In
sneltempo verovert vandaag de onmens ook de politieke macht
In
sneltempo verovert vandaag de onmens ook de politieke macht. Hij
wordt verkozen door de massa die niet nadenkt omdat die helemaal niet
denken kan. Hij haat zoals de massa haat. Hij voert uit wat de
dwingelandij van een joelende menigte hem gebiedt. Hij is de echo van
de massa, hij is de massa aan de macht. Hij is de onmens die de mens
verplettert met zijn onnadenkend geweld, zijn beestachtige emoties
die zichzelf niet kennen maar met vooral zijn haat voor alles wat ook
maar enigszins afwijkt van de standaard, de domme standaard, de
middenmoot, de replica van één en hetzelfde specimen: de zo
misleidend op een mens gelijkende figuur waarvan de hersenen uit het
hoofd werden gehaald dat dan werd opgevuld met info uit de supermarkt,
eenheidsworst, dat werd geprogrammeerd tot laffe gehoorzaamheid,
warempel met het oog op een perfecte perfide moordmachinerie.
De
paragraaf hier boven lijkt alleen maar onzin, de werkelijkheid immers
overtreft de stoutste fantasie en doet dat uiteraard vooral daar waar
de fantasie gekortwiekt wordt, waar kunstenaars worden beschouwd als
kunstjesmakers, als mee-eters die niet opbrengen, als overbodig
ballast en hun werk als onwerk, tijdverdrijf en prutserij. Edoch met
rasse schreden zet het monster zonder kop zijn logge tred voort
richting regering, wet en recht om daar alle fijne constructies,
destijds met zweet en tranen in elkaar geweven en gevezen, met de
veeg van één poot te doen verdwijnen.
Werkgelegenheidsvoorziening
is een verantwoordelijkheid van de regering, niet een van de
werknemers: werknemers zijn verantwoordelijk voor hun eigen werk,
niet voor dat van de regering. De tendens in de huidige
pensioenhervormingen gaat in de richting van de bestraffing van
uitgerekend degenen aan wie het fundamentele recht op arbeid werd
onthouden. Door arbeid als een plicht voor te stellen, wordt
verdonkeremaand dat hier een fundamenteel mensenrecht
met voeten getreden wordt. De eerste paragraaf van het artikel 23 van
de Universele
Verklaring van de Rechten
van de mens luidt: Eenieder
heeft recht op arbeid, op vrije keuze
van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op
bescherming tegen werkloosheid." (1)
De eerste paragraaf van artikel 25 luidt: "Eenieder
heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de
gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder
inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging
en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het
recht op voorziening in geval van
werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot,
ouderdom
of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van
omstandigheden onafhankelijk van zijn wil." (1)
Zowel het recht op arbeid als dat op voorziening in geval van
ouderdom dreigen met zekere uitlatingen over de huidige voorstellen
voor een pensioenhervorming ter ziele te gaan en in de plaats
komen... het recht op sociale en economische uitsluiting en het recht
op discriminatie op grond van leeftijd!
En
dan is er nog de dubbele boekhouding, de dubbele tong en de dubbele
moraal welke allemaal behoren tot de tactieken van de superbedotters:
als zij dan toch de mond vol hebben over 'effectief gewerkte jaren',
laten zij dan maar aanvangen met de bestraffing van hun
beschermelingen die in ruil voor een stem op de dag van de
verkiezingen levenslang een loon opstrijken voor een baan die niet
veel meer voorstelt dan de aan- of afwezigheid van haar bekleder in
een of ander lokaal van een gebouw behorend tot het ministerie van de
door hun corrupte stemmen aan de macht geholpen beschermers.
'Effectief gewerkt', zo klinkt het uit hun scheve kelen, maar zij
bedoelen uiteraard 'effectief beloond' want in dit tijdperk der
grofste leugens betekent 'werken, 'verloond worden' en wordt
onbetaalde slavernij gelijkgesteld met nietsen, wat uiteraard geen
recht geeft op pensioen.
Het
tart elke vorm van logica maar het is niet aan zijn prestaties - en
dat zijn de vruchten van de arbeid - dat een burger wordt beoordeeld
in functie van zijn recht op pensioen: in functie van zijn
pensioenrechten wordt een burger uitsluitend beoordeeld op zijn
beloningen. Van die beloningen wordt immers verondersteld dat zij in
evenredigheid zijn met de geleverde prestaties terwijl iedereen weet
dat veel vaker het omgekeerde het geval is: zij die het hardst
werken, en dat zijn de slaven, de mensen uit de derde en de vierde
wereld, de vluchtelingen en de illegalen voor wie geen andere keuze
rest dan zich voor een boterham te pletter te werken, uitgerekend zij
die het hardst werken houden aan hun hongerloon niets over en van een
pensioen is uiteraard geen sprake want op papier bestaan deze mensen
zelfs helemaal niet. En de slaven zijn geen uitzonderingen: zij
vormen een absolute meerderheid aangezien de westerling zijn
levensstandaard in geen geval te danken heeft aan zijn zogenaamde
hoogtechnologische cultuur waar hij prat op gaat maar wel aan het
labeur van gemiddeld veertig tot vijftig slaven per gepapiereerde (!)
burger. Onze politici geven het grif toe: als wij illegaal werk
verbieden, dan kost uw bloemkool in de supermarkt niet één maar wel
tien euro, zo verontschuldigen zij zich bij jan met de pet die het
aandurft om er een opmerking over te maken. Zelf behoren zij tot de
grootverdieners, onze politici, en de enige prestatie die van hen
verwacht wordt, bestaat erin dat zij door een meerderheid van burgers
worden verkozen. Zeg maar door de massa. De massa stemt hen naar de
macht op voorwaarde dat zij ook de wensen van de massa inwilligen en
dat zijn uiteraard onwensen. Inderdaad, in sneltempo verovert vandaag
de onmens ook de politieke macht.
(J.B.,
18 juli 2022)
Verwijzingen:
(1)
https://www.amnesty.nl/encyclopedie/universele-verklaring-van-de-rechten-van-de-mens-uvrm-volledige-tekst
|