Het nieuwe verhaal
In de nacht wordt een vrouw verkracht door een demon wiens zoon zij baart.
Zij geeft hem de borst, het instinct stelt geen vragen; onlesbare dorst, de toekomst is zwart die zij bergt in haar hart: kom hier, mijn kind, niemand zal u belagen!
Het immer gevreesde is de nieuwe baan; de ingeslagen weg, een dood lopend spoor maar wij moeten hem gaan.
En de voeten stappen, altijd voort, de lange rangen zwijgen; stoeten stuwen, de cadans houdt aan, de blinde reizigers hijgen.
Alle neuzen dwalen, een dikke mist vertelt de vreemdste verhalen.
En het lied van de leugen, onder een zwarte vlag, klinkt almaar luider, klamme lach.
Holle klokken, hoog in de lucht, verlammende tocht, gekreun en gezucht. De afgrond wenkt, er is geen licht in dit gehucht.
Op voorspraak van de duivel aan de macht: een bende, bewapend tot de tanden.
Hoge hoeden op lege hoofden.
Krieg und Leichen.
In het continent van de waanzin, slokop van de aarde - sinds eeuwen drijven zij slaven voort.
O, Atlantische Oceaan, gigantisch graf, diepzee der mamonen!
O, plantages van thee en katoen, luxe van ivoor, rubber en ertsen, gekerstende nertsen.
Zwartjes in het gareel, het geweer in de nek, bleke gebeenten langs de weg, hoofden gespietst op staken die tuinen van kolonialen bewaken.
Geniale vorst, beschavingswerk, christianisatie, rijke kerk, zerk op het graf van kolonisatie, mobilisatie.
Wereldoorlog één, wereldoorlog twee, Hitler, nazi, Auschwitz, gas.
Massagraven, botten en schedels, gedenk, o mens: van stof en as.
Onacceptabel? Accepteer!
Incontournable? Contourneer!
De tijd is gekeerd, vloed werd eb, slechts herinnering rest.
Het lege strand met de dode vissen.
Het nieuwe normaal, het oude verhaal.
De derde wereld? Eén antwoord: hekken!
Hekken rondom fort Europa. Hekken rondom de United States. Hekken, hekken en nog eens hekken!
De vierde wereld? Eén antwoord: hekken!
Miljoenen mensen, herleid tot obstakel: het obstakel van de massamigratie.
En de leeghoofden, de hoge hoeden: zij willen het obstakel weg.
De glazenwassers in de resto's, de kuisploegen van hotels, de straatvegers in de steden, de venters met pizza, kip en kaas, arbeiders in fabrieken, verzorgers van zieken, soldaten aan 't front? Obstakels! Obstakels! Maak de staat gezond!
Treuzel niet, zo schreeuwen zij, de plastic faces want daar komt de strijd: schakel nu over op oorlogsmentaliteit!
We want more! We want more!
We want war! We want war!
Maar kijk, massaal benemen de slaven zich van 't leven. Nog onvolwassen al weggezet als kaf, haken zij af, dwalen door de stegen van een massagraf, snuiven tot hun hersens openbarsten. En de overlast belandt in de goot bij het schroot.
In de nacht wordt een vrouw verkracht door een demon wiens zoon zij baart. Zij geeft hem de borst, het instinct stelt geen vragen; onlesbare dorst, de toekomst is zwart die zij bergt in haar hart: kom hier, mijn kind, niemand zal u belagen!
(J.B., 15 februari 2025)
|