De
crisis en de zondebokken
Honden,
katten en andere huisdieren zijn er straks meer dan mensen; zij
werken niet en kosten vaak handenvol geld want in voorspoedige tijden
zijn ze niet alleen klant bij de dierenarts maar bijvoorbeeld ook bij
de kapper en in allerhande speciaalzaken. Keert echter het tij, dan
is het uit met aaien en paaien: de economische crisis verandert wat
eens troeteldieren waren in een mum van tijd in voorwerpen waarop men
zich afreageert. Het dierenasiel geraakt overvol en menig hondje
krijgt de genadespuit; katten die willen overleven, moeten weer
muizen leren te vangen. Maar de pikorde, waarbij zich het recht van
de sterkste manifesteert in de vorming van een welbepaalde
hiërarchie, beperkt zich allerminst tot een strijd tussen de
soorten: de mens 'pikt' ook en vooral ondergeschikte soortgenoten en
dit pikken doet zich vooral voor als het beruchte pesten.
Ofschoon
pestgedrag dermate kan escaleren dat slachtoffers zich op den duur
gaan zelfmoorden, kunnen sociale omstandigheden van die aard zijn dat
pestgedrag zich niet langer beperkt tot negeren, uitsluiten en
demoniseren maar alras overgaat in karaktermoord, fysieke
mishandeling, moord en zelfs genocide, zoals dat bijvoorbeeld het
geval was in de Tweede Wereldoorlog toen het voltallige joodse volk
werd geviseerd ingevolge een in een staatsideologie tot wet verheven
racisme waarbij zes miljoen onschuldige en weerloze burgers door een
twintigste-eeuwse Europese geciviliseerde natie planmatig en op
industriële wijze werden omgebracht alsof het ging om
rattenverdelging.
Het
fenomeen van de zondebok werd uitvoerig onderzocht door René Girard:
geweld binnenin een groep wordt gekanaliseerd in de richting van één
zondebok waarop allen zich afreageren door hem te doden, waarna als
bij wonder de frustratie en het geweld verdwijnen. Paradoxaal genoeg
kan dan uiteindelijk de zondebok vergoddelijkt worden zoals dat het
geval is met het onschuldige Lam dat zich offert voor het heil van
allen in het christendom maar door de band heeft de groep een
blijvende behoefte aan steeds nieuwe zondebokken om haar frustraties
en haar woede op te koelen. Omdat de meerderheid der mensen
onsportief blijkt en lafhartig, zullen zwakkeren en minderheden het
altijd weer moeten ontgelden.
De
geriatrie was in zekere zin een bijproduct van de hoogconjunctuur,
net zoals de poging tot inclusie van gehandicapten die plots
andersvaliden mochten heten, het humane asielbeleid, het
homohuwelijk, de aandacht voor transgenders en de patiëntenrechten.
Maar van zodra het schip van de economie in woeliger vaarwater
terecht kwam, maakten de geriaters plaats voor de
euthanasiepropagandisten. Er werd duchtig gesnoeid in de toelagen
voor hulpbehoevenden en een extreme verrechtsing remde alle
multiculturele tendensen af.
De
godsdienstvrijheid kwam op de helling te staan en ter gelegenheid van
de pandemie werd ook de vrijheid van mening gefnuikt. Inclusie
verdween naar de achtergrond en Europa bouwde in Turkije
concentratiekampen voor zijn uitgesloten
vluchtelingen. Er bleek een kinderrechtencommissaris nodig en over de
zelfmoordcijfers mocht ineens niet langer worden gecommuniceerd. De
pandemie ontmaskerde de zorginstellingen voor bejaarden als een bizar
soort van gevangenissen vol onschuldigen met levenslang. Over de
verstoten, depressieve, ondervoede en vaak ook onverzorgde mensen die
niet langer maatschappelijk rendabel waren en die bezweken aan
corona, oordeelden door de staat betaalde 'filosofen' op de buis dat
men het niet langer kon hebben over een verlies van mensen maar
slechts over (luttele) verloren levensjaren.
Eén
op de vier schoolkinderen blijken 's morgens niet ontbeten te hebben.
Niet zelden wordt hun studie gehypothekeerd omdat zij zorg dragen
voor een ziek gezinslid - vaak een ouder. Dikwijls zijn kinderen zelf
ook ziek ofwel geraken zij achterop doordat studeren door
socio-economische omstandigheden niet meer lukt. Bovendien worden
zwakkere gezinnen slachtoffer van een verziekt consumentisme dat hen
onder sociale druk zet om geldverslindende tendensen te volgen. Zij
geraken steeds vaker in de greep van vreemden die hun leven bepalen
en door wie zij uitgebuit worden zonder dat zij zich daarvan wel
bewust zijn. Die wantoestanden kunnen alleen maar toenemen in ernst
en in omvang wanneer de crisis acuter wordt.
Zondebokken
zijn in de regel de zwaksten en de minderheden: bejaarden, zieken,
gehandicapten, kinderen, anderstaligen, vluchtelingen, vreemden,
geesteszieken, zwervers en armlastigen, homo's en transgenders, lui
welke bankroet geraakt zijn, allerlei soorten van verslaafden,
slachtoffers van ziekten, misdaden of onrechtvaardige systemen maar
ook erudieten die immers de jaloezie wekken van de massa, waaronder
topsportlui en bekende figuren uit de politiek, de wetenschappen en
de kunsten: zij allen worden geviseerd van zodra crisissen opduiken
en de schuldvraag om een antwoord schreeuwt omdat de massa in haar
primitieve denken meent dat onheil zal verdwijnen als er maar boete
wordt gedaan, ook al hebben de tot boetelingen veroordeelden helemaal
niets te maken met de oorzaken van de rampspoed.
En
dat is het vreemde van de irrationaliteit: hoe onmogelijker de
uitleggingen, des te effectiever blijken zij, des te groter hun
succes, des te meer aanhangers en gelovigen rekruteren zij. Waar
verlichte geesten geloven dat de rede uiteindelijk het laatste woord
moet krijgen, blijft de blinde massa zweren bij een lang achterhaalde
religie, bij mirakels, bezweringen en tovenarij. De clerus die na de
vele schandalen in de kerk nog steeds in zak en as rondloopt, ziet
warempel licht aan het einde van de tunnel waar een wrede oorlog
wenkt want de ervaring heeft geleerd dat dan de kerken onder het
fantasmagorische gedrocht van angst en schuldgevoelens opnieuw
vollopen: de mensen verliezen hun zinnen, het volk verandert weer in
de anonieme massa uit de visioenen van Werner Herzogs Kaspar Hauser
en beroofd van kop en staart, smeekt de karavaan om een leider die
hem als een instrument bespeelt, met de muziek - niet van canons maar
van kanonnen.
(J.B.,
22 april 2022)
|