De
"relletjes" aan de Louisalaan in Brussel zijn in
werkelijkheid een protestbetoging.
Er
wordt geprotesteerd tegen het feit dat vandaag talloze mensen
verkocht worden als slaaf.
Het
is de bedoeling dat zij gratis werken tot ze niet meer kunnen, dan
worden ze doodgemarteld.
Wereldwijd
zijn er vandaag 45 miljoen slaven.
CNN
maakte in oktober l.l. onderstaande reportage over de slavenmarkten
in Libië.
Lees hier meer over de slavernij:
11-12-2017
Verborgen massamoord - Deel 7: de rechtvaardiging van de moordpartijen en onze gruwelijke toekomst
<
Verborgen
massamoord
Deel
7: de rechtvaardiging van de moordpartijen en onze gruwelijke
toekomst
Regimes
hebben niet gedood om te doden, zij hebben altijd motieven gehad of
die tenminste voorgewend. In de sociologie wordt gesteld dat
groepsvorming gepaard gaat met het afstoten van 'anderen', het
demoniseren van niet-leden en tenslotte het aanvallen en doden van de
ongewensten of het treffen van maatregelen om te verhinderen dat zij
het bestaan naar binnen zouden komen of dat zij zich zouden kunnen
voortplanten. Vaak was het motief de zuivering van het volk van zieke
of 'levensonwaardige' elementen en de geschiedenis heeft niet gewacht
op het nazisme om daar werk van te maken. Zo schrijft de Gentse
historicus en moraalfilosoof Gie van den Berghe in
zijn artikel Van droom tot nachtmerrie:"In de VS
werden van 1907 tot 1972 meer dan 70.000 personen gesteriliseerd,
lijders aan tuberculose, syfilis of lepra; zwakzinnigen, armen,
daklozen, alcoholici, drugverslaafden... De sterilisatiewet van de
staat Californië stond in 1933 model voor de nazi-sterilisatiewet."
(1) En verder: "In
1920 publiceerden Karl Binding, een jurist, en Alfred Hoche, een
psychiater, Die
Freigabe der Vernichtung Lebensunwerten Lebens.
[...] Ongeneeslijk zieken en geestesgestoorden in leven te houden,
terwijl waardevolle levens van hongerende kinderen verloren gingen,
leek absurd. In 1921 discussieerde de gezondheidsraad van Pruisen
over sterilisatie van schizofrenen, manisch-depressieven,
alcoholisten, psychopaten, erfelijke zwakzinnigen en mensen met
criminele disposities. Medici waren voor, ambtenaren van het
ministerie van justitie zetten de voet dwars."
(2) Het beruchte programma eugenetische euthanasie en verplichte
sterilisatie van nazi-Duitsland (onder de codenaam Aktion
T-4) dat in 1939 door Adolf Hitler werd
opgestart, had tot doel de genetische zuiverheid van het Germaanse
volk te bewaren door alle onzuivere elementen te vermoorden: zieken,
gehandicapten, misvormden, geesteszieken enzovoort. Men stelde het
bij monde van de artsen zo voor dat men hierdoor deze mensen verloste
uit een zinloos lijden en euthanasie
betekent dan ook letterlijk genadedood:
'de meest humane manier om mensen om te
brengen'. Wikipedia wijdt een artikel aan Aktion T-4, waaruit dit
fragment: De
uitroeiing gebeurde in Euthanasiecentrum
Grafeneck (vanaf 20
januari1940),
Euthanasiecentrum
Hartheim (vanaf 6
mei1940),
Euthanasiecentrum
Hadamar (vanaf januari 1941),
Bernburg
(vanaf 21
november1940),
Brandenburg
an der Havel (vanaf 8
februari1940)
en Sonnenstein
(vanaf juni 1940)
door vergassing, verstikking, injecties, vergiftiging, verhongering
en overdoses medicijnen. (3)
In
de recente publicatie Psychogenocide
schrijft
de Leuvense psychiater Erik Thys ook over verdoken genocide. Zo
werden in de jaren 1990 in Peru 300.000 arme vrouwen buiten hun eigen
medeweten gesteriliseerd en hetzelfde deed de Israëlische regering
met immigrerende Ethiopische joden in 2013. Het gebeurt vandaag ook
nog in de VS: in 2013 bleken alleen al in Californische
vrouwengevangenissen in de voorafgaande paar jaren 148 vrouwen
onvruchtbaar gemaakt te zijn. (4)
Onder
de welluidende benaming 'eugenetica' zet zich deze trend vandaag ook
bij ons schaamteloos door bij een publiek dat kennelijk geen kaas
gegeten heeft van de geschiedenis om niet te zeggen dat met het
verdwijnen van 'de laatste getuigen' het wel zo lijkt te zijn alsof
de geschiedenis zelf werd weggewist samen met het geheugen van een
beschaving die gebukt gaat onder een massaal modern analfabetisme dat
nog slechts oog heeft voor wat de jongste 24 uur gebeurde en dan
komen nog slechts die zaken onder de aandacht die betrekking hebben
op sensatie, mode, stijl, sport en popcultuur.
Abortus
of de moord op ongeboren kinderen is allang geen gespreksonderwerp
meer, laat staan dat iemand het nog in zijn hoofd zou halen om zich
hiertegen te verzetten waar het andersvaliden betreft werden
reeds juridische precedenten geschapen die het quasi onmogelijk maken
voor artsen om abortus te weigeren omdat volwassen gehandicapten
artsen die zulks met de betrokkenen alsnog deden voor de rechter
hebben gedaagd en een fikse schadevergoeding hebben geëist.
Euthanasie wordt door megalomane mediaprofessoren steeds vaker
voorgesteld als het menselijke meesterschap over de dood, nadat men
naar hun zeggen ook al meester over het leven zou zijn geworden en
specialisten blijken deze vorm van moord, welke zich intussen verkapt
heeft als barmhartige hulp bij zelfdoding, nu zelfs niet zelden op te
vatten als de ultieme painkiller,
alsof het mogelijk was om op een betekenisvolle manier over een
levenloos ding te zeggen dat het pijnvrij is. Specialisten blijken
met andere woorden gedreven te worden door een wel heel bijzondere
vorm van waanzin, die evenwel goed gesitueerd kan worden in het kamp
van het materialistisch atheïsme waar de mens zichzelf god waant in
de duisternis van een hardnekkige doch hopeloos voorbijgestreefde
verlichtingsdroom. (5)
Het
korte termijndenken, het onderschatten van het belang van de
opvoeding en in het bijzonder het geringschatten van het vak
geschiedenis op school dragen ertoe bij dat uiterst belangrijke
historische lessen voor de mensheid verloren dreigen te gaan omdat
zij in het leerprogramma van de nieuwe generaties ontbreken. Het
volstaat immers niet dat deze kennis 'ergens' bereikbaar is omdat dit
'ergens' slaat op een of ander reservoir in een bibliotheek dat
weliswaar theoretisch altijd en door iedereen geraadpleegd
kan worden maar waar in de praktijk nooit meer iemand komt omdat er
straks niemand meer is die het bestaan ervan kan vermoeden.
Politieke
partijen met programma's die steeds meer gelijkenis gaan vertonen met
deze van het nationaal socialisme en met voormannen die zich
ideologisch situeren als extreem rechts, racistisch of
godsdienstwaanzinnig, komen vandaag wereldwijd tot een ongehoorde
bloei maar het is niet de bloei van een bloem doch veeleer deze
van een zich ontplooiende paddenstoelwolk van een atoombom welke zich
verspreidt. De politici in kwestie, of zoals ze zich althans noemen,
zullen niet langer met een cordon
sanitaire uit
het wetgevende deel van de regering gebannen kunnen worden, zoals nu
reeds het geval is in de Amerikaanse staat Indiana onder het
voormalige gouverneurschap van de huidige vicepresident Pence waar de
burgers op grond van religieuze overtuiging het recht kregen om
klanten te weigeren op grond van hun seksuele geaardheid. Racisme en
apartheid zijn nu reeds een realiteit in dat deel van de wereld dat
er met zijn reusachtige Vrijheidsbeeld prat op gaat de voortrekker
bij uitstek te zijn van de vrijheid, de gelijkheid en de
broederlijkheid kortom van de mensenrechten alom ter wereld.
Steeds vaker brengt een massa onwetenden populisten aan de macht die
zich ertoe lenen om de grillen van een onwetende meerderheid ten
uitvoer te brengen en in een zich steeds contrastrijker polariserend
landschap betekent zulks niets minder dan oorlog. Waar oorlog alsnog
verhinderd wordt omdat het uitzicht op een totale verwoesting van de
aarde dit onmogelijk maakt, kanaliseren zich de frustraties van een
onderdrukte meute in een onderdrukking op haar beurt van haar
tegenpool in een steeds chaotischer maatschappij waar wetteloosheid
en burgeroorlog dreigen.
Massamoordpartijen
gebeuren onttrokken aan het oog van de burger in speciaal daartoe
opgerichte compartimenten die fysiek bestaan ofwel virtueel de
concentratiekampen met de onzichtbare muren en in dat laatste
geval is de misdaad veel moeilijker te detecteren, hij is zeer lastig
te bestrijden en maakt om die reden nog veel meer slachtoffers. Tot
die slachtoffers behoren in de eerste plaats de dertigduizend
hongerdoden per dag omdat zij de kinderen zijn van slaven die immers,
teneinde hun oude dag te verzekeren, geen andere keuze hadden en
hebben dan een zo groot mogelijk kroost. Dertigduizend hongerdoden
per dag, dat zijn er jaarlijks een slordige elf miljoen of per eeuw
zowat een miljard en dat is het dertigvoudige van het aantal
oorlogsslachtoffers in dezelfde tijdspanne.
In
het rijke noorden krijgen wij ze niet te zien, de hongerdoden, tenzij
nu en dan in een of andere show met inzamelacties en luid applaus
voor ons, heldhaftige gulle schenkers, die alweer een nieuw record
gaan vestigen. Evenmin krijgen wij de slaven te zien die de ouders
zijn van deze hongerdoden: ook zij leven of sterven ver van
ons bed, ofschoon daarin nu toch verandering dreigt te komen met de
massale volksverhuizing een verplaatsing dus van het probleem
naar de plek van oorsprong, naar de spreekwoordelijke vleespotten van
Egypte, een boemerangeffect, en het moet gezegd: wat wij daarvan tot
nog toe meemaakten, is slechts het prille begin de apocalyps zal
geen jaren op zich laten wachten.
De
slaven leefden, stierven, maar vooral: werkten in het voorbije
millennium op veilige afstand van hun uitbuiters en zowel hun
aantallen als de routes van de trafieken werden minutieus in kaart
gebracht. Vooral vanuit de westelijke kusten van Afrika en vanuit
Mozambique werden zij met miljoenen verscheept deels naar Europa
maar vooral naar de plantages op het Amerikaanse continent waar
producten zoals koffie, katoen, suiker en tabak werden geteeld
een buit die dan verscheept werd naar de thuislanden van de
slavendrijvers en waarmee dezen dan hun profijt deden.
En
nog doen, want de werkkampen in eigendom van rijke noorderlingen
situeren zich nog altijd in ontwikkelingslanden ver hier vandaan,
slavernij en kinderarbeid garanderen een heel zacht prijsje en een
royale winstmarge. In 2014 telt India 14,3 miljoen slaven, in 2015:
18,4 miljoen of 1,4 percent van de bevolking, China telt er 3,2
miljoen, Pakistan 2 miljoen, Oezbekistan 1,2 miljoen, voor het
merendeel dwangarbeiders in de katoenindustrie, in Rusland telt men
onder de migranten 1 miljoen dwangarbeiders, in Nigeria verrichten
834 duizend kinderen gedwongen arbeid, in Congo-Kinshasa 763 duizend,
in Indonesië 714 duizend, Bangladesh 681 duizend, Thailand 475
duizend ziedaar de wereldtop tien. Verder in de lijst staan
landen waar wij graag onze vakantie doorbrengen zoals Egypte (394
duizend slaven), Algerije (188 duizend), Marokko (158 duizend) en
Haïti (238 duizend, vooral kinderen). In Mauretanië, waar de
slavernij al duizend jaar bestaat, is 4 percent van de bevolking
slaaf (156 duizend), gevolgd door Congo-Kinshasa, Sudan en noem maar
op. In Noord-Korea bestaan geen wetten tegen de slavernij en is er op
grote schaal dwangarbeid door het regime (1,1 miljoen slaven) en
hetzelfde liedje in Iran, Syrië, Eritrea enzovoort.
Dichter
bij de deur in de gewezen Oostbloklanden worden goedkope werkkrachten
gerekruteerd of te werk gesteld in westerse fabrieken aan een
hongerloon; er bestaat vaak geen sociale bescherming en de quasi
afwezigheid van milieuwetten maakt de winstmarges voor gewetenloze
uitbuiters nog groter. Deze laatsten werken de zo moeizame evolutie
van de humaniteit vierkant tegen: in plaats van sociale wetten te
introduceren in de bewuste ontwikkelingslanden, profiteren ze van de
afwezigheid ervan en bewerkstelligen zij zodoende een scheefgetrokken
concurrentie die resulteert in het verdwijnen van de minimumlonen en
de stelselmatige ondermijning van de sociale wetten in de eigen
thuislanden in het westen.
Wereldwijd
leven vandaag 46 miljoen mensen in slavernij en een vierde van hen
zijn minderjarig. In India worden werknemers verleid met een vals
voorschot dat zij onmogelijk kunnen terugbetalen, hoe lang ze ook
werken. Wie zich proberen te onttrekken aan de bedrieglijke
praktijken, worden achternagezeten en fysiek en psychisch mishandeld.
In feite is het westerse model voor het ketenen van arbeiders op een
gelijkaardige leest geschoeid het hele circus van leningen en
afbetalingen zodat de echte slavernij ook hier bij ons niet veraf
kan zijn van zodra het sociale zekerheidsstelsel ingevolge de
uitbuiting van de derde en de vierde wereld instort.
(Wordt
vervolgd)
J.B.,
10 december 2017
Verwijzingen:
Heirman,
Mark, 1000
jaar slaaf. De vloek van Zwart-Afrika,
Houtekiet 2016.
geschiedenis-van-hongaarse-slavenarbeid/
met een verwijzing naar: Rozett,
Robert. Conscripted
Slaves: Hungarian Jewish Forced Laborers On The Eastern Front during
the Second World War.
Jerusalem: Yad Vashem Publications, 2014.
Genocide
komt nooit uit de lucht vallen: in een maatschappij ontstaat
polarisatie van de eigen groep tegenover de anderen, vervolgens
worden de anderen gedemoniseerd of geïdentificeerd met het kwaad
zelf zodat tenslotte hun opruiming een must is voor het
welzijn van iedereen. Er worden speciale compartimenten opgericht
waar men de 'veroordeelden' naartoe kan brengen en waar ze,
onttrokken aan het zicht van allen, vernietigd kunnen worden. De
massamoord is een publiek geheim, er wordt over gezwegen, het is een
lastig karwei dat nu eenmaal geklaard moet worden en de uitvoerders
hebben er nadien kennelijk helemaal geen moeite mee: ze doen alsof er
niets gebeurd is en zullen mogelijke beschuldigingen in alle
toonaarden ontkennen. (1)
Maar
er wordt ook massamoord gepleegd op andere manieren dan zoals door
sociologen zoals de Swaan gesteld middels deportatie naar
concentratiekampen en gaskamers: er zijn ook compartimenten die men
vrijwel niet kan ontwaren en daden die men slechts moeilijk als
massamoord kan duiden en deze onzichtbare concentratiekampen en
moordpartijen zijn daarom ook de allergevaarlijkste want de meest
succesrijke en zij maken veruit de meeste slachtoffers.
Misdaden
die gepleegd worden in de openbaarheid en met getuigen, worden aldus
spontaan als zodanig erkend en hun slachtoffers zijn slechts één
keer slachtoffers, hun daders worden berecht, recht geschiedt,
straffen worden uitgevoerd en genoegdoening volgt in de mate van het
mogelijke. Dit alles wordt een stuk moeilijker wanneer in een
genocide de massa medeplichtig wordt gemaakt door gedwongen toe te
kijken of deel te nemen aan de moorden, zodat alle getuigen die niet
werden vermoord, tot daders werden en derhalve zwijgen. Maar
massamoord kan zich afspelen in een nog veel grotere duisternis en
vrijwel onttrokken aan het oog van allen zodat zij volledig wordt
miskend en men zich van haar bestaan pas heel laattijdig in de
geschiedenis of gebeurlijk nooit ofte nimmer bewust zal worden.
Ook
op microniveau zijn er vormen van misdaad en van moord die bijzonder
moeilijk als zodanig te detecteren zijn en men kan hier denken aan
gevallen van moord waarbij de daders zich hebben ingespannen om hun
misdaad op zelfmoord te doen gelijken, hetzij door het ensceneren van
een suïcide, hetzij door het in de hand werken van een zelfmoord
middels doorgedreven pesterijen. In dat laatste geval wordt aan de
slachtoffers twee keer kwaad berokkend omdat naast het kwaad van de
eigenlijke misdaad, de daders er tevens voor zorgen dat de zaak niet
aan het licht kan komen en dat het geschieden van recht zal
uitblijven. Het pesten op zich is reeds zeer lastig te bewijzen omdat
zich daar sowieso de laffe crimineel verbergt door het scheppen van
virtuele maar effectieve compartimenten waarbij het kwaad kan
geschieden wars van mogelijke getuigen en zelfs met de al dan niet
bewuste of gewilde hulp van de slachtoffers zelf.
Zo
bijvoorbeeld bestaat de meest elementaire maar ook meest drastische
vorm van uitsluiting uit de groep in het negeren van welbepaalde
anderen, waarbij getuigenissen vrijwel uitgesloten zijn omdat het
hier niet zozeer het stellen van daden betreft maar wel het nalaten
ervan, zoals bij het niet groeten van welbepaalde anderen, het
niet meetellen, het niet vernoemen, het vergeten, het
niet opmerken en zo verder. Gebeuren deze 'ondaden'
systematisch en vormen de daders tevens een groep terwijl het
slachtoffer een enkeling is of, in geval van meer slachtoffers, dezen
geen onderling contact hebben, dan is het impact maximaal. Ook neemt
het impact toe in de mate dat de sociale druk tot het voldoen aan
allerlei plichtplegingen groter is en zo bijvoorbeeld ziet men niet
toevallig een stijging van het aantal zelfdodingen ten tijde van
allerlei feestdagen.
Eender
inzake massamoorden hebben zich sinds oudsher quasi niet te
bestrijden manieren van compartimentering gevormd welke het mogelijk
maken dat enorme delen van de bevolking quasi onopgemerkt doch
genadeloos worden uitgeroeid. Een sinds relatief korte tijd
(gedeeltelijk) aan het licht gebracht voorbeeld is dat van de
hardnekkig aanhoudende en geïnstitutionaliseerde veroordeling van
mensen op grond van hun seksuele voorkeur door de uitoefening van
druk vanwege religieuze, politieke of nog andere machten. In een
maatschappij waarin homofilie taboe is, kunnen in het
godsdienstonderwijs aan schoolkinderen, homo's bestempeld worden als
'handlangers van de duivel' zonder dat zij beschikken over
mogelijkheden om daartegen te reageren: opvoedelingen die per
definitie openstaan voor de autoriteit van de 'pedagogen' aan wie zij
werden toevertrouwd, slikken het verwijt dat zich transformeert tot
een zelfverwijt en in hun onmacht om de eigen aard te veranderen,
ontstaat een toenemende frustratie waarin zij zichzelf beschuldigen,
veroordelen en tenslotte ook bestraffen, zodat zelfs in het westen
een op de vier homo's een zelfmoordpoging ondernemen. In een xenofobe
maatschappij waarin hoogwaardigheidsbekleders vrijelijk communiceren
over het 'opruimen' van asielzoekers en tegelijk in functie kunnen
blijven alsof er niets gebeurd was, worden de bewuste slachtoffers
veroordeeld en gestraft op een manier die zich quasi perfect onttrekt
aan het oog van alle anderen omdat de anderen nu eenmaal niet
geviseerd worden zodat hun empathisch vermogen in de slaapmodus
blijft verkeren. In een maatschappij waarin men het normaal gaat
vinden dat voor automobilisten allerlei voorzieningen worden
getroffen terwijl aan de veiligheid van fietsers en voetgangers
nauwelijks aandacht wordt besteed om maar te zwijgen over de
ontoegankelijkheid van de openbare weg voor bijvoorbeeld
rolstoelgebruikers hebben al deze zwakke weggebruikers behalve
met de fysieke bedreigingen en gevaren ook nog eens af te rekenen met
de vernedering in een barbaarse pikorde en met het onbestraft blijven
van het navenante onrecht. In een maatschappij waarin aan ouderen
euthanasie wordt opgedrongen met de smoes dat het om een ultieme
pijnstiller gaat, dreigen massa's mensen geslachtofferd te worden aan
het krankzinnige mensbeeld van een kapitalistische dystopie. In een
wereld die de slavernij als eigenlijke oorzaak van de hongerdood van
dagelijks twintigduizend mensen miskent en die deze oorzaak op
malafide wijze verwisselt met religie vanwege het verbod aldaar op
voorbehoedsmiddelen, worden alle slaven een tweede keer gestraft
omdat zij niet alleen worden uitgebuit maar ook nog eens beroofd van
de hoop op een beëindiging van het onrecht van de slavernij.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
8 december 2017)
Verwijzingen:
(1)
Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and
their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten
van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014).
06-12-2017
Verborgen massamoord (deel 4)
Verborgen
massamoord (deel 4)
Mensen
zoeken bescherming voor de dreiging die het regime met zo veel succes
heeft opgeroepen, en eisen dus drastische maatregelen tegen de
boosdoeners die het regime zelf heeft aangewezen. (de Swaan, 134)
Een
staat behoudt zich het alleenrecht op geweldsmiddelen of wapens, wat
de binnenlandse vrede in de hand werkt en ontwikkeling en
beschaving mogelijk maakt maar ook de onderdrukking van de eigen
bevolking en uiteraard vergroot dan de dreiging tussen de staten
onderling. De staat maakt de reikwijdte van insluiting en uitsluiting
groter. Massavernietiging komt in de 19de en 20ste eeuw meer voor in
sterk gecompartimentaliseerde samenlevingen. Geweld tegen weerlozen
geschiedt meestal in de schaduw van een oorlog door reeds afgestompte
soldaten die zinnen op wraak en die de 'rotte appels' uit de mand
willen verwijderen. Staatsvorming beschermt de burgers maar sluit
tegelijk hele categorieën van burgers van bescherming uit: die
doelgroep wordt geregistreerd, geïsoleerd en ontmenselijkt en de
rest wordt tegen ze opgezet middels desidentificering door
propaganda, provocaties, vernederingen en beschuldigingen, zoals in
de schijnprocessen onder Hitler en Stalin. Meer compartimentalisatie
betekent meer onverschilligheid tegenover de doelgroep en ook
demonisering en buitensluiting via institutionalisering
'apartheid'. Deportatie, onderbrenging in kampen, verwijdering uit
het oog van de overige bevolking en tenslotte marteling en
uitroeiing. Dat alles is publiek geheim, er wordt over gezwegen uit
angst. Voorbeelden zijn nazi-Duitsland, Indonesië en Rwanda. Omdat
een beschaafd volk geweld verafschuwt, moet het aan het zicht
onttrokken worden door compartimentalisatie. Het lot van de
gedeporteerde joden werd geheim gehouden en bij de bevrijding
trachtte men de sporen van de genocide alsnog uit te wissen. In
Rwanda daarentegen werden omstaanders betrokken in geïmproviseerde
compartimenten ter plekke: het was mee moorden ofwel vermoord worden.
Alle andere burgers kijken de andere kant op en blijven onaangeraakt.
Getuigen van de Bosnische genocide hebben het over verkrachtingen,
massa-executies en verminkingen onder invloed van alcohol het
gaat om een decivilisatie door het regime ingekapseld in speciale
compartimenten met bovendien gecompartimentaliseerd gedrag: stapt men
een ander compartiment binnen, dan neemt men een ander gedrag aan
alsof er niets gebeurd was. (1) De
consument van varkensvlees weet hoe er gekweekt en geslacht wordt
maar slaagt erin om dat tijdens de maaltijd te vergeten. Abattoirs,
prostitutiehuizen, gevangenissen en andere gestichten vormen aparte
compartimenten. (2)
Angst
kan agressie veel effectiever legitimeren dan haat, als de
tegenstander niet als slachtoffer maar als dreiging afgeschilderd
wordt. De daders presenteren zich graag als de slachtoffers van hun
slachtoffers. (3) Mensen zoeken
bescherming voor de dreiging die het regime met zo veel succes heeft
opgeroepen, en eisen dus drastische maatregelen tegen de boosdoeners
die het regime zelf heeft aangewezen. (4) De doelgroep
wordt voortdurend belast, het regime en zijn aanhangers profiteren
daarvan en zo bijvoorbeeld palmden de Turken de gronden in van de
door hen uitgeroeide Armeniërs. (5) de
vernedering van de doelgroep vermaakt en verheft de mensen van het
regime. (6) Het lijkt voor hen dan alsof zij werken aan een
betere wereld en daartoe zijn de helden tot alles bereid, zelfs tot
het beëindigen van het leven uiteraard het leven van ánderen.
In de 20ste eeuw kreeg deze waanzin het wetenschappelijk omhulsel van
een waanzinnige rationaliteit. (7)
In
zijn boek over genocide beschrijft de Swaan vier vormen van
massavernietiging: de razernij van de
veroveraars, de heerschappij door terreur (schrikbewind), de triomf
van de verliezers, en de razernij van de menigtes (megapogroms).
(8) In alle gevallen is het regime betrokken. (9) Ten slotte volgt
het laatste hoofdstuk Genocidale regimes en
de compartimentalisering van de persoonlijkheid (10) de
auteur concludeert. Genocidale daders
functioneren in een sociale en fysieke omgeving die ze niet zelf
gemaakt hebben, maar die het genocidale regime voor hen heeft
opgezet. Zij doen hun werk met alle steun, zelf onder dwang van de
omgeving. (11) Het regime stuurt de genocide, er is een
collectieve mentaliteit en ook de individuen hebben een aandeel. Dat
is een heel andere conclusie dan die van Hannah Arendt en Stanley
Milgram, die echter algemeen aanvaard worden. De nadruk moet volgens
de Swaan meer liggen op die minderheid die weigert om mee te
doen met massamoord. Modern is niet de
massamoord maar de schaamte erover (12) maar dat kennen
de genocidairs zelf niet: zij hebben een gebrek aan empathie en
verliezen zich in fantasieën van almacht. (13) Het
meeste wat over massavernietiging bekend is komt uit rechtszaken.
Voor hun rechters ontkenden de genocidairs de beschuldigingen waar
mogelijk en als de feiten onweerlegbaar waren, wezen zij de
verantwoordelijkheid voor hun daden af en deden zichzelf zo
onbeduidend, nietszeggend en passief voor als ze konden.
(14)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
6 december 2017)
Verwijzingen:
(1)
Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and
their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten
van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014), 129.
(2)
Ibidem, 118-132.
(3)
Ibidem, 134.
(4)
Ibidem, 134.
(5)
Ibidem, 135.
(6)
Ibidem, 135.
(7)
Ibidem, 136-137.
(8)
Ibidem, 137.
(9)
Ibidem, 145-200.
(10)
Ibidem, 200-247
(11)
Ibidem, 248
(12)
Ibidem, 254
(13)
Ibidem, 263
(14)
Ibidem, 258-259
04-12-2017
Verborgen massamoord (deel 3)
Verborgen
massamoord (deel 3)
De
tientallen miljoenen in de oorlog gesneuvelde soldaten wegen niet op
tegen de minstens 100 miljoen burgerslachtoffers van door onze
regimes zelf geplande en geheim gehouden massamoordpartijen (1)
door onder meer uithongering honger wordt ingezet als
oorlogswapen. (2)
Er is meer dan genoeg voedsel maar het komt niet terecht. (3) Door de
slavernij het ontbreken van sociale rechten proberen derde
wereldarbeiders hun toekomst te verzekeren met een groot gezin (zij
schuwen dus sterilisatie en voorbehoedsmiddelen) en zo ontstaat
honger uit honger. Naast honger is ook sterilisatie een wapen om de
slavernij te bestendigen. (4)
In
zijn Compartimentering
en vernietiging schrijft
sociologieprofessor de Swaan: De
geleerden zijn vrijwel unaniem van mening een zeldzaamheid in de
menswetenschappen dat niets in de persoonlijkheid van de daders
hen méér dan anderen voorbestemt om hun wandaden te begaan ( ):
de daders zijn 'gewone zelfs doodgewone mensen'.
(5) Anders dan Hannah Arendt gelooft de Swaan niet dat
nazi-kopstukken zoals Adolf Eichmann onder deze noemer vallen: bij
hen was het kwaad niet zomaar een kwestie van banaliteit ('Befehl ist
Befehl') ofschoon het aldus wel door Eichmann's advokaat Servatius in
diens verdediging werd gebanaliseerd. (6)
Uit
Milgram's gehoorzaamheidsexperiment, opgezet vanuit de ontzetting
voor de realiteit van het kwaad, blijkt dat twee derden van de mensen
gehoorzamen zonder geweten, maar de Swaan benadrukt dat Milgram
evenzeer bewees dat alle anderen óngehoorzaam zijn of zich dus
verzetten. (7) Het al dan niet moorddadige gedrag blijkt tenslotte
afhankelijk van omstandigheden zoals sociale druk en nabijheid van de
bevelhebbers en van de slachtoffers. (8) In dezelfde lijn is het
Stanford Gevangenisexperiment van Philip Zimbardo een open vraag
gebleven, al lijkt het ook aan te tonen dat het impact van de
situatie op ons gedrag groot is. (9) Edoch, situaties die van gewone
burgers beulen maken, werden gecreëerd door genocidale regimes en de
vraag luidt hoe die dan konden ontstaan: gaat het om een terugval in
de barbarij of daarentegen om een gevolg van de moderniteit? De Swaan
laat Michael Mann aan het woord: Moorddadige
zuivering is modern omdat het de duistere kant van de democratie is.
(9a) Met hun populisme scheppen politici verdeeldheid maar anderzijds
blijken de moordpartijen in dictatoriale regimes onovertroffen. Ook
komen dictaturen vaak uit democratieën voort. Er
is iets aan de moderniteit dat dit bijzondere kwaad op een massale
schaal los maakt. (10)
Hoe
ontstaat polarisatie? Een genocidaal regime
kiest een bepaalde volksgroep uit als voorwerp van massahaat
gevolgd door een intensieve haatcampagne aansluitend op reeds
bestaande meningen en gevoelens. (11) Maar het 'wij-zij'-denken
gebeurt altijd in een dynamiek van
concurrentie: emoties veronderstellen belangen en
vergezellen ze, zegt Nico Frijda. En Freud had het over 'projectieve
identificatie': men loochent zijn gevoelens en men projecteert
ze (middels 'geruchten' cf. D.L. Horowitz) op de ander en aldus
wordt het slachtoffer als dader afgeschilderd. H.F. Stein spreekt
over 'antagonistische symbiose': het
vijandsbeeld versterkt de cohesie van de eigen groep. (12)
Volgens
J. Huizinga kunnen de emoties van een volk zich in een bepaalde
richting ontwikkelen. Norbert Elias toont aan hoe beschaving volgt
uit historische processen gespreid over 500 jaar waarbij een terugval
in barbarij mogelijk blijft, zoals in het nazisme en waarbij
onderlinge afhankelijkheid voor eendracht zorgt. Het begint met
verwantschap en nabijheid maar met de vorming van staten worden de
groepen ('wij' en 'zij') groter. Identificatie en desidentificatie of
dus polarisatie komt in de plaats van een nog grotere barbarij,
namelijk die van de onwetendheid en de onverschilligheid. (13)
De
moderniteit heeft wellicht genocides gecombineerd met nieuwe
ideologieën of met nieuwe technologieën, maar het fenomeen zelf is
waarschijnlijk zo oud als de beschaving zelf. (14)
De geschiedschrijvers in Oudheid en Middeleeuwen verhaalden met
wellust over de massaslachtingen van onder meer de Kruisvaarders en
de Mongolen, zij bezongen de heldendaden van de massamoordenaars en
monumenten werden voor hen opgericht. De Azteken hadden geen verweer
tegen het bloedbad dat de Spaanse veroveraars aanrichtten met
miljoenen doden. In Afrika werden tien miljoen zwarten als slaven
verkocht voor de Amerikaanse plantages maar dit gold als uitbuiting,
niet als genocide, al was er ook (ongeremde en ongestrafte) genocide
op 'minderwaardigen' door kolonialen (ver van huis!) zoals de Duitse
Keizer in Namibië en Kenia, de Tsaar in Centraal-Azië en de
Kaukasus en Leopold II in de Congo. Er waren boerenopstanden zoals in
1850-1864 in de Taiping-opstand in Zuid-China waar 20 miljoen doden
vielen en de daarop volgende plunderingen zorgden voor hongersnood.
Administratieve
capaciteit, logistieke middelen, militaire technologie en propaganda
hebben het potentieel van de staat voor het uitvoeren van genocidale
campagnes enorm vergroot (15)
De staat is de grootste mensendoder in de moderne wereld maar zij
wist de sporen van haar vernietiging samen met haar documenten uit.
( ) De meeste slachtoffers ( ) zijn ongewapende burgers met
als doelgroepen ras, etnie, geloof, nationaliteit, klasse of
politieke overtuiging ofwel werd lukraak terreur gezaaid. (16) Staan
we even stil bij de exemplarische Rwandese genocide.
De
massavernietiging van Tutsi's (T) (aristocraten) en verdachte Hutu's
(H) (boeren) door de Hutu-Power-beweging in Rwanda in het voorjaar
van 1994 (voorafgegaan door wederzijdse slachtingen in 1959 [door H
op T] en in 1962 [door T op H]) gebeurde met machetes maar bleek
zorgvuldig voorbereid. De VN onttrok zich aan haar
beschermingsplicht. H en T werden door de kolonisten bestempeld als
verschillende rassen een puur verzinsel. (17) (...)
de fanatiekste voorstanders van een erfelijk onderscheid tussen T en
H waren geobsedeerd door de mogelijkheid dat T zich als H konden
voordoen om zo verwarring en verdeeldheid te zaaien (18)
de referenties zijn identiteitskaarten... waarmee mogelijkerwijze
geknoeid werd en er zijn ook veel gemengde huwelijken. Toch
doodden de Hutu-Power-moordcommando's talloze Rwandezen puur op
verdenking van Tutsi-herkomst of connecties, of enkel vanwege
veronderstelde loyauteit aan Tutsi's. (19)
Uiterlijke Kenmerken zoals lichaamslengte hebben aanvankelijk
niets met ras te maken, wel met rijkdom, met al dan niet doorvoed
zijn. Op gelijkaardige wijze werd foutief een onderscheid
verondersteld tussen Khmer en Vietnamezen en tussen zuivere Ariërs
en andere Duitsers.
In
Rwanda leidde de strijd tussen vermeend andere rassen in 1994 tot een
genocide met tot een miljoen Tutsi-slachtoffers. H mogen geen
medelijden hebben met T die 'kakkerlakken' worden genoemd zij
vertegenwoordigen het absolute kwaad en haat wordt emotieloze
vernietigingsdrang (desidentificatie); H moeten andere H als broeders
beschouwen (identificatie) deze berichten worden onophoudelijk
via de radio onder de H verspreid. Een radicalisering van deze aldus
reeds
bestaande gevoelens
leidde uiteindelijk tot de genocide van 1994 met als startsein de
dood van de Rwandese president Habyarimana na de aanslag op het
vliegtuig waarop ook de Burundese president zat. De T van het
Rwandees Patriottisch Front (RPF) werden geholpen door de Fransen die
vruchteloos probeerden het moorden te voorkomen. De T vielen
Oost-Congo binnen en Mobutu werd er vervangen door Kabila, waarna
burgertwisten 20 jaar lang miljoenen slachtoffers maakten terwijl de
wereld toekeek. De
doelbevolking van een genocidale haatcampagne hoeft niet een 'reële'
dreiging te vormen: dat was niet zo in het geval van de joden in
Duitsland; de Koelakken in de Sovjet-Unie hadden onteigend kunnen
worden in plaats van uitgeroeid; en het is moeilijk voor te stellen
dat de slachtoffers van de Culturele Revolutie in China een
bedreiging waren voor het Chinese communistische regime. In dit
opzicht wordt de betrekkelijke autonomie van de collectieve fantasie
nog eens bevestigd, vooral als die aangewakkerd wordt door de
propaganda van het regime.
(19) Binnenlandse instabiliteit, onzekere internationale relaties,
economische recessie, tekort aan landbouwgrond, bevolkingsexplosie en
navenante concurrentie maakten de toestand explosief. De moordenaars
werden door de overheid heimelijk gesteund maar de polarisatie was
allang voorbereid. Velen
werden gedwongen mee te doen om niet vermoord te worden. (20)(het
was dus mee moorden met de medestanders of door hen vermoord worden)
Er waren 100.000 tot 200.000 daders, de moordpartijen gebeurden in
een
sfeer van afschuw en opwinding maar ook van een wreedaardig
carnaval.
(21) Alles
was erop gericht de kring van medeplichtigen uit te breiden
(22) De
doelstellingen van het genocidale regime: een schoolvoorbeeld van
collectieve regressie in dienst van het regime
(23) De
Rwandese genocide was een geval van autodestructieve destructie,
omdat de genocidairs druk waren met het uitmoorden van ongewapende en
ongeorganiseerde Tutsi's, maar nauwelijks verzet boden aan het zwaar
bewapende en goed georganiseerde RPF dat naar Kigali optrok: 'Wij
waren geen partij voor voor de RPF soldaten. Wij vochten alleen tegen
mensen die we wel aankonden' (24)
Het was een
delirium van vernietiging [aangemoedigd
via de radio]
in het aanzicht van de militaire nederlaag. (25)
En de Rwandese genocide is in dit opzicht niet uniek. De
moordenaars creëerden gezamenlijk een mobiel, tijdelijk
moordcompartiment waarin alles geoorloofd was, waar morele geboden
niet meer golden, en waarin zij elkaar opzweepten tot een razernij
die ze tot doden dreef, tot de moord die hun razernij nog weer verder
opstookte. Aan het eind van de dag gingen de moordenaars naar huis en
hielden zich bezig met de dingen van alledag. De volgende dag konden
ze evengoed weer meegaan in de koortsige opwinding van de moordbende.
( ) Hierin lijken ze op sportfans die, gezamenlijk en tamelijk
onschuldig, een sfeer van extase en overgave creëren. ( ) Ze
opereerden ( ) binnen een compartiment van woeste wreedheid dat zij
zelf hadden opgetrokken op instigatie en onder dwang van het
heersende regime.
(26)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
4 december 2017)
Verwijzingen:
(1)
Abram de Swaan, The
Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators,
2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten
van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014), 9-13.
(5)
de Swaan, 26. Dit evenwel onder voorbehoud dat, zoals de Swaan
vermeldt, 3 percent van de (Amerikaanse) mannen en 1 percent van de
vrouwen een totaal gebrek aan empathie vertonen. (de Swaan, 26 en
266)
(6)
Ibidem, 27-29. Arendt bedoelde eigenlijk de banaliteit van de dadersvan
het kwaad. (de Swaan, 29-30)
(7)
Ibidem, 31-32.
(8)
Ibidem, 33.
(9)
Ibidem, 38-39.
(9a)
Ibidem, 50.
(10)
Ibidem, 46-53.
(11)
Ibidem, 56-57.
(12)
Ibidem, 57-59.
(13)
Ibidem, 73-75.
(14)
Ibidem, 82.
(15)
Ibidem, 83-88.
(16)
Ibidem, 89-92.
(17)
Ibidem 93-100.
(18)
Ibidem, 100.
(19)
Ibidem, 100.
(20)
Ibidem, 111.
(21)
Ibidem, 114.
(22)
Ibidem, 114.
(23)
Ibidem, 115.
(24)
Ibidem, 115.
(25)
Ibidem, 115.
(26)
Ibidem, 117.
30-11-2017
Verborgen massamoord (deel 2): Honger is een aanslag, geen tegenslag (honger als oorlogswapen)
Verborgen
massamoord (deel 2):
Honger
is een aanslag, geen tegenslag (honger als oorlogswapen)
Erger
dan de terreur en de tientallen miljoenen gesneuvelden van de
oorlogen zijn de minstens 100 miljoen burgerslachtoffers van door
onze regimes zelf geplande en geheim gehouden massamoordpartijen
waarvan uithongering
een bijzondere vorm is.In China verhongerden
onder Mao's collectivisering van de landbouw in de jaren '50
tientallen miljoenen boeren en tien jaar later nog eens 1 miljoen; de
Britten hongerden rond 1840 massaal de Ieren uit en rond 1900 ook de
Indiërs, met tientallen miljoenen doden; ook onder Stalin en in
Noord-Korea verhongerden tientallen miljoenen burgers na de in
beslagname van het voedsel door het regime. (Cf: de Swaan, 9-13) (1)
"Anders
dan meestal wordt aangenomen, is het aantal directe slachtoffers van
gevechten doorgaans relatief klein in oorlogsgebied. De meeste mensen
komen om door honger en ziekte" -
aldus Hilal Elver in een nieuw rapport van de VN. Deze misdaden tegen
de mensheid betreffen momenteel tientallen miljoenen slachtoffers
het totaal benadert het cijfer van 1 miljard. Een actueel voorbeeld
van een dergelijke humanitaire catastrofe is Jemen dat door
Saoudi-Arabië wordt uitgehongerd. Honger
volgt meestal niet uit tegenslagen zoals de klimaatcrisis of
misoogsten: Honger
wordt gebruikt als genocidaal wapen" honger
is een aanslag. (2) Bovendien wordt het
onrecht van de honger geïnstitutionaliseerd.
In
2016 werden recordopbrengsten opgetekend voor heel wat graangewassen.
We produceren vandaag
wereldwijd meer dan voldoende voedsel om iedereen te voeden,
zegt Katelijne Suetens van Broederlijk Delen: (...)
De hamvragen zijn wie het voedsel produceert, waar en voor wie.
(3)
Er
is een vicieuze cirkel die doorbroken moet worden alsook een paradox.
In de toekomst dreigt namelijk een mogelijke bevolkingsexplosie een
bijkomende factor te worden voor nog meer honger en de oorzaak
daarvan is paradoxaal genoeg de honger zelf. Immers, door het
ontbreken van sociale rechten en in het bijzonder pensioenrechten,
werken derde wereldburgers in slavernij en zo dreigen zij te
verhongeren; in een poging om aan de hongerdood te ontsnappen, kopen
zij zoveel mogelijk kinderen waarvan zij hopen dat die hen in hun
oude dag zullen onderhouden. Van deze mensen kan men uiteraard niet
verlangen dat zij de hun door het westen opgedrongen
voorbehoedsmiddelen en sterilisatieprogramma's zullen toejuichen.
Naast de uithongering is het onvruchtbaar maken van de autochtone
bevolking in derdewereldlanden een tactiek van het rijke noorden om
de macht te bestendigen. (4)
(J.B.,
30 november 2017)
Verwijzingen:
(1) Abram
de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and their
perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van
vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014).
De
Nederlandse socioloog Abram de Swaan beschrijft in zijn
Compartimenten van vernietiging de realiteit van onze angst
voor moordenaars. Wij vrezen namelijk de vandaag veel besproken
terreurdaden en wij gedenken de tientallen miljoenen omgekomen
militairen uit de oorlogen van de voorbije eeuw, maar veel
schrikwekkender is dat er in de voorbije honderd jaar ook tenminste
100 miljoen ongewapende burgers werden gedood in door onze regimes
zelf geplande, goed georganiseerde en geheim gehouden
massamoordpartijen. (Cf.: de Swaan, 9-10)
Terwijl de oorlogen in
de vorige eeuw 35 miljoen doden maakten, viel een veelvoud daarvan in
georganiseerde massamoorden waarvan de meeste in de vergetelheid of
in de doofpot zijn geraakt. Vaak moeten we het doen met slechts de
getuigenissen van enkele slachtoffers die het overleefden terwijl de
meestal ongestraft gebleven beulen alles bleven ontkennen of het
bagatelliseerden. Ziehier enkele van deze feiten uit de voorbije
eeuw.
De Duitsers moordden de
Herero's in Namibië uit met 80.000
doden; 12 miljoen Congolezen kwamen om in de Congo-Vrijstaat
van Leopold II; in de Mexicaanse revolutie (1910-'20) vielen 2
miljoen slachtoffers waaronder veel burgers; in WO I hebben de
Turken 1 miljoen Armeniërs uitgemoord; Stalin maakte
miljoenen slachtoffers en de Japanners slachtten miljoenen
Chinezen af; in WO II brachten de nazi's 6 miljoen burgers om,
voornamelijk joden; in Hirosjima en Nagasaki kwamen 3/4 miljoen
burgers om; na de oorlog werden 1 miljoen achtergebleven
Duitse burgers gedood en 10 miljoen werden verjaagd; na WO II
vielen bij de onafhankelijkheid van India en de afsplitsing van
Pakistan 1 miljoen doden en 10 miljoen werden
verdreven; in China verhongerden onder Mao in de collectivisering van
de landbouw in de jaren '50 tientallen miljoenen boeren en
tien jaar later vielen daar in de Culturele Revolutie opnieuw 1
miljoen doden; tegelijk werden, in 1965, 1 miljoen
Indonesische zogenaamde communisten vermoord; in 1973 vermoordden de
Rode Khmer in Cambodja 1,7 miljoen mensen; in Pakistan doodde
het leger honderdduizenden Oost-Pakistanen; in 1968 werden in
Guatemala 80.000 opstandelingen vermoord; de Serviërs
vermoordden 10.000 Bosnische moslims; in 1995 slachtten de
Hutu's 1 miljoen Tutsi's af. Ook ingevolge georganiseerde
hongersnood vielen miljoenen slachtoffers: de Britten lieten in 1840
en de daarop volgende jaren massaal de Ieren verhongeren en
hetzelfde deden ze met de Indiërs op het eind van die eeuw, met
tientallen miljoenen slachtoffers; ook onder Stalin, onder Mao
en in Noord-Korea verhongerden tientallen miljoenen burgers na
de in beslagname van het voedsel door het regime. (Cf: de Swaan,
10-13)
Elk regime, elke macht
is in de kiem moorddadig omdat het tegenstanders heeft van wie het
een vijandsbeeld creëert dat in alle stilte gaat behoren tot de
'mentaliteit'. (Cf.: de Swaan, 16) Zo bijvoorbeeld spreekt in een op
relletjes uitgelopen betoging
tegen slavernij in de Europese hoofdstad de betrokken minister
Jan Jambon over 'crapuleus
gedrag', 'de uitwassen van een kanker' en 'een
netwerk achter de rellen', wat dan naar zijn zeggen een 'harde
aanpak' vereist: het geweld tegen burgers die zich verzetten
tegen onrecht vanwege het regime wordt gelegitimeerd en de allochtone
bevolking wordt andermaal gestigmatiseerd. Een andere minister
Theo Francken heeft het over het 'opkuisen
van het Maximiliaanpark' waar het een groep oorlogsvluchtelingen
betreft die in geduldige afwachting van de behandeling van hun
asielaanzoek samen met hun kinderen in erbarmelijke omstandigheden
buiten slapen: de slachtoffers van bombardementen worden aldus ook
nog eens tot vijand van het tot asielverschaffing verplichte land
gebombardeerd en inderdaad 'opgekuist'. In Mein Kampf nam
Hitler deel aan de stigmatisering van het Jodendom dat hij omschreef
als "kiem
der ontbinding in volkeren en rassen en (...) de vernietiger der
menselijke cultuur en vervolgens kon hij hen kritiekloos
uitroeien: zes miljoen joden werden vergast. "Macrosociale
transformaties (...) hebben hun uitwerking op de alledaagse omgang,
ook in een genocidale situatie. Het regime bemiddelt (...) tussen
deze twee niveaus door (...) [een] mentaliteit te selecteren (...)
[en] door de constructie van een vijandbeeld (...). Al evenzeer van
belang is de rechtvaardiging door het regime van geweldsgebruik onder
verwijzing naar de beschikbare morele argumenten." (de
Swaan, 17)
Met de daarop volgende
zin karakteriseert de Swaan het thema van het boek 'over
genocidale regimes' en deze zin stemt tot nadenken, ook en vooral
omdat de gelaakte praktijken bij nader toezien alles behalve een
ver-van-mijn-bed-show blijken: "Wezenlijk
zijn de inspanningen van het regime om de moordenaars te rekruteren,
om compartimenten van vernietiging te creëren en de doelgroep te
isoleren." (de Swaan, 17)
Vijandschap volgt uit
groepsvorming omdat identificatie met sommigen ook uitsluiting van
anderen meebrengt. Vijandschap kan uitmonden in collectief geweld,
exploderend in massavernietiging. Deze wordt mogelijk door de creatie
door het regime van "compartimenten waar
gewelddaden konden en moesten worden begaan met volle overgave en in
volkomen straffeloosheid. (...) De daders beschouwen het als een
smerig karwei dat geklaard moest worden." (de Swaan,
17-18) Daarbij "wordt de doelgroep in alle
opzichten steeds verder afgescheiden van de mensen van het regime"
uiteindelijk worden zij uitgeroeid. "De
ver doorgevoerde compartimentalisatie maakt het mogelijk dat mensen
in andere domeinen van de samenleving kunnen blijven functioneren
alsof er niets gebeurd is. (...)
[zij] doen alsof er niets
gebeurd was." (de Swaan,
19-23) Helaas is uit de experimenten van Stanley Milgram gebleken dat
een meerderheid van alle mensen hiertoe in staat is. "Zodra
er een eind kwam aan de genocidale episode, probeerden het regime en
zijn daders te verbergen wat er was voorgevallen, alle bewijs te
vernietigen, een algeheel stilzwijgen te handhaven en elke aanzet tot
onthulling van de feiten te voorkomen". (de Swaan, 25)
Andermaal: wij vrezen
terreurdaden en wij gedenken de tientallen miljoenen gesneuvelde
soldaten uit de voorbije eeuw maar veel
schrikwekkender zijn de goed georganiseerde en geheim gehouden
massamoordpartijen door onze regimes op tenminste 100 miljoen
ongewapende burgers.
(J.B., 29.11.2017)
Verwijzingen:
Abram de Swaan, The
Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators,
2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van vernietiging.
Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014).
25-11-2017
Over de blinde ijver van de geboortebeperkers â (deel 4): geboortebeperking en slavernij
Over
de blinde ijver van de geboortebeperkers
(deel
4): geboortebeperking en slavernij
De vraag
hoe het dan in godsnaam mogelijk is dat de slavernij in de wereld van
het derde millennium nog steeds niet uitgeroeid werd en bovendien nog
dreigt toe te nemen, blijkt niet zo gemakkelijk te beantwoorden en de
reden voor dat kennelijke onvermogen ligt veelal in het feit dat niet
alleen de slavernij onzichtbaar werd gemaakt maar dat bovendien de
maatregelen om haar een halt te roepen de pas afgesneden worden.
Slaven zijn
mensen die hun leven danken aan de gehoorzaamheid die zij bieden aan
hun uitbuiters tot wiens lijfeigenen ze aldus gereduceerd werden.
Slaven leven maar zij zijn niet vrij, zij leven in onvrijheid en dat
houdt in dat ze hun leven aan deze onvrijheid danken: een slaaf die
beslist om niet langer onvrij te zijn en dus om niet langer te
gehoorzamen, wordt door zijn uitbuiter gestraft, gemarteld en indien
hij weerbarstig blijft, uiteindelijk ook gedood. Voor een slaaf
betekent onvrijheid, leven en staat vrijheid gelijk met de dood.
Het
archetypische verhaal dat de mens situeert als een fundamenteel
onvrij wezen, vindt men terug in de mythe van de zondeval: in het
paradijs wordt aan Adam en Eva verboden om te eten van één enkele
boom, en de gebruikmaking van de vrijheid om dat alsnog te doen,
gebeurt op straffe van de dood. Met deze mythe wordt de mens eens en
voorgoed als slaaf gebrandmerkt.
Omdat voor
een slaaf onvrijheid gelijkstaat met leven, en vrijheid met de dood,
leven al degenen in slavernij die moeten werken om in leven te kunnen
blijven en dus zij die om den brode werken en die verder
helemaal niets meer ontvangen: niets voor diegenen met wie zij leven
vrouw en kinderen en ook niets waarmee zij in het eigen
onderhoud moeten voorzien in geval van ziekte of werkonbekwaamheid
door een hoge ouderdom. Het interesseert hun uitbuiter immers niet
wat er met zijn slaven gebeurt als zij niet langer bruikbaar zijn en,
áls zij al een gezin hebben, hoe dat gezin dan wel zal overleven. In
wat andere bewoordingen, leven al diegenen in slavernij die moeten
werken om den brode zonder dat aan hen sociale rechten worden
toegekend zoals een ziekte-, ongevals- en
werkloosheidsverzekering en pensioenrechten.
Het zich
niet verzetten tegen de rechteloosheid die van de arbeid slavernij
maakt, betekent het goedkeuren ervan; het is de instemming met de
slavernij en het zich mede schuldig maken daaraan.
Wanneer
mensen die leven in slavernij en die derhalve geen sociale rechten
genieten, veel kinderen kopen in de hoop om aldus enkele wrede
gevolgen van dit euvel enigszins te kunnen compenseren, handelen zij
op grond van een natuurrecht dat zich vertaalt in het recht op daden
die het zelfbehoud bewerkstelligen. Zij handelen net zoals mensen die
stelen omdat zij anders van honger omkomen.
Het dwingen
van mensen tot geboortebeperking met het argument dat zij dreigen het
soortbehoud in het gedrang te brengen (door het vermeend veroorzaken
van in casu overbevolking in plaats van onderbevolking) terwijl zij in
wezen handelen zoals zij handelen met het oog op zelfbehoud, is
ongeoorloofd.
Het is
ongeoorloofd om twee redenen. Vooreerst is er het argument dat reeds
ter sprake kwam, namelijk het feit dat er feitelijk helemaal geen
overbevolking is er is wél een voedseldistributieprobleem
dat geïnduceerd wordt door potentaten of slavendrijvers. Maar ten
tweede is het opdringen van geboortebeperking ongeoorloofd omdat bij
de slachtoffers het recht op zelfverdediging aan de orde is en
dus níet, zoals het uitschijnt, het recht op het krijgen van
kinderen maar het recht op zélfbehoud.
De
capitulatie voor het onrecht van de slavernij waaraan de
geboortebeperkers zich schuldig maken door de remediëring van het
probleem te gaan zoeken bij gedwongen of afgedwongen sterilisatie,
kan op geen enkele moreel verantwoorde wijze worden verdedigd.
Bijkomend
is er het probleem van het dubbele lijden bij de slachtoffers
van deze vorm van wat een misdaad tegen de mensheid moet heten, want
naast het leed van de slavernij als zodanig waaraan de slachtoffers
door een dergelijke bejegening onderworpen worden, is er bovendien
het leed dat volgt uit de quasi onmogelijkheid tot verzet daartegen
omdat het gaat om een misdaad welke gepleegd wordt in een bijzonder
moeilijk aan het licht te brengen verkapping. Bedoeld wordt de
verkapping waarbij de geboortebeperkers of dus de daders van de
misdaad voortaan worden beschouwd als agenten van de menslievendheid
terwijl de slachtoffers de slaven de schuld in de schoenen
krijgen voor de hongerdoden die zouden kunnen vallen onder hun
kroost. Het verwisselen van daders en slachtoffers is een bekende
tactiek in de wereld van de misdaad waarmee criminelen zeer dikwijls
met groot succes weten weg te komen.
Deze niets
ontziende tactiek zorgt bij de slachtoffers uiteraard voor een
frustratie die niet zelden leidt tot een totaal verlies van
levenslust en van zin, met de gekende gevolgen van dien. Het is
dezelfde frustratie die de slachtoffers van pesten kenmerkt omdat de
essentie van het pesten ligt in het zich verbergen van de misdaad of
in de onmogelijkheid van het slachtoffer om zichzelf als slachtoffer
te profileren om uiteenlopende redenen welke door de dader goed
worden voorzien en dat zijn onder meer de volgende drie. In eerste
instantie zijn er dan geen getuigen omdat de misdaad gebeurt met de
dader(s) en het slachtoffer als enige getuigen; ten tweede wordt een
ongeloofwaardig slachtoffer uitgekozen (een zwak iemand, een
ouderling, een gehandicapte...) ofwel wordt het slachtoffer
ongeloofwaardig (monddood) gemaakt (of er wordt op het slachtoffer
karaktermoord gepleegd); ten derde heeft de dader een al te grote
geloofwaardigheid (bijvoorbeeld omdat hij een vooraanstaand persoon
is zoals een pastoor of iemand die zijn feitelijke misdaad
professioneel bestrijdt, zoals een politieagent).
In het
geval van geboortebeperking gepland door een organisatie zoals de VN
een vertegenwoordiging van zo goed als alle landen ter wereld
is het bijgevolg quasi onmogelijk om deze 'pesterij' als zodanig aan
het licht te brengen. De slavernij blijkt aldus met een werkelijk
onnavolgbaar succes geïnstitutionaliseerd te worden in de wereld van
het derde millennium.
(Jan
Bauwens, 25 november 2017)
22-11-2017
Over de blinde ijver van de geboortebeperkers (deel 3)
Over
de blinde ijver van de geboortebeperkers (deel 3)
De
plannen van sommigen om in de derde wereld de honger te gaan
bestrijden middels sterilisatie en andere geboortebeperkende
middelen, gaan uit van de vooronderstelling dat het beter is om
mensen hetzij tegen hun wil, hetzij op een corrupte manier steriel te
maken (in het tweede geval in casu door aan de hongerlijders
in ruil voor deze vorm van zelfverminking een bonus te beloven) dan
hen kinderen te laten krijgen die bij het ongewijzigd blijven van
de huidige onrechtvaardige wereldpolitiek een grote kans lopen om
te verhongeren.
De
immoraliteit van de geboortebeperkers ligt niet in het feit dat zij
het steriel maken van mensen verkiezen boven het moeten toekijken op
hun verhongerende kinderen want hongersnood is nu eenmaal niet
onvermijdelijk. De immoraliteit bestaat erin dat de geboortebeperkers
zich a priori hebben neergelegd bij de huidige politiek welke
aan arbeiders een billijk loon en een pensioen onthoudt (waardoor zij
uit wanhoop met betrekking tot hun oude dag, kinderen kopen die zij
niet voeden kunnen). Immoreel is dat de geboortebeperkers zich tegen
dit onrecht niet verzetten, dat zij voor dit onrecht onverschillig
blijven en dit de klacht ten spijt van Primo Lévi die de
onverschilligheid ontmaskert als een erger kwaad dan de genocide.
Door
aan mensen de hoop te ontnemen dat zij ooit kinderen zullen kunnen
krijgen, ontneemt men hun de eigen toekomst en de zin van hun leven.
Aan mensen de zin van hun leven te ontnemen, staat gelijk aan moord
omdat de zin de enige drager is van het zijn: in een zinloos bestaan
heeft men zichzelf overleefd.
(J.B.,
22 november 2017)
19-11-2017
Over de blinde ijver van de geboortebeperkers (deel 2): Gesprek tussen dokter Malthitus, Mama Mumba en Papa
Over
de blinde ijver van de geboortebeperkers
(deel 2):
Gesprek
tussen dokter Malthitus (T), Mama Mumba (M) en Papa (P)
T:
Goedenavond, mevrouw, mag ik mij voorstellen? Dokter Malthitus, maar
zeg gerust Thitus. Aangenaam! En met wie heb ik de eer?
M: Dag dokter. Ik ben
mama Mumba, aangenaam. En dit zijn mijn vier kinderen: Anna, onze
oudste dochter, zij is zes jaar en zij helpt al goed in het
huishouden; Karel, vijf jaar oud, Frans, vier en Katrien, twee. We
zijn nu in blijde verwachting van het vijfde. En dat daar is mijn
betovergrootje, wij noemen hem Papa (P)... (Ze wijst naar een
stokoude man die gehurkt neerzit in de schaduw van de hut; hij heeft
geen handen.)
P:
Mmmm!
T:
Hallo, allemaal!
M: Maar... kinderen!
Laat de dokter eens met rust, jullie bevuilen zijn pak! Excuseert u
mij, dokter, ze zijn wild, ze zijn altijd zo als ze een blanke zien;
de paters, weet u wel, brengen soms kadootjes mee, vandaar... Maar
wat kan ik voor u doen, dokter?
T:
Wel, hebt u een klein ogenblikje, dan leg ik u uit wat wij voor ú
kunnen doen.
M: Vertel maar,
dokter, maar neem me niet kwalijk dat ik intussen gewoon doorga met
het stampen van manjok, ik moet nog water halen ook vandaag.
T:
Geen probleem. Wel, ik heb hier een doosje meegebracht...
M: Toch geen
inspuitingen, dokter? Kijk, de kinderen lopen al weg, ze zijn bang
voor injectienaalden...
T:
Neen, geen naalden!
M: Inentingen dan?
T:
Ook niet, wees maar niet bang, het zijn gewoon pillen. Kleine,
onschuldige, blinkende pilletjes!
M: Ja? En tegen welke
ziekten zijn ze werkzaam? En hoeveel kosten ze?
T:
Ze zijn volledig gratis en zelfs meer dan dat: als u ze inneemt, hebt
u ook nog recht op een bonus van 200 dollar!
M: 200 dollar!? Maar
dat bedrag verdienen wij niet in een heel jaar! Maar zegt u eerst
eens waartoe die pillen dienen, dokter, want wij hebben hier helemaal
geen zieken en als dit geen inentingen zijn, wat zijn het dan wel?
T:
Wel, het zijn een soort van preventieve medicamenten!
M: Hemeltje! Maar dan
worden wij bedreigd! En mogen wij ook weten door welke kwaal of
kwalen wij bedreigd worden?
T:
Wel, eerlijk gezegd is het de dood die jullie hier bedreigt.
M: De dood!? Hoezo,
de dood!?
T:
Jammer genoeg wel: jullie worden hier bedreigd door een massale
sterfte, zo moet ik het zeggen als ik rechtuit spreek.
M: Een massale
sterfte? Erger nog dan aids?
T:
Erger nog, ja, het spijt mij. Maar... als u deze pillen neemt, dan
voorkomt u al dat onheil en daarom ook ben ik naar hier gekomen en is
dat geen goed nieuws?
M: Ik moet zeggen dat
dit een beetje klinkt zoals van een leurder, neemt u mij niet kwalijk
dat ik het zo zeg, dokter, het kwam gewoon bij me op... Maar vertelt
u verder!
T:
Wees gerust, ik zei toch dat het allemaal gratis is en dat er
bovendien een bonus aan vasthangt. Wees niet bang, ik ben geen
leurder, ik ben een dokter en ik werk samen met de plaatselijke
authoriteiten. Kijk, dit zijn mijn papieren, mijn portret hangt hier
uit aan het gemeentehuis.
M: Hemeltje! Ik ben
er nog niet van bekomen... massale sterfte... een nieuw virus dan
toch? Een epidemie?
T:
Ja, een epidemie... euh, neen... het is te zeggen...
M: Spreek rechtuit,
dokter, het is een epidemie, nietwaar?
T:
Eerlijk gezegd wel, ja.
M: Een virus dus?
T:
Geen virus...
M: Wat dan wel? Een
bacterie?
T:
Neen, neen...
M: Groter dan een
bacterie dus! Ratten? Zijn het ratten?
T:
Welneen...
M: Nog groter dus dan
ratten? Knaagdieren? Is het een epidemie van knaagdieren? Uw
stilzwijgen maakt ons bang, dokter, spreek dus rechtuit, wij hebben
recht op de waarheid! Welke beesten bedreigen ons? Zeg het!
T:
Wel, eerlijk gezegd, het is een epidemie van...
M: Van wat?
T:
Wel, eigenlijk... van mensen.
M: Wat!? Maar wat
bedoelt u? Is er een inval? Dreigt er oorlog? En wat kunnen pillen
daar dan aan verhelpen? Maar u spreekt onbegrijpelijk taal!
T:
Kijk, in deze doosjes zitten sterilisatiepillen.
M: Wablieft!? Maar u
komt ons toch niet vragen dat wij dit vergif innemen? Maar dan kunnen
wij geen kinderen meer krijgen!? En dan moeten wij verhongeren van
zodra wij niet meer kunnen werken! U weet toch dat wij hier geen
pensioen genieten!?
T:
Als gij kinderen krijgt dan moeten zij verhongeren en uitgerekend dat
willen wij voorkomen, ziet u? Op die manier willen wij hier de
hongersnood bestrijden.
M: Maar hebt ge dat
ooit al gehoord! U komt hier de honger bestrijden door ons van onze
kinderen te beroven!?
T:
U moet het positief bekijken...
M: Uiteraard zullen
onze kinderen niet verhongeren als wij er geen hebben, maar wat voor
logica is me dat!? En wijzelf zullen dan zeker en vast verhongeren!
Ons volk zal uitsterven!
P:
Houw!
M: Wat is er papa?
Luister, papa wil iets zeggen...
P:
Zie je wel, Mama: zei ik het niet? Jullie komen ons uitroeien en dan
kunnen jullie dit land hier bezetten en het verder plunderen!
M: Maar is dat waar!?
En u noemt zich een dokter?!
P:
Ik noem u een handlanger van de westerse potentaten. Of denk u
misschien dat wij jullie nog niet kennen?
(Hij
toont zijn stompjes).
Meer
dan honderd jaar geleden kwamen jullie naar hier om ons te bekeren
tot de ware god en in het spoor van uw paters en nonnen volgden
gouverneurs die ons volk te werk stelden op de rubber- en de
suikerrietplantages. Twintig miljoen mensen telde ons land toen nog
en twintig jaar later waren dat er nog acht miljoen. Twaalf miljoen
landgenoten vonden de dood nadat ze wegens ondermaats presteren in
slavernij het hoofd of de handen werden afgehakt. En nu bent u daar
terug, dit keer niet met geweren en met messen maar met pillen, de
nieuwste wapens van de blanke man. Tweehonderd dollar, zei u? Maar
meneer, bent u niet beschaamd? (*)
Er is heisa
omtrent een priester die zou hebben verzuimd om hulp te bieden
aan een burger in nood, meer specifiek zou hij geen hulp geboden
hebben aan een man die hem zijn zelfmoordplannen (telefonisch) kenbaar
zou hebben gemaakt en ter verdediging beroept de priester zich op het
biechtgeheim.
Gesteld dat
het niet bieden van hulp vanwege een persoon aan wie iemand zijn
zelfmoordplannen heeft kenbaar gemaakt, gelijkstaat aan schuldig
verzuim, dan rijst uiteraard onmiddellijk de vraag naar de schuld van
personen van wie de hulp aan mensen welke aan hen hun wil tot
zelfmoord kenbaar hebben gemaakt, bestaat uit het aanreiken van
zelfmoordmiddelen of het bieden van hulp bij het voltrekken van de
zelfmoord.
In wat
andere bewoordingen: als iemand die niets onderneemt om een ander van
zijn zelfmoordplannen af te brengen, schuldig verzuim pleegt, wat dan
gezegd van mensen die het niet alleen verzuimen om een ander van zijn
zelfmoordplannen af te brengen, maar die hem op de koop toe helpen om
die daad te voltrekken?
Nu is
euthanasie niets anders dan een wat andere benaming voor moord in de
in wezen onmogelijke vorm van 'hulp bij zelfmoord'. Zij wordt
gepleegd door de helpers van de zelfmoordenaar, zij het op diens
verzoek, wat euthanasie maakt tot een vorm van moord op verzoek. De
plegers van euthanasie zijn niet gebonden aan het biechtgeheim daar
zij per definitie geen priester kunnen zijn omdat het katholicisme de
praktijk van de euthanasie laakt; zij zijn leken. In de onderhavige
context plegen deze leken niet alleen schuldig verzuim maar bovendien
maken zij zich schuldig aan moord met voorbedachte rade.
Eveneens
waar medici hulp bieden bij het ombrengen van een ongeboren kind, is
niet alleen sprake van schuldig verzuim wegens meer specifiek het
niet bieden van hulp aan een ongeboren kind dat in levensgevaar
verkeert maar tevens is ook daar sprake van het bieden van hulp bij
moord andermaal met voorbedachte rade. Tenzij men ervan uit gaat
dat ongeboren mensen geen recht op leven hebben en dat zij dat recht
pas ontvangen eenmaal zij niet slechts mens maar ook nog eens burger
zijn. In dat laatste geval wordt het mens-zijn beschouwd als een
subcategorie van het burgerschap in plaats van andersom een
perversiteit die als consequentie heeft dat principieel ook aan
(onder meer) dieren een burgerlijk statuut kan worden toegekend dat
hun het recht verschaft op leven... terwijl ongeboren mensen dat
recht dan maar moeten missen.
Deze twee
vormen van moord euthanasie en abortus werden weliswaar
anders dan met de term 'moord' benoemd en ook kregen zij om
onbegrijpelijke redenen een legaal statuut gekenmerkt door volstrekte
straffeloosheid, maar zij vallen in wezen daadwerkelijk samen met
moord.
Oordeelt de
rechter dat de priester in kwestie schuldig verzuim heeft gepleegd,
betekent deze veroordeling dan niet meteen de veroordeling van alle
medewerkers aan alle gevallen van euthanasie en abortus en dit
met terugwerkende kracht?
(Jan
Bauwens, 16 november 2017)
15-11-2017
Over de hardnekkige blinde ijver van de geboortebeperkers â (deel 1): een interview met Omsk Van Togenbirger
Over
de hardnekkige blinde ijver van de geboortebeperkers
( deel 1): een interview met Omsk Van Togenbirger
OVT
(Omsk Van Togenbirger): Onlangs interpelleerde mij een heer, een
geleerde heer, over het thema van de geboortebeperking zoals u
weet, een onderwerp waarover steeds meer wordt gesproken terwijl men
er niet omheen kan dat al die gesprekken allerminst een verheldering
van de problematiek tot gevolg lijken te hebben en het is zelfs mijn
zeer sterke indruk, al kan ik mij uiteraard ook schromelijk
vergissen, dat wij hier omtrent een ware processie van Echternach
meemaken. Maar wat zeg ik? Het is nog erger dan een
Sint-Willibrordusprocessie want in die ommegang geraakt men
uiteindelijk nog op zijn bestemming, terwijl men in de onderhavige
discussie allerminst kan vorderen aangezien aldaar twee stappen
voorwaarts telkenmale worden gevolgd door drie achterwaarts. Het is
mij een raadsel hoe men er inderdaad niet in slaagt om over dit
onderwerp de voorhanden zijnde feiten zodanig met elkaar te verbinden
dat men met de logica, die ons sinds een paar duizend jaar bij het
denken behulpzaam is, daaruit de juiste conclusies kan trekken. Maar
waar was ik alweer gebleven?
U
had het over een geleerde heer die u interpelleerde...
OVT:
Inzake de zogenaamde
overbevolking, inderdaad: wij moeten dringend aan geboortebeperking
doen, zo stelde hij, niet alleen hier in het westen maar ook en
vooral in de rest van de wereld, in de derde wereld, zo zei hij...
En
u bent het met hem niet eens?
OVT:
Alvast heb ik hem onmiddellijk
gevraagd of hij de nieuwsberichten een beetje volgt, want bij mijn
beste weten heeft men het nu welhaast dagelijks over de Europese nood
aan immigranten: als wij niet dringend en massaal mensen naar hier
halen, dan kunnen we morgen onze pensioenen niet meer betalen en
zitten we binnen de kortste keren met een enorm tekort aan
werkkrachten en dan vooral met een tekort aan hoog opgeleide mensen.
U weet toch ook dat het gemiddeld aantal kinderen per gezin geslonken
is tot een bijzonder bedroevend cijfer, ik geloof dat er in bepaalde
regio's geen twee meer zijn, met een ongeziene vergrijzing en een
haast niet te dragen massa aan zorgbehoevenden tot gevolg. Maar
misschien heb ik dat gedroomd, verbetert u mij alstublieft indien ik
dingen zou vertellen die niet met de waarheid stroken: is hier
momenteel geen tekort aan mensen in plaats van een teveel?
Er
wordt inderdaad geregeld bericht dat er een tekort dreigt ofschoon er
werkloosheid is, maar men heeft het dan wel vooral over hoog
opgeleide werknemers en uiteraard niet over zorgbehoevenden.
OVT:
Jaja, dat dacht ik al en sta mij
toe dat ik uw welkome opmerking in stapjes beantwoord, te beginnen
met de werkloosheid.
Ga
uw gang!
OVT:
Men heeft nood aan sterke, jonge mensen, aan vaklui die ons werk
willen komen doen en niet aan zorgbehoevenden: economische
vluchtelingen, kinderen, mensen die om asiel vragen zoals
oorlogsvluchtelingen of personen die in hun land van herkomst
mishandeld worden terwijl zij helemaal geen criminelen zijn, kunnen
wij hier missen als de pest zo klinkt het steeds vaker in de
politieke middens en dan vooral in rechtse kringen en onder de meer
gegoeden.
Wat
begrijpelijk is.
OVT:
Begrijpelijk weliswaar maar daarom nog niet goed te praten omdat
er, zoals u zeker weten zult, ook afspraken gemaakt zijn binnen de VN
omtrent de rechten van de mens. En echt ergerlijk wordt het waar
sommigen geloven te kunnen argumenteren dat het beter is om de
armlastigen te weren in deze contekst dan door hen van voldoende
voorbehoedsmiddelen te voorzien en door de invloed van religies die
het gebruik ervan verbieden, te beperken.
Maar
u kunt toch niet loochenen dat het verbod op voorbehoedsmiddelen geen
goede zaak kan zijn?
OVT:
Maar zegt u mij eerst eens, mijn
waarde heer: waar vandaan die irrationele en kennelijk onstuitbare
drang of zelfs dwang van sommigen om nu ineens de geboortes te gaan
beperken?
Overbevolking!
OVT:
Niet te geloven!
Malthus!
OVT:
Maar dat kunt u niet menen! Dit gaat werkelijk alle verbeelding
te boven!
Wat
bedoelt u? Is het dan niet zo dat er dagelijks twintig- tot
dertigduizend kinderen sterven ingevolge ondervoeding?
OVT:
Jazeker! Maar wat heeft het bevolkingsaantal daarmee te maken?!
Maken
wij dan niet de zogenaamde Malthusiaanse catastrofe mee? De toestand
waarbij er voedseltekort is doordat de bevolking exponentieel
aangroeit terwijl de voedselproductie haar niet kan bijbenen omdat
zij lineair en dus lang niet zo sterk toeneemt?
OVT:
Dat is inderdaad wat Malthus vreesde, maar een vrees is lang nog
geen wetenschap en de geschiedenis heeft Malthus overigens in het
ongelijk gesteld.
Maar
is dat zo?
OVT:
Malthus vreesde het zich voltrekken van de naar hem genoemde
catastrofe nog tijdens zijn leven en hij leefde van 1766 tot 1834 en
dus ten tijde van de industriële revolutie die omstreeks 1750 een
aanvang nam. Malthus voorzag echter niet dat intussentijd door de
massaproductie niet alleen het aantal Europeanen bijna verdubbelde:
ook hun levensmiddelen verveelvoudigden zich. Het gevolg was dat de
door hem en door zijn volgelingen gevreesde catastrofe uitbleef.
Malthus had zich vergist, hij had helemaal geen rekening gehouden met
de onvoorspelbaarheid van de geschiedenis. En deze fout begaan de
Malthusianisten vandaag nog steeds: zij blijven vrezen dat ook
vandaag nog een Malthusiaanse ramp zich dreigt te voltrekken. Dit
terwijl even goed het tegendeel zou kunnen gebeuren, zoals trouwens
meermaals werd opgemerkt door de geleerde heer die mij over het
onderwerp interpelleerde en die medicus is en als geen ander kennis
heeft van de gevaren van antibiotische stoffen en allerlei
bestrijdingsmiddelen, welke immers resistentie uitlokken, met als
gevolg de dreiging van een rampzalige terúgloop van de
wereldbevolking! U hebt toch ook al gehoord over superbacteries en
ziekenhuisbacteries?
Mja...
Een
terugloop, inderdaad, en die kan ook nog in gang worden gezet door
vele andere zaken zoals een nucleaire catastrofe, een kernoorlog, een
natuurramp of een epidemie. Hoe dan ook is er momenteel geen sprake
van dat de wereld overbevolkt zou zijn en de trieste cijfers over de
hongerdoden hebben helemaal geen uitstaans met een vermeend
voedseltekort en nog veel minder met een vermeend teveel aan mensen
op deze aardbol.
Hoezo?!
Honger heeft toch te maken met voedseltekort!?
OVT:
Honger heeft te maken met voedsel maar niet met voedselproductie. Er
wordt genoeg voedsel geproduceerd om iedereen twee keer te voeden en
die productiecapaciteit kan reeds vandaag met een factor tien worden
opgedreven. Met de productie van voedsel is er helemaal niets mis,
het is de voedseldistributie welke mank loopt! De verdeling van
voedsel wordt gestoord door oorlog en dan in het bijzonder door
economische oorlog. U weet dat de honger is voor de machthebbers wat
het aambeeld en de hamer zijn voor de smid: de honger is het werktuig
bij uitstek van de potentaat. De honger helpt de rijken hun
machtspositie te behouden omdat alleen door de instandhouding van de
honger, het afschrikmiddel van de hongerloners werkzaam is en zo
blijft de slavernij bestaan. We mogen hier meteen het onderwerp van
de werkloosheid bij te pas brengen omdat het werkloosheidscijfer door
de werkgevers kunstmatig hoog gehouden wordt en dit met geen andere
bedoeling dan om op die manier de marktwaarde van de werkbehoevenden
minimaal te houden, zoals reeds Karl Marx heeft opgemerkt in het
eerste hoofdstuk van Das Kapital.
Maar
zegt u dat nu eens in eenvoudige bewoordingen!
Zolang
er meer werkzoekenden zijn dan jobs, zijn het niet de werkzoekenden
maar wel de jobs die begeerd worden. De paradox waar onze jonge
werkkrachten heden tegenaan kijken is deze, dat het bijna zo is, dat
jobs onbetaalbaar zijn geworden.
Maar
dat klinkt wel heel vreemd!
OVT:
Een bijzonder vreemde paradox, zoals u ziet, die onbetaalbare jobs,
want jobs horen werktuigen te zijn om geld mee te verdienen. In feite
delen zij steeds meer met andere werktuigen de eigenschap dat men ze
eerst moet kunnen aanschaffen vooraleer men er munt kan uit slaan.
Mensen die helemaal niets bezitten, moeten dus eerst geld gaan lenen
om een job te kunnen bekostigen vooraleer ze ook effectief aan de
slag kunnen en kunnen beginnen met het terugverdienen van het
geleende geld én de interesten op die lening.
U
bedoelt dat de jobs te duur zijn voor de armen?
Ja,
jobs zijn dure dingen en om die reden kunnen de armlastigen ze niet
bekostigen: de studies, om te beginnen, de nodige sociale relaties,
de machtsposities, het kost allemaal handenvol geld. En we hebben het
nog niet gehad over die jobs waar men zich in feite moet in kopen, de
prestigejobs en de sleutelposities in het machtsspel... Neen, de
zaken zo voorstellen alsof een job nog steeds een werk is dat gedaan
moet worden en dat dan gecompenseerd wordt met een loon, is vals
spelen want dat is uit de tijd: vandaag zijn de zaken een beetje
complexer geworden...
U
beweert dus dat er van overbevolking geen sprake is...
OVT:
Sprake wel, er wordt over
gesproken maar er wordt ook gesproken over het omgekeerde: een
terugloop van de bevolking. Maar dat gebeurt helemaal niet omdat er
een probleem zou zijn met de bevolkingsdichtheid, het gebeurt slechts
omdat men vréést dat de bevolkingsdichtheid wel eens problematisch
zou kunnen worden en dat in eender welke zin. En omdat men niet weet
in wélke zin zich problemen zouden kunnen voordoen, kan men er ook
niet op anticiperen. Enfin, het heeft geen enkele zin om er over te
praten!
Maar
wat is dan het probleem?
OVT:
Het probleem, mijn beste, is
zoals ik reeds zei de eigenaardige toestand welke gekenmerkt wordt
door het feit dat steeds meer mensen geloven dat men dringend aan
geboortebeperking moet gaan doen terwijl daarvoor geen enkele goede
reden bestaat! En zeg nu zelf: is dát geen gigantisch probleem? Waar
men ook gaat of staat, loopt men mensen tegen het lijf die spandoeken
dragen waarop zij het vrij gebruik van voorbehoedsmiddelen propageren
en waarop het spookbeeld van de overbevolking in de verf wordt gezet!
Mensen die gesprekken aangaan met anderen over het thema van de
overbevolking alsof dit een onbetwistbaar feit was! Kunt u zich iets
ergerlijkers voor de geest halen dan dat? Want wat is ergerlijker dan
iemand die u aanspreekt over de nood om dringend naar oplossingen te
gaan zoeken voor een probleem dat niet eens bestaat? "Mijnheer,
mevrouw, morgen betogen wij tegen de overbevolking, mogen wij rekenen
op uw aanwezigheid?" Ze houden u staande midden op straat:
"Mijnheer, u wordt vriendelijk uitgenodigd morgenavond om acht
uur in de grote aula waar de vooraanstaande professor Stephanos in
debat zal gaan met andere prominente filosofen over mogelijke
oplossingen aangaande het prangende probleem van de overbevolking!"
U antwoordt: "Mijn waarde heer, ik dank u voor de uitnodiging,
maar het moet dringend worden gezegd dat er verduiveld helemaal geen
sprake is van overbevolking!" Onmiddellijk moet men dan de
bijzonder ergerlijke repliek aanhoren: "Bent u dan nog niet op
de hoogte, waarde heer? Dan moet u zeker en vast komen: elke dag
immers sterven dertigduizend kinderen door ondervoeding, wist u dat
dan nog niet?" En antwoordt u dan: "Excuseert u mij, maar
het hongerprobleem heeft helemaal niets te maken met een te geringe
voedselproductie, het is een zaak van voedseldistributie, een gevolg
van economische oorlog: de honger is een wapen in de handen van de
potentaat waarmee hij zich van zijn machtspositie verzekert",
dan weerklinkt prompt het antwoord: "Honger is een feit en
willen wij de honger uit de wereld helpen, dan moeten wij op staande
voet werk gaan maken van geboorteregeling".
De
geleerde heer die mij onlangs in dit verband interpelleerde, gaf mij
ten antwoord dat het hoe dan ook raadzaam is om de bevolking in te
perken en wel hierom, en ik citeer: "Hoe minder mensen er zijn,
hoe minder slachtoffers van ondervoeding!" En ziet u welk
verkapt criterium hier gehanteerd wordt?
De
ideale toestand is deze waarin zo weinig mogelijk mensen moeten
lijden?
Inderdaad:
als er tien mensen zijn, dan kunnen er tien buikpijn krijgen; zijn er
maar vijf, dan wordt het lijden gehalveerd en het ideaal laat zich
algauw raden: waar helemaal géén leven is, is er ook geen lijden!
En was het niet dat wat gepropageerd werd in het Derde Rijk destijds?
De rotte appels moeten uit de mand want ze maken de hele mand ziek en
dus vergassen wij wie ons inziens niet deugen! Geen geneeskunde, geen
opvoeding met hoogopgeleide artsen en leraren om mensen gezond en
wijs te maken: wég met al die inspanningen want beulen volstaan om
de zwakken te elimineren! Inderdaad, de natuur kent alleen het recht
van de sterkste en wat is er mis mee als wij de natuur een handje
helpen? Men noemt deze barbarij vandaag de exclusieve
samenleving zij staat tegenover de inclusieve samenleving of de
verzorgingsstaat. "Moeten wij dan onze jonge en gezonde krachten
laten sneuvelen aan het front om de oude en zieke thuisblijvers in
leven te houden?" het zijn de woorden van massamoordenaar
Adolf Hitler in zijn waanzinnige toespraken en hij genoot heel wat
bijval. Op grote affiches van het propagandaministerie stond een
zieke in rolstoel afgebeeld, geflankeerd door een medicus, met
daarbij de tekst: "50.000 Rijksmark kost deze zieke jaarlijks
aan de staat en dit is úw geld, volksgenoten!" Met dit
zogenaamde euthanasieprogramma hebben de nazi's geschiedenis
geschreven: in luttele jaren tijd werden zes miljoen volksgenoten op
gruwelijke wijze omgebracht. In camions waarop de misleidende tekst
'Kaisers Kaffee' werden ze naar hun plaats van executie gebracht,
eigenhandig dolven zij hun graf. En bij de bevrijding werden de
lijken nog rap uit de massagraven opgedolven om in ovens verbrand te
worden en zo nog alle sporen uit te kunnen wissen.
Ik
stel voor dat wij het hierbij laten...
OVT:
Zoals u verkiest. Maar onthoudt
dan dit: het zijn niet de mensen die moeten uitgeroeid worden, het is
de oorlog!
Wordt er veel onzin
verteld over de zaken die wij kunnen zien en horen en over welke wij
iets kunnen weten en vernemen, dan wordt er nog veel meer onzin
verteld over de zintuiglijk onwaarneembare en de verstandelijk niet
benaderbare dingen met dan helemaal vooraan in het lijstje het
item van de dood die omstreeks dit jaargetij in de gedachten komt van
al wie in staat zijn zich enigerlei vormen en gestalten, incluis
gestalten van gedachten, te verbeelden.
Normaliter wordt de dood
van oudsher vergeleken met de slaap de dood zou namelijk een
exponent zijn van de slaap en als Shakespeare het bij het rechte eind
heeft waar hij zegt dat de slaap het tweede, ja, het hoofdgerecht
des levens dis is, dan
zou in dit licht de dood warempel het summum van het leven wezen: de
eeuwige slaap, de altijd durende rust, requiem aeternam.
Edoch, het zou wel eens
best kunnen dat deze opvatting, doorheen de eeuwen uitgegroeid tot
een gigantische idée fixe, er helemaal maar dan ook helemaal naast
is en tal van feiten wijzen bovendien ook in die richting. Dat wij er
niettemin blind voor blijven, mag zonder meer worden toegeschreven
aan het feit dat deze feiten, zoals alle ware en levende dingen,
incluis de ware gedachten, te kampen hebben met een of andere vorm
van de wet der traagheid, in casu de wet der gewoonte of
kortweg de gewenning: wij zijn zo gewoon geworden aan zekere leugens
dat wij de waarheid a priori als onrealistisch van de hand
wijzen.
Herinneren wij er om te
beginnen aan dat geleerden erachter gekomen zijn dat gedurende de
slaap onze hersenen veel sterker doorbloed worden dan in de
waaktoestand. Op zich zegt zulks weliswaar niet veel over het
bewustzijn als zodanig maar misschien zegt het ons wel iets over het
leven zelf, in die zin dat het ons ervoor waarschuwt om een toestand
van bewusteloosheid zomaar te identificeren met een toestand van
'minder levend' zijn. Het is ons overigens bekend en niemand zal
dat kunnen tegenspreken dat een optimaal functionerend organisme,
extatisch is wat wil zeggen: 'buiten zichzelf staand' en dat
het met andere woorden zichzelf helemaal niet of niet meer gewaar
wordt wat zeker niet gezegd kan worden van wie aan een of andere
ziekte lijden. Een orgaan dat zich laat voelen, is ziek
aldus een vaststaand feit zoals neergeschreven in de boeken van de
medische wetenschappen: deze waarheid betekent simpelweg dat optimaal
functionerende organen helemaal niet in ons bewustzijn verschijnen
en dat hóeven ze ook niet te doen wat met zich meebrengt dat wij
met betrekking tot onze gezonde organen in de waan verkeren dat wij
ze helemaal niet hebben. In dit onontwijkbare perspectief lijken,
enerzijds, optimaal leven en, anderzijds, bewustzijn elkaar zelfs
helemaal uit te sluiten. Ik word me pas bewust van het krijt
waarmee ik schrijf, op het ogenblik dat het breekt, zo schrijft
de grote Duitse wijsgeer Martin Heidegger en de onlangs overleden
artiest en ziener, Leonard Cohen, dicht het hem na: There is a
crack in everything that's how the light gets in.
Het leven waarin wij zo
spontaan bewegen, lijkt de normale gang van zaken terwijl het in
werkelijkheid een uitzonderingstoestand is en in de hoogdagen van de
natuurkunde en de biologie hebben zowaar tonnen inkt gevloeid om die
grote waarheid te illustreren. Tegelijk zijn wij dermate aan ons
bestaan gewend geraakt dat wij, geheel in ondankbaarheid verkrampt,
niet meer beseffen hoeveel geluk wij hebben om gedurende enkele
omwentelingen van de aarde om de zon, hier als levende schepselen te
mogen vertoeven.
Grote natuurkundigen en
filosofen hebben in geuren en kleuren uitgelegd hoe donker en hoe
onbetreedbaar de ganse kosmos is; zelfs miljarden lichtjaren ver is
geen levende ziel te bespeuren op deze kleine aarde na. Bevriezen
doet men terstond als men zich amper één enkele seconde lang
onbeschermd uit de dampkring van de aarde begeeft dat
flinterdunne vliesje dat omheen de aarde spant en uiteenspatten
doet men dan, men verbrijzelt onmiddellijk tot minder nog dan niets.
Hetzelfde geldt met
betrekking tot ons levende lichaam: onze gezondheid is een bijzonder
broos evenwicht de zogenaamde homeostase waaruit bij de
geringste schommeling zonder pardon en eens en voorgoed alle leven
wijkt.
Het leven is de
uitzondering, de dood is de regel. Maar leven en bewustzijn gaan niet
zomaar samen; het bovenstaande in acht genomen, lijken zij elkaar
zelfs uit te sluiten: het bewustzijn ontstaat namelijk waar pijn is
en pijn zegt dat er iets schort, ongemak is een signaal voor ziekte.
Zolang alles perst en klopt en schuimt zoals het hoort, kunnen wij op
twee oren slapen; pas van zodra iets fout loopt, worden wij 'het'
gewaar: het komt in ons bewustzijn en tegelijk is het daar dan
het bewustzijn zelf en zijn wij ons ineens bewust; wij
zijn bewust. Voordien wisten wij als het ware niet dat wij er
waren, het was alsof wij sliepen, alsof wij er helemaal níet waren.
Edoch, het was niet
alsof wij dood waren, aangezien het er de schijn van heeft dat leven
en bewustzijn elkaars complimenten zijn: een organisme in optimale
conditie, voelt zichzelf niet; pas een ziek lichaam, voelt dat het er
is, is zich bewust, doet het bewustzijn geboren worden:
"There is a
crack A crack in everything That's how the light gets in"
En als het zo is dat pas
het ongemak en de ziekte in ons bewustzijn verschijnen of, anders
gezegd, dat pas mét of via de ziekte het bewustzijn ín ons komt,
alsof ons bestaan pas dán een aanvang nam wat moeten wij in
diezelfde lijn dan besluiten met betrekking tot de dood welke
tenslotte het toppunt van het ziek-zijn is? Hebben wij er hoger
immers niet op gewezen dat de vergelijking van de dood met de slaap
op zijn zachtste gezegd misplaats is en dat het ongerepte leven en
het bewustzijn wel elkaars rivalen lijken? Mogen wij dan met
betrekking tot het vormen van enigerlei voorstelling van de dood, hem
nog langer vergelijken met de slaap? Het ziet er daarentegen veeleer
naar uit dat het stilaan de hoogste tijd wordt om die idée fixe te
laten varen en om eens te gaan denken aan het tegendeel, zoals
overigens reeds door meerdere zieners uitgesproken, onder wie de
grote Nederlandse psychiater en schrijver Frederik van Eeden die naar
aanleiding van de dood van zijn kind een boek schreef dat luistert
naar de titel Paul's ontwaken. De
dood kan gewis geen exponent zijn van de slaap, veeleer lijkt het
erop dat hij een exponent is van het leven, een ontwaken binnen het
ontwaken, een wakker worden in een wereld die nog echter is dan deze
waarin wij ons steeds zo wakker hebben gewaand.
(Jan Bauwens,
30 oktober 2017)
18-10-2017
Arbeidsethiek en de schuld van de zwaksten
Arbeidsethiek
en de schuld van de zwaksten
In functie van het
bepalen van de pensioenleeftijd, staat het dezer dagen opnieuw ter
discussie welke dan de zogenaamd zware beroepen zijn en daarbij komt
naast de fysieke belasting ook de psychische belasting of de stress
ter sprake: niet alleen bouwvakkers verslijten rapper aldus onze
BV's in de media maar bijvoorbeeld ook politiemensen,
verpleegkundigen en leraren.
Er moet nu echter op
gewezen worden dat in het hele verhaal telkenmale een welbepaalde
categorie wordt vergeten, ofschoon deze groep almaar aangroeit en
getuige de zelfmoordcijfers nog veel meer dan alle andere groepen
te lijden heeft onder stress en uitputting: de groep van de
werkzoekenden.
Om te beginnen wordt aan
werklozen de schuld gegeven voor het feit dat zij zonder werk zijn,
terwijl de werkvoorziening niet hun verantwoordelijkheid is maar die
van de regering. Een vakman moet weliswaar zijn vak kennen, maar het
is niet zijn vak om er voor te zorgen dat hij zijn beroep kan
uitoefenen: dat is de taak van de minister van werkgelegenheid en
zijn instrument daartoe is de RVA of, voluit, de Rijksdienst Voor
Arbeidsvoorziening zoals de naam zelf het zegt: een dienst van de
staat welke er moet voor zorgen dat er werk is voor iedereen.
Nochtans wordt niet de
RVA doch de werkloze ervoor gestraft als hij geen job krijgt en wel
op meer dan één manier. Vooreerst wordt hem verhinderd om het vak
dat hij geleerd heeft, uit te oefenen. Vervolgens wordt hij
financiëel gestraft met een geringe uitkering, met alle gevolgen
vandien met betrekking tot zijn bestaansmogelijkheden en deze van
zijn familie. Ten derde kan hij geschrapt worden als werkzoekende en
doorverwezen worden naar de bijstand. Ten vierde wordt hij helemaal
niet vernoemd in de lijst van de zware beroepen en kan hij dus niet
vervroegd met pensioen. Dit terwijl hij wel minder lang leeft
zowat tien jaren! ingevolge de hoge stress en de tekorten vanwege
de navenante armoede.
Last but not least
worden door de band deze feiten op de koop toe helemaal niet ernstig
genomen en zijn ze ook heel vaak onderwerp van spot. En de reden
hiervan moet gezocht worden in het miskleum van onze arbeidsethiek
zelf: werken wordt nog steeds gezien als een 'straf' welke
gecompenseerd moet worden met een loon. Dit terwijl in een gezonde
arbeidsethiek mensen ernaar verlangen om in hun job het beste van
zichzelf te geven, met of zonder loon. En voor een werk dat men heel
graag doet, is men indien mogelijk zelfs bereid om te betalen.
(J.B., 18 oktober
2017)
08-10-2017
Catalonië en de 'tekenen des tijds'
Catalonië en de 'tekenen des tijds'
In
de continentendrift van tientallen miljoenen jaren geleden verschoven
Zuidelijke aardkorsten noordwaarts, ze botsten tegen het
Euraziatische vasteland aan en vormden zo een serie bergketens de
Alpiene gordel. Eén van die korsten was het huidige Iberië (niet te
verwarren met het gelijknamige middeleeuwse koninkrijk in de
Kaukasus), dat zich aldus nog gauw bij Europa voegde een smak die
het ontstaan gaf aan de Pyreneeën. Het huidige Iberisch schiereiland
bevat Spanje en Portugal plus dwergstaat en belastingparadijs
Andorra, een klein stukje van Zuid-Frankrijk en het sinds 1704 Britse
Gibraltar, aan de zuilen van Herakles de Fenicische Melqart
waar de held de melk van Hera morste die hem goddelijk had moeten
maken en die de Melkweg vormde.
De
oudste beschaving aldaar zou de Minoïsche geweest zijn die in de
nieuwe steentijd en de bronstijd zowat dertien duizend jaar terug in
Kreta aanving de Minoïers stichtten in het huidige Andalusië de
stad Tartessos vanwaar men een uitzicht moet gehad hebben op het
verzonken Atlantis waarover Plato in zijn Timaeus en in zijn
Critias schrijft dat het groter was dan Libië en Azië samen.
De Carthagers vielen Iberië binnen en noemden het Hispania; na hun
plundertocht door Rome onder Alarik I in 410 kwamen de Visigoten
binnenvallen en in de achtste eeuw namen de Moren hun plaats in. Pas
in 1492 heroverden de Christenen Spanje de Inquisitie was toen
begonnen, het Andalusische Sevilla zou het decor vormen van
Dostojevski's latere monoloog over de grootinquisiteur in zijn De
gebroeders Karamazov. Vanaf die tijd werden Spanje en Portugal
grote koloniale mogendheden maar ze geraakten slaags in een reeks
oorlogen met de Ottomanen, de Italianen, de Nederlanders, de
Engelsen, in de negentiende eeuw met Napoleon en in 1898 tenslotte
met de V.S. die hun kolonies afpakte: Cuba, de Filipijnen, Puerto
Rico en Guam momenteel in het nieuws wegens bedreigingen vanwege
Noord-Korea. In 1931 dwong men koning Alfons XIII af te treden en
werd Spanje een republiek. Na de bloedige burgeroorlog van 1936-1939
kwam de verschrikkelijke dictatuur van generaal Franco en na diens
dood in 1975 werd met Juan Carlos de monarchie hersteld (sinds 2014
koning Filipe); in 1978 werd het land gedemocratiseerd en bij die
gelegenheid verdeeld in zeventien autonome regio's waarvan Catalonië
er eentje is, gelegen in het Noord-Oosten van Spanje, bezuiden de
Pyreneeën en aan de Middellandse Zee.
Naar
Europese normen is Spanje met 50 miljoen inwoners en 85 inwoners per
vierkante kilometer eerder dunbevolkt: behalve de centraal gelegen
regio Madrid met zijn zes miljoen Madrilenen de zevende grootste
Europese metropool en dus groter dan Parijs of Rome zijn alleen
de kuststreken dichter bevolkt met aan de top de regio Catalonië met
Barcelona als tweede grootste metropool van het land er zijn vijf
en een kwart miljoen Barcelonezen. De overige autonome regio's (niet
te verwarren met de 52 provincies) zijn Andalusië, Aragón, Murcia,
Cantabrië, Navarra, La Rioja, Extremadura, Baskenland (of: Euskadi),
Valencia, Castilië-La Mancha, Castilië en Leon, Galicië, Asturië,
de Balearen en de Canarische eilanden. Er zijn tevens twee autonome
steden: Ceuta en Melilla.
De
wens tot onafhankelijkheid bij een deel van de Catalanen en de
hardhandige aanpak van hun volksraadpleging door de Spaanse regering,
worden door buitenstaanders kennelijk vaak onbewust doch geheel
onterecht vergelijkbaar geacht met de vrijheidsstrijd van
bijvoorbeeld de Basken. Onterecht: de Basken vormen een volk apart,
wonen gedeeltelijk in Frankrijk en hebben een taal die geen enkel
verband heeft met het Spaans terwijl de Catalanen met hun door Spanje
erkende landstaal, in wezen Spanjaarden zijn en dan ook nog rijke
Spanjaarden, met in hoofdzaak wellicht economische motieven voor hun
onafhankelijkheidsstreven. Zoals ook elders in Europa het geval is
met de jongste algemene verrechtsing, gaat het gebeurlijk vooral om
een slinkende bereidheid bij rijkere bevolkingsgroepen om nog langer
enige solidariteit te betonen met de minder gegoede regio's. Het
onafhankelijkheidsstreven van sommige Catalanen heeft met andere
woorden motieven die bezwaarlijk op veel sympathie kunnen rekenen
de meest welstellenden hebben hun (wellicht zeer tijdelijke) aanhang
dan alleen maar te danken aan een tekort aan kennis ter zake en dan
vooral aan een onwetendheid bij sommige buitenlanders. Maar aan
desinformatie dezer dagen geen tekort en vandaar wellicht de
vooralsnog hardnekkig aanhoudende opschudding. Het misverstand is des
te schrijnender daar het huidige Spanje in wezen een bijzonder
gastvrij land is: terwijl andere Europese landen alom muren bouwen om
zich te onttrekken aan de humane plicht om asiel te verschaffen aan
oorlogsvluchtelingen, vinden bijna 40 percent van alle Europese
immigranten uit Zuid-Amerika, Afrika en het Oostblok een verblijf in
Spanje.
Maar
kijk, de feiten zelf van vandaag 8 oktober 2017 laten er geen twijfel
over bestaan: kennelijk veel meer Catalanen komen in Barcelona op
straat tégen onafhankelijkheid en meteen ziet de rest van Europa een
gelijkenis met wat er in het eigen land gaande is. Vluchtelingen
kosten volgens nieuw rechts teveel geld, de solidariteit is zoek, de
eigen volk eerst-slogan weerklinkt alom en de Catalanen die
zich willen afscheuren, worden nu eindelijk niet langer gezien als
een verdrukt volk dat naar onafhankelijkheid streeft: het komt aan
het licht dat hun zusterpartijen in het buitenland luisteren naar
namen zoals Vlaams Blok (Be), PVV van Wilders (Nl), Liga Nord (It),
de partij van Le Pen (Fr) en noem ze maar op, de groeperingen van wie
verdelen maar niet willen delen.
(J.B.,
8 oktober 2017)
Addendum: D.d. 23 oktober meldt de media dat nu ook in Italië de rijke noordelijke regio (met de Liga Nord) voor meer onafhankelijkheid heeft gestemd (en de rij zal beslist nog aangevuld worden, de verbrokkeling is begonnen...):
Omsk Van Togenbirger over het rechts extremisme en het moslimfundamentalisme (delen 1-4)
Omsk
Van Togenbirger over het rechts extremisme en het
moslimfundamentalisme (delen 1-4)
1.
Omsk
Van Togenbirger (OVT), het lijkt er op dat zich een algemene vrees
verspreidt voor een mogelijke teleurgang van onze westerse cultuur,
hetzij onder de invloed van verregaande verrechtsing welke doet
denken aan het Derde Rijk, hetzij door het moslimfundamentalisme. Is
deze vrees terecht? Is onze cultuur in gevaar?
OVT:Mijn
beste, wat een eigenaardige vragen stelt u daar! Maar u bent beslist
niet de enige, ik heb dergelijke zaken nog gehoord en vaak zelfs, en
ik begrijp maar niet hoe men dit zo zeggen kan! Hebt u thuis een
tuintje? Ja? Een groentetuintje, zegt u? En wat cultiveert u in dat
tuintje, als ik dat vragen mag? Een groentetuin komt immers niet
vanzelf tot stand, men moet hem cultiveren, zo is dat toch? U teelt
tomaten, zegt u? En hoe gaat dat dan, het cultiveren van tomaten? De
natuur zorgt ervoor dat ze groeien, maar toch moet men ze cultiveren,
is het niet? Eerst zijn dat zaadjes, of vergis ik me? Ja, zegt u,
zaadjes, en men moet die in goede aarde zaaien, met vetstoffen,
genoeg water en zo. En dan worden het plantjes? Inderdaad, zegt u: de
zaadjes ontkiemen en worden plantjes, tomatenplantjes. En op die
plantjes, die planten worden, komen bloemen, nietwaar? Ja, zegt u, en
men moet de planten van de overtollige bloesems ontdoen en men moet
ook alles warm houden. En die bloesems worden bevrucht en dan pas
ziet men kleine groene bolletjes ontstaan op die bloemetjes, is het
niet? En dat worden dan uiteindelijk tomaten? Inderdaad, zegt u. En
als ze de plaag niet krijgen, kunnen we er lustig van eten: een
tomaatje uit het vuistjes in de serre met wat peper en wat zout...
heerlijk! En begrijpt u nu waarom ik dit vertel, mijn beste? Ik
vermoed het wel, nietwaar: de cultuur van in dit geval tomaten is een
heel proces, een natuurlijk proces, maar ook een hele onderneming!
Het start met bijna niets, wat zaadjes, er komen kleine plantjes te
voorschijn, ze groeien, krijgen bloesems en met de gepaste dagelijkse
zorg worden dat uiteindelijk tomaten. Ze hebben hun tijd en rotten
dan weg. Maar u ziet het zelf: een cultuur is een proces, een teelt
is een hele onderneming, wat men cultiveert is in voortdurende
verandering, er is een opgang en een ondergang, niets blijft wat het
is, alles vergaat, eerst verschijnt het, dan verdwijnt het weer.
Tomaten, zegt u, maar het zijn eerst zaadjes, dan plantjes, bloesems,
knobbeltjes, tomaten... en als die niet worden geoogst, rotten ze
weer weg, ze geven zaadjes die geoogst worden voor weer een volgende
cyclus. Natuur en cultuur: het laatste probeert het eerste in banen
te leiden, cultiveert het. De tomaat als zodanig is slechts één
fase, één kortstondige fase, de fase die ons, mensen, interesseert
uiteraard, en daarom cultiveren we de plant in functie van die fase,
maar het is slechts één fase in die onophoudelijke verandering!
Cultuur is nu eenmaal in verandering, in voortdurende verandering. En
was er stilstand, dan was er van cultuur geen sprake! De natuur is
onderhevig aan voortdurende verandering maar ook de cultuur verandert
omdat ze onlosmakelijk verbonden is met de natuur. Er zijn zelfs
filosofen die stellen dat ook onze cultuurproducten moeten gerekend
worden tot de natuur: als zij bijvoorbeeld met een satellietbeeld
vanuit de ruimte de verlichte steden op aarde zien, dan noemen zij
dit prompt een natuurverschijnsel! En nu vertelt u mij dat er
gevreesd wordt voor een teleurgang van de westerse cultuur? Maar u
bedoelt wellicht dat er gevreesd wordt voor verandering, nietwaar?
Wel, laat ik het nogmaals herhalen: cultuur isverandering
omdat cultuur te maken heeft met natuur en de natuur leeft! Stagnatie
zou niets minder betekenen dan het verdwijnen van de cultuur! En dat
geldt heus niet alleen voor het cultiveren van tomaten: ook onze
muziek, de literatuur en de andere kunsten, de wetenschappen en de
techniek evolueren tot in de eeuwen der eeuwen, amen.
Maar
ik bedoel dat men vreest voor een verandering ten kwade: onze
westerse cultuur heeft ontegenzeggelijk bepaalde verworvenheden,
waarden, dingen die ons na aan het hart liggen en die we niet graag
opgeven, zoals onze vrijheid! Een verrechtsing of een radicale islam
zou ons die waarden ontnemen en daar vrezen wij voor, heel terecht,
geloof ik, en bent u het daar dan niet mee eens? Gelooft u dan niet
dat wij voor onze vrijheid moeten blijven vechten of dat we hem
anders dreigen te verliezen?
OVT:
Hemeltje,
hemeltje! Maar wat zegt u toch allemaal? Vrijheid! Westerse vrijheid!
U neemt zo te horen blindelings aan dat het westen synoniem is voor
vrijheid? Niet te geloven! Hebt u er dan nooit bij stilgestaan dat
het westen sinds oudsher alom het werkkamp van de wereld wordt
genoemd? Weet u dan niet dat hier ter plekke twee wereldoorlogen
werden uitgevochten met vele miljoenen slachtoffers zodat elke
familie foto's van gesneuvelden op de kast heeft staan? En hebt u dan
echt nooit gehoord over massamanipulatie en over het laboratorium van
de wereld waarin uitgerekend wij hier in het westen als proefkonijnen
figureren? Want wat verstaat u dan onder de westerse vrijheid? De
dagelijkse fabrieksarbeid met zijn drie weken jaarlijks verlof, het
weekend niet te vergeten en het pensioen op zevenenzestig? Is men
hier dan niet onderworpen aan levenslange dwangarbeid? Om vier uur
opstaan, om tien, elf uur het bed weer in en dat een leven lang voor
de bekostiging van een huis, en dan mag het nog geen groot huis zijn.
En u weet toch wel dat hier ten lande de arbeiders moeten boeten voor
het werkverzuim van wie regeren? Niet de arbeiders maar de regering
is verantwoordelijk voor de werkgelegenheid en toch worden de
arbeiders gestraft met een lager pensioen als de werkgelegenheid
ontoereikend is! Vrijheid, zo zegt u, en bedoelt u dan
bewegingsvrijheid? De vrijheid om te gaan en te staan waar men wil?
Helaas, mijn beste: quasi alles in het westen is geprivatiseerd,
alleen de straten schieten over en begeeft men zich daarin, dan is
men onderhevig aan een karrenvracht aan reglementen en riskeert men
bovendien gewis zijn leven. En ik vergat de magazijnen, waar men
alles kopen kan wat het hartje lust. Of is het ook u al opgevallen
dat men niets degelijks meer kopen kan? Dat vijfennegentig percent
van alle koopwaar verfoeilijke plastics zijn? En tijd dan? Wat gezegd
over tijd? Die hebben we in het westen niet! Energie? Onze economie
is gericht op een zo hoog mogelijk verbruik, met enorme afvalbergen
tot gevolg! Geluk? Is hier een zaak van sociale vergelijking
geworden, concurrentie dus, of strijd! Gezondheid? Wel, ook de
geneeskunde is kapitalistisch en dat wil zeggen dat zij er alleen
maar bij gebaat is als zoveel mogelijk mensen ziek zijn want aan
gezonde mensen verkoopt men nu eenmaal geen pillen tegen hoofdpijn of
obesitas! En wat voor vrijheden schieten nu nog over? Men is vrij om
te trouwen met wie men maar wil, zegt u? Was dat maar waar! Hebt u
het ooit meegemaakt dat een prinses naar de hand dong van een
schooier? Onder de rijken hebben huwelijken altijd al gefunctioneerd
om fortuinen veilig te stellen en als u het mij vraagt is dat nog
steeds het geval; trouwen doet men overigens ook onder de minder
gegoeden allang niet meer als het niet rendeert. De persvrijheid dan?
Helaas zijn onze media in handen van een steeds kleiner wordend
clubje, radio en televisie zijn een éénrichtingsverkeer en het
internet en alle andere communicatie wordt strikt gecontroleerd en
aan banden gelegd. Waar men ook gaat of staat, wordt men gefilmd,
elke PC en elke Tv heeft een alziend oog waarmee de autoriteiten bij
ons thuis naar binnen kijken als zij dat wensen, dankzij de moderne
betaalmiddelen en de klantenkaarten kennen zij heel gedetailleerd ons
koopgedrag, zij weten waar we ons ophouden, met wie we spreken en wat
we zeggen, zij kunnen ons aanhouden en opsluiten als hun dat schikt
en zij hebben ook inzage vanbinnen in onze lijven en weten aldus
dingen over ons waarvan wijzelf geen benul hebben, zij beschikken
namelijk over onze medische dossiers. En u kent toch zeker wel het
effect van dat alles op de psyche van een mens? U weet toch dat wie
in de gaten worden gehouden, zich spontaan gaan schikken naar wat zij
vermoeden dat de wensen zijn van wie hen afluisteren en bespieden?
Maar het is nog schrikwekkender dan hier voorgesteld, mijn beste, het
zou ons alleen veel te ver leiden om hier nog over door te bomen. Ik
pleit dus helemaal niet voor het afschaffen van onze vrijheden: ik
wens alleen maar dat een kat, een kat genoemd wordt, ik wil er
slechts op wijzen dat de meeste zaken die hier voor vrijheden
doorgaan, in feite compleet illusoir zijn! En u wenst toch zeker niet
de westerse illusies in stand te houden? Wilt u dan hen die u
bedriegen onder uw hoede nemen zodat ze daar ongestoord kunnen mee
doorgaan? Of is men aan dat onnoemelijke bedrog misschien al
verslaafd geworden zoals men verslaafd kan zijn aan het bedrog van
drugs? Vreest u dan voor het onzalige ogenblik dat de schellen u van
de ogen vallen en dat u moet inzien hoe die zogenaamde vrijheden in
werkelijkheid niets anders zijn dan kettingen welke verhinderen dat u
de slavernij ooit achter zich kunt laten?
2.
Omsk
Van Togenbirger, wij stellen vast dat velen vrezen voor het verlies
van verworven rechten en vrijheden en dan antwoordt u daarop dat zij
die vrezen van hun vrijheden beroofd te zullen worden, alleen maar
vrezen bevrijd te zullen worden van illusies: zij vrezen derhalve
niet voor het verlies van vrijheid maar voor de vrijheid zelf die de
verlossing van illusies tot resultaat heeft?
OVT:
In
vele gevallen is dat inderdaad zo, ja. En het is omdat heel wat
mensen voor de vrijheid vrezen, dat zij het verkiezen om te bestaan
in slavernij. Slavernij is makkelijker dan vrijheid omdat een slaaf
geen verantwoordelijkheid draagt, hij heeft immers geen meesterschap
over zichzelf en over wat hij doet. Heel wat mensen zijn verslaafd
aan hun werk, zij willen de staat dienen, of de kerk, de wetenschap,
hun kinderen, de voetbalclub, een maîtresse of een baas, vaak
splitsen ze zichzelf op in een meester en een slaaf, waarbij de slaaf
zich een week lang onderwerpt aan hard labeur om dan de meester te
kunnen dienen die hij tijdens het weekend is. Vaak is men zijn leven
lang de slaaf van wie men als gepensioneerde hoopt te zijn. Het hele
verzekeringswezen is in zekere zin gebaseerd op dit principe of de
verzekerde wordt er alvast mee gemanipuleerd: Werkt en betaalt, nu
gij nog kunt, voor de hulpbehoevende die gij morgen zult geworden
zijn en laat die vooral niet in de steek! Het is een vorm van
slavernij welke mensen wordt aangepraat middels sociale druk de
dreigende beschuldiging van lafheid en aan een dergelijke
manipulatietechniek kan men nog bijzonder moeilijk weerstand bieden.
Komt daarbij dat diegenen die geld vragen voor het op zich nemen van
verantwoordelijkheid of dus voor het verslaven van wie hun
verantwoordelijkheid willen ontvluchten, dikwijls en zelfs in het
merendeel van de gevallen malafide lieden zijn, heren of dames die
als puntje bij paaltje komt, alleen geïnteresseerd blijken in het
geld terwijl zij nooit verantwoording afleggen en alleen maar
uitvluchten verzinnen voor wat ze doen en laten: zij schuiven met
andere woorden de verantwoordelijkheid waarvoor ze betaald worden op
de schouders van het blinde lot terwijl ze het buit gemaakte geld
onverminderd innen.
En
toch kan men niet ontkennen dat mensen niet louter arbeiden om te
arbeiden maar bijvoorbeeld omwille van het loon, want geld is
vrijheid!
OVT:
Wel,
dat hebben we zopas uitgelegd: de mens splitst zichzelf op in een
slaaf die geld verdient waarmee hij zich een weekend lang vrij kan
kopen. U begrijpt toch zeker wel dat in een ideale wereld mensen
arbeiden om te arbeiden?
Maar
dat zou dan complete slavernij zijn!?
OVT:
Integendeel!
De arbeid als doel op zich is het ideaal voor elke mens, het is de
zelfverwerkelijking van de mens, zijn deelgenootschap aan de
schepping!
Dat
begrijp ik niet...
OVT:
In
wezen werken alle mensen graag, zoals ook kinderen graag spelen: wij
werken weliswaar om in leven te blijven maar wat zouden we anders ook
doen? Wat kunnen we beter doen? Werken is zichzelf verwerkelijken of
dat zou het moeten zijn, een mens die iets maakt, moet daar trots
kunnen op zijn, maar vandaag hier in het westen is men van zijn werk
vervreemd en dit sinds ongeveer tweehonderd jaar, toen de
stoommachine uitgevonden werd en fabrieken opgestart werden. De
ambachten verdwenen omdat alle vaklui die wilden overleven, verplicht
waren om andermans machines te gaan bedienen in fabrieken met
massaproductie. Vanaf dat ogenblik werkt men niet langer voor
zichzelf, men moet tevreden zijn met een hongerloon, vaak weet men
helemaal niet meer wat men dan wel fabriceert, denk maar aan Modern
Times van
Charlie Chaplin, waar een bandwerker met sleutels moeren vastdraait
totdat hij er niet meer mee ophouden kan, en die onwetendheid komt de
fabrieksbazen ook goed uit. De vaklui van weleer zijn bandwerkers
geworden, zij werken niet meer om iets voort te brengen, zij maken
alleen nog gekke bewegingen omwille van een loon zonder hetwelk hen
de hongerdood wacht. Hun motief is niet langer positief, het is niet
langer hun bedoeling iets te maken, hun beweegreden is negatief
geworden, het is de bedoeling om voor iets te vluchten en op die
manier arbeidt men niet meer uit eigen beweging met werklust en omdat
men iets tot stand wil brengen of omdat men wil participeren aan de
schepping: men doet alleen nog wat gevraagd wordt, eender wat, omdat
men niet anders meer kan want wie niet gehoorzamen, moeten
verhongeren. De arbeid werd geperverteerd, de mens gefrustreerd. De
producten zelf lijden uiteraard onder het feit dat zij niet meer met
trots tot stand worden gebracht maar nog slechts onder dwang en zo is
het niet te verwonderen dat zij niet meer deugen, de fabrikant heeft
vaak alleen nog winst voor ogen: hij wil zo weinig mogelijk geven en
in ruil zoveel mogelijk krijgen. Iedereen kan inzien dat dit
uiteindelijk fataal moet aflopen. Oerdegelijke producten verdwijnen
gestaag, nepartikelen worden de nieuwe standaard en omdat onze wereld
opgebouwd wordt met het werk van onze handen, zal deze negatieve
spiraal ervoor zorgen dat alles op den duur instort: de bruggen, de
gebouwen, de politiek, de economie, alles.
Maar
als het waar is wat u beweert, dan bestaat de ganse maatschappij uit
niets dan slaven!?
OVT:
Wel,
het gaat in zekere zin om een vrijwillige slavernij, ziet u? Er is
namelijk een hemelsbreed verschil tussen onvrijwillige en vrijwillige
slavernij en in feite verdient alleen de onvrijwillige slavernij de
benaming van slavernij terwijl de zogenaamde vrijwillige slavernij
een beetje een contradictio
in terminis
is. De vraag blijft echter in welke mate er nog vrije wil in het spel
is waar mensen bandwerk moeten verrichten voor de kost. Met andere
woorden is die kwestie te herleiden tot de vraag hoe vrij men is waar
men te kiezen heeft tussen bandwerk en de hongerdood. Andermaal: het
ziet er in het westen allemaal uit als vrijheid maar in feite worden
de vrije keuzes waarover men de mond vol heeft, altijd door anderen
gemaakt. Nog het meest van al worden onze zogenaamd persoonlijke
keuzes door anderen gemaakt waar wij beslissingen nemen onder sociale
druk. En sociale druk, dat weet u wel, is een heel listig fabricaat
van de overheid...
En
toch kunt u niet ontkennen dat er een hemelsbreed en ook fundamenteel
verschil blijft bestaan tussen het leven in onze democratie en het
bestaan in een dictatuur. Zelfs als men de democratische verkiezingen
als een illusie van keuzevrijheid zou beschouwen, dan nog geloof ik
dat ze verkieslijker blijven dan de éénpartijstaat! Er bestaat geen
grotere verschrikking dan de dictatuur!
OVT:
Uiteraard
is dictatuur het laatste waar men moet naar streven, de vraag is
alleen of een maatschappij op de lange duur niet spontaan naar de
dictatuur evolueert. U kent het voorbeeld uit de economie van de
monopolievorming: aanvankelijk is er diversiteit, elkeen participeert
aan de productie, er zijn ontelbare bedrijven en bedrijfjes, heel
gezellig allemaal, maar om dat alles goed draaiende en renderend te
houden, blijkt concurrentie een ideale motor; alleen leidt
concurrentie op den duur naar monopolievorming, een strijd wil immers
altijd beslecht worden, er moet een winnaar uit de bus komen, één
absolute winnaar, en dan pas kan een zekere rust terugkeren, althans
bij de monopoliehouders, want eenmaal de prijzenslag voorbij, draait
de consument voor alle kosten op en vraagt men voor zijn producten
wat men maar wil. Zo gaat dat in de economie en de uiteindelijke
monopoliehouder is in feite een dictator.
En iets
gelijkaardigs gebeurt in de politiek?
OVT:
Inderdaad:
een democratie kent ontelbare partijtjes maar na verloop van tijd
vallen er steeds meer af totdat uiteindelijk één partij of één
coalitie met in feite nog één programma, overschiet. En dat heeft
uiteraard ook te maken met het feit dat politiek en economie zo nauw
samenhangen: politici komen pas aan de macht dankzij het
grootkapitaal en dat zijn... de monopoliehouders.
Maar
dat is nog steeds geen dictatuur! In Saoedi-Arabië mogen vrouwen
niet alleen de straat op; in het Turkije van Erdogan worden kranten
die het regime niet steunen, opgedoekt; in het Stalinistische Rusland
werden mensen gearresteerd door beroepsarrestanten die ervoor moesten
zorgen dat ze op het eind van de maand hun quota haalden en de
beschrijvingen daarvan in het eerste hoofdstuk van Solzjenitsyn's
Goelag Archipel zijn zonder meer hallucinant; in het Roemenië van
Ceaușescu werden alle telefoons door staatstelefoons vervangen,
uitgerust met afluisterapparatuur en in het Derde Rijk werden alle
ongewenste burgers 's nachts thuis opgepakt, naar kampen gebracht en
aldaar vergast in totaal zes miljoen!
OVT:
En
ik zal de laatste zijn om dat niet te veroordelen, alleen wil ik er
op wijzen dat de huidige realiteit van de westerse samenleving George
Orwell's dystopische roman 1984
naar
de kroon steekt, als haar verschrikkingen deze uit de fictie al niet
hebben ingehaald. En ik herhaal hierbij de vraag wat dan erger is:
bewust onvrij zijn ofwel in de illusie verkeren dat men vrij is en
met andere woorden onvrij zijn en het alleen niet weten of niet
voelen? De democratie als een dictatuur met pijnstiller of de
dictatuur verkleed als democratie, de wolf in schapenvacht.
Toch
lijkt de feitelijke dictatuur mij nog steeds veel erger!
OVT:
Wel,
om te beginnen vertelt een dictator aan de burgers niet dat hij een
dictator is en dat het land een totalitaire staat werd: Stalin werd
'vadertje Stalin' genoemd, zoals u weet werd na zijn dood in 1953
zijn lijk gebalsemd en vandaag staan de Russen nog steeds in de rij
voor zijn mausoleum om hem een groet te brengen; hij wordt
verantwoordelijk geacht voor de dood van naar schatting 20 tot 45
miljoen mensen. Onder Mao, de grote leider van de zogenaamde
'Culturele revolutie', vielen 40 tot 72 miljoen slachtoffers; Hitler,
de 'Führer', bracht 17 miljoen mensen om, de Duitsers 'wisten niet'
van de concentratiekampen; de Belgische koning Leopold II slachtte
minstens 10 miljoen Congolezen af, het werd kennelijk aanvaard dat
hij de handen van talloze kinderen afhakte als zij niet genoeg rubber
produceerden maar hij ging de geschiedenis in als een 'groot
staatsman' met standbeelden alom; de dictator uit 1984
heet 'grote broer'; het hoofd van de alleenzaligmakende katholieke
kerk met het enige ware geloof, laat zich 'Zijne Heiligheid' noemen
en alle gelovigen trappen in die leugens, de ketters worden van
oudsher levend verbrand, verbannen of gebroodroofd. De Italiaanse
fascist Mussolini werd vereerd als 'il Duce'. De huidige inwoners van
de V.S. waren inwijkelingen in Noord-Amerika, veroveraars die quasi
alle autochtonen, de zogenaamde Indianen, uitgemoord hebben of hen in
reservaten opsloten maar de Amerikanen geloven dat zij wereldwijd
geroemd worden als de 'verdedigers van de vrede en de vrijheid'.
Dictators werden gelyncht en verfoeid maar dat gebeurde pas nadat ze
de macht verloren: zolang zij het voor het zeggen hadden, werden zij
vereerd en geprezen.
Ik wil maar zeggen: de onderdanen van dictatoriale regimes willen
meestal niet weten dat zij in een totalitaire staat leven en als wij
willen weten of wij in een totalitaire staat leven, dan moeten we
eerst de proef op de som nemen!
De
proef op de som?
OVT:
Probeer
hier vandaag in het westen maar eens te verkondigen dat Darwin's
evolutietheorie een verhaaltje is zoals een ander: geen schijn van
kans dat u ooit nog aan een universiteit te werk gesteld zult worden!
Probeer als veearts hier ten lande maar eens een handelaar in
verboden hormonen te beboeten: Karel Van Noppen kweet zich van die
plicht jegens ons, burgers, en bekocht het met zijn leven, hij heeft
geen enkele navolger meer gehad, tweeëntwintig jaar lang niet, en
alom staan de koeien in de weilanden op springen. En ik wil het nog
niet hebben over de onaantastbaarheid van de kerk in zeer recente
tijden. We hebben trouwens stof genoeg met wat wij vandaag allemaal
moeten slikken. Maar wat baten kaars en bril?
3.
In
feite beweert u, mijnheer Van Togenbirger, dat onze vrijheden
illusies zijn, dat wij in een dictatuur leven of dat ook een
democratische maatschappij onvermijdelijk uitmondt in de dictatuur.
Maar is het niet evident dat het juk van de sharia of de
verschrikkingen van het fascisme van een nog heel ander kaliber zijn
dan die enkele kleine nadelen van onze westerse democratieën?
OVT:
Om
te beginnen heb ik nooit beweerd dat onze vrijheden illusies zijn;
wat ik echter wél beweer, is dat een aantal verknechtingen aan ons
als vrijheden worden voorgesteld en dat wij ook geloven dat het
vrijheden zijn en zo bijvoorbeeld heeft Ivan Illich aangetoond dat de
slogan mijn auto, mijn vrijheid dit mooi illustreert. Dat een
democratie zoals de onze uitmondt in een dictatuur, heb ik al
uitgelegd en de achterliggende oorzaak is vanzelfsprekend de religie
van het geld: het geld is geëvolueerd van een ruilmiddel tot de ene
ware god. U bent wat u hebt, en dat wil nota bene zeggen: u bent dus
nog slechts
wat
u hebt! Derhalve: verliest u uw bezit, dan bestaat u niet meer! En
dit is de essentie van het geloof in de Mammon. Het erge van de hele
zaak is nu, en luistert goed: de Mammon dringt zich op, de geldgod is
een dictator, niemand kan hem nog negeren, wie hem niet aanbidden,
doen dat op straffe van algehele bezitsloosheid en in een wereld waar
ook voor voedsel betaald moet worden, betekent dat de hongerdood; in
een wereld waar de grond geprivatiseerd werd, betekent het dat men
nergens meer kan staan, dat men overal verjaagd zal worden, dat men
geen steen heeft om zijn hoofd daarop te rusten te leggen. Vertel mij
nu eens: welke god is zo wreed? Is niet elke god beter dan deze
god-dictator? Maar de menselijke blindheid blijkt onbegrensd
wellicht ingevolge het egoïsme zodat men pas oog krijgt voor
deze gruwelijke realiteit als men zélf gaat behoren tot de
sans-papiers, als men door tegenslag zijn job, zijn gezin en zijn
huis verliest en schulden torst in plaats van bezittingen. Niemand
staat dan klaar om bij te springen, want hulp bieden, betekent: zijn
bezit verminderen en zichzelf ontgoddelijken, anderen bijstaan is dus
blasfemie! In de religie van de mammon is naastenliefde de reinste
ketterij! En de eerlijkheid gebiedt ons te erkennen dat onder de
sharia daarentegen elkeen verplicht is om een deel van zijn bezit weg
te schenken aan de armen; onze sociale zekerheid is trouwens een
implantaat in de staat van de armenzorg uit de religies!
Wat
wij in het westen als onze vrijheid ervaren, is niets anders dan het
cijfer op onze bankrekening en dat is het allerergste kwaad dat ons
hier in zijn greep houdt en betovert: wij geloven het op de koop toe,
dat wij zijn wat we hebben, dat ons wezen samenvalt met onze
geldbeurs en dat onze persoonlijke waarde toeneemt in de mate dat
onze bankrekening groter wordt, ja, dat wij in die mate het
goddelijke steeds dichter benaderen en dat kunnen de rijken ook
ondervinden, zij worden benijd en verafgood.
Gelukkig
kunnen wij er ook makkelijk achter komen dat de religie van het geld
bedrog is: onsterfelijkheid koopt men niet met geld, ziekte en pijn
worden niet afgekocht met geld, kanker spaart de rijken onder ons
niet, geluk is niet te koop voor geld en vaak is het tegendeel het
geval en betaalt men zoals Faust met zijn geluk, met zijn ziel of met
de eeuwigheid voor zijn wereldse rijkdom.
Maar
men heeft geld nodig om te leven!
OVT:
Het
doet mij leed dat u dat zegt! Hebt u dan van mijn hele uitleg
werkelijk niets begrepen? Maar goed, mijn uitleg zal niet gedeugd
hebben, ik probeer het nog eens opnieuw. Van geld kan niemand leven,
geld is niet voedzaam, en dat verstaat u toch, geloof ik?
Ja,
maar...
OVT:
Neen,
geen maren: u verstaat dat geld niet voedzaam is?
Ja...
OVT:
Goed.
Waarom dan kan men hier in het westen zonder geld niet leven? Heel
eenvoudig omdat men moet betalen voor voedsel. En dat men moet
betalen voor voedsel, komt hierdoor, namelijk dat het toegelaten is
om voedsel in zijn bezit te nemen, ziet u? Maar ons voedsel is
goddelijk, zonder voedsel kunnen wij niet leven en god is het leven
zelf, anders gezegd: het leven is goddelijk: Ik ben de weg, de
waarheid en het leven, zegt hij, en bij het laatste avondmaal
toont hij het brood en zegt: Neemt en eet, dit is mijn lichaam.
En nu vraag ik u: kan een mens god bezitten? Heeft een mens het recht
om het leven, dat alleen door god geschonken wordt, aan anderen te
onthouden? Neen, zegt u, natuurlijk niet! Dus mag ook niemand het
voedsel als zijn bezit beschouwen, niemand heeft het recht om voedsel
te verkopen, het voedsel komt toe aan wie het nodig hebben om te
leven want god gunt het leven aan al zijn schepselen, anders zou hij
hun het leven niet geschonken hebben. Waar voedsel verkocht wordt,
wordt het onthouden aan de bezitslozen, aan hen die weigeren de
mammon te dienen. Vandaar zegt Christus ook: Niemand kan twee
heren dienen, niet god en de mammon.
Moeten
wij dan van honger omkomen?
OVT:
Wel,
dat is inderdaad wat ik al de hele tijd probeer aan te tonen: dat de
god van het geld die het westen regeert, een dictator is; dat wie hem
weigeren te dienen, omgebracht worden. En zeg nu zelf: gaat het hier
om enkele kleine nadelen van onze westerse democratieën of is hier
inderdaad sprake van een wrede en echt moorddadige god?
4.
Omsk
Van Togenbirger, nu hebben we het nog altijd niet gehad over het
moslimextremisme en het islamfundamentalisme en ik herhaal de vraag:
vrezen wij niet terecht voor een teleurgang van onze westerse
cultuur, hetzij onder de invloed van verregaande verrechtsing welke
doet denken aan het Derde Rijk, hetzij door het
moslimfundamentalisme?
OVT:
Mijn
beste, ik zal uw vraag meteen kort en bondig beantwoorden met het
geliefkoosde voorbeeld van mijn tuintjes en ik stel u maar meteen de
vraag: wat baat het een grote tuin te hebben als hij er verwilderd
bij ligt? Een tuin dient onderhouden te worden, anders wordt hij
onbegaanbaar, meer zelfs: er groeien distels die op den duur het huis
naar binnen kruipen zodat men beter af is zónder tuin, begrijpt u?
Niet
helemaal... of helemaal niet, eigenlijk.
OVT:
U
hebt geluk dat ik beschik over engelengeduld! Wel, wat ik wil
duidelijk maken is dit: een tuin is nooit een verworvenheid, zoals
ook een cultuur nooit een verworvenheid is of een bezit, of
gezondheid, leven, of eender wat. De dingen die men bezit en waarop
men boogt, moeten onderhouden worden, elke dag weer, anders slijten
ze heel vlug weg en gaan ze op de koop toe alras in het eigen nadeel
spelen. Een staat binnen welke het goed leven is, dient op zijn hoede
te zijn en te blijven voor allerhande soorten van waanzin, waaronder
inderdaad het moslimfundamentalisme en het rechts extremisme, maar
ook de verloedering van het milieu: de vuile lucht, het ondrinkbare
grondwater, de microplastics waarvan reeds alles doordrongen is en
noem maar op. Ook voor overdreven optimisme vanwege de wetenschappen
en de techniek dient gewaarschuwd te worden, voor het té sterk
worden van het leger, voor een te voortvarende economie en een te
grote welvaart die ons immers lui maken en verzwakken, voor te weinig
maar ook voor te veel veiligheid welke uiteindelijk met vrijheid
betaald moet worden. Het is niet zo dat wij over een ideale westerse
cultuur beschikken die tegen elke prijs bescherming verdient tegen
invloeden van buitenaf; het is onjuist om a
priori te
stellen dat alle andere culturen en opvattingen vijandig zijn en
geweerd moeten worden; er bestaat op de keper beschouwd niet zoiets
als een kampioen van alle culturen welke het dan zou verdienen om
zich koste wat het kost te blijven handhaven voor eeuwig en drie
dagen. Alles verandert, wat vandaag goed is, is morgen misschien
verwerpelijk en wat nu wordt nagestreefd, kan heel binnenkort te
duchten zijn. Het leven zelf bestaat bij de gratie van een subtiel
evenwicht, bijna een wonder, zo zeggen de geleerden. Het heelal is
oneindig groot maar tot nog toe blijkt de aarde de enige plek waar
leven is, in deze flinterdunne atmosfeer waar gassen en andere
levensnoodzakelijke stoffen in precies gepaste concentraties aanwezig
zijn en, beschouwd vanuit de eeuwigheid, misschien maar voor heel
eventjes. De natuur kent dit broze evenwicht maar ook de organisatie
van de mensensoort binnen staten en in de hele wereldgemeenschap,
balanceert gelijk een evenwichtskunstenaar boven een diepe afgrond.
Wetten mogen onze vrijheid niet te zeer beperken maar tegelijk
schenken zij ons veiligheid én vrijheid; zonder wetten gingen wij
gebukt onder wetteloosheid, chaos, burgeroorlog, moord en brand,
honger en bittere ellende. En ik herhaal het: moslimfundamentalisme
en rechts extremisme zijn te duchten euvels maar ik geloof niet dat
zij het zullen zijn die ons uiteindelijk de das zullen omdoen, ik
vrees veeleer voor de verwaarlozing van onze natuurlijke
bestaanscondities, dat gevaar is mijns inziens onvergelijkelijk veel
groter. Hebt u al gemerkt dat sinds langer dan een maand alle merels
hier verdwenen zijn? Dat is niet gebeurd door een of ander
extremisme, het is een gevolg van ziekte, men heeft het over een
virus maar de onderliggende oorzaak ligt voorwaar bij een verzwakte
resistentie tegen ziekten ingevolge de vervuiling. Op die manier
verdwijnen de soorten nu in versneld tempo en er komen er geen nieuwe
bij. De algemene stilte hier rond verraadt een onthutsende
onverschilligheid bij veel mensen en het is vooral die
onverschilligheid waarvoor wij op onze hoede moeten zijn.
En
wat overtuigt u er dan van dat wij veeleer moeten vrezen voor een
milieuramp dan voor ongewenste regimes?
OVT:
Heel
eenvoudig het feit dat niets in staat is om mensen zozeer te
verenigen dan het hebben van gemeenschappelijke vijanden. Op het
ogenblik dat wij niet langer kunnen ademhalen, dat al het water
ondrinkbaar is geworden, dat een nieuwe pest uitbreekt en wereldwijd
de soorten, inclusief onze eigen soort, bij miljoenen of miljarden
worden weggemaaid op dat ogenblik zal de solidariteit onder de
soort even rap terugkeren als zij verdwenen is. Men zegt dat een
soort zich tegen zichzelf richt van zodra het milieu onleefbaar wordt
door overbevolking of vervuiling, men ziet dat bij bepaalde
vissoorten in een te klein geworden aquarium: ze gaan een gif
produceren om soortgenoten uit te roeien en het duurt totdat de
populatie voldoende gezakt is. Om exact dezelfde reden namelijk
het op peil brengen van de populatie smeden soortgenoten samen en
helpen zij elkaar. In het eerste geval is de populatie te groot en
moorden soortgenoten elkaar uit, in het tweede geval dreigt de soort
uit te sterven en trekt men aan hetzelfde zeel.
Maar
was u niet van mening dat er helemaal niet teveel mensen op aarde
leven?
OVT:
Maar
ik ben nog steeds van mening dat de aarde veel meer mensen kan dragen
dan nu het geval is, als men maar minder gaat verbruiken en
vervuilen. En dan zou ook de kans op oorlog slinken. Het zijn
allemaal zaken die hand in hand gaan.
(J.B.,
20-24 september 2017)
09-09-2017
Herhaling ter gelegenheid van de 11 september-herdenking:
Herhaling
(*) ter gelegenheid van de 11 september-herdenking:
Geen
onrecht zonder leugens
Over selectieve verontwaardiging
Met
de terreuraanslag van 7 januari 2015 kregen de twaalf dode Parijse
spotprententekenaars de helft van de wereld achter zich; Charlie
Hebdo herhaaldelijk verboden toen het blad nog Hara-Kiri
heette zag zijn verkoopcijfers stijgen van twintig duizend
naar vijf miljoen; resterende cartoonisten beeldden de ene zijn dood
af als de andere zijn brood...
Tegenover
die twaalf slachtoffers van wraak wegens spot worden dagelijks niet
minder dan dertig duizend geheel onschuldige hongerdoden (1)
doodgezwegen en ook nog eens verwenst door toonaangevende edellieden
zoals sir David Attenborough die ons de 'mensenplaag' wil aanpraten
en die nota bene aan de armen
het recht op leven wil ontzeggen terwijl uitgerekend zij een
verwaarloosbare ecologische voetafdruk hebben. (2)
Bij
de aanslag op de Twin Towers stierven zowat drieduizend mensen over
wie wel eens gezegd werd dat zij als werknemers van het WTC(World Trade Center of Wereld
Handels Centrum) ijverden voor
de instandhouding van een moorddadige wereldeconomie en ook
zij kregen en krijgen zestien jaar na datum nog steeds gigantisch
veel meer aandacht dan diegenen die dan hun slachtoffers zouden
moeten heten, met name de anoniemehongerdoden en, andermaal, dat zijn er geen drieduizend doch
dertigduizend, nota bene elke dag opnieuw.
Waarom
spreekt men trouwens ook inzake honger niet van een aanslag dochvan een tegenslag, als het niet was om de misdaad in de
schoenen van het noodlot te kunnen schuiven, om de gedachte aan
daders in de kiem te smoren en om de feitelijke criminelen buiten
schot te houden?
In
een wereld die steeds meer om koele cijfers draait getuige de
berekeningen waaruit besloten wordt dat de planeet overbevolkt is
is het derhalve te verwonderen dat men helemaal geen oog blijkt te
hebben voor de genoemde wanverhoudingen welke behalve bijzonder
onlogisch ook en vooral bijzonder immoreel moeten worden genoemd.
Immoreel
zijn ook de maatstaven gehanteerd bij de vele calculaties inzake het
zogenaamde overbevolkingsprobleem waar zij uitgerekend die mensen het
veld willen zien ruimen die het minst verbruiken en vervuilen, met
name de armen. Op onze aarde kunnen immers onnoemelijk veel armen
leven maar dat gaat helaas niet op voor superrijken: indien zulks ook
maar mogelijk was, dan ware de planeet met een handvol Rockefellers
of Bill Gatesen al meer dan volzet.
Waarom
blijven al die leugens duren? zo moet men zich op den duur toch
afvragen. Maar zoals er geen rechtspraak en geen recht denkbaar zijn
zonder de waarheid, zo ook kan het onrecht onmogelijk standhouden als
niet een massa leugenaars het been stijf houden.
In
de jaren zeventig van de voorgaande eeuw publiceerde de
Oostenrijks-Amerikaans-Mexicaans-Duitse jezuïet en filosoof Ivan
Illich een aantal markante werken over een onderwerp dat ook het
thema was van de Helleense tragedie, met name de contrateleologie of
de menselijke contraproductiviteit die als een vloek op al ons doen
en laten rust. Meteen betekende dit werk uiteraard een felle kritiek
op het blinde vooruitgangsgeloof waarvoor voordien onder meer Herbert
Marcuse waarschuwde in het licht van de nefaste werking welke het
ongebreidelde kapitalisme krijgt in zijn interactie met wetenschap en
techniek. Een van de meest sprekende voorbeelden in de
uiteenzettingen van Illich is dat van de auto die ons tijd kost
en dit zeer in tegenstelling tot het vermoeden van tijdbesparing
waarmee dit snelle voertuig ons fopt. Maar een nog belangrijker
gevolg is het feit dat de auto pas rendabel is voor mensen die hem
makkelijk kunnen betalen zij hoeven immers minder tijd te
investeren in het verdienen van de kostprijs ervan en zo houden zij
er uiteindelijk tijdwinst aan over. En dit betekent dat de auto niet
in de eerste plaats een voertuig is maar wel een instrument dat de
(vrije) tijd (of de vrijheid) aan de armen ontneemt om ze de rijken
toe te stoppen. En dat doet niet alleen de auto, dat doen talloze
moderne consumptiegoederen. Aldus werd onze huidige economie een
instrument in handen van een elite die daarmee een massa van
onwetenden op een even verkapte als efficiënte manier plundert.
De
effectiviteit van deze plundering is uiteraard groter naarmate er
meer geconsumeerd wordt en het aanzetten van het volk tot een
maximale consumptie gebeurt slechts ogenschijnlijk via de reclame en
het voorbeeldgedrag want op een dieper niveau wordt de
consumptiemotor rechtstreeks aangezwengeld met de geluksbelofte daar
het geluk voor de massa verworden is tot een zaak van sociale
vergelijking. Correcter gesteld bestaat de consumptiedwang door het
afschrikmiddel van het ongeluk in zijn meest pregnante vorm van de
sociale uitsluiting. In eenvoudiger bewoordingen kan men zeggen dat
wie in deze cultuur niets bezitten, ook niet bestaan omdat men er
slechts is wat men heeft
of
dat is althans wat men het volk wil laten geloven.
Maar
om mensen ertoe aan te zetten allerlei zaken te gaan kopen, is een
krachtige stimulus nodig omdat consumptiegoederen geld kosten terwijl
geld arbeid of inspanningen vertegenwoordigt. De prikkel die doet
kopen moet derhalve sterker zijn dan de afschrikking van de
inspanningen welke in de arbeid geleverd worden en dat kan pas het
geval zijn als deze prikkel eveneens een afschrikking is en wel een
afschrikking die feller is dan deze die uitgaat van te leveren
inspanningen. Nu wordt in de hedendaagse theologie de hel niet zomaar
omschreven als een toestand waarin men van alle anderen afgesneden
is, want dit blijkt voor de ruime meerderheid van alle mensen de
afschrikking bij uitstek en het is alvast een afschrikking die groter
is dan het schrikbeeld van de inspanning: sociale uitsluiting blijkt
slechts een andere benaming voor de hel.
Maar
waar dan geschiedt de fabricage van gelukkigen en ongelukkigen? Waar
situeert zich de dorsvloer waar het kaf van het koren wordt
gescheiden? Waar precies voltrekt zich de ultieme afschrikking, de
hel van de sociale uitsluiting? En het antwoord klinkt verbijsterend
genoeg dat deze dorsvloer gecreëerd wordt samen met de sociale dwang
welke mensen ertoe verplicht om met de regelmaat van de klok
zogenaamde feesten te gaan vieren. Op vaste tijdstippen wordt men
gedwongen om te tafelen met al dan niet bekenden. Dat wij na het
drinken van een glas spontaan gaan pochen en elkaar met het etaleren
van onze bezittingen proberen te overtroeven, illustreert niet alleen
de frustraties waarmee wij werden opgezadeld maar dient tevens
perfect de belangen van wie ons manipuleren door aldus het beest in
de mens te bespelen. Aan de feestdis immers geldt de
concurrentiecultuur met het wijsje van ieder-voor-zich ons via de
media en de opvoeding als vanzelfsprekend ingelepeld om
overeenkomstig het verdeel- en heersprincipe de hebbers van de
niet-hebbers te scheiden, waarbij de hebbers zich manifesteren door
de niet-hebbers in het zand te doen bijten in plaats van hen te
helpen.
Feesten
of samenkomsten onder mensen dienen in de huidige cultuur derhalve
niet om het samen-zijn en het samen-werken te bevorderen dat is
slechts het misleidende uithangbord: sociale evenementen beogen
daarentegen exact het tegenovergestelde, namelijk het bevredigen van
een manifestatiedrang waarbij eigenaars zich onderscheiden of
distantiëren van bezitslozen en waarbij deze laatsten geïsoleerd
worden of dus in de hel worden gedropt.
Het
hoeft geen betoog dat derhalve aan een dergelijke feestdis slechts
ogenschijnlijk kip aan het spit wordt gegeten: in werkelijkheid staan
op het menu onze soortgenoten die naar de principes van een
opgedrongen pikorde het onderspit delven. De ware betekenis van onze
westerse feesten onder het juk van de mammon, is kannibalisme.
2.
Niemand
is in staat om nog voedsel naar binnen te werken nadat verzadiging is
opgetreden en wie geen gehoor geven aan deze natuurlijke
vanzelfsprekendheid, schaden hun gezondheid. Er zijn wel
alternatieven zoals reeds in het oude Rome het uitlokken van
braakpartijen om daarna met vreten te kunnen herbeginnen maar vandaag
verkiest men zich veeleer te vermeien met exquise gerechten in dure
restaurants. Op de keper beschouwd is alles wat te maken heeft met
oververzadiging ook verspilling en zo is de spilzucht aan de
vraatzucht verwant omdat het gooien met geld en het zich volproppen
met spijs en drank dezelfde functie vervullen van het zich
manifesteren, het is de zelfbevrediging der potentaten. Eten is
andere wezens aan zich onderwerpen door ze op te eten en met betalen
doet men hetzelfde maar dan anders: men beveelt en onderwerpt
soortgenoten door ze het geld dat ze nodig hebben om te leven te
onthouden als zij gehoorzaamheid durven te weigeren.
Eten
is het degraderen van wie men eet tot eiwitten en andere bouw- en
brandstoffen voor de huishouding van het eigen lijf. Gaat het om het
verorberen van planten en dieren, dan rechtvaardigt men zich door te
stellen dat het doden van ander leven levensnoodzakelijk is voor het
eigen voortbestaan maar voor het naar binnen werken van soortgenoten
bestaat pas een excuus als de hongerdood dreigt terwijl geen enkel
alternatief nog voorhanden is. De middeleeuwse franciscaner monnik en
pauselijke gezant Willem Van Rubroeck beschrijft in zijn dagboeken
langs de zijderoute op weg naar de Mongoolse hoofdstad Karakoroem in
1253-1255 herhaaldelijk de vondst van knekels in uitgedoofde as van
kampvuurtjes het betrof meer bepaald teenkootjes van kinderen.
Vandaag verorbert men zijn soortgenoten op een meer gesofisticeerde
wijze door hen naast nog andere bestaansmiddelen ook het voedsel te
onthouden dat zij nodig hebben voor hun voortbestaan. Exemplarisch is
het Europese schandaal van het terugsturen van economische en
oorlogsvluchtelingen van wie er de afgelopen jaren vele duizenden als
drenkelingen de dood vonden op zee. Zij liepen weg voor de oorlog in
de ergste dictatuur van de hedendaagse tijd en vonden geen asiel bij
de Verenigde Naties die na de holocaust of de moord op zes miljoen
mensen nochtans afgesproken hadden om onderdak te zullen verlenen aan
al wie bij het verschijnen van een nieuwe Hitler moeten hollen voor
hun leven. Het obese Westen weigert aan hongerige vluchtelingen
onderdak en voedsel, uitgerekend omdat het vreest dat de hongerigen
er eigenlijk op uit zijn om onze hoofden af te hakken en ons op te
eten.
Anderzijds
is het verorberen van medemensen sinds de oudste tijden een sacrale
daad, en vormt deze niet de kern van de Heilige Mis waar de Heiland
zelf zijn lichaam offert in de vorm van brood en wijn? Met de
allerarmsten namelijk heeft Christus zichzelf geïdentificeerd, met
'de minsten van de mijnen', zoals Hijzelf het zegde, en aldus
voltrekt zich in de Europese genocide andermaal de kruisdood en de
consecratie of de Mis ge-expandeerd doorheen de tijden in de wijde
wereld.
3.
Zoals
hoger aangestipt, zijn de spilzucht en de vraatzucht verwanten daar
zij beiden de machtsdrang ventileren: het aanzitten aan de feesttafel
en de pocherij zijn twee handen op één buik. In zijn Eros
and Civilization
uit 1955 heeft Herbert Marcuse beschreven hoe machtswellust en meer
algemeen destructieve krachten spontaan opwellen waar de
levensdriften geremd worden.
In
de lijn van Plato stelt Freud dat de seksuele driften, de
levensdriften zelf zijn, dezelfde driften die ons ertoe aanzetten om
de natuur te beheersen in functie van de bevrediging van onze vitale
behoeften: de wil tot zelfhandhaving is niet het eindeloze gevecht
tegen de dood maar wel de strijd om plezier het lustprincipe
gelegen in het uitstel van de onmiddellijke bevrediging van de
verlangens en uitgerekend dat is cultuur het realiteitsprincipe.
De zelfbeheersing en de repressie zijn een noodzaak omdat lust
onmogelijk is zonder arbeid: beschaving is de kanalisering van
instincten en zo moeten de mensen zich maar opofferen aan de
vooruitgang. Onjuist, zo oordeelt Marcuse: arbeid stamt inderdaad uit
het lustprincipe zelf, alleen is het plezier eraf ingevolge het
vervreemdende kapitalisme, wat wil zeggen dat de schaarste door de
heersende klasse gemanipuleerd wordt. Neem de vervreemdende arbeid
weg uit de maatschappij en repressie is niet langer nodig voor de
sublimatie van de lusten.
In
een heel andere benadering is geweld het enig resterende alternatief
waar de dialoog onmogelijk is geworden en dat wil dus zeggen dat
geweld ontstaat waar de logos zelf verdeeld is, waar de rede in
oorlog is met zichzelf of dus daar waar er niet langer één waarheid
is. En wat betekent dat?
Een
wiskundevraagstuk heeft slechts één correcte oplossing en duldt
geen tweede; waar zich voor zo'n vraagstuk twee oplossingen
aanbieden, moet tenminste één van de twee fout zijn. De waarheid is
één, geen waarheid duldt een tweede naast zich omdat een tweede
waarheid ook de eerste ongedaan zou maken. Daarom kan de rede in
oorlog met zichzelf niet langer de rede zijn: waar twee waarden
onderling strijden, gaat het veeleer om belangen, meningen of nog
andere zaken welke de waarheid in hun schaduw willen stellen. Edoch,
zonder de logos, is er ook geen dialoog mogelijk. De oorlog
verplaatst
zich dan van de schil van de rede naar de fysieke schil en zo
ontstaat geweld. Bij geweld eet de ene de andere op om weer één te
kunnen zijn en de schijn van waarheid op te kunnen houden. Zo staat
de oorlog weer in functie van een zekere vrede of dan tenminste toch
een schijn daarvan.
Maar
misschien moet hier andersom worden geredeneerd en moeten wij
erkennen dat het verhaal van de ene waarheid een groteske leugen is
en ook een gevaarlijke, daar het niet slechts spontaan maar tevens
noodzakelijk in de strijd uitmondt omdat strijd redding belooft daar
in de strijd slechts één winnaar geduld kan worden. Misschien
moeten wij het verhaal van de ene waarheid opofferen aan de vrede,
wat uiteraard meebrengt dat wij erkennen dat er in onze werkelijkheid
helemaal geen waarheid in de zin van een absolute waarheid kan
bestaan. En moeten wij dan op deze wijze het erbarmelijke van onze
toestand niet leren accepteren teneinde hem niet nog ondraaglijker te
maken? Moeten wij de idee van de ene, ware, goede god niet leren
beschouwen als een contradictio
in terminis?
Moeten wij niet leren aanvaarden dat de wiskunde ons altijd heeft
misleid en dat deze zo vaste en sluitende 'wetenschap' ons met haar
eeuwige waarheden een rad voor de ogen heeft gedraaid, veel te mooi
om ooit waar te kunnen zijn? Leert zij ons niet tenminste als wij
geen verzet blijven bieden tegen het verstaan dat de
waarheidswaarde van stellingen en beweringen omgekeerd evenredig is
met hun werkelijkheidswaarde en dat dit ook niet anders mogelijk is
omdat de werkelijkheid zelf verdeeld is, gefragmenteerd en altijd
veranderlijk, en dat zij bestaat uit zich eindeloos
vermenigvuldigende entiteiten? Want het lijkt er wel heel sterk op
dat het godsgeloof en het geloof in de ándere wereld, het leven in
de húidige wereld lelijk in de weg staat en dat het ons tot
kannibalisme veroordeelt.
4.
Helaas
worden al deze verzuchtingen weggeblazen als gevaarlijke vormen van
simplisme op het ogenblik dat zich het relativisme pas echt goed
doorzet want wie kan bijvoorbeeld het oordeel nog langer beamen dat
racisten ook mensen zijn in het licht van de ontelbare
slachtoffers van deze moordende ideologie? Gedachtenexperimenten zijn
toelaatbaar zoals ook fictie en fantasie en die Gedanken sind
frei maar bij het in de praktijk brengen van de eigen opvattingen
dient men er rekening mee te houden dat men aldus het domein van de
loutere opvattingen, overtuigingen en gedachten verlaat om het domein
van de werkelijkheid zelf te betreden een domein waar zich
anderen bevinden met niet noodzakelijk dezelfde opvattingen. Wél
deelt men met al deze anderen onmiskenbaar enkele gemeenschappelijke
waarden en in de eerste plaats is er de waarde van het leven zelf,
want iedereen wil leven: elkeen wil voldoende te eten hebben, wil
kunnen wonen, wil zichzelf en de zijnen kunnen verzorgen en hoe men
het ook draait of keert: deze waarden zijn onmiskenbaar universeel en
daarom absoluut en objectief. Wég met de idee van elk zijn waarheid
van zodra deze waarheid er ook aanspraak op maakt om in de praktijk
gebracht te worden! Miskent men de genoemde gemeenschappelijke
waarden en belangen alsnog of maakt men ze ondergeschikt aan een
ideologie die deze zaken aan bepaalde categorieën van mensen
ontzegt, dan pleegt men zelfverraad, verraad aan de eigen soort en
verraad aan de rede.
Tot
1971 werden zelfs in het zogenaamde vrije Nederland homoseksuelen
naar de Sint-Willibrordusinstelling in Heiloo gebracht waar een arts
van Vlaamse komaf, dr. Aimé Wijffels, hen castreerde. Pas na
protesten van onder andere de schrijver Gerard Reve werd het
betreffende wetsartikel uit 1911 dat daartoe aanzette, afgeschaft.
(1) De genocide op onder meer homoseksuelen stamt niet uit het
nazitijdperk en werd na de Tweede Wereldoorlog ook niet stopgezet.
Het bekendste slachtoffer van castratie op homo's is de Engelse
wiskundige Alan Turing die de Duitse geheime code brak en aan wie wij
derhalve de overwinning op nazi-Duitsland danken hij stierf door
moord of zelfmoord in 1954 en pas in 2009 gaf de Britse premier Brown
hem eerherstel. Homoseksualiteit bleef in Engeland strafbaar tot
1967. Overmorgen, 5 september 2017, bestaat het homomonument in
Amsterdam 30 jaar pás dertig jaar. In de kampen van de nazi's
werden ongeveer 10.000 homo's omgebracht, naast de genocide op joden,
Roma-zigeuners en andere weerloze bevolkingsgroepen deze
volkerenmoord telde zes miljoen slachtoffers.
De
internationaal geaccepteerde definitie van genocide indachtig, welke
bepaalt dat ook maatregelen bedoeld om geboorten binnen de geviseerde
groep te voorkomen als genocide moeten bestempeld worden (2), kijken
wij vandaag aan tegen de uitlatingen van hooggeleerde heren zoals
moraalfilosoof Etienne Vermeersch die via specifieke
geboortebeperking zijn ideaal wenst te verwezenlijken van een wereld
zonder gehandicapten, zoals hij ook een wereld zonder honger wenst te
bekomen door de hongerigen over te laten aan hun bittere lot. Hiermee
praat hij de prominente Sir David Attenborough naar de mond, van wie
de in de kranten gepubliceerde veroordeling aan het adres van de
hongerlijders: Let them starve!. Zij kunnen alvast rekenen op
enige bijval van eugenetici en wereldverbeteraars in het zog van
Thomas Malthus, over wie literatuurprofessor David Paroissien
schrijft dat de wereldberoemde auteur en tijdgenoot van Malthus,
Charles Dickens, hem middels zijn misantrope vrek Ebenezer Scrooge
een veeg uit de pan geeft: in A
Christmas Carol weigert
Scrooge aalmoezen aan de bedelaars met het argument dat ze maar beter
verhongeren omdat ze aldus nog meehelpen in de strijd tegen de
overbevolking. Dickens haatte kennelijk deze utilitaristen, vaak van
hogere komaf en zonder voeling met het volk, zoals Malthus, Bentham
en Mill en in romans zoals Hard
Times
klaagt hij ze ook aan als onrechtplegers en onmensen. (3) Het gaat
daar in feite om de verdedigers van het inhumane kapitalisme ten
tijde van de industriële revolutie in ellendige fabriekssteden zoals
Manchester toestanden welke Friedrich Engels tot zijn sociaal
engagement dreven.
Of
hoe beroemdheden met de uitstraling van wereldverbeteraars en
filantropen in feite menseneters zijn.
5.
Het
reeds aangehaalde boek van Erik Thys gaat in feite over de zelfmoord
van de mensheid, gelet op het feit dat, zoals Thys schrijft,
creativiteit zo dikwijls samengaat met schizofrenie als autisme
samengaat met betrouwbaarheid, precisie en een superieur geheugen:
Deze
mensen [schizofrenen] verdienen het niet om op deze manier verbannen
te worden naar het verdomhoekje, zeker niet als blijkt dat zij ook de
dragers zijn van creativiteit en op die manier verbonden zijn met de
nobelste verwezenlijkingen van de mensheid. (4)
Hier
wordt verwezen naar het vierde hoofdstuk van het boek, waar
beschreven wordt hoe artistieke gevoeligheid en psychische
kwetsbaarheid twee zijden van hetzelfde muntstuk kunnen zijn. (5)
In
de massamoord op de door Adolf Hitler als 'ontaard' gestigmatiseerde
kunstenaars, dreigt zich de mensheid inderdaad te zelfmoorden. Dit
gevaarlijke fascisme, zozeer gekenmerkt door onnadenkendheid verkapt
zich ironisch genoeg onder een pseudo-geleerdheid die zich bedient
van de superlatieven en de decibels waarmee ook de marktkramers hun
publiek proberen te imponeren.
Deze
kleverige terreur komt vandaag opnieuw aan de macht maar dit keer
verspreid over de hele wereld. In zijn boek vermeldt Thys de verdoken
eugenetische praktijken en niet alleen in Peru waar omstreeks 1990
zowat 300.000 vrouwen ongeïnformeerd gesteriliseerd werden maar ook
de sterilisaties van immigrerende Ethiopische joden door de
Israëlische regering in 2013 en de praktijken in de V.S. jegens
gedetineerden: in 2013 bleken alleen al in Californische
vrouwengevangenissen in de voorafgaande paar jaren 148 vrouwen
onvruchtbaar gemaakt te zijn.
Onverantwoordelijk
handelen en onverschilligheid, ook en vooral vanwege professionele
hulpverleners en naaste familie, blijken de regel en de auteur drukt
erop: Het aantal slachtoffers is groot, klein is het aantal
veroordeelde daders. (6) Dat de moordenaars vaak aan het langste
eind trekken, volgt uit het simpele feit dat na de misdaad de
slachtoffers uiteraard al het zwijgen zijn opgelegd; zij zullen niet
rechtop gaan zitten in hun graf en roepen: Mogen wij alstublieft
ook eens iets zeggen!? Vandaar de dringende nood aan eerherstel in
naam van de talloze vermoorden, de nood aan monumenten en de grote
nood aan boeken en andere informatiebronnen over een zaak waarvan de
laatste getuigen nu zo goed als helemaal verdwenen zijn. Hitler
immers blijkt vandaag verrezen en, als men de kranten mag geloven,
wel honderdduizendvoudig.
(J.B.,
10 augustus 2017 4
september 2017)
Verwijzingen:
(1)
E. Thys, Psychogenocide,
EPO, Berchem, 2015, p. 246.
Enkele weken voor het begin van de Kosovaarse oorlog,
verdwenen alle vogels uit die streek, het leek alsof ze een
voorgevoel hadden, zoals ook de bijen een voorgevoel hebben voor
aardbevingen.
Zowat honderdzestig jaar geleden sprak het
indianenopperhoofd Seattle in zijn beroemde toespraak tot de
Amerikaanse president over de dood van de dieren:
"(...)
Wij zullen dus uw aanbod ons land te kopen in overweging nemen. Als
wij besluiten het aanbod aan te nemen wil ik éen voorwaarde stellen:
de blanke man moet de dieren van dit land beschouwen als zijn
broeders.
Ik
ben maar een wilde en ik begrijp het niet. Ik zag duizenden rottende
buffels op de prairie, achtergelaten door de blanke man die ze
neerschoot vanuit een rijdende trein.
Ik
ben maar een wilde, en ik kan niet begrijpen hoe het rokende ijzeren
paard belangrijker kan zijn dan de buffel, die wij alleen maar doden
om in leven te blijven.
Wat
is de mens zonder dieren? Als alle dieren weg zijn, zal de mens
sterven aan een gevoel van grote eenzaamheid. Want wat er gebeurt met
de dieren gebeurt spoedig met de mens. Alle dingen hangen samen.
Wat er met de aarde
gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde."
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 7)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 7)
Twee
jaar geleden publiceerde de Vlaamse psychiater, kunstenaar en musicus
Erik Thys het boek Psychogenocide, over de massamoord op
psychiatrische patiënten en kunstenaars onder de nazi's. Ik vermeld
het boek omdat het een hoogst noodzakelijk werk is want in deze
tijden ziet men andermaal precies hetzelfde gebeuren. Moord is één
zaak, maar de verantwoording ervan door erop te wijzen dat de
slachtoffers mensen zonder maatschappelijk nut zijn, is een tergend
teken van een schromelijke ontoereikendheid van het empathische
vermogen. Abortus mag als het om gehandicapten gaat, euthanasie mag
voor zieken en geesteszieken en men liegt zichzelf dan voor dat het
goed is voor deze mensen als wij er voor zorgen dat zij niet of niet
langer hoeven te leven zij zouden immers teveel lijden. Bovendien
is de eigenlijke reden anders zoals ook blijkt uit de
selectiecriteria van de nazi's om over te gaan tot uitroeiing: de
gevangenen werden pas vergast op het ogenblik dat zij niet meer
nuttig waren. De veroordeling van een arts die abortus weigert bij
een kind dat eenmaal volwassenen de bewuste arts voor de rechter
sleept, schept een precedent dat vanaf dat ogenblik artsen dwingt tot
deze beschamende vorm van discriminatie het aborteren van
gehandicapten en zo zijn wij de weg van de nazi's opgegaan. Adolf
Hitler is terug; God is dood maar de duivel is verrezen!
De
aanstokers van de holocaust hebben nooit beweerd dat zij moordden om
te moorden, zij geloofden daarentegen een edel motief te hebben met
de eugenetica waar ook vandaag zoveel rond te doen is: de verbetering
van het ras, de modellering van een supermens, de versterking van de
volksgezondheid en de staat, de eliminatie van nuttelozen en
lastposten. En ook toen was de idee niet nieuw, onder meer Thomas
Malthus was er ruim een eeuw voordien al van bezeten, u kent hem wel,
die misantrope predikant, de vader van het sprookje over de
catastrofale overbevolking. Hij was van mening dat men de armen maar
beter aan hun lot kon overlaten: hun van voedsel voorzien kan er toch
alleen maar voor zorgen dat zij zich vermenigvuldigen, zo meende hij.
Vandaag zegt sir David Attenbourough hem weer letterlijk na en zijn
echo weerklinkt uit de mond van allerlei moraalprofessoren. Dit
gebrek aan elementair verstand is de gruwel van deze tijd!
Het
Malthusianisme is in zekere zin toch wel verdedigbaar? Heel wat
geleerden hangen het aan...
Daar
hebben we het weer! Maar nu moet u eens goed opletten, want wat
opvalt, zijn de middelen die worden ingezet om dat doel te bereiken
en die getuigen van een extreme onnadenkendheid. Iedereen weet dat er
twee manieren bestaan om een maatschappij te verkrijgen zonder
bijvoorbeeld zieke mensen. De eerste manier vergt studie, toewijding
en arbeid en bestaat erin dat men poogt de zieken te genezen en
daarbij doet men een beroep op dokters en andere hooggeschoolde
gezondheidswerkers. De tweede manier echter gaat veel sneller, zij is
veel goedkoper en ook efficiënter en dokters en andere
hoogopgeleiden komen er al helemaal niet aan te pas: men roeit de
zieken gewoon uit en daartoe volstaan ordinaire moordenaars. Maar het
doel heiligt de middelen, zegt u? Wie zo denken, zouden verplicht een
bezoek aan het kamp van Auschwitz moeten brengen en zij zouden de
aantekeningen moeten lezen van Primo Levi en andere slachtoffers uit
die tijd. Ik zeg u: de mens leert kennelijk niets bij, hij kent zijn
geschiedenis niet en hij kijkt niet verder dan zijn neus lang is want
dit dreigt vandaag allemaal opnieuw te gebeuren, hier en over de hele
wereld, het is al aan de gang en wat wij verkrijgen is een veelvoud
van de gruwel van toentertijd.
Moet
men de maatschappij gezonder maken door de zieken te doden of door
hen te genezen? Maakt men het land geleerder door de analfabeten te
doden of door hen te leren lezen? Maakt men het land rijker door de
armen uit te hongeren, zoals Malthus voorstelde, of door scholen voor
hen te bouwen? Ik zei het al en het weze herhaald: om het
levensonderhoud en de luxe van één welstellende westerling te
garanderen, zijn vijftig slaven nodig in de derde of de vierde
wereld. Het probleem van de armoede oplossen door de armen uit te
roeien, ware alleen al om die reden volstrekt contraproductief. Maar
vooral hierom zijn de Malthusiaanse maatregelen geheel ondoordacht:
als er ooit sprake is van overbevolking, dan vormt die een probleem
op grond van wat men de ecologische voetafdruk is gaan noemen, met
andere woorden het verteer en de vervuiling per persoon. Als u nu
weet dat een welgestelde westerling dikwijls het duizendvoudige
verbruikt van dat waarvan een Indische paria leeft, dan ware het
welgeteld duizend keer doeltreffender om de rijken uit te hongeren!
Maar wellicht...
Wellicht
wat?
Wellicht
eten de rijken zich dood...
(J.B.,
31 juli 2017)
02-08-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 6)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 6)
En
ik heb het nog helemaal niet gehad over de ontwikkelingen van de
jongste tijd, mijn beste... hoe is uw naam alweer? Maar doet het er
ook toe? Want die ontwikkelingen maken koekjes van ons allemaal, dat
begrijpt u toch zeker wel, of niet?
Koekjes!?
Koekjes,
zei ik, of zeep, ja, zeep maar dit keer zullen het koekjes zijn,
geloof ik, om voor de hand liggende redenen trouwens. Ik wil maar
zeggen dat wat er in de jongste jaren gebeurt, een herhaling is van
wat wij hebben meegemaakt in de jaren dertig van de voorgaande eeuw,
maar dat zult u beslist nog gehoord hebben?
Bepaalde
kranten staan er vol van, ja.
Men
vult de nieuwsberichten met terreuraanslagen en vervolgens gaat men
in het teken van de veiligheid, de vrijheid aan banden leggen en de
controle op de burgers opvoeren. En hoe ver gaat men daarin? Hebt u
het onlangs gehoord, dat men de wielertoeristen wil verplichten om
hun kilometers te gaan malen in speciaal daartoe aangelegde circuits?
Men gaat of staat niet langer waar men wil, de openbare weg is
voorbehouden aan de agressieve automobilist. Dit is de zo gevreesde
terugkeer van het recht van de sterkste! Veiligheid? Laat mij niet
lachen! Als men fietspaden aanlegt zodat de kinderen op weg naar
school niet hoeven doodgereden te worden, zal ik geloven dat het de
politici om onze veiligheid te doen is maar niet eerder! De terugkeer
van het recht van de sterkste, dat is het waarover ik mij zorgen
maak: daarbij vergeleken verdwijnt al de rest in het niets.
Waar
vandaan dan die kentering?
Ik
vermoed dat het alles te maken heeft met het wegebben van het
christendom. In de mens zit een beest, kennelijk is alleen de religie
bij machte om het in toom te houden. Weet u wat er gebeurd is in het
zogenaamde Derde Rijk? Want men praat erover alsof het eeuwen geleden
is, in een vreemde, verre streek, onder een handvol criminelen, een
uitzonderingstoestand, een ongelukkig toeval haast. En niets is
minder waar dan dat, conferatur Stanley Milgram!
U
bedoelt het nazisme in Duitsland?
Ik
bedoel de grootheidswaanzin waaraan de mens ten prooi is van zodra
hij niet langer bereid is het hoofd te buigen voor zijn Schepper. U
moet weten dat er mensen bestaan die willen heersen over alle
anderen, en over de hele aarde, alsof zij god zelf waren. Binnen een
evenwichtige maatschappij kunnen zij zich nauwelijks manifesteren
maar eenmaal de tijden bepaalde kentekenen gaan vertonen, zien zij
hun kans schoon en slaan ze toe: de potentaten. In wezen gaat het om
brutale moordenaars; die zijn er altijd al geweest maar de cultuur
zorgt ervoor dat zij hun diepste verlangens sublimeren en de
godsdienst veroordeelt hun daden als zij nog in het stadium van
gedachten zijn. Hun bestaan is tot mislukken gedoemd, tenzij zij
ineens de dekmantel der dekmantels ontdekken: zij gaan namelijk de
natuur zelf een handje helpen en in tijden van een uitgesproken
liefde voor de natuur, klinkt dat niet eens zo onaardig en op die
manier krijgen zij tenslotte in een ogenblik van onoplettendheid de
wind in de zeilen en in een mum van tijd is het hek van de dam.
Kunt
u wat concreter zijn?
Een
exponent van deze misvatting vindt men daar waar sommigen in de
natuur de wet van het recht van de sterkste geloven te ontwaren,
waarna ze opmerken dat wat mensen en in het bijzonder christenen
doen, daar jammerlijk tegenin gaat. Jammerlijk, zo geloven zij, zoals
blijkt uit de toespraken van bijvoorbeeld Adolf Hitler die het
betreurde dat aan het front jonge en gezonde mensen moesten gaan
sneuvelen om de zieken en de bejaarden thuis in leven te houden.
Hitler betreurde de naastenliefde omdat zij de natuurwet dwarszit en
hij vond dat wij er uiteraard beter aan doen om de natuur een handje
te helpen: door het recht van de sterkste worden de zwakken
geëlimineerd, laten wij dus werk maken van het opruimen van de
zwakken want zij verzwakken de staat dat was de basis van zijn
pleidooi. De executie van dit 'inzicht' dat bijzonder weldenkend of
tenminste toch logisch lijkt, vindt men in de praktijk van de
holocaust: de moord op zo maar eventjes zes miljoen mensen. En nu
moet men weten dat deze industrialisering van de genocide volstrekt
in koelen bloede gebeurde en met de medewerking van talloze medici
ja, het was een medicalisering van de massamoord. Vrijwel geen verzet
daartegen, zij die zich verzetten werden immers op staande voet
geëxecuteerd. Er zijn er zelfs die geloven aan hun perverse
handelwijze een filosofische grondvesting te kunnen verlenen door te
verwijzen naar de grote doch krankzinnige dichter Friedrich Wilhelm
Nietzsche. Ik wil echter andermaal opmerken dat deze lieden
criminelen zijn, dat hun theorie een uitvlucht is en dat zij verdomd
goed weten waarmee zij bezig zijn: het transport van de joden naar
hun eigenhandig gedolven graf, gebeurde in gesloten gaswagens waarop
ter misleiding van het eigen volk geschilderd was: Kaisers
Kaffee. En toen Hitler inzag dat hij de oorlog aan het verliezen
was, liet hij de lijken uit de massagraven opdelven en verbranden, in
de hoop nog gauw alle sporen van de onbeschrijflijke gruwel te kunnen
uitwissen.
U
overdrijft...
Ach,
Shakespeare wist het al: de werkelijkheid is erger dan uw stoutste
fantasie. Maar over de exponent van de holocaust zullen we het straks
nog hebben. Wat ik hier eerst en vooral wil aanhalen in verband met
de menselijke eigenwijsheid of is dat dan geen grootheidswaan?
is de onwaarschijnlijke en aperte onnadenkendheid welke spreekt uit
de uitvluchten om te kunnen moorden, want daar gaat het in wezen om
waar potentaten mogelijkheden ontwaren om zich uit te leven de
nazi's, de nationalisten en de racisten in naam van volk, staat en
ras; de clerici in naam van het zielenheil; de uitwassen van de
medische wereld in naam van de gezondheid en de volksgezondheid, al
wordt de eed van Hippocrates in deze tijden door velen allang niet
meer ernstig genomen. Hebt u al gehoord over de schoonheidschirurgie
en nu heb ik het niet over een kind met een hazenlip of iemand
die verminkt uit een brand komt... ook in de geneeskunde hoort men
steeds vaker het wijsje van u vraagt, wij draaien...
Uitwassen
zullen er altijd zijn...
Om
te beginnen vinden lieden die van oordeel zijn dat ze de natuur een
handje moeten helpen, dat zij zelf geen deel uitmaken van de natuur.
Het is zo klaar als een klontje: mensen die vinden dat de mens als
zodanig deel uitmaakt van de natuur, kunnen ook het menselijke in de
mens niet tegennatuurlijk noemen. Zij die dat wel doen, zijn
uiteraard van oordeel dat de mens zelf tegennatuurlijk is. Edoch, als
zij dat geloven, dan moeten ze meteen ook aannemen dat hun wil om
alle zwakkeren uit te moorden, eveneens tegennatuurlijk is. Derhalve
kunnen ze met hun standpunt geen enkele kant op, wat zij verkondigen
snijdt geen hout, is het nep, het is een rookgordijn dat zij proberen
op te trekken om aan hun moordlust een schijn van waardigheid te
geven. En ze zouden dit nooit kunnen doen zonder de vastberadenheid
waarmee zij hun critici het zwijgen opleggen: deze lui zijn
terroristen zonder meer.
Vervolgens
dient hier op gewezen te worden: om de natuur een handje te kunnen
helpen, moet men de natuur eerst door en door kennen, men moet weten
wat de natuur wil en men moet het ook beter weten dan de natuur zelf,
wil men in staat zijn om hem te helpen. Wel, dan moet men mij eerst
en vooral eens uitleggen hoe zoiets mogelijk zou kunnen zijn. Want
ook hier moet men er dan van uit gaan dat men zelf buiten de natuur
staat en tevens moet men ervan overtuigd zijn dat men het als
buitenstaander beter weet dan de natuur zelf die het doet. Ik wens er
niet verder over uit te weiden, het is te gek om los te lopen. Maar
men dient op zijn hoede te zijn voor lui die met het mensdom deze weg
op willen: zij zijn gevaarlijk zonder meer, zij schuwen beschaving en
cultuur, zij willen de oorlog en de vernietiging en zij verwachten
daarvan alle heil... voor zichzelf! En vandaag komen deze lieden
overal ter wereld aan de macht: zal ik van Noord tot Zuid en van Oost
tot West hun namen spellen of is het verstandiger om dat niet te
doen, daar wij ons zeker geen illusies moeten maken over hun
vastberadenheid?
U
weet dat twee jaar geleden paus Franciscus, Oscar Romero zalig
verklaard heeft: de gewezen aartsbisschop van El Salvador verdiende
zijn sporen door tijdens een mis zijn mond open te doen over de
vijfenzeventigduizend burgerdoden, vaak kinderen, onder de militaire
junta. Daarop verleende de Katholieke Universiteit van Leuven hem een
eredoctoraat maar een week later, op 24 maart 1980, werd hij door het
regime vermoord. Paus Franciscus was zijn toenmalige ambtsgenoot in
buurland Argentinië waar een vergelijkbare dictatuur veertigduizend
slachtoffers maakte. Maar de toekomstige Franciscus had niets te
vrezen: hij beweert over de toestand in Argentinië niet op de hoogte
geweest te zijn. De katholieke kerk zelf weigerde toentertijd om
Romero heilig te verklaren begrijpelijk, daar zij de dictatoriale
Latijns-Amerikaanse regimes steunde; niemand immers kan twee heren
dienen. En van deze verhalen staat de geschiedenis bol. Vandaag
explodeert een bom van dictatoriale regimes over de gehele wereld met
vaak als enige antwoord een algemene onverschilligheid. En grote
mensen hebben herhaaldelijk gewaarschuwd dat dit het ergste is: de
onverschilligheid!
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
29 juli 2017)
31-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 5)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 5)
Omsk
Van Togenbirger, uit uw betoog over de huidige toestand in de
wereld...
Maar
daarover moeten we het nog hebben!
Akkoord,
maar nu reeds blijkt daaruit alvast dat u grote twijfels koestert
over de vooruitgang en dat u het been stijf houdt waar wij opmerken
dat toch niet alles overboord gegooid kan worden: heeft de huidige
toestand van de wereld hiermee dan te maken?
De
huidige toestand in de wereld heeft te maken met het feit dat ontkend
wordt dat er geen vooruitgang is en daardoor gaat men op zijn
lauweren rusten en zet zich een beweging in tegengestelde richting
in: achteruitgang! En wel met rasse schreden!
Heb
je van je leven...
Kijk,
kennelijk merkt u niet eens dat er achteruitgang dreigt en dat is het
allerergste. Wij staren ons blind op heel oppervlakkige zaken zoals
technologische snufjes en allerlei kermisattracties, alsof zij
belangrijker waren dan de uitvinding of de ontdekking van het vuur,
het wiel, de algebra, de taal. Een van de grootste ontwikkelingen in
de jongste geschiedenis is die van het Christendom: het inzicht dat
alle mensen als mens gelijk zijn en de eis dat zij ook allemaal als
zodanig behandeld worden, het inzicht dat wij allemaal kinderen zijn
van een en dezelfde god en, meer nog dan dat: het besef dat de naaste
god zelf is. Dat inzicht contrasteert fel met het geloof van voordien
in allerlei afgoden, beelden, amuletten of natuurverschijnselen aan
wie mensenoffers gebracht moesten worden om hen te paaien. Het
christelijke beginsel maakt dat mensen gaan samenwerken en het gaat
dan in principe om alle mensen zonder één enkele uitzondering, het
is het ontstaan van de mensheid. Dat inzicht is zo illuster dat het
door velen nog steeds niet gevat wordt zodat wij vandaag beroemde
en toonaangevende mensen zien verschijnen die er blijk van geven niet
wijzer te zijn dan Hitler, Stalin of Franco. Criminele potentaten
gebruiken hun macht om corrupte clowns in de schijnwerpers te
positioneren: een hele maskerade zorgt ervoor dat zij de plaats
innemen van helden en wijzen die van het wereldtoneel worden
weggeplukt omdat gevreesd wordt dat ook de machthebbers zullen delen
in de klappen als zij de waarheid verkondigen en recht spreken. De
stichter zelf van de levenshouding die wij naar hem het Christendom
zijn gaan noemen, werd op gruwelijke wijze omgebracht door de
Romeinse keizer en vervangen door zijn geranten die er vatte wie
kan tot op de dag van heden aanspraak op maken Christus zelf te
vertegenwoordigen. De dwang van de macht maakt dat het volk
intussen een paar miljard mensen deze aperte verknechting ook na
tweeduizend jaar nog blijft accepteren. Allen die sindsdien in
dezelfde levenshouding hun bestaan wijden aan deze grote waarheid,
delen in de klappen. De plaatsvervangers van de martelaren maken het
intussen zo bont dat de wereld is gaan gelijken op een reusachtig
pretpark, want het plezier is een noodzaak ter verdoezeling van de
teleurgang van het geluk dat samen met de waarheidsgetrouwen steeds
opnieuw verbannen wordt. Dertig
jaar na de kruisiging van Jezus Christus kwamen de joden in opstand
tegen de Romeinse bezetter en bij de onderdrukking van die opstand
werd Jeruzalem verwoest en geplunderd en de zogenaamde Tweede
Tempel in brand gestoken u weet dat van die tempel nog een muur
overeind staat, zij is bekend als de klaagmuur. In de volgende acht
jaren werd met de buit van die plundering van Jeruzalem in het
centrum van Rome het grootste circus ter wereld gebouwd, het
Colosseum, voor het vermaak van het Romeinse volk. De grote
satiredichter Juvenalis die het wangedrag van de rijke Romeinen aan
de kaak stelde en die sympathiseerde met de armen op wiens kap zij
grote sier maakten, spreekt in dat verband over panem
et circenses
brood
en spelen.
Het circus heeft zich over de ganse wereld vermenigvuldigd in de vorm
van allerlei arena's en zo werd voor het jongste wereldkampioenschap
voetbal de
luxueuze massacontainer van het Maracaña- stadion gebouwd naast de
krottenwijken in het Braziliaanse Rio de Janeiro. Als dit vooruitgang
is, dan moet u mij daar toch eens een tekeningetje bij maken want ik
versta het niet.
Bekijkt
u het allemaal niet te zwartgallig? Sport is cultuur en wat is daar
mis mee? Er zullen altijd aberraties zijn maar...
Het
is opvallend: telkens iemand wijst op de ernst van de toestand, wordt
hij beschuldigd van zwartgalligheid, alsof de waarschuwingen helemaal
niet ter zake waren. Maar uitgerekend die onverschilligheid is
rampzalig! Het gemak waarmee de wandaden van deze tijd onder de mat
worden geveegd tart elke beschrijving. Heb ik u dan niet al eens
verteld over de fameuze zeven uitvindingen die als vooruitgang
geboekstaafd staan maar die in wezen een grote ramp zijn voor de
wereld? De bekendste is de auto, die de lucht verontreinigt,
hoofdoorzaak van hart- en vaatziekten, allerlei kankers en
verkeersdoden, alleen in ons land jaarlijks achthonderd. Nog gezwegen
over het feit dat de auto als voertuig contraproductief is, zoals in
de zeventiger jaren van de vorige eeuw de cultuurfilosoof Ivan Illich
overtuigend aantoonde. Want bedoeld om ons tijd te laten besparen,
blijken de kosten van de gemiddelde automobilist meer tijd te eisen
dan ze hem kunnen doen besparen en hetzelfde geldt voor talloze
andere automaten. Het landschap werd door de auto herschapen tot een
dicht netwerk van straten, vaak enkel toegankelijk voor gemotoriseerd
verkeer en verstoken van voetpaden of fietspaden. De hele wereld is
een autowegenweb geworden. Alle mensen leven in huizen die aan deze
levensgevaarlijke straten palen; wij moeten ze betreden om in ons
levensonderhoud te kunnen voorzien terwijl wij dat onmogelijk kunnen
doen zonder het risico om gewond te raken of om te komen, wat vandaag
het lot is van zowat 40 percent van ons. En wat gedacht van de
uitvinding van het geld dat het onrecht in de wereld brengt, de
hebzucht voedt, de middel-doelomkering in de hand werkt en het
rampzalige tijdperk van het kapitalisme ingeluid heeft? Wat gezegd
van de massamedia die de mens vereenzamen om niet te zeggen dat ze
hem uitwissen? En de uitvinding van de democratie die maakt dat men
nu ook gaat belijden dat de meerderheid het recht heeft om te
beslissen wat waar is en wat niet? De uitvinding van de plastics
waarin de aarde versmacht: met een onverminderde productie van
driehonderd miljoen ton jaarlijks vormen zij in de Stille Oceaan een
drijvende vuilnisbelt met momenteel een oppervlakte van zowat vijftig
keer die van ons land. De magen van vogels en vissen zitten er vol
van en zij sterven er massaal aan, intussen vinden we ze als
microkorrels ook in ons eigen lijf terug, in onze lichaamscellen,
waar zij meedogenloze kankers doen uitbreken waaraan straks de helft
van ons voortijdig overlijden en u vertelt mij dat ik het allemaal
wat te zwartgallig zie? Moet ik nog eens het boekje opendoen over het
kernafval waarmee niemand blijf weet en dat steeds grotere gebieden
op aarde besmet en voorgoed ontoegankelijk maakt? Of dat van het
sproeisel? Een van mijn critici, de zeer vermaarde arts en schrijver
Christianus de Pierpontus, voorspelde bijna een halve eeuw geleden
dat de mensheid ten onder zou gaan aan resistentie van bacteriën
tegen antibiotica en vandaag is het zo ver: de strafste pillen kunnen
niet meer baten, de eens zo hooghartige geneeskunde probeert haar
bankroet uit te stellen maar de mensen sneuvelen bij bosjes, het kan
niet langer verdoezeld worden en u vertelt mij dat ik overdrijf?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
28 juli 2017)
29-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 4)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 4)
Omsk
Van Togenbirger, we zijn van het onderwerp afgedwaald: laten we eens
terugkeren naar de kern van de zaak, de huidige toestand in de
wereld...
Maar
zoals ik al zei, is die toestand onlosmakelijk verbonden met wat wij
denken en doen: er bestaat niet iets op zichzelf en los van ons
bewustzijn of buiten ons leven. En hebben we daarbij niet opgemerkt
dat wat wij voor waarheden houden, dikwijls helemaal geen waarheden
zijn maar wel meningen die worden aangehangen door meerderheden? En
dat ons vermeende weten vaak geen weten is maar bijvoorbeeld een
vermoeden, een veronderstelling of een vrees? Komt daarbij dat reeds
lang geleden aan het licht werd gebracht dat ook zaken zoals
winstbejag de waarheid vertekenen en het bedrog in de hand werken,
zodanig zelfs dat onze wetenschappen zelf aangetast worden: zij zijn
niet langer onafhankelijk en wringen zich in allerlei bochten om voor
wetenschap te kunnen blijven doorgaan terwijl zij tegelijk het bedrog
dienen. Maar de waarheid duldt geen corruptie en interne tegenspraken
brengen dat bedrog ook uit. Kijk wat ik hier lees: Vooraleer dit
middel te gebruiken, lees deze bijsluiter aandachtig! Niet zomaar
lezen doch aandachtig lezen: uiterst belangrijk dus! Edoch, het staat
er in volstrekt onleesbare lettertjes. En nu zou u kunnen opwerpen
dat drukinkt en papier duur zijn? Wel, wist u dan dat aan de
architectuur van het doosje en de pillen fortuinen worden besteed,
zoals insiders getuigen: meer dan negentig percent van de kostprijs
van een medicijn gaat naar artiesten die met een betoverende
vormgeving aan al die prutsen een schijn van echtheid moeten
verlenen. En zeg mij: is dit geen mooie illustratie van de toestand?
Samen met de middel-doelomkering die alles op zijn kop zet? Onze
wereld is hypocriet, de waarheid is de waarheid niet, wij wandelen op
kelderijs en wat het allerergste is: geen haan die er naar kraait
de onverschilligheid!
Wel,
gesteld dat u het bij het rechte eind hebt: hoe zou het dan wél
moeten volgens u? Want het is makkelijk om kritiek te leveren als men
zich tegelijk niet genoopt voelt om een alternatief aan te reiken...
De
waarheid blijft de waarheid en de wegen om de waarheid te vinden,
blijven open liggen, alleen wordt het leven van wie deze wegen
betreden er niet makkelijker op. Maar dat mensen alle tegenstand ten
spijt de zo moeilijke weg van de waarheid blijven verkiezen boven het
makkelijke pad van het bedrog dat bergafwaarts en gewis recht de
helletrechter in duikt, laat iets van de glorie van de waarheid zien.
In het licht van de waarheid immers, verdwijnt alles dat werd bekomen
door corruptie en bedrog zoals sneeuw voor de zon. De waarheid zelf
brengt niet alleen de onwaarheid van de leugen aan het licht zoals
een correcte berekening eerdere foutieve berekeningen afstraft: zij
overstijgt de loutere calculus door het gebeuren op te tillen naar
het niveau van de komedie, zodat nu ook het belachelijke van de
leugen aan het licht komt, wat haar voor iedereen zichtbaar maakt in
één enkele oogopslag, evenzeer voor de analfabeet als voor de
beslagen intellectueel.
En
dus beweert u dat het alternatief zich situeert...
In
de marge, inderdaad, in de tegencultuur. Kent u Hegel?
U
bedoelt de filosoof?
Georg
Wilhelm Friedrich Hegel, hij leefde tweehonderd jaar geleden. Niets
kan uitgroeien tot iets beters zonder zich eerst te confronteren met
een tegenstander en het is die strijd welke ook nu moet uitgevochten
worden; onze wereld zal niet beter worden door het bestaande te
sofisticeren, pas na een strijd van het bestaande met zijn
tegenstander, komt er eventueel iets nieuws uit de bus. Maar als we
hier aan voortborduren, kunnen wel wel héél erg ver afdwalen van
ons onderwerp...
Maar
wat houdt die zogenaamde waarheid dan concreet in, als ik vragen mag?
U moet toch ook weten dat waarheid een zeer beladen begrip is, dat
vandaag gesproken wordt in termen van waarschijnlijkheid en zo
bijvoorbeeld wordt ook medisch advies verstrekt op grond van
statistische bevindingen: wat is er mis mee als men op die manier aan
een groot percentage van de mensen een langer en gezonder leven kan
schenken? Inderdaad, de adviezen zijn niet perfect en de verkondigde
waarheid is er een bij benadering maar wij zijn toch mensen?
Ik
heb nooit verkondigd dat statistiek onzin is; wat ik wel beweer is
dat zij evenals alle andere vormen van inductief bekomen kennis met
de nodige voorzichtigheid dient aangewend te worden, vooral waar zij
direct wordt toegepast op mensen. Wij springen immers al te losjes om
met werkmethoden die vol gaten zitten en waarvan de imperfectie met
mensenlevens bekocht moet worden. Wat bijvoorbeeld te zeggen over de
verborgen calculi inzake verkeersveiligheid waar berekend wordt
hoeveel verkeersslachtoffers bepaalde investeringen waard zijn?
Kunt
u misschien wat duidelijker zijn?
Kijk,
hier wat verderop werd enkele jaren geleden een zebrapad aangelegd
zodat voetgangers er kunnen oversteken. Beter gezegd: als zij daar
oversteken en zij worden aangereden, dan zijn ze in hun recht. Het
resultaat van dat zebrapad is nu dat daar meer voetgangers
verongelukken dan voorheen. Sommige mensen geloven immers dat van
zodra zij het recht hebben om veilig de straat over te steken, zij
ook beschikken over de mogelijkheid om dat te doen. En dat is, zoals
u ook wel ziet, een redeneerfout aangezien een recht niet garandeert
dat de plicht die daar tegenover staat ook wordt nageleefd: die
plicht is niet in handen van de rechthebbenden. Nu kan men op
dezelfde plek ook verkeerslichten installeren maar dat kost geld: de
installatie en het onderhoud kosten geld maar ook het tijdverlies bij
automobilisten vertegenwoordigt een aardige som. Welnu, bij de
overweging of men al dan niet overgaat tot het plaatsen van
stoplichten, wordt een berekening gemaakt met als factoren het aantal
verkeersslachtoffers per tijdseenheid en de genoemde kosten. Met
andere woorden: een mensenleven is in die nutscalculus helemaal niet
onbetaalbaar. Wij leven in een wereld waarin mensen nog louter dingen
zijn. Vandaag kunnen bekende moraalfilosofen op televisie weer zonder
blikken of blozen beweren dat een wereld zonder mensen met het
Downsyndroom of zonder andersvaliden tout-court, een betere wereld
is: de jaren dertig van de vorige eeuw zijn helemaal terug, de
concentratiekampen loeren om de hoek, euthanasie wordt met zachte
dwang gepropageerd en met lede ogen en plaatsvervangende schaamte
kijkt men toe hoe zichzelf als topdokters en gangmakers presenterende
euthanasiepropagandisten hierover congressen houden in uitgerekend
Auschwitz.
Het
is mij nog steeds niet duidelijk waarom u de vooruitgang loochent.
Men moet toch erkennen dat wij bijvoorbeeld met de medische
wetenschap gebaat zijn, we hebben heel wat ziekten overwonnen, we
leven langer... Het lijkt mij kwade wil om vol te houden dat wij er
in de middeleeuwen beter aan toe waren.
Gelooft
u echt dat de vooruitgang te danken is aan de mens als zodanig? Als
er al vooruitgang is, dan danken wij die aan het voortschrijden van
de tijd! Hoe meer tijd voorbijgaat, des te meer ervaring hebben wij
en ervaring, experiment, is één van de twee peilers van de ware
kennis. Het systematiseren van ervaring noemen wij wetenschap maar in
feite is dat slechts een vaak betoverende benaming, als ging het om
een bijzondere activiteit voor ingewijden: de wetenschap als
geheimzinnigheid bestaat niet, het is niets anders dan ervaring en
systematiseren is nu eenmaal eigen aan de mens. Het is de tijd zelf
die het weten voorbrengt, niet de mens; de mens is onderhevig aan de
tijd én aan het weten, beide zijn ze immers onomkeerbaar. Hoe meer
tijd er verstrijkt, hoe minder er van onszelf overblijft en hetzelfde
geldt uiteraard voor de kennis die mettertijd onze hoofden in bezit
neemt of bezet houdt: het weten vreet aan ons, beperkt ons doen en
laten omdat het een voorzichtigheid is, totdat wij op een dag
helemaal niets meer ondernemen. Wie de kennis als een verworvenheid
beschouwen, spannen de kar voor de paarden: de zogenaamde wetenschap
wordt een hocus-pocus, zij meet zich een air aan, verhult haar kennis
in een specifiek jargon, werkt met ingewijden die zich privileges
toe-eigenen en ontplooit methoden welke ons zand in de ogen strooien
zoals dat bij uitstek in de geneeskunde met het geloof in pillen het
geval is: dat is geen wetenschap maar pure religie of tovenarij.
Wat
is er dan mis met pillen?
Bent
u katholiek? Dan weet u beslist dat de kern van de heilige mis de
consecratie is, waar de transsubstantiatie plaatsheeft, de
verandering van het brood in het lichaam van de heiland en de
verandering van de wijn in zijn bloed. Men bekomt dan een heilige
hostie, principieel eindeloos vermenigvuldigbaar, het archetype van
de pil. Het is de redding geconcentreerd in een minuscuul wit
schijfje of bolletje maar het kan ook een groen half maantje zijn of
een roos-blauwe capsule: het levenselixir, de essentie of de kern,
het wezen, de ziel, het beginsel. En wie wil niet graag geloven dat
dit product van de heilige wetenschap aan elkeen die het inzwelgt,
gezondheid schenkt en kracht, eeuwige jeugd en straks ook eeuwig
leven?
Maar
wat is het alternatief?
Artsen
zouden ook aan hun patiënten kunnen zeggen: eet wat minder en beweeg
wat meer, onthoud u van alcohol en tabak, laat geen haat toe in uw
hart, draag zorg voor de vrede maar maak u geen zorgen over dingen
die geen mens veranderen kan, wees tevreden met weinig en biedt hulp
waar gij kunt, behandel anderen zoals ook gij wilt dat zij u
behandelen.
Maar
dan gaan artsen gelijken op profeten!
Inderdaad,
maar zo horen genezers ook te zijn, zo waren zij oorspronkelijk.
Vandaag zijn ze helaas verworden tot winkeliers, wat zeg ik? Tot
handlangers van de meest rendabele industrie ooit: de industrie die
teert op de angst voor pijn en de dood. En is deze industrie niet
sterk verwant met haar voorgangster welke eeuwenlang munt sloeg uit
de angst voor de folteringen van het hellevuur?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
26 juli 2017)
27-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 3)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 3)
Omsk
Van Togenbirger, u had het met betrekking tot de medische
wetenschappen over kennis die voorgewend wordt zonder dat het kennis
is...
Uiteraard
zegt men niet dat men het niet weet of dat er tegen uw plaag geen
kruid gewassen is: probeer dit eens, zo zegt men want de winkel moet
draaien!
Het
is dus goed voor de economie...
Daar
zegt u het: de economie. Pillen maar ook ontelbare andere dingen die,
als ze niet baten, ook niet schaden: het zijn prutsen, het is
allemaal brol maar het wordt geduld want het heeft alsnog een goede
kant, het is immers goed voor de economie: wij leven in een
economocentrisch bestel!
En
wat is daar mis mee?
Andermaal:
de economie moet in dienst staan van de mens en niet andersom. Waar
de eindwaarde niet langer de mens is maar de economie, schort er
flink wat met de geestelijke gezondheid van onze soort. De economie
moet draaien, zo zeggen onze politici en wat betekent dat? Niets doet
de economie zozeer draaien als de wegwerpcultuur: verbruiken om te
verbruiken, produceren om te produceren. Recycleren wordt derhalve
beschouwd als zondig en zodoende wordt de natuur zelf, die immers
alles recycleert, het toonbeeld van hoe het niet moet... wat zeg ik?
De natuur wordt het toonbeeld van hoe het niet mag. Aldus werd onze
economie de meest tegennatuurlijke activiteit onder de zon!
Maar
de mensen moeten toch een job hebben?
Kijk,
daar heb je het weer: wij vinden wat pervers is inmiddels heel
vanzelfsprekend!
Hoezo?!
En
wij beseffen het niet eens! Luister nu maar eens goed hier: mijn
eigenste grootvaders hebben zich letterlijk doodgewerkt. Er werd hen
een toekomst beloofd van automatisering van de arbeid en een
luilekkerland, een tijd waarin machines en robots al het werk zouden
doen en mensen alleen nog zouden hoeven te sturen. Voor velen is dit
nu werkelijkheid geworden. De veertigurenweek, het pensioen, het
ouderschapsverlof, de werkloosheidsvergoedingen, de verbeterde
werkomstandigheden, de afschaffing van de slavernij en de
minimumlonen. Maar wat zien we nu? De job blijkt vandaag het meest
begeerde product op de markt! Heb je van je leven!
En
hoe is zoiets dan mogelijk?
U
kent wellicht de wet van de vrije markt: wat schaars is, is kostbaar.
Uiteraard heeft men gedacht: dit mag dan gelden voor heel wat
producten maar het zal zeker niet gelden voor de arbeid! Maar wat
zien we? De arbeid wordt schaars en iedereen wil werk!
Wel,
iedereen wil geld verdienen...
Neen,
neen en nog eens neen: kijk eens naar de lonen, de lonen zakken naar
een dieptepunt, de meeste mensen verdienen nauwelijks meer dan het
levensminimum eenmaal men ook de algemene kosten verrekent verbonden
met de arbeid: verplaatsing, voeding, kledij, hygiëne, sociale
contacten, noem maar op. Wie leven van een bestaansminimum, overleven
weliswaar maar meer dan overleven doen mensen die een salaris trekken
ook niet! En velen die geen job vinden, bieden zich aan voor
vrijwilligerswerk of maken zich anderszins nuttig, zelfs als dit niet
alleen onverloond gebeurt maar tevens supplementaire kosten
meebrengt. Iedereen wil actief zijn, en dat betekent meedraaien, ook
al houdt dit in dat men gewoon rondjes draait, dat men kaartspel na
kaartspel op touw zet, dat men zijn kilometers maalt met de fiets,
dat men deelneemt aan het kampioenschap bollen, boogschieten of
eieren eten, het is eender: activiteit moet er zijn, het rendement is
bijzaak geworden, het wordt zelfs verfoeid nu overproductie de
prijzenmarkten over de hele wereld doet instorten...
Onze
economie is niet gezond?
Zij
is een doel op zich geworden, een einddoel, precies zoals het geld.
Maar terwijl het geldbezit dodelijk is, is het rollende geld nog
dodelijker.
Dat
begrijp ik niet...
Geld
is een middel, geen einddoel; waar geld het einddoel werd, werden wij
het middel: wij werken ons dan de dieperik in, we putten ons uit om
een hoop geld op de bank te laten aangroeien, we sparen ons rijk en
rijkdom betekent dan niet zijn
of doen maar hebben.
Maar geld devalueert, het moet geïnvesteerd worden in allerlei
levendige activiteiten om zijn waarde te kunnen behouden, wat wil
zeggen dat het in de economie geïnjecteerd moet worden. Maar dan
rijst de vraag: als wij geld injecteren in de economie en als
resultaat daarvan komt er meer geld uit, waar komt die winst dan
vandaan?
Ja,
dat heb ik mij ook al afgevraagd...
Men
kan het hebben over lenen en uitlenen, interesten en afpersing, maar
dat is allemaal illusoir: de waarheid is dat wij helemaal geen winst
maken!
Hoezo?
Iemand die duizend euro belegt en na een tijdje tweeduizend euro
terugkrijgt, heeft toch zeker wel duizend euro winst gemaakt!?
Haha!
En die duizend euro noemen wij winst? Maar wij weten toch zeker wel
dat geld papier is, nietwaar?
Met
geld kan men allerlei zaken kopen, zoals voedsel!
Jazeker,
met het levensminimum kan men dat, maar eenmaal de basisbehoeften
bevredigd zijn en misschien ook een minimum aan luxebehoeften, wordt,
althans voor de beleggers onder ons, het overschot opzij gezet en
eventueel opnieuw belegd, nietwaar?
Zo
is dat, uiteraard...
Goed,
en dan vraag ik u: wat is dat geldbezit?
Het
is een bezit, potverdorie! Het is van mij en van niemand anders! Ik
zou er een eigendom kunnen mee kopen, een kasteel bijvoorbeeld of een
schip... eender wat!
U
zou uw bezit kunnen concretiseren, zegt u, maar hoeveel beleggers
doen dat uiteindelijk, denkt u? Of beter: hoeveel percent van het
kapitaal wordt uiteindelijk geconcretiseerd door zijn bezitters?
Daar
heb ik geen flauw idee van. Waarom is dat dan van belang?
Heel
eenvoudig omdat geld voor de bezitter en meer specifiek voor de
belegger, louter papier is of gewoon een getal op een bankrekening.
Geld dat niet geconcretiseerd wordt, is immers helemaal niets!
Wat
u nu beweert!
U
zegt het zelf: u zou
er dit en dat kunnen mee kopen... maar dat doet u niet want dan bent
u het kwijt, nietwaar? Wel, zo redeneert elke belegger. De meeste
geldbezitters verkeren dus in de waan dat ze iets bezitten, maar als
het zo is dat zij helemaal geen gebruik maken van hun kapitaal om er
iets anders mee te doen dan het telkens opnieuw te beleggen, dan is
het in feite eender of zij ook werkelijk iets bezitten of niet. En
dat betekent dat zij in werkelijkheid zo arm zijn als Job!
Maar
dat is onzin!
Wel,
kijk dan maar eens wat er gebeurt in crisistijden, op het ogenblik
dat iedereen naar de bank rent om zijn geld af te halen: dan blijkt
er helemaal geen geld meer te zijn. Na de grote crisis van enkele
jaren geleden werd het verplichte voorradige kapitaal in banken
opgetrokken van zeven naar vijftien percent, maar de rest van het
geld van de beleggers is wég, mijn beste: het bestaat niet meer, het
werd door anderen allang verkwist!
Maar
wat u nu zegt!
Zolang
alles goed gaat, haalt niemand zijn geld van de banken en komt men er
dus ook niet achter dat zijn bezit een illusie is. En nu kunt u
zeggen: wel, ik heb een miljoen op de bank en als ik het morgen ga
halen, dan héb ik het, punt uit, en daar staat u met uw onzin!
Gelijk hebt u en zolang slechts hier en daar iemand zijn geld gaat
afhalen, gebeurt er ook helemaal niets. Het gaat immers om de som van
alle kapitalen. Want het is de banken uiteraard eender of van alle
beleggers één man zijn tien miljoen afhaalt ofwel of duizend
beleggers tienduizend euro afhalen: in geen geval maakt dat een
verschil uit voor het voorradige kapitaal en voor de som die er niet
is. De realiteit is dat op slechts een bijna verwaarloosbaar deel van
het geld aanspraak gemaakt wordt en dus hoeft het binnengebrachte
kapitaal er ook niet te zijn: het mag gerust direct opgemaakt worden!
Omsk
Van Togenbirger, nu bent u aardig aan het fantaseren!
Die
Gedanken sind frei, mijn beste en andermaal:
ga het maar eens na in de geschiedenis; als de mensen en
masse hun geld gaan afhalen, sluiten de
banken. Is er geen houden meer aan, dan devalueert de munt dat het
niet meer schoon is en zo trok men in tijden van crisis met
kruiwagens vol bankbiljetten naar de bakker om daarmee één
wittebrood te kopen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
25 juli 2017)
25-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 2)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 2)
Omsk
Van Togenbirger, u had het daar over een vrouw van negentig die zich
een proefkonijn voelt omdat verschillende artsen haar voor hoge
bloeddruk verschillende behandelingen aanprijzen maar nu heb ik een
arts aan de lijn gehad die mij vertelde dat dit de normaalste zaak
ter wereld is: er zullen altijd
tegengestelde opvattingen zijn tussen de experts als het gaat om niet
exacte wetenschappen, zo zei hij, en tot die niet exacte
wetenschappen behoort nu eenmaal de geneeskunde... die men daarom
somtijds ook geneeskunst noemt.
Jaja,
en vindt u dan ook niet dat de uitdrukking "niet exacte
wetenschappen" in feite een beetje doet denken aan een
contradictio in terminis?
U
bedoelt dat niet exact weten geen weten is?
Gelooft
u dan dat er een soort van tussen-weten bestaat tussen weten en
niet-weten?
Wat
bedoelt u?
Als
u een wiskundevraagstuk moet oplossen, bestaat daar volgens u dan
zoiets als een niet exacte oplossing voor?
Uiteraard
niet, ha!
Inderdaad,
er bestaat slechts één exacte oplossing. Een niet exacte oplossing
is een foute oplossing zonder meer, het is zelfs helemaal geen
oplossing, het is een ding dat het vraagstuk onopgelost laat terwijl
het de valse schijn schept van een oplossing. Het is altijd een zaak
van weten of niet weten, er is geen tussenterrein omdat er ook geen
tussen-weten is. Wat men statistieken noemt en waarschijnlijkheid is
geen weten, het is een gebied verwant aan zaken zoals de
roddelpraatjes en de schijn. Het vermoeden van Goldbach is geen
weten, het is een vermoeden en het zou pas een stelling worden nadat
het bewijs ervan gegeven zou zijn. Een vermoeden is geen kennis, vaak
integendeel is het een hiaat in de kennis, een vraagteken, een
onzekerheid. Een verdachtmaking is geen bewijs: Socrates kwam in
opspraak, werd ervan verdacht de jeugd te bederven maar hij was
helemaal geen misdadiger, integendeel. Een hypothese is een
veronderstelling, zij kan correct blijken maar evenzeer geheel fout
en zo bijvoorbeeld is en blijft het darwinisme een veronderstelling,
een hypothese en volgens hen die zich niet storen aan innerlijke
tegenspraken, een wetenschappelijke hypothese. Ook een vrees is geen
weten: de vrees dat de aarde overbevolkt zal raken of dat de
temperatuur hier zal oplopen totdat we allemaal gestoomd worden, de
vrees dat vluchtelingen beslag zullen komen leggen op ons voedsel:
het zijn geen zaken die wij weten, wij vrezen ze alleen maar.
Telkenmale wij het weten of de wetenschappen verwisselen met
vermoedens, vrees, veronderstellingen, waarschijnlijkheden en noem
maar op, werken wij de waanzin in de hand en scheppen wij duisternis
in plaats van licht...
Maar
verduiveld! Wat u nu zegt! Dat kan toch zeker helemaal niet waar
zijn!?
Wat
aan uitspraken een wetenschappelijk karakter geeft, is een specifieke
methode van kennisvergaring om tot die uitspraken te komen, namelijk
de wetenschappelijke methode. Die steunt op twee peilers: enerzijds
is er de ondervinding en bij uitbreiding het experiment op
grond waarvan men uitspraken doet en anderzijds moet men zich strikt
houden aan de logica als men uit de aldus bekomen waarheden zaken
afleidt, willen die eveneens kunnen doorgaan voor waar. Doet men dit,
dan verkrijgt men een consistente theorie, wat wil zeggen dat er
binnen die theorie geen onderlinge tegenspraken kunnen zijn. En ziet
u nu waar ik naartoe wil?
Niet
echt...
Uit
de definitie van wetenschappelijke waarheid volgt dat daar waar men
in een theorie onderlinge tegenspraken vindt, er per definitie iets
niet pluis is met het wetenschappelijk karakter van de methode op
grond waarvan die uitspraken bekomen worden. Met andere woorden: het
bestaan van tegengestelde meningen onder zogenaamde wetenschappers,
verraadt dat die meningen helemaal niet zo wetenschappelijk gedragen
zijn als zij het graag zouden laten uitschijnen, ziet u? Waar
tegengestelde meningen bestaan, gaat het helemaal niet om waarheden
maar bijvoorbeeld om vermoedens, om zaken die men vreest, verhoopt,
gelooft en zo voort.
Maar
vandaar toch de benaming niet exacte wetenschappen!?
En
dat is uiteraard het reinste bedrog! Want door aan een dergelijk
gedrocht een statuut toe te kennen dat is immers de bedoeling van
het invoeren van een dergelijke benaming kan men blijven doen
alsof het om een wetenschap gaat, terwijl men tegelijk een excuus
gelooft te hebben voor de interne contradicties welke zich binnen die
zogenaamde wetenschap voordoen in de vorm van tegengestelde meningen.
En merk ook op dat met het gebruik van het woord 'meningen' andermaal
gepoogd wordt om de dans te ontspringen want men spreekt nu
eenmaal niet over objectieve waarheden doch over meningen en die zijn
sowieso subjectief en dus hoeven ze van dientwege ook niet overeen te
komen met de meningen van andere zogenaamd niet exacte
wetenschappers.
Maar
heel wat wetenschappen hebben toch een inductief karakter!? Beweert u
nu dat de biologie geen wetenschap is omdat zij veralgemeent in een
mooie theorie wat zij allemaal verzameld heeft door nauwkeurige
waarnemingen en experimenten?
Ik
heb helemaal geen kritiek op de inductieve methode waar zij zich
bewust blijft van haar beperkingen. Als alle raven die wij onderzocht
hebben, zwart blijken te zijn, dan kan men zijn kennis weliswaar
veralgemenen tot de theorie dat alle raven zwart zijn. De zaak is dat
van zodra wij één witte raaf tegenkomen, wij ook de eerlijkheid
moeten aan de dag leggen om onze theorie te herzien of tenminste te
relativeren. Om die reden mag een dokter aan zijn patiënt
bijvoorbeeld geen antihypertensiva opdringen: hij moet hem zeggen dat
die pillen voor heel wat mensen in hetzelfde geval werken maar niet
voor iedereen en misschien ook niet voor hem. En als de patiënt naar
cijfers vraagt, dan moet hij die ook op tafel kunnen leggen, samen
met alle andere factoren in het spel. Mijnheer, mevrouw, zo moet hij
zeggen: u hebt een bloeddruk die afwijkt van de norm, maar misschien
is die bloeddruk optimaal voor u persoonlijk, aangezien iedereen een
ander gestel heeft en er in feite geen 'normaal gestel' bestaat. Of
uw bloeddruk optimaal is voor u persoonlijk, weet ik niet en dat kan
ook geen enkele arts u vertellen omdat onze medische wetenschap
vandaag nog niet zo ver gevorderd is. Gesteld dat uw bloeddruk voor u
te hoog is, dan betekent zulks dat u met een lagere bloeddruk
gezonder en langer zou leven. Maar, ik herhaal: het is ook mogelijk
dat uw gestel een wat hogere bloeddruk vereist en dat u best helemaal
niets tegen uw bloeddruk onderneemt; het is dan zelfs waarschijnlijk
dat pillen de bloeddruk die voor u persoonlijk ideaal is, om zeep
zouden helpen, waardoor u ziek zou worden of minder lang zou leven.
En dan zijn er uiteraard ook nog die nevenwerkingen...
En
patiënten krijgen die informatie niet?
Blijkbaar
gedragen sommige artsen zich tegenover hun patiënten vrij
paternalistisch: ik ben de dokter, gij zijt de patiënt! Ik heb ooit
een arts geconsulteerd die, toen ik hem vroeg naar de diagnose,
prompt antwoordde: dat hoeft gij niet te weten, ik weet het en dat is
genoeg! Of wilt gij misschien zelf doktertje gaan spelen? Ik bemoei
mij toch ook niet met uw job!?
Dat
is dan wel het andere uiterste...
Waar
er ter zake geen eensgezindheid bestaat terwijl men toch moet
handelen, moet men de patiënt hierover inlichten en hem of haar
bijvoorbeeld zeggen dat hij als proefkonijn fungeert als hij akkoord
gaat met een verdere behandeling. Vaak houdt men zijn twijfels
verborgen of neemt men niet de moeite of treedt men paternalistisch
op en dat zijn uiteraard de middeleeuwen.
En
hoe loopt het dan fout?
Waar
die zogenaamde niet exacte wetenschapslui het over bepaalde zaken
niet eens kunnen worden, lijkt het mij aannemelijk dat er wat schort
aan tenminste één van de twee genoemde peilers in de methode van
kennisverwerving. Ofwel trekt men conclusies wars van elke logica,
ofwel schort er wat aan de waarnemingen en de experimenten. Wat
betreft de geneeskunde wijzen heel wat critici erop dat de
experimenten daar steeds vaker fel vertekend worden door een vreemde
eend in de wetenschappelijke bijt, een eend die luistert naar de naam
winstbejag! En nu keren we terug naar onze stelling van de vorige
keer: Marcuse zegt dat niet de wetenschappen en de technologie als
zodanig ons in de ellende storten maar wel hun werking binnen het
kapitalisme: farmaceutische firma's hebben er financieel voordeel bij
als zoveel mogelijk mensen pillen slikken. Daartoe moeten zoveel
mogelijk mensen ofwel ziek zijn ofwel geloven dat zij ziek zijn. Nu
zou men kunnen denken dat het laatst genoemde geval minder erg is dan
het eerste, maar de bijwerkingen van allerlei pillen in acht genomen,
worden de mensen die geloven dat zij ziek zijn, door een onnodige
behandeling uiteindelijk ook ziek. En is dat geen zonde? Het
winstbejag is er ook de oorzaak van dat heel wat artsen, onder druk
van de farmaceutische industrie, hun patiënten zoveel mogelijk in
het ongewisse laten over de effectiviteit van de aangeprezen pillen.
Die industrie heeft er alle baat bij om de geneeskunde als een exacte
wetenschap voor te stellen en in alle talen te zwijgen over
onzekerheden en risico's... die ze dan anderzijds wel uitgebreid op de bijsluiter vermelden maar dat doen ze dan weer om zich in te dekken tegen te verwachten klachten. En zo ontstaat die haast komische toestand met enerzijds de strenge waarschuwingen tegen de ontelbare bijwerkingen op de bijsluiter en anderzijds de minuscule lettertjes waarin die waarschuwingen worden afgedrukt alsook het smalend afwimpelen van elke door patiënten geuite vrees inzake de bijwerkingen. Dat het stellen van de diagnose in wezen een soort gokspel is,
weliswaar te rechtvaardigen binnen zekere grenzen, wordt al helemaal
niet meer gezegd. Kansen, statistieken, percentages...
Daarover
had u het al, ja...
Wel,
wat het geval is met de medische wetenschap is nu ook het geval met
elke andere wetenschap en, meer algemeen, met elke menselijke
activiteit: in een kapitalistische wereld worden alle menselijke
activiteiten door het principe van het winstbejag geperverteerd. Het
doel wordt middel, het middel wordt doel en deze middel-doelomkering
maakt van de hele wereld een hel zoals reeds de tweehonderd jaar
geleden geboren Karl Marx en Friedrich Engels dat hebben
aangetoond...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
24 juli 2017)
23-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 1)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 1)
Omsk
Van Togenbirger, het ziet er niet goed uit in de wereld; mogen wij u
nogmaals interpelleren over de huidige toestand?
Ach, de toestand... de
wereld... wat is dat eigenlijk, weet u dat?
Het
gebeuren...
Ja, het gebeuren... maar
dat staat niet los van het gebeuren dat wij zelf zijn, nietwaar?
Begrijpt u wat ik bedoel?
Niet
helemaal...
Sta mij toe een
vergelijking te maken: laten wij de wereld vergelijken met de ruimte.
Een vereenvoudiging dus, want ruimte is een eenvoudiger begrip dan
wereld. Er zijn namelijk zaken aan te merken op het ene die evenzeer
gelden voor het andere en wellicht kan op die manier duidelijker
worden wat men moet verstaan onder het gezegde dat 'het gebeuren'
samenhangt met wat wij zelf zijn.
Oké,
wij luisteren!
Laat ik als eerste
voorbeeld van de ruimte een tuin beschouwen, een tuintje zoals vele
mensen er eentje hebben omheen of voor of achter het huis. En wat
zien we dan? We kunnen de tuintjes indelen in twee soorten, nietwaar?
Tuintjes
die onderhouden zijn en verwilderde tuintjes.
Precies! Verwilderde
tuintjes zijn er steeds meer, want de mensen hebben steeds minder
tijd. Onderhouden tuintjes vragen niet geringe inspanningen. Maar
waarom dienen tuintjes onderhouden te worden?
Omdat
ze mooier zijn.
Dat is niet de eerste
reden, mijn beste: onderhouden tuintjes ogen inderdaad mooier maar de
meest dringende reden waarom men zijn tuintje onderhoudt, is het
simpele feit dat een niet onderhouden tuintje geen tuintje is, men
kan er immers niet in! Er is geen ruimte! Alle ruimte wordt ingenomen
door distels en netels, de bodem is onbegaanbaar modderig en ligt vol
met putten, stokken en stenen, zodat wie het durven te betreden
riskeren hun schoenen en broek vuil te maken en hun benen te breken.
Kortom: men kan zich in een verwilderde tuin helemaal niet begeven,
een verwilderde tuin is gewoon géén tuin, het is een onbetreedbare
ruimte, een onruimte, een niet-ruimte, geen plaats maar een
plaatsgebrek en dat is zonde, ziet u?
Jazeker...
Ruimte is niet zomaar
ruimte, ruimte is wat ruimte is voor ons: wij hebben ruimte
ter beschikking als wij ons in die ruimte kunnen bewegen, ruimte is
een mogelijkheidsvoorwaarde voor beweging of verplaatsing en als zich
in die ruimte obstakels bevinden die het ons fysiek onmogelijk maken
om ons daarin te verplaatsen, dan kunnen we met die ruimte helemaal
niets meer aanvangen, het is dan ook geen ruimte meer voor ons. U
kent het probleem van de groeiende afvalbergen of, beter nog, dat van
het radiactief afval?
Jawel.
Dan weet u beslist dat
dit afval immense ruimten onbetreedbaar maakt en ze dus als ruimte
vernietigt. Ruimten die wij om welke reden dan ook niet kunnen
betreden want bijvoorbeeld ook het privaatbezit beperkt onze
bewegingsvrijheid zijn geen ruimten voor ons en zelfs meer dan
dat zijn het obstakels op zich, het zijn immers gevaren, zoals ook
scherpschutters gevaren zijn. Het begrip 'ruimte' heeft geen enkele
betekenis los van de mogelijkheden die het aan ons fysieke bestaan te
bieden heeft en waar die mogelijkheden geblokkeerd worden, is er
zonder meer geen ruimte.
Het
heelal is oneindig groot...
Ja, dat denkt u alleen
maar en de idee die u oppert schenkt aan velen een gevoel van grote
vrijheid maar dat is een verschrikkelijke illusie. De werkelijkheid
is namelijk dat wij niet beschikken over vleugels, we hebben alleen
benen en die laten ons slechts toe dat wij ons voortbewegen in de
luchtlaag tot pakweg twee meter boven de grond, tenzij daar waar
trappen ons toelaten om een volgende verdieping te betreden of daar
waar ons budget ons toestaat om een lijnvlucht te nemen naar de
Balearen, om maar iets te zeggen. Maar in feite verplaatst men zich
dan niet, men wordt verplaatst terwijl men verblijft in een
niet al te luxueuze aluminium koker voor de duur van de vlucht. De
verplaatsing als zodanig is de resultante van een groot aantal
complexe overeenkomsten en compromissen tussen mens en natuur en
tussen mensen onderling, gespreid over vele jaren, en van vrijheid is
maar weinig sprake meer daar het lot van de reiziger afhankelijk is
van duizend en één externe factoren. We hebben dus de begane grond
waarop we ons zoals alle andere kruipdieren kunnen voortbewegen
totdat we moe zijn of totdat het donker wordt, en dan alleen nog daar
waar het ons toegelaten is om te gaan en te staan, waar geen wilde
dieren op ons jagen, waar geen dieven ons belagen, waar geen zee of
woestijn ons de doorgang belet en zo verder en zo voort. Voor het
luchtruim en de zee zijn we dus aangewezen op kanalen van derden en
worden wij beperkt door ons budget, door het weer, door gevaren en
door nog duizend andere dingen. De maan is allang niet meer voor ons:
we kunnen ze wel zien en men zegt dat er ooit enkele mensen hebben
rondgelopen maar wijzelf komen er beslist nooit. De zon is veel te
ver en was ze dat niet, dan was ze onbenaderbaar want veel te warm.
En de maximale snelheid waarmee wij ons doorheen de ruimte kunnen
begeven is veel te klein om ook maar ergens anders te kunnen geraken
binnen de duur van ons korte bestaan. Interstellaire afstanden
drukken zich in lichtjaren uit en ontnemen ons a priori elke
hoop om de illusie van die fantastisch grote ruimte nog te kunnen
koesteren. In wezen is die zogenaamde ruimte vol met zogenaamde
sterren voor ons precies hetzelfde als een eindeloos grote betonblok
die al net boven onze hoofden begint met, zoals gezegd, hier en daar
een pijp waar doorheen zich vliegtuigen boren ofwel boten. De ruimte,
mijn beste, is een illusie: er is pas ruimte waar wij erin kunnen,
waar wij ons fysiek kunnen verplaatsen. En dan hebben we het nog niet
gehad over onze atmosfeer, want u weet toch wel dat buiten dat
flinterdunne vliesje de omstandigheden van die aard zijn dat ze
helemaal geen leven toelaten tenzij dan zeer tijdelijk in stalen
kokers of raketten die een stukje van die atmosfeer meenemen voor de
duur van een vlucht? Zo koud is het in die zogenaamde ruimte, dat men
er onmiddellijk morsdood vriest, de druk is zo dat men uit elkaar
spat, in feite zitten wij gevangen en wij kunnen niet ontsnappen
omdat onze gevangenis meteen ons leven mogelijk maakt...
En
wat is dan het verband met de wereld?
We
zullen dadelijk de analogie maken maar laat ik u eerst nog
herinneren aan een tweede voorbeeld inzake de ruimte, het voorbeeld
van de ouderling in zijn piepkleine kamertje in de zorginstelling. Ik
vertelde u geloof ik al dat men iemand op twee totaal verschillende
manieren kreupel kan maken?
Ik
herinner mij daar wel iets van, ja...
Een eerste manier is hem
de benen af te hakken en een tweede, minder wreedaardige doch even
efficiënte manier bestaat erin dat men hem in een stoel deponeert in
een piepklein kamertje waar rondlopen onmogelijk is: binnen de
kortste keren sterven zijn beenspieren af omdat ze niet meer gebruikt
worden en kan hij zelfs niet meer rechtop staan. Als men iemand zijn
bewegingsruimte ontneemt, verliest hij meteen zijn benen, ziet u?
Ziet u het verband tussen iemands ruimte en de toestand van zijn
beenspieren? Het verband tussen iemands ruimte en hoe zijn lichaam is
en functioneert?
Ja,
ik zie het verband tussen de ruimte en ons lichaam. Maar de wereld is
meer dan de ruimte...
Zeer zeker. Maar laten
we niet van stapel lopen en eerst eens kijken naar de tijd. Is de
tijd een oneindig reservoir, zoals men somtijds hoort beweren?
Dat
lijkt mij wel zo te zijn, ja...
Wel, dat is dan nog een
illusie want de tijd die wij ter beschikking hebben is pas iets van
zodra we er ook iets mee doen. Zolang wij nietsen, de tijd verdrijven
of onze tijd verliezen, is de tijd slechts iets dat aan ons eigen
wezen vreet, iets dat ons bestaan weergaloos verslindt. Pas als wij
de tijd gaan gebruiken, krijgt hij voor ons betekenis en wordt hij
ook kostbaar.
Om te beginnen gaat de
tijd in slechts één richting en wij moeten mee, we kunnen niet
terug. De tijd blijkt ook een zeker tempo vol te houden, we kunnen
niet terug maar we kunnen evenmin blijven stilstaan in de tijd. En
onze tijd is eindig: we hebben een begin en over de tijd voor onze
geboorte weten we uit eigen ondervinding niets; over de tijd na onze
dood kunnen we evenmin iets weten. We zitten gevangen in de
tijdspanne van ons leven maar tegelijk hebben we die tijdspanne ook
nodig om te kunnen bestaan.
Maar
is er niet zoiets als tijd-ruimte en kunnen wij dan niet meer tijd en
ook meer ruimte winnen door de snelheid waarmee we handelen, op te
drijven? Kunnen we ons in die zin niet bevrijden van de beperkingen
van de tijd?
U bedoelt dat wij
sneller en efficiënter kunnen werken zodat we steeds grotere
afstanden kunnen overbruggen en tijd kunnen besparen?
Precies,
dat bedoel ik.
Wel, ook dat blijkt een
kostelijke illusie. Als wij onze snelheid opdrijven dan kunnen wij
inderdaad in een kortere tijdspanne grotere afstanden overbruggen
maar heeft Ivan Illich intussen een halve eeuw geleden niet
aangetoond dat wij zo doende ook afstanden creëren? We verplaatsen
ons sneller naar onze vrienden maar tegelijk maken wij ook vrienden
verder van huis. Er is een zekere groei mogelijk maar er zijn grenzen
aan die groei en eenmaal die grenzen voorbij, boeren we jammer genoeg
weer achteruit. De toren van Babel! Maar we wijken af! We moeten het
hebben over de wereld, nietwaar? De toestand in de wereld! Een
toestand die samenhangt met onze eigen toestand! Want de wereld is
voor een groot stuk wat wij doen!
Dat
lijkt mij logisch, ja... Maar wat betekent dat concreet? Neem
bijvoorbeeld het probleem van de overbevolking, momenteel toch een
van de grootste wereldproblemen?
Kijk, daar hebben we het
weer! Daar hebben we het weer! Waarom spreekt u over de
overbevolking?
Omdat
dit nu eenmaal een enorm probleem is...
Hazo? En waar komt die
bewering dan vandaan als ik mag vragen?
Maar
dat wordt al jaren gezegd, in geleerde boeken, op radio en televisie,
aan universiteiten...
En u gelooft klakkeloos
wat men zegt van zodra het gedrukt staat, op televisie getoond wordt,
door heel veel mensen beweerd wordt of aan universiteiten verkondigd
wordt?
Dat
lijkt mij toch... weldenkend?
Dat wordt als de huidige
definitie van weldenkendheid beschouwd, bedoelt u? Ja, dan is het
uiteraard waar wat u zegt, maar denkt u echt dat het terecht is om
voor weldenkend en voor waar aan te nemen wat velen beweren?
Wij
leven in een democratie...
Precies, een democratie:
wie de meeste stemmen vergaren, die hebben het voor het zeggen. En zo
zouden we op den duur inderdaad gaan geloven dat niet alleen onze
leiders het resultaat zijn van meerderheidsbeslissingen maar evenzeer
de waarheid! Vindt de meerderheid dat de aarde overbevolkt is met
mensen, dan is het ook zo, punt. Nietwaar?
Wel...
Maar dat is wat u zopas
beweerd hebt!
De
universiteiten...
Politici worden verkozen
volgens het meerderheidsbeginsel en in vrijwel alle specialiteiten
bestaan meningen die diametraal tegenover elkaar staan. Tel daarbij
op dat het professoraat een politieke benoeming is om tot de slotsom
te komen dat hetgeen moet doorgaan voor de waarheid, iets is dat
gemaakt wordt door de meerderheid! Als u denkt dat ik mij ergens
vergis, dan moet u het zeggen.
De
stelling van Pythagoras bestaat toch...
Onafhankelijk van een
meerderheidsbeslissing?
Zeker!
Akkoord, maar dat is dan
ook wiskunde en de wiskundige waarheid heeft een bijzonder statuut,
wiskunde onttrekt zich in zekere zin aan de stoffelijke
werkelijkheid, dat is een onderwerp apart, ik wil het wel eens
aansnijden maar hier zou ons dat veel en veel te ver brengen. Maar
neem bijvoorbeeld de hypothese van Darwin, een onbewezen stelling
dus: die gaat door voor de waarheid zonder meer en wie twijfelen aan
Darwin zijn onweldenkend... omdat onze politici en dus ook onze
professoren aan onze universiteiten dat vinden. Dat het niet zo is,
wordt bewezen door het simpele feit dat enkele jaren geleden aan de
Gentse universiteit een aanzienlijk geldbedrag werd toegekend aan een
filosofieprofessor die met behulp daarvan het darwinisme onder de
bevolking aannemelijker moest maken. Er zijn namelijk heel wat mensen
die vinden dat het niet zo vanzelfsprekend is om aan te nemen dat
iets zomaar kan ontstaan uit niets, en naar mijn bescheiden mening
hebben zij niet eens ongelijk en ik voeg eraan toe dat zich onder hen
heel wat geleerden bevinden, ook mensen met geleerheid terzake, zoals
evolutiebiologen. Dat geleerden die twijfelen aan de evolutietheorie
van Darwin niet benoemd worden aan onze universiteiten, heeft
uiteraard te maken met een zaak die ik zopas vernoemd heb:
professoren worden benoemd door politici en politici dienen te dansen
naar de pijpen van wie hen aan de macht hielpen. In dit geval is het
niet moeilijk om in te zien dat zij gehoor geven aan de bende die
momenteel de wereld in handen heeft en die sinds kort sinds
enkele eeuwen een heel nieuwe religie propageert, zoals u
wellicht weet: de religie van de wetenschappen, de technologie en het
geld. Misschien weet u ook dat intussen een halve eeuw geleden ene
Herbert Marcuse erop gehamerd heeft dat de combinatie van deze drie
wetenschap, techniek en kapitalisme, het zogenaamde WTK-bestel
rampzalig is voor de toekomst van deze wereld. Die idee werd
overigens gretig en niet altijd met duidelijke verwijzingen te baat
genomen door alwetende Vlaamse geleerden zoals de grote professor
Stephanos... Hoe dan ook heb ik nog nooit geweten dat men een
universitair team subsidieert om de stelling van Pythagoras
aannemelijker te maken bij de bredere lagen van de bevolking of wat
zou u ervan denken mocht men dit doen?
Tja,
een wiskundige stelling is waar als ze bewijsbaar is en eenmaal het
bewijs geleverd, kan geen mens dit nog ongedaan maken, niet nu en ook
niet binnen tienduizend jaar...
Zo is dat, mijn beste
vriend, maar de stelling van Darwin werd nog door geen sterveling
bewezen en daarom ook spreken wij over een hypothese. Er zijn
geleerden die erin geloven en er zijn er evenveel andere die dat niet
doen. Let op, het is geen misdaad om in het darwinisme te geloven:
velen noemen het zelfs een heel plausibele hypothese. Maar het is hun
probleemloze overstap van waarschijnlijkheid naar zekerheid die de
pseudowetenschappers verraadt: zij weten niets, zij geloven slechts.
Vaak is hun zelfbedrog zo groot dat zij geloven dat zij de kennis die
zij aldus voorwenden, ook nog bezitten. Kenmerkend voor deze lieden
is begrijpelijkerwijze het proselitisme: zij kunnen niet weerstaan
aan de behoefte of de drang om iedereen van hun gelijk te overtuigen.
En uiteraard staat hun daarvoor enkel geld ter beschikking, want
argumenten hebben ze niet.
U
geeft het voorbeeld van het darwinisme, maar is dat geen
uitzondering?
Wel, willen we het eens
hebben over de medische wetenschap? Kort geleden komt bij mij een
vrouw van negentig op bezoek met de klacht dat zij als een
proefkonijn behandeld wordt door haar artsen. Als een proefkonijn,
mevrouw, zo vraag ik haar: maar dan moet u toch eerst wel een
verklaring getekend hebben waarin u zegt dat u ermee akkoord gaat om
deel te nemen aan een proef? Welneen, zo antwoordt zij, en dat is het
nu precies! Maar wat is er dan gebeurd? Wel, zo legt ze uit, ik ga op
consultatie bij mijn huisarts en die zegt dat mijn bloeddruk te hoog
is en dat ik pillen moet nemen want statistieken kennen aan mensen
met een lagere bloeddruk een hogere levensverwachting toe. U weet dat
ik niet graag pillen neem, zo legt de dame in kwestie mij uit, en dus
ga ik op zoek naar een tweede mening: ik raadpleeg een andere arts en
die zegt prompt dat ik helemaal geen pillen nodig heb en dat het
zelfs tegendoelmatig zou zijn om bloeddrukpillen te gaan nemen. De
hele uitleg daarbij bespaar ik u, zo zegde ze, maar twee artsen,
alletwee afgestudeerd in de geneeskunde aan onze Vlaamse
universiteiten en met tegengestelde meningen: zegt dat niet iets over
de medische wetenschap zelf? Ik kan er alleen maar uit verstaan dat
ze er naar slaan zoals een blinde naar een ei: wij zijn
proefkonijnen, niets meer en niets minder! En zeg nu zelf: heeft deze
dame ongelijk?
Ik
weet het niet...
U bent kennelijk nog
niet overtuigd? Wel, ik ben zelf op zoek gegaan naar
wetenschappelijke artikels over hoge bloeddruk en de behandeling
ervan en kijk, ik heb ze voor u meegebracht: twee stapeltjes. Het
eerste stapeltje verdedigt het gebruik van antihypertensiva met een
uitgebreide wetenschappelijke uitleg erbij en het tweede stapeltje
artikels, eveneens door wetenschapslui geschreven, pleit tegen het
gebruik ervan. Wat moet een leek hier nu over denken?
Dat
ze het niet weten...
Inderdaad. Maar de zaak
wordt nog meer vertroebeld als men naast de wetenschappelijke en de
technologische factor ook nog eens de factor van het kapitalisme in
rekening brengt en misschien ziet u al meteen wat daarmee bedoeld
wordt?
De
farmaceutische industrie?
Precies: de handel in
pillen. Men ziet bijvoorbeeld dat men de normen voor hypertensie
onlangs nog strenger heeft gemaakt, zo streng zelfs dat als resultaat
daarvan zowat de helft van de wereldbevolking hypertensiepatiënt is
geworden. In feite moeten als gevolg van die verstrenging de helft
van alle mensen nu antihypertensiva nemen. Zal ik nog een voorbeeld
geven of zullen we nu overgaan naar de kwestie van de overbevolking?
Maar ik geloof dat ik u op die vraag al een antwoord gegeven heb,
enkele jaren geleden, en het is nog steeds geldig. (°) En die andere
wereldproblemen... zijn als u het mij niet kwalijk neemt voor een
volgende keer, ik moet nu rennen voor mijn trein, neemt u mij niet
kwalijk alstublieft, tot kijk en het beste!
Naar een betere wereld met moraalfilosoof Etienne Vermeersch?
Naar
een betere wereld met moraalfilosoof Etienne Vermeersch?
D.d.
6 juni 2017 verklaarde Etienne Vermeersch voor de VRT dat alle
weldenkende mensen de wens koesteren op een wereld zonder mensen die
lijden aan het Downsyndroom. Tot groot ongenoegen van enkele van zijn
gespreksgenoten scheerde hij daar zieken en ziekten over dezelfde
kam. Een van zijn gespreksgenoten hielp de professor uiteindelijk aan
het excuus van een 'ongelukkig gekozen zin', maar de werkelijkheid is
heel anders: Vermeersch maakt sinds vele decennia helemaal geen
onderscheid tussen zieken en ziekten of tussen plagen en geplaagden.
Zo verklaart hij samen met David Attenborough berucht om zijn
publieke uitspraak Let them starve! dat men de
hongerlijdende Afrikanen niet van voedsel moet voorzien omdat door
die tegemoetkoming het aantal hongerlijders nog zal toenemen. In
dezelfde lijn situeert zich zijn mening aangaande het
vluchtelingenbeleid waar hij zich schaart achter wie zich inzake
asielverlening bedienen van de termen 'aanzuigeffect' en
'ontradingspolitiek'. Een exponent van deze kennelijke
ontoereikendheid van het bevattingsvermogen vindt men terug in
nazi-Duitsland waar men een logica volgde waarin men het wenselijk
achtte om het leven van enkelingen zieken op te offeren aan
de volksgezondheid als zodanig opvattingen die overigens dateren
van lang voor het bestaan van het Derde Rijk. Het plan om via abortus
en euthanasie het lijden uit de wereld te helpen is danig lomp en
pervers: zieken wegwerken is geen kunst, elke moordenaar kan
het; ziekten bestrijden daarentegen vergt hoogwaardige en
doorheen de eeuwen opgebouwde wetenschap, kennis, studie, discipline,
training en oefening. De vergelijking van een maatschappij met een
mand appelen waaruit de rotte verwijderd dienen te worden, komt in
geen geval uit de mond van mensen met kennis van zaken. Maar een
zekere groep van mensen blijken erin geslaagd te zijn om hun perverse
opvattingen door te drukken: abortus wordt geassocieerd met
'geboorteregeling' alsof het alleen maar een variant was van de
aloude anticonceptiva, en euthanasie wordt benoemd als de 'milde
dood' alsof het ging om een onderdeel van de palliatieve
zorgverstrekking. Ze lijken het nieuwe broertje en zusje in de
hedendaagse geneeskunde: de ene heet bijna 'de goede geboorte', de
andere heet effectief 'het goede sterven'. Deze vriendelijk klinkende
nomenclatuur zou ons, geïnfantiliseerde burgers, totaal doen
vergeten dat het in beide gevallen gaat om niets minder dan het doden
van medemensen. Abortus is het doden van een kind vooraleer het de
baarmoeder verlaat; euthanasie is het doden van een mens die het
burgerschap reeds bekomen heeft.
"Er
bestaat een romantisch misverstand als zou terreur per definitie
spectaculair zijn. Nochtans is dat in het echte leven zelden het
geval. Zoals Czeslaw Milosz het op schitterende wijze verwoordt in
The Native Realm "Is
terreur niet monumentaal; zij is verachtelijk en stiekem, zij
vernietigt het weefsel van de menselijke samenleving en verandert de
relaties van miljoenen mensen in chantagekanalen".
Terreur kan middelmatig zijn, zelfs achterlijk, en toch
alomtegenwoordig. Terreur kan vreselijk lomp zijn, alles behalve
romantisch, en toch nooit-eindigend. Van terreur is sprake als de
geheime politie uw beste vriend ervan overtuigt om inlichtingen te
geven over u; als zich tijdens uw afwezigheid in uw kamer voorwerpen
gaan verplaatsen; als na een lange dag van ondervraging door de
geheime politie, deze u vertelt, net vooraleer u het politiebureau
verlaat, "dat er nu eenmaal ongelukken gebeuren" of wanneer
uw vrienden slecht geënsceneerde zelfmoord plegen."
(...)
(In
verband met het werk van Herta Müller over terreur schrijft
Bradatan:)
"En
dat is waarom Herta Millers werk zo belangrijk is: met de precisie
van een chirurg brengt zij dit middelmatig maar sinister gezicht van
het Europese totalitarisme in kaart (...) In haar novellen
beschrijft zij de angsten van een wereld op zijn kop; de geheime
politie zal misschien niet altijd moorden maar weet wel het leven van
mensen danig in de war te sturen dat zij er gek van worden".(Eigen
vertaling)
(Oorspronkelijke tekst:)
"There
is a Romantic misconception that terror (...) is nothing if it is not
spectacular. However, that's rarely the case in real life. As Czeslaw
Milosz excellently put it in The
Native Realm,
"Terror
is not monumental; it is abject, it has a furtive glance, it
destroys the fabric of human society and changes the relationships of
millions of individuals into channels for blackmail."
Terror can be mediocre, even idiotic, yet omnipresent. Terror can be
terribly banal, utterly un-Romantic, but never-ending. Terror is when
the secret police persuade your best friend to inform on you; when
objects start moving around your room in your absence; when the
secret police interrogator tells you, right before you leave his
office after a day-long interrogation, that "accidents do
happen," or when your friends start committing (poorly) staged
suicides."
(...)
"That's
why Herta Müller's work is so important: It maps out, with surgical
precision, this mediocre yet sinister face of European
totalitarianism, which is something that has been largely unaccounted
for. Her novels document the oppressive fears and anxieties of a
world turned upside-down, a world where the secret police do not
necessarily kill you, but mess up your life enough to make you lose
your mind."
Bron:
From
Saturday's Books section: The evil of banality - Reviewed by Costica
Bradatan
The
Globe and Mail - Published Thursday, Feb. 11, 2010 3:21PM EST - Last
updated Thursday, Aug. 23, 2012 1:40PM EDT
"Zeg mij na", zo beval men de verdachte:
"schild en vriend!" En wie antwoordde: "Skild en
friend", werd schuldig bevonden en meteen uitgeschakeld. Zo
eenvoudig kon destijds zelfs jan met de pet met een simpele sjibbolet
de vijand ontmaskeren en verslaan. De hedendaagse vijand daarentegen
werd volstrekt onzichtbaar en zo ook zijn moordwapen: enkele
ogenblikken voor de aanslag was hij nog een nette reiziger, zijn
wapen een lijnbus. Om maar iets te zeggen, want hij kon om het even
wie zijn, zijn wapen om het even wat: waar terreur dreigt, is
iedereen en alles verdacht. En niet in het minst de verdachtmaker
zelf.
De geschiedenis van de communistische staten en bij
uitstek deze van het Stalinistische Roemenië van na de Tweede
Wereldoorlog zijn uitnemende illustraties van terreur door de
verdachtmaker. Onder het repressieve beleid van Nicolae Ceaușescu
(1967-'89) werden burgers ingezet door de geheime staatspolitie onder
de feitelijke leiding van diens vrouw Elena en deze klikspanen
zorgden ervoor dat de dictator binnenskamers meeluisterde, overigens
samen met de van afluisterapparatuur voorziene nieuwe
telefoontoestellen, teneinde mensen die het
oneens waren met het regime te kunnen
opsporen, oppakken en uitschakelen. (1) Ofschoon vandaag mensen alles
sowieso op facebook deponeren, wordt ook bij ons in het westen alsnog
werk gemaakt van afluisterpraktijken via de nieuwste
televisietoestellen welke, zoals intussen iedereen weet, van oren en
ogen zijn voorzien. (2)
Niet het
verbod van geweld tegen het regime maakt van dat regime een
dictatuur: een verbod op het gebruik van geweld kan in ongeacht welk
regime legitiem zijn. Wat van een regime een dictatuur maakt, is het
verbod op geweldloze kritiek, het verbod om het oneens te zijn met
dat regime, het verbod op een eigen mening en een eigen partij, het
verbod op een andere mening dan die van de dictator of dus de
afwezigheid van democratie.
Een regime
is ondemocratisch van zodra het principe van de scheiding der machten
niet langer geëerbiedigd wordt: de wetgevende, de uitvoerende en de
rechterlijke macht concentreren zich dan in een en dezelfde
instantie, wat wil zeggen dat de gezagsdragers recht spreken over
zichzelf. Uiteraard kunnen zij dat niet geloofwaardig doen, wat wil
zeggen dat er van recht geen sprake kan zijn. In feite vindt men een
gelijkaardige perversie waar de controleur en de gecontroleerde niet
onderling onderscheiden zijn want precies zoals niemand geloofwaardig
recht kan spreken over zichzelf, kan ook niemand zichzelf
controleren.
Miljoenen mensen die de Roemeense dictatuur meemaakten,
zijn nu nog in leven en zij kunnen getuigen van de verschrikkingen
ingevolge die geïnstitutionaliseerde argwaan, de algemene paranoïa
en de absolute onmogelijkheid van intermenselijk vertrouwen onder de
repressie van Ceaușescu. Bij uitstek de Roemeens-Amerikaanse
filosoof Costica Bradatan heeft over deze problematiek diepgaande en
waardevolle artikels en boeken gepubliceerd, alsook de dissidente
Nobelprijswinnares voor de Literatuur 2009, Herta Müller, afkomstig
uit het Banaat. (3)
Roemenië,
de Sovjet-Unie, het regime van Nazi-Duitsland: geen zinnig mens wenst
een herhaling van deze door wantrouwen onleefbare maatschappijvormen,
onmachtig tot regeren en daardoor contraproductief vanuit een
wereldvreemde zelfingenomenheid en onbekwaamheid. Edoch, uitgerekend
deze ondeugden hebben samen met het populisme vandaag ook het westen
besmet en reeds kijken we aan tegen exact hetzelfde onverstand waar
ministers van bij ons het hebben over mensen die het niet goed
menen met onze gemeenschap (4) en dus mensen die niet akkoord zijn
met onze maatschappijvorm. Andermaal: niet het verbod van geweld
tegen het regime maakt van dat regime een dictatuur maar wel het
verbod op geweldloze kritiek, het verbod om het oneens te zijn met
dat regime.
De
uitstoting van ouderlingen door de rest van de maatschappij is een
symptoom van een ernstige ziekte die het westen in de jongste
decennia in een wurggreep houdt. Wie de stelling dat ouderlingen
uitgestoten worden, geïllustreerd wil zien, hoeft maar eens een
zogenaamd zorgcentrum voor ouderen binnen te stappen. Hij zal zich
daar kunnen vergewissen van twee zaken die op het eerste gezicht
elkaar lijken tegen te spreken doch die bij nader toezien evengoed
samengaan als de hypocriete beleefdheidsregels dat doen met de
pikorde.
Een
eerste vaststelling is uiteraard het feit dat de ouderen alles
hebben wat ze nodig hebben waaronder dient verstaan te worden:
alles wat nodig is om te overleven. Maar een tweede feit
een zaak die echter heel wat moeilijker vaststelbaar is verraadt
dat het eerste feit eigenlijk slechts een dekmantel is voor het
ongeluk waaraan kennelijk vrijwel alle ouderen ten prooi zijn. Hun
wordt immers gezegd dat ze alles hebben wat ze nodig hebben terwijl
ze zelf maar tot de ontdekking moeten komen van het weinig
benijdenswaardige van deze toestand welke best vergelijkbaar is met
de situatie van wie levenslang moeten zitten voor moord met
voorbedachte rade.
Mensen
die beroepshalve in zorginstellingen voor ouderen werken, kunnen
getuigen dat slechts uitzonderingen in staat zijn om te berusten in
de wetenschap dat zij door de samenleving veroordeeld werden, want
veroordeling is de enige term die in staat is om de betekenis van
sociale uitstoting enigszins weer te geven. Quasi alle ouderen in
zorginstellingen hebben een leven van hard labeur achter de rug en
dankzij die zelfopoffering zijn hun kinderen vaak bijzonder
welstellend. De ouderen vragen zich dan ook af of het dan een misdaad
is zo hard gewerkt te hebben, daar zij zich dan toch gestraft weten
met dit bizarre levenseinde, want als zij dit pand verlaten, gaat het
richting ziekenhuis, zo niet onmiddellijk richting laatste
rustplaats.
Het
antwoord op de vraag wat zij dan misdaan hebben om voor het merendeel
van de tijd heel alleen in een kamertje opgesloten te moeten zitten
wachten op de dood, luidt dat zij er in hun leven niet in geslaagd
zijn om de wereld rechtvaardig te maken. Onrecht immers maakt dat zij
gestraft worden voor een kwaad dat door anderen wordt begaan. Een
kwaad, of is het een ziekte?
Het
is een bekend gegeven of is het alleen maar een geloof? dat
alle dieren zorg dragen voor hun jongen terwijl alleen mensen ook nog
zorg dragen voor hun ouders wanneer die behoeftig worden of
althans blijken zij daartoe in staat. Maar niet alleen voor ouderen
wordt zorg gedragen, ook mensen die om andere redenen dan de ouderdom
behoeftig zijn, genieten van wat men een zekere solidariteit zou
kunnen noemen. En nu komt de kat op de koord, want de solidariteit
die ons van de dieren lijkt te onderscheiden, is geen gevolg van de
goede inborst die sommigen wel eens toeschrijven aan het zogezegd
moreel superieure wezen mens zij is een loutere uitbreiding van
de egoïstische zorg voor zichzelf, zij is als het ware een kind van
het verzekeringswezen dat men bedacht heeft om zich te kunnen redden
in geval van pech: ikzelf, jij, ongeacht wie en dus elke burger.
Het
zal intussen duidelijk wezen dat hetgeen waartegen men zich verzekerd
heeft, de hongerdood is of het overlijden ingevolge nog een ander
kwaad dat voortkomt uit de ouderdom, en dat is inderdaad heel wat.
Maar het mag even klaar zijn dat van het verzekeringswezen dan ook
niets meer verwacht kan worden dan die tegemoetkoming aan elementaire
behoeften of dus de mogelijkheid tot overleven. Tegen eenzaamheid
verzekert men zich nimmer, erkenning kan niemand kopen, het gratuite
gesprek met een vriend is niet inbegrepen in de prijs van het
logement en waar dankzij de eigen hoge sponsoring alsnog aan deze
behoeften wordt voldaan, beseft men heel goed dat de aandacht welke
men ontvangt, niet meer dan koopwaar is.
De
ernstige ziekte die het westen in de jongste decennia in een
wurggreep houdt, is de illusie dat met geld alles te koop is. Het is
de vergissing van wie geloven dat de ganse werkelijkheid stoffelijk
is en derhalve in bezit kan worden genomen. Het is de hardnekkige
blindheid voor het feit dat in wezen niets van waarde, koopwaar kan
zijn én dat het herleiden van al het waardevolle tot koopwaar, de
doodsteek is voor al wat leeft. Die waanzin in kwestie zorgt er ook
voor dat wij geloven dat wij ons met geld kunnen ontdoen van mensen
die niet langer renderen, zonder dat dit moord hoeft te heten. Maar
tot spijt van wie het benijdt: het is moord, het is erger nog
dan moord, het is immers de doodstraf al werd zij ook hier
omgezet tot levenslang.
(J.B.,
28 mei 2017)
19-05-2017
Hedendaagse Vlaamse schrijvers - nieuwe uitgaven 2017 - Ludo Noens - het Jeanne d'Arc-syndroom
Over vervreemding: aldus verslindt de dood het leven
Over
vervreemding:
aldus
verslindt de dood het leven
Ooit
bestond het enige streven van een kleermaker erin om comfortabele en
mooie kleren te maken, de wens van een leraar was de maximalisatie
van de kennis en de kunde van zijn leerlingen en de landbouwer wilde
alleen maar het dorp van gezond voedsel voorzien: dit was het geval
in de periode voorafgaand aan het tijdperk van de verloningssystemen.
Er bestaan op aarde overigens nog steeds enkele kleine, geldloze
maatschappijen.
Sinds
onze arbeid niet meer slechts in functie staat van wat wij effectief
voortbrengen maar tevens gericht is op het ontvangen van een loon
hetzij van klanten, hetzij van een werkgever is onze doelstelling
in feite gespleten: wij werken niet slechts om met onze arbeid iets
voort te brengen, wij werken tevens om er zelf nog een loon aan over
te houden. Er bestaat nu een toenemende druk D om meer oog te
hebben voor wat wij zelf overhouden aan onze voortbrengselen, zodat
zij aan kwaliteit inboeten in de mate dat we er meer willen aan
verdienen.
Een
nog ernstigere consequentie van de splijting van onze
werkdoelstellingen, is dat het loonsysteem aan de werkgever de macht
geeft om de aanvankelijke werkdoelstellingen van de arbeider te
perverteren: als hij dat wil, dan kan een schoenfabrikant zijn
arbeiders verplichten om minderwaardig schoeisel te maken, de staat
kan leraren en journalisten opleggen om leugens te verspreiden en de
farmaceutische industrie kan verloningen van artsen afhankelijk maken
van een voorschrijfgedrag dat niet perse de gezondheid van de
patiënten prioritair stelt maar bijvoorbeeld wel de verkoop van
pillen.
Met
andere woorden vervreemdt de verloning de arbeider van zijn product:
de arbeider wordt een werktuig in handen van zijn werkgever en zelf
is hij niet langer meester over wat hij maakt. Indien Armand Pien
zich had verzet tegen het bevel van minister Miet Smet om een vals
weerbericht te maken ten tijde van de ramp in Tsjernobyl in 1986 ,
dan was hij meteen weerman af geweest, zoals precies dertig jaar
later, in het land van Voltaire de verdediger bij uitstek van de
vrije meningsuiting en het vrij onderzoek weerman Philippe
Verdier werd ontslagen omdat hij de heersende theorie over de
opwarming van de aarde tegensprak.
Conditionering
van de arbeider door de werkgever kan bestaan in de koppeling van
zijn arbeid aan een loon maar ook andere vormen zijn mogelijk. Het is
bijvoorbeeld mogelijk dat de klant betaalt voor een product dat hem
alleen maar een illusie oplevert en dan koopt hij als het ware iets
waarbij alleen de verkoper baat heeft. Voor de hand liggende
voorbeelden uit de misdaadwereld zijn de illegale en de legale
drugshandel waarbij de verkoper rijk wordt door de verkoop van drugs,
drank of tabak terwijl de koper er een eerste keer voor betaalt met
geld en een tweede keer met zijn gezondheid. Echt angstaanjagend
wordt het pas waar zich eenzelfde scenario voltrekt op het ogenblik
dat iemand bij een officiële instantie om medische bijstand verzoekt
en daar afhankelijk gemaakt wordt van verslavende middelen zonder ook
maar het minste genezende effect. Het product kost geld terwijl het
de koper na de koop nog een keer verarmt omdat het een illusie is,
een leugen, een nepmiddel of zelfs een vergif. Aangezien in deze
gevallen de klant als misleide of als verslaafde als het ware
de werkgever is klant is immers koning terwijl de producent
door de koper in feite in de rol van misleider geduwd wordt daar zijn
bestaan dan toch van zijn winst afhankelijk is, zijn de beide
partijen hier in feite de speelbal van een autonoom en anoniem
mechanisme dat volstrekt zinloze macht verwerft over individuen die
in dit spel op de koop toe van hun wil worden beroofd: de koper wordt
afhankelijk van het verkochte product tabak en de verkoper wordt
afhankelijk van de verkoop ervan in zijn tabakswinkeltje maar
uiteindelijk is geen van beide in staat om zijn rol in dit spel te
rechtvaardigen omdat de ene zijn brood verdient met het berokkenen
van kwaad aan de andere die daar krachtens zijn koop ook schijnbaar
vrijwillig mee instemt. In werkelijkheid gaat het om een autonoom
systeem waarmee geen enkele wil meer gemoeid is, een systeem dat
zoals een kankergezwel energie onttrekt aan alles wat er omheen
leeft, zonder daar iets voor terug te geven.
Al
te zeer wordt als vanzelfsprekend aangenomen dat geen mens die bij
zijn zinnen is ook maar iets zou ondernemen dat tegen zijn eigen
belangen ingaat omdat al te dikwijls over het hoofd wordt gezien
hoezeer in al onze activiteiten allerlei vormen van zinsbegoocheling
in het spel zijn. De ene strooit de andere zand in de ogen maar gaat
het bijvoorbeeld om drugs en andere verslavingen dan zal de bedrogene
op den duur helemaal niet meer klagen doch gaan vragen om nog meer
zand en zinsverbijstering. Het van nature luie dier volgt met de
pijnstillersmentaliteit in de lijn van het sentiëntisme de weg van
de geringste weerstand en die kan pas onderbroken worden door het
optreden van niet langer behandelbare pijn welke tot onmiskenbaar
doel heeft om de aantasting van een objectief goed onder de
aandacht te brengen.
De
miskenning van het objectief goede is door de opkomst en het zich
wijd en teugelloos verspreiden van een ondoordacht relativisme een
bijzonder dringend probleem geworden. Waar een staat haar landbouwers
verplicht om de helft van hun oogst te vernietigen onder het
voorwendsel dat aldus de marktwaarde van die producten zal
verdubbelen, waarbij men dan geheel verkeerdelijk doet alsof er
helemaal niets verloren gaat, is het niet te verwonderen dat de
boeren suïcidaal worden: de reële waarde van de producten wordt met
hun marktwaarde geïdentificeerd, waarbij de manipulatoren ons de
illusie trachten op te dringen dat niemand hier ook maar enig nadeel
bij ondervindt, met het argument dat de niet vernietigde helft van de
oogst nu twee keer zoveel waard geworden is. Uiteraard zou het
waanzin zijn om te geloven dat de resterende helft van de oogst nu
twee keer zo voedzaam zou geworden zijn of dat men er dubbel zoveel
monden zou kunnen mee voeden: de gestegen marktwaarde is geheel
artificieel. Indien de vernietiging van voedsel dit voedsel echt
waardevoller zou maken, dan zou vernietiging als zodanig volstaan om
de rijkdom te laten toenemen. Men hoeft echter geen economie
gestudeerd te hebben om de valsheid van dergelijke theorieën
onmiddellijk te kunnen inzien. Als geluk een zaak is van sociale
vergelijking, dan volstaat het inderdaad dat ik de rijkdom van mijn
buurman vernietig teneinde mijn eigen geluk te vermeerderen, maar de
zaak is dat aan een dergelijk geluk geen enkel objectief goed kan
gekoppeld worden. Het verzeilen in dergelijke relativismen is
rampzalig zonder meer; het is het bezwijken onder de hoger genoemde
druk D, het is het toegeven
aan concurrentie door het als norm te stellen.
In
de veronachtzaming van objectieve waarden schuilt een miskenning van
de objectieve werkelijkheid en een blindheid voor wat vaak la
résistance du réel wordt genoemd. Het relativisme kan danig
verzeilen in een intellectueel spel dat de relevantie van zijn
beweringen verloren gaat, de band met de realiteit bestaat niet
langer omdat het objectieve geloochend wordt. In de moraal wordt het
goede gelijkgesteld aan datgene waarbij men zich goed voelt,
men verkrijgt een sentiëntisme, zoals bij Peter Singer, en de vraag
naar wat werkelijk goed is, wordt als irrelevant beschouwd en
als essentialistisch van de hand gedaan: de indruk, de impressie
wordt belangrijker geacht dan het feit en wordt zelf tot ultiem feit
verklaard. Het goede gevoel is waar wij moeten naar streven en het
wordt algauw bereikt met illusie en bedrog; het sluipt naar binnen in
de gezondheidszorg met de pijnstillers en met de symptomatische
behandeling van al dan niet vermeende kwalen. Algauw neemt het
bedrieglijke biotoop van het internet de plaats in van onze
natuurlijke biotoop die opgeofferd wordt aan de schone schijn van
facebook; gezichten verbergen zich achter maskers; hoe men bij
anderen overkomt, wordt belangrijker geacht dan hoe men in
werkelijkheid is omdat men zijn bestaan uitsluitend van die relatie
met anderen afhankelijk acht wat in feite een tekenend symptoom
is van het verdwijnen van de relatie tussen de mens en zijn schepper.
Het 'ik' voelt zich absurd of zonder grond waar het in zijn bestaan
en in zijn waarde niet langer door derden bevestigd wordt omdat het
zelf zijn ultieme bestaansgrond loochent wat het dan alweer doet
in de waan aldus de door god opgelegde beperkingen naast zich neer te
zullen kunnen leggen.
Het
afhandig maken van de macht die individuen hebben over zichzelf, en
het aanwenden van die macht tegen het belang van deze individuen in
en in het belang van wie deze macht ontvreemden, wordt handel genoemd
en gebeurt stelselmatig en met de grootste vanzelfsprekendheid in elk
maatschappelijk systeem dat van de natuur vervreemd is. Er ontstaat
dan een kloof tussen het ware en de schijn waarbij de wereld van de
schijn een onweerstaanbare drang vertoont om de ware werkelijkheid
van haar levenskracht te beroven en vervolgens die levenskracht in de
eigen dienst te stellen een beetje zoals vampieren doen, die
doden zijn die alsnog verder lijken te leven door het bloed van de
levenden te drinken. Kapitaalkrachtige maatschappijen maken het zaad
van de gewassen die voedsel voortbrengen onvruchtbaar teneinde het de
landbouwers onmogelijk te maken een deel van de oogst als eigen
zaaisel op te sparen voor het volgende jaar: de boeren zien zich dan
genoopt om telkenjare genetisch gemodificeerd zaaisel te gaan kopen
bij de betrokken patenthouders, waarvan zij in hun productie geheel
afhankelijk worden. Deze kapitaalkrachtigen slagen er op die manier
in om de vruchtbaarheid uit het leven zelf te distilleren en ze te
injecteren in het levenloze geld dat zij bezitten en dat, ingevolge
deze vreselijke vorm van chantage, een schijn van vruchtbaarheid
krijgt: door het van zich afhankelijk maken van de boeren, gaat dat
kapitaal immers renderen, het lijkt vruchten af te werpen en meer
geld voort te brengen, ja, het geld zelf lijkt vruchtbaar geworden,
het lijkt tot leven gekomen te zijn. De tragiek bestaat er uiteraard
in dat deze illusie wordt gevierd en geprezen ten koste van het
werkelijke leven zelf: aldus verslindt de dood het leven.
(Jan
Bauwens, 15 mei 2017)
12-05-2017
Over hypertensie en inquisitie
Over
hypertensie en inquisitie
Onlangs
blokten de kranten dat kortslapers langer leven (1) en zo probeerden
heel wat mensen hun slaapgedrag te wijzigen. Fout, zo bleek ook uit
later onderzoek want, naast het ontbreken van een algemene norm,
vloekt het hier in het geding zijnde euvel der inductie met de
logica: uit een correlatie mag niet zomaar besloten worden tot een
causaal verband. Uit het samengaan van kort slapen en lang leven
volgt niet dat het ene het andere veroorzaakt en dan blijft het nog
de kwestie of men niet willekeurig de oorzaak met het gevolg
verwisselt. Uiteraard recupereren gezondere mensen sneller: hun goede
gezondheid ligt aan de basis van zowel de geringere slaapbehoefte als
de hogere levensverwachting. Althans voor een deel om dezelfde reden
leven sporters alsook gestudeerde mensen langer. Zieken sporten
immers zelden en ook studeren is voor hen problematisch: die gemiste
kansen staan de beter betaalde job en de goede zelfzorg in de weg. De
lagere levensverwachting van mensen met hypertensie is een verhaal
dat niet helemaal past in dit stramien maar er zijn wel raakpunten.
De
bloeddruk is de druk van het bloed op de slagaders die uitmonden in
de haarvaten. Een zich bij elke hartslag herhalende maximale druk
de 'bovendruk' wordt gevormd door de samentrekkingen van de
linker hartkamer die het bloed doorheen de hoofdlichaamsslagader
perst. Tussen die samentrekkingen in, is de druk niet nul maar
minimaal de 'onderdruk'. De zogenaamde haarvaten zijn in feite
vijf tot tien keer dunner dan een haar en soms zo dun dat er slechts
één bloedcel tegelijk doorheen kan maar zij kunnen allemaal samen
meer bloed bevatten dan de slagaders en de aders samen. Waar nodig
kunnen (onder invloed van hormonen) haarvaten uitgroeien tot aders,
bijvoorbeeld om een vernauwing te omzeilen in het hart of om tegemoet
te komen aan de veranderde noden van de spiercellen van beginnende
sporters.
De
bloedsomloop, waarbij onder meer levensnoodzakelijke stoffen naar
alle lichaamscellen worden vervoerd, blijkt bijzonder complex en niet
te herleiden tot louter oorzakelijkheidsverbanden. Weliswaar gaat de
hartslag vooraf aan het transport van het bloed naar de cellen maar
tegelijk is het de noodtoestand in de cellen die deze bloedstroom op
gang houdt of versterkt. Cellen zijn immers niet louter bouwstenen:
zij worden dat pas door het gebouw zelf dat zij samen tot stand
brengen en in stand houden. Vele burgers vormen samen een
maatschappij maar het is op haar beurt de maatschappij die hen tot
burgers maakt. Levende relaties blijken complexer dan louter
stoffelijke en in de zogenaamde terugkoppelingsmechanismen speelt ook
iets dat men soms benoemt als 'doeloorzakelijkheid'. En zo is het de
nood aan bouw- en voedingsstoffen en vooral de dringende nood aan
zuurstof die het transport ervan vereist en die derhalve ook de
bloedstroom en de bloeddruk aanstuurt welke ervoor zorgen dat de
gevraagde stoffen tot in de haarvaten komen waar ze dan aan de cellen
afgeleverd worden.
Het
meest dringend is de nood aan zuurstof: zoals wij onze ademhaling
niet kunnen blijven inhouden totdat wij bewusteloos neervallen, zoals
wij dan naar adem snakken en gaan spartelen, zo ook snakken onze
lichaamscellen elk apart naar zuurstof en via allerlei ingewikkelde
systemen dwingen zij ons organisme om deze zuurstof via het bloed tot
bij hen te brengen als dit niet snel genoeg gebeurt, porren zij
onder meer het hart aan en verhogen zij de bloeddruk om het bloed
krachtiger doorheen de haarvaten tot bij hen te persen.
Zonder
bloeddruk was er geen bloedtransport en de bloeddruk varieert
naargelang de noden tenminste als men gezond is en als de
omstandigheden normaal zijn. Inspanning doet de bloeddruk stijgen en
die stijging is normaal omdat inspanning het zuurstof- en
voedselverbruik van de cellen opdrijft. Maar soms is een
bloeddrukstijging een symptoom van ziekte. Vindt men de ziekte in
kwestie echter niet, dan oordeelt men vaak dat de hoge bloeddruk zelf
de ziekte is: 'essentiële hypertensie'. Teneinde te kunnen ontkomen
aan de nadelen van die hoge druk, gaat men dan (in de regel met
pillen) sleutelen aan allerlei regelsystemen om die druk naar beneden
te krijgen.
Dat
men hier nogal kort door de bocht gaat, zal zelfs iemand zonder enige
medische kennis terecht opmerken: uit het feit dat men bij essentiële
hypertensie de onderliggende aandoening niet vindt, mag men niet
besluiten dat er helemaal geen aandoening is. Een abnormaal hoge
bloeddruk mag dan al gevaren inhouden: misschien heeft het lichaam
wel een goede reden om die druk op te drijven en dan zou het doen
zakken van de druk wel eens gewisse rampzalige gevolgen kunnen
hebben. Het is niet omdat men een gevaar niet ziet, dat het ook
afwezig is, temeer daar een verhoogde druk terecht als een
waarschuwing ervaren wordt. Als de lichaamscellen in zuurstofnood
geraken zónder een verhoogde druk, dan kunnen zij wel niets anders
doen dan die druk opdrijven teneinde niet af te sterven en dikwijls
zijn hersencellen in dat geval, bijvoorbeeld bij aderverkalking.
Doorbloeding is immers zowel van de bloeddruk als van de weerstand
afhankelijk. Remt men dan de bloeddrukstijging, dan wordt het bloed
niet meer met de aanvankelijke kracht naar de organen geperst. Is de
sterke toename van dementie welke dikwijls samengaat met
aderverkalking overigens te wijten aan de hoge bloeddruk zelf, zoals
dikwijls wordt aangenomen, of is de verhoogde bloeddruk daarentegen
een laatste redmiddel van het lichaam, een poging om alsnog het bloed
in de hersenen geperst te krijgen zodat de aanwending van
antihypertensiva hier in feite dementie in de hand werkt? Zou het met
andere woorden dan
niet zo kunnen zijn dat bij bejaarden die antihypertensiva slikken,
aldus ongewild verhinderd wordt dat het bloed in voldoende mate in de
cellen en in de organen geperst wordt?
Een
artikel verschenen in Huisarts
en Wetenschap
(2) stelt alvast dat
bijvoorbeeld voor 80-plussers andere normen inzake gewenste
bloeddrukwaarden moeten gelden omdat zij een ouder en dus een ander
gestel hebben dan jonge mensen. Meer
bepaald wordt in het artikel gezegd dat ouderen met een hogere
bloeddruk beter af zijn, precies omdat die hogere bloeddruk in
functie staat van een betere perfusie van de organen. Ouderen
hebben een hogere perfusiedruk nodig om het functioneren van hun
organen op peil te houden, zo wordt gesteld, en dit in functie van
spierkracht, nierfunctie en cognitie.
Deze
gegevens doen alvast vraagtekens rijzen bij de klaarblijkelijke
vlotheid waarmee heel wat artsen antihypertensiva voorschrijven en
ook de kennelijke veranderlijkheid van de bloeddruknormen zet grote
ogen. Die twijfel wordt bovendien versterkt door een niet
onaanzienlijk aantal onfrisse praktijken in de geschiedenis van de
geneeskunde. (3) Het wekt overigens geen verwondering dat de
middel-doelomkering die eigen is aan het kapitalisme, ook de relatie
tussen de zieke mens en de farmaceutische industrie heeft aangetast.
Deze tijden zijn allerminst goddeloos, de theologie werd vervangen
door de heilige wetenschappen en de nieuwe clerici heten nu medici.
De prikkelbaarheid van huisartsen voor patiënten die ook al eens bij
'dokter Google' hun licht opsteken, doet overigens niet geheel
onterecht denken aan de inquisitie en aan de tijd toen de kerk het
volk verhinderde om de bijbel te lezen.
(3)
Zie bijvoorbeeld: Ivan Illich, Medical
Nemesis (1976) ISBN
0-394-71245-5 (vertaling naar het Nederlands door D. L. Uyt den
Bogaard : Grenzen
aan de geneeskunde: het medisch bedrijf een bedreiging voor de
gezondheid? Bussum:
Wereldvenster, 1975.
Oorlog
en belegering zijn wrede toestanden die de vrijheid kortwieken maar
repressie is dat vaak des te meer omdat dan de vrijheidsberoving
quasi onzichtbaar is en omdat de malaise zich bij de massa als het
ware in het voorbewuste ophoudt en geheel miskend of door sommigen
zelfs ontkend wordt.
Een
voorbeeld hiervan is de repressie uitgeoefend door de hormonenmaffia
sinds de moord op veekeurder Karel Van Noppen intussen
tweeëntwintig jaar geleden.
Het
gevaar en de dreiging worden miskend doordat de repressie zich pas
hoeft te manifesteren op het ogenblik dat een veekeurder het
aandurft om de wet toe te passen en de hormonenhandelaars te
beboeten. Zolang alle veekeurders de andere kant op kijken, gebeurt
er immers schijnbaar helemaal niets en lijkt het voor de
outsider wel alsof er ook niets aan de hand is. Onnadenkende
buitenstaanders geloven zelfs dat zij mogen beweren dat het nu ook
weer zó erg niet is en zij argumenteren dat er tenslotte in al die
tijd slechts één veekeurder werd vermoord, alsof de moord
een uitzonderingstoestand betrof, een ongeluk haast.
Edoch,
het is niet op het ogenblik van de moord dat de repressie
plaatsgrijpt: de moord is slechts een manifestatie van de repressie
maar deze misdaad zal zich gewis herhalen tegen elke veekeurder die
zijn job naar behoren uitoefent. De repressie zelf is een
ononderbroken voortdurende toestand en een uitputtingsslag voor wie
zich er tegen verzetten. Een maffia verhindert op elk ogenblik
dat volksgezondheid haar werk doet zodat een winstgevende
hormonenhandel kan blijven floreren en wij in het ongewisse blijven
over het feit dat wij kankerverwekkend voedsel naar binnen werken.
Als morgenvroeg een veekeurder in de voetsporen van dr. Van Noppen
treedt, dan zal ook hij worden vermoord en dat wil zeggen dat sinds
tweeëntwintig jaar het naar behoren volbrengen van zijn dagtaak voor
elke veekeurder niets anders inhoudt dan een gewisse dood.
Het
dulden van die repressie betekent met andere woorden dat onze
Belgische wetgeving niet langer van kracht is: het is voortaan de
betrokken maffia die de wet stelt. Men heeft zich neergelegd bij de
eisen van de hormonenmaffia die van onze voedselinspectie een
lachertje maakt en van burgerrechten is derhalve helemaal geen sprake
meer. De staat betaalt de veekeurders voor hun dienst aan een maffia
die de staatsdoeleinden tégenwerkt. De strijd die Van Noppen voerde
was daarom niet slechts een strijd voor gezond voedsel, zoals al wie
gebukt gaan onder de repressie wel graag zouden geloven omdat zij
aldus het eigenlijke kwaad verdoezelen: Van Noppen was een
vrijheidsstrijder zonder meer.
De
zaak Van Noppen brengt voorbeeldig een welbepaalde vorm van repressie
aan het licht. Maar belangrijk hierbij is het inzicht dat het falen
van de staat om de wetten te handhaven niet slechts een specifiek
geval betreft in casu dat van de hormonenhandel omdat
dit falen in wezen met het onderwerp van de repressie niets te maken
heeft doch met de repressie als zodanig. Wie nog geloven in de
rechtsstaat moeten derhalve niet komen aandraven met het excuus dat
het staatsapparaat hier weliswaar een steek laat vallen terwijl het
verder prima werkt: het feit dat men dit specifieke euvel niet kan
bestrijden, bewijst helaas dat men in ongeacht welk geval de
trappers kwijt is.
Onze
wetten constitueren onze vrijheid maar het zijn helaas niet langer
onze wetten die van kracht zijn en onze vrijheid wordt derhalve
helemaal niet meer gewaarborgd. Wij moeten immers vrezen voor nieuwe
en veel meer meedogenloze 'straffen' dan deze die onze vrijheden
moeten verzekeren en die nieuwe straffen in feite sancties in de
vorm van afrekeningen bekrachtigen verborgen wetten welke aan
criminelen principieel alle macht over ons bestaan verschaffen. De
staat is verleden tijd, onze vrijheid is fictief, de burger is een
vogel voor de kat.
Bij
repressie door criminelen zijn de nieuw gestelde wetten ongeschreven
en geheel verborgen maar zij zijn gekend vanwege het feit dat wie ze
overtreden, er het leven dreigen bij in te schieten. Er zijn geen
beschuldigingen, er zijn geen processen, het gaat om een door
misdadigers opgedrongen wetmatigheid die zonder rede en zonder
waarschuwingen werkzaam is zoals de natuur zelf met haar recht van de
sterkste. Wie weigert halt te houden voor een afgrond, stort in de
diepte en op analoge wijze wordt de veekeurder die het
hormonengebruik beteugelt, met kogels doorzeefd. Criminelen creëren
afgronden hier en afgronden daar en de burgers dienen er maar achter
te komen hoe alles werd hertekend, precies zoals ooit aan de wieg van
de eerste beschavingen, de natuurwetten werden hertekend. De
bewegingsvrijheid werd andermaal aan banden gelegd, wij zijn
geëvolueerd van een mens die rekening houdt met de wetten van de
natuur naar een burger die rekening moet houden met de wetten van de
staat en tenslotte zijn wij verworden tot een gijzelaar van een door
criminelen gehackt staatsapparaat. Dat staatsapparaat zelf wordt
vooralsnog getolereerd omdat het tenslotte de onmisbare grondstof
blijft zonder welke anders álles in elkaar zou storten, maar een
lang leven kan het uiteraard niet meer beschoren zijn.
Hormonen
zijn nefast voor onze gezondheid, ze zijn een sluipend gif dat ons
vroeg of laat de rekening voorschotelt. Statistisch gezien gaat de
volksgezondheid er een aantal procenten op achteruit, maar heel
concreet manifesteert zich de werking van het gif in het verschijnen
van een tumor een gezwel in altijd iemands lichaam: een zieke
ouderling en even vaak een kind. Criminelen van de hormonenmaffia
verwerven rijkdom door op de genoemde manier wat van onze
volksgezondheid af te knabbelen: het doden van onschuldige mensen
maakt hen rijk. Hetzelfde doen de criminelen van de illegale
drugsmaffia voor de slachtoffers van de legale drugs zijn onze
politici verantwoordelijk (en in een democratie de burgers zelf). En
dan is er nog de pervertering van talloze sectoren die aanvankelijk
bedoeld zijn voor ons aller welzijn: de uitbuiting in de marge van de
geneeskunde en de farmaceutische industrie, de vele doden in het
verkeer, het zich opstapelende afval ingevolge roekeloze
overconsumptie, het onrecht van ondeugende economische stelsels en
politieke systemen...
Alle aandacht inzake repressie
verdient ook de daaraan inherente frustratie bij diegenen die onder
de verdrukking gebukt gaan. Het leed van de frustratie bestaat uit
het dulden van vaak ten hemel schreiend onrecht en het vooralsnog aanvaarden van onbevredigde
fundamentele verlangens. Dit alles is verborgen en onzichtbaar maar het is alles
behalve afwezig, het is zoals een lading dynamiet die slechts één
vonk behoeft om tot ontploffing te komen. Indien de Franse
verkiezingen op 7 mei 2017 andere resultaten hadden gehad, dan kon
men er zeker van zijn dat diezelfde avond nog Parijs en onmiddellijk
daarop ook de rest van Europa in de fik had gestaan. De vernietigende
kracht van de ontlading weerspiegelt de ernst van de repressie en
bekende illustraties daarvan vormen het uitbreken van de Franse
revolutie (1789), de val van de Tsaren (1917) en de lynchpartij op de
Roemeense dictator Ceaușescu en zijn vrouw (1989).
Wie
niet zelf onder repressie hebben geleden, kunnen zich slechts
moeilijk een idee vormen van de impact daarvan omdat de toestand waar
het om gaat van buiten af vaak helemaal onzichtbaar is. De angst die
een volk in zijn greep kan houden, kan vaak alleen maar ontwaard en
begrepen worden als men eerst weet heeft van een aan de gang zijnde
repressie en zolang dat niet het geval is, blijft ook die angst zelf
verdoken en waar hij zich alsnog verraadt, heeft men dikwijls het
raden naar zijn gronden. De geschreven wetten geven derhalve geen
uitsluitsel over de aard van een samenleving, zij vormen dikwijls
slechts de façade terwijl men naar de eigenlijke wetten die
ongeschreven zijn, onzichtbaar voor buitenstaanders doch dwingend,
bijna altijd het raden heeft. Er bestaan geen universiteiten waar men
kant en klaar uit de doeken doet hoe de geschiedenis in elkaar
steekt, hoe de burgers van een land of een volk functioneren, waarom
ze zo handelen en niet anders, wat hun motieven zijn, hun
toekomstbeeld, hun angsten en verlangens. Vandaar dan ook het
groteske van de geleerdheid in het licht van een quasi irrationele
werkelijkheid die haar geheimen nimmer prijsgeeft aan
buitenstaanders, observatoren en commentatoren. Enkel in een
organische verbondenheid met zijn omgeving, kan er sprake zijn van
gewaarwording, voeling, kennis en een zekere vorm van greep of
begrip.
Repressie
is in de huidige wereld de regel, het ontdekken en achterhalen ervan
is een levenswerk, het bestrijden een meestal onmogelijke zaak. Maar
hier kan vooralsnog niemand naast kijken: de koeien die het
platteland bevolken, gelijken in de verste verte niet meer op de
rendieren van weleer: hun volume is verviervoudigd, ze lijken wel vol
met wind te zitten, zo opgeblazen zien ze eruit, en stelt men aan een
veeboer de vraag wat dan de oorzaak mag wezen van deze transformatie,
dan luidt het antwoord ongetwijfeld dat de beesten vandaag voedsel
krijgen van een onvergelijkbaar hogere kwaliteit, dat ze verzorgd
worden zoals koningen, dat ook hier de wetenschap aan het werk is en
dat een veeboer vandaag een universitair geschoolde is; het scheelt
maar weinig of wij zouden gaan geloven dat heden ten dage de koeien
zelf geletterde wezens zijn die kunnen bidden Geef ons heden
ons dagelijks brood. En werpen wij daarna een blik op de mensen,
dan kunnen we niet ontkomen aan de drang om ook hier een
gelijkaardige transformatie te bespeuren. Want in dit opzicht
verschillen de mensen kennelijk niet langer van het vee, alsof ze het
van het vee betrapt hebben: ook zij gelijken niet meer op hun pezige
soortgenoten van de op de zwart-wit foto's van honderd jaar geleden.
Steeds minder mensen zijn 'mager en gezond', steeds vaker duiken
soortgenoten op die wel opgeblazen lijken en wiens volume
ontegensprekelijk een veelvoud is van dat van de mensen van weleer.
De Amerikanen blijken koplopers wat betreft deze wonderlijke
metamorfose maar intussen sinds een aantal jaren blijkt ook het
Europese continent 'besmet'. Het is geen lachertje want aldus worden
steeds meer mensen door hun eigen lichaamsmassa geïmmobiliseerd, men
zou haast zeggen dat ze in hun vet vastgebetonneerd zitten. De
schuldige volgt de mode van de dag en zo worden vandaag de suikers
met de vinger gewezen. Allang geen woord meer over hormonen. Moeten
wij er dan maar aan wennen dat deze transformaties bij dier én mens
nu eenmaal onvermijdelijke bijwerkingen zijn van andermans
zelfverrijkende activiteiten?
Karel
Van Noppen, Giordano Bruno, Socrates, Christus, Theo Van Gogh,
Benazir Bhutto, Thomas More...
Steeds
vaker vallen in onze blik de stoeten der verdoofden met de blik op
oneindig, stijf van de 'geluks-pil' prozac. De drommen automaniakken
die alle files ten spijt volharden in de luxueuze rolstoel die alleen
in ons land jaarlijks duizend doden maakt en vijftigduizend gewonden
waarvan een tiende zwaargewonden. De colonnes bedlegerigen die ervoor
zorgen dat straks de helft van alle gebouwen ziekenhuizen zijn. De
vreemdelingenhaters, de racisten en de nationalisten die alom muren
bouwen, mensen weren, spoken zien, zich verschuilen achter hekkens,
in kelders en in bunkers. En de zwijgers, de verzwijgers, de
mooipraters, die met geen woord zullen reppen over de verminking van
vrouwen, kinderen, anders-validen, allochtonen of homo's. Allen
werden zij geproduceerd door op de maatschappij parasiterende
zelfverrijkers die de wetten welke onze vrijheid moeten garanderen,
uithollen en perverteren. Het gouden kalf, de valse god, heeft de
schone wereld herschapen tot een hel de hel is geen
uitzonderingstoestand meer, het is de regel. En wij kennen de tekst
die boven de hellepoort prijkt uit Dante's Commedia: Laat
varen alle hoop, gij die hier binnen treedt!
Uitgerekend
1 mei, ooit alom uitgeroepen tot dag van de arbeid, wordt niet langer
gevierd door wie werken: deze dag is het feest van de uitbuiters
geworden, een rustdag bovenop de rust van wie een veilige en goed
betaalde job hebben weten binnen te rijven. De waarheid luidt dat de
eigenlijke arbeiders geen rust hebben want geen rechten; zij worden
geplunderd terwijl op de koop toe iedereen doet alsof zij niet eens
bestaan.
Zo heeft
Trump zijn kiespubliek verworven met goedkope leugens en een van die
leugens is de belofte van een muur aan de grens van de VS met het
arme Mexico. Trumps kiezers willen namelijk die muur omdat het
gerucht gaat dat miljoenen Zuiderlingen illegaal de VS naar binnen
komen om daar de jobs in te pikken van de mensen die geloven er recht
op te hebben de échte Amerikanen. Nu werken in de VS inderdaad
heel wat illegale immigranten 11 miljoen volgens de officiële
cijfers. Maar tevens is het waar dat deze illegalen er helpen voor te
zorgen dat heel wat consumptiegoederen voor de doorsnee Amerikaan
betaalbaar blijven. En de bestaansreden van die bijzonder hypocriete
politiek van het welvarende Noorden is duidelijk: illegale
arbeid wordt verboden maar tegelijk worden migranten zonder papieren
oogluikend toegelaten omdat men weet dat zij moeten eten en dus
moeten werken, terwijl zij geen looneisen kunnen stellen omdat ze in
de illegaliteit bestaan. Het resultaat (maar uiteraard ook de
bedoeling) van die politiek is een leger spotgoedkope arbeidskrachten
die de welvaart waarborgen van uitgerekend diegenen die deze
hedendaagse slaven naar het leven staan. De muur mag er dus niet komen en via de senaat keurt ook Trumps eigen Republikeinse partij de bouw ervan af. Hemeltergender kan
het niet.
Europa
heeft sinds jaar en dag exact dezelfde schaamteloze dubbele agenda in
haar migratiebeleid en politici doen zelfs niet langer de moeite om
deze gang van zaken te verbergen: als wij niet op die manier te werk
gaan, zo verklaren zij aan de pers, dan betalen we morgen vijf keer
meer voor onze tomaten in de supermarkt. We moeten de kerk een beetje
in het midden houden aldus praten zij de nieuwste uitgave van een
dit keer meedogenloze slavenhandel goed.
Dat het
mooie liedje niet kan blijven duren, spreekt vanzelf en reeds
komt loontje om zijn boontje waar het verwende volk in opstand komt
tegen de illegalen wiens zweet en bloed de welvaart alsnog overeind
houden. Opruiers en populisten zorgen voor het zich realiseren
van een genosuïcide zonder voorgaande door de oprichting van
xenofobe partijen die uiteindelijk de slaven het land uit jagen, met
als onvermijdelijk gevolg een totale instorting van de economie. Waar
arme landen onder veel getrompetter bij het rijke westen worden
ingelijfd, zogezegd om te worden beschaafd en geholpen, is de verborgen
doch eigenlijke bedoeling hieraan tegenovergesteld: het gaat om het
creëren van een reservoir van werkkrachten die spotgoedkoop zijn
omdat zij geen sociale bescherming genieten.
In een
tweede beweging wordt dan aan het eigen werkvolk diets gemaakt dat in
onze contreien de loonlasten naar omlaag moeten om te vermijden dat
alle jobs naar de lagelonenlanden verhuizen een tactiek die in
feite neerkomt op de afschaffing van de sociale bescherming
van alle arbeiders, de 1 mei-vierders inbegrepen.
(J.B., 1
mei 2017)
25-04-2017
De onthoofding van de staat
De
onthoofding van de staat
Populisten
van het Latijnse populus (volk) profileren zich als
politici die beweren te spreken in naam van het volk, hetwelk zij dan
zouden verdedigen tegen een repressieve elite: zij proberen de schijn
te wekken dat zij ware democraten zijn en volksbevrijders. In wezen
echter vertegenwoordigen populisten niets anders dan de zo gevreesde
pervertering van de democratie in haar allerverderfelijkste uitwas
van de tirannie van de meerderheid of dus het recht van de
sterkste uitgerekend de grootste vijand van de democratie en
haar ultieme bestaansreden.
Precies
omdat het zo vaak als relatief onschuldig voorgesteld wordt of zelfs
verwisseld wordt met al wat progressief is, moet voor het populisme
gewaarschuwd worden als een fel onderschatte maatschappelijke
bedreiging. Populisten spelen in op de buikgevoelens van de
onnadenkende massamens om hem vervolgens, zoals alle volksverlakkers
doen, naar goeddunken te gebruiken en zelfs te vernietigen, zoals de
toentertijd door de nazi's verspreide affiches ter bevordering van
euthanasie getuigen met daarop afgebeeld een rolstoelpatiënt
geflankeerd door een man in witte schort en met stethoscoop en dat
alles voorzien van de tekst: 60.000 Rijksmark kost deze zieke aan
de maatschappij... en dat is úw geld, medeburgers!
In
een democratische verkiezing wordt weliswaar het meerderheidsprincipe
gehanteerd voor de verkiezing van de volksvertegenwoordigers, maar
het volk verkiest daarbij de meest bekwame bestuurders
aan wie het de taken waartoe het zichzelf onbekwaam moet achten,
delegeert. En zoals dankzij de competitie elke buitenstaander
moeiteloos kan beoordelen wie de beste sporters zijn, zo ook kan het
volk weten wie zich in de samenleving onderscheiden hebben inzake de
bestuurlijke capaciteiten die vanwege politici worden vereist.
Edoch,
zoals jan met de pet het niet in zijn hoofd zal halen om eigenhandig
de Belgische driekleur te gaan verdedigen op de wereldbeker voetbal,
zo ook zal hij ervan afzien om zelf het land te gaan leiden
zijn taak beperkt zich tot het eventueel helpen aanduiden van wie hij
daartoe bekwaam acht.
Populisten
zijn lui die de mensen willen laten geloven dat zij de minste van hun
grillen onverwijld waar kunnen en zullen maken; zij proberen de burgers
aan te praten dat zij de goals zullen scoren die het land naar de
overwinning moeten brengen. In wezen trachten deze volstrekt
onbekwame lui alleen maar de posities in te nemen welke toekomen aan
bekwame mensen en aldus plegen zij een dubbele misdaad: zij beroven
het land door hoge weddes op te strijken maar, veel erger nog, verhinderen zij hierdoor dat het land überhaupt bestuurd wordt.
Elke
maatschappij die zichzelf een beetje respecteert, treedt zeer streng
op inzake de vorming van haar vaklui en inzake de eisen welke zij
stelt aan eenieder die ook maar de geringste maatschappelijke
verantwoordelijkheid draagt en het is dan ook onbegrijpelijk doch
waar, dat kandidaat-bestuurders op dit vlak helemaal niets hoeven te
bewijzen; het is zelfs zo dat ze niet eens bestraft worden als blijkt
dat zij in plaats van het land te dienen, het land plunderen en dat
zij door het bezetten van posten waarop zij geen recht hebben, het
goede bestuur onmogelijk maken.
Er
zou werk moeten gemaakt worden van de onverwijlde invoer van zware
bestraffingen van dergelijke criminelen want wat populisten in wezen
doen, is een land onbestuurbaar maken: zij onthoofden letterlijk de
staat.
âEn toen zij Hem gekruisigd hadden, dobbelden zij om zijn klerenâ
En
toen zij Hem gekruisigd hadden, dobbelden zij om zijn kleren (1)
Jezus, vrij naar een tekening van Gustave Doré
Bestaan er
nog politici die iets anders doen dan uit hun nek kletsen? Gwendolyn
Rutten stelt voor om religies niet langer te subsidiëren. Met haar
dubbele agenda het publieke geheim der liberalen stelt zij de
zaken uiteraard heel anders voor dan ze zijn en wil zij alleen maar
vermijden dat wij de terreuraanslagen godbetert ook nog eens zelf
bekostigen. Het stopzetten van de betoelaging van het geloof kan
immers geen optie zijn om meer dan één reden. Om te beginnen zou
Rutten's maatregel tegendoelmatig blijken aangezien deze de
katholieke eredienst met haar sinds Napoleon met militaire weddes
gespekte bedienaren hier wellicht rap helemaal in het niets zou doen
verdwijnen terwijl de islam het zeer zeker best zonder subsidies kan
rooien: het is geen geheim dat de overheidstoelage een peulschil is
vergeleken bij de zakat. Maar er is ook nog het argument van de
oversimplificatie of is het andermaal Rutten's onwetendheid een
onvermijdelijk gevolg van het populisme want het geloof beperkt
zich niet tot de religies: ook de wetenschappen en de kunsten zijn
vormen van geloof, om het nog niet te hebben over de vrijzinnigheid
en de momenteel gehanteerde vormen van economie, ecologie, landbouw
en geneeskunde, om er slechts enkele te noemen.
Maar
misschien kunnen wij inderdaad beter ophouden om alvast aan enkele
van de genoemde sectoren nog langer geld uit te geven, want brengen
zij niet ontelbare keren meer onheil voort dan de bewegingen van de
nu wel heel snel wegkwijnende vrede? De auto, het product bij uitstek
van de hedendaagse wetenschap en technologie, maakt talloze keren
meer onschuldige slachtoffers dan alle religies samen: in België
alleen vallen door het autoverkeer jaarlijks 800 doden, 5000
zwaargewonden en 50.000 lichtgewonden. De religie is niet weg want,
zoals iedereen dat kan vaststellen, is de nieuwe, nu alles
overheersende god, het geld: het aanvankelijke ruilmiddel is een doel
op zich geworden, oorzaak van een economie die zichzelf de das
omdoet, oorzaak van onwegwerkbare afvalbergen, van plastics over
chemische vervuilers tot kernafval, met als vruchten de
zelfvergiftiging, het onrecht, de ziekten en de misdaad, het bedrog.
Er is suïcidale vereenzaming omdat de zogenaamde massacommunicatie
in feite de verbanning is van communicatie. En moeten wij de
democratie waarin wij geloven blijven financieren als zij nu, zoals
voorspeld door Tocqueville, wereldwijd uitdraait op volkstirannie?
(2)
Ziet men
dan niet langer het kwaad in de genoemde bedrijvigheden? Dan heeft de
huidige wereld meer dan ooit behoefte aan ethiek. Niet de zogenaamde
ethiek van de banken, de verzekeraars en de managers (3), ook niet de
zogenaamde ethiek van het sentiëntisme die het goede verwisselt met
het goed gevoel, niet de ethiek van de zogenaamde oosterse wijsheden
die het leed en het onrecht miskennen en aldus bestendigen maar de
christelijke ethiek of de ethiek van de naastenliefde, het geven om niets. (4)
Daags na de
terreuraanslag in London meteen de verjaardag van de aanslag in
de Brusselse metro ontsnappen wij wellicht ternauwernood aan een
nieuw drama: En plots staat er een zetel op de
E19, zo blokt heden Het Nieuwsblad. Een
vrachtwagenbestuurder stopte om het moordwapen onschadelijk te
maken... nadat dit een kwartier lang op de snelweg stond. (1)
Hoeveel wagens passeren in Mechelen langs
de E19 in een kwartier?
Een zetel
van de snelweg halen in de vroege ochtend is uiteraard niet de taak
van toevallige passanten en het argument dat de wegpolitie hiervoor
verantwoordelijk is, snijdt zeker hout maar het voorval waarschuwt
ons dat slechts een klein percentage van de burgers oog in oog met
een ernstige doodsdreiging voor anderen,
bereid is om in te grijpen, ook als de risico's van de ingreep niet
opwegen tegen een gewisse ramp waarvan de voltrekking slechts een
kwestie is van (enkele minuten) tijd.
Het mag ons
niet verwonderen, want met hetzelfde gemak lopen in een drukke
winkelstraat passanten gedurende vele lange minuten met een boogje
omheen een in elkaar gezakte medeburger kennelijk bestaan
barmhartige Samaritanen vooral in parabels. Reeds in de jaren zestig
toonde de sociaal psycholoog Stanley Milgram met zijn beroemde
gehoorzaamheidsexperiment aan hoe het gesteld is met onze empathie:
twee derden onder ons blijken psychopaten. (2)
Het
verhaaltje van de zetel op de snelweg leert ons dat er nooit meer een
einde komt aan de terreuraanslagen en dat de frequentie ervan nog zal
toenemen en de reden daarvoor is onverschilligheid. Het is die
onverschilligheid waarover menig Holocaust-overlevende zegt dat zij
nog erger is dan de nazi-terreur zelf. Wie geloven de bekommernis om
anderen te kunnen overlaten aan een automaat want dat beoogt ons
staatsapparaat te zijn zien over het hoofd dat automaten helemaal
niet in staat zijn om verantwoordelijkheid te dragen.
De staat
zoals wij hem kennen is niet alleen een automaat: het is bovendien
een automaat met menselijke onderdelen. Die onderdelen kunnen op de
koop toe pas naar behoren functioneren als zij het menselijke in zich
uitschakelen de empathie, het medeleven, het geweten want
alleen zo kunnen zij volledige gehoorzaamheid bieden aan de automaat.
Uitgerekend dit is de terreur van de automaat of de staatsterreur.
De
staatsterreur maakt ook dat wij sommige zaken als gevaarlijk zien die
dat niet zijn en dat wij het gevaar van andere zaken minimaliseren en
ook het bestaan van deze gevaarlijke vorm van discriminatie toonde
Milgram aan met zijn brievenexperiment. (2) De kans om het leven te
verliezen in een terreuraanslag is bijzonder miniem terwijl de
dreiging onnoemelijk veel geld en aandacht opslokt maar de kans dat
onze kinderen sneuvelen in het verkeer is danig groot, terwijl elk
zinnig geacht mens zich kennelijk zonder veel moeite bij dit
vreselijke risico neerlegt. (3)
Het
demoniseren van een persoon is het opzettelijk smaden of belasteren
van die persoon waarbij deze dan voorgesteld wordt als een demon, een
duivel of een booswicht. De lasteraar probeert om zijn slachtoffer in
de ogen van anderen tot een object van angst en afschuw te maken, met
de bedoeling dat zij hem kwaad aandoen en dat de lasteraar zelf
ongestraft kan blijven terwijl hij in wezen niet de beschermer en de
waarschuwer is voor wie hij wil doorgaan, doch de eigenlijke
boosdoener of demon.
Demonisering
is aldus een listige manier van kwaad doen en vaak ook moorden,
waarbij de dader als een soort van illusionist zijn slachtoffer in de
rol van dader weet te positioneren terwijl hij zichzelf verbergt in
de slachtoffersrol die hij dan, zoals door hem voorgesteld, met
anderen deelt. Demonisering is een kwaadaardig spel van verwisseling
van maskers: de duivel zet zijn slachtoffer een duivelsmasker op en
eigent zichzelf het onschuldige gezicht van zijn slachtoffer toe.
Demonisering is ook wat dieven en bij uitstek parasieten doen: zij
nemen de plaats in van hun slachtoffer zoals het moederkoren een
zwarte parasiet in de vorm van een graankorrel de plaats inneemt
van de graankorrel welke hij verteert. Wie demoniseert, spant aldus
anderen voor zijn kar om het vuile werk dat hij in zijn zinnen heeft,
op te knappen.
Demonisering
toont zich meermaals waar karaktermoord voorafgaat aan fysieke moord
en van dergelijke gesofisticeerde moordpartijen staat de geschiedenis
bol. Het historisch veruit meest beruchte geval van demonisering
betreft de heksenprocessen van Salem die van start gingen in 1692 met
vierentwintig ter dood veroordelingen van onschuldigen. Een ander
bekend geval van demonisering is de afschildering van de profeet
Mohammed als de antichrist. Ook joden werden meermaals tot
zondebokken gemaakt en derhalve tot slachtoffers van genocide in
de concentratiekampen van Hitler stierven zo maar eventjes zes
miljoen mensen nadat zij eerst door de nazi's gedemoniseerd werden.
In sommige religies worden vrouwen gedemoniseerd want beschouwd als
handlangers van de duivel die mensen verleiden tot het kwade en die
aldus het heil in de weg kunnen staan om die reden worden zij dan
onzichtbaar gemaakt met versluierende kledij maar ook door opsluiting
en zij worden zelfs vaker verminkt. Vandaag worden opnieuw christenen
gedemoniseerd om het christendom te kunnen uitroeien en de weg vrij
te maken voor de praktijken van de oorlogslogica.
Sinds
Augustinus van Hippo een van de grootste filosofen aller tijden
duidelijk gemaakt heeft dat het kwaad allerminst een aanwezigheid is,
een persoon of een demon, maar daarentegen een afwezigheid en meer
bepaald een tekort aan het goede, dient men zich bij het ter sprake
komen van demonen vooreerst af te vragen wiens creaturen zij dan wel
zijn en in wat voor een wereld zij kunnen gedijen. Want als een demon
een maaksel is, een masker op een onschuldig gezicht, dan heeft elke
demon een maker en zoals hoger gezegd is die maker de eigenlijke
booswicht. En verder kunnen maskers pas gedijen in een
carnavalsstoet, wat wil zeggen: in een wereld waarin allen gemaskerd
door het leven gaan.
Edoch, de
paradox wil nu wel dat het Griekse woord voor masker, 'persona' is,
waaruit ons woord en ook ons begrip 'persoon' werd afgeleid, wat
suggereert dat personen sowieso maskers zijn of dus niet-personen.
Die paradox maakt alvast duidelijk dat het onderscheid tussen
werkelijkheid en schijn ónduidelijk is en zo ook het verschil tussen
goed en kwaad een zaak waarover iedereen altijd al een maximale
duidelijkheid heeft nagestreefd. En daar waar de zaken onklaar
blijven en de meningen verdeeld, wordt een rechter aangesteld:
onafhankelijk van alle andere machten verheft hij zich zoals een
magiër om alle onduidelijkheid eens en voorgoed van tafel te vegen
met de vrijspraak van de goeden en de veroordeling van de bozen.
Zoals men de boom kent aan zijn vruchten, zo ook onderscheidt men dan
de weldoeners van de booswichten aan de respectievelijke beloningen
en de straffen die hen te beurt vallen.
Andermaal
echter doemt hieruit een paradox op. Een paradox die de rede van de
adem beneemt, want hoe dan wel kan het succes een beloning van het
goede zijn als de wereld des duivels is en de wereldse rijkdommen
veeleer de booswichten sieren terwijl de rechtvaardigen veroordeeld
zijn tot het kruis van hun Heiland zonder hetwelk er geen opstanding
mogelijk is?
Maar
uitgerekend dat is demonisering: de dader verwisselt zijn gezicht met
dat van zijn slachtoffer en de ganse wereld blijkt gedoemd om in
datzelfde bedje ziek te zijn. Geen rechter kan het pleit beslechten
en de schapen van de bokken scheiden dan de ene opperrechter bij het
einde van de tijden en tot dan blijven goed en kwaad verzegeld: zij
zijn uitsluitend kenbaar in de intentie van hun daders en op geen
enkele andere manier, ook al behoort alles wat wij, mensen,
intenderen op geen enkele wijze tot de tastbare wereld.
En zo
ontpopt zich een derde paradox: de werkelijke wereld is een
onzichtbare realiteit; de waarheid manifesteert zich niet in het
concrete bestaan; goed en kwaad worden bewaard in een innerlijkheid
en zij zullen niet eerder aan het licht treden totdat dit licht
voorgoed alle duisternis uit de wereld heeft verdreven. En tot zolang
zullen het hebben en het krijgen van gelijk onverenigbaar blijven.
Tot zolang zal geen mens in staat zijn om de waarheid te zien, om te
oordelen, te geven of te ontvangen. Tot zolang zal er een scheur
bestaan in ons bestaan en zal er een binnenste zijn en een buitenste,
onderling verwikkeld in een niet aflatende strijd.
(J.B., 6
maart 2017)
05-03-2017
Chomsky over Trump
Chomsky over Trump
25-02-2017
Persvrijheid!?!
Persvrijheid!?!
De
persvrijheid (in België ingeschreven in de grondwet van 7 februari
1831) is het fundamentele recht van elke mens om gevoelens en
gedachten kenbaar te maken en niemand wiens naam en woonplaats in
België bekend is, kan daarvoor worden vervolgd.
Het verbod
op censuur werd vaak omzeild door de kranten voor jan met de pet
onbetaalbaar te maken door de invoering van het dagbladzegel dat
werd in België in 1848 afgeschaft.
Censuur
of persbreidel is het inperken van de persvrijheid, vooral door de
staat zelf en vaak onder het mom van de bescherming van de burgers.
De Amerikaanse president Thomas Jefferson zei daarover dat alleen leugens de steun
van de regering nodig hebben: de waarheid overleeft wel op eigen
kracht. (*) Zeer toepasselijk op het huiveringwekkende nieuws in de USA vandaag:
http://money.cnn.com/2017/02/24/media/cnn-blocked-white-house-gaggle/index.html
(J.B.,
25 februari 2017)
Verwijzingen:
(*) "It
is error alone which needs the support of government. Truth can stand
by itself."
Onze
ziel is datgene wat ons de toegang verschaft tot de waarheid. Tot dit
besluit komt men ontegenzeggelijk van zodra men getuige wordt van
gebeurtenissen waarbij mensen kennelijk terechtgekomen zijn in
situaties die hen verhinderen om de waarheid te spreken. Het
kunnen spreken van de waarheid is niet vanzelf-sprekend omdat de
waarheid er pas is als zij gesproken wordt per definitie door de
mond van personen. Wie de waarheid verzwijgt of moet verzwijgen,
voelt zich een beetje doden én sterven, hij voelt hoe hij monddood
maakt wie geen schuld dragen.
Om
het bij de actualiteit te houden en meer bepaald bij de graaicultuur,
kan men zich indenken dat bepaalde opportunisten grote sommen geld
aanvaard hebben uiteraard niet zomaar gratis maar in ruil voor
toekomstige, nog te specifiëren wederdiensten. Zo bijvoorbeeld
besluiten sommigen uit het feit dat onze kamervoorzitter gezegd heeft
dat hij zijn advies aan Telenet ook gratis zou hebben gegeven, dat
hij inderdaad geld ontvangen heeft van deze maatschappij. Echter,
daags na die verklaring, beweert dezelfde man dat hij helemaal niets
ontving. Allerlei vragen rijzen: heeft hij zijn rekeningen dan niet
nagekeken? Heeft hij geen factuur gemaakt en werd hij betaald met
contanten uit een zwarte kas? Werd hij vergoed in natura?
Er wordt op gewezen dat de man in kwestie een logebroeder is en
men
herinnert zich uit een interview met Stijn Meuris hoe hij op een dag
de gouverneur op bezoek kreeg met de uitnodiging om tot de loge toe
te treden met als lokaas de belofte dat men daar in geval van
nood altijd wel wat kan regelen. Gaat het immers niet om
een organisatie van kapitaalkrachtigen en machthebbers die ook geen
enkel ander concreet ideaal nastreven dan geld en macht? En zweren
zij niet samen de dure eed om elkaar door dik en door dun en met alle
middelen de hand boven het hoofd te zullen houden? Welnu, zo zeggen
sommigen: wordt het mysterie niet opgelost als
men veronderstelt dat de kamervoorzitter inderdaad geld op zijn
rekening gestort kreeg terwijl in het uur van de nood hocus-pocus
alle bewijzen vernietigd werden? Onmogelijk, zegt u, maar
ongetwijfeld zijn het allemaal broeders: de bazen van de betrokken
distributiemaatschappij en de CEO van de betrokken
bank. Zeer zeker zullen ook alle betrokken agenten zwijgen omdat zij anders de afscheidspremie mislopen welke zij
ontvangen als ze met pensioen gaan: dit zwijggeld voor filiaalhouders
van banken bedraagt makkelijk een paar honderdduizend euro, zo gaan de geruchten.
Ze
kunnen het niet hard maken en daarom mogen ze het ook niet hardop
zeggen, maar deze kwatongen suggereren in feite dat alle
schuldbewijzen de bewijsstukken voor geldtransacties aan de
kamervoorzitter door de broeders vernietigd werden. Zodat de
kamervoorzitter nu ook kan verklaren dat hij helemaal niets ontvangen
heeft en meer zelfs: dat hij daar de eerste en enige eerlijke man in
jaren is. Edoch, op de vraag waarom de loge dan zo'n enorme risico's
neemt, kan een antwoord pas hout snijden als het aanneemt dat de
politieke partij in het geding, zélf een constructie van de loge is:
als zij besmet wordt, is het afgelopen met haar politieke macht.
Gesteld
dat het allemaal gelopen is zoals door deze kwatongen werd
verondersteld, dan betekent zulks dat de loge aan een kamervoorzitter
in nauwe schoentjes een cadeau gegeven heeft die zelfs een god hem
niet kon schenken: de macht om ongezien en ongestraft de leugen op de
waarheid te doen zegevieren.
De
betrokkene liegt dan in het volle besef dat hij liegt en tevens in
het volle besef dat niemand hem op die leugen kan betrappen. Behalve
hijzelf, zijn samenzweerders en God, uiteraard, maar sinds de satan
Onze-Lieve-Heer meenam naar een hoge berg en Hem daar beloofde dat
Hij mits een knieval alles mocht hebben wat Hij van daaruit kon
overschouwen, weet iedereen dat de wereld van de duivel is. Christus
immers sprak de duivel niet tegen, zoals Mattheüs getuigt: Hij
herinnerde er slechts aan dat er geschreven staat dat gij de Heer uw
God niet zult verzoeken. De leugenaar verzaakt aldus aan de waarheid
in ruil voor geld en macht en hij doet dat omdat hij dat ook
ongestraft kan doen. Of dat zou hij althans graag geloven.
De
waarheid kennen is één zaak, de waarheid kunnen of willen spreken,
een andere. Het kennen van de waarheid voltrekt zich in ons
binnenste, in onze ziel, en omdat wij daar oog in oog staan met de
waarheid, kunnen en moeten wij die daar ook kennen. Maar door de
waarheid te spreken, brengt men ze ook naar buiten in de
wereld, men openbaart ze, men ontsluiert ze, men brengt waarheid aan
het licht, men brengt de wereld een beetje meer in overeenstemming
met wat waar is, het is een beetje God-met-ons, waardoor het leven
levendiger wordt, waarachtiger, minder schimmig en daardoor in feite
ook een beetje onsterfelijker. Liegt men daarentegen, dan miskent men
de waarheid terwijl men die nochtans kent in zijn ziel en aldus
verknoeit men in feite de echtheid van zijn wereld: die wordt
schimmiger, doodser en onbetrouwbaarder.
Hoe
fataal de toestand is waarbij men uit onrecht munt slaat, wordt pas
goed duidelijk op het ogenblik dat de duivel de ziel van de zondaar
ook effectief komt halen en dat gebeurt helemaal niet zoals bij
Faustus aan de drempel van onze fysieke dood: het gebeurt van zodra
wij liegen en het wordt bestraft met de dood van de ziel van zodra
wij tot de vaststelling komen dat wij niet meer in staat zijn om de
waarheid te spreken.
In
het veronderstelde geval van een kamervoorzitter die zich dankzij
wereldse samenzweerders denkt te kunnen veroorloven om ongestraft
boven de waarheid te gaan staan, zal het vroeg of laat ook gebeuren
dat de samenzweerders op een welbepaald ogenblik om een wederdienst
komen verzoeken, wat hij dan uiteraard niet meer kan weigeren. De
betekenis van die wederdienst bestaat er vanzelfsprekend in dat de
bevoordeelde de verloochening van de waarheid nu ook zelf bevestigt
door op zijn beurt schuld op de schouders van
onschuldigen te leggen. Er is immers geen buit zonder een bestolene
en een dief. Het kwaad in de wereld is een feit, het wordt gesticht
en de schuld is even werkelijk als het kwaad zelf. De schuld eist een
schuldenaar die moet worden gestraft en alleen een valse getuigenis
een leugen die de schuld in de schoenen van onschuldigen schuift
kan de schuldigen die samenzweren, behoeden voor straf. Onze
gevangenissen puilen uit van onschuldigen en zij zorgen ervoor dat de
misdadigers in wiens plaats zij veroordeeld werden, geen vervolging
meer hoeven te vrezen. Gelijk hebben is een zaak, gelijk krijgen een
heel andere.
Toch
kan de misdadiger zijn straf niet ontlopen: het onverdiende voordeel
van de opportunist moet op een dag door hemzelf worden betaald met
het eigenhandig uitvoeren van een kwaad, wat tot effect heeft
dat de betrokkene voortaan zijn misdaad onmogelijk nog kan ontkennen.
Zijn straf bestaat erin dat hij de waarheid kent terwijl hij haar
niet meer kán spreken en deze vaststelling is meteen de vaststelling
van het verlies van zijn ziel. De betrokkene leeft fysiek verder maar
dat baat hem niet omdat zijn ziel dood is en alleen hijzelf is zich
hiervan ten volle bewust. Een grotere eenzaamheid is wellicht
ondenkbaar en misschien is dat wel de hel.
(J.B.,
22 februari 2017)
20-02-2017
Vergane glorie, eigenliefde en oorlog
Vergane
glorie, eigenliefde en oorlog
(Tekening, vrij naar Ingres)
Making
America great again. De straks meest gescandeerde slogan aller
tijden is uiteraard het bedrog waar degenen om vragen die zich niet
kunnen neerleggen bij vergane glories. Zij gelijken op oudjes die
zich opdirken, niet om erbij te kunnen blijven horen maar om de jeugd
naar de kroon te steken, terwijl alles aan hen de ouderdom verraadt
en het groteske van hun verzuchtingen: niet dat ze oud zijn, is
lachwekkend, maar wel het aperte gebrek aan de levenswijsheid die van
hen toch verwacht mag worden, het onvermogen om zichzelf te zijn en
te berusten in een lot dat voor allen en voor alles eender is: panta
rei, alles gaat voorbij, er is een opgang en een ondergang, de
tijd van toen keert nimmer weder, niets herhaalt zich, alles vergaat,
sic transit gloria mundi. De Duitse filosoof Arthur
Schopenhauer spotte niet geheel onterecht met de hardnekkigheid
waarmee wij in onze oude dag nog datgene nastreven waarvan wij zelfs
in onze jeugd niet konden dromen.
Een gebrek
aan realiteitszin heet ook wel waanzin en het is inderdaad de waanzin
die zich manifesteert wanneer bij staatslieden de intelligentie
blijkt te ontbreken om zich aan te passen aan nieuwe situaties, aan
een nieuwe wereld, een wereld waarin plotseling andere regels zijn
gaan gelden dan deze die men ooit zelf uitvond en oplegde aan anderen
anderen die men met de eigen wetten kon overheersen, verdrukken
en uitmelken.
Uiteraard
is niet alleen een gebrek aan intelligentie in het geding want naast
de verarmde geestkracht die een natie in het onvermogen plaatst om te
erkennen dat ze zichzelf heeft overleefd, is er ook nog de
futloosheid, de stuurloosheid en het volslagen gebrek aan visie,
omdat het oude nu helemaal niet meer van tel is. Er zijn immers
nieuwe krachten opgedoken, ze hebben de oude machten aangevallen in
de rug, precies zoals zijzelf dat ooit deden met wie ze aan zich
onderworpen in lang vervlogen oorlogen, alsof het van hen was dat ze
het leerden. Het nieuwe paradigma kan door de vertegenwoordigers van
de oude wetten niet langer worden begrepen, de vaardigheden
ontbreken, de oude garde is te bekrompen voor de nieuwgeboren geest,
de vingers te stram om de jonge muziek te kunnen vertolken: het
gebrek aan geestkracht kadert in een algehele krachteloosheid.
Het Heilig
Roomse Rijk van de Duitse Natie heeft 844 jaar stand gehouden van
962 tot 1806; het Duitse Keizerrijk of het Tweede Rijk van 1871 tot
1918 amper 47 jaar; het Derde Rijk of Nazi-Duitsland van 1933 tot
1945 12 jaar: de nostalgie naar de vergane glorie van het Eerste
Rijk mondde uit in een van de grootste slachtingen aller tijden. Maar
vooraleer dit geschiedde, moordde Hitler in 1934 in de zogenaamde
Röhm-Putsch of de Nacht der langen Messer zijn
tegenstanders binnen zijn eigen regering uit, zijnde de top van de
Sturmabteilung. Men zegt dat hij hen niet kon vergeven dat zij
hem het rijkskanselierschap niet gunden Adolf Hitler was een
narcist in hart en nieren, net zoals Donald Trump.
Donald
Trump mag dan al een narcist zijn hij blijkt daarmee
representatief voor de rest van de bevolking. Volgens recent
onderzoek immers is in het huidige tijdperk sprake van een epidemie
van het narcisme. Geld, succes, roem en uiterlijk vertoon hebben
de plaats ingenomen van alle andere waarden; we hebben het ware, het
goede en het schone ingeruild voor de nep. Narcisme kan onschuldig
lijken, maar het is een door de geschiedenis herhaaldelijk gestaafd
en een bekend gegeven in de psychiatrie dat narcisme de voorbode is
van agressie.
(J.B.,
20 februari 2017)
19-02-2017
De terugkeer van de onmens?
De
terugkeer van de onmens?
Sinds
geruime tijd groeit inzake het maatschappelijke functioneren het
inzicht dat een inclusieve samenleving de voorkeur verdient boven het
validisme van weleer dat mensen op grond van hun handicaps verdrukt.
Abnormalen werden uit de maatschappij geweerd, opgesloten, behandeld
of tot onmogelijke aanpassingen gedwongen totdat het inzicht rijpte
dat er geen objectieve normen bestaan, dat de natuur diversifieert,
dat verscheidenheid een rijkdom is en dat een maatschappij zich moet
aanpassen aan de natuur van haar burgers in plaats van andersom.
Inclusie is erkenning van mensen ongeacht de individuele verschillen:
niet de zieken, de werklozen of de vreemdelingen worden geweerd, het
zijn de ziekten die aangepakt worden, de werkgelegenheid en de
xenofobie.
Ten tijde
van nazi-Duitsland maar ook voordien hingen vele onnadenkenden het
geloof aan dat het de maatschappij was die gezond moest zijn en dat
het middel bij uitstek daartoe bestond in het verwijderen van de
zieke cellen in casu mensen. Is het geen schande, zo
declameerde de Führer, dat jonge en gezonde mensen moeten
sneuvelen aan het front om de oude en zieke thuisblijvers te redden?
Een perverse logica die er echter in ging als zoete koek, vooral daar
waar men een beroep deed op de hebberigheid van de massa, zoals via
grote propaganda-affiches voor euthanasie met daarop de afbeelding
van een zieke geflankeerd door een dokter en de tekst: 60.000
Reichsmark kost deze zieke jaarlijks aan de staat; en dat is nota
bene úw geld, volksgenoten!
Daarop werden prompt zes miljoen 'zieke cellen' in gaskamers
vernietigd.
De
misvatting is het zoveelste voorbeeld van een middel-doelomkering
waaraan ook het huidige tijdperk zich in toenemende mate schuldig
maakt met rampzalige gevolgen: de economie wordt centraal
gesteld, de mens staat in functie van de economie in plaats van
andersom, de job is het meest begeerde artikel op de markt geworden
en pas afgestudeerden worden aangespoord om zichzelf te verkopen want
werkkrachten zijn niet langer mensen doch dingen zoals alle andere
marktartikelen: zij worden geproduceerd, klaargestoomd, gekocht en
verkocht, gehuurd en verhuurd, verzekerd, gerepareerd, herschoold en
afgedankt. De creatie van zoveel mogelijk werk jobs staat
centraal omdat het doel voortaan een economie is die draait met
maximale intensiteit. Vandaar worden arbeidskrachten het liefst zo
snel mogelijk opgebruikt of versleten, precies zoals alle andere
producten die immers ook wegwerpartikelen zijn: hoe meer er
weggeworpen wordt, des te meer er geproduceerd kan worden ziedaar
de nieuwe logica.
Dat
dit principe regelrecht in strijd is met het wezen zelf van de
economie die immers streeft naar een maximale opbrengst met een
minimum aan middelen wordt gewoon genegeerd en moet ook worden
genegeerd, wil men het middel tot doel verheffen. Maar aan deze
innerlijke tegenspraak moet en zal de economie en mét de
economie ook de ganse maatschappij en de mens ten gronde gaan. De
mens is immers niet langer het doel van de maatschappij, hij is een
middel en het eigenlijke doel wordt verborgen gehouden. De
voorgehouden doelen zijn de staat, de economie, de wetenschap, de
kunst en dergelijke abstracte zaken meer die in wezen slechts
middelen kunnen zijn. Zij verkappen echter het eigenlijke doel dat
bestaat in de (onmogelijke) bevrediging van de zuchten en de
verslavingen van een op de maatschappij parasiterende en volstrekt
gewetenloze 'elite'. Het eigenlijke doel is aldus het vullen van een
bodemloze put, wat zich manifesteert in hopeloosheid, depressie,
repressie, tegendoelmatigheid, heteronomie, onrecht, ziekte en
waanzin.
De
hedendaagse samenlevingen zijn vergeten dat zij in wezen kinderen
zijn van het christendom, dat immers de mens centraal stelt en dat
het universaliteitsbeginsel huldigt in de vorm van de intermenselijke
gelijkheid, uitgedrukt in de zin dat alle mensen kinderen zijn van
één en dezelfde god. Het gelijkheidsbeginsel werd dermate
vanzelfsprekend dat men vergat hoe onvanzelfsprekend het in feite is
eenmaal men het geloof terzijde schuift en men zich richt naar wat de
natuur voorschrijft. Reeds met Nietzsche werd duidelijk hoe broos de
waarden van gelijkwaardigheid en naastenliefde wel zijn en na de val
van het Derde Rijk kon de wereld aanschouwen hoe makkelijk en hoe
snel men zich overgeeft aan een heel andere, onmenselijke en
afschuwelijke logica. Nu de 'laatste getuigen' van de Shoah ons
verlaten hebben, wordt het steeds moeilijker om aan te tonen dat er
geen heil is in maatschappijvormen welke het validisme prijzen en
reeds vandaag dreigen nieuwe vormen van de holocaust, de muur, de
uitsluiting, het racisme en de waanzin.
(J.B.,
19 februari 2017)
10-02-2017
Vernichtungslagern 2017
Vernichtungslagern
2017
Wie
heeft nooit ervaren, bij een terugkeer na jaren naar een plaats uit
zijn kindertijd, dat de gebouwen daar gekrompen lijken? De
bedrieglijke indruk ontstaat uiteraard door een veranderd
referentiepunt: je bent gegroeid. Je bent een reus in Madurodam maar
een kathedraal verplettert je. Bedreigde
dieren wapenen zich door zichzelf op te blazen of groter te maken dan
ze in feite zijn en een staat doet hetzelfde: op het randje van het
faillissement gedraagt hij zich zoals een gokker en maakt nog meer
schulden.
De
bouw
van de Sint-Martinuskerk te Aalst, gestart in 1480, moest gestopt
worden in 1660, toen amper een klein deel voltooid was: wat de
hoogste kathedraaltoren van het land moest worden, bleef een tekening
op papier. Een enorme vertraging liep ook de mastodont op met de
bijnaam Basiliek van Koekelberg (1905-1970). En middenin de
hedendaagse armoede krijgen wij eenzelfde fenomeen: de financietoren
(1982) liep vertraging op door een gebrek aan middelen, het Brugse
concertgebouw (2002), het Antwerpse gerechtsgebouw (2006) en het
Gentse gerechtsgebouw (2007) kostten respectievelijk 500, 280 en 155
miljoen euro en ze doen denken aan de waanzin van despoten.
Megalomanen
veroorzaken met hun imposante gebouwen het
stendhalsyndroom: het aanzicht volstaat om de toeschouwer te
vermorzelen. Dat is onverminderd het geval met het Gentse Virginie
Lovelinggebouw (2014) dat alvast qua hoogte de middeleeuwse
kathedralen naar de kroon steekt. Precies 101 jaar geleden, op 31
juli 1916, schreef deze dichteres, terug van een uitstapje op het
platteland, bij haar aankomst in het bezette Gent:
Hoor
die trommelslagen, die sterke passen van rekruten op den terugtocht
van het oefeningsplein.
Volop staan we in den krijg en op een vuurberg, die ten allen stond
uitbarsten kan. (1)
Soldaten
alom, de dreiging van een bom: het kon vandaag geschreven zijn. Ook
in het gedicht Begoocheling
heeft
zij het over de onzekerheid: onze dromen kunnen in één klap worden
onttoverd. (2)
De
Lovelingtoren geeft onderdak aan onder meer de kantoren van de VDAB,
waar arbeidsbemiddelaars onder druk van de huidige ultrarechtse
regering de werkloosheidscijfers moeten opkrikken en zij doen dat
zoals Adolf Hitler het hen voordeed, namelijk niet door de kwaal te
bestrijden maar door de slachtoffers van de kwaal op te ruimen: niet
de werkloosheid wordt aangepakt maar de werklozen. Het is zoals een
ziekte bestrijden, niet door de ziekte uit te roeien maar de zieken.
De
werkzoekende die in de toren uitgenodigd wordt, dient via een elegant
wandelpad op te stijgen naar wat eruit ziet als een waar
stadsparadijs, maar niet zelden keert hij van een kwalijke reis
terug. In de toren immers proberen speciaal opgeleide ambtenaren hem
te beroven van wat hem toelaat mens te zijn zijn inkomen en
zij doen dat sluw door van hem een mea
culpa
af te dwingen: de bekentenis dat hij door eigen schuld de staat ten
laste is precies zoals een crimineel. Alsof niet de regering doch
hijzelf verantwoordelijk was voor de werkgelegenheid. Bij zijn
terugkeer nederwaarts via datzelfde wandelpad, dringt gestaag het
besef tot hem door dat hij gereduceerd werd tot een uitwerpsel van de
staat: zijn vernietiging als mens is nu een feit.
Boven
de ingang van de toren hoort het opschrift uit Dante's Hel
te hangen: Laat
varen alle hoop, gij die hier binnentreedt!
want de naar de dichteres genoemde toren is niets minder dan een
vernietigingskamp. Een heruitgave van het Vernichtungslager,
dat een speciaal concentratiekamp was, bedoeld om zoveel mogelijk
mensen te vermoorden, ook 'dodenkamp' genoemd. Het mag tevens
duidelijk zijn dat de megalomane mastodonten worden gefinancierd met
de levensmiddelen van wie daarheen worden gedeporteerd en zo zijn
deze kankerachtige constructies, eigen aan de eindtijd van een
beschaving, op de koop toe zelfbedruipend.
(Jan
Bauwens, 10 februari 2017)
Verwijzingen:
(1)
Virginie
Loveling, In
oorlogsnood.
(2)
Virginie
Loveling, Begoocheling,
gedicht. Ziehier enkele strofen:
(...)
Wonderzoete tooverdroomen,
Waar de geest zich in
verdwaalt;
Droomen, die de toekomst
maalt,
En onzek're levensdagen
Met
den glans des heils bestraalt!
( )
- Och, indien het waar zou
wezen
Dat onttoovring komen moet
En het heil verdwijnen doet;
Zoo de waarheid kan
bedroeven,
Toch
de droom is wonderzoet!
07-02-2017
Het kwaad in de nieuwe media: van suggestie, over bevel, tot verkrachting
Het
kwaad in de nieuwe media:
van
suggestie, over bevel, tot verkrachting
Teneinde
vanwege enkelingen het gewenste gedrag te verkrijgen, oefent een
groep druk op hen uit de zogenaamde groepsdruk of sociale druk.
Dat gebeurt via door sancties bekrachtigde wetten maar ook door het
onderwijzen of propageren van welbepaalde normen. Wetten verplichten
en verbieden op straffe van sancties en zo kan men niet door een rood
licht rijden zonder op de bon te gaan maar normen moeten worden
nageleefd vanwege groepsdruk en zij worden ook niet door een rechter
bestraft maar door de groep zelf waarin zij gelden.
Daarbij
kunnen wetten en normen elkaar ook tegenspreken en zo bijvoorbeeld
kan roken in openbare ruimten wettelijk verboden zijn en bestraft
worden met een geldboete doch tegelijk een must zijn bij jongeren in
een bepaald stadskwartier. Inzake dit laatste verschijnsel dient
opgemerkt te worden dat groepsdruk vaak sterker is dan de druk die
wetten uitoefenen, enerzijds omdat groepsgedrag vaak beter
controleerbaar is maar anderzijds ook omdat wettelijke straffen
dikwijls als veel minder erg ervaren worden dan groepssancties welke
immers neerkomen op uitsluiting of verbanning, gaande van
demonisering, pesterijen en spot tot karaktermoord en openbare
lynchpartijen.
Nu
hebben in de hedendaagse gedigitaliseerde wereld het merendeel der
burgers stilaan een dubbelleven dat zich, zoals bekend, enerzijds
uiteraard nog steeds afspeelt in het ruimtelijk, fysiek en biologisch
gedefinieerde biotoop maar nu, anderzijds, ook in de virtuele en
derhalve even bedrieglijke als begoochelende wereld van het internet.
In een ziekelijke hang naar simplificatie en nog andere verwerpelijke
attitudes gekenmerkt door de verleiding van een irrationeel
wensdenken, stellen velen middels exuberante investeringen van tijd
en energie hun fysieke, authentieke bestaan bijna helemaal ten
dienste van het imago dat zij verwerven en ook trachten te beschermen
op het net.
Dat
ook deze verleidingen en neigingen worden uitgebuit door gehaaide
commerçanten, mag niemand meer verwonderen maar de onvoorstelbaar
drastische mate waarin dat steeds vaker gebeurt, roept grote vragen
op, niet alleen inzake de veiligheid van onze persoonlijke
bezittingen maar meer nog inzake de plotseling zeer sterk toegenomen
dreiging tot volstrekt zelfverlies, tot voor kort vrijwel enkel
bekend binnen het wereldje van de georganiseerde zware misdaad.
In
de handen van criminelen is het internet een instrument dat hen in de
verwerpelijke mogelijkheid stelt om het fysieke gedrag van steeds
meer mensen te gaan manipuleren via de virtuele maskers waarvoor
mensen zich zozeer blijken uit te sloven. De uitbating van een
aanvankelijk onschuldige en gezonde geldingsdrang van enkelingen die
zich ingevolge overbevolking en niets ontziende concurrentie in
toenemende mate door de massa en de heersende machten versmacht
weten, geschiedt zoals welbekend door de politiek van de regie en de
distributie van deze nieuwe technologieën, van computerhardware en
software tot internetdistributie en aanverwanten. Maar naast de
legale uit-bating vindt ook een toenemende uit-buiting plaats,
balancerend op het randje van het legale of zelfs gedijend in de
volstrekte illegaliteit. Zo worden louter technische bedreigingen
internetvirussen gecreëerd om vervolgens verholpen te worden
middels dure antivirussoftware of door interventies van specifiek
technologisch geschoold personeel. Maar daarnaast nemen ook de
psychologische bedreigingen en manipulaties een steeds omvangrijker
plaats in en zij richten zich niet langer op de materiële
instrumenten of op de software: zij proberen greep te krijgen op de
bedienaars van deze apparaten, op hun klieren, op hun zenuwen en op
hun hele psyche.
Zoals
de schuilnaam de plaats inneemt van de echte naam en zoals de
zogenaamde 'avatar' het portret vervangt, zo neemt het virtuele
bestaan gestaag de plaats in van het werkelijke leven, welhaast zoals
de zwarte schimmel genaamd 'moederkoren' de vorm aanneemt van het
graantje waarvan het ook de plaats inneemt. Maar het masker dat men
van zichzelf op het internet boetseert, is onderhevig aan complexe
wetten die slechts in zeer beperkte mate beheerst worden door de
internetgebruikers terwijl de mis-bruikers daar momenteel de slag van
hun leven slaan. Waar kledij en mode nog materieel van aard en aldus
door hun fysieke kopers relatief beheersbaar waren, zijn
internettrends hoe langer hoe minder aan de stof gebonden: zij
slanken af tot louter imperatieven zoals op ons afgevuurd door
reclame, media, onderwijs en allerlei volkshelden of voorbeelden en
vedetten. Het taalgebruik wijkt schaamteloos af van de algemene
regels en verkeert in een jargon, een Bargoens, een dialect of een
geheimtaal. Met de vervanging van de suggestie door de imperatief,
verdwijnen ook het esthetische en het rationele welke immers niet
verdragen worden door het despotisme dat geheel wars van het schone,
het ware en het goede, bevelen uitschreeuwt en het is volgen of
achtervolgd worden, zich affiliëren of uitgerangeerd worden,
zichzelf onderdompelen in de massa of door de massa vertrappeld
worden.
Suggesties
werden stelselmatig vervangen door bevelen en in een nieuwe fase die
zich nu doorzet, worden de bevelen nog agressiever: zij nemen de
gedaante aan van regelrechte verwijten, welke gesofisticeerde vormen
van verkrachting zijn. Het herbenoemen, herdefiniëren, demoniseren,
bespotten, taxeren, psychiatriseren, of commercialiseren van de
menselijke slachtoffers, betekent hun inbedding in een nieuwe,
artificiële groep welke aanhoudend druk uitoefent tot aanpassing van
wie aldus 'verkracht' worden. De frustratie die ontstaat door de
discrepantie tussen de persoon die iemand werkelijk is en diegene
voor wie hij gehouden wordt door de groep die hem in zijn greep
houdt, kan danig tiranniserend werken dat zij onhoudbaar wordt zodat
het slachtoffer van de manipulatiepoging bezwijkt voor de verleiding
om de gecreëerde spanning op te heffen door toe te geven aan de
neiging om zich te schikken naar het model dat de groep hem middels
de verwijten (benoeming, demonisering, bespotting...) voorschotelt.
Immers, alleen door zich te schikken naar de wensen van de groep, kan
de frustratie welke ontstaan is door de kloof tussen, enerzijds, wie
iemand werkelijk is en, anderzijds, wie iemand hoort te zijn,
opgeheven worden. Bezwijken voor de verwijten is erin toestemmen en
zich identificeren met het door de groep opgedrongen model en slechts
op die manier verdwijnt het leed van een frustratie die immers
onmenselijk zwaar kan worden.
Als
geen weerwerk wordt geboden tegen de nieuwe vormen van criminaliteit
die zich nu in een steeds versnellend tempo manifesteren, dreigen de
rampzalige bijwerkingen van het internet, de voordelen geheel te
verdringen, met door nog niemand in kaart gebrachte gevolgen. Precies
zoals ten tijde van de eerste gevallen van aftapping van elektrische
stroom van het net door burgers, het begrip 'diefstal' opnieuw diende
gedefinieerd te worden, dringt zich nu met spoed de noodzaak op om
een en ander in wetteksten te gieten inzake een ethisch verantwoorde
omgang met de allernieuwste media. En aangezien die media een
internationaal fenomeen zijn, kan het misbruik ter zake enkel
efficiënt bestreden worden door wetgevingen die de goedkeuring van
de ganse wereldgemeenschap wegdragen. De verbrokkeling van de grotere
gehelen welke zich in de jongste decennia gevormd hebben in de
recente terugval naar het nationalisme, zou een mogelijke remediëring
van de nieuwsoortige misdaad zeer bemoeilijken.
(Jan
Bauwens, 7 februari 2017)
31-01-2017
Kali
Kali
Het
reduceren van de mogelijke samenlevingsvormen tot twee modellen,
respectievelijk het samenwerkingsmodel en het concurrentiemodel, is
een simplistische benadering van de maatschappelijke werkelijkheid
omdat de beide elementen steeds aanwezig kunnen en moeten zijn in een
juiste samenhang, zoals dat bij uitstek het geval is in de sport.
Concurrentie is met andere woorden voordelig voor de samenwerking
zolang zij wordt opgevat als een sport of als een spel; waar zij
echter overgaat in ernst wordt zij vernietigend voor de samenwerking.
Het concurreren ten koste van de samenwerking heeft zijn oorzaak in
feite in een schromelijk tekort aan inzicht, in een ronduit
ziekelijke kortzichtigheid van de betrokkenen.
Een
gelijkaardige kortzichtigheid maakt onze economie inconsistent, die
dan ten onder gaat aan een innerlijke tegenspraak. Economie betekent
het nastreven van maximaal nut, wat wil zeggen: het grootst mogelijke
voordeel mits zo gering mogelijk inspanningen of kosten. Edoch, een
economie die bezeten is van het creëren van jobs het creëren
van werk creëert wat ze in wezen wil bestrijden. De zotheid van
de werkcreatie zit ook ingebakken in de neiging om niet duurzame
producten voort te brengen, zaken die zo rap mogelijk verslijten:
niet de economie vaart wel bij die gang van zaken, maar wel bepaalde
particulieren, die immers al datgene wat bedoeld is als economie,
aanwenden als een instrument voor hun persoonlijke verrijking.
Deze
aberraties zijn maatschappelijk suïcidaal. Jammer genoeg steken ze
in de jongste jaren alsmaar vaker de kop op met als schrijnende
climax de machtsgreep van een blinde bende in de V.S. en in steeds
meer Europese staten. In de taal van het oude Indië zou men zeggen
dat in deze tijden de godin Kali aan zet is.
(J.B.,
31 januari 2017)
21-01-2017
De Verenigde Staten van Amerika - een zeer summiere historiek
De
belangrijkste vernieuwing die het christendom in de wereld bracht, is
deze van de universaliteit: de gelijkheid van alle mensen, uitgedrukt
in de zin dat alle mensen kinderen zijn van één en dezelfde god.
Hiermee overstijgt de mensheid in één klap het nationalisme dat
immers alleen de leden van het eigen volk als (te verdedigen)
broeders en zusters beschouwt. In zekere zin deint het christendom
dan verder uit naar onder meer het humanisme en het
internationalisme, waarover onmiddellijk een woordje meer.
Het
nationalisme is niet alleen een aanleiding bij uitstek tot oorlog
waarbij het sterkere land het zwakkere poogt te verslinden, het staat
ook de humaniteit in de weg en het fundament voor de verdediging van
de rechten van de mens. Het is immers pas vanuit een universalistische
visie dat men daadwerkelijk kan pogen om in te grijpen wanneer in andere
landen bijvoorbeeld kinderen worden uitgebuit, slavernij wordt in
stand gehouden of vrouwen worden verminkt. Wie zich daarentegen
terugplooien op de eigen natie economisch maar ook politiek en
moreel zullen geneigd zijn om te oordelen dat andere naties maar
zelf moeten beslissen hoe zij de mensenrechten opvatten en zij zullen
niet opkomen voor de rechten van de burgers van andere naties, ook al
worden daar mensen massaal vermoord, laat staan dat zij zouden
opkomen voor de 'rechtenlozen' of de mensen zonder papieren.
Het
nationalisme is een verlengstuk van het individuele recht van de
sterkste, dat men overigens ook in de dierenwereld kan ontwaren in
het groepsinstinct en gedeeltelijk ook inzake het soortbehoud. In die
zin kan men het internationalisme overigens veeleer beschouwen als
een emanatie van het soortbehoud dan als iets typisch menselijks
terwijl het christendom niet het behoud van de soort op het oog heeft
maar het recht van elke mens die uiteraard de mensheid nodig
heeft om een persoon te kunnen zijn.
Wanneer de
nieuwe president van de Verenigde Staten van Amerika aan de wereld
verklaart dat hij wil dat het land dat hij op grond van een
meerderheidsbeslissing van het volk vertegenwoordigt, zich voortaan
niet meer zal inlaten met wat er in andere landen gebeurt, terwijl
hij welhaast in één en dezelfde adem belooft dat hij de huidige
terreurorganisaties zal uitroeien, spreekt hij zichzelf uiteraard
aardig tegen. Tenzij hij het terrorisme enkel viseert vanuit het
oogpunt van het nadeel dat dit kan berokkenen aan de eigen natie.
Edoch, waar het een niet door landsgrenzen gebonden terreur betreft,
zal vroeg of laat en eerder vroeg dan laat gaan blijken dat
een internationale terreur zeker niet kan gestopt worden door één
(zich van de rest van de wereld isolerende) natie: een wereldwijde
terreur moet met een internationale coalitie bestreden worden, wil
deze strijd ook maar enige kans op slagen hebben.
Wat betreft
nu de binnenlandse aangelegenheden, wil de nieuwe president het land
beschermen tegen immigranten en wel door het bouwen van hoge muren.
Een zich bijzonder tromperende visie is dat en zij zou ook bijzonder
lachwekkend zijn indien zij niet zo rampzalig was, want de huidige
Verenigde Staten bestaan uitsluitend uit immigranten: de
oorspronkelijke bevolking de zogenaamde Indianen werden
enkele eeuwen geleden immers uitgemoord door de kolonisatoren en het
restant van deze autochtone volkeren werd ondergebracht in reservaten
alwaar men hen nog steeds kan gaan bezichtigen. Voor de geschiedenis
hiervan, zie ons artikel De
Verenigde Staten van Amerika. Een beknopte historiek.
Weg dus met
dat Vrijheidsbeeld, dat naast de vrijheid ook de verwelkoming
symboliseert van terugkerende landgenoten, van gasten en van
immigranten.
(Jan
Bauwens, 21 januari 2017)
18-01-2017
Democratie, een paradox
Democratie,
een paradox
Een volk
dat vrijheid en gelijkheid hoog in het vaandel voert, vindt de
democratie of de volksheerschappij ongetwijfeld de ideale
bestuursvorm maar vandaag rijst steeds vaker de vraag of de
democratie haar beste tijd niet heeft gehad. De kwestie is niet of de
democratie al dan niet wenselijk is dat ze dat is, lijdt weinig
twijfel de vraag luidt of zij in deze tijd niet a priori
gecorrumpeerd wordt.
Politieke
partijen en hun executeurs zijn immers in hetzelfde bedje ziek als
alle andere koopwaar: als het er om doen is zichzelf aan te prijzen,
zetten zij er hun beste beentje voor zij beloven de hemel op
aarde maar uiteindelijk koopt men een kat in een zak.
Het actuele
probleem is niet anders inzake politiek dan inzake alle andere
producten en diensten: de prijs-kwaliteitverhouding deugt niet omdat
alles moet wijken voor het winstbejag dat steunt op het principe van
zoveel mogelijk krijgen en daar zo weinig mogelijk voor teruggeven.
Politici willen geld, aanzien en macht maar missen steeds vaker de
vereiste bekwaamheden, precies zoals al onze andere spullen die wel
duur genoeg zijn maar helaas niet deugen.
De diagnose
is simpel en de oplossing evenzeer: spullen horen eerst getest te
worden en navenant geprijsd en als zij niet deugen, mogen zij de
markt niet in. Zoals ieder ander zouden ook politici zich moeten
scholen voor de job en zou hun lot verbonden moeten worden met de
resultaten van hun werk of van hun werkeloos toezien.
En hier
rijst uiteraard een jammerlijke paradox in de vraag of het volk wel
bekwaam is om zichzelf te besturen: dat de mensen macht willen over
zichzelf, klinkt vanzelfsprekend maar voor de uitoefening daarvan
zijn afgevaardigden nodig, specialisten in wie men zijn vertrouwen
moet kunnen stellen. En wie gaat heersen in naam van het volk, heerst
onvermijdelijk reeds over het volk: hij onderscheidt zich van
zijn onderdanen en daar gaat onze autonomie!
Op de keper
beschouwd is ware democratie, zelfbeheersing maar een volk dat deze
kunst machtig is een beschaafd volk dus heeft helemaal geen
politiek meer nodig.
(J.B.,
18 januari 2017)
07-01-2017
âDe buit rechtvaardigt de diefstalâ â over een nieuwe (fascistische) leuze
De
buit rechtvaardigt de diefstal
over een nieuwe
(fascistische) leuze
Nadat
in de Tweede Wereldoorlog zes miljoen mensen in concentratiekampen
omkwamen, werden op 15 april 1945 de bewoners van Weimar door de
geallieerden verplicht om daar in de buurt het pas bevrijde
concentratiekamp van Buchenwald te bezoeken. Toen zij de gruwel
aanschouwden, herhaalden ze alsmaar de historische woorden: Wir
haben es nicht gewuszt We wisten het niet. Uit later
onderzoek van de joodse vorser David Bankier bleek echter dat deze
volkerenmoord een publiek geheim was want het Duitse volk had er al
dan niet bewust aan meegewerkt en zou onwetendheid hebben geveinsd om
aldus de schijn van zijn onschuld staande te kunnen houden. De joodse
filosofe Hannah Arendt spreekt in dit verband over de banaliteit
van het kwaad: evenmin als Adolf Eichmann die de deportaties, de
moordmethode en de hele genocide organiseerde, stond het Duitse volk
stil bij de immoraliteit van wat men deed (*): een bevel was nu
eenmaal een bevel. (**) Stanley Millgram toonde in 1963
proefondervindelijk aan dat ruim twee derden van de mensen
probleemloos in staat is tot foltering en zelfs moord als de
slachtoffers geen verweer hebben. (***)
Onverschilligheid
ten aanzien van weerloze slachtoffers wordt door auteur en
Nobelprijswinnaar Elie Wiesel, die Auschwitz overleefde, beschouwd
als nog erger dan de genocide zelf. (****) En onverschilligheid
jegens het leed van weerlozen is helaas ook vandaag schering en
inslag. Die onverschilligheid komt op een bijzonder cynische manier
aan het licht waar zij zich godbetert ook nog poogt te rechtvaardigen
middels het voorwenden van allerlei (bij uitstek economische)
voordelen welke de immoraliteit vergezellen, alsof de buit ooit de
diefstal kon rechtvaardigen.
Bekend
in dat verband is de affiche ten tijde van de heerschappij van de
nazi-ideologie waarop een door een medicus geflankeerde zieke
afgebeeld wordt samen met de ophitsende tekst:
60.000
Reichsmark, zoveel kost deze zieke aan het volk.
En
dat is úw geld, medeburgers!
Diezelfde
immoraliteit sluipt vandaag onze wereld verkapt maar gestaag op
allerlei manieren opnieuw naar binnen.
Zo
dreigt het huidige regime aan werkzoekenden de ultieme
bestaansmiddelen te ontnemen van zodra zij ethische bezwaren laten
prevaleren op het verkrijgen of op het behoud van een job. Een door
een arbeidsbemiddelaar op het matje geroepen leraar moet zich
verantwoorden voor het feit dat zijn protest tegen een immorele gang
van zaken in het onderwijs hem kennelijk zijn job kost, alsof de
plicht tot het aanvaarden van een job, het toebrengen van schade aan
derden kon legitimeren inderdaad: alsof de buit de diefstal kon
rechtvaardigen. De godsdienstleraar die de holebi discriminatie in de
leerstof van zijn vak niet pikt, verliest derhalve niet alleen zijn
job maar zet tevens zijn werkloosheidsvergoeding op de helling.
Hetzelfde lot deelt de leraar die zich verzet tegen de aanmaning
vanwege de schooldirectie om het de leerlingen zo makkelijk mogelijk
te maken omdat elke leerling anderhalf lesuur waard is en dus
met het oog op het veilig stellen van de jobs van het lerarenkorps,
ook als dat moet gaan ten koste van het onderwijs als zodanig: de
leerlingen zijn er voor de leraars in plaats van andersom je
reinste middel-doelomkering.
Een
regime dat het protest tegen dergelijke perversies op zo'n laffe
manier in de kiem smoort, handhaaft dwang en is volstrekt respectloos
de benaming voor zo'n regime is fascisme.
(J.B.,
7 januari 2017)
Verwijzingen:
(*)
Vader, vergeef het hen want ze weten niet wat ze doen.
(****)
The opposite of love is not hate, it's indifference
Indifference is the epitome of evil. We
must take sides. Neutrality helps the oppressor, never the victim.
Silence encourages the tormentor, never the tormented.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: