Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
19-11-2023
Een tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
Een
tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden
vanwege de rechtsstaat
In Antisemitism
(1948),het eerste
deel van haar 'trilogie', getiteld: The Origins of
Totalitarianism uit 19511,
besteedt Hannah Arendt
uitgebreid aandacht aan de zaak Dreyfus. Alfred Dreyfus was een
Frans-joodse legerofficier die in 1894 valselijk beschuldigd werd van
spionage voor de Duitsers en gestraft met degradatie en deportatie
naar het Duivelseiland. Twee jaar later toonde luitenant-kolonel
Picquart aan dat de bewijzen tegen Dreyfus vervalsingen waren en dat
de echte spion een legercommandant was. Edoch, een antisemitische
militaire overheid verwierp Dreyfus zijn onschuld. Mede onder invloed
van J'accuse van
Emile Zola die Dreyfus verdedigde, brak een schandaal uit dat de
Fransen polariseerde. In een nieuw proces werd Dreyfus tot tien jaar
gevangenisstraf veroordeeld en pas in 1906 werd de zaak als een
gerechtelijke dwaling erkend. In 1908 werd nog een aanslag gepleegd
op hem door een antisemiet die door de jury prompt werd
vrijgesproken. Later noemde president Chirac het proces een poging
tot het aanwakkeren van de Jodenhaat.
Joden, Roma en
homoseksuelen zijn de meest in het oog springende voorbeelden van
gehate en derhalve vervolgde en benadeelde minderheidsgroepen.
Minderheden worden sowieso gediscrimineerd maar vanaf het ogenblik
dat een hatende massa haar gelijkgestemde politici in het zadel heeft
gehesen, verschijnt daar ineens ook nog het mandaat om het
leven van de meest kwetsbaren ook met wettelijke middelen onmogelijk
te maken: de massa hijst haar Führer in het zadel en de reeds
middels demonisering ontmenselijkte mensen worden voortaan door de
politie opgepakt en nu ook fysiek massaal omgebracht in
zogenaamde concentratiekampen.
Het antisemitisme, de
vreemdelingenhaat en de intolerantie tegenover holebi's is nu terug
van 'weggeweest', wat hier uiteraard betekent weg uit de wet
want met semi-legale en legale middelen worden heden opnieuw
campagnes opgestart tegen de aloude zondebokken. Ook in de 'zaak'
Conner Rousseau glipt de wapenstok het toneel naar binnen, hier in de
gedaante van de verborgen camera, de bodycam van een gemeentelijk
politiekorps dat een door het 'gewone volk' op handen gedragen
politicus, uiteraard gevreesd door de gesettelde potentaten, op de
hielen volgt zoals inderdaad gebeurt met opgejaagd wild: zij volgen
hem tot net niet in de slaapkamer om dan te doen waarop het strengste
verbod geldt: in de openbaarheid gooien wat privé is.
Toegegeven, het is niet
helemaal privé wat men in zijn vrije tijd op café vertelt maar
mocht men alle mensen in de nog resterende volkse
communicatiegelegenheden die de kroegen tenslotte zijn, met camera's
op de hielen zitten, dan kon de complete bevolking van dit land in
gedwongen therapie en moesten alle openbare gebouwen herschapen
worden tot Dossin-kazernes. Bovendien kan men niet gaan keuvelen in
de kroeg zonder te consumeren; men kan daar ook water drinken, dat is
waar, op smaak gebracht met chocoladerepen.
Tenslotte is alcohol een
harddrug en dat het goedje alsnog door de wet kan worden toegelaten
op café, is te danken aan een bijkomende wet die mensen alsnog tegen
de drankduivel beschermt door de cafébazen te verplichten om er op
toe te zien dat de klanten niet dronken worden, of tenminste: dat zij
zich niet in die mate bezatten dat zij niet meer weten wat zij doen
want dan vormen zij een gevaar voor zichzelf en ook voor anderen.
Waar de waard zich kennelijk niet kwijt van deze plicht, zijn er
gebeurlijk alsnog agenten van de politie aanwezig om dit vast te
stellen en in het geval van de 'zaak' Conner Rousseau bewijzen zij
middels de opnamen van hun eigen bodycam niet zozeer dat de politicus
zatteklap vertelt maar in de eerste plaats dat zij het in weerwil van
hun plicht hebben nagelaten om een dronken man in bescherming te
nemen tegen het gevaar dat hij voor zichzelf is en mogelijkerwijze
ook voor anderen.
De situatie herinnert
aan de Dreyfus-affaire omdat zij exemplarisch is voor de
hardnekkigheid waarmee een aan de macht zijnde overheid, hiertoe
aangezet door haat, haar ongelijk verdedigt tegen beter weten in.
Niet alleen de gemeentelijke politie is betrokken maar ook het
gerecht, de politici, de media en de ganse bevolking, zelfs bijna in
de mate waarin de hele wereld betrokken werd in de pandemie-affaire
(ironisch genoeg zozeer verdedigd door de mentor van de hier
besproken politicus) welke een hypocriete miljardenfraude verkapt
waarvan het bedrieglijke karakter uiteraard pas binnen vele jaren het
licht zal mogen zien.
(Wordt vervolgd)
(Jan Bauwens, 19
november 2023)
1
Hannah Arendt, The Origins of Totalitarianism (1951).
Voor de zaak Dreyfus, zie de Nederlandse vertaling van het eerste
deel Antisemitisme (2021) door Willem Visser, uitgeverij
Boom, Amsterdam, 2021, pp. 149-190.
18-11-2023
Het Boek (J.B., 2007)
Het Boek (J.B., 2007)
16-11-2023
Wie brandmerkt wie en waarom? - Een bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
Wie
brandmerkt wie en waarom?
Een
bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
Het
brandmerken van een dier of een mens is het aanbrengen met een
gloeiende staaf van een merkteken op de huid van het dier of de mens
met de bedoeling dat het blijvend is en voor iedereen zichtbaar. Zo
kan men een paard brandmerken om het dier te kunnen identificeren als
eigendom van een zekere persoon. Slaven krijgen vaak een brandmerk en
auto's krijgen voor hun registratie een onuitwisbaar nummer in het
staal van het chassis. De identiteitskaart is in feite een brandmerk
dat evenwel niet op iemands huid of aangezicht geplakt wordt maar dan
toch op een afbeelding (een foto) van het aangezicht, waardoor de
persoon geïdentificeerd wordt met een naam, een geboortedatum en
-plaats, een adres, een geslacht, een rijksregisternummer en het
burgerschap van een zeker land. Het doopsel in het katholicisme, dat
volgens de kerkelijke leer een exorcisme is en dat, zoals de
catechismus het zegt, een onuitwisbaar merkteken nalaat in de ziel
van de dopeling, heeft de bedoeling iemand (en dan meestal nog
buiten diens medeweten en wil) te brandmerken als lid van de
katholieke kerk. De schandpaal identificeert publiekelijk en derhalve
eveneens op een onuitwisbare manier een misdadiger met zijn misdaad.
Vaak
mag het volk zijn woede kwijt op de geschandaliseerde die
bijvoorbeeld in het geval van het vergrijp van homoseksualiteit de
aanvallen dikwijls niet overleeft, wat per definitie gebeurt bij
steniging of kruisiging waarbij men aldus voor eeuwig tot zijn
misdaad wordt herleid en vandaag kent men de zogenaamde digitale
schandpaal die kan leiden tot moord of zelfmoord van de
gebrandmerkte.
In
de bovenstaande gevallen is sprake van het brandmerken van individuen
of personen en uiteraard is de impact daarvan onvergelijkbaar veel
groter dan in het geval waar eerder grote groepen of volkeren een
naam opgeplakt krijgen door een enkeling. Correcter uitgedrukt: een
enkeling is helemaal niet
in staat om een volk te
brandmerken en zo hij dit ogenschijnlijk alsnog doet, is zijn opzet
tot mislukken gedoemd, beseft hij dat ook heel goed en kan zijn
uithaal alleen maar gelabeld worden als een vorm van gekscheren. Zo
kunnen de Hollanders er glimlachend hun schouders bij ophalen wanneer
zij er door bijvoorbeeld een cursiefjesschrijver spottend aan
herinnerd worden dat zij gierigaards zijn, al zal men het
voorzichtigheidshalve wel hebben over zuinigheid. Daarentegen: waar
een welbepaald persoon, een enkeling, wordt opgezadeld met het stigma
van vrek en aldus te kijk gezet wordt ten aanschouwe van de hele
wereld, is uiteraard sprake van een misdaad van een heel andere orde.
In
het eerste geval gaat het om een 'aanval' van een enkeling op een
(grote) groep waartegen hij sowieso niet opgewassen is en waarbij die
enkeling eerder als dapper dan als misdadig zal bestempeld worden
terwijl in het laatste geval een hele groep de aanval richt op één
persoon, die daardoor even weerloos wordt als de man aan de
schandpaal. De massa die een enkeling aan de schandpaal ketent,
straalt geen dapperheid uit maar veeleer lafheid.
De
aanval van een enkeling op een groep krijgt echter een wat ander
karakter wanneer die enkeling een politicus is die zich tot een grote
menigte richt, zoals in het geval waar Adolf Hitler het Duitse volk
toespreekt. In huiselijk verband hoeft de politicus dan weer niet
meer zo voorzichtig te zijn als bij de uitoefening van zijn job omdat
hij zich daar helemaal niet richt tot een menigte van burgers maar
eerder tot familieleden, vrienden of collega's van wie overigens
bekend is dat zij om zich te 'ontspannen' al eens grappen over zaken
waar eigenlijk helemaal niet mee te lachen valt, zoals leraren,
zorgverleners of toppolitici doen wanneer zij geconfronteerd worden
met quasi hopeloze gevallen die alsnog remediëring vereisen:
uitspraken in dat verband zijn uiteraard niet gemeend maar vrienden
zullen elkaar nooit pakken op hun woorden en die gevallen zijn
veeleer verwant met zelfspot dan met spot of stigmatisering.
Conner
Rousseau verklapte eerder in een interview dat hij zich opgejaagd
wild voelde en te oordelen naar de situatie waarin hij
gemanoeuvreerd werd en geblokkeerd geraakte, is hij dat
ontegensprekelijk: hij zit in een hoek gejaagd en moet de voor een
politicus bijzonder pijnlijke vernederingen slikken van zowat
iedereen, gaande van zijn 'slachtoffers' (de Roma), wat weliswaar
begrijpelijk is (zolang geen sprake is van 'ziektegewin'), over zijn
collega's (die hem veroordelen, maar dan vooral, zoals destijds
Pilatus die zijn handen in onschuld waste, om zelf buiten schot te
blijven), tot zijn rechters die hem andermaal vernederen met
enerzijds de therapie die zij hem zelf opleggen - de confrontatie met
de genocide van de Roma - en die een beetje doet denken aan de
bestrijding van een mug met een canonbal en anderzijds de
verplichting om in therapie te gaan bij misschien wel een psychiater
waardoor zij hem nillens willens brandmerken als ziek of gestoord. De
associatie van gestoordheid met een van de norm afwijkende
seksualiteit is gauw gemaakt door een publiek dat het nog minder nauw
neemt met de feiten dan de rechters doen.
Waarmee
helemaal niet gezegd is dat het publiekelijk stigmatiseren van mensen
geen misdaad zou zijn maar er is een verschil tussen het bewust en
gepland toespreken van een publiek en het gekscheren onder vrienden
dat publiek gemaakt wordt door met een verborgen camera gewapende
lieden die iemands woorden uit de context rukken en die ze bovendien
tegen diens wil op straat gaan uitbazuinen. Is het dan niet wettelijk
verboden om in een publieke ruimte een mens herkenbaar te
fotograferen en zijn foto dan publiek te maken? En geldt hetzelfde
dan niet met betrekking tot wat iemand in eigen kring en niet voor
het publiek bedoeld, zegt? Een kroeg is uiteraard geen slaapkamer
maar het is nog veel minder een Tv-studio en wat men er ook van zegt:
uitgerekend dat hebben zekere lieden daarvan gemaakt. Het is
overigens duidelijk wie de daders zijn van deze wel bijzonder gemene
en moordende list waarmee ze er alvast in geslaagd blijken om hun
slachtoffer helemaal van streek te maken en het is ook duidelijk wat
hun motivatie zijn mag, in acht genomen het feit dat sinds de opkomst
van de politicus in kwestie bij het volk de overtuiging is gaan leven
dat Conner Rousseau binnen de kortste keren wel eens onze jongste
premier ooit zou kunnen zijn.
(Jan
Bauwens, 16 november 2023)
15-11-2023
Over het jodendom - Aflevering 6: Der Judenstaat
Over
het jodendom
Aflevering
6: Der Judenstaat
De
oorspronkelijk titel van Herzls Der
Judenstaat luidt:
Gericht aan de familie
Rothschild maar de
Rothschilds verwierpen Herzls plan. Het pamflet is een basistekst van
het Zionisme en betreft de stichting van een onafhankelijke joodse
staat in de twintigste eeuw in Palestina waar de joden vandaan komen.
Dit vanuit de noodzaak om aan de joden die dat wensen een thuisland
te geven waar zij in vrijheid en vrede kunnen leven op hun eigen
grond in plaats van in Europese ghetto's, wat niet anders kan in gevolge
het antisemitisme. Maar Herzl voorzag dat het inplanten van een
joodse kolonie weerstand zou oproepen bij de autochtone bevolking van
Palestina en achtte het daarom noodzakelijk om deze onderneming te
laten plaatsgrijpen onder Europees protectoraat teneinde de
soevereiniteit van het joodse volk te kunnen verzekeren. De Engelsen
wilden zich inzetten om de stichting van Israël te steunen, wat
vastgelegd werd in de Balfour Declaration van 1926, waarin
staatssecretaris Arthur Balfour zijn steun betuigt aan Lord
Rothschild van de Brits-Joodse Gemeenschap. Nadat zich in de jaren
dertig al joden waren gaan vestigen in Palestina met inderdaad de
voorziene Arabische revolte van 1936-'39 tot gevolg, moesten de
Britten de verdere instroom van joden afremmen. Na de Tweede
Wereldoorlog, in 1948 volgde de daadwerkelijke stichting van de staat
Israël.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
15 november 2023)
14-11-2023
Over het jodendom - Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de âProtocollen van de wijzen van Sionâollen van de wijzen van Sionâ
Over
het jodendom
Aflevering
5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de
geschiedenis van de Protocollen van de wijzen van Sion1
In
West-Europa werden de joden vervolgd en zij vluchtten naar Rusland
waar zij (geregelde vervolgingen ten spijt) thuis waren van in de
vroege middeleeuwen en wel in die mate dat in de elfde en twaalfde
eeuw een wijk van Kiev de joodse stad werd genoemd. Edoch in
1881 werden zij valselijk beschuldigd van de moord op tsaar Alexander
II waarna zij vervolgd werden: hun huizen werden platgebrand, zij
werden vermoord, niet toegelaten tot scholen en hogere beroepen, in
1886 uit Kiev verbannen, in 1891 uit Moskou verbannen en in 1892
kregen zij ook nog verbod op verkiezingsdeelname. Toen de
communistische revolutie broedde, gebruikte de geheime politie van de
tsaren, de ochrana, met de bijstand van de Russisch-Orthodoxe kerk,
het antisemitisme als wapen tegen de revolutionairen die zij
ervan beschuldigden een complot te smeden tegen de christenen en dat
trachtten ze te bewijzen middels een geschrift, de zogenaamde
Protocollen van de wijzen van Sion.
Het gaat om een fictief
verslag van een vergadering in Bazel in 1897 van complotterende
zionisten die het christendom zouden willen vervangen door de joodse
wereldheerschappij.
Het jaar voordien, in
1896 publiceerde de zionist Herzl inderdaad zijn essay Der
Judenstaat en daar omtrent plande hij ook vergaderingen met
gelijkgezinden maar dat handelde helemaal niet over een joodse
wereldheerschappij doch over de zoektocht naar een joods thuisland
teneinde eindelijk komaf te kunnen maken met de (in de voorgaande
aflevering van deze reeks vermelde) lange geschiedenis van
wereldwijde vervolging.
Dat de Protocollen een
vervalsing waren, bleek vrijwel onmiddellijk: iedereen kan nagaan dat
zij een quasi letterlijk plagiaat zijn van een oudere tekst gericht
tegen Napoleon III waarin deze keizer werd vervangen door 'de joden'
en Frankrijk door 'de wereld'. De vervalsing gebeurde door de
ochrana, de geheime politie van de tsaren.
De hocus pocus of hoax
zat, meer in detail, als volgt in elkaar. De oudere tekst waarvan zij
geplagieerd werden, dateert van 1864 en is van de hand van Maurice
Joly (1829-1878). Volgens Umberto Eco is die tekst op zijn beurt een
afschrijfsel van een werk van Eugène Sue (1804-1857) dat tevens
andermaal geplagieerd en aangepast werd, namelijk in 1868 door Herman
Goedsche. Over de authenticiteit van deze ontmaskerende bronnen kan
men overigens alle info vinden op het internet.
Niettemin ging deze
tekst een eigen leven leiden en werd hij wijd en zijd vertaald en
uitgegeven door antisemieten, vooral Islamieten en zo bijvoorbeeld
wordt ernaar verwezen als naar een 'historisch document' in het
handvest van de Palestijnse terreurbeweging Hamas. De Duitse uitgave
van 1922 kwam Hitler en zijn NSDAP goed van pas en vanaf 1967
verspreidden onder meer antisemitische islamitische fundamentalisten
zoals Faëz Ajjaz in Libanon, Syrië en Saoedi-Arabië de tekst om de
Jodenhaat aan te wakkeren. Faëz Ajjaz zou ook banden hebben met
extreemrechts in Vlaanderen, waar in 1941 Lannoo in Tielt de
Protocollen uitgaf.
De vervalsing wordt
tevens benut in de New Age-beweging door de fantast-evangelist Robin
De Ruiter met onder meer zijn in 2017 verschenen trilogie De 13
satanische bloedlijnen: de oorzaak van veel ellende en kwaad op
aarde, een fantasie over de Illuminati of de op wereldmacht
beluste, complotterende joden en vrijmetselaars, veelvuldig vertaald
in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Turks en Russisch. Zij worden
vaker geïdentificeerd met de bankiersfamilie Rotschild die Hitler
nog zou hebben geholpen met zijn Holocaust. Naar deze potentaten werd
ook verwezen in de zogenaamde complottheorieën naar aanleiding van
de politieke perikelen omtrent de coronapandemie.
Over het jodendom - Aflevering 4: âDer Judenstaatâ (1896) van Theodor Herzl
Over
het jodendom
Aflevering
4: Der Judenstaat
(1896) van Theodor Herzl1
De
ondertitel van Herzls opstel luidt: Versuch
einer modernen Lösung der Judenfrage - in
vertaling: Poging
tot een moderne oplossing voor het jodenprobleem. Het
was ongetwijfeld deze verzuchting die Hitler spottend parafraseerde
met het gebruik van de term 'Endlösung'
of 'Finale
oplossing' waarmee
hij niets minder bedoelde dan de 'Vernichtung'
of de 'uitroeiing'
van de joden.
Toen
Herzl zijn essay schreef, was de Holocaust nog ver af maar de joden
die toentertijd vooral in tsaristisch Rusland verbleven, waren
(tussen 1881 en 1905) slachtoffer van de zogenaamde pogroms of een
soort van vervolgingen of razzia waarbij bijvoorbeeld de huizen
platgebrand werden, zoals ook gebeurde met de woningen van de
zwarten, meer bepaald om hen te onderwerpen, ten tijde van het ivoor-
en rubberschandaal in de Congo onder Leopold II.
In
Rusland (vooral in Oekraïne) stierven duizenden joden en ook na de
Oktoberrevolutie van 1917 werden in de Russische burgeroorlog
honderdduizend joden vermoord door de anticommunisten - de 'Witten',
namelijk de grootgrondbezitters en de adel die hun privileges niet
wilden afstaan, precies zoals dat gebeurde in het verzet tegen de
abolitionisten in de Amerikaanse burgeroorlog van 1861 tot 1865.
Berucht is de pogrom van 1905 in Jekaterinoslav waarbij vele joodse
kinderen werden omgebracht. Honderdduizenden joden emigreerden daarop
naar de V.S.
De
geschiedenis staat echter bol van de massamoorden op de joden:
tijdens de Babylonische ballingschap vanaf 597 voor Christus werden
de joden uitgemoord, in 1011 moorden de Moren hen uit in Córdoba, in
1033 en ook in 1276 in Fez in Marokko, in 1066 in Granada alsook
tijdens de Kruistochten, in 1291 in Bagdad, in 1309 in het
Nederlandse Born, tijdens de pestepidemie van 1348-'49 werden zij
vals beschuldigd de pest te verspreiden met navenante vervolgingen in
heel Europa (ook in Brussel), in 1465 werden àlle joden in Fez
vermoord, in 1506 was er in Lissabon een pogrom tegen joden op bevel
van Dominicanen met duizenden doden, in 1679 maakte een pogrom in
Jemen tienduizend doden (de joden werden daar in de woestijn
gedreven), in 1790 in Tétouan in Marokko, in 1819 in Duitsland,
daarna in Odessa door Grieken en Russen, in 1834 in Safed in
Palestina, in 1881-'84 in Rusland, in 1888 in Iran, in 1903 tot 1906
opnieuw in Rusland, onder meer in Odessa waarvan de latere
Israëlische premier Golda Meïr als klein meisje een trauma opliep,
in 1907 in Casablanca in Marokko, in 1910 in Iran, in 1912 in Fez, in
1919 in Catalonië en verder in Oekraïne (1919-1920), Palestina
(1929), Turkije (1934), Duitsland (de Reichskristallnacht
van 1938), de beruchte moordpartij op joden die met metalen staven de
schedel werden ingeslagen in Litouwen (1941), Bagdad (1941), Polen
(1946), talloze pogroms in de Arabische wereld na het uitroepen van
de joodse staat van 1948 tot 1954. De verzuchting van Herzl, het
verlangen naar een thuisland en een veilige haven, is meer dan
begrijpelijk.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
13 november 2023)
1Voor
de oorspronkelijke tekst, zie: THEODOR HERZL, DOCTOR DER RECHTE, DER
JUDENSTAAT. VERSUCH EINER MODERNEN LÖSUNG DER JUDENFRAGE,
LEIPZIG UND WIEN 1896, M. BREITENSTEINS VERLAGSBUCHHANDLUNG,
WIEN, IX., WÄHRINGERSTRASSE 5:
https://de.wikisource.org/wiki/Der_Judenstaat
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: