In zijn webstekartikel, getiteld: "Goed en kwaad herzien" (1) bestrijdt Gie van den Berghe samen met David Cesarani, meer bepaald in diens werk, getiteld: "Eichmann, de definitieve biografie" (2), Hannah Arendts stelling (3) dat het kwaad zou terug te voeren zijn tot 'gedachteloosheid' en een volstrekt gebrek aan intelligentie.
Volgens Cesarani, die door van den Berghe wordt bijgetreden, is dat onjuist: het monster van bijvoorbeeld een Eichmann zou veeleer het product zijn van een ('intelligente' en 'gewetensvolle') ideologie, met name die van de Nazi's. Cesarani, zoals geciteerd door van den Berghe, beschrijft Eichmann als...
... een man met "ideeën die bezit van hem hadden genomen, in de gemeenschap waarin deze vrijelijk konden circuleren, het politiek systeem waarin ze uitmondden, en de omstandigheden die ze aanvaardbaar maakten."
En verder:
"Wat Eichmann deed werd mogelijk gemaakt door de ontmenselijking van de joden, de interpretatie van het joodse volk als een abstracte, raciaalbiologische bedreiging en een politieke vijand, en de afbraak van hetgeen ons verbiedt te doden. Iedereen die aan deze processen wordt blootgesteld zou precies zo kunnen handelen, of dat nu in een democratische of totalitaire staat is". (4)
Niet Eichmann was het gewetenloze monster, maar wel de ideologie die hem in haar greep had - dat is de boodschap die van den Berghe ons met Cesarani brengt.
Edoch, wat anders dan die 'gedachteloosheid' waarover Arendt spreekt, kan er voor zorgen dat een Eichmann zich door zo'n ideologie laat grijpen en dicteren? In Cesarani's beschrijving lijkt het wel alsof ideologieën machten zijn waar mensen niet zijn tegen op gewassen! Wat dan gezegd van de macht van het 'gouden kalf' en de zucht naar geld? Zijn wie moorden voor de rijkdom dan onschuldig omdat ze gehoorzamen aan het kalf? Zijn zij gewetensvol omdat zij dan toch de ideologie van bijvoorbeeld een verwilderd kapitalisme hebben gevolgd?
Maar dat is misschien net waar Hannah Arendt's woorden op doelen: een mens kiest voor of tegen de 'gedachteloosheid' waarvan sprake - die is namelijk niet zomaar iets dat hem "in bezit neemt" en waar tegenover hij verder geen verweer meer zou hebben.
Uiteraard heeft de nazi-ideologie ervoor gezorgd dat Eichmann ongestraft kon moorden, en dat hij voor die wandaden door zijn meerderen zelfs werd beloond, maar... ook de 'duivel' beloont de dief met zijn buit! Als de 'redenering' van Cesarani een argument mag wezen, dan ook het uitvlucht van elke crimineel: en dan dient een rechter die dit argument beaamt, te oordelen dat al 's mensens fouten gewoon het werk van die 'duivel' zijn - uiteindelijk de enige overblijvende schuldige.
Nu wordt de 'duivel' in de mythologie getypeerd als de 'niet-persoon' bij uitstek: hij is de negatie van een persoon, hij is een 'legioen' of een 'meerkoppige draak', wat wil zeggen: 'iemand' die 'niet is', en die dus niet tot het dragen van verantwoordelijkheid in staat is, zodat het schuldbegrip afketst op zijn pantser.
In de 'mythologie' van het Christendom heeft daarom God zelf alle schuld op zich genomen en ook uitgeboet. Immers: er is wel degelijk van misdaad sprake, bijvoorbeeld in de Eichmann-historie, want slachtoffers zijn er onmiskenbaar; er is dus ook sprake van verantwoordelijkheid en schuld. Maar de erkenning van de misdaad, gekoppeld aan de negatie van het bestaan van schuld, zoals dat klaarblijkelijk het geval is in Cesarani's betoog, is een ronduit contradictorische stellingname. Zij blijkt, evenals de misdaad zelf, volstrekt ondoordacht. En voor hen aan wie het gegeven is te kunnen denken, is denken een heilige plicht.
Maar misschien nog meer dan dat alles, rijst hier de vraag of het Christendom dan niet de enige 'ideologie' is, die de beschreven contradictie overstijgt - wat het meteen tot veel meer maakt dan louter een ideologie.
Noten:
(1) Zie: http://www.serendib.be/gievandenberghe/artikels/goedenkwaadherzien.htm - ook verschenen in De Standaard der Letteren van 8 september 2005.
(2) Uitgegeven bij Anthos/Manteau, Antwerpen, 2005.
(3) Zie ook: Arendt, Hannah, Eichmann in Jeruzalem. De banaliteit van het kwaad, Amsterdam/Antwerpen, Atlas, 2005 en Arendt, Hannah, Het zionisme bij nader inzien, Amsterdam, Mets & Schilt, 2005.
(4) van den Berghe, Goed en kwaad herzien, laatste paragraaf.