Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
27-02-2022
Alleen kunst kan de wereld redden
Alleen kunst kan de wereld redden
25-02-2022
De oligarchen en de oorlog-
De
oligarchen en de oorlog
De
oligarchen en de oorlog
Hoe is het mogelijk dat
één machtswellusteling in staat is om een wereldoorlog te starten?
Dat is de vraag die menigeen zich stelt nadat de gevreesde Russische
inval in Oekraïne een feit werd. Dictaturen hebben altijd bestaan en
hun wereldwijde verspreiding is ook heden nog een jammerlijk feit.
Maar dat ongeacht de regeringsvorm de macht onafwendbaar in
handen zal komen van een elite - een kleine groep van oligarchen - is
volgens de Duits-Italiaanse historicus en socioloog Robert Michels
een feit.
Michels werd geboren in
1876 in Keulen en hij stierf op 60-jarige leeftijd in Rome.
Aanvankelijk socialist, werd hij later fascist en aanhanger van het
corporatisme van Mussolini, dat de macht om wetten te maken in handen
geeft van een burgerlijke vertegenwoordiging van de belanghebbenden.
In zijn werk uit 1911, getiteld: Zur Soziologie des Parteiwesens
in der modernen Demokratie. Untersuchungen über die oligarchischen
Tendenzen des Gruppenlebens, verklaart
Michels de zogenaamde 'Ehernes Gesetz der Oligarchie'
of de 'ijzeren wet van de oligarchie': die ligt in de lijn van het
welbekende Paretoprincipe (dat zegt dat 20 percent van bevolking
beschikt over 80 percent van het vermogen) en houdt in dat alle
regeringsvormen, en dus ook de democratische, noodzakelijk verworden
tot oligarchieën. En dat komt, aldus Michels, doordat grote partijen
niet kunnen zonder organisatie, bureaucratie en hiërarchie:
beslissingen zullen dan noodgedwongen door kleine groepen genomen
moeten worden en leiders hebben vooral het eigenbelang op het oog,
zij houden vast aan hun macht en de logge massa laat begaan.
Zowel
Rusland als Oekraïne worden oligachieën genoemd maar ook
bijvoorbeeld de V.S. en Saoedi-Arabië. De Russische oligarchen zijn
er gekomen onder Jeltsin na het uiteenvallen van de U.S.S.R. die dan
kapitalistisch werd: volgens Forbes telde het land in 2003 17
miljardairs die samen 70 percent van het vermogen bezaten. Dat
Amerikaanse oligarchen 'zakenlui' worden genoemd, betekent niet dat
de V.S. geen oligarchie zou zijn, in feite gaat het telkens om
ordinaire 'miljardairs' die mee het bewind bepalen. Men kan zelfs
zeggen dat de wereldregering die alvast op het vlak van de economie
een zich steeds scherper profilerend feit is, oligarchisch van aard
is: een elite bepaalt de wereldhandel en bijvoorbeeld ook de politiek
inzake de wereldgezondheid, zoals sinds de aanvang van de
'coronapandemie' mocht blijken en het is allang geen geheim meer dat
de wereld ook als politiek geheel in handen is van een paar honderd
mensen: de wereld is een oligarchie en dat wil zeggen dat het gouden
kalf de wereld regeert.
Maar
uiteraard is er geen eenheid onder de oligarchen: zolang zij
gemeenschappelijke belangen hebben, houdt de ene de andere de hand
boven het hoofd maar, belust op macht, komen ze vroeg of laat met
elkaar in botsing. Onder machtswellustelingen gaat het eraan toe
zoals onder de beesten: ze vechten om de uiteindelijke heerschappij
over een territorium en een volk waarvan zij eisen dat het hen dient,
desnood tot de dood. Want het is nooit het volk dat om oorlog vraagt,
het zijn de potentaten, en terwijl zij lafhartig zichzelf in veilige
schuilkelders verstoppen, eisen zij van alle mannen dat die voor hen
gaan vechten onder het voorwendsel dat dit hun heilige plicht is
jegens vrouw en kind. Terwijl in de scholen van de vissen de
kleinsten gekoesterd in het veilige midden zwemmen met hun ouders
erom heen, gijzelen de oligarchen de zwakkeren en zij verstoppen zich
achter hen, zij gebruiken hen als uitvlucht: vrouwen en kinderen zijn
hun levend schild.
(J.B., 25 februari
2022)
24-02-2022
Robert Michels
Robert Michels
De
oligarchen en de oorlog
22-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 4: Mendel, Malthus, Hitler en het kapitalisme
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
4: Mendel, Malthus, Hitler en het kapitalisme
Duivenmelkers
en konijnenkwekers kunnen ervan meespreken: om een ras van reisduiven
te veredelen is voor de duivenliefhebber de genetische manipulatie
niet meteen een optie maar middels doelgerichte selectie in de kweek
kan men al goed vorderen en de resultaten bewijzen het. Door de
survival
of the fittest
zorgt de natuur zonder nadenken maar dan wel met enorme
'verkwistingen' van tijd en energie ervoor dat de sterksten overleven
en kwekers van rasdieren of van zekere plantensoorten helpen de
natuur hierin een handje door het zelf selecteren van exemplaren met
welbepaalde eigenschappen welke dan onderling worden gekruist.
Lebensborn
van Hitler baseerde zich op dit principe voor de kweek van het
Germaanse ras met blonde haren en blauwe ogen. Wil men een volk in
zijn totaliteit 'verbeteren' dan luidt
de eerste regel: elimineer alle minderwaardigen of voorkom dat zij
hun erfelijk materiaal doorgeven. Houdt de besten over voor de kweek
en elimineer tijdig alle voortbrengselen met ongewenste eigenschappen
- dit alles met in het achterhoofd de (vier) wetten van Mendel
(1822-1884).
Voorafgaand
echter aan deze maatregelen moet men ervoor zorgen dat de populatie
leefbaar is: er moeten met andere woorden genoeg ruimte zijn alsook
voldoende levensmiddelen. Genoeg ruimte oftewel Lebensraum
voor het ideale ras was wat Hitler ertoe aanzette om ganse
minderwaardig geachte volkeren uit te roeien waarbij vooral de joden
het moesten ontgelden. Tussen haakjes is het allang geen geheim meer
dat de mensheid haar vooruitgang vooral te danken heeft aan joden die
immers oververtegenwoordigd zijn in de wereld van wetenschap, kunst
en cultuur.
De
angst voor een tekort aan levensmiddelen vinden wij paradoxaal genoeg
niet terug bij de armlastigen maar wel bij de edellieden met voorop
de Britse predikant en professor Thomas Malthus (1766-1834), die de
armenwetten wilde afschaffen om zo de 'minderwaardigen' uit te
roeien, een methode die heden gevolgd wordt door de dierenliefhebber
Sir David Attenborough wiens beruchte woorden enige tijd geleden nog
de grootste Britse kranten ontsierden: 'Let
them starve!'
- 'Laat ze verhongeren!' - anders gaan ze zich nog vermenigvuldigen.
Dat
Malthus deel uitmaakte van de Royal
Statistical Society
is niet zonder betekenis, gelet op het feit dat het denken over
mensen in termen van waarschijnlijkheid en van gemiddelden alleen
groepen of massa's op het oog heeft terwijl het met het individu als
zodanig geen rekening houdt, laat staan met de persoon. Statistieken
vindt men overvloedig terug in het Derde Rijk en vandaag duiken
statistici weer op als regulatoren van een verziekte en door hun
toedoen nog verder verziekende economie en derhalve van het leven
als zodanig. De nieuwe volksgezondheid neigt er weer toe om niet
langer ziekten
uit te roeien maar veeleer zieken;
de nieuwe sociale wetten lijken niet langer de armoede
te bestrijden
maar wel de armen
zelf
en
men elimineert de honger steeds vaker door de hongerigen om te
brengen of aan hun lot over te laten. Het teveel aan kinderen wordt
geaborteerd en de onproductieven gaan zich euthanaseren - zij doen
dat zogezegd vrijwillig maar in feite onder de druk van de amorele
media die sowieso gedijen dankzij de reclame welke slechts het
winstprincipe volgt.
In
de context van de pandemie verkondigen op televisie de officiële
'filosofen' de nieuwe theorie die zegt dat wij moeten ophouden te
rekenen in termen van mensenlevens (die verloren gaan) en dat wij
moeten overstappen naar het rekenen in termen van (verloren)
levensjaren, waarmee impliciet doch onomstotelijk publiekelijk wordt
bekend gemaakt dat de waarde van een mens alleen nog afhangt van zijn
economische productiviteit waarbij tevens in rekening moet gebracht
worden dat het beoogde nut in een kapitalistische economie helemaal
niets meer te maken kan hebben met maatschappelijk nut maar wel met
louter financiële winst: wie kopen en verkopen brengen helemaal
niets bij aan de gemeenschap maar zij maken financiële winst en
worden derhalve beschouwd als productief - aan de top van deze
piramide van verdienste staan dan de drugs- en wapenhandelaars en de
bazen van goktenten.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
21.02.2022)
21-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 3: De mens, niet goed genoeg
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
3: De mens, niet goed genoeg
De
menselijke zelfovertreffing welke rondwaart in de fantasie van de
transhumanisten heeft een en ander gemeen met deze in de hedendaagse
topsport en hier wordt meer bepaald gedoeld op het illusoir karakter
van de zogenaamde talrijke nieuwe records. Immers, precies zoals het
breken van records dikwijls aan niets anders te wijten is dan aan de
toename van de precisie van allerlei prestatiemeters, zo ook bestaat
de menselijke zelfovertreffing vaak alleen maar in onze verbeelding
ingevolge een specifieke zelfhypnose welke onze aandacht zodanig
fixeert op één bepaald aspect van één bepaalde werkelijkheid, dat
ook de geringste vooruitgang die wij gebeurlijk geboekt hebben, ons
toeschijnt als gigantisch. Het gaat dan derhalve niet zozeer over
zelfovertreffing maar veeleer over zelfoverschatting.
Wanneer
wij terugkijken op onze ontwikkelingsgeschiedenis en simultaan ook op
deze van onze culturen en hun producten, dan schijnt het ons altijd
toe dat de veranderingen die zich voordoen in een steeds sneller
tempo komen: het lijkt erop alsof er in het afgelopen jaar meer
gebeurd is dan in het voorbije decennium en alsof we in het voorbije
decennium meer vorderingen hebben gemaakt dan in de eeuw voordien.
Tot spijt van wie het benijdt, is dit slechts een schromelijke
vertekening op rekening van onze eigen geest, geheel te wijten aan de
gebrekkige werking van het geheugen: er lijkt in het laatste uur meer
gebeurd te zijn dan in de voorbije week omdat wij ons uit dat laatste
uur ook meer herinneren dan uit de voorbije week. Vandaag gebeurde er
met zekerheid helemaal niet meer dan in het jaar zestienhonderd maar
in ons geheugen nemen de gebeurtenissen van vandaag wel veel meer
plaats in dan die uit het hele jaar 1600. Computers betekenen een
enorme vooruitgang maar als wij eerlijk zijn, moeten wij bekennen dat
wij ons verkijken op die vooruitgang: de uitvinding van het binair
stelsel in de algebra was een onvergelijkbaar veel grotere stap
voorwaarts dan die ene van haar recente toepassingen in de
electronica en de informatica.
Het
getal pi speelt een spelletje met ons waar wij geloven dat wij het
alsmaar dichter benaderen wanneer wij steeds meer cijfers na de komma
vinden maar de desillusie komt bij het inzicht dat dit getal helemaal
onvindbaar blijven moet omwille van de fatale onvergelijkbaarheid van
(de lengten van) rechten en krommen.
Wie
de gang van een spiraal volgen in de richting van het punt waar ze
naartoe lijkt te leiden, komen er uiteindelijk niet beter van af dan
wie meelopen in een processie van Echternach en de paradoxen van Zeno
spotten met onze ijverzucht.
Als
de mens een schepsel is dat nog onaf is, zoals vaak gedefinieerd, dan
is niet het overtreffen van de mens aan de orde maar wel zijn
voltooiing en met die opgave heeft men beslist zijn handen vol voor
een hele poos.
De
idee dat de mens zichzelf voorbij zou kunnen steken, houdt bovendien
in dat hij een statisch gegeven zou zijn, terwijl verandering reeds
de natuur zelf is van het leven in zijn meest eenvoudige vormen.
Een
bril, een hoorapparaat, een vitaminepil en een wandelstok kunnen onze
conditie verbeteren op voorwaarde dat die slecht was, wat wil zeggen
dat wie helemaal niet manken, niets hebben aan een stok, zoals mensen
met voldoende vitamines, niets hebben aan een pil en wie perfect zien
en horen, kunnen brillen een oorapparaten missen als de pest.
Het
is derhalve een bijzonder curieuze ambitie van het transhumanisme
waar het pretendeert dat de mens als zodanig verbeterbaar zou zijn en
dit niet van nature maar wel door toedoen van zijn wetenschap. Wil
men dan een man maken met twee hoofden of een vrouw met drie benen?
Is 'meer' dan vanzelfsprekend altijd 'beter' of geloven wij dat
slechts vanuit de misvormingen waarmee het hebzuchtige kapitalisme
ons heeft behept?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20.02.2022)
20-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 2: De taart en de kers
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
2: De taart en de kers
In
het katholieke christendom is God afgedaald naar de mensenwereld en
wel in die mate dat Hij zelf mens geworden is, en dit met de
bedoeling de mens te verheffen, nog boven zijn oorspronkelijke
toestand die hersteld moet worden, naar een goddelijke vorm van
bestaan. Teilhard de Chardin verhaalt over de kosmos van de dode
stof, waaruit het leven ontstaat en in de schoot van dat leven
ontstaat de geest. Maar die evolutie stopt niet bij het denken van de
enkeling: de mensheid communiceert en vormt een 'kerk', die het
lichaam is waarin de godmens incarneert. Maar waar komt deze
theologie dan vandaan?
De
mens is een zinzoeker, hij heeft niet genoeg aan een stoffelijke
werkelijkheid, in zijn paranoïde geest ziet hij er alras tekenen in
van iets hogers en van zodra hij het hogere denkt te ontdekken,
gelooft hij dat uitgerekend hijzelf met dat hogere samenvalt: uit de
dode stof is leven voortgekomen en uit het leven, geest en het is
uitgerekend in zijn eigenste denken dat de mens met die geest
samenvalt en dat hij dit wereldbeeld ontplooit waarin hij zelf het
centrum is, het summum en het einddoel. De mens fantaseert zich zijn
wereld als zijn koninkrijk, hij acht zichzelf god. Hij moet weliswaar
bekennen nog onvolmaakt te zijn want hij moet lijden en sterven maar
hij gelooft alvast dat hij in de richting van zijn goddelijkheid
evolueert en wel met noodzaak. Die noodzaak situeert hij in de gang
der dingen maar dat is uiteraard opnieuw een sluwe projectie: de nood
aan heerschappij zit in zijn eigenste verlangen. Want voor hetzelfde
geld fantaseert men zich een wereldbeeld waarin men zichzelf moet
beklagen als de gevangene van een eigen gedachtendroom, onvermogend
om in de echte, stoffelijke wereld voet aan wal te krijgen en te
bestaan zoals ook stenen bestaan en wind en vuur en water. Maar dat
gebeurt dus niet: in ons wereldbeeld zijn wij de kers op de taart.
Theologen
die van de mens een medeschepper Gods menen te mogen maken, vergeten
prompt wat de grote filosoof Aurelius Augustinus (354-430) hierover
op een niet mis te verstane, waarschuwende toon heeft geschreven. Hij
wijst namelijk op
de denkfout waarbij een
specifieke, onterechte veralgemening
zich voordoet waar de mens het denken dat uit zijn leefwereld stamt,
roekeloos projecteert op de gehele werkelijkheid.In
dat geval wordt de metafysische vraag naar de ultieme zijnsgrond van
de werkelijkheid verengd tot de technische vraag naar haar ultieme
bouwstenen.
Ten onrechte, want de werkelijkheid is geen constructie. In
zijn De
Fide et Symbolo (II:§2)
verklaart Augustinus deze denkfout en hij bekritikeert ongelovigen
die "vanuit
hun vertrouwdheid met handenarbeiders, huizenbouwers en allerlei
andere artisanen die niets kunnen tot stand brengen zonder
grondstof",
geloven dat ook God (een aan Hem externe) grondstof nodig had om
alles te 'maken'. Maar zelfs indien God dingen tot stand bracht uit
grondstof, dan werd ook die grondstof door Hem uit het niets
geschapen, aldus Augustinus. (1)
Ook Immanuel Kant
wijst er op dat wij de natuur pas kunnen kennen in de mate dat wij in
staat zijn om hem zelf te maken; waarmee hij in feite zegt dat wij de
natuur niet kunnen kennen, want niet kunnen maken. (2) En Spinoza
onderscheidt, enerzijds, datgene wat zijn oorzaak in zichzelf heeft
(- God, de natuur) en, anderzijds, de dingen die hun oorzaak buiten
zichzelf hebben. (3) Ook Gödel wijst op het onderscheid tussen het
scheppen van iets (- uit niets) en het construeren van iets uit iets
anders (- uit iets dat reeds geschapen is.) (4) Ook Martin Heidegger
wijst op het niet-geconstrueerde karakter van de werkelijkheid.
Michael Inwood verwoordt het als volgt: "Het
ingewikkelde is niet samengesteld: het is niet opgebouwd door
eenvoudige elementen te combineren, en het kan niet worden
geanalyseerd alsof dat wel zo is".
(5)
Met
deze waarheden voor ogen lijkt het erop dat het transhumanisme niet
mag hopen op scheppingen die de Schepper van hemel en aarde naar de
kroon steken: schepselen zijn nu eenmaal niet in staat tot het
scheppen van iets uit niets. Wat wij wel kunnen doen, is in het beste
geval: het herstellen van dingen in de richting van hun
oorspronkelijke staat en het ondersteunen van bestaande dingen met
allerlei fabrikaten, er wel op lettend dat zij ons de das niet
omdoen, zoals dat maar al te vaak het geval is met heel wat goed
bedoelde geneesmiddelen, motoren, economieën, theorieën...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20.02.2022)
Verwijzingen:
(1)
Zie: J. Bauwens, Trans-atheïsme
(2003),
I.1.C.3. Voor de oorspronkelijke, integrale tekst, zie: 168587.pdf
(seniorennet.be)
(2)
H. de Vos, Kant
als theoloog,
Het Wereldvenster, Baarn 1968, p. 63.
(3)
Benedictus Spinoza, Ethica
More Geometrico Demonstrata.
Uit het latijn vertaald en van aantekeningen voorzien door Nico Van
Suchtelen, Wereldbibliotheek, Amsterdam 1979 (1974).
(4)
Hao
Wang, Logical
Journey. From Gödel to philosophy,
The MIT Press, Cambridge, Massachusetts 1996, p. 14:
Gödel
distinguishes
creation,
in the sense of making something out of nothing, from construction
or
invention,
in the sense of making something out of something else.
(5)
Michael
Inwood,Heidegger,
Lemniscaat 2000, vertaling: W. de Leeuw (O.U.P., Oxford 1997), p.
110-111.
19-02-2022
De 'waanzin' van het 'transhumanisme' Aflevering 1: Godmens, medeschepper, Uebermensch
De
'waanzin' van het 'transhumanisme'
Aflevering
1: Godmens, medeschepper, Uebermensch
"Lustig
in die Welt hinein
Gegen
Wind und Wetter!
Will
kein Gott auf Erden sein,
Sind
wir selber Götter!"
(Franz
Schubert [1797 1828], Winterreise, Mut, laatste
strofe)
In
zijn lijvig boek De
mens voorbij
schetst de Gentse ethicus Gie van den Berghe naar zijn eigen zeggen
"een
gedreven zoektocht naar de denkkaders die mee aan de basis lagen van
de uitroeiing van mentaal, fysiek en raciaal gehandicapte mensen in
de eerste helft van de 20ste eeuw."
(1) Maar van den Berghe is en blijft een verdediger van de
Verlichting: hij wijt de nazi-misdaden aan "een
ontsporing, een catastrofale uitloper van de maakbaarheids- en
vooruitgangsideologie" (2),
terwijl hij de Verlichting als zodanig blijft betitelen als "dat
veelbelovende geesteskind." (3)
Uit de inhoud van dit rijk gedocumenteerd werk werd meermaals
geciteerd in Panopticum
Corona.
(4) Enkele kritische bedenkingen bij de Verlichting als zodanig
vonden hun neerslag vooral in Trans-atheïsme
(5)
en in Het
wordt geregeld
(6), het laatst genoemde handelend over twee toepassingen van deze
ideologie welke de praktijken van abortus en euthanasie wezenlijk
zijn.
Inmiddels
is het humanisme dat de mens en zijn rede vooropstelt en dat zich
afzet tegen het geloof, paradoxaal genoeg vanuit een (exuberant)
geloof
in de menselijke rede en in de kennis, uitgegroeid tot het
transhumanisme dat andermaal gelooft
dat de mens in staat is om de aan hem door de natuur opgelegde
grenzen te verleggen en dat hij dat ook mag en moet doen. Zoals het
door Schubert in diens Winterreise
op toon gezette gedicht van Wilhelm Müller (1794-1827) aangeeft, is
als het ware vanuit een opstand of een verzet ("Gegen
Wind und Wetter!")
de mens zelf God gaan spelen ("Sind
wir selber Götter!")
en zelfs in de theologie wordt hij niet alleen de rentmeester van de
schepping genoemd, maar omdat hij naar het beeld van God geschapen
werd, heet hij nu ook Gods medeschepper. In Genesis
1:28 staat te lezen: "En
God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en
vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt
heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des
hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!" Het
is derhalve niet zozeer het atheïsme maar veeleer het in de
'godsdiensten van het boek' wortelende antropocentrisme waarin de
kiemen van het transhumanisme liggen en waardoor zij ook gevoed
worden. Bij uitstek in het visioen van de Franse paleontoloog en
theoloog, de jezuïet Pierre Teilhard de Chardin, komt dit idee reeds
tot volle ontplooiing.
Volgens
Teilhard is de evolutie nog steeds aan de gang: het leven (van de
kosmos) is een dynamisch proces, dat steeds nieuwe dingen
voortbrengt, dat wil zeggen: dat creatief is. De werkelijkheid is
voortdurend in scheppende evolutie. Het is de elan vital, die de
ontwikkeling voortstuwt. Hij beweegt zich niet in een, maar in
meerdere richtingen. In de dode stof is hij vastgelopen; in planten
en dieren heeft hij verschillende vormen van verwerkelijking
gevonden; in de mens heeft hij zijn hoogste schepping gevonden. De
mens is in staat zelf in deze evolutie in te grijpen, hij is het
handelende wezen, homo faber, dat de wereld vormt. Teilhard ziet een
evolutie van 'dode' materie, naar leven (biosfeer) en tenslotte naar
bewust en zelfbewust leven (noosfeer) dat uiteindelijk zijn
bestemming vindt bij God, het 'punt omega'. Hier volgt een beknopte
weergave van Teilhard's magistrale visioen, zijn 'hyper-fysica',
zoals het bij uitstek vorm kreeg in Le Phenomene Humain (1955)
en in Le Milieu Divin (1957).
In
een poging om de evolutieleer te verzoenen met het Christendom, stelt
Teilhard dat de ganse werkelijkheid in evolutie is: in de schoot van
de kosmos ontstaat het leven (dat het kosmische kwalitatief
overtreft), en uit het leven ontstaat het bewustzijn (dat het levende
kwalitatief overtreft). Dat gebeurt door complexiteitstoename: als de
kosmos complex genoeg is, brengt die iets nieuws, het leven, voort.
Als het leven complex genoeg is, brengt het bewustzijn,
zelfbewustzijn en dus vrijheid voort. Zo evolueert alles naar zijn
zelfbevrijding toe, en dat gebeurt in de mens, die aldus z'n eigen
evolutie in de hand neemt door bewust te arbeiden aan de vooruitgang
van de wereld. Zo evolueert de mensheid naar de spirituele eenheid,
'Christus' genaamd.
Teilhard
ziet de ganse kosmos evolueren naar het Ene, het Goddelijke. Alle
arbeid van de evolutie is gericht op de rechtvaardigmaking en tot de
ontplooiing van een liefde (van God). Teilhard voorvoelt de
eenwording van de mensheid (planetariteit) en de noosfeer (een
denkende en eensgezinde aarde): de volwassenwording van de mens-zin.
Hij ziet Christus als een energie waarvan de duizelingwekkende spin
het heelal doet draaien en de Weltstof dwingt zich tot zichzelf terug
te buigen, maar hij vervalt niet in pantheisme. In de evolutie komen
materie, leven en energie samen in een punt Omega. Gods
tegenwoordigheid is voelbaar overal in de kosmos. Christus' hart
doorstraalt als het ware de hele kosmos totdat het machtige en
veelvormige heelal de gestalte van Christus aanneemt. God straalt op
de top van de materie waarvan de golven de geest meebrengen, en zo
wordt alles 'milieu divin'. Door de materie, de aarde en het leven
hebben wij gemeenschap met God. De priester moet de offerande van de
gehele wereld aan God voltrekken. Verwarmd door de geest, kleurt de
materie zich purper. Om tot God te komen, moet de materie zich
complexificeren en organificeren (levend worden en groeien). Het
geloof is niet irrationeel maar wel transrationeel: meer dan
rationeel. In dat geloof arbeiden wij mee aan deze evolutie naar het
ultramenselijke (dit is: een hogere collectiviteit waar de
bewustzijns elkaar wederzijds verlichten door hun convergentie) naar
het Mystiek Lichaam toe. Het heelal is dus een goddelijke onderneming
waarin God de mens wil laten deelnemen.
Teilhard
in een brief (1923): "Er is op de wereld een enkele operatie
aan de gang, die alleen ons handelen kan wettigen: de ontsluiting van
een of andere geestelijke realiteit, dwars door alle inspanningen van
het leven heen". Teilhard bevestigt dat deze geestelijke
realiteit een Persoon moet zijn, want "het Centrum van de
vergeestelijkte materie, van dit geestelijke Al, moet bijgevolg in de
hoogste graad bewust en persoonlijk zijn. De Oceaan die alle
geestelijke stromen van het heelal in zich verzamelt, is niet Iets
maar Iemand. Ook Hij bezit een gelaat en een hart ( ) Deze
tegenwoordigheid verlicht de diepten van de verborgen zones van elk
ding en elke mens om ons heen. We kunnen haar bereiken in de volle
verwerkelijking (en niet in het genieten zonder meer!) van elk ding
en elke mens" (28.09.'33). In Teilhard heeft zich de liefde
tot God verenigd met het geloof aan de wereld.
Teilhard
heeft het geloof verzoend met de wetenschappelijke evolutieleer,
welke in zijn tijd nog werd verworpen door een groot deel van de
Kerk. Teilhard zegt dat de ganse kosmos niet opgebouwd is uit
materie, maar uit wat hij noemt: 'Weltstof'. 'Weltstof' is meer dan
materie. De stof waaruit alles is opgebouwd, heeft namelijk een
buitenkant en een binnenkant. De buitenkant van de 'Weltstof' is
materie. Haar binnenkant is bewustzijn. 'Weltstof' is dus
'materie-bewustzijn', een soort bipolaire eenheid in elk 'deeltje'
De 'binnenkant', of de 'geest', is alleen bij de mens
'zichtbaar': de binnenkant van de kosmos wordt in de mens, en dan bij
uitstek in de God-mens Christus, gekend en ontwikkeld, om van daaruit
de ganse kosmos tot zijn voltooiing te brengen. Dit proces van
kosmogenese, hominisatie en christogenese in drie stappen.
De
kosmos is niet statisch maar in voortdurende ontwikkeling:
er is 'kosmogenese' of 'kosmosgroei', 'evolutie van het heelal'. De
idee van de evolutie bestond al bij Laplace, die stelt dat de kosmos
zich ontwikkelt uit een gasnevel. Darwin heeft dan de
evolutiegedachte ingevoerd in de biologie. Sinds honderd jaar spreken
nu ook de sterrenkundigen over de evolutie van de kosmos: sterren
zijn kernreactoren die Waterstof omzetten in Helium en in zwaardere
atomen. Ook heerst de idee dat, in die kosmogenese, alles met alles
samenhangt.
Een
ander belangrijk inzicht is dat de evolutie convergeert: alle
dingen en wezens neigen ertoe zich te groeperen tot steeds complexere
grootheden en aldus wordt meer orde en vooruitgang tot stand
gebracht. En dan verschijnt, aan de binnenkant van het complexe, het
bewustzijn, dat vrijheid is, autonomie geeft, en
verantwoordelijkheid. Dit noemt Teilhard de wet van
complexiteitbewustzijn.
Over
het probleem van lichaam en geest zegt Teilhard dat materie (lichaam)
en bewustzijn (ziel, geest) twee fasen zijn van elke realiteit: alles
heeft een lichaam- en een ziel-kant, alleen is het zo dat slechts bij
de mens dat bewustzijn reeds expliciet aanwezig is.
Pascal
spreekt over de oneindigheid van het grote en die van het kleine.
Maar Teilhard voegt nog een derde oneindigheid hieraan toe: die van
het complexe. Complexiteit is nu precies een eigenschap van het
levende. Terwijl de ganse heelal ertoe neigt om uit te dijen, zich te
ontspannen en over te gaan in de meest waarschijnlijke toestand van
totale wanorde of chaos (dit is 'entropie', dat wil zeggen: verval,
toename van wanorde), vormt het leven hierop de uitzondering. Wat
leeft, ordent zich, organiseert zich, vormt grotere, onderling
samenwerkende gehelen (dit is 'negatieve entropie', of:
'negentropie', toename van orde). Atomen voegen zich samen tot
moleculen, megamoleculen en uiteindelijk emergeren die in levende
cellen: eerst eencelligen, daarna meercelligen, eerst eenvoudige,
daarna steeds complexere organismen. Daarom noemt Teilhard de
biologie: de fysica van hoge complexiteiten. En, zoals gezegd, heeft
elke complexiteit een buitenkant (materie) en een binnenkant (geest);
elke complexiteit is een eenheid van materie en geest, ongeveer
zoiets als de god van Spinoza. De evolutie verloopt naar steeds
complexer: de 'dode' stof ordent zich en brengt het leven voort, en
het leven organiseert zich zodanig dat het bewustzijn voortbrengt.
Zodoende is bewustzijn een eigenschap van het heelal. In de evolutie
van het heelal wordt steeds meer materie omgezet in geest: het
geestelijke facet van de 'Weltstof' wordt geboren uit de complexiteit
van de materie. De materie is de 'materia matrix', de (materiele)
matrijs van de geest.
Het
dier 'weet', maar de mens 'weet dat hij weet'. De ontwikkeling van
het denken heeft materiele sporen nagelaten. Die sporen is Teilhard
als archeoloog en als paleontoloog gaan zoeken. Tot dan toe kende men
verschillende lagen of sferen die geleidelijk de aarde omspannen
hebben: de barysfeer (de metalen kern van de aarde), de lithosfeer
(de gesteenten), de hydrosfeer (de watermassa's), de atmosfeer (de
dampkring) en de biosfeer (de sfeer van het leven). Teilhard voegt
hier nog de noosfeer aan toe: de sfeer van het denken, de sfeer van
de mens. In die evolutie is duidelijk een opmars naar steeds meer
orde, complexiteit, bewustzijn en vrijheid merkbaar. In de loop van
de tijd hebben zich bij de Primaten de hersenen steeds meer
ontwikkeld (het proces van cefalisatie), wat het denken mogelijk
gemaakt heeft. Maar sinds ongeveer 20.000 jaar is de schedelomvang
niet meer toegenomen. Om toch nog verder te kunnen ontwikkelen, zijn
mensen zeer intens beginnen samenwerken: zij vormen tesamen
maatschappijen en uiteindelijk een wereldblok. Dat noemt Teilhard de
sociogenese.
De
mens heeft als het ware een gemeenschappelijke stofwisseling
ontwikkeld (de wereldeconomie) en een collectief brein (de cultuur)
en gaat steeds meer solidair optreden, als een subject. Mensen voelen
immers aan dat zij op een dieper niveau samenhangen en een zijn. Zo
zet de complexificatie zich nog steeds voort, en zij emergeert in het
ultra-menselijke: de mens die meer is dan een louter individu, de
mens die rijker wordt omdat hij een is met zijn naaste. Zo blijft de
mensheid evolueren naar eenheid, in de richting van wat Teilhard het
punt 'Omega' noemt.
In
de ontwikkeling van de kosmos is er eerst divergentie
(veelvuldigheid), dan convergentie (vereniging) en dan, door
complexificatie, is er emergentie (het verschijnen van het nieuwe).
Zo verschijnen achtereenvolgens het leven, het denken van de mens
(reflectie) en het samen-denken van alle mensen (co-reflectie), wat
vrijheid en verantwoordelijkheid meebrengt.
Het
menselijk denken, het psychisme, is een eigenschap van de kosmos. De
kosmos evolueert enerzijds entropisch of vervallend, dit wil zeggen:
naar het meest waarschijnlijke, het evenwicht, de chaos of de dood
toe maar anderzijds ook negentropisch of opbouwend, en dus naar het
meest onwaarschijnlijke, naar de orde, naar het leven toe. Door de
complexificatie in die laatst genoemde beweging, ontstaan steeds
nieuwe kwaliteiten. De materie geometriseert zich steeds meer onder
invloed van de geest (bvb.: het geloof zet aan tot kathedralenbouw),
en zij sublimeert zich ook, namelijk door gesloten, steeds complexere
stelsels te vormen (leven, bewustzijn). De geest is de opperste
synthese van materie. De ziel is de vorm van het lichaam. De
wetenschap die lichaam en geest samen bestudeert (namelijk in de
'Weltstof'), heet pan-energetica. De psychische energie is de hoogst
mogelijke, en zij bezielt het heelal en tilt het op naar het eindpunt
Omega. Volgens Teilhard is alles in het heelal naar Omega
gepolariseerd: het heelal 'rolt zich op' en interioriseert zich. Dit
gebeurt in de mens, en zo bevindt zich het eigenlijke centrum van het
heelal (namelijk het complexiteitscentrum) in zijn hoogste prestatie,
namelijk in de zo tot stand gebrachte maximale persoonlijkheid. De
grootste orde situeert zich in de mens en maakt zijn persoon
mogelijk: het zelfbewustzijn dat kan zeggen: "Ik ben en ik weet
dat ik ben"; "Ik ben vrij"; "Ik ben
verantwoordelijk". De persoon verheft zichzelf door zichzelf te
geven in z'n scheppende vermogens. Hij verrijkt zich in de liefde van
een gemeenschappelijke taak. Ware liefde versmelt immers niet, maar
vernieuwt de vitaliteit en differentieert. De kosmos condenseert zich
tot de menselijke persoonlijkheid, zij personaliseert. Het
ultra-persoonlijke (universeel-persoonlijke), dat de wezenskern van
onszelf is, en dat kan zeggen: "Ik ben die ben", is
onomkeerbaar, onvernietigbaar, staat buiten ruimte en tijd, en heeft
in zichzelf aldus het 'eeuwig leven' gerealiseerd in het punt Omega:
een geestelijke, transpersoonlijke bestemming, en tegelijk de
bronenergie van de kosmos, de liefde die, zoals Dante schrijft, "de
zon voortdrijft en de andere sterren". (Paradisum, laatste
zang).
Dit
punt Omega wordt door Teilhard nu in verband gebracht met Christus.
Het Christendom kent God immers als absoluut en persoonlijk. God
incarneert zich in de God-mens Christus in de wereld die hij
liefheeft. Christus sticht de Kerk - zijn Mystiek Lichaam - om zijn
werk voort te zetten door zijn sacramenten. Zo wordt de wereld
gechristificeerd. Bij zijn terugkeer zal Christus in een extatische
wereld de getransfigureerde mensheid meenemen in de schoot van zijn
Vader.
Teilhard
toont dat het geloof aan de wereld en het geloof in God in het
Christendom kunnen samengaan. Christus wordt voorgesteld als de
sluitsteen van het te construeren gewelf. We moeten afstappen van de
statische God, en meer nadruk leggen op de Christus-Omega, de
Christus-Evoluteur, de kosmische Christus. Het Mystiek Lichaam is
geen dood lichaam maar verkeert in voortdurende Wording. God is
dynamisch, de Vader werkt zonder ophouden, en Christus is de
toegangsweg tot de noumenale wereld. Het Absolute geeft zich aan de
geesten die het verbreiden; het is een eeuwig offer, een gave om
niet, want dat is de Liefde.
(7)
(7)
Deze uitwijding over Teilhard de Chardin bestaat uit fragmenten uit
het vierde hoofdstuk, getiteld: Het
visioen van Pierre Teilhard de Chardin, van
J. Bauwens, Het
goede zoeken.
Inleiding
tot een christelijk 'zin-denken'. (Serskamp,
2003).
Zie: 552.pdf
(bloggen.be)
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 32: Gaswagens in de Oekraïne
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
32: Gaswagens in de Oekraïne
Alle
sporen van de massagraven werden uitgewist door speciale eenheden van
arbeiders die dan op hun beurt werden vergast. De konvooien met
gaswagens verplaatsten zich doorheen de veroverde gebieden en vele
duizenden mensen werden aldus omgebracht. We vervoerden
mannen, vrouwen, ouderlingen en kinderen,
aldus een getuigenis: Ze mochten niets bij zich hebben.
Er gingen telkens 50 mensen in een gaswagen. Die dag werden zowat
duizend mensen vervoerd. (1)
Tijdens een bezoek van Italiaanse fascisten werden hen gaskamers
getoond en in zijn dagboek schrijft een getuige dat de bezoekers
hevig geschokt waren.
Ook
in de Oekraïne opereerden tenminste vijf gaswagens. Ziehier een
getuigenis van een commandolid over een operatie in november 1941 in
Poltava (in het zuiden van Oekraïne): Ik zag zelf hoe
het in zijn werk ging met twee gaswagens. Ze reden de gevangenis
binnen en de joden - mannen, vrouwen en kinderen - moesten vanuit hun
cel direct de gaswagens naar binnen gaan. Ik weet ook hoe het er
vanbinnen in de gaswagens uitzag. De ruimte was bedekt met metalen
platen en had een houten vloer. De uitlaat kwam terecht in de
binnenruimte van de wagens. Ik kan nog steeds het geklop en het
geschreeuw van de joden horen - 'Beste Duitsers, laat ons eruit!' De
joden liepen zonder aarzelen de gaswagens in. Van zodra de deuren
dicht waren, startte de chauffeur de motor, dichte rook werd erin
geblazen, dan was er een wirwar van verfrommelde lichamen. Het was
een angstaanjagend spektakel.
(2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 57-59.
(2)
Ib., pp. 60-61.
18-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 31
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
31
De
Nederlandse socioloog Abram De Swaan heeft het grondig onderzocht en
beschreven in zijn Compartimenten
van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders
(2014) aan
de hand van de goed bewaarde gegevens uit onder meer de volkerenmoord
in Rwanda waar de
strijd tussen vermeend andere rassen in 1994 leidde tot een genocide
met een
miljoen Tutsi-slachtoffers:
stelt men zich de vraag naar hoe het allemaal is kunnen gebeuren, dan
kan het antwoord kort en krachtig luiden dat, eenmaal de waanzin van
het moorden aan de gang is, er twee kampen ontstaan en daar waar de
misdaadgolf passeert, sluiten de mensen zich dan aan bij het
moordende en dus het 'winnende' kamp om niet te gaan behoren tot de
verliezende groep op wie jacht wordt gemaakt. (1)
De
cultuur van geheimhouding vindt in dezelfde realiteit zijn reden van
bestaan: niet de slachtoffers jagen angst aan maar wel het
slachtofferschap en dus de daders en derhalve kiest men de kant van
deze laatsten, hetzij op een actieve manier - door te participeren
aan de misdaden - hetzij passief - door de andere kant op te kijken,
door te zwijgen. Het zwijgen van de getuigen is de schijnbare
onverschilligheid en over de onverschilligheid als zodanig schrijft
Primo Levi in Se
questo è un uomo
uit 1947 (2) dat zij erger nog is dan de misdaden zelf welke zij
verzwijgen. Het zwijgen uit angst is ook verwant met het negationisme
dat - nog lang na de gebeurtenissen - doorwerkt als een gesettelde
angst of een trauma. Achter een façade van totaal misplaatste
stoerdoenerij (zoals bij uitstek bij neonazi's het geval is) schuilen
vrees en lafheid: houdingen welke regelrecht in strijd zijn met de
stelling van Plato dat het verkieslijker is kwaad te ondergaan dan
het te doen. (3)
De
oorlog is het verlengstuk van de economie en derhalve zijn de twee
kampen met enerzijds de misdadigers en anderzijds de slachtoffers ook
reeds in het strijdperk van de economie een realiteit welke vaak heel
anders wordt voorgesteld dan deze in feite is. Men spreekt gemeenzaam
over de werkenden en de werklozen en men beschouwt de eersten als de
'gevers' en de laatsten als de 'krijgers' maar in de huidige
socio-economische constellatie is de identificatie van werken met
geld verdienen of een job hebben geheel onterecht en ware het
rechtvaardiger om het te hebben over enerzijds degenen die het geld
naar zich toetrekken en anderzijds zij die het moeten derven. Per
slot van rekening werkt sowieso iedereen naar best vermogen vanuit de
fundamenteel menselijke drang om een bijdrage te kunnen leveren aan
de gemeenschap, terwijl het bovendien helemaal niet waar is dat de
werkelijke verdiensten overeenkomen met de financiële: hardwerkende
mensen met lage lonen sterven gemiddeld tien jaar eerder dan goed
betaalde burgers met een comfortabele, vaste en stressvrije job.
Slaven die helemaal niets overhouden, werken het hardste en sterven
reeds jong. Gemiddeld moeten in de derde en de vierde wereld
vijfenveertig slaven - en dat zijn per definitie mensen zonder job -
werken om de hoge levensstandaard van één doorsnee westerling - mét
job - te garanderen.
In
de economische realiteit streeft men ernaar om aan de kant van de
grootverdieners te staan om aldus te ontsnappen aan wat het
equivalent is van de moord in de eigenlijke oorlog. Steuntrekkers
zijn maatschappelijk buiten spel gezet en zien hun rechten vaak op de
helling komen te staan; zij moeten zich dikwijls tevreden stellen met
willekeurige, onaangepaste en onderbetaalde opdrachten, zonder
werkzekerheid, zonder status en onder de voortdurende spokerige
dreiging de financiële steun waarop zij recht hebben, te zullen
verliezen; zij situeren zich helemaal onderaan de pikorde en de
frustraties die alle carrièremakers oplopen in de nimmer pauzerende
tredmolen van eindeloze uitbreiding, wendbaarheid en overuren, worden
gelijk kwalijke uitlaatgassen genadeloos in hun richting geblazen.
Armen worden niet vermoord, zij sterven alleen vroeger omdat zij
onvoldoende middelen ter beschikking hebben om hun gezondheid te
handhaven, om vijandschap af te wenden en om het geluk te ervaren dat
heden immers verworden is tot een kwestie van sociale vergelijking.
Er zijn momenteel evenwel geen gaskamers in de buurt maar die zijn
quasi overbodig omdat de lucht in de steden de mensen doet stikken:
alleen de rijken hebben nog groene tuinen en kunnen op tijd en stond
op reis naar plekken met voldoende zuurstof. Plato's hoger geciteerde
stelling welke in feite pleit voor het goede geweten of de geruste
ziel belandt in dezelfde papiermand waarin eerder de idee van het
bestaan van de ziel zelf werd weggeworpen.
Na
Hitlers inval in Rusland groeide het aantal om te brengen vijanden
maar de massa-executies ondermijnden de moraal zodat men besloot over
te gaan op vergassing, meer bepaald middels de uitlaatgassen van de
transportvoertuigen. De gevangenen werden van de barakken in de
voertuigen geloodst. Tegen de tijd dat zij bij de ovens arriveerden,
waren ze dood. Ze werden door gevangenen uit de voertuigen gedragen
en hadden de roze kleur die typisch is voor slachtoffers van
koolstofmonoxidevergiftiging. (1)
Het
Rijk bestelde op een keer dertig gaswagens van twee types: de
kleinere konden 25 à 30 personen bevatten, de grote 50 à 60. Ze
werden verder geperfectioneerd, wat wilde zeggen: kleinere ruimtes
met meer mensen zodat het gas sneller zijn werk deed. Zo waren in
1942 gaswagens als mobiele eenheden in gebruik van Belarus
(Wit-Rusland) tot aan de Krim en het noorden van de Kaukasus. Ze
werden bemand door functionarissen behorende tot verschillende
groepen maar met slechts één taak: de fysieke uitroeiing van joden,
zigeuners en politieke tegenstanders. Het staat allemaal beschreven
in de documenten (correspondentie, bestellingen...) van de betrokken
technici, die ook achteraf verklaarden dat zij op de hoogte waren van
wat er gebeurde en dat zij, zoals bevolen, alles geheim hielden. De
gaswagens werden in december 1941 vanuit Berlijn naar Riga gebracht
en deden hun werk in de Baltische staten, Wit-Rusland, Smolensk. Er
zijn meerdere getuigenissen waaronder deze van 9 december 1944 van de
joodse Mendel Vulfovich uit Riga: "In februari 1942 zag ik met
mijn eigen ogen hoe tweeduizend oudere joden uit Duitsland, mannen en
vrouwen, in speciale gaswagens geladen werden. Die wagens waren
geschilderd in grijsgroene kleur en hadden een grote vracht, gesloten
met hermetische deuren. Iedereen binnenin werd door het gas gedood."
(2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 52-54.
(2)
Ib., pp. 54-57. Het citaat (in eigen vertaling) staat op p. 57.
16-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 29
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
29
Alle
gevangenen in de kampen die in staat waren om te werken, werden in
leven gehouden, alleen de zieken en de geesteszieken werden in het
kamp zelf omgebracht ofwel naar de gaskamers gebracht. Er waren er
ook die omgebracht werden omwille van hun religieuze overtuigingen.
Het gaat om vele duizenden mensen. Op de rug of de borst van sommigen
werd een kruis geschilderd, wat er op duidde dat zij gouden tanden
hadden.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
16 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi Mass Murder. A
Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon,
Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 48-51.
15-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 28: Over de zogenaamde 'vaccinatiedossiers'
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
28: Over de zogenaamde 'vaccinatiedossiers'
De
Canadese politie heeft twee mensen gearresteerd die erin geslaagd
zijn de vaccinatie-databank te kraken. Het gaat om
regeringsmedewerkers die hun nek uitsteken in een poging om aan het
volk diets te maken hoe er met de privacy van de mensen gespeeld
wordt door diegenen die nu per se iedereen willen inspuiten met
'vaccins'. Men kan zich afvragen wat de informatie in de
vaccinatiedossiers nog te maken heeft met gezondheid en of hier de
wetten op geheimhouding van persoonsgegevens niet flagrant geschonden
worden. Er wordt onder meer bijgehouden hoeveel iemand verdient, of
hij (of zij) leningen heeft aangegaan en voor welk bedrag, wat zijn seksuele oriëntatie is, of hij de booster al dan
niet heeft geweigerd, of hij een strafblad heeft enzoverder
enzovoort. Complottheorie of internazi's? Oordeel zelf:
Oorlog wordt gevoerd met
wapens en dat zijn allang geen knuppels en geen katapulten meer:
hightech heeft gesofisticeerde instrumenten mogelijk gemaakt waarmee
men met precisie alsook massaal kan vernietigen en doden. Maar de
meest intelligente wapens zijn instrumenten die helemaal niet als
wapen zijn bedoeld maar die door sluw gebruik zodanig geperverteerd
worden dat zij in feite bijna zonder moeite en met zeer beperkte
kosten enorme vernielingen kunnen aanrichten. En bovenaan die lijst
van instrumenten staat uiteraard de mens maar dan wel de van zijn
menselijkheid ontdane mens. Mensen zijn geen wapens maar zij kunnen
wel tot wapens worden omgeschoold.
De omscholing van mens
tot wapen gebeurt via indoctrinatie en conditionering. Bij
indoctrinatie worden vooral de hersenen bewerkt; bij conditionering
middels prikkels van pijn en lust spelen andere organen en ook de
zintuigen een grotere rol. In de twee gevallen heersen derden over
mensen die door hen gedegradeerd worden tot hun quasi willoze of
gehoorzame instrumenten. Als gehoorzaamheid hier een deugd is, dan is
het dat voor wie ze opeisen: voor wie gehoorzaamheid bieden, is het
een zwakheid want een teken van onderdanigheid, ondergeschiktheid,
geïndoctrineerd zijn of slavernij.
Indoctrinatie gebeurt
met ideologieën en een ideologie is een ideeëngoed of een geheel
van overtuigingen naar welke geïndoctrineerden gaan handelen,
desnoods - maar in feite in de regel - tegen de eigen belangen in.
Zij handelen volgens een doctrine, een leer, en zij zijn aldus
'geleerden'. Deze geleerden zijn mensen die handelen volgens een leer
en dat wil in feite zeggen: volgens een leer die per definitie niet
de hunne is maar die zij zich wel eigen gemaakt hebben, veelal onder
druk, en dat is dan eigenlijk de betekenis van indoctrinatie.
Zij die de doctrine
uitvinden, zijn uiteraard helemaal niet geïndoctrineerd omdat
niemand zichzelf indoctrineert: hun uitvindsels zijn bedoeld om
anderen in hun greep te krijgen, het zijn retorische stelsels
van argumentaties die sowieso helemaal niet stroken met de eigenlijke
drijfveren van wie indoctrineren want hun uiteindelijk motief is het
verwerven van macht over derden.
Een leermeester wil
leerlingen werven en zijn middel daartoe is zijn leer. Maar voor de
leerlingen is de leer iets heel anders omdat zij leerlingen zijn en
geen meesters: voor hen is de leer de rechtvaardiging van hun
onderwerping aan de meester want zich onderwerpen is wat zij
uiteindelijk doen: zij geven de macht over zichzelf uit handen aan de
leermeester door zijn leer te gaan belijden; zij onderwerpen zich aan
hem en laten zich tot instrument maken; zij geven hun persoonlijke
vrijheid op en vinden hierin het gemak van wie de last der
verantwoordelijkheid van de schouders valt.
Oorlog is onmogelijk
zonder soldaten. Soldaten behoren tot de genoemde categorie van
'geleerden': zij die zich hebben laten indoctrineren, zij die hun
vrijheid uit handen gaven om van hun verantwoordelijkheid verlost te
worden. In de koop die gesloten wordt tussen de bevelhebber en zijn
onderdanen, wordt voor de lust van de onverantwoordelijkheid met de
vrijheid betaald. Maar hoe zit het dan aan de kant van de
machthebber?
Men zou mogen verwachten
dat wie anderen aan zich onderwerpen, hen bevelen en gehoorzaamheid
van hen opeisen, in ruil daarvoor ook zorg voor hen dragen, precies
zoals verantwoordelijke ouders dat voor hun kinderen doen. Maar niets
blijkt minder waar: machthebbers stelen andermans vrijheid,
omdat zij hen in ruil de zorg over hen weliswaar beloven maar
in de praktijk stelt die zorg niet veel meer voor dan in het beste
geval een gedenkteken een gedenkteken waar de gesneuvelden zelf
niets aan hebben omdat zij er dan uiteraard niet meer zijn.
Oorlog is onmogelijk als
er naast indoctrinatie niet ook conditionering is. De druk om bevelen
op te volgen is in dat geval zo groot dat verzet quasi uitgesloten
is. En meestal volstaat sociale druk om te bereiken dat mensen zich
tot wapens laten omscholen. Als iedereen het doet, eist het beginsel
van de gelijkheid, hier toegepast in zijn volle negativiteit, dat wie
zich eraan onttrekken, zullen doorgaan voor lafaards en uit de groep
worden gebannen. En voor kuddedieren is dat de hoogst denkbare straf.
Er bestaat kortom
slechts één middel tegen oorlog en dat is de persoonlijke
ontwikkeling voor iedereen: het verwerven en het kunnen waarderen van
authentieke vrijheid en het aanleren van de waarde van het
verantwoordelijke handelen. Het leren omgaan met de verleiding om
zich te schikken naar de kudde of het opbouwen van een weerstand
tegen de kuddegeest. Dat gaat weliswaar in tegen de natuur van de
mens die hoe dan ook naar de kudde neigt maar dat is ook met de vrede
het geval omdat niet de vrede maar de oorlog natuurlijk is. De
tragiek van de mogelijkheid van een distopie zoals deze van
bijvoorbeeld het Derde Rijk ligt in wezen in het schrikwekkende
onverstand dat de mens 'de natuur' - die immers alleen maar wreed is
- als voorbeeld moest nemen en dat hij aldus de natuur maar beter een
handje kon helpen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
14 februari 2022)
13-02-2022
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 26: Het nieuwe masker:
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 24: Corona en ons DNA
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
24: Corona en ons DNA
De
reden waarom Vladimir Poetin zijn langste tafel bovenhaalde voor de
conversatie met Emmanuel Macron, zo staat heden eindelijk in alle
kranten te lezen, bestaat erin dat Macron in Moskou weigerde om van
hem een coronatest te laten afnemen. En de reden waarom hij dat
weigerde, aldus de Franse president zelf, is zijn vrees dat men op
die manier zijn DNA had kunnen bemachtigen.
Elke
bioloog zal ons namelijk daarvan verzekeren dat wij als het ware
samenvallen met ons DNA en dat wil zeggen dat wie ons DNA bezitten,
ook alles bezitten wat er over ons te weten valt. Incluis datgene wat
nog niet geweten is: dat vindt men hoe dan ook binnen zeer afzienbare
tijd en DNA kan héél lang worden bewaard.
DNA
bekomt men makkelijk door bijvoorbeeld met een wattenstaafje enkele
slijmvliescellen los te wrijven aan de binnenkant van de wang.
Hetzelfde DNA zit namelijk in alle cellen van hetzelfde lichaam. Er
bestaan databanken waarin het DNA van misdadigers wordt bewaard die
dikwijls uitsluitsel geven bij sporenonderzoek in misdaadzaken. Een
databank met daarin het DNA van àlle wereldburgers zou het in
principe mogelijk maken om iedereen altijd en overal te kunnen
volgen, beter nog dan de reeds ontelbare camera's in de bewoonde
wereld dat doen.
Wie
niks doet wat niet mag, heeft ook niks te vrezen, zo zou men kunnen
argumenteren, maar de psychologie van mensen die op de hielen worden
gezeten door controlefreaks, leert ons heel andere dingen: het
onophoudelijk in de gaten worden gehouden door op de koop toe
onbekenden die echter uiteraard beschikken over heel veel macht, is
even rampzalig voor de geestelijke gezondheid als het verkeren in een
toestand waarin men zich beroofd weet van alle privacy.
Aanvankelijk
worden slachtoffers van controlefreaks of stalkers, die soms ook
'onderzoekers' heten, hetzij medische, hetzij commerciële, hetzij
politici, hetzij maffiosi, alleen maar heel erg gefrustreerd. Maar
als die toestand van frustratie die danig energierovend is, te lang
aanhoudt, begeeft de psychische weerstand het en gaat men zich
gedragen zoals dat van de gecontroleerde ook verwacht wordt.
Niet
alleen gaat men zich dan naar andermans wensen gedragen, men gaat ook
denken zoals die ander dat wil, en 'willen' zoals die ander
dat wil, tenminste als dat dan nog 'willen' mag heten.
Alleen
al de idee dat heden wereldwijd ieders DNA verzameld of gestolen
wordt en verdwijnt in databanken waartoe alleen de machthebbers
toegang hebben, volstaat om het mensdom te herleiden tot een uiterst
gewillige kudde.
Aan
de kampgevangenen werd verteld dat zij het konden rapporteren als zij
zich ziek voelden en dan zouden zij enige tijd in een zogenaamd
'revalidatiekamp' kunnen verblijven om te herstellen. Echter, uit
brieven, getuigenissen en grondig onderzoek blijkt dat allen die zich
daarvoor inschreven ter dood werden gebracht door vergassing. (1)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
11 februari 2022)
Verwijzingen:
(1)
Nazi
Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited
by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition 1993
by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 44-47.
Corona, het nieuwe Zyklon-B? Aflevering 22: Nu wordt ook nog eens de dood van de monddoodgemaakte Montagnier doodgezwegen
Corona,
het nieuwe Zyklon-B?
Aflevering
22: Nu wordt ook nog eens de dood van de monddoodgemaakte Montagnier doodgezwegen:
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: