Moslimprotesten
Waarom worden moslims - en mensen in het algemeen - kwaad als een buitenstaander hun leider in zijn hemd zet? Precies, omdat op die manier al zijn volgelingen dat lot delen. Maar wat dan zet ons op ons paard als wij in ons hemd worden gezet? Zit de essentie van een mens dan niet vanbinnen, onaantastbaar? Of is de mens ónder zijn pak of zijn verpakking dan sowieso bespottelijk?
Het zijn allerminst ongevaarlijke vragen omdat zij raken aan een fundamenteel taboe betreffende de waarheid. Want is het niet een van onze meest verbijsterende paradoxen dat wij allen horen te pretenderen op zoek te zijn naar waarheid terwijl de ontsluiering ervan in feite als ontluistering of heiligschennis wordt aanzien? Is men op de keper beschouwd niet doodsbenauwd van wat men voorhoudt na te streven? Verbergt men niet angstvallig alles wat de moeite van 't bekijken waard is? Onttrekt men niet voortdurend aan het oog wat de bestaansreden van het zien zelf uitmaakt? Of is men dan als de dood voor de mogelijke ontdekking dat onze veelkleurige gewaden helemaal niets meer verbergen? En vallen wij aldus met onze kunstvacht samen? Maken de kleren echt de man en is een naakte mens een aap? Zijn wij slechts aangeklede apen?
En als mensen aangeklede apen zijn, zijn onze goden dan niet slechts mensen van wie wij de tekorten eigen aan een mens verbergen onder wat wij dan de goddelijke attributen noemen?
Alvast is het sinds Andreas Vesalius niet langer een publiek geheim dat de gladste perzikenhuid gewis alleen een wirwar van organen, pezen, spieren en van bloederige darmen wegsteekt. En zijn het niet de kleren die de huid verbergen? En de ronkende namen en titels allerhande die op hun beurt het vlees maar ook de rest van de persoon aan onze blik onttrekken?
Wat zich verbergt, wordt niet gezien terwijl het zelf wellicht heel heimelijk aan 't observeren is, zodat het een gevaar is, en wie bedreigt, beangstigt tevens en wordt door elkeen met respect benaderd. Maar dat respect valt uiteraard ook weg van zodra datgene waarvoor men terugdeinst, in zijn hemd gezet is: men zegt ervan dat het helemaal niets om het lijf heeft, en dat betekent dat men er niet bang voor hoeft te zijn: het is dan ook letterlijk niet meer omgord met mogelijkerwijze wapentuig dat ons kon doden terwijl het zelf wel kwetsbaar blijft want eensgelijks letterlijk blootstaat aan geweld. Als moslims samen met hun leider van allerlei respect afdwingende sluiers worden ontdaan, dan staan zij ook bloot aan die spot die wij allen delen wanneer men ons van ronkende titels berooft en van onze goede naam, wanneer een deurwaarder ons uit onze huizen naar buiten op de straat sleurt, wanneer men ons van onze kostbare gewaden ontdoet en wanneer men ons misschien zelfs vilt zoals men dat nog in de gruwelijke middeleeuwen deed. Een mens zonder al zijn attributen ziet er alras niet zo heel anders meer uit dan een worm: valt die in de blik van een voorbijvliegende kraai, dan verdwijnt die alras in zijn harde zwarte snavel.
Iemand beledigen is iemand leed geven, belagen, de (volle) laag geven, be-lachen, uitlachen of bespotten. Be-lachen is belagen want reeds in de spotlach zit het plezier vervat dat een aanvaller beleeft aan het doden van zijn prooi, wat door dit kenmerkende plezier vooraf wordt aangekondigd. In de spot drukt de belager de belaagde met de neus op diens aanstaande dood, zodat alwie bespot wordt reeds natuurlijkerwijze naar verweer grijpt en dit zelfs geheel terecht doet binnen het kader van de wettige zelfverdediging. Meer zelfs: het ware omgekeerd bijna een raadsel indien diegene die bespot werd, helemaal niet zou reageren, zoals bij uitstek Jezus Christus deed, van wie men kan verwachten dat hij hierin alleen door goede christenen wordt gevolgd.
Het christendom heeft kennelijk iets dat strijdt met het natuurlijke, althans zoals wij dat in seculiere termen plegen op te vatten, maar dat is in de islam blijkbaar niet 't geval.
De naastenliefde zonder teugels kennen slechts de christenen (die men wel dient te onderscheiden van allerlei kerken en sekten) daar zij alle mensen zonder een enkele uitzondering tot hun broeders moeten rekenen, terwijl in andere religies men zich beperkt tot 't eigen volk: sommigen zeggen dat de joden mogen sjacheren jegens de niet-joden; dat de mohammedanen alle niet-moslims als ongelovigen beschouwen; dat de samenwerking van de communisten op het wederzijdse voordeel stoelt. De brahmanen helpen de paria's niet die immers zélf hun schulden of hun karma moeten uitboeten teneinde in een later leven in een hogere kaste terecht te kunnen komen en de boeddhisten moeten dan weer berusten in het leed, zowel in 't eigen leed als in dat van hun naastbestaanden. Kortom, alleen Christus laat zijn andere wang zien als hij slaag krijgt en deze vorm van liefde kunnen niet-christenen niet begrijpen. Rekening houdend met het feit dat het hele westen werd gekerstend, en dit sinds meer dan duizend jaar, rekent men het best ook de zelfverklaarde Europese atheïsten tot het christendom. Door die kerstening delen wij één geweten vol met regels die wij doorheen de tijd als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen: gij zult niet doden, niet stelen en niet liegen. Edoch, de stilzwijgende veronderstelling dat álle mensen van nature gehoorzamen aan die innerlijke wetten, is een reusachtig misverstand. Er zijn volkeren die niets liever doen dan plunderen; anderen moorden dat het een lieve lust is, of zij maken van het stelen en bedriegen hun geliefkoosde sport. Wij vergaten dat de imperatieven binnenin onszelf van buiten komen. Wij zien vaak over 't hoofd dat niets vanzelf spreekt en dat alles eens werd voorgezegd of voorgebeden. En voorbidders of priesters zijn er van zoveel soorten als er religies en levensovertuigingen zijn.
Om kort te gaan: mensen die beledigd worden reageren reeds geheel natuurlijkerwijze en zij hebben ook het recht op zelfverdediging als de belediging ook een belaging is. De vraag luidt slechts hoe die reactie er dan uit mag zien want, raar maar waar: onze cultuur die zo hoog oploopt met zichzelf, erkent uiteindelijk nog nauwelijks beledigingen als bedreigingen. En als het feit dat mensen met een andere vorming dan de christelijke, in plaats van hun linkerwang aan te bieden, meteen op hun paard zitten en naar de wapens grijpen - als dat feit ons als een kaakslag voorkomt, dan dienen wij als goede christenen ook onze andere wang aan te bieden. Immers, alleen op de manier der martelaren getuigen wij ook van de kracht van ons geloof. Vraag het maar aan onze kardinalen die zich immers kleden in het rood om aldus hulde te brengen aan die uitmuntende waarheid.
(J.B., 21 september 2012)
|