Smeren ze ons kanker aan?
 Claudius Galenus [vrij naar een lithografie van Pierre Roche Vigneron, ca. 1865] leefde van 131 tot 216. Hij is een Grieks-Romeins arts die de geneeskunde anderhalf millenium lang bepaalde met o.m. Hippocrates' theorie van de lichaamssappen of de 'humores', vanwaar ons begrip 'humeur'. Galenus schreef meer dan 500 boeken, Vesalius vertaalde hem naar het Latijn en Avicenna gebruikte zijn ontleedkunde. Van Galenus is de benaming "cancer" , wat "kreeft" betekent, genoemd naar de op kreeftepoten gelijkende bloedvaten rond een gezwel.
|
Als er ineens minder kauwen zijn, dan worden deze prachtige vogels wettelijk beschermd. Zijn er na een tijdje weer 'teveel', dan mag men er op schieten. Wat gewoonlijk moord heet, is in andere tijden een noodzakelijk kwaad, een plicht en soms zelfs een vermaak. Men kan er zo verslaafd aan raken dat bij gebrek aan levende doelwitten, alras wordt overgestapt op kleiduiven om de hoge 'nood' te kunnen lenigen: de 'nood' om te doden.
Niet alleen vogels worden uitgedund maar bijvoorbeeld ook konijnen, en daartoe werd een dikke halve eeuw geleden in Australië myxomatose ingevoerd: een heus pokkenvirus, bedoeld om de konijnenplaag daar in te dijken. Door muggen of vlooien besmette, ongevaccineerde konijnen, kunnen vervolgens ook elkaar besmetten, en zij ontwikkelen tumoren die hen in negen van de tien gevallen fataal worden.
Dieren en planten worden uitgeroeid maar ze worden ook geteeld en veredeld en uiteraard gaan die twee bewerkingen hand in hand. Varkens, runderen en schapen worden gedomesticeerd en verzorgd, als waren zij onze eigen kinderen; ze hoeven niet naar school, ze zijn bestemd voor de stoofpot. Helemaal geen gewetenswroeging daarbij van onzentwege: met veel smaak en culinaire franjes knagen wij de botten van onze leefgenoten af. Zij worden verzwolgen en verteerd door de zuren die onze ingewanden vullen. En gelukkig kunnen wij niet zien wie wij eigenlijk echt zijn, vanbinnen, want alles wat wij zijn, zit gelijk een glimmende worst keurig in een vel verpakt. Schoonheid, zo placht een professor uit lang vervlogen tijden het te zeggen, is slechts een vel dik. Maar we dwalen af.
Het 'teveel' aan kauwen drukt een eigenschap uit, niet van een kauw doch van een hoeveelheid. Een teveel is een verfoeilijke eigenschap, het is een tekort, een ziekte haast. Een teveel kan verholpen worden door het aantal waar het om gaat, in te perken, precies zoals een tekort verholpen wordt door het betreffende aantal te doen toenemen. Dat laatste gebeurt door de kweek aan te moedigen, het eerste door de kweek te dwarsbomen of, als het snel moet gaan, door een aantal exemplaren te vernietigen.
Andermaal is het niet de kauw, het konijn of wat dan ook dat geviseerd wordt wanneer men het over bijvoorbeeld overbevolking heeft; het gaat louter om de oplage, het aantal exemplaren. Men moet geen duizend boeken drukken als men er slechts honderd kan verkopen en zo ook moet men geen tien konijnen houden als men voor amper drie te eten heeft. Dat doet niets af van de waarde van het boek in kwestie of van die van het konijn en het is ook niet jammer voor de niet geproduceerde exemplaren aangezien zij er nooit waren. Het ware enkel zonde indien een overschot dat zonder lezers bleef, veroordeeld werd tot de versnipperaar; het ware jammer indien zeven konijnen omkwamen door gebrek aan wortels.
 Thomas Malthus (1766-1834): Brits demograaf en predikant. Naar hem genoemd zijn de begrippen Malthusiaans plafond en Malthusiaanse catastrofe. Het eerste duidt aan hoeveel mensen er kunnen leven per oppervlakte landbouwgrond. Het laatste zegt dat een bevolking die dat plafond overschrijdt, zichzelf in evenwicht brengt door een verhoogde mortaliteit.
|
Wie een grasperk heeft waarop zij konijnen houdt en ook een moestuintje met wortels, die kan berekenen voor hoeveel konijnen zij voldoende wortels kweken kan, zodat er geen verspilling hoeft te zijn, noch van wortels, noch van konijnen. En hetzelfde geldt voor boeken en lezers, voor kauwen en voor nog honderdduizend wezens meer. Maar of er morgen teveel mensen zullen zijn, kan men niet weten. Malthus voorspelde een teveel, maar hij kreeg ongelijk: tegen de tijd dat de explosie der bevolking daar was, kwam ook de industriële revolutie, die met een explosie van levensmiddelen alles dan toch nog binnen de perken hield.
Zegt men niet te gauw dat er overbevolking is, en praat men dat gezegde niet klakkeloos na zoals ook papegaaien doen, omdat het nu eenmaal aan de orde is om die dingen te beweren, geheel afgezien van het feit of zij ook nog waar zijn? Het wordt gezegd dat de mens afstamt van de aap, dat het heelal ontstaan is uit de 'big bang', dat Onze-Lieve-Heer verrezen is, dat er nog miljarden met mensen bevolkte aardes ronddraaien in onze melkweg en dat de tijd onomkeerbaar is. Al die dingen worden gezegd en vervolgens nagezegd terwijl men zich eigenlijk zelden of nooit lijkt te bekommeren om de vraag of zij wel waar zijn, of zij wel waar kúnnen zijn.
In deze tijd is het darwinisme hier vanzelfsprekend geworden, net zoals de katholieke theologie dat in de middeleeuwen was. Zoals de middeleeuwer zich meestal geen vragen stelde bij zijn theologie, zo ook slikt de burger van vandaag met gemak het verhaal van de vele aardes vol met leven, en waarom dan ook niet dat van de ufo's en de door ufonauten ontvoerde lieden? Wee hem die het liedje van de dag niet zingt: op de brandstapel zal hij belanden! Maar wij dwalen andermaal af.
Of er echt overbevolking is, weet men niet alleen niet; het is een zaak die men gewoon niet kán weten. Vandaag is er nog genoeg te eten voor iedereen maar morgen kan een uitbarsting op IJsland de ganse aardbol hullen in een nacht die jaren aanhoudt, met voedselschaarste tot gevolg en grote sterfte bij mens en dier, en dat zou overigens lang niet de eerste keer zijn. Maar wie kan zo'n uitbarsting voorspellen? Wie kan derhalve zeggen: nu is er spijs en drank voor iedereen? En stel dat men nu zegt en nazegt dat er de helft teveel zijn van onze soort en dat wij ons verplichten om ons te halveren. Dan kan een griep die door de luchten waart in amper een paar maanden de mensheid in die mate reduceren dat het eeuwen vragen zou om weer het peil van heden te bereiken, en misschien was zo'n reductie wel fataal. Men hoeft met andere woorden zo'n geniale griep die alles in balans zal brengen, helemaal niet uit te vinden.
De mond vol heeft men vandaag over overbevolking, reeds staan er ontelbare wereldredders op die geniale vondsten opdissen om de kweek af te remmen, maar de waarheid is dat men niet weet wat men daar zegt, en dat menigeen zich al verlustigt in het snoeiwerk: gedaan met de kleiduiven, eindelijk wordt de jacht geopend op échte vogels! Want welke jager krijgt de kriebels niet van alleen al de gedachte aan een vogel van wie de hoge vlucht onmiddellijk na een schot van hem verandert in een dodelijke val? Een vogel of een ander dier dat vliegt of zwemt of alleen maar loopt, 't is eender.
Natuurlijk hoort men niet te zeggen dat men ons kanker aansmeert, men hoort ook niet te zeggen dat tandartsen ons gebit vernielen, om nu maar iets te zeggen. Het is waar dat de fluor in de tandpasta dezelfde is als deze die de botten van de beesten in de weide aantast als die uit een fabrieksschoorsteen ontsnapt, en wel in die mate dat de herkauwers in geen tijd door de knieën gaan. Maar dat betekent niks, zeggen de kenners. Tanden waarin een gaatje zit, veroordelen zij genadeloos tot het onherroepelijke lot der trektang, ofschoon er heel wat mensen zijn die ondervonden dat hun tanden, ofschoon gatenrijk, zich steeds spontaan herstelden. Vanzelfsprekend hoort men niet mee te heulen met die linkse meute die scandeert dat de geneeskunde ons ziek maakt, ook al blijkt dat er beduidend meer hartpatiënten wonen in de buurt van hartklinieken, nierlijders nabij nierklinieken en mensen met een slechte lever in de buurt van leverdokters. Er zijn er zelfs die het gerucht voeden dat artsen van vandaag hun patiënten zo lang aan allerlei onderzoeken onderwerpen totdat die hen fataal worden.
Wat betreft dit laatste dient men er op te letten dat het ten strengste verboden is om onschuldige mensen van moord te betichten en die verdachtmakingen zijn des te erger als zij medici viseren: mensen die hun leven in dienst stellen van het algemeen belang en die door overwerk de eigen gezondheid schaden om de onze te kunnen redden, ook als wij die eigenhandig en zonder remmen ondermijnen met levenslang gewetenloos vreten, drinken, roken en nog anderssoortig brassen. Als zij een röntgenplaatje maken, wees maar gerust, is dat een berekend risico: de stralingsdosis die zij toedienen is vergelijkbaar met de jaardosis die wij van nature krijgen, en zij zullen u verzekeren met de hand op het hart dat het dus helemaal geen kwaad kan als men jaarlijks slechts één plaatje neemt, bijvoorbeeld van de longen. Het zijn zonder meer lomperiken die hun huisarts opzadelen met de vraag hoe zo'n dosis straling in amper één seconde toegediend dan eenzelfde onschuldig effect kon hebben als wanneer hij gespreid werd toegediend over de tijdspanne van een jaar, ongeacht de nuchter klinkende vergelijking met de gemiddelde jaardosis alcohol die ons zonder twijfel onmiddellijk doodde indien wij die in één teug verzwolgen. Misschien voegen zij er zelfs aan toe dat een zogenaamde scan gelijk is aan tweehonderdvijftig dergelijke onschuldige plaatjes, en dat het bewezen is dat de kans op kanker door zo één scan gelijk is aan tenminste één op tachtig, wat dan een 'berekend risico' heet. Twee scans en men heeft al één kans op veertig om in de prijzenpot te vallen. Vier scans, één op twintig; acht scans, één op tien. Twintig scans en wij hebben al één kans op vijf dat wij bezwijken aan een ziekte nota bene opgelopen door het preventieve onderzoek. En als die foto's ons echt zo schaden, dan zullen de cijfers nog huiveringwekkender zijn: een reeds verzwakt systeem herstelt immers veel lastiger de balans na elke volgende ionisatie.
 Roman Polanski (°1933), Pools-Frans cineast van Joodse afkomst, auteur van Rosemary's Baby.
|
Ziek worden door hardnekkige en aanhoudende pogingen om gezond te blijven en om ziekten voor te zijn: het doet denken aan Rosemary's baby van Polansky, De tuinman en de dood van P.N. Van Eyck, Oedipus Rex van Sophocles en nog andere tragedies. En dat hoeft niet door een onderzoek met stralen: een tante van me werd al ziek van helemaal niets, zij moest naar het hospitaal en lag aldaar in bed voor amper zeven dagen teneinde daarna onderzocht te kunnen worden, maar in die tijd kwam zij alleen van 't liggen om.
Elk groot en gevaarlijk kankergezwel is ooit klein geweest, zo drukte het een onderzoeker uit, maar of een kleintje groot zal worden blijft wel zeer de vraag. Gezwelletjes hebben wij allemaal en meestal genezen die: ze plagen ons een maand of drie en als zij niet langer aandacht krijgen, trekken zij weer weg. Ofwel wreken ze zich door ostentatief de gladde huid te gaan ontsieren op een plaats waar niemand er nog naast kan kijken. Zij halen vaker en veel vaker fratsen uit dan dat ze ons ook echt belagen en hen negeren blijkt ten langen leste misschien nog het beste wat men ermee kan doen. Wij hadden ooit een buurman die een gezwel had aan een oog, het groeide naar beneden helemaal tot in zijn hals en zo zat hij aan zijn hek op straat te kijken met het nog resterende oog naar de allerlaatste paarden die de kar ten kouter trokken - hij werd honderd jaar toen zijn lodderoog hem velde. Enkele huizen verderop woonde een vrouw van wie de buik echt op een pin ging staan en toen zij vijfennegentig geworden was, is zij gestorven aan die pinnebuik. Mijn overbuurvrouw daarentegen die zich preventief liet screenen ofschoon zij niet 't geringste knobbeltje gewaar werd op haar borsten, bleef in de behandeling nadat men haar verteld had dat zij kanker had en sterven zou als zij de chemo en de stralen afwees. Hetzelfde lot onderging haar zuster die zich preventief de beide borsten af liet zetten, toen zij daarop kanker aan de eierstokken kreeg. Stoute tongen zeggen dat wie de ziekte overleefden, helemaal geen reden hebben om gerust te zijn: de kans dat een gezwel terugkomt, is dan immers nog groter dan voordien, om voor de hand liggende redenen. Want de oorzaak van de kanker wordt niet weggenomen, terwijl de therapie 't gestel zozeer verzwakt dat de vatbaarheid voor de kwaal slechts toeneemt, als het vergif dat men te verwerken krijgt alsook de ongehoorde dosis röntgen niet al voor een gewisse snelle dood garant staat.
 Ivan Illich (1926-2002): Oostenrijks-Amerikaans-Mexicaans-Duits filosoof en bevrijdingstheoloog. Bekritiseerde het overdreven optimistisch vooruitgangsgeloof en het vertrouwen in allerlei experts, wat uiteindelijk tegendoelmatig blijkt, en stelde in de plaats het concept van 'convivialiteit'. Van hem is het begrip "iatrogenese" wat wil zeggen: ziek makende werking, meer bepaald van de geneeskunde.
|
Vreemd is het wel om zien hoezeer het aantal borstkankers is toegenomen sinds de gratis screening in het leven werd geroepen. Die preventieve aanpak was ons al bekend van de prostaatgevallen, maar intussen werd bewezen dat hij alvast met betrekking tot prostaatkanker volkomen faalt. En sinds de twijfels omtrent het onderzoek der borsten alom de krantenkoppen haalden, werden zogenaamde sensibiliseringscampagnes op touw gezet met gratis onderzoek van huidvlekjes. In geen tijd is het aantal huidkankers dan ook gaan pieken, zodat een ziekte waarvan hier tien jaar geleden helemaal geen sprake was, vandaag één op de zes westerlingen met de dood bedreigt.
Neen, men mag niet overdrijven. Maar wie kent intussen niet de brieven door met de eed van Hippocrates bezworen artsen aan Himmler geschreven - de brieven met spitsvondige voorstellen om mensen buiten hun eigen medeweten om steriel te maken met de zogenaamde röntgenkastratie? En dan hebben we nog niet gerept van de brieven van de hand van voorbeeldige specialisten met voorstellen van te leveren tuigen voor een propere, snelle en discrete massavernietiging door vergassing. Die brieven dateren van amper zeventig jaar geleden, en zij werden ook in de praktijk gebracht: een heuse genocide volgde, met meer dan zes miljoen slachtoffers. En de Nazi's zijn lang niet de enigen die dit pad op gingen, alle totalitaire dictaturen zijn in datzelfde bedje ziek. En er zijn er die zeggen dat de democratie misschien nog het meest totalitaire regime is van allemaal, omdat zij gedijt in het kapitalisme, een systeem dat sowieso de meest biedende of de kapitaalkrachtigste aan de macht brengt: de beste vriend van het gouden kalf.
De mens gelooft dat hij de gang der dingen naar zijn hand kan zetten. Vandaag is het exact 100 jaar geleden dat de Titanic verging, het megalomane schip dat voer onder het motto 'unsinkable'. De eerste wereldoorlog duurde vier jaar en maakte met fortuinen aan moderne bommen en granaten tien miljoen slachtoffers; op het eind van de oorlog deed een onooglijk griepvirus het Westen aan, het kostte niets, en in geen tijd doodde het honderd miljoen mensen. De geneeskunde beijvert zich om ziekten te bestrijden, maar dat betekent paradoxaal genoeg dat zij de zieken zelf in leven houdt. Leeghoofden aan de macht kunnen kennelijk dat onderscheid niet maken tussen ziekten en zieken, en zij menen dat zij de natuur een handje moeten helpen. Ze hebben het altijd en overal al gedaan, die onbenullen met macht, rijk en dom, in de overtuiging dat zij de wereld vooruit hielpen en dat ánderen niet in staat waren hen hierin te volgen, en daarom probeerden ze hun stommiteiten ook voor elkeen te verbergen. Concentratiekampen, streng bewaakt en aan het oog onttrokken. Massamoorden in kelders, massagraven diep onder de grond in de bossen. En zonder twijfel is ook die tactiek van het verbergen geëvolueerd en werd hij gesofisticeerd. Stoute tongen reppen over moord verhuld als medische hulp. Het heeft weliswaar bestaan in die krankzinnige regimes, lang geleden en ver van hier... (*)
(J.B., 4 april 2012)
Noot (*) http://www.knack.be/nieuws/gezondheid/kanker-beschermt-tegen-alzheimer-en-omgekeerd/article-4000085629325.htm Deze link leidt naar een artikel uit Knack met een onderzoeksverslag. Men vond dat kankerlijders minder kans hebben op Alzheimer en omgekeerd. De verklaring is simpel: dit bevestigt gewoon wat hoger wordt gezegd. Immers, wie Alzheimer heeft, denkt er niet meer aan zich voor kanker te laten screenen en omgekeerd, want men heeft dan al de handen vol, men heeft zijn part al gehad. En wie niet onderzocht wordt voor bvb. kanker, krijgt ook niet het stempel van kanker te hebben en wordt niet behandeld... of overbehandeld...