Het nationalisme en de dood (deel 3)
Nationalisten willen dat de veelkleurige werkelijkheid zich inpast in hun zwartwitfictie en zo vervoegen zij de totalitaristen die immers lijden aan dezelfde wanen: nazifanaten, bijbelaanbidders en alle andere werkelijkheidsontkenners verjagen wie niet passen in het door hen bedachte plaatje, als zij hen al niet massaal elimineren - via haatcampagnes met karaktermoord gevolgd door regelrechte uitroeiing.
Op de vraag waarom zij dat dan doen, moet het antwoord helemaal niet verder worden gezocht dan in een reactionaire poging om het verbondenheidsgevoel terug te winnen dat zij kwijt speelden ingevolge egoïsme en ongeremde hebzucht, aangezwengeld door een wereld die van alle mensen onderlinge concurrenten maakt op het heilige traject van de carrière: de krankzinnige wedloop van elke loonslaaf naar zijn eigen dictatuur - het groteske loon van het kapitalisme dat in niets verschilt van een gigantische lotto. Die schenkt aan het blinde lot de macht om één winnaar aan te duiden ten koste van miljarden gedesillusioneerden. Als klap op de vuurpijl blijft uiteindelijk dit ongeluk aan helemaal niemand bespaard daar zelfs de nieuwe miljardair alras zal ondervinden dat geluk geen koopwaar is.
Nationalisten zoeken het verbondenheidsgevoel in een gemeenschappelijke oorsprong die hen dan toelaat om te spreken in het meervoud van de eerste persoon, wat dan prompt hun veiligheidsgevoel een beetje restaureert dat zij verloren bij het schrokkerige verdelen van de taart der welvaart. “Wat is er mis met een pensioen waarvoor je hebt betaald?”, zo koppen vandaag de kranten met de woorden van zeven oud-senatoren die naar de rechter stappen omdat zij maandelijks honderden euro moeten verliezen nu hun uitkering van 7830 euro geplafonneerd werd - zij hadden immers gehoopt op nog eens 20 percent meer. Maar het meervoud van het egoïsme is een fictie omdat de ene mist wat de andere teveel heeft en zo worden al wie gaan geloven in “ons volk” een flinke neus gezet: zij verkeren voortaan in het onvermogen om wie hen bestelen, aan te vallen daar zij zelf belijden hun volksgenoten te zijn.
Ook in de tijd van het nazisme was deze farce al courant: zoals destijds in de media gebracht door journalist Maurice De Wilde, bleek het enthousiasme van figuren zoals Staf Declercq met zijn VNV niets anders dan een voorwendsel waarachter extreemrechts gigantische premies opstreek om het geliefde Vlaanderen achter de rug van hun naïeve aanhang aan de Duitsers te verkopen. Zoals zijn volgelingen hem dat nu trouwens nadoen in hun vieze handeltje met de Chinezen en de Russen die straks dankzij hen hier komen binnenwandelen alsof onze tegenvoeters onze naaste volksgenoten waren.
De onderlinge rivaliteit ingevolge een mentaliteit van 'elk voor zich' kan niet overgaan in een gevoel van samenhorigheid door de creatie van gemeenschappelijke vijanden (inwijkelingen die in feite superproductieven zijn, uitgerangeerden die doorgaan voor profiteurs en wie dan ook door die verwende bende naar de maan worden gewenst) want die tactiek levert slechts samenzwering op en dat is het gevoel deel uit te maken van een misdaadbende. Misdaadbendes, dat zijn ook de natiestaten of althans de elites die hen leiden, zodat andermaal het citaat van Augustinus hier van kracht is: “Zonder gerechtigheid, wat zijn naties anders dan grote roversbenden?”
(J.B., 30 april 2024)
|