Uw toekomst!
Wie vandaag door Gent wandelt, wordt her en der herinnerd aan de prachtige tekeningen van Jules De Bruycker (1870-1945): niet alleen bij het passeren van de kathedralen maar ook bij de confrontatie met de lange rijen bedelaars aan de punten voor voedselbedeling.
Het beeld was sinds de Tweede Wereldoorlog ongezien maar is heden zowaar verrezen en duikt in de Europese steden alom op: lange rijen wachtenden bij de gebouwen van de sociale dienst waar de voedselbedeling wordt verzorgd, kondigen niets minder dan de nakende hongersnood aan, nu de grootmachten alle wereldburgers de duimschroeven aandraaien en van hen fortuinen eisen voor de financiering van hun eigen schavot, hun plaats van executie, het front waar alles wat zo naarstig en geduldig werd vergaard aan rijkdommen in vele jaren, nu in luttele stonden wordt verbrand met kostelijke bommen en granaten en waar meteen ook de geplunderde burgers in massa worden opgeruimd.
“Uw toekomst. Onze missie. Defensie”: aldus klinkt vanaf heden om de haverklap in onze media (die niet de onze zijn) de bedrieglijke reclame voor de allernieuwste job en hij belooft een schitterende toekomst in deze donkere en barre tijden aan al wie willen toetreden tot het nieuwste heroïsme: geen bedelarij maar een ware carrière met een degelijk loon. Ziedaar de productie van de frontsoldaten.
Wie sneuvelen, kunnen rekenen op een staatsbegrafenis, een medaille voor heldenmoed en de eigen naam gebeiteld in een betonnen monument. Aldus wordt het ongeluk opgehemeld, de hel veranderd in een hemel, het is maar hoe men het bekijkt en Friedrich Nietzsche noemde dit het reactionaire in de slavenmoraal die immers de gehoorzaamheid predikt met het oog op overleven.
Alleen is hier geen sprake meer van overleven: de slaven liggen onder hun zerken op een verlaten kerkhof rond het monument van de heldenmoed waarop hun namen staan gebeiteld en de woorden: “Ter nagedachtenis aan hen die vielen voor het vaderland.” En als zij nog konden spreken, dan scandeerden zij in koor gewis de vaderlandslievende woorden: “Graag gedaan!”
Echter niet volgens onze geschiedenisleraar van destijds op school: “Ge kunt gaan denken”, zei hij en hij had het uit de eerste hand: “in de loopgraven lagen nog meer vaten met jenever dan kruitvaten: zij die zich daar door een regen van kogels moesten jagen, waren allemaal poepeloere zat.” Begrijpelijkerwijze kan in nuchtere toestand geen mens die dingen harden en dat is vandaag nog altijd het geval.
Zo weten wij bijvoorbeeld dat de mensonterende behandeling van de gevangenen in Abu Ghraib nabij Bagdad ten tijde van de oorlog in Irak, te wijten waren aan de drugs die de Amerikanen en hun westerse bondgenoten dagelijks moesten slikken en waarvan zij nooit meer afgekikt geraken als zij wederkeren naar hun vaderland. Oorlogspiloten en militairen die raketten afvuren of die drones besturen welke in de nacht hun explosieven afwerpen waar vijandige soldaten slapen van wie dan de ledematen worden afgerukt, zoals werd vastgelegd op beelden die onlangs vanuit de Oekraïne in het nieuws werden verspreid, nemen psychofarmaca die het doorgeven van prikkels van de reptielhersenen in de hersenstam naar de grote hersenen blokkeren met de bedoeling om de gevoelens die gepaard gaan met moord en doodslag, alsnog te onderdrukken. Maar de uitschakeling van het geweten middels drugs werkt uiteraard slechts tijdelijk, zodat de overlevenden van de moordpartijen een hel te wachten staat vanbinnen in hun hoofd, een hel die duren zal zolang zij leven, zodat velen onder hen zich haasten naar hun dood.
“Zij stierven opdat wij zouden leven”: hoe christelijk klinkt dat niet; warempel heeft de huidige paus Franciscus op zijn werktafel een bijbel liggen van een gesneuvelde soldaat in Oekraïne en aan de andere kant van het front spoort de Russisch-orthodoxe patriarch Kirill de Russen aan om aan datzelfde front en zonder vrees voor de dood, zoals hij hen bezweert, hun leven te gaan offeren voor hun naaste. Maar hijzelf houdt meer van aardse zaken, zoals dat over het hoofd geziene beeld bewijst dat onlangs nog de wereldpers haalde: een foto van zijne heiligheid waarop hij de peperdure polshorloge liet weggommen maar vergat dat ook te doen met het spiegelbeeld ervan in het glazen tafelblad onder zijn pols. Vergis u niet, de beide pausen zijn de allerbeste maatjes, zij trekken immers aan hetzelfde zeel.
Waar hij voorbijtrok, bouwde de aanvoerder der Mongolen, Gengis Kahn, angstaanjagende torens van menselijke schedels welke hem de garantie boden dat zijn wil wet werd en het volk kon worden gepluimd. “Uw geld of uw leven!”, zo weerklinkt het in de Amerikaanse cowboyfilms en zo gaat het eraan toe onder de boefjes op straat die in ruil voor bescherming (lees: in ruil voor niet aanvallen) omwonenden geld aftroggelen. De collage “Krieg und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen” van John Heartfield in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog is ook met betrekking tot de Derde Wereldoorlog van toepassing en het imperium van de wereldheersers wordt gekenmerkt door dezelfde leuze: betaal ons en wij garanderen u uw veiligheid.
Het is te zeggen: betaal ons genoeg, dat wil zeggen, voor de Belgen, en om te beginnen, welgeteld vijfhonderd miljard euro. Eventjes rekenen, dan maakt dat, gedeeld door tien miljoen, welgeteld vijftigduizend euro per Belg. Onmiddellijk te betalen weliswaar, want de vijand is niet bepaald van plan om te wachten totdat iedereen dat bedrag zal hebben opgehoest.
Uw toekomst, waarde landgenoten, onze missie: zo reclameren de naties aan de beide zijden van het front en alweer weet men met de aloude truc van het geld de braafste lieden te verleiden, dit keer niet om zich te gaan afpeigeren met slavenwerk op de velden en in de fabrieken maar om voor zichzelf eens en voorgoed de Endlösung te voltrekken.
(J.B., 2 juli 2024)
|