Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
14: De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is de mens
voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en tussen waar en
onwaar niet langer bestaat
Het totalitarisme is
nieuw en onderscheidt zich van tirannie doordat het alle sociale,
wettelijke en politieke tradities vernietigt, klassen tot massa's
omvormt en mikt op wereldheerschappij. Met de dood van Hitler en
Stalin zal het echter niet verdwijnen. Het totalitarisme staat buiten
de tweedeling van legaliteit en wetteloosheid omdat het "pretendeert
strikt en ondubbelzinnig te gehoorzamen aan die wetten van de natuur
of de geschiedenis, waaraan alle positieve wetten zogezegd
ontspringen." (1) Het houdt zichzelf voor "een hogere vorm
van legitimiteit, die de bekrompen wettelijkheid naast zich neer kan
leggen, omdat ze zich laat inspireren door de bronnen zelf. De
totalitaire wettelijkheid beweert dat ze een manier gevonden heeft om
de rechtvaardigheid op aarde te laten zegevieren (...)."(2) "(
) omdat [ze] beweert de mensheid zelf tot belichaming van
de wet te maken." (3) "[Ze] voert de wet van de
geschiedenis of de natuur uit, zonder die wet te vertalen in normen
die bepalen wat juist en verkeerd is voor individueel gedrag." (4) "Als de wet van de natuur of de wet van de geschiedenis correct
uitgevoerd wordt, dan kan men verwachten dat ze de mensheid als haar
eindproduct produceert, en deze verwachting ligt ten grondslag aan de
aanspraak van alle totalitaire regeringen op planetaire
heerschappij." (5)
"Het totalitarisme
interpreteert alle wetten als bewegingswetten." (6) Centraal
staat het ontwikkelingsbegrip, zowel in de natuur (Darwinisme) als in
de geschiedenis (historisch materialisme) en de dingen zijn slechts
fasen in een evolutieproces. Uit de totalitaire ideologie volgt een
totalitaire politiek. Zegt de natuurwet dat al het schadelijke
geëlimineerd moet worden en zegt de historische wet dat de
klassenstrijd zekere klassen elimineert, dan moet ook in de politiek
het elimineren of doden een (blijvende) wet zijn, anders zouden de
natuur en de geschiedenis zelf eindigen. Zoals wetten garanderen dat
regeringen niet tiranniek zijn, zo garandeert terreur de totalitaire
overheersing. Met terreur wil het totalitarisme de natuur en de
geschiedenis een handje helpen: het natuurlijke of historische proces
is goed; alles wat het in de weg staat, is kwaad; het enige recht is
dat van de sterkste; het individu moet opgeofferd worden aan de
soort.
"[De totale
terreur] vervangt de (
) communicatiekanalen tussen individuele
mensen door een ijzeren band, die hen zo dicht op elkaar perst dat
hun pluraliteit als het ware opgelost wordt in één mens van
gigantische afmetingen. Het slopen van de omheiningen die de wetten
tussen de mensen optrekken, berooft de mens - zoals in een tirannie -
van zijn vrijheden en vernietigt zijn vrijheid als levende politieke
realiteit." (7)
Het instrument waarvan
een totalitair regime zich bedient, is de ideologie. "Ideologieën
staan bekend om hun wetenschappelijk karakter: ze combineren de
wetenschappelijke benadering met resultaten van filosofisch belang en
pretenderen wetenschappelijke filosofie te zijn." (8) Een
ideologie pretendeert onterecht dat de werkelijkheid volgens de
logica van haar idee verloopt, alsof de realiteit een afgeleide was
van die idee, zoals bijvoorbeeld in het racisme en in het deïsme
maar ook in de dialectische logica van het marxisme die aldus
feitelijke contradicties wegredeneert. Zo wordt "de vrijheid,
inherent aan het menselijk vermogen om te denken [ingeruild] voor de
dwangbuis van de logica, waarmee de mens zichzelf haast even
gewelddadig kan dwingen als wanneer hij gedwongen wordt door een of
andere uitwendige macht." (9)
Pas in een totalitair
regime komt de ware natuur van een ideologie aan het licht. Ten
eerste maken ideologieën aanspraak op een totale verklaring en
derhalve op een verklaring van de geschiedenis van de dingen. Ten
tweede zetten ze daardoor de ervaring buiten spel: de ideologie komt
los van de realiteit omdat ze het zintuiglijke verwerpt en alleen
steunt op haar idee (een premisse) waaruit alles 'logisch'
voortvloeit, wat "ideologische indoctrinatie" is. (10) "De
propaganda van de totalitaire beweging (
) streeft er altijd naar
om in elke publieke en tastbare gebeurtenis een geheime betekenis in
te spuiten en achter elke publieke, politieke daad een geheime inhoud
te vermoeden. Zodra de bewegingen aan de macht gekomen zijn, beginnen
ze de werkelijkheid te wijzigen, tot ze overeenstemt met hun
ideologische beweringen." (11)
"Het begrijpen
wordt gerealiseerd, doordat de geest, hetzij op een logische hetzij
op een dialectische manier, de wetten van de 'wetenschappelijk'
vastgesteld bewegingen imiteert; de geest integreert deze processen
door ze te imiteren." (12) "De kunstgreep die beide
totalitaire heersers [Stalin en Hitler] gebruikten om hun respectieve
ideologieën om te smeden tot wapens, waarmee elk van hun onderdanen
zichzelf kon dwingen om gelijke tred te houden met de
terreurbeweging, was bedrieglijk eenvoudig en onopvallend: zij namen
hun ideologieën doodernstig [en trokken ze door tot] de uitersten
van logische consistentie (...)", (13) zijnde de uitroeiing van
bijvoorbeeld zogenaamd niet levensvatbare klassen. "Het ligt in
de aard zelf van een ideologische politiek (
) dat de werkelijke
inhoud van de ideologie (
) waaruit de 'idee' (
) oorspronkelijk
ontstaan is, verteerd wordt door de logica waarmee de 'idee' wordt
uitgevoerd." (14) Het argument van zowel Stalin als Hitler
luidt: "Je kan niet A zeggen zonder B en C te zeggen, enzovoort,
het rijtje af tot aan het einde van het moorddadige alfabet."(15) Deze tirannie van de logiciteit creëert een innerlijke dwang in
dienst van de totalitaire heersers en zij maakt ons onvrij.
"De dwang van de
totale terreur perst (
) massa's geïsoleerde mensen samen en
ondersteunt ze in een wereld die voor hen een wildernis geworden is;
de dwingende kracht van de logische deductie stoomt elk individu
klaar om in verlatenheid en afzondering, weg van alle anderen, te
leven; (...)" (16) "Juist zoals de terreur (
) alle
verhoudingen tussen mensen kapot maakt, zo maakt de dwang van het
ideologische denken elke verhouding tot de werkelijkheid kapot."
(17) Arendt besluit deze paragraaf met een bijzonder belangrijke
conclusie nadat zij vastgesteld heeft dat mensen het vermogen om te
ervaren en om te denken verliezen samen met het verlies van de
contacten met de medemensen en met de werkelijkheid: "De ideale
onderdaan van een totalitaire heerschappij is niet de overtuigde nazi
noch de overtuigde communist, maar de mens voor wie het onderscheid
tussen feit en fictie (dat wil zeggen de werkelijkheid en de
ervaring) en het onderscheid tussen waar en onwaar (dat wil zeggen de
normen van het denken) niet langer bestaan." (18)
De isolering van de
individuen bewerkt hun onmacht en is daarom de ideale voedingsbodem
voor het totalitarisme en zeker het gevolg ervan. Terwijl de tirannie
de privésfeer nog intact laat, fnuikt het totalitarisme deze
eveneens. (19) "Afzondering [die zelfs nodig is om te arbeiden]
wordt (
) ondraaglijk, wanneer de meest elementaire vorm van
menselijke creativiteit, namelijk het vermogen om iets van zichzelf
aan de gemeenschappelijke wereld toe te voegen, vernietigd wordt."
(20) "Op dat moment wordt afzondering verlatenheid". (21)
Ook de privésfeer is dan vernietigd.
Afzondering is verwant
met ontworteling ("geen plaats in de wereld hebben die door
anderen erkend en gewaarborgd wordt" (22)) en met overbodigheid
("helemaal niet tot de wereld behoren" (23)). "Verlatenheid is geen eenzaamheid [want] laat zich het scherpst
voelen in gezelschap met anderen." (24) Arendt verwijst naar
Epictetus in wiens visie "de verlaten mens zich omringd weet
door anderen met wie hij niet in contact kan treden en aan de
vijandigheid van wie hij is blootgesteld. De eenzame mens daarentegen
is alleen en kan daarom 'samenzijn met zichzelf' aangezien mensen
over het vermogen beschikken om 'met zichzelf te spreken'."
(25) Toch is het contact met anderen onmisbaar teneinde de eenzame "te redden uit de dialoog van het denken waarin iemand altijd
gespleten blijft (...)" (26) en die verlatenheid is. Daarin
verliest een mens zijn zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de
wereld, het vermogen om te denken en om te ervaren. Alleen de
bekwaamheid tot logisch redeneren vanuit een vanzelfsprekende
premisse blijft intact. "Maar deze waarheid is 'leeg', of beter
gezegd, het is helemaal geen waarheid, omdat ze niets openbaart."
(27) Arendt voegt hier aan toe: "(De stelling dat consistentie
waarheid is, die sommige moderne logici verdedigen, betekent dat men
het bestaan van de waarheid ontkent.)" (28)
"Wat mensen in de
niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale overheersing, is
het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal
ondergaan in bepaalde marginale sociale situaties zoals de oude dag,
voor de steeds groeiende massa's in onze eeuw een alledaagse ervaring
geworden is. Het meedogenloze proces waarin het totalitarisme de
massa's drijft en organiseert, lijkt op een suïcidale ontsnapping
uit deze werkelijkheid. Het 'ijskoude redeneren' (
) verschijnt als
de laatste steun in een wereld waar niemand betrouwbaar is (
)."
(29) De georganiseerde verlatenheid van het totalitarisme kan onze
wereld verwoesten en dit gevaar blijft aanwezig.
(J.B., 21 juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah Arendt,
Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste
druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De
Schutter, p. 321. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(2) Totalitarisme,
p. 322.
(3) Totalitarisme,
p. 323.
(4) Totalitarisme,
p. 322.
(5) Totalitarisme,
pp. 322-323.
(6) Totalitarisme,
p. 324.
(7) Totalitarisme,
p. 328.
(8) Totalitarisme,
p. 333.
(9) Totalitarisme,
p. 335.
(10) Totalitarisme,
p. 337.
(11) Ib.
(12) Totalitarisme,
pp. 337-338.
(13) Totalitarisme,
p. 338.
(14) Totalitarisme,
pp. 339-340.
(15) Totalitarisme,
p. 340.
(16) Totalitarisme,
p. 341.
(17) Totalitarisme,
p. 342.
(18) Ib.
(19) Totalitarisme,
p. 343.
(20) Totalitarisme,
pp. 343-344.
(21) Totalitarisme,
p. 344.
(22) Totalitarisme,
pp. 344-345.
(23) Ib.
(24) Totalitarisme,
p. 345.
(25) Totalitarisme,
p. 346.
(26) Ib.
(27) Totalitarisme,
p. 348.
(28) Ib.
(29) Totalitarisme,
pp. 348-349.
|