Drugsbaronnen
aan de macht
Aflevering
4: Dekolonisatie: machtswissel der baronnen
Kolonies
zijn in de praktijk landen die leeggeroofd worden door kolonisatoren
en deze laatste zijn landen die hun kolonies leegroven. De roof
voltrekt zich ingevolge het recht van de sterkste en wegens het van
toepassing zijn van de middel-doelomkering geschieden de misdaden in
kwestie onder het voorwendsel van beschavings- en bekeringswerk: "Wij
vallen een land binnen om het te beschaven" betekent
eigenlijk: "Onder het voorwendsel van beschavingswerk, vallen
wij een land binnen en wij roven het leeg." Het middel
(binnenvallen) is in feite het doel en het doel (beschaven) is het
voorwendsel en derhalve het middel.
Maar
bij een middeldoelomkering blijft het niet, er is nog een tweede
omkering van toepassing: de rover wil namelijk niet alleen zijn
criminele activiteiten verbergen, hij wil bovendien dat zij door
iedereen beschouwd worden als weldaden; de moordenaar wil doorgaan
voor een filantroop! En nu is dat weliswaar een huzarenstukje maar
macht en geweld gekoppeld aan sluwheid maken vaak van wat onmogelijk
lijkt een makkelijke klus en dat wordt nog elke dag en in de
allerbontste kleuren door de geschiedenis zelf geïllustreerd.
De
kolonisering verliep aldus ingevolge het recht van de sterkste en de
sterksten waren toentertijd botweg degenen die in het bezit waren van
vuurwapens: de blanken. De blanken koloniseerden de landen van wie
nog geen vuurwapens kenden: de zwarten, de roodhuiden en de Aziaten.
Om het te houden bij één voorbeeld: alle landen van Afrika werden
ooit gekoloniseerd door een of ander land van de blanken of dus een
land waarvan de burgers beschikten over vuurwapens. Een uitzondering
is de Westelijke Sahara, een woestijngebied waar niets te vangen is.
Hier dient volledigheidshalve nog aan toegevoegd dat de tijd der
kolonies zijn intrede deed nadat de slavernij (- zie daarover: "Hoe
Europa groot en rijk werd") was afgeschaft en uiteraard ter
vervanging daarvan en het houden van slaven heette vanaf dat ogenblik
'beschavingswerk'.
Maar
geleidelijk begon de autochtone bevolking van de door het Westen
leeggeroofde landen haar rechten op te eisen. In Latijns-Amerika
bijvoorbeeld verdreef vrijheidsstrijder Simón
Bolívar de Spanjaarden - hij werd president in Peru, Marquez
beschreef in een verhaal diens laatste jaren en in 1825 werd Bolivia
naar hem genoemd. Na W.O.I werden heel wat Europese kolonies
'mandaatgebieden', wat inhoudt dat zij schijnafhankelijk werden en
feitelijk geherkoloniseerd. Na W.O.II werd in 1947, geïnspireerd
door Gandhi en Nehru, Indië onafhankelijk van het Britse rijk
waarvan het sinds 1858 deel had uitgemaakt en het werd bij die
gelegenheid opgesplitst in de seculiere staat Indië en de
moslimstaat Pakistan [dat zijn naam ontleent aan (begin)letters van
de Indiase deelstaten Punjab,
Afghania,
Kasjmir,
Sindh
en Beloetsjistan].
Ook Nederlands-Indië (onder Soekarno) scheurde zich los samen met de
landen in het Midden-Oosten; in 1960 kwam Afrika aan de beurt en na
1965 de Caraïben en Oceanië. Edoch, de nieuwe leiders waren vaak
door de kolonisatoren in het zadel geholpen dictators welke hun
belangen verzekerden.
Zoals
gezegd: toen de misdaden inzake de kolonies aan het licht kwamen - en
zij waren niet min - stopte de kolonisering, zoals eerder ook de
slavernij werd 'afgeschaft'. Edoch, zoals de slavernij in feite werd
vervangen door de nog veel onmenselijkere schuld- en loonslavernij,
zo ook verdwenen de kolonies allerminst omdat de kolonisatoren in hun
vroegere kolonies stromannen aan de macht brachten om van op afstand
ongestoord met de roofpartijen door te kunnen gaan. Zo werd na de
onafhankelijkheid van Belgisch Congo dat land niet bestuurd door
Lumumba die de afgevaardigde was van het Congolese volk: Lumumba werd
prompt vermoord (1961) en dictator Mobutu werd president van Congo
(1965-'97); hij werd in het zadel geholpen en gehouden door het
Westen en door de dictators van Oeganda, Somalië en Zimbabwe.
Het
volk kwam in opstand tegen de handlangers van zijn kolonisatoren en
tegen uitbuiting in allerlei vormen, zoals de ontvreemding van de
bodemschatten. Zo eisten in 1980 de Saoedi de rechten op de
ontginning van de aldaar in 1938 door de Amerikanen ontdekte olie
volledig op en op 18 december 2010 brak de zogenaamde Arabische Lente
uit: de bevolking van de Noord-Afrikaanse landen kwam in opstand
tegen hun dictators. (1)
Ook
allerlei vormen van bezetting worden niet langer geduld van zodra het
tot de slachtoffers doordringt dat zij worden uitgebuit en de
plotselinge opkomst en verspreiding van het internet heeft sterk
bijgedragen tot die bewustwording. Daarentegen wordt die
bewustwording sterk afgeremd door armoede en onderdrukking: honger,
analfabetisme, een gebrek aan scholing, druggebruik en beknottende
ideologieën en religies zorgen voor een achterstand welke dan door
eerstewereldlanden wordt misbruikt om ganse bevolkingsgroepen in een
toestand van feitelijke slavernij te houden. Pas ter gelegenheid van
bijvoorbeeld een giframp zoals in Bophal in 1984 wordt duidelijk dat
burgers van derdewereldlanden in den duik in slavernij gehouden
worden door het westen dat stinkend rijk wordt van hun arbeid waaraan
zij zelf ten onder gaan.
Men
heeft berekend dat voor de hoge levensstandaard van één westerling
ongeveer veertig slaven uit de derde wereld moeten opdraaien,
waaronder kinderen aan wie nota bene opzettelijk een menswaardige
opvoeding onthouden wordt om te vermijden dat zij zich bewust zouden
worden van hun toestand en zij zich zouden emanciperen want dat zou
het einde zou betekenen van het profitariaat van de 'beschaafde'
wereld.
Maar
zoals vaker het geval is, speelt het noodlot ons parten en is het
paradoxaal genoeg de achterstelling van de slaven die garant staat
voor ons luxeleven, welke dit luxeleven ook in gevaar brengt: bij het
induceren van een religie en van nog andere zaken die de slaven dom
moeten houden zodat zij makkelijk manipuleerbaar zijn, wordt over het
hoofd gezien dat de kolonisatoren uiteraard geen monopolie hebben
over de door hen geïnduceerde zwakheden van hun slachtoffers:
evengoed kunnen de burgers van deze derdewereldlanden voortaan
moeiteloos gestuurd worden door terroristen.
Deze
machtswissel doet zich nu voor van zodra de greep van het westen op
de derde wereld verzwakt, wat vandaag het geval is ingevolge de vloek
van de tegendoelmatigheid die vroeg of laat elke oneigenlijke
menselijke activiteit zal perverteren. De meester verliest de
controle over zijn slaven van zodra hijzelf in de slavernij belandt:
hij deelt dan het lot van de zich god wanende goddeloze wiens
instrumenten hem gaan overheersen.
(J.B.,
28 augustus 2021)
Verwijzingen:
(1)
Ben Ali (Tunesië), Bouteflika (Algerije), het koningshuis van
Jordanië, de regering van Oman, de dynastie van Saoedi Arabië,
Mubarak (Egypte), de Syrische leiders, de Jemenitische regering, de
leiders van Djibuti, Somalië, Soedan, Palestina en Bahrein, kolonel
Al-Qadhafi van Libië, de regering van Koeweit, de koning van
Marokko, de regeringen in Mauretanië, Libanon, Israël en Irak.
|