De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 3)
De illusie van vooruitgang wordt gecreëerd door al degenen die het niet te best getroffen hebben, te elimineren. Het onmiddellijke resultaat daarvan is immers dat de resterende exemplaren van de menselijke soort de koek kunnen verdelen onder een geringer aantal, wat wil zeggen dat elkeen nu een groter stuk krijgt toebedeeld. De gemiddelde mens is nu rijker en gezonder, er zijn minder of zelfs geen gehandicapten meer en nu ook de oudjes de zegen van de euthanasie hebben kunnen smaken, lijkt het niet alleen alsof er alleen nog jonge mensen op aarde zijn: alles heeft er nu de schijn van dat de ouderdom werd overwonnen, ja, dat de mens de eeuwige jeugd verworven heeft. En dat alles dank zij de wetenschap, die nu immers alle artsen heeft vervangen door beulen, die middels een stringente logica alle economisch onnuttige elementen heeft uitgeschakeld en die, nu er geen zieken meer bestaan, zowel de volksgezondheid dient als de economie, die niet langer gebukt gaat onder het juk van onproductieven.
Het marginaliseren van de te elimineren zeven en een half miljard geschiedt uiteraard met de wetenschappelijke methode en dat wil zeggen middels heuse examens. Zo worden oudjes ertoe verleid om zich een test te laten afnemen waarop zij op een grote plastieken horloge de tijd mogen aflezen of de wijzers op een aangegeven uur mogen zetten. Zij moeten kunnen zeggen wanneer zij geboren zijn, in welk jaar we heden leven, hoe hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen heten, wat ze die middag hebben gegeten en wie van de partij waren in de jongste aflevering van Thuis. Slagen zij niet in de test, dan krijgen zij een slecht rapport en dat rapport wordt bijgehouden door het medisch korps om te zijner tijd te worden opgedist: meneer Van Appels?
– Jawohl?
Meneer Van Appels spreekt Duits voor de grap maar hij zal niet blijven lachen.
– U komt in aanmerking voor vervroegde euthanasie.
– Pardon?
– Wat ik zei. U bent gezakt voor de test.
– De test!?
– U weet het natuurlijk niet meer, meneer Van Appels, want u bent dementerende. Maar maakt u zich geen zorgen, wij houden altijd heel discreet alle uitslagen bij op de medische webstek.
– U kent ze niet uit het hoofd? Maar u bent zelf dementerende!
– U zult niet blijven lachen, meneer Van Appels: morgen is het uw beurt en daarna wordt u bijgezet.
– Maar ik ben verstrooid!
Meneer Van Appels gelooft echt dat het allemaal voor de grap is, hij kan zich niet indenken dat ze het menen met de massamoord, hij stamt nog uit een ander millennium, een tijd waarin de genocide nog als een grote misdaad gold maar vandaag denken wij daar gelukkig allemaal helemaal anders over.
Mevrouw Pallas is een ander geval: ingevolge een mismeestering bij een operatie zo'n kwarteeuw geleden zit zij nu met ontstekingen en durft haar weerstand het te begeven dan dreigen die in kanker over te gaan. Zij bevindt zich heden in een grijze zone maar haar artsen vinden de diagnose 'kanker' verkieslijker omdat een vroege behandeling een slok op de borrel schelen kan inzake overlevingskansen. Daar staat natuurlijk tegenover dat kankerbehandelingen helemaal niet zonder bijwerkingen zijn en die zijn soms ook blijvend en vaak bewust met dodelijke afloop omdat men er vanuit gaat dat deze klasse van patiënten sowieso de honderd waarschijnlijk niet zal halen. Anderzijds is er tevens het onvermijdelijke economische luik: als kanker ongeneeslijk is, kan men met de betrokkene de palliatieve toer op, wat jammer is voor hem of haar maar wat dan toch weer middelen vrijmaakt die kunnen worden ingezet voor verder medisch onderzoek gericht op de optimalisering van de overlevingskansen in de toekomst want universiteitsprofessoren kunnen uiteraard niet altijd gratis laboreren.
Na een kuur in de kliniek popt net voor haar ontslag een vertegenwoordigster op, prompt bij haar bed, om haar wat inlichtingen te verschaffen over het opstarten der palliatieve zorgen. Zij komt in naam van een vzw die op en top en up to date geïnformeerd blijkt over de toekomstperspectieven van mevrouw Pallas die zelf nog niet eens heeft vernomen hoe zij eraan toe is omdat de behandelende artsen niet aanwezig zijn. De ontslagbrief is nog niet klaar maar dit team werd al gealarmeerd en is present, van de partij, voor alle zekerheid: zaken zijn nu eenmaal zaken. Monter en blij onthult de vertegenwoordigster aan de patiënte hoeveel profijt zij zich kan doen als zij maar meteen intekent voor de dienstverlening in kwestie. Naast een comfortbehandeling met medicijnen biedt het team ook nog psychologische bijstand aan, sociale interventie en hulp inzake alle mogelijke financiële perikelen, rechtsbijstand en noem maar op. Mevrouw Pallas wordt andermaal uitgenodigd zich te laten testen op dementie want dat maakt sowieso een heel verschil, daarvan kon de heer Van Appels meepraten die intussen helaas in het mortuarium is beland. De namen der behandelende anesthesisten achter het palliatief supportteam blijven vooralsnog verholen, net zoals deze artsen zelf en de vertegenwoordigster van het team wil aan mevrouw Pallas, wiens situatie zij grondig blijkt te kennen, alleen haar voornaam kwijt - om het tussendoor maar eens te hebben over discretie - en het doet haar denken aan de juffrouw van haar bank die naar eigen zeggen Daisy heet maar die de vraag: “En verder?”, beantwoordt met een vervelende stilte.
Mevrouw Pallas werd overigens reeds bij de aanvang van haar behandeling door de specialist ter zake uitgenodigd om een document te ondertekenen dat men haar mag “laten gaan” ingeval zij een hartstilstand zou doen tijdens een ingreep met betrekking tot haar ziekte. De specialist vertelde haar dat wie een reanimatie overleven, daarna dikwijls verder moeten als een plant en dat lot kan toch niemand zichzelf toewensen? Mevrouw Pallas dacht nochtans dat het aan de patiënt was om dit aan te vragen omdat die tenslotte een leven lang trouw de niet geringe bijdrage heeft gestort welke recht geeft op hulp bij gezondheidsproblemen, waaronder hartstilstanden vallen. Maar neen, blijkbaar gaat men ervan uit dat patiënten er niet van op de hoogte zijn dat medische interventies wel eens heel anders kunnen uitpakken dan door hen verhoopt en wel zo vaak dat specialisten hen al van bij de start aanmanen om daar resoluut van af te zien. Zij moeten wel een document ondertekenen, uiteraard, want men kan een mens niet zomaar de bijdragen ter waarde van zowat een derde van een levenslang arbeidersloon afhandig maken. Toch volstaat het in de meeste gevallen bij zieke ouderlingen om hen onverwacht en ongevraagd met een lijden erger dan de dood te confronteren, teneinde de genoemde middelen in minder nog dan één minuut buit te maken. Alles verloopt wettelijk, of toch bijna, en waar dit niet zo is, gaat het uiteraard om geringe aanpassingen van het protocol, met de allerbeste bedoelingen. Wie het document ondertekenen, krijgen warempel het gevoel dat alles okidoki is, opgelost en safe. Al kan niemand hen beletten om te zien hoe het er echt aan toe gaat: de behandelende specialist wordt op de vingers getikt door een strenge hoofdverpleegster die het ziekenhuis vertegenwoordigt en het ziekenhuis wordt door de farmacie bestuurd, het grote geld dat investeert in zaken waar het vat op heeft en die het een richting geven kan of manipuleren. En uiteraard werken de farmareuzen samen met de toppolitici: zij vormen een elite die de zaken regelen achter onze rug onder de meest welluidende voorwendsels, of wat dacht u dan van 'volksgezondheid' en van 'mensenrechten'? Uiteraard is het hen om besparingen te doen, het liquideren van de zeven en een half miljard die de aarde overbevolkt maken. Ja, de elite vindt dat een half miljard genoeg is en zij maakt haar eigen meningen tot wet, ook als zij niet bestaat uit redenaars, geleerden of filantropen maar uit hersenloze walrussen en hun gevolg, die elkaar publiekelijk te lijf gaan met verwijten in een taaltje dat zelfs de paupers behept met plaatsvervangende schaamte.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 31 juli 2024)
|