Spielt auf nun zum Tanz!
(Andermaal Van Togenbirger)
Omsk Van Togenbirgers stem is verzwakt en de man is fel vermagerd, hij zit wat weggezakt in een stoel maar hij weet dat hij nu voor niemand meer hoeft te zwijgen want hij is monddood en wie monddood zijn, mogen vertellen wat ze willen, het haalt immers niets meer uit, hun woorden zijn zoals die van de doden die onbeschermd als wezen zijn: vreemden doen ermee wat ze willen.
Monddood is de schooier die op de grond gezeten aan de deur van de supermarkt zijn getaande gelaat in een te vriendelijke plooi perst om aan dat muntje te komen dat je in je jaszak tussen duim en wijsvinger klampt, in twijfel of je het hem kan toestoppen, alle omstandigheden in acht genomen: het publiek dat er sowieso is, de gevolgen van de act voor elke keer dat je daar nog voorbij moet als je een brood haalt, boter of vis, want je gezicht zal hij onthouden. Monddood is hij want hij heeft geen sociale status en dat in tegenstelling tot de hond wat verderop die hier op zijn baasje wacht en die de arme man geen blik gunt, hij heeft immers zelfs geen baasje, hij is zijn eigen baas, of is het zijn maag die hem de baas is, zijn het de kou en de ellende?
- Primo Levi, zo begint hij weer: Primo Levi schreef dat genocide weliswaar een vreselijke misdaad is die echter overtroffen wordt door de onverschilligheid daarover. Als ik u vertel, meneer, mevrouw, dat ten tijde van nazi-Duitsland mensen werden omgebracht terwijl zij in de waan werden gebracht dat zij geholpen werden, zult u misschien antwoorden dat dit allemaal lang geleden is, al is dat niet zo heel lang geleden, ik was immers een kind toen het gebeurde, ik speelde in de tuin met kiezels en met zand, terwijl miljoenen mensen een lot deelden naar aanleiding waarvan een dichter uit de Oekraïne vier jaar na de Tweede Wereldoorlog schreef:
“Schwarze Milch der Frühe wir trinken sie abends wir trinken sie mittags und morgens wir trinken sie nachts wir trinken und trinken...”
Woorden die blijven klinken waar zich de gruwel voltrekt terwijl men altegader de andere kant opkijkt, geen vuiltje aan de lucht, wij zijn onschuldig, we waren er niet bij, wij wisten van niets, het moet een misverstand geweest zijn!
- Mensen werden omgebracht terwijl zij in de waan verkeerden dat men hen hielp en het gaat er niet anders aan toe vandaag, op deze dag en op dit uur, dit eigenste ogenblik waarop mijn stem uw oor tracht te bereiken. Vergeefs, helaas, wat is het toch dat u zo doof maakt? Is het echt omdat de mond dood is die deze woorden zegt die even waar zijn als het licht dat in uw ogen schijnt? Ik zie u kijken naar mijn mond die wijl ik spreek, beweegt, maar gij luistert helemaal niet, alsof er geen geluid uit kwam en, hoort gij dan toch geluid, dan mijdt gij het om aan de geluiden die gij horen moet, ook maar enige betekenis te hechten: gij herleidt wat woorden zijn tot louter klanken, wat een huzarenstukje heten mag: abstractie maken van de werkelijkheid en tegelijk een fictie voor de waarheid houden.
Geen antwoord krijgt de oude man want zwijgen is een wapen tegen waarheid, een beproefd wapen: wie zwijgen, maken de woorden die de waarheid spreken, dood en zo eenvoudig is het om te moorden, men hoeft alleen maar na te laten om te antwoorden, totdat degene die op antwoord wacht, niet meer bestaat of, eerder nog, totdat hij daarvan overtuigd wordt dat hij alleen nog maar een schim is, immers, tot schimmen zal niemand het woord richten die nog bij zijn zinnen is.
- Mensen worden omgebracht terwijl zij in de waan verkeren dat zij geholpen worden en ik blijf het zeggen: wij leven niet langer in een rechtsstaat. In de rechtsstaat gelden wetten en wie zich daar niet aan houden, worden op het matje ontboden en moeten uitleggen wat hen ertoe bracht te breken met de wet. Blijft men het antwoord schuldig, dan volgen een veroordeling en een straf en zo geschiedt recht. Maar als dat wegvalt, ziet het plaatje er heel anders uit: er gelden ongeschreven wetten waaraan elkeen zich stilzwijgend onderwerpen moet en aan wie daaraan verzaken, wordt niet langer verzocht zich te verantwoorden voor een rechter, zij worden gewoon opgepakt, gevangen gezet, vermoord, terwijl wie achterbleven geheel onwetend vragen: waar zijn ze toch?
- Moordenaars geloven aldus de waarheid te trotseren maar die vindt wel andere monden om te spreken of wat had je gedacht van monden binnen in het hoofd? Heel moeilijk om ook die het zwijgen op te leggen!
“Wir schaufeln ein Grab in den Lüften da liegt man nicht eng.”
Voor het eerst zie ik Van Togenbirger wenen en hij zegt: Latino's werden nu aan het front gesignaleerd! Latino's, de meest vredevolle mensen op de ganse aarde, het doet denken aan de begraafplaatsen uit de oorlogen van de voorbije eeuw die vol liggen met lijken van rekruten uit de kolonies: over de oorlog wisten zij helemaal niets, maar zij werden massaal verscheept naar het continent van hun veroveraars om daar even massaal te sneuvelen, ver weg van hun gezin. Want wat kan het de potentaten schelen dat in Afrika en Azië kinderen naar hun vader vragen en moeders het antwoord schuldig blijven om hun kroost tegen de waarheid te beschermen daar kinderen nog te jong zijn om het te begrijpen, alsof er een leeftijd was waarop men het begrijpen kon.
- Die mensen worden door Trump gerekruteerd, zo meent Van Togenbirger: hij weet dat hun gezin van honger omkomt, zij staan immers al jaren bij die hekken, willen erover, om dan in de eethuizen van de rijken glazen te gaan wassen en met een poetsdoek de kastelen en de Tesla's te doen glanzen naar het voorbeeld van hun voorouders die in Wall Street en op Trafalgar Square de schoenen opblonken van hoge pieten. Die mensen worden op bevel van een verwende clown met hoogheidswaanzin naar een front gekatapulteerd en wel in een land waarover ze nog nooit hadden gehoord, laat staan dat ze ook zouden weten hoe de vork daar aan de steel zit: zij moeten daar gewoon gaan sterven, de rijken moeten immers aan hun aantal troepen komen zoals vastgesteld in het contract dat zij hebben met de duivel.
O, maar niemand wordt verplicht tot legerdienst, wij werken alleen maar met vrijwilligers, zo klinkt het hier, emmers full, uit de monden van de hoogwaardigheidsbekleders. Maar het is wel een mooie job voor wie het wil, dankzij defensie kan het hele land op beide oren slapen.
“Ein Mann wohnt im Haus der spielt mit den Schlangen”
- Kent u Jaap Kruithof? Vraagt Van Togenbirger. Politici doen alsof zij nog iets te vertellen hebben, zo schreef hij in zijn analyse van het neoliberalisme, maar het is Mammon die nu het dictaat voert, het zijn de megaconcerns en zij worden gedreven door blinde, onverzadigbare hebzucht die zoals elke andere verslaving net zo lang doorgaat totdat de dood over alle leven heerst.
“Er befiehlt uns spielt auf nun zum Tanz.”
(J.B., 17 maart 2025)
|