Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
22-12-2024
Over het lot van de mens - paragraaf 15 (10)
Over het lot van de mens
15. Het onmogelijke (10)
Ludo Noens begint zijn tiende hoofdstuk, “Hunkeren naar een zuiver land”, met een beknopte, bevattelijke schets van de hedendaagse wetenschappelijke opvatting over het ontstaan en de evolutie van het universum en besluit dat naast 5 pct. veronderstelde materie, 95 pct. van het heelal volstrekt onbekend is of dus slechts bestaat als mathematische entiteiten. Het uitzetting-en-samentrekking model van het heelal correspondeert in het hindoeïsme met het uit- en inademen van Brahma. En Boeddhisten hebben het over talloze parallelle universa, corresponderend met het multiversum van de kosmologen van vandaag.
Zowel het boeddhisme als het taoïsme en het Tibetaanse bön spreken over het Zuiver Land of 'paradijs' (Sukhavati in Indië en devachan in Tibet), door de mededogende Amitabha gecreëerd (door scheppende meditatie, uit geherstructureerde conventionele wereldsystemen) voor wie deugdzaam hebben geleefd.
In een hologram (virtueel 3D maar eigenlijk 2D) weerspiegelt elk stukje het totaal: “alles is aanwezig in alles”. Het 'holografisch universum' van de hedendaagse kosmologen verwijst daarnaar. Stephen Hawking publiceerde over Zwarte Gaten: oneindig dense punten of singulariteiten die alles opslokken en waaruit alleen de zg. Hawkingstraling kan ontsnappen - na Hawkings dood onzin genoemd maar hoe dan ook is de theorie onverzoenbaar met de kwantummechanica. De neurofysioloog Pribram en de kwantumfysicus Bohm trachten met de concepten holografisch brein en holografisch universum de beide theorieën te redden. Alweer corresponderen hiermee de aloude hindoeïstische opvattingen. Zo schreef Heinrich Päs in 2023 het werk getiteld: “The One: How an Ancient Idea Holds the Future of Physics.”1 Noens: “[Päs]verdedigt uitvoerig de (zeg maar hindoe-boeddhistische) stelling dat ons universum één samenhangend geheel vormt, hierin àlles met àlles niet-oorzakelijk verbonden door non-lokale kwantumverstrengeling. In dit gigantisch alléénstaand kwantumobject, aldus Päs, evolueren dan ruimte, tijd, materie en levende wezens als illusoire inhoud...”2 Tenslotte legt Noens nog de zg. simulatiehypothese uit, geënt op science-fiction, waarbij men zich in een virtueel universum bevindt...
De paranormale vermogens of siddhi's van de yogi's zijn geen doelen doch (soms hinderlijke) bijwerkingen op het pad naar de verlichting. De Rig Veda verwijst in dat verband naar de ceremoniële (psychoactieve) drank Soma. De siddhi's komen vooral aan bod in de Bhagavata Purana en de Vishnu Purana behandelt de vier soorten esoterische kennis (vidya's) m.b.t. het opwekken van occulte krachten, tovenarij, aanroepingen en ware wijsheid. Onze werkelijkheid zou een actualisering zijn van oorspronkelijk onbewogen guna's. Noens verbindt die idee met wat de kwantumfysicus David Bohm zegt over een ongedifferentieerd universum aan de basis van onze realiteit.
De hindoe filosofie heeft het over het gaandeweg denser worden van de ijle fijnstoffelijkheid, weerspiegeld in de microkosmos van het menselijk lichaam (de geest en het vlees). Patanjali legt uit hoe gedachten stoffelijke objecten worden ingevolge gehechtheid daaraan, wat kan gestopt worden door onthechting (yoga), met als resultaat dat objecten zonder tussenkomst van gedachten kunnen bestaan en alleen nog zelfbewustzijn overschiet. Door concentratie, contemplatie en meditatie op een object, stopt het denken, alleen extase blijft over. De verlichte yogi kan dan de stof naar zijn wil manipuleren (magie). Ook christelijke heiligen geven blijk van gelijkaardige krachten, waaronder kennis van de vorige incarnaties, fysieke krachten, helderziendheid, levitatie en doden tot leven wekken en Paulus beschrijft hoe christenen zoals Christus uit het natuurlijk lichaam een geestelijk lichaam verkrijgen: “De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel (…).”1
Het Tibetaans dodenboek spreekt over wedergeboorte, de dood yoga of bardo, handelend “in het bijzonder over het optreden van de zgn. vreedzame en toornige goden tijdens de subtiele toestand tussen fysiek sterven en fysieke wedergeboorte.”1De gestorvene krijgt het Heldere Licht van de Leegte te zien. De dode kan daar in opgaan maar meestal wil hij wedergeboren worden. Dan volgt, veertien dagen lang, een soort levensoverzicht met eerst het optreden van de vreedzame goden, dan de toornige. Vervolgens komt de dode bij bewustzijn in een mentaal lichaam, kennelijk vergelijkbaar met het zg. 'subtiel lichaam' waarbij de dode geconfronteerd wordt met zijn geweten. Visioenen van parende koppels lokken dan de dode naar een nieuwe moederschoot in één van de vele 'bestaansrijken', afhankelijk van de morele verdiensten van de betrokkene, met als uitersten de hemel en de hel.
Bij de overleveringen horen ook (waarschuwende) verslagen van zg. delogs over heen- en terugreizen naar het hiernamaals met vooral beschrijvingen van de hel zoals in Dante's Divina Comedia en gelijkend op de beschrijvingen van BDE. Ook Plato's beschrijvingen (in zijn Politeia) door de gesneuvelde soldaat Er gelijken daar op. “Veelbetekenend”, aldus Ludo Noens, “is wel dat de westerling, in opmerkelijke tegenstelling tot de oosterling, eerder positief staat tegenover het idee van wedergeboorte.”2
Waar sceptici zeggen dat niemand dat allemaal kan weten omdat niemand ooit terugkwam uit de dood, antwoorden de yogi's dat niemand onder ons niet terug kwam uit de dood.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 18 december 2024)
1Ludo Noens, o.c., 121. De tibetoloog Donald Lopez linkt het 'terugvinden' van het Tibetaans dodenboek door een mysticus in 1823 aan het 'terugvinden' van het Boek van Mormon door Joseph Smith (aan wie in dat verband in 1823 de engel Moroni zou verschenen zijn).
Onder 'mentale technologie', zoals het achtste hoofdstuk heet, verstaat Ludo Noens de technieken die de oosterlingen sinds oudsher gebruiken om door te dringen tot de kern van de werkelijkheid. Tweeënhalf millennium geleden gaat prins Siddharta Gautama leven als een bedelaar en na zes jaar 'ontwaakt' hij tot Shakyamuni Boeddha: vanuit de Vedanta geheel onthecht van het wereldse en van het 'ik', ontsnapt hij aan samsara, het rad van de wedergeboorte, en bereikt het nirvana, het Absolute Zijn. Hij vermijdt uitleggingen (die in feite waanzin zijn) en richt zich op de praktijk: het 'ik' is de oorzaak van alle leed en moet overwonnen worden. (De leer kent dan verschillende vertakkingen en stromingen die evenals de christelijke sekten met elkaar in oorlog geraken.) Volgens Noens sluit het wereldbeeld van zekere Boeddhisten aan bij dat van westerse natuurkundigen (en ook Chinese filosofen), vooral inzake het zg. 'kosmopsychisme': “(...) op fundamenteel kwantumniveau bestaan er slechts abstracte eigenschappen (kwantumvelden), zonder massa of materiële dragers hiervan.”1En de Avatamsaka soetra uit de derde eeuw zegt: “(...) Eindeloze actie rijst op uit de geest; vanuit actie ontstaat de veelsoortige wereld. Begrepen hebbende dat de ware natuur van de wereld geest is, zich gerealiseerd hebbende dat deze wereld is als een droom, en dat alle Boeddha's slechts weerspiegelingen zijn, dat alle beginselen (dharma) zoals echo's zijn, beweeg je je onverstoord in de wereld.”2 De Tibetaan Kaloe Rinpochee: “Het menselijk karma is voldoende gelijk om ons allemaal min of meer dezelfde wereld te doen ervaren (...)”3 De Amerikaanse fysicus John Wheeler spreekt over een universum dat ontstaat en groeit en waarin pas het bewustzijn dat daarin ontstaat, werkelijkheidswaarde aan de kosmos geeft, de huidige en die van voordien. Yogi's gebruiken meditatietechnieken die het rationeel denken lam leggen, de aandacht verscherpen en de dingen direct vatten.4 In dat verband spreken tibetologen over 'spirituele technologie': “(...) diepe meditatieve aandacht en verzinking zonder discursief/analytisch denken, met opheffing van fysische omgeving en tijd (Sanskriet: dhyana). (…) Hierbij hoort een stapsgewijze inwijding in een onorthodox hindoe-systeem van onzichtbare betrekkingen binnen het zogeheten subtiel lichaam, met kleurige wielvormige energiecentra, zogeheten chakra's, ingebed in drie centrale kanalen, en rondstromende levensenergiewinden (prana).”5 Hedendaagse academici hebben het dan over “de ontdekkingsreizigers van het innerlijk universum.”6Noens legt onder meer de Milam of droomyoga uit waar ervaren wordt hoe zowel de wakkere wereld als de lucide droom begoocheling zijn en het Regenbooglichaam dat gelijkaardig lijkt aan het verrezen lichaam van Jezus van Nazareth of met zijn gedaanteverandering op Tabor.7
Een volgend hoofdstuk handelt nogmaals over hypnotische regressie. Hypnotische suggestie (mesmerisme) kan hallucinaties uitlokken, gewaarwordingen maar ook personen die er niet zijn, aanwezig brengen. De gehypnotiseerde kan buitenzintuiglijk waarnemen in ruimte en tijd. Ook post-hypnotische suggestie is mogelijk: iemand voert in wakkere toestand werktuiglijk opdrachten uit die hem uren voordien onder hypnose werden opgedragen. Albert de Rochas interesseerde zich voor regressie naar vorige levens en voor het 'etherisch lichaam', het dubbel van ons lijf dat 'fijnstoffelijk' is en dat hij van het stoffelijke lichaam meende te kunnen losmaken, wat leidde tot een “extériorisation de la sensibilité”, waarbij de gewaarwording van de proefpersoon “tot ver buiten de grenzen van zijn fysiek lichaam wordt geëxterioriseerd”1. Het zou gaan om een 'zenuwkrachtenergie' of 'vitaal fluïdum' waarover reeds Paracelsus sprak, dat zich los doorheen muren zou kunnen verplaatsen en ook door sommigen zou kunnen waargenomen worden - in het spiritisme heeft men het over het 'ectoplasma'. Een beklemmend getuigenis over een vrouwelijke gestalte die zich vormt uit de linker zijde van het lichaam van het medium Francis Monck, is van niemand minder dan Alfred Russell Wallace (de man die samen met Darwin de evolutietheorie stichtte). Ook Nobelprijswinnaar Pierre Curie bevestigt het bestaan van deze fenomenen. De Rochas laat zijn proefpersonen onder hypnose teruggaan naar de kindertijd, de baarmoedertijd en de tijd voor de ontvangenis. De herinnering zou niets te maken hebben met de hersenen maar wel “met het uitgetreden 'fluïd body', via hetwelk psychische territoria buiten onze vertrouwde ruimte en tijd kunnen bereikt worden (...).”2
Als reïncarnatie bestaat en we hebben ook een hoger zelf, dan lijkt het aannemelijk dat sommigen zich vorige levens kunnen herinneren. Dat komt vaker voor bij kinderen en die regressie naar een verleden bestaan zou ook kunnen worden uitgelokt onder hypnose. Bekend zijn getuigenissen van onder meer Salvator Dali over gedetailleerde herinneringen aan het foetale bestaan. Onder hypnose zou men niet alleen naar vorige levens kunnen migreren maar volgens sommigen ook naar toekomstige. Maar historicus Ian Wilson bewees in zijn “The After Death Experience” dat herinneringen die men situeert in een vorig leven, vaak jeugdherinneringen zijn. Anderzijds publiceerde deze 'skepticus' in 1978 wel “The Turin Shroud” waarin hij aantoonde dat de lijkwade van Jezus uit de eerste eeuw stamt.1
Inzake die 'valse herinneringen' volgt een hoofdstuk over mentaal tijdreizen, het savant syndroom en synesthesie waarin Noens er met Rob Nanninga op wijst dat Penfield het al bij het rechte eind had met de stelling “dat die specifieke zintuiglijke indrukken wel degelijk als met een braincam geregistreerd werden (...)”2 (met name door het in de medische vakliteratuur genoemde HSAM of het “Higly Superior Autobiographical Memory”3, wat overigens niet hetzelfde is alshet kalender- en cijfergeheugen van sommige autisten en zogenaamde idiots savants4 (vaak zwakzinnigen of mensen met hersenschade5) en ook verschillend van het 'fotografisch geheugen'.6
Bij synesthesie roepen zintuiglijke prikkels gewaarwordingen op die niet extern veroorzaakt worden (bijvoorbeeld: muziek horen maar tegelijk niet aanwezige kleuren zien). “(...) de gevarieerd zintuiglijk waargenomen wereld zou als geheel in een simultaan proces onverbrekelijk associatief verbonden kunnen zijn met het (ideële) taalkundige netwerk in het menselijk brein.” (…) Anders “zouden wij wellicht niets anders opvangen dan een soep van ononderscheiden sensaties.”7'Mirror-touch synesthesia' lokt de emotionele ervaring van een ander die men ziet of aanraakt uit op de synestheet8 - een sterke vorm van empathie - door Noens gelinkt aan PSI (helderzienden, telepaten, BDE) maar ook feitelijk als 'samenlijdelijkheid', bijvoorbeeld bij genetisch identieke tweelingen.9 En de mysticus Jiddu Krishnamurti wordt plotseling de steenhouwer die hij aan het werk ziet: “Ik was in alles, of liever alles was in mij, levend en levenloos, de berg, de worm, en alles wat ademde.”10
(Wordt vervolgd)
(J.B., 17 december 2024)
1Ludo Noens schreef zelf een boek over de lijkwade van Turijn: “Subliem licht op de Lijkwade van Turijn”, Aspekt B.V., 2015.
4Ludo Noens, o.c., 84. Noens vermeldt het historisch voorbeeld van de veertienjarige blinde savante Leslie Lemke die als veertienjarige Tchaikovsky's eerste pianoconcerto speelde, na het eenmaal gehoord te hebben op Tv.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: