Het
            tijdperk van de leugens
            
            
            Aflevering
            6: Leugen en psychose (deel 1)
            
            
            Omsk Van
            Togenbirger, het is alweer een hele tijd geleden en misschien is nu
            het ogenblik gekomen voor een update van onze gesprekken, dacht ik...
            OVT:
            Tja, een update: u weet toch wat dat wil zeggen?
            Het
            aanpassen van de data aan de actuele situatie?
            OVT:
            Inderdaad en dat betekent dat onze data altijd voorlopig blijken.
            Maar als onze data, onze gegevens, onze kennis per definitie
            voorlopig is: wil dat niet zeggen dat ze altijd onjuist is?
            Daar
            ziet het naar uit, ja.
            OVT:
            En kan kennis die onjuist is nog langer kennis heten?
            Bigot
            neen!
            OVT:
            Welaan, dan zitten we met de zogenaamde wetenschap in hetzelfde
            schuitje als met de waarzeggerij, nietwaar? De weermannen en
            weervrouwen, bijvoorbeeld: moeten ook zij niet welhaast dagelijks het
            weerbericht updaten?
            Nu je
            het zegt...
            OVT:
            Toch weerhoudt dat hun er niet van om voorspellingen te doen voor een
            hele week; sommigen voorspellen het weer voor veertien dagen en er
            zijn er die beweren te kunnen berekenen wat de komende winter zal
            brengen! En wil dat niet zeggen dat men helemaal geen lessen trekt
            uit zijn fouten?
            De
            mensen volharden...
            OVT:
            In de boosheid, jawel. De weerman ziet dat hij dagelijks de
            weersvoorspelling voor de komende dag moet bijstellen en toch brengt
            hij telkenmale een nieuwe voorspelling voor de komende twee weken.
            Onverbeterlijk toch?
            Er moet
            nu eenmaal een voorspelling zijn...
            OVT:
            Er moet nu eenmaal kennis zijn, bedoel je? Maar kennis is het niet,
            dat moesten we zopas besluiten. Maar wat is het dan wel? Het is de
            volharding in een welbepaalde leugen! Het is de volharding in de
            leugen dat kennis mogelijk is maar tegelijk is het ook de zich
            onvermoeibaar telkens opnieuw opperende pretentie dat de voorspelling
            dit keer correct zal zijn, dat de kennis dit keer juist zal zijn, dat
            wat men vertelt dit keer kennis zal zijn: geen gok maar een door ware
            kennis gedragen voorspelling. En worden wij niet telkenmale gedwongen
            om dat ook te geloven? 
            Tweehonderdvijftig
            euro mag je wel een dwangsom noemen, ja.
            OVT:
            Herinner je je nog wat Ivan Illich een halve eeuw geleden zegde over
            al die maatregelen welke genomen worden ten tijde van epidemieën?
            Jazeker:
            ze brengen evenveel aarde aan de dijk als de bezweringen van de
            religieuzen. 
            OVT:
            Ik zal het nog eens letterlijk citeren. In de inleiding tot zijn
            Grenzen aan de geneeskunde, waarvan de ondertitel luidt: Het
            medisch bedrijf - een bedreiging voor de gezondheid? schrijft
            de cultuurfilosoof dat uit onderzoek blijkt "dat
            artsen in de laatste honderd jaar epidemieën niet sterker beïnvloed
            hebben dan priesters in vroeger tijden."
            (1)
            En zijn het niet uitgerekend de wetenschappers en dus degenen die
            zich almaar beroepen op onderzoeksresultaten, die de waar gebleken
            resultaten van dit onderzoek waarover Illich schrijft, aan hun laars
            lappen?
            Dat
            kan niemand ontkennen.
            OVT:
            En wat moet men daaruit besluiten, denk je?
            Men
            leert niet van zijn fouten.
            OVT:
            Men is selectief in het aanhalen van onderzoeksresultaten! Van het
            ene onderzoek neemt men de resultaten aan voor waar en van het andere
            verwerpt men ze. En dat is exact wat sommige pharmareuzen doen die
            zogenaamd wetenschappelijke research sponsoren: zij vervalsen
            onderzoeksresultaten in dubbelblind onderzoek door er middels
            gesofisticeerd bedrieglijke methoden voor te zorgen dat deelnemers
            die hun verwachtingen afstraffen, niet zullen meegeteld worden.
            Is
            dat niet een wat gratuite bewering?
            OVT:
            Herinner je je de Franse gezondheidsgoeroe Montignac?
            Ja...
            OVT:
            De man was een volslagen leek inzake gezondheidskwesties en
            geneeskunde maar hij kreeg het voor mekaar om wetenschappelijk
            onderzoek te laten resulteren in de raadgeving om dagelijks wijn te
            drinken. Achteraf bleek het te gaan om omkoping en leugens. En ken je
            Luc Montagnier?
            De
            professor die het aidsvirus identificeerde en die daarvoor de
            Nobelprijs voor de Geneeskunde ontving?
            OVT:
            Inderdaad. Wel, de man heeft bepaalde dingen verklaard over het
            nieuwe coronavirus, nietwaar?
            Je
            bedoelt dat hij op televisie verteld heeft dat het gaat om een
            gefabriceerd virus?
            OVT:
            Juist. Maar de man wordt opzij geschoven. Hij zou onwetenschappelijk
            bezig zijn, hij heeft immers ooit een theorie verdedigd in verband
            met al dan niet vermeende pseudowetenschap, meer bepaald homeopathie.
            Is
            dat dan geen pseudowetenschap?
            OVT:
            Dat weet ik niet, ik ben niet onderlegd in die zaken. Maar wat ik wel
            weet is dit. Als je ongeacht waar een apotheek binnenstapt, kan je
            zien dat ruim de helft van de winkel volgepropt staat met
            homeopathische medicamenten, zie je? Zijn alle apothekers dan
            pseudowetenschappers? Begrijp je? Het ene onderzoek citeert men, het
            andere veroordeelt men. Ik zeg u: er is een verborgen maatstaf. En
            raadt eens dewelke.
            Geld?
            OVT:
            Uw woorden, maar de eerlijkheid gebiedt mij u bij te treden. Als men
            voor de verborgen maatstaf 'geld' invult, komt men inzake het geven
            van verklaringen voor zogezegd vermeend onbegrijpelijke standpunten
            of wetten, zelden of nooit bedrogen uit. Maar over het kapitalisme
            met zijn middel-doelomkering gaan we het niet nog een keer hebben en
            ook de pharmaceutische industrie, die kampioen inzake omzet en
            winsten, kennen we al. Maar er is nog een vis die tussen de mazen van
            onze netten ontsnapt is.
            En
            dat is?
            Hoe
            mistiger een probleem, hoe mistiger de oplossingen mogen zijn.
            Wat
            bedoel je daarmee?
            OVT:
            Het weer is een netelig probleem, van het weerbericht duldt men
            derhalve dat het nu en dan eens naast zit, iets waaraan men niet moet
            denken met betrekking tot de rekenkunde bijvoorbeeld.
            Eén
            en één is twee.
            OVT:
            Precies! Het weer, maar ook de gezondheid: niemand is in staat om
            exact te definiëren wat gezondheid nu precies inhoudt. Meestal stelt
            men zich tevreden met een negatieve definitie.
            Gezondheid
            is de afwezigheid van ziekte.
            OVT:
            Exact. Maar dan rijst de vraag wanneer sprake kan zijn van ziekte:
            iemand die bijvoorbeeld traint om een marathon te kunnen lopen, maakt
            zichzelf tijdens die training een beetje ziek, nietwaar? Hij brengt
            zichzelf in zuurstofschuld, beschadigt zijn spiercellen, brengt
            allerlei balansen uit hun evenwicht... maar uiteindelijk gelooft hij
            daardoor toch gezonder te zullen worden. 
            Ja,
            dat zal wel zo zijn...
            OVT:
            Men zou ook kunnen zeggen dat ziekte een proces is dat noodzakelijk
            is om gezond te kunnen worden. Een ontsteking bijvoorbeeld is een
            ziekte maar het is op de keper beschouwd de vorming van een dicht
            bloedvatennetwerk met het oog op het herstellen van een wonde, zie
            je? Als men ontstekingsremmers neemt, wordt de ontsteking gestopt
            maar evenzeer het genezingsproces, zie je? Soms is het
            levensnoodzakelijk om een ontsteking een halt toe te roepen,
            bijvoorbeeld bij verstikkingsgevaar; zo simpel is het uiteraard ook
            allemaal niet. Vaker definieert men gezondheid ook als een evenwicht,
            en dat terwijl het volmaakte evenwicht pas intreedt met de dood. Dit
            alleen maar om te zeggen dat gezondheid een ingewikkelde kwestie is.
            En een gevolg daarvan is dat men duldt van complexe problemen dat zij
            complexe oplossingen vereisen. Weermannen mogen er al eens naast
            zitten maar geneesheren mogen dat ook, zie je? En hoe groter het
            specialisme is dat zij beoefenen, des te meer vrijheid krijgen zij om
            hun werk te doen, versta je?
            Ja,
            het lijkt mij niet meer dan normaal dat de faalkans toeneemt naarmate
            een taak lastiger is en dat men niet kan verwachten dat een landing
            op Venus evenveel slaagkans heeft als het correct uitspreken van de
            zin waarin die waarheid verkondigd wordt.
            OVT:
            Maar dat heb je heel goed begrepen. En laten we nu tot de pointe
            komen. Als gezondheid een moeilijk en complex probleem is als het
            gaat over fysieke gezondheid, wat dan gezegd van geestelijke
            gezondheid? Om te beginnen bestaat er wel zoiets als geestelijke
            gezondheidszorg maar het begint al te kriebelen als men zich daarbij
            gaat afvragen of er wel zoiets als de geest bestaat, zie je? Als een
            gebroken arm genezen lukt door de arm goed te spalken, de tijd zijn
            werk te laten doen en het bewegingsapparaat met kine weer op het oude
            peil te brengen, dan zal het behandelen van een psychose toch wat
            ingewikkelder wezen, nietwaar? Als het gebroken bot onzichtbaar is,
            zijn er nog de Röntgenstralen om het zichtbaar te maken maar hoe
            zichtbaar is een psychose? Ik wil alleen maar zeggen: als het
            determineren van een virus en het binnen de perken houden van een
            pandemie een lastig karwei is: wat dan gezegd van een massapsychose
            die de wereld rond gaat, een panpsychose, om het zo maar eens te
            zeggen?
            Is
            daar dan sprake van?
            OVT:
            Steeds meer artikels in allerlei vakbladen hebben het over bijzonder
            zware problemen bij steeds meer mensen, overal ter wereld, waarbij er
            een zeker verband is met de huidige pandemie. Maar die problemen, die
            geestelijke problemen zijn, staan in een dubbele verhouding tot de
            pandemie.
            Wat
            bedoel je met een dubbele verhouding?
            OVT:
            Er zijn psychosen die voortkomen uit de pandemie maar er zijn er ook
            die ze veroorzaken of althans verergeren, of vervormen, zie je? Maar
            daarover moeten we het een andere keer hebben want ik moet naar de
            apotheek en die gaat dadelijk dicht. Ontstekingsremmers halen, voor
            iemand met corona, en ook antidepressiva. Tot een volgende keer dan
            maar?
            (Wordt
            vervolgd)
            (J.B.,
            4 september 2020)
            
            Verwijzingen:
            
            (1)
            Ivan
            Illich, Grenzen
            aan de geneeskunde. Het medisch bedrijf - een bedreiging voor de
            gezondheid?
            Het
            Wereldvenster, Baarn 1978. (Oorspronkelijke titel en uitgave: Medical
            Nemesis - The Expropriation of Health,
            Marion Boyars, Londen 1975), p. 21.