"Waar
is Habel, uw broeder?"
"En
de HEERE zeide tot Kaïn: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik
weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?" (1)
(1)
Genesis
4,9. Zie: https://www.statenvertaling.net/bijbel/gene/4.html#9
Deze
dialoog tussen God en Kaïn volgt op de moord en het antwoord van
Kaïn is bedoeld als een rechtvaardiging: Kaïn erkent geen schuld,
hij stelt dat elk voor zichzelf moet zorgen: "Jedem das
seine", zoals het in grote smeedijzeren letters boven het
hek van het concentratiekamp van Buchenwald staat. (2)
(2) Daar werden reeds in 1937 communisten, Jehova's
getuigen, Roma, Sinti, criminelen, homoseksuelen en later ook
gehandicapten gevangen gezet en in 1938 werden daar samen met
daklozen en vooraanstaande joodse kunstenaars en wetenschappers ook
duizenden zogenaamde 'werkschuwen' geïnterneerd. Er waren executies,
dwangarbeid, kou en ontbering en nadat in 1939 de oorlog was
uitgebroken werd een crematorium gebouwd om de talloze lijken te
verbranden die eerst werden beroofd van wat er nog bruikbaar aan was
van gouden tanden tot hoofdharen.
Alleen
al in Buchenwald verbleven 238.979 gevangenen een derde waren
kinderen jonger dan 20 jaar waarvan er 56.545 omkwamen en in alle
concentratiekampen samen lieten zowat zes miljoen mensen het leven.
(3)
(3)
https://nl.wikipedia.org/wiki/Buchenwald
"Wir
haben es nicht gewusst", zo beweerden de Duitsers na de
oorlog. (4)
(4) Zij werden hierin in het gelijk gesteld
door "de naoorlogse Duitse bondspresident Richard von Weizsäcker
die tijdens de oorlog in de Wehrmacht
diende" zijn vader Ernst "was voor het naziregime eerst
staatssecretaris van het ministerie van Buitenlandse Zaken en later
ambassadeur in het Vaticaan". (Zie:
https://historiek.net/wir-haben-es-nicht-gewusst-de-duitsers-en-de-holocaust/63703/
)
"Ik
weet het niet", zo antwoordde Kaïn: "ben ik dan
mijn broeders hoeder?" Een uitspraak die ook naar onze tijd
gecatapulteerd werd: "Zijn wij dan verantwoordelijk voor de
vluchtelingen? Is het dan onze plicht om voor hen te zorgen?"
aldus schuift de N-VA-voorzitter de verantwoordelijkheid van
zich af en hij doet dat in naam van een steeds groeiende massa
kiezers.
Maar
hoe kan het ook anders, het christendom immers is niet langer
vanzelfsprekend; de gelijkheid van alle mensen vanuit de overtuiging
dat wij allemaal kinderen van God zijn, geldt kennelijk niet meer;
steeds vaker hoort en leest men dat alleen gekken geloven dat het hun
plicht is om voor wildvreemden
zorg te dragen en nu de handelaars huishouden in de tempels, (5)
(5)
Alom ten lande worden sinds kort kapellen en kerken omgebouwd tot
handelsruimten, restaurants en zelfs bars en dit met de toestemming
van de verantwoordelijke bisschoppen. Zie bijvoorbeeld:
http://www.gondola.be/nl/news/food-retail/delhaize-wil-markthal-openen-gentse-sint-annakerk
weerklinken
nergens nog de woorden uit de parabel van de barmhartige Samaritaan:
de gift om niet bestaat niet langer, voortaan weergalmen heel andere
wetten waarvan sprake in de Apocalyps, over
de aanbidding van de onmens die al degenen doodt die hem weigeren te
aanbidden de onmens, de afgod, het geld want wie de macht van
het geld miskennen, aan hen wordt de toegang tot de wereld ontzegd
die immers des duivels is. (6)
(6)
Apocalyps van Johannes,
hoofdstuk 13: "En ik zag uit de zee een beest opkomen,
(...) en op zijn hoofden was een naam van godslastering. (...) En ik
zag een ander beest uit de aarde opkomen (...) En het maakt, dat de
aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden (...) En
verleidt degenen, die op de aarde wonen, (...) dat zij voor het beest
(...) een beeld zouden maken. (...) En hetzelve werd macht gegeven om
het beeld van het beest een geest te geven, opdat het (...) zou
spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden
aanbidden, gedood zouden worden. En het maakt, dat het aan allen,
kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten,
een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden; En dat
niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den
naam van het beest, of het getal zijns naams. Hier is de wijsheid:
die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is
een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig."
Dat de wereld het
terrein van de duivel is, spreekt uit het verhaal van de verzoeking
van Jezus door de duivel want wanneer deze laatste zich als eigenaar
van de aardse koninkrijken opwerpt, spreekt Jezus dit geenszins
tegen. Zie: Matteüs 4:8-10:
"De duivel nam hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge
berg. Hij toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht
en zei: Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij
aanbidt. Daarop zei Jezus tegen hem: Ga weg, Satan! Want er
staat geschreven: Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.
Zie ook: Lucas
4:5-8: "Toen bracht de duivel hem naar een hooggelegen
plaats en liet hem in een en hetzelfde ogenblik alle koninkrijken van
de wereld zien. De duivel zei tegen hem: Ik geef u de macht over
dat alles en ook de roem die ermee gepaard gaat, want ik kan daarover
beschikken en ik geef het aan wie ik wil; als u in aanbidding voor
mij neervalt, zal dat allemaal van u zijn. Maar Jezus antwoordde:
Er staat geschreven: Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen
hem.
De
geschiedenis heeft een vreemde wending genomen. De welluidende
staatsvorm van de democratie of het recht van de
meerderheid is niets anders dan
een verschijningsvorm van het onwelluidende recht van de
sterkste. Ook vandaag zijn het
de sterkeren die heersen over de zwakkeren en dit door middel van de
uitbuiting die de kloof tussen beide steeds groter maakt. Alleen het
christendom is in staat gebleken om met de wet van de liefde weerwerk
te bieden aan de natuur en die wet maakt het christendom dan ook
bovennatuurlijk. Mede door de politieke werking van de kerk is het
christelijke handelen deels vanzelfsprekend geworden maar evenzeer is
het tot de sfeer van het onbewuste en het onpersoonlijke handelen en
denken gaan behoren in die zin dat het doen en laten van de door de
kerk gevormde menigten in een christelijk gekleurde trend verliep met
dezelfde spontaneïteit waarmee elke trend zich doorzet als zijn tijd
daar is. Veeleer dan de overtuiging was het dan de wet van de
gewoonte die het gedrag van de massa's stuurde en het is dan ook niet
verwonderlijk dat het verdwijnen van deze grotendeels onbewuste
tendens zich quasi onopgemerkt voltrokken heeft. Verbaasd zoals
langslapers die uit een droom ontwaken, staan plotseling fel
aanzwellende menigten op die zich afvragen waarom ze eigenlijk nog
langer hun naaste zouden beminnen nu ze zijn gaan beseffen dat hun
zelfverrijking er aanzienlijk beter zou bij varen indien ze hun
naaste zouden beconcurreren, uitbuiten of gewoon verorberen met huid
en haar. Een aanzwellende groep ouders wenst niet langer dat hun
kinderen goede mensen worden, zij verkiezen zonen en dochters die hun
plan kunnen trekken in de strijd welke in de wereld wordt gevoerd om
de macht maar ook gewoon om een plaats, een dak en een boterham want
de te verdelen koek wordt kleiner en het aantal hongerigen neemt
gestaag toe. De idealen van de barmhartige Samaritaan die zich buigt
over de beroofde vreemdeling en die hem verzorgt, Sint Maarten die
met een stuk van zijn mantel de naakte bekleedt en pater Damiaan die
zijn leven deelt met de leprozen, zijn museumstukken geworden en de
helden van vandaag heten Bill Gates, Mark Zuckerberg, Madonna en
Cristiano Ronaldo. De goedheid heeft plaats gemaakt voor de roem, de
schijn heeft de plaats ingenomen van het zijn, het hemelse geluk van
weleer dat men pas kan verdienen met opoffering, volharding en
toewijding staat voortaan in de schaduw van de 'chance' die aan het
blinde lot is toe te schrijven en zo ook zetelt dat blinde en
onrechtvaardige lot vandaag op de troon van de vermiste, alziende,
rechtvaardige god.
Het
stoort ons niet meer wanneer rechtvaardigen die zich het lot van de
medemens behartigen, koelbloedig worden vermoord het stoort ons
niet meer in die mate dat we ervan wakker liggen, het is nog slechts
'nieuws' voor een dag, hooguit een week, om vervolgens te verdwijnen
in een rugzak gevuld met duizend dergelijke verhalen, het ene
feitelijk, het andere fictief, het lijkt niet meer uit te maken,
alsof de grens tussen werkelijkheid en droom zelf fictief was zoals
ook die tussen wil en wens dat steeds vaker wenst te zijn.
Haatdragenden verkiezen geheel democratisch 'leiders'
die aan hun haat gestalte geven door de uitingen ervan middels nieuwe
wetten te verheffen tot de legitieme praktijk. Populisten die de
laagste verzuchtingen van het volk vertegenwoordigen laten zich
bijstaan door leugenachtige praatbarakken die zij tot professoren
benoemen om aldus de verkrachting van het redelijke door het louter
autoritaire te kunnen bewerkstelligen. Zij vullen de media met hun
oeverloos gedreun van steeds misselijker makende onzin en zij
verplichten de massa's hun lelijke spel toe te schouwen en hen te
gaan quoteren in het kiesbureau. Op die manier vernederen de massa's
zichzelf, suïcideert zich het mensdom en staat een beest op uit de
aarde een beest dat alsnog spreekt zoals een mens spreekt, echter
zonder een mens te zijn: de onmens, de afgod, het geld want wie
de macht van het geld miskennen, aan hen wordt de toegang tot de
wereld ontzegd die immers des duivels is.
"En
de HEERE zeide tot Kaïn: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik
weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?"
(J.B., 15 december
2018)
|