Dement
met zijn allen
Als de
kranten vandaag blokken dat één op de twee vrouwen en één op de
drie mannen dement worden, ligt de reden voor het alarmerend karakter
van dit bericht in geen geval in het feit dat ouderen nu eenmaal niet
meer zo geïnteresseerd zijn in hun eigen toekomst op aarde dat
heel begrijpelijke fenomeen is immers de eigenlijke grondslag van het
proces dat met dat grote woord met zijn negatieve connotatie
'dementie' heet.
Als er in
dezer een reden voor ophef bestaat, dan ligt die hierin dat men
althans dezer dagen en in onze cultuur aan ouderen deze afgang
niet blijkt te gunnen, dat men van hen blijft eisen dat zij betrokken
blijven in de economie, dat zij zich blijven bijscholen, kortom dat
zij er moeten naar streven om, tegen beter weten in, eeuwig jong te
blijven en te doen alsof de dood alleen maar een kwalijke droom was.
En nu is het best mogelijk dat jongeren in staat zijn om het been
stijf te houden inzake de ontkenning van het levenseinde aan
mensen van jaren verkoopt men die onzin niet meer.
Omdat oud
worden ons aller deel is als wij tenminste dat geluk hebben
verraadt onze houding tegenover 'dementie' dat de 'beschaafde' mens
als zodanig zijn eindigheid niet aanvaardt. De westerse mens verwerpt
niet alleen de pijn en de moeite eigen aan het leven maar tevens kan
hij de eindigheid ervan niet dulden. En dat het leven eindig is,
betekent in de eerste plaats dat het wordt beëindigd buiten de wil
van wie aan het leven participeren.
De ervaring
dat ons bestaan wordt be-eindigd zonder dat daarvoor naar onze
toestemming wordt gevraagd, maakt ons ervan bewust dat het leven als
zodanig niet het onze is: wij hebben geen beslissingsmacht, noch over
onze geboorte hoe zou dat ook kunnen als wij er niet eens waren
noch over onze dood de 'geleerden' ten spijt die beweren dat
euthanasie het vermag om die beperking op te heffen.
De ervaring
dat het leven ons op een dag wordt ontnomen dat wij het moeten
teruggeven leert ons dat het bestaan een gift is en geen bezit
waarmee wij naar willekeur zouden kunnen handelen en de toestand van
hovaardij waarin het merendeel van de rijken leven, zorgt ervoor dat
dit gegeven van het onvermijdelijke én niet te voorziene sterven als
een vernedering wordt ervaren. En blijft het dan 'voorlopig'
onvermijdelijk, dan gaan sommigen er prat op dat men het nu wél kan
voorzien of schikken en dat heet dan 'euthanasie' of 'de goede dood'.
Intussen
neemt men het aan ouderen kwalijk dat zij, alleen maar door er te
zijn, ons allen eraan herinneren dat ons bestaan eindig is en dat
niemand ontsnapt aan de wet dat elke bloei gevolgd wordt door een
ondergang. Zij die uit de boot vallen in casu door de
ouderdom worden er welhaast van beschuldigd dat zij oud
worden alsof dit zaken waren die zij zelf in de hand hadden.
De
hypocriete waanzin van onze huidige westerse samenleving eist van
haar bejaarden dat zij zich op zijn minst onzichtbaar zouden maken,
dat zij zich zouden 'verkleden' misschien niet in jongelui maar
dan toch in mensen van zogenaamd 'middelbare leeftijd'. Op die manier
immers hoeven zij die vooralsnog aan de ouderdom ontsnappen, de
gewisse aftakeling niet meer voortdurend voor ogen te hebben. En wie
er niet in slagen om met gesofisticeerde opsmuk onze ondergang
onzichtbaar te maken, worden met huid en haar achter de muren van
gespecialiseerde instituten gestopt welke niet langer
'concentratiekampen' heten maar 'zorginstellingen'. In wezen zijn
deze instellingen nog gruwelijker dan de concentratiekampen van
weleer want hier komt niemand ooit anders uit dan horizontaal
en koud.
Maar hoe
geraakt men er in godsnaam in? Heel eenvoudig middels een examen bij
iemand die ooit de eed van Hippocrates aflegde maar die kennelijk de
betekenis ervan vergat, met name dat men zijn kennis en kunde als
arts nimmer zal aanwenden om een mens kwaad te doen. Een onderzoek
wordt het genoemd maar het is een heus examen en dan nog een vreemd
examen want er valt niets bij te winnen, er valt alleen wat bij te
verliezen en wat dan wel? Het allerkostbaarste bezit: onze
vrijheid!
"Waar
brengen jullie mij naartoe?", vraagt moeder.
"Je
hoeft helemaal niets te vrezen, mamma: je moet eens bij de dokter
voor een heel klein onderzoekje, het duurt amper tien minuten".
Edoch, wee
hen die voor het examen dat nog zo onschuldig leek, de helft van de
punten niet halen, want zij krijgen gewis en zeker levenslang. En de
geslaagden mogen, als alles eerlijk verloopt, hun vrijheid behouden.
Althans voorlopig, want ongetwijfeld komt er zes maanden later of
misschien al eerder een nieuw examen en dat houdt niet op totdat ook
zij voor dat examen zakken. In feite is het examen in kwestie een
hardnekkige poging tot liquidatie van een oudje. Een poging die
kadert in de alomvattende poging van de mens om de schijn op te
houden dat de eeuwige jeugd zijn deel is.
Alzo
bestaan er op aarde weliswaar dementverklaarden maar er zijn ook nog
de dementverklaarders. De eerste categorie van dementen is ons al
langer welbekend; de laatst genoemde mag het bij dezer zijn.
(J.B., 6
oktober 2018)