen verknechtende oorlog.
Heel
anders is de oosterse cultuur, die bescheidenheid predikt en die de
tevredenheid aanprijst: zij leert dat rijkdom niet de bevrediging is
van behoeften maar hun afwezigheid of tenminste hun beperking. Uit
het inzicht in het kwaad van de hebzucht werd het antikapitalisme
geboren dat vorm kreeg in het communisme en sindsdien is de
politiek-ideologische wereld in twee verdeeld en die verdeeldheid
manifesteert zich in eenzelfde zich immer herhalende oorlog die zich
uitstrekt over de hele planeet. De beide ideologieën bevechten
elkaar maar wat zij gemeen hebben, is de oorlog, die daarom, zoals
Herakleitos het zegde, de vader van alle dingen is.
De
strijdende partijen hebben elk hun eigen waarheid: in tijden van
oorlog splitst zich de waarheid in twee leugens op. Het is de
teleurgang van de waarheid die vechten doet. De retoriek zelf is
strijd omdat zij liegt, zij is een geheel van holle frasen wiens
verdedigers lege hulzen zijn: praters zonder ziel, die verkondigen
wat winst oplevert, vandaag dit en morgen iets anders. Zij leven voor
het geld dat de lege verpakking bij uitstek is, zij aanbidden de
mammon, die de onmens bij uitstek is, de niet-persoon, de duivel. En
zij die hem in het vizier hebben, delen het lot van Rosemary: zij
moeten de waarheid van het kwaad verzwijgen omdat dit kwaad hun
eigenste kind is.
(J.B.,
13 maart 2022)
|