Wensdenken
De apokatastasis (*) of de leer dat ooit alles zal
hersteld worden in zijn oorspronkelijke toestand en meer bepaald in
de toestand van voor de zondeval met andere woorden de leer van
de terugkeer naar het paradijs mag dan wel hoopgevend lijken in
tijden van rampspoed en ellende maar hij is uiteindelijk in hetzelfde
bedje ziek als pakweg de reïncarnatieleer met zijn karmabegrip, het
vooruitgangsgeloof en de meritocratie om er maar enkele te
noemen.
De meritocratie of de leer dat iedereen loon naar werken
ontvangt, is de (vooral in de VS heel sterk verspreide)
maatschappelijke variant van de apocalyptische leer van de scheiding
van de bokken van de schapen of dus het geloof dat op het einde der
tijden het goede wordt beloond en het kwaad wordt bestraft. In feite
is die leer in strijd met de religie waaraan zij haar kern ontleent
omdat het christendom precies het tegenovergestelde predikt inzake
het aardse bestaan: de wereld is des duivels en derhalve loont het
kwaad en blijft het goede tijdens het aardse leven onbeloond terwijl
het kwaad dat de goeden overkomt, geldt als een maatstaf voor het
gewicht van de liefde zoals dat wordt verklaard in het boek Job.
Maar de meritocratie zorgt er wel voor dat allen die zij van haar
waarheid kan overtuigen, in de samenleving het beste van zichzelf
zullen geven, zij het in een jammer genoeg heel ijdele hoop; en wie
dan voor alle goed bedoelde inspanningen bestraft worden, kunnen
alsnog terugvallen op het geloof in het uiteindelijk geschieden van
recht bij het laatste oordeel waar god zelf hen zal belonen. Een
inconsistente en derhalve een toch wel bijzonder wankele om niet te
zeggen totaal onhoudbare theorie kortom een groteske leugen.
Het
vooruitgangsgeloof is dan weer verwant met de meritocratie en met de
reïncarnatieleer: hard werken wordt beloond, niet alleen met
persoonlijke maar tevens met maatschappelijke vooruitgang; het
leveren van inspanningen is verwant met het uitboeten van schulden en
wie gehoor geven aan de wet van schuld en boete, mogen dan rekenen op
een fikse beloning in een volgend leven: de promotie tot een hogere
levensvorm of kaste. In deze leer terug te vinden in de
uitdrukking van Jedem das Seine zoals
te lezen in smeedijzeren letters op het hek van Buchenwald is het
bieden van hulp aan noodlijdenden uiteraard uit den boze omdat het de
ongelukkigen aldus belet dat zij hun schuld uitboeten want dat kunnen
alleen zijzelf doen door voldoende te lijden. Die oosterse leer
vindt men vanzelfsprekend terug in de katholieke leer van het
vagevuur waar alleen persoonlijk leed in staat is om de zonden uit te
wissen. En alsof het nog niet erg genoeg was dat in deze optiek de
naastenliefde geheel onmogelijk wordt, blijkt die leer dan nog eens
in strijd met de leer van de apokatastasis of het geloof dat op het
einde de oorspronkelijke paradijselijke toestand wordt hersteld:
allen worden gered en de hel is helemaal leeg!
Er
bestaat een term voor dergelijke leugenachtige gedachteconstructies
en alvast in het geval van de theorie van de apokatastasis gaat het
om het zogenaamde wensdenken.
Wij wensen dat ten
langen leste alles goed zal komen en tegen alle logica in geloven wij
dan gewoon de stap te kunnen maken van de wens naar het feit: op het
eind van de rit zal
alles weer zijn zoals voorheen en wij geloven dit te weten
omdat wij het wensen.
Het
wensdenken mag dan de schijn hebben dat het troost biedt en daarom
niet te versmaden is maar tot spijt van wie het benijdt, is de
realiteit heel anders; het wensdenken is immers bijzonder gevaarlijk.
Wie zijn wensen voor werkelijkheid houdt, maakt abstractie van de
wetten die de werkelijkheid als zodanig constitueren en belandt
zodoende in een droom en dat is het schrikbeeld van wie hun toevlucht
zoeken in opium hetzij in de opium welke gewonnen wordt uit
papaver, hetzij in de zogenaamde 'opium voor het volk'.
De
wens onderscheidt zich van de wil uitgerekend hierin dat hij
abstractie maakt van de realiteit. Het is makkelijk om zichzelf of
ieder ander alle goeds toe te wensen maar
het is een heel ander paar mouwen om het goede ook werkelijk te
willen. In het eerste
geval volstaan enkele woorden en de kous is af een kous die doet
denken aan deze die gebreid wordt met de woorden 'ik hou van jou' of
'ik beloof u dat' de wens.
Het laatste geval daarentegen de wil
impliceert de totale verwerkelijking van wat men zegt te willen en
dat houdt een volgehouden engagement in dat een gans leven kan
overspannen en waarbij men al zijn tijd en zijn krachten in de
weegschaal werpt totdat het gewilde doel wordt bereikt. De realisatie
van het gewilde gebeurt niet in een droomwereld of in een fantasie
maar het heeft plaats in de tastbare werkelijkheid met zijn
onverbiddelijke wetten en regels, strikken en valputten, bijzondere
verleidingen, problemen, handicaps, tekorten, omwegen en doodlopende
paden. Als wij geloven dat op het einde alles sowieso
terecht zal komen omdat dan de oorspronkelijke paradijselijke
toestand hersteld zal zijn, dan beweren wij daarmee dat wij helemaal
niets meer hoeven te willen en te doen
en dat het volstaat om het beste te wensen.
Wij geloven dan dat de derde wet van de thermodynamica die van
het onverbiddelijke verval omkeerbaar zou zijn. Wij geloven dan
met andere woorden in de omkeerbaarheid van de tijd!
Nu
zullen alle fysici ons vertellen dat de tijd onomkeerbaar is maar
geheel los van dit argument tegen de theorie van de apokatastasis is
er nog een heel andere reden denkbaar om de omkeerbaarheid van de
tijd radicaal te verwerpen, namelijk een argument deels van ethische
aard: indien de tijd omkeerbaar was, dan zou ongedaan kunnen gemaakt
worden wat nu eenmaal geschied is en dan waren bijvoorbeeld de
rechtspraak en het recht volstrekt onmogelijk en in het zog daarvan
waren ook de waarheid en de leugen niet langer onderscheidbaar en
hetzelfde gold dan met betrekking tot de werkelijkheid en de droom en
met betrekking tot het leven en de dood.
Nog
anders gezegd zou in dat geval de chaos terugkeren waarvan gezegd
wordt dat die er voor het begin van de tijden was. Want het is de
onomkeerbaarheid van de tijd die ervoor zorgt dat er zoiets als het
verleden bestaat. En alleen de feitelijkheid van het verleden waakt
erover en staat er garant voor dat wat eenmaal gebeurd is, voorgoed
bewaard zal blijven, ook al kunnen wij er met onze veel te korte
benen en armpjes helemaal niet bij. Vooralsnog niet.
(J.B.,
4 januari 2019)
(*) De leer van de apokatastasis wordt vermeld in het
Nieuwe Testament in Handelingen 3,19-21. De context hieronder is van
de bijbeltekstversie van het NBG:
19 Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen
uitgewist worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen
zijn van het aangezicht des Heeren,
20 En Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u
tevoren gepredikt is;
21 Welken de hemel moet ontvangen tot de tijden der
wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den
mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw.
|