Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
17-03-2024
De cultus van Mammon (deel 3)
De
cultus van Mammon (deel 3)
(J.B., 'Menseneter')
Met Mammon als oppergod wordt alles en iedereen
gereduceerd tot zijn marktwaarde en derhalve is een mens nog zoveel
waard als men bereid is daarvoor neer te tellen: de waarde van een
mens is zijn (actueel en potentieel) bezit. In de economische
realiteit van vandaag betekent dit concreet dat mensen nog louter
elkaars (actuele en potentiële) klanten zijn en met het oog op een
steeds uitgebreider cliënteel, wordt volop handel gedreven in
persoonlijke data en dat is het soort van informatie die toelaat om
in te schatten wie wel en wie niet tot klant kunnen gemaakt worden,
wie met dat oogmerk benaderd kunnen worden en ook hoe die benadering
moet verlopen. Mensen ontmoeten elkaar niet langer omdat zij voortaan
alleen nog jacht maken op elkaar, alle burgers hebben elkander
vogelvrij verklaard, mensen zijn voortaan alleen nog wolven voor hun
medemensen.
De
handel in data floreert: wie beschikken over geboortedata kunnen
gericht reclame voeren naar bijvoorbeeld ouderen toe om hen
begrafenisverzekeringen aan te smeren en met lijsten die de namen
bevatten van alle kaalhoofdigen kunnen op een meer rendabele manier
haarstukjes aan de man worden gebracht. Deze voorbeelden kunnen
simplistisch lijken maar de mens wordt ook heel simpel als hij in de
eerste plaats een prooi is die kan worden verschalkt, gevangen en
verslonden.
Mensen
consumeren elkander, voortaan zijn mensen elkaars kannibalen, mensen
vermoorden alleen nog hun medemensen en op die manier worden niet
alleen abortus en euthanasie een goed waar zij winstgevend zijn maar
ook de moord op onder meer dementen, gehandicapten, gevangenen en
illegalen. Er wordt lustig gemarchandeerd in methoden om
verlieslatende categorieën van mensen te demoniseren teneinde hun
levensbeëindiging als een deugdelijke onderneming te kunnen
wegzetten zoals dat ook gebeurde in het Derde Rijk.
Het
begint met het vervangen van rechten door voorrechten (en
'narechten') of de schending van het gelijkheidsbeginsel en de
retorica van de duivel of kunst van het liegen gaat functioneren om
die transitie naar allerlei vormen van rechteloosheid aannemelijk te
maken met 'vanzelfsprekendheden' zoals 'eigen volk eerst' en
'ziekenzorg ondermijnt de volksgezondheid'.
Overbevolkingstheorieën floreren in de stormloop op Lebensraum,
het territoriaal instinct krijgt de wind in de zeilen met de jacht op
nieuwe territoria, het jachtinstinct en de daaraan verwante moordlustworden gesubsidieerd en een
markt van sterilisatietechnieken ontplooit zich, medicijnen die de
infertiliteit bevorderen worden alom aangeprezen en het leven wordt
op duizend en een manieren gerelativeerd. Het bedrieglijke concept
'volksgezondheid' neemt het over van de gezondheidszorg zoals
gedefinieerd door Hippocrates en alras wordt de verpleging van
hulpbehoevenden vervangen door de moord op deze economisch niet
(langer) rendabele mensen omdat een gezonder volk een
volk met minder zieken is.
Allang
is de waarde van een mensenleven niet langer absoluut, risicogedrag
wordt het nieuwe normaal van zodra men de gevaren heeft aanvaard die
bij de economische bedrijvigheid van het leven horen; wie de auto
afzweren en al die andere moordtuigen, kunnen niet langer met anderen
wedijveren en vallen uit de boot. Waarheid is overgegaan in
waarschijnlijkheid, rechtspraak in de kunst van het compromis en
wijzelf zijn enkel nog voer voor statistieken.
En de dagen
verliepen, en ten twaalfden dage rees, naar hare belofte, Thetis ten
grooten hemel op, en ten Olumpos. En tot Zeus gekomen, met de linkere
hand omvatte ze zijne knieën, terwijl hare rechtere neemt hem bij
zijnen kinne. En met woorden, zoeter dan honig, biedt ze de bede
haars zoons, 'dat zwaar Agamemnoon hij straffe. Maar de
wolkenverzaêmlende Zeus zweeg. - En ten tweeden male, zijn knieën
beroerend, zoo sprak Thetis, lang, hare bede. ( ) (Homeros,
Ilias, boek I).1
Zeus en Thetis
is een werk in olieverf op doek uit 1811 van Jean Auguste
Dominique Ingres waarop de kunstenaar uitbeeldt hoe de nimf Thetis,
moeder van Achilles, in het gevlei tracht te komen bij de oppergod
Zeus om het conflict tussen haar zoon en Agamemnon te beëindigen dat
de Trojaanse oorlog is.
Een smeekbede om macht kan vruchten afwerpen als zij
gericht is tot de oppergod bij wie men aast op zijn gunsten door hem
te dienen, wat betekent dat men aan hem boven al het andere de
voorrang geeft. Voor de dienaren van Mammon is het geld de eindwaarde
of de ultieme referentie, de laatste parameter aan de welke alle
andere waarden worden afgemeten. Waar Mammon heerst, wordt de waarde
van de dingen maar uiteraard ook de waarde van de mensen uitgedrukt
met een prijskaartje, wat wil zeggen dat de dingen en de mensen
precies zoveel waard zijn als men bereid is daarvoor te bieden op de
markt: hun waarde hangt af van het spel van vraag en aanbod.
Met Mammon als oppergod vallen alle dingen, mensen,
dieren, planten en zo verder samen met hun marktwaarde, wat meebrengt
dat alles en allen a priori gedegradeerd worden tot
verkoopsartikelen. Het bevreemdende van die realiteit is wel dat wij
dat door de band helemaal niet beseffen en dat wij heimelijk de
veronderstelling blijven koesteren dat, als puntje bij paaltje komt,
men ons nog wel als mensen zal erkennen.
Helaas is dat een kostelijke illusie. Nog nooit is
een koninklijke hoogheid die bij zijn of haar verstand was in het
huwelijk getreden met een schooier. Nog nooit heeft een kassierster
aan een klant die bij het afrekenen aan de bodem van zijn portemonnee
gekomen, één cent tekort kwam, hem die schuld kwijtgescholden. En
wanneer mensen munten werpen in het kroesje van een schooier in de
drukke winkelstraat, is het meestal omdat zij er op de een of andere
manier voordeel uit putten; is het ultieme motief de beloning in het
hiernamaals, dan dient te worden opgemerkt dat door de eeuwen heen
ook het katholieke paradijs altijd al afkoopbaar is geweest met geld
- niemand minder dan de grote Dostojevski heeft via de inquisiteur de
paus zelf laten verklaren een dienaar te zijn van Lucifer. Ja, de
religie zelf die het begrip van de afgod Mammon heeft ingevoerd,
heeft deze afgod prompt gepositioneerd boven de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde en van al wat zichtbaar en onzichtbaar is
- middels het systeem van de aflaten of anderszins - waarbij zondaren
schuld afkopen en op die manier betalen voor hun plekje in het
paradijs zoals de happy few dat doen voor hun plekje in de opera.
Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
De cultus van Mammon (deel 1)
De
cultus van Mammon (deel 1)
(J.B., naar Evelyn De Morgan)
Op 30 augustus 1855 werd
in een welgestelde kunstzinnige Londense familie de
(prerafaëlitische) kunstschilderes Mary Evelyn Pickering geboren,
bekend als Evelyn De Morgan. Haar thematiek werd onder meer bepaald
door het pacifisme, het feminisme, het toentertijd modieuze
spiritisme en de Griekse en Bijbelse mythologie en in dat kader
situeert zich haar werk getiteld De aanbidding van Mammon.
De afgod Mammon verpersoonlijkt de geldzucht en deze vorm van
hebzucht is een verslaving te wijten aan de specifieke
middeldoelomkering waarin een ruilmiddel het geschopt heeft tot een
heuse god.
Geld wordt door de band
geassocieerd met puur materialisme maar geheel onterecht: in zekere
zin verbindt de cultus van Mammon het materialisme met het
spiritualisme (in feite: het spiritualistisch idealisme) dat een
immaterialisme is en wel omdat geld enerzijds weliswaar een
materialistisch connotatie heeft maar tevens bestaat het als een
volstrekt onbepaald en derhalve geestelijk wezen want als iets dat
tegen ongeacht welk (materieel) goed geruild kan worden - volgens
sommigen kan met geld ook het immateriële worden verwezenlijkt,
zoals bij uitstek het geluk.
Geld en gewin hebben te
maken met tellen en met algebra: 'al zebra' betekent 'de streepjes'
(waarmee men telt). De in feite onmogelijke negatieve getallen zijn
in de amorele en allerminst aan de tijd onderhevige algebra naar
binnen geslopen via de werkelijkheden van schuld, tegoeden en
verdienste welke thuishoren in de ethiek die het materiële
overstijgt, waardoor de algebra en dus ook de cultus van Mammon (of
de financiële wereld) worden verbonden met uitstel en met tijd, met
schuld, boete, vrees en verlangen, die daar een cruciale rol gaan
spelen.
Al deze elementen zijn
ook duidelijk aanwezig in De aanbidding van Mammon van
Evelyn De Morgan. Het werk in olieverf op doek beeldt een
vrouw uit die zich niet langer richt op de zak met geld: haar
aandacht heeft zich verplaatst van de hebzucht naar de aanbidding van
macht (Mammon zelf) en aldus voltrekt zich de tragedie van haar
verdoemenis. In de huidige tijd regeert deze cultus over de wereld
waarbij de verpersoonlijking van het geld geëvolueerd is van een
loutere abstractie naar een onloochenbare bikkelharde en 'bemande'
werkelijkheid.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 14 maart 2024)
13-03-2024
opmerking leesbaarheid blogteksten
Blogteksten worden van zodra zij
gepubliceerd worden, geheel buiten
onze wil vertaald naar het Engels en
dan terug naar het Nederlands,
waardoor zij helemaal onleesbaar worden.
Om die reden geven wij hierbij een
PDF-versie van het artikel.
Democratie en mensenrechten (deel 8)
Democratie
en mensenrechten (deel 8)
Dat de verregaande
indoctrinatie, het wijdverbreide onverstand en de volstrekte
afwezigheid van redelijkheid niet de democratie kenmerken maar wel de
als democratie verkapte dictatuur, betekent echter niet dat een
aperte dictatuur de voorkeur heeft boven een schijndemocratie. De
oorlog voltrekt zich allerminst tussen naties of tussen ideologieën
maar wel tussen klassen, de mens is immers een wolf voor zijn
medemensen.
Het dictatoriaal systeem
waarvan sprake betreft een klassenstrijd waarbij een machtsgroep
welke de afzonderlijke naties te boven gaat en die momenteel bestaat
uit de priesters van de religie van Mammon, regeert over acht miljard
quasi volstrekt onwetende mensen zoals veehouders regeren over hun
veestapel: het vee weet niet waartoe het gevoed wordt en blijft
rustig totdat het de stank van bloed ontwaart bij de poorten van het
abattoir; de veehouders sussen het eigen geweten (als ze dat nog
hebben) met het argument dat hun varkens in tegenstelling tot hun
soortgenoten die vrij in het wild leven, honger noch kou moeten
lijden en zelfs de geneeskundige zorgen krijgen die anders alleen aan
de menselijke soort te beurt valt.
Het vee wordt
gedomesticeerd met het oog op zijn consumptie (vlees, melk, eieren,
pluimen, wol,...), zijn lastarbeid (paarden, ezels, olifanten,
rendieren,...) en de vruchten van africhting waar de prestaties van
dieren deze van robots overtreffen (honden voor bewakingsdoeleinden
of voor het opsporen van drugs; dolfijnen voor het transport van
explosieven onder de waterspiegel; muizen, konijnen en apen voor het
uittesten van vaccins en medicijnen,...). Mensen worden met
gelijkaardige taken belast in ruil voor een inkomen dat de hoop op
hun voortbestaan moet voeden en het betreft zowel die taken waarvan
ze zich bewust zijn als deze waarvan ze helemaal niet weten dat zij
ze uitvoeren.
De heersende klasse
organiseert de oorlog zoals zij ook de verdeling van de wereld in
naties organiseert volgens het oude en beproefde devies van verdeel
en heers en met betrekking tot de oorlog die niets anders is
dan het verlengstuk van de economie, drijft zij de concurrentie die
met de hebzucht als verborgen motor de ijver aanwakkert, op de spits
waardoor zij de economische concurrentieslag laat exploderen om die
daarna te kunnen vernieuwen, precies zoals men een stal uitmest en
ontsmet om die daarna van vers stro te voorzien. Dat gebeurt
telkenmale als het nodig is, wat wil zeggen: wanneer de lasten de
baten beginnen te overtreffen en wij laten het hier aan de economen
over om te beschrijven onder welke voorwaarde die situatie zich
voordoet waarin het bijsturen van de aan de gang zijnde bewegingen
niet langer helpt.
Aan het volk aan de twee
kanten van de strijdlinie wordt geleerd dat het de heilige plicht
heeft om met vaderlandsliefde zijn vrijheid en die van de zijnen aan
het front te gaan verdedigen met het eigen leven tegen de aanvallen
van de vijand, waarbij zowel de vijand als de plichtenleer als al die
andere bijkomende krachten constructies zijn waarmee de
opperpriesters het ganse mensdom manipuleren of naar hun hand zetten
totdat zij helemaal opgebruikt zijn. De creatie van een oorlogsfront
heeft als enige bedoeling, zoals destijds volmondig uitgesproken door
Adolf Hitler, Lebensraum te scheppen, wat betekent: een
Endlösung te zijn voor het vraagstuk van de
overbevolking, het vernieuwen van de slavenmoraal onder de druk van
het te allen prijze te mijden alternatief en het opnieuw in het
gareel doen lopen van de burgers.
Andermaal citeren wij de
vogelvrije artiest die de genoemde priesters als bloedhonden
afschilderde en die zijn naam moest veranderen en vluchten om aan
vervolging te ontkomen: Krieg und Leichen, die letzte Hoffnung
der Reichen1.
Democratie houdt verband
met gelijkheid, met vrijheid en met de queeste naar een evenwicht
tussen die twee - een queeste die zich noodzakelijkerwijze afspeelt
als een open debat omdat democratie ook te maken heeft met
wetenschappelijkheid en met rechtspraak.
Rechtspraak is de basis
van de wetenschappelijkheid omdat wetenschap naar waarheid zoekt
terwijl de waarheid altijd zoekt om aan het licht te komen. Dit zeer
in tegenstelling tot de leugen die zich voor het licht verbergt.
Rechtspraak vereist recht geaarde retorica met respect voor de wetten
van de logica (in tegenstelling tot een andere retorica die ook wel
doorgaat voor 'de kunst van het liegen'). Logica is wiskunde in de
betekenis van wis en konstig en zo ook retorica en
wetenschappelijk onderzoek op voorwaarde dat zij zich blootstellen
aan kritiek, wat betekent dat zij hun waarheden principieel als
voorwaardelijk aanvaarden en dus als principieel bereid om middels
(vanzelfsprekend principieel verifieerbare of falsifieerbare)
argumenten weerlegd te worden door ongeacht wie, wat meteen verwijst
naar de universaliteit van deze disciplines en naar de
alomtegenwoordigheid van de rede als een bovenpersoonlijke
werkelijkheid die door elk redelijk wezen geëerbiedigd wordt.
Er kan derhalve geen
sprake zijn van democratie waar zekere standpunten de ronde doen los
van personen die zich daar borg voor stellen door met die standpunten
in de openbaarheid te treden waar zij die dan te verdedigen hebben.
Zo bijvoorbeeld is racisme geen redelijk verdedigbaar standpunt,
alleen al omdat er geen rassen bestaan, zodat al wie het racisme
pogen te verdedigen, hierdoor in tegenspraak zijn met de rede zelf.
Die standpunten, tenminste als men ze nog zo mag noemen, ontspringen
nimmer aan redelijk overleg maar hebben onvermijdelijk een duistere
of irrationele oorsprong, zoals bijvoorbeeld angst of haat. Maar
stellingen zijn niet waar of onwaar omdat ze door iemand verlangd,
gevreesd of gehaat worden: ze zijn waar omdat of in de mate dat ze
onweerlegbaar zijn.
Irrationeel zijn
derhalve die standpunten die zich ophouden in het domein van het
onpersoonlijke, in de menigte of in de massa maar bijvoorbeeld ook in
de irrationaliteit van verzinsels, zoals voor heilig gehouden
geschriften, of in de irrationaliteit van zelfverklaarde
autoriteiten, zoals profeten, zieners of religieuze leiders. Het gaat
tevens om standpunten die niet in grammaticaal correcte zinnen kunnen
worden verwoord omdat de grammatica redelijkheid vereist en
uitspraken verdedigbaar moeten zijn. 'Irrationele overtuigingen', als
dit niet al een contradictio in terminis is, kunnen slechts worden
geuit als uitroepen, verzuchtingen, imperatieven, aanbevelingen en
dies meer omdat ze niet refereren naar de rede maar ontspringen aan
voor de redelijkheid blinde emoties en driften.
Wanneer de democratie
aan iedereen stemrecht toekent of dus beslissingsmacht om zekere
leiders te verkiezen, moet erkend worden dat het gehalte aan
redelijkheid in de daad van het stemmen volstrekt oncontroleerbaar
is, wat wil zeggen dat daar de vrije teugel wordt gelaten aan de
willekeur. Niemand hoeft zich te verantwoorden voor zijn of haar
stem, zij is zelfs gewaarborgd geheim, wat daar op neerkomt dat zij
zich ophoudt waar de openbaarheid, die de ultieme voorwaarde is voor
de redelijkheid, helemaal niet kan en ook niet mag komen. Eenzelfde
drama voltrekt zich waar parlementsleden hun redelijke discussies
besluiten met stemrondes over de in te nemen standpunten omdat de act
van het stemmen zelf uiteraard de ontwaarding van de redelijke
argumenten inhoudt. De argumenten immers hebben een zekere kwaliteit,
ze zijn al dan niet verdedigbaar, maar de stemming betekent de
reductie van die kwaliteiten tot een kwantiteit: niet het standpunt
met de beste verdediging wint maar wel datgene met het grootste
aantal stemmen.
De democratie is met
andere woorden nimmer in staat om zich te bevrijden van de
irrationaliteit die zij wil bannen zodat de redelijkheid die zij
nastreeft, buiten haar bereik blijft vallen en derhalve ook de
waarheid en het recht.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: