W.O.III
Een
telefonisch gesprek met Omsk Van Togenbirger
Er zit
wat ruis op de lijn en nu en dan valt de klank weg maar uit het
telefonisch gesprek dat we zeer onlangs nog hadden met Omsk Van
Togenbirger kan zonder een zweem van twijfel worden besloten dat wij
ons naar zijn zeggen geen illusies meer hoeven te maken over onze
toekomst: als de coronajaren de mensheid ondergedompeld hebben in de
dichte nevel van een dreigend totalitarisme, dan was dit slechts de
rode loper voor de pikzwarte nacht die zijn intrede doet met een
hemel gevuld met de vuurgloed van de avond gevolgd door het volledig
ondergaan van de zon die altijd al het zinnebeeld was van de hoop.
OVT:
Ja, neem er maar een screenshot van, zegt hij: het is waarschijnlijk
mijn allerlaatste gebeiteld stukje, het is gehouwen uit een berk die
hier zeer onlangs ter ziele ging: de olmen zijn zo goed als allemaal
weg, de essen volgen, nu zijn de berken aan de beurt, ze zeggen dat
het zwammen zijn en zijn dat niet de gieren van de plantenwereld? Ja,
niet alleen de mensen en de dieren delen in de klappen nu de wereld
niet alleen meer figuurlijk aan het vergaan is...
- En wat
mag jouw kunstwerkje dan voorstellen, als ik dat mag vragen? Het
lijkt wel een Amerikaanse voetbal...
OVT:
Het stelt de honger voor, mijn beste...
De
honger!?
OVT:
Heb je ooit honger moeten hebben in je leven? Ik was een kind toen er
honger was maar moeder behoedde ons ervoor, zij spaarde zich het eten
uit de mond voor haar kinderen en zelf woog ze nog amper dertig
kilogram, ze leek wel uit een werkkamp te zijn weggevlucht...
En
wat heeft honger dan te maken met Amerikaans voetbal?
OVT:
Dat ding beeldt geen voetbal uit, mijn beste, maar honger, zoals ik
dus al zei. Kennelijk heb jij dus nooit honger gekend en er ook nooit
horen over praten door mensen die eronder geleden hebben...
Ik
moet zeggen dat ik het niet snap.
OVT:
Dat verwondert mij niet, mijn beste, en het is je vergeven. Er moet
je dus uitgelegd worden wat dit werkje in feite duidelijk moest
maken, het mist kennelijk zijn doel, ik heb derhalve nog fel
onderschat wat men erover zegt.
- En dat
is?
OVT:
Dat men niet kan weten wat honger is als men er niet onder geleden
heeft. Maar kijk eerst toch nog maar eens goed, misschien zie je
alsnog wat het is...
- Wel...
een houten... een klomp... een homp... is het misschien een brood?
OVT:
Zie je wel dat je het weet!
- Tja...
Honger, brood...
OVT:
Wie honger hebben denken aan brood, nietwaar?
-
Wellicht...
OVT:
Mensen met honger stellen zich een brood voor, ze zien het in hun
gedachten, klaar en duidelijk, clair et distincte, zo zou de
grote Franse filosoof René Descartes zeggen. Maar ze kunnen er
helaas niet van eten want het is slechts een gedachte, zie je?
Ja,
nu zie ik het...
OVT:
Dit is niet slechts een gedachte, zie je: het is iets echt en het
ziet er ook uit zoals een brood en als je honger had, zou je er zo
naar grijpen. Helaas, het is van hout...
- Je
denkt dus echt dat er honger komt?
OVT:
De honger moet er niet meer komen, hij is er al: dagelijks sterven
nog dertigduizend kinderen ingevolge honger. Maar je bedoelt
natuurlijk of er hier en nu honger komt en ofschoon ik geen glazen
bol heb, vrees ik dat wij om het heel zacht uit te drukken morgen
niet langer brood in de vuilnisbakken zullen vinden.
- Geen
brood meer in de vuilniszakken?
OVT:
Inderdaad, en is dat eigenlijk geen mooi vooruitzicht?
- Geen
verspilling meer... geen overvloed meer dus?
OVT:
Niet alleen dat. Mijn inziens moet men echt gaan denken aan
hongersnood. En dat wil zeggen dat mensen massaal ondervoed raken
zodat zij ziek worden en echt in levensgevaar komen. Het gaat om een
fundamentele behoefte die niet langer bevredigd zal worden, een
fundamentele nood die niet langer gelenigd zal worden. Lees je soms
strips?
-
Soms, ja...
OVT:
Dan weet je wat een gedachtenballonnentje is? Stel je dus voor, een
tekening met daarop acht miljard mensen, allemaal met hetzelfde
gedachtenballonnetje: een wolkje met daarin een simpel brood. Geef
ons heden ons dagelijks brood. De tekenaar zou misschien één
reusachtige wolk tekenen boven die ontelbare hoofden met daarin één
reusachtig brood. Maar getekende mensen met een getekend brood kunnen
je nog altijd niet wijs maken wat honger is, ofschoon de tekenaar
onderscheid maakt tussen tekeningen die échte mensen moeten
voorstellen en een brood getekend in een wolk, dat de gedachte
van een brood moet voorstellen. Zeg ik het zo correct?
- Denk
ik wel, ja...
OVT:
Om dat nog dichterbij te brengen, kun je dus maar beter een houten
brood maken, zo creëer je de gedachte van de 'helaasheid', zo zou
Dimitri Verhulst het zeker noemen, want het is er wel maar je kunt er
niet in bijten. En het is mij nu ook duidelijk dat dit kunstwerk, als
je het zo mocht noemen, pas tot zijn recht kan komen eenmaal de
honger effectief heeft toegeslagen; je ziet het brood, je wilt er van
bijten maar je doet dat niet omdat je weet: daar bijt ik mijn tanden
op stuk. En is dat geen mooie uitdrukking?
- Je
tanden stuk bijten op iets?
OVT:
Inderdaad. Er is iets wat je niet wil, je verzet je daartegen uit
alle macht maar dat wil niet alleen niet baten, het schaadt ook nog,
het zorgt er immers op de koop toe voor dat je jezelf berooft van je
eigenste middelen om ooit nog verzet te kunnen bieden.
- En is
dat zo?
OVT:
Reken maar. Dat mensen getekend zijn door het leed, wil zeggen dat
zij kennis hebben gekregen van het bestaan van een absolute onmacht
ingevolge de confrontatie met een niets ontziende macht. Die macht
verbrijzelt de illusie van de wil omdat zij zich niets gelegen laat
zijn aan zaken zoals recht en onrecht, terwijl het de
rechtvaardigheidsgedachte is, ons geloof in het recht, welke onze wil
voedt, of tenminste de illusie daarvan. En dat het gaat om illusie,
daarvan overtuigt ons het leed van de honger, en uiteindelijk de dood
die hij ten tonele voert. Niemand heeft daar verhaal tegen. Het gaat
om een dimensie van het kwaad die men zo lang mogelijk tracht te
verbergen maar waaraan uiteindelijk niemand ontkomt. Helaas. Het
einde van de verspilling treedt pas op waar wij zelf worden verspild.
-
Hemeltje...
OVT:
Zeg dat wel. Maar het is nu nog niet zo ver voor u en voor mij, mijn
beste: voor ons hier is het voorlopig alleen nog maar een dreiging.
Een dreiging die heel dichtbij komt weliswaar maar, andermaal: het is
nog altijd slechts een dreiging. De zon gaat onder, dat is waar; maar
je weet toch ook wel dat primitieve volkeren niet zeker waren van een
volgende zonsopgang tot de dag dat zij begrepen hoe de hemellichamen
om elkander draaien.
- Je
neemt dan toch niet alle hoop weg?
OVT:
De hoop van Pasen zit in het wonder van het ei.
- Nu je
het zegt: dat kunstwerkje lijkt wel een ei...
In
koor: Een houten ei...
(J.B.,
Goede Vrijdag 2022)
|